Ingezonden. Gemengd Nieuws. ies; wanneer hij tijd had verder te zien, zou nij verbaasd staan over de gmcelijko schep pingen, die de reformbeweging voortbracht en niet alleen voor slanke vrouwen, niet alleen voor heel groot® beurzen. Maar mijn heer Troub heeft blijkbaar geen tijd om een zaak, waarover hij schrijven wil, te bcstu- dcoren. Had liij daartoe wèl den tijd, dan zou ik hem gaarne eens uitleggen hoe de Hollandfiche reformkleeding in elkaar zit, en dan zooi hem blijken, dat hij zijn heftigen aanval in Be Hollandschc Lelie had moe ten achterwege laten. Ook zou ik hem duidelijk gemaakt heb- fcen daifc bet goede korset, door hem bedoeld, door geen enkele vrouw zou worden gedra gen, gesteld dat zij zulk een goed korset kan Krijgen. Waarom toch draagt een vrouw een korset? Om den modevorm to verkrijgen, aan don modevofili offert zij haar buigzaam, heid, haar lenigheid op. Wanneer haar nu een korset -wordt aangeboden, dat geheel naar haar normaal lichaam gemaakt is, wat heeft ze dan? Geen modevorm on geen lenig heid; een normaalvorm zonuor do charme van de lenigheid is hoogst onacsthebiscdi." Bc Nieuwe Courant wil, bij de bespreking Van het voorstel tot verhooging van den a c c ij n s op het gedistilleerd, de quacsbie van den invloed van drankaccijns in liet algemeen onaangeroerd laten. Van dit standpunt gezien, acht zij het vrij on verschillig of de vrij hoogo accijns nog eens verhoogd wordt, omdat deze verhooging wel niet meer invloed op het drank verbruik zal oefenen dan de vorige. „De Rijksfinanciën worden intusschcn, dit as zeker, door deze verhooging weder zoo als het in vaste termen luidt: ,,nog meer dan thans van het gebruik van sterken drank afhankelijk gesteld." Dit is (niet al leen uit specifiek Christelijk oogpunt) to be treuren maar dc thcorio dient hier tc •wijken voor de werkelijkheid des levens. Het is ook eigenlijk niet zoo, dat in die afhanke lijkheid do reden tot treuren gelegen is. Zij ligt in het feit, dat hier te lando jaarlijks 8 a 9 liter per hoofd der bevolking verbruikt wordt. Bestond er ook maar het geringste ge vaar, dat de accijns of zijn verhooging dat feit zou bestendigen of het verbruik doen stijgen, men zou zich tegen dit middel tot elijving dor schatkist tot het uiterste moeten verzetten. Maar het gevaar bestaat zeer stel lig niet. Het nadeel van do accijnsverhooging voor dc kleinhandelaars in sterken drank zal stel lig weder breed worden uitgemeten en wij cijferen het niet geheel weg. Het levert ge vaar voor vervalsching, die echter voor een groot deel door bijvoeging van water ge schiedt waarbij zeker althans de drankbe strijders zich kunnen neerleggen. Anderzijds 6chijnt do verhooging met zovon cents per liter groot genoeg om den tapper te veroor loven zijn winstderving, hetzij door een go- ringo verhooging van den borrelprijs, hetzij door een geringe verkleining van het drink glas, hetzij door een geringe bijmenging van water, goed te maken." Men heeft dit voorstel een belasting op do nooddruft genoemd, on daarvoor in do plaats ccn sterkor progressie bij de vermo gensbelasting aanbevolen. Dat acht het blad gevaarlijk. „Do vermogensbelasting op zichzelf moge niet bijzonder drukkend zijn, niet te ontken nen valt, dat door het samenstel onzer be lastingen ook van dc grooto inkomens een tamelijk hoog percentage wordt geheven. Een plotseling gevreesd tekort in de schat kist, zooals een deficit op de Stnatsbegroo- ting is, cischt- bovendien, dat de