De verzorging van den nens. Zetfouten. Instinct. m iemand achter haar stond, keerde ze zich plotseling om en zag toen weer het boeken rekje hangen. En toen kwam weer in haar kinderzieltje dat oude, dat knagend oude verdriet op, dat eenzame, dat verlatene Zouden ze da.n nu, als ze het eens deed, zou den ze dan nu geen medelijden eindelijk met baar krijgen, zouden ze dan niet zeggen: teO, wat hebben wij gedaan, om zoo slecht ,voor haar te zijn geweestMaar dan jtou zij er niks meer van merken of hooren. Dan zou zij Opeens streek ze een der lucifers af. Ver rast sissend vloog het vlammetje omhoog, terwijl de luoifer haar uit de vingers viel. 21e bleef er naar turen, stom strak. Toen iag ze, hoe het dwaze kleine vlammetje zich opeens mededeelde aan het papier, hoe de kleine vlam rood golfde omhoog. Opeens was het, of zo draaide als een tol in het ronde, alsof do heele kamer danste om haar been... Ze wankelde, verloor het evenwicht en stortte met een harden gil op den plan ken vloer. Ze wilde opstaan, maar het was alsof ze lom was, of ze niet op kon, Zacht kermde ze van pijn, ze was op haar hoofdje gevallen. Boven in de kast zag ze de kronkelende vlam, een rilling liep haar langs den rug. Toen gilde ze, hard, harder. Ineens draaide het slot van de kamerdeur, stond haar tweede moeder op den drempel, met oogen van schrik. Ze zag het kermende kind en de kronkelende vlam, die vast en zeker aangreepIneens begreep ze alles. Als een waanzinnige rukte ze het kleed van de tafel, sprong op een stoel, wierp met één ruk het tafelkleed op de vlaiomenmassa, «lie vanzelf smoorde. „Wil je opstaan, nest, feeks... Zie je wel, dat er aan jou niets verspeeld is, aan jou, ülechte meid. In de gevangenis kom je te recht, kleine brandstichtster!" Het kind richtte zich moeilijk op, met toatetarende oogen. „0, moeder, ik heb me zoo'n pijn g©~ 'daan o, zoo'n pijn... lner aan 'fc hoofd... Ol" „Je verdiende loon voor je ondeugd... dat we d&t van je moeten beleven... Maar jo gaat do deur uit, verstaan? Ik zal met jo vader nader spreken..." Beneden in de gang klonken voetstappen, toen kraakten de treden van de trap. „Daar komt hij juist aan, wacht maar..." Toen, angstig, rillend van pijn, kroop Li- ze weg, terug in den kamerhoek, in marte ling voor wat volgen zou, voor wat volgen zou Buiten vlogen de duifjes juist van het .Vensterkozijn, de regen was voorbij. Een Duitsche arts schrijft: De ongeloovigheid en afgestomptheid van lderi neus levert voor de gezondheid een we zenlijk gevaar op. Menschen en dieren scheiden met de adem- luoht en de huiduitwasemingen een reeks gasvormige organische verbindingen af, die, wat haar samenstelling betreft, grootendeels nog onbekend, en daarom chemisch slechts moeilijk aanwijsbaar zijn, maar reeds in kleine boeveelheden zich door haar reuk ver raden. Menschen met een onreine huid of onzindelijk in ondergoed on kleoding, ver spreiden een zeer onaangenamen reuk, die op menschen met fijne zintuigen dikwijls bedwelmend werken kan. Waarin de voor de gezondheid nadeelige werking dier stoffen eigenlijk bestaat, of zij juist giftig zijn;-pf zij. zooals Pottenko fer leert, hierdoor nadeelig werken, dat zij wegens hun geringe dampspanning de lucht snel verzadigen, haar verdere afscheiding alzoo zelf verhinderen en zoodoende ophoo- 'pingen in bet bloed veroorzaken, is nog niet wetenschappelijk vastgesteld. Alles echter spreekt er voor, dat het menschen vergift bij het luchtbederf een veel grootere beteekenis heeft den het zuurstofverbruik en de ophoo ping van