verzwaring der belastingheffing om er in te voorzien, zoo weinig mogelijk voelbaar zij. Aan dezen cisch beantwoordt een accijnsverhooging op sterken drank, die door honderdduizenden monscben betaald wordt zonder dat zij het merken en door niemand als hij het niet wil, terwijl een sterkere progressie in do vermo gensbelasting aanstonds cn blijvend door een betrekkelijk klein getal personen zeer wordt gevoeld. Als men een voor eenmaal zich voor doend deficit, waan'an men niet weet of het blijvend zal zijn, maar ineens door enkelen laat betalen, verspeelt men zijn aanspraken om wanneer duurzame versterking der mid delen noodig blijkt, wanneer do werkelijke piood aan den man komt, een beroep óók op do eigenaars van grooto vermogens te doen." Het blad acht het wèl onrechtvaardig dac met verhooging van den gedistillcordaccijns niet tevens die van den wijnaccijns wordt voorgesteld. Ton slotte heeft Be Nieuwe Courant be zwaar tegen do bepaling in het ontwerp, dat ieder, die op het tijdstip dor in-werking-tre ding meer dan 25 liter gedistilleerd, waar van dc accijns reeds is betaald, in voorraad heeft, tot aangifte on bijbetaling gehouden as. Tor verzekering van do naleving van dit voorschrift zijn do ambtenaren bevoegd om, onder in-acht-neming van zekcro voorwaar den, ,.nict. aan peiling onderworpen panden, togen den wil dor bewoners of gebruikers, binnen te treden." ,,Zoo wcnschclijk hot is dc wet, eenmaal ingevoerd, in haar volle kracht toe tc pas sen, zoo ongeraden is het. door strafbepa lingen handelingen to willen voorkomen, waartoe de in te voeren wet zelve uitlokt. Zeker, als het eenmaal in de wet staat, moet do overtreder strafbaar zijnmaar dc wet gever herscheppo-niet, om aanstonds het on derste uit do kan to halep, een zeer ver schoonbare poging van den kleinhandelaar om zich den overgang tot dc bolastingver- hooging gemakkelijk to maken, tot een de lict. Integendeel, hij verhoogo dc belasting, maar hij make den overgang licht. En bij scliromo vooral elke, niet volstrekt noodige, inbreuk op art. 158 der Grondwet. Zou de Kamer niet kunnen zorgen, dat dit voor schrift. hetwelk de binnen het verloop van een halfjaar aangekondigde, aan te nemen en in to voeren (1 April 1900) belastingver- hooging voor do betrokkenen bijzonder hate lijk maakt, uit het ontwerp verdwijne?" Over de sociaal-democratische p artij in de Kamer merkte de Arn- hemschc Courant het volgende op: ,,Tot do in het openbaar debat gebruike- lijko beweringen der sociaal-democraten, ge lijk bekend van grootspraak niet afkeerig, behoort ook deze, dab reeds van te voren het standpunt van een sociaal-democraat ten aanzien van elk vraagstuk te bepalen is we gens de schorper omlijning zijner partij-be- gmsclen. Geheel anders zou het met de an dere partijen zijn, welker-aanhangers telkens door hun stem toonen het omtrent tallooze quaesfcics met elkaar eens te zijn. Reeds heeft do ervaring geleerd, hoe ook dit weder niets anders is dan sociaal-demo- cratischo zelfverheffing, cn het is be voor zien, dat de bewijzen daarvoor steeds talrij ker zullen worden. De afstraffing, welke den heer Ter Laan in de jongste uegrootings- debatteri wegens een afwijkende mccning door den heer Schaper ten aanhoore van de Kamer werd toegediend, was uit dit oog punt, zon men wil, slechts van weinig bctee- kenis. Teekcnender voorzeker was de hef tige strijd, in den boezem der partij gevoerd over het standpunt, ten aanzien van de schoolquaestie m te nemen, on do Groninger motie moge oppervlakkig de eenheid op dit punt hebben hersteld zelfs al moge zij tegen nieuwe stormen bestand blijken, in elk geval heeft de strijd getoond, dat heb in te nemen standpunt niet altijd consequent volgt uit de aangenomen beginselen. Door het schrappen van den oisch van „verplicht staatsonderwijs" uit het program der so- ciaal-dcmocratisehe ondcrwijzcrsverecniging moge do eenheid naar buiten bewaard schij nen, onmogelijk is liet, dat de openbare on derwijzers, leden dier vcrceniging, daarme de ook werkelijk het bijzonder onderwijs sympathiek gezind geworden zijn. Een bijna vermakelijke strijd in den boe zem der partij is dezer dagen ontbrand naar aanleiding van' de woorden, den 8sten De cember door den heer Schaper gesproken in de Kamer: ,,In navolging van Bebel in den Duitschen Rijksdag is het hier reeds her haaldelijk gezegd cn durf ik hier ook thans zeggen: dat wanneer het vaderland in ge vaar komt-, wij, sociaal-democraten, de eer sten zullen zijn aan de grenzen het vader land tc verdedigen." Eerst Fortuyn, daarna Loopuit, allerminst premiers venue der par tij, zijn op heftige wijzo in Het Volk en in vergaderingen daartegen in verzet gekomen do eerste maakte zelfs als een eerctitel voor zijn partij aanspraak op den naam van ,,Va- terlandslose Rotte" en de poging van mr. Troclstra om de opgezweepte hartstochten te sussen, mislukte volkomen. Men had Schaper niet goed begrepen en ten onrechte in zijn woorden een verkeerden klemtoon golegdde sociaal-democraten zou den niet eerder dan anderen optrekken, maar tegenover een buitenlandschen aanval ler natuurlijk wel de rechten verdedigen, door hen met groote mocito verwor ven. In Het Volle hielden èn Schaper èn Fortuyn desniettemin hun standpunt vol en mr. Troelstra traoht de verbroken een heid te herstellen door in een corresponden tie in zijn blad het debat gesloten te verkla ren. Alsof daarmede het geschil ware uit te maken Op zichzelf voorzeker is het weinig belang rijk, dat er verschil van inzicht zich open baart. tusschen leden eener zelfdo partij. Dit kan men dagelijks waarnemen en het is ook niet anders mogelijk, tenzij niet de vrijheid van gedachte door de partij gehuldigd wordt, maar onvoorwaardelijk gehoorzaam heid aan de leiders of aan meerderheidsbe sluiten van de leden wordt geëischt. Dat de sociaal-democratie van deze laatste tyrannic geheel vrij gebleven is, zullen wij niet bewe ren; maar deze broedertwist kan haar op- De correspondent der „Times" in Marok ko, dc heer Harris, dio uit Fez vluchtte en zich thans te Tangcr bevindt, geeft do vol- geldc beschrijving van de stad Fez: ,,Ecn lange lijn van grauwe wallen, hier en daar door een gccreneleerden toren on derbroken en waarboven de witto muron van het paleis des Sultans en enkele minaretten uitsteken ziedaar het eerste schouwspel, dat Fez aanbiedt voor den reiziger, die de hoofdstad lang den grooten karavanenweg nadert. Die weg heeft weinig aantrekkelijks, want zij leidt over een hoogvlakte, tusschen contonige, door niets afgewisselde vlakke korenvelden. Ten noorden worden die vel den begrensd door naakte heuvelen, en ten zuiden op grooter afstand nog, door een rotsachtig gebergte. De stad Fez, of Fas, gelijk de Marokkanen zeggen heeft haar naam aan een legende te danken. Verteld wordt, dat toen Moelai Idrahi de groote heilige, op de plaats waar later Fee zou staan, de eerste kluit aarde nieuw Ieeren, dat volkomen eenstemmigheid in alle