koolzuur. Lucht, met deze afzon- -deringstoffen vervuld, kan reeds ziekma kend of zelfs doodelijk werken, wanneer zij nog betrekkelijk rijk aan zuurstof en arm aan koolzuur is, wat bewezen wordt door de zoo dikwijls voorkomende sterfgevallen aan boord van koelie- en slavenschepen. Nu brengen wij den meesten tijd in de kamer door, en het is onze neus, die bijna alleen te beoordeelen geeft, of de lucht in de kamer zuiver en gezond is of niet. Wan neer dus de neus voor deze haar gewichtige taak ongeschikt geworden of afgestompt is, zijn wij aan voor onze gezondheid groote gevaren blootgesteld; gevaren, die alleen daarom niet zoo ernstig toeschijnen, omdat zij meestal niet zoo onmiddellijk zich ken baar maken, maar slechts van lieverlede. Dikwijls zelfs herkennen wij ze in het geheel niet en zoeken dan de oorzaak van onze ongesteldheid in onbeduidende, voorbijgaan de dingen, bij voorbeeld in een zoogenaam de verkoudheid. Goede lucht is onontbeerlijk tot reiniging van het bloed en regeling der stofwisseling. Zij beteekeat voor de longen hetzelfde, wat voor de maag gezonde voeding en voor den geest geschikte leerstof is. Wie een onbedor ven reukorgaan heeft, dat noch door aan houdend slechte uitwasemingen afgestompt, noch door to sterke geuren overprikkeld is, zal bij het binnenkomen van een vertrek terstond gewaar worden, of het zuivere lucht bevat dan wel bedorven en verbruikte lucht. Is dit alles het geval, dan moeten terstond do vensters opengezet worden, of, als dat niet kan, do kamer en kacheldeur om versche lucht toe te voeren. Om het reukorgaan friach en gezond te houden, heeft men het volgende in acht te nemen: 1. Men make er een gewoonte van om zuivere lucht door den nens in te ademen, somtijds recht diep en in het bijzonder in veld en bosch. 2. Men vermijde het, aanhoudend sterke geuren op te snuiven, hetzij kwade geuren of aangename. 3. Men houde den neus rein, ook door nu en dan neusbaden te gebruiken met zuiver, belegen, zoo mogelijk gekookt water. 4. Men ontloope zooveel mogelijk plaats sen, waar de lucht bedorven is door huid uitwasemingen, tabaksrook, bier- en jeno- verl ucht. Wij zouden er nog willen bijvoegen: Wis sel, zooveel maar mogelijk is, het leven in vertrekken af met verblijf in de open lucht, niet in de straten eoner stad, waar de lucht ook altijd min of meer bedorven is, maar buiten in de open luoht, te midden van de vrije natuur. Een' oorrectoc van zeker blad Keoft vöor de aardigheid aanteekenang gehouden van een aantal grappige fouten, welke hem on der de oogen kwamen en die hij gelukkig „snapte". Wij golooven wel, dat de lezer dikwijls in een laoh zaïl schieten, als hij dit Lijstje eens nagaat. Natuurlijk 7:'n er fou ten bij, die bij eenige meerdere oplettendheid niet hadden behoeven gemaakt te worden; andere weer hadden haar ontstaan te dan ken aan onbekendheid met de uitdrukking of met het vreemde woord. Mon oordeele: Pardon, wij zijn an tij oden, in plaats van antipoden. De luit ter zee 2de kl. P. de Kanter wordt 1 Nov. geplaatst bij de hydrografie bij het departement van Marie. dat hun lever een nieuw stadium was ingetreden, in plaats van hun 1 e- ve n. Het is een geluk, dat Amsterdam de vroe gere manuspolus heeft genaast, in plaats van monopolies. ...B. en W&. zuilen wel degelijk die wen ken ad notaris hebben genomen, in plaats van ad n ot a m. Deze nam dadelijk oen bok van haar zoon uit het mondje, in plaats van een 6ok van liaar zoon uit het mandje. Deze (sterren voor oogen) hebben reeds menig hout in gloed gezet, in plaats