opzichten met de vrijheid van gedach te onvereenigbaar is. En bij deze les zal hot niet blijven 1 Kenschetsend is met het oog daarop dc volgende zinsnede in het laatste stuk van den heer Fortuyn: „Wij, gewone leden der partij, die niet zoo in do hoogc politiek thuis zijn als odzc Ka merleden, mogen toch wel „met de noodige bescheidenheid opmerken, dat wij het kies recht toch niet hebben to omgeven met den aureool van het patriotismeronduit hebben wij het gezegd en moeten het blijven zeggen: ubi bene ibi patri a: waar het goed is, daar, dus overal, is ons vaderland." ,,'t Is volkomen juist," zegt de Arn- hemsche Courant „hierin ligt het groote gevaar voor de eenheid, waarop de sociaal democraten vaak zoo prat gaan. Zoolang zij uitsluitend oppositie waren tegen Staat en maatschappij, was het gemakkelijk door het machtwoord dc leiders de eenheid te bewa ren, omdat ook deze laatsten utopisten cn Principienreiter konden zijn; maar nu zij door hun Kamerlidmaatschap, ter wille van hun beginselen, telkens genoodzaakt worden ook met de practijk rekening te houden, niet alleen meer in de negatie kracht kunnen vinden het verwijt van mr. Troclstra, den 20sten December tot. den heer Van der Zwaag gericht, dat hij niet als vertegen woordiger eener partij, maar slechts „fei telijk voor zichzelf" in de Kamer zit, is in dit opzicht teekenend 1 nu moet er onver mijdelijk zich verschil van inzicht openbaren tusschen de Kamerleden en de theoretici der sociaal-democratische partij, uiteraard steeds méér naarmate het aantal der so ciaal-democratische afgevaardigden en daar mede hun verantwoordelijkheidsgevoel toe neemt. 't Kan niet anders of deze op zichzelf ge lukkige noodzakelijkheid moet de sociaal democraten op den duur tot bescheidenheid 6temmen, in welke deugd zij, zonder cenig gevaar voor overdrijving, in 1903 nog veilig groot© vorderingen zouden kunnen maken." Desiderata. Het Utrccli tsch Bag- blud geeft, er een lijstje van. I. Een Minister heeft de handen vol met den dagelijkschen bestuursarbeid. En ondertusschen moeten toch ook nog nieuwe wetsontwerpen worden voorbereid, overwogen, bestudeerd! Wij staan voor den eisch, dat velerlei wet telijke regeling worde gemaakt om in do verordening van onze zich steeds meer dif- ferentiecrende maatschappij te voorzien. Er moet, en de fout is, dat dit tot dus ver niet geschiedde, nevens de administra tieve taak eener Regeering organisch op haar legislatieve taak worden gerekend. Eerste desideratum zou dus moeten zijn: organisatie van do voorbereiding van don wet-gevenden arbeid. Dit probleem was door Napoleon opgelost. Bij hem was do Staatsraad wetgevend, het Ministerie besturend lichaam; do Conseil d'Etat zijn „idéé en considération", het Mi nisterie zijn „idee en oxécution". Do rol van Napoleon's Conseil d'Etat aan onzen Raad van State te geven, zou to on zent wellicht niet zoo gemakkehjk zijn, om dat helaas in onzen constitutioneolen staats vorm het zwaartepunt niet zóózeer in de mo narchie ligt, als wel wensehelijk ware. Mis schien zou evenwel aan de instelling van een Minister-president het beginsel eener rege ling als wij bedoelen, zijn vast te knoopen. Tot uitwerking van een vast omschro/en plan in deze is het nog niet de tijd. Maar principieel mag als eerste ciscih do wensch geformuleerd naar een zoodanige Rcgco- Fez, de hoofdstad van Marokko. omwerkte, hij uitriep„Hier leg ik mijn hak neder. Fas nu is een Arabisch woord dat „hak" een soort houweel, beteekont. Een andere heilige stad, Kairocan, bezit een bij na gelijkluidende legende. De voornaamste poort van Fez, do Porta Sogma, is ccn groote stad als Fez niet waar dig want zij bestaat enkel uit een gewelf, in den muur aangebracht; en dat gewelf heeft niets grootsch of decoratiefs. Ie men eenmaal de poort door, dan komt men in ccn straat, waar in kleine winkel tjes rozijnen, vijgen, noten en kruideniers waren zijn uitgestald. Na deze straat een korte poos te zijn gevolgd, komt men, wan neer men plotseling naar links afslaat, voor een der buitenste pleinen van liet palcis. Dit plein is langwerpig on door hooge muren omgeven, waardoor twee grooto poorten toe- g&ng verschaffen. Rechts ziet men den gevel en den ingang van het tuighuis, een wan staltig product van slechte Europeesche en Oo6terscho bouwkunst. ringsorganisatie, dat administratieve en le gislatieve arbeid worden gescheiden. Do ge gevens der administratie behooren voor de legislatie beschikbaar te zijn en te blijven, maar do legislatie mag niet meer vertraagd door het administratieve werk. II. Naast dit eerste desideratum behoort onmiddellijk: verbetering van de werkwijze der Tweede Kamer. Dat onze omslachtige wijze van schrifte lijke voorbereiding verbetering behoeft, die tal van hoogmogende anonymi kolommen met niet altijd gewichtige, niet altijd diep zinnige en niet altijd nieuwe opmerkingen doet vullen, dat beaamt iedereen. Zou dan geen weg zijn to vinden, als de goede wil zoo algemeen is? Wat zou men denken van een vaste com missie, in verhouding tot de sterkte der par tijen samengesteld? Do twee desiderata, die de levenswijze zelf van ons staatsorganisme betreffen, moe ten vooropstaan. Misschien raag men er bijvoegen: toeken ning van het recht van amendement aan de Eerste Kamer, III. Wenschen van practischen aard. Onder dit hoofd noemt het Utrechtsch Bagblad o. in. de eenheid van tijd. Is er, vraagt het blad, iets belachelijkers, kruimeligers en kleinzicligcrs denkbaar, dan ons voortdurend sukkelen en peuteren met onzen tweeërlei tijd En met ingenomenheid maakt het melding van de rede van den heer Drucker bij do algemeen© beschouwingen over de Staatsbegrooting. Voorts wijst het Utrechtsch Bagblad nog op twee belangrijke onderwerpen Nevens eenheid van tijd wenschen wij Staatsexploitatie van spoorwegen, desnoods als overgangstoestand: exploitatie door één maatschappij. Niemand zal beweren, dat het systeem van concentratie en concurrentie goedo vruchten afwierp. Dagelijks en. overal worden do booze ge volgen van deze te kwader ure ondernomen poging om het tegenstrijdige te binden on dervonden. Deze toestand mag dus zekerlijk niet zoo blijven. Maar ook principieel behoort een zoo go- wichtig orgaan van ons maatschappelijk le ven als het verkeer, dezer fijnvertaktc bloeds omloop onzer natie, in handen te zijn van de Overheid Het is een openbaar belang geworden, dat hier wordt gediend. En mocht het, ten bate van heb algemeen geleid, toch nog ovenals in Pruisen een bat© afwerpen: do Minister van Financiën zou haar stellig niet wijzen van de hand. Eindelijk dreigt ccn beklemming meer cn meer hulp t© eischen, dio don burger hier en daar ook buiten het Staatsterrein benauwt: de bedenkelijke financicelo toestand van me nige, vooral grooter© gemeente. Het wordt nieer cn meer twijfelachtig of de uit-keering, door minister Sprcnger van Eyk bedacht, voldoende elasticiteit bezit. De uitgavo en het getal der niet-botalende ingezetenen