van hart. Beide executanten bewezen in het vertol ken van kamerleden, in plaats van kamer muziek geen vreemdelingen te zijn. Men wil de Gouwzee gaan d r o o g 1 i g- g e n, in plaats van droogleggen. Als hij keek in de grenzenlooze d epte ba rer rioloaoogen, in plaats va® violen- oogen. Een hond met een witten handschoen wuifde hom uit het portier toe, in plaats van een hand met... enz. De schat van dan avond is de heer G., in plaats van den solist van den avond. Om die noteeringen meer bewoonbaar te doen zijn, in plaats van betrouw baar. Door het O. M. bij de rechtbank werd geeischt tegen een man, die een door hem gehuwd draaiorgel had verkocht, in. plaats van gehuurd. Wij treden weer in het normale leven zon der droomen van grootheid, maar ook zon der permissie, in plaats van pes simisme. Gistermiddag om halfvijf zijn met behulp van staatsraden en takels verschillen de brokstukken muur omgehaald, in plaats van staaldraden en takels. Negen en zestig kanonnen van 75 m i 1- 1 i o e n, in plaats van 75 millimeter (door de Boeren op de Engelschen ver overd). Ter benoeming tot gemeente-ontvanger te Assen worden aanbesteed, in plaats van aanbevolen. Menschen, die met een orgaan in 't hoofd de niet-rookcoupés binnenstappen, in plaats van met een s i g a a r in 't hoofd. Winkelsluiting in Australië. In Australië galden sinds 19 Februari 1902 de volgende bepalingen, betreffende ue winkelsluiting: Allo winkels (behalve die, welke in een afzonderlijke lijst vermeld zijn) moeten ge sloten zijn: op één werkdag om één uur 's middags, op één werkdag om tien uur 's avonds, op do andere vier om zes uur 's avonds. Zij moeten gesloten blijven tot den volgen den moengen acht uur, tenzij een ander uur door den gouverneur wordt vastgesteld voor een of ander district. De dagen, waarop om één uur en om tien uur zal gesloten worden, moeten naar keuze van den patroon de Woensdag en Zaterdag zijn. Hij geeft van zijn keuze kennis aan den gouverneur. Blijft een winkel gesloten op een week dag, hetzij omdat het een algemeen erkende feestdag is, hetzij een bank-holiday, dan kan den vorigen dag de winkel gropend blijven tot zes uur, ook al wordt anders op dien dag om één uur gesloten. Den dag voor Kerstmis on Nieuwjaar behoeft eerst om tien uur gesloten te worden. Kapperswin kels worden am halfzeven gesloten. De bedienden mogen niet langer dan een half uur na het sluitingsuur in dienst ge houden worden. Voor het middageten heb ben zij recht op een uur tusschen twaalf en drie uur en, wanneer de winkel na half zeven openblijft, op een uur tu^ohen vijf en zeven uur. Vrouwelijke bedienden of jongens beneden zestien jaar mogen niet langer dan negen uur per dag arbeid verrichten. Op één dag mag de arbeidsduur twaalf uur bedragen, doch met dien verstande, dat het geheel aan tal uren in die week niet meer bedraagt dan 53. De heer Pigott had een hond, een Ier- 6cben setter, die ondanks zijn Iersehen naam en afkomst was geboren en getogen in Lon den. Hij heette Jack. De voorouders van Jack in Ierland waren in tallooze geslach ten herdershonden geweest, maar Jack zelf wist niets van een schaap af, behalve dat hij een enkele maal had kennis gemaakt met een botje van een lamscotelet. Hij had wer kelijk nog nooit een levend schaap gezien vóór het bijzonder voorval plaats had, dat we nu gaan vertellen. Maar erfelijkheid is een zaak van belang en in dit geval kwam zij al heel merkwaardig aan den dag. Jack ging dikwijls met zijn baas wande-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 12