groeien aan, de inkomsten stij gen niet in gelijko mate. Men zal niet kimnen blijven zeggen: „De wet-Sprcngcr van Eyk werkt nog pas vier jaar, men kan er nog niet over oordcelen." Dit onderwerp blijft urgent, met een aan drang, die misschien gaat voor eiken ande ren. En zoo neemt-, besluit het blad, ook dit een belangrijke plaats in op de lijst onzer desiderata. Rechl voor zich uit ziet men do „Leeuwen poort", een schoon monument in nieuwcr- wetschen Marokkaanschen stijl opgetrokken cn waarvan do al te opzichtigo kleuren lang zamerhand wed gedekter worden. Het is on der dit zware gewelf, dat een van de menig vuldige gouverneurs van Fez recht 6preekt. Aan do andere zijde dier poort bevindt zich een ander publiek plein, waarop de bui tendeuren van het paleis des Sultans uitko men vóór de deuren staan schildwachten, dio men vaker in diepe rust, dan in wakenden toestand aantreft. Van dit tweede plein gaan de wegen op, die respectievelijk naar de „oude" en de „nieuwe" stad voeren. Deze laatst© vormt do bovenstad, die een meer modern karakter draagt en het paleis en de jodenwijk bevat. D© oud© stad is het vooral, die de aan dacht trekt; die stad wemelt van oudo mos keeën en bazaars, en in de nauwe geheimzin nige straten verdringt zich een bont© menig te van yrccmdo en onbekende rassen. Mijnheer de liedacteur Ik ben pandjeshuishouder en de broer van den tapper. Door het gosohryf van den heer D. M. voel ik my verphcht, in deze zaak ook een woordje mee to sproken, en het voor myn broer op te nemen. Mynheer, ik verklaar u op myn woord van pandjeshuishouder, dat myn broer tapper Is, en zyn vak verstaat. De heer D. M. vindt het bespottelijk (een minder scherp woord had by onze gedachten- wisseling meer op zyn plaats geweest) een stukje te schrijven over het nut van don pandjeshuishouder; hy noemt my zelfs een noodzakelijk kwaad, In het leven geroepen door de armoede; zou het echtor, mot allen eerbied voor u en myn broer gesproken, niet meer een noodzakelijk kwaad, wezen de tapper te zjjn, die mij het aanzijn gegeven heeft? Dat myn broer zyn vak verstaat, biykt duideiyk uit zyn groot debiet, zonder hain en mossolen, en zet de heer D. M. minder om, dan blijkt daaruit dus even duideiyk, dat hy zjjn vak niet zoo goed verstaat als myn broer, en als man van zaken ook ik ben e.'da 10 jaren In de affaire weet ik dat maar al te goed. Zaken zonder verstandis schade voor de hand en voorat in het tappersyak is kennis van zaken noodig. Sedert ik naast de tapperij (met veel succes) mijn affaire geopend heb, heelt de huisbaar mijn broer een daalder opgeslagen; wol 0(_ bewijs, dat niet alleen de heer D. M. en collega's zich bewust zyn van bet bolang, datdokro'g by het pandjeshuis heeft. Om een tweede bewys te leveren, hoe innig tapper on pandjeshuishouder aan elkander ver bonden zyn, ontleen ik het volgende ian het hoofdorgaan van den „Algemeenen Nedor- landschon Bond voor houders van Huizen van Verkoop met het recht van "Wederinkoop", waarin onzo Deensche correspondent ons in het nummer van 27 November meldt: „Door de vervanging van de jenever door den bekenden volksdrank sleepen onze collega's in dit land, een kwijnend bestaan voort, en zal dezo nuttige stand, r.ooals nu reeds tappers en slijters, spoedig tot het verledone behoorei. Wat betreft de gepersonifieerdo onschuld onder den appelboom, dranknoodwetjes en styging van de jenevermarkt, heb ik ge verstand, daar geeft de lombard geen geld op. U, MUnheer de Redacteur, dankzeggend voor do verleende plaatsruimte, in uw geëerd blad, toeken ik Hoogachtend Uw dw. dnr. Een solide en goedkoope Pandjeshuishouder* Volgens ©en Engelsch kappers» orgaan Hair-dressers Weekly Journal"* had oen dame onlangs een prijs gewonnen, i met haar hoofdhaar, dat 0 voafc lang was. Zekere lieer Craigie t© Porbh heeft thans het record d©t langharighedd geslagen, mot een baard van 7 voet, 2 1/2 duim. Een heer to Illanduno kon enkel eon pre mie halen met een stoppelbaardje van mot) moor dan 4 voet 2 duim. Do heer Craigie moet op een tafel gaaui staan, als hij zdjn board wil uitkammen. To Karden, aan de Moezol, ont dekte de Duitsche politie dezer dagen twee eoldaton in Fransohe uniform, die daar ia de herbergen muziek maakten ea druk geld ophaalden. Zij konden hun identiteit niet bowijzon en werden daarom voor het kan tongerecht te Kochem gebracht-, waar hot volgond© bleek. Do beide rondreizend© muzi kanten waren krankzinnigen, die in den nacht van Eersten op Tweeden Kerstdag uit het gesticht t© Frankfort a. d. Main gevlucht waren. In het bezit van voldoende geldmiddelen reisden zij per spoor over Koblontz, Trier en Luxemburg naar Long- wy, lieten zich daar voor het vreemdelin gen-legioen aanwenen ©n weiden dadelijk in uniform gestoken. Zij vluchtten echter e enige dagen gel oden opnieuw en doken nu t© Karden, op Duitsoh gebied, weer op. Daar zijn zo thans door ambtenaren van bet Frankforteoh© krankzinnigen gesticht af ge- haald. De Nobel-prijzen. Omtrent dej grootte der Nobelprijzen deelt hot „Borl. Tageblatt" eenigo bijzonderheden mede. In •liet vorig jaar, toen zij voor het eerst wer- den toegewezen, bedroeg elk der 5 prijzen 160,782 kronen cn 23 oore (ongeveer f 101,600) Men beweerde toen dat het be-; drag der volgende zou stijgen. Integendeel zijn zij op' do tweede verdeoling ongeveer 1 mot 10,000 kronen gedaald, D© reden ligt vooral hierin, dat voor het bouwfonds der stichting 37,000 kronen in beslag werden genomen. Bovendien heeft do stichting, nu de zetel in haar gebouw t© Stockholm is overgebracht, meer belasting to betalen. Wel heeft het bestuur gemeend vrij van belas ting te zijn, omdat de ctiohting tot dc vrij- i gestolde wetenschappelijke vereenigingen' behoort, maar de commissic vnn aanslag heeft anders beslist en is in hoogor beroep door de regecring in het gelijk gesteld. De staatska© trekt dus een aardig voordeel uit de stichting en bovendien moet elk dor be kroonden over een jaar inkomstenbelasting betalen. De korten van beheer hebben ia' het vorig jaar 236,111 kronen bedragen. Te Marseïho werd dezer dagen., een echtscbeidingszaak behandeld. De voogdy over een 13-jarig meisje was den vader toe-, gewezen, en deze zou het kind dat steeds by de moeder was geweest medenemen.j Het meisje weigerde echter don vader t©| volgen, en toen de rechter bleef aandringen, wierp zy zich voorover ln den brandenden( haard, roepende: „Ik gooi me liever in het vuur, dan dat ik met vader meega 1" De rechter en de griffier snelden toe en redden het meisje, dat vry ernstige brand wonden aan gelaat en handen had bekomen.' Intusschen had de vader zich op zyn gescheiden vrouw geworpen en sloeg op baar los met een stoel, terwyi de gendarmes, die haar te hulp kwamen, ook hun deel van de slagen kregen.' De zaak eindigde hiermede, dat de vader In verzekerde bewaring werd genomen, terwijl zyn dochtertje naar het hospitaal werd gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 6