Uitvaart prof. dr. T. Zaaijer.
Oudervreugde.
FEUILLETON.
Peggy.
Grauw was de lucht en koud en guur de
eerste KorBtmorgen. Toch "waron er vele per
sonen op de begraafplaats aan de Groeneateeg.
Al zwiepte de wind de naakte boomsn, wie
den hoogvereerden hoogleeraar Zaaier hadden
gokond, dicht by of van verre, zy lieten zich
niet weerhouden door guron storm en grauwe
lucht om betn mede de laatste eer te bewyzen.
Te niim twaalf uren vertrok de droeve
etoet van het sterfhuis aan het Rapenburg.
Zeven volgkoetsen reden achtor de lijkkoets,
die byna geheel bedekt w&s onder bloemstuk
ken en kransen.
Langs den weg, dien de stoet v< stonden
menschen van eiken stand, een Jaatston wee
moedigen groet brengend aan den man, die
zoo spoedig heeDging.
Op de begraafplaats gekomen werden de
kransen en bloemstukken gedragen naar het
graf, niet minder dan 15, waaronder een van
het Collegium van het Leidsche Studenten-
korps en een van zyn leerlingen en oud
leerlingen.
Vele hoogleeraren, medici en studenten, de
waarnemende burgemeester, de heer H. C.
Juta, en onderscheidene raadsleden stonden
met de familieleden om de groeve.
Aan het graf werd het eerst het woord
gevoerd door den preases van de medische
faculteit, prof. dr. W. Elnthoven, die onder
ademlooze stilte het volgende sprak.
„Alweder is een der onzen heengegaan.
Weder heeft de dood met onverbiddeiyke
strengheid een menschenleven geöischt, en
daarmede ons allen, die den veel beminden
afgestorvene betreuren, pyn gedaan.
Diepe weemoed ia hot, dio ons vervult, nu
wy staan aan de geopende groeve van onzen
Zaayor. Onverwacht en plotseling is hy heen
gegaan, terwyi wy nog meenden, dat vele
jaren levens hem waren toegedacht; dat hy
eerst nog zou mogen arbeiden, en dan genieten
van eon lange, welverdiende rust, zooals die
ook aan zyn ouders en grootouders geschonken
is geweest.
Hy heeft een werkzaam leven geloid. Immers
was hy een sieraad van den Leidschen senaat,
een vraagbaak in de faculteit der geneeskunde,
een zeer gewaardeerd lid van den gemeente
raad, een nauwgezet curator van het Leidsche
gymnasium, een geleerde van naam en 't aller
meest nog een geliefd, oen op de handen
gedragen leermeester.
In de faculteit der geneeskunde werd Zaayer
als senior steeds het eerste gehoord en aan
zyn advies werd groot gewicht gehecht. Had
iemand iets byzonders voor te stellen, dan
ging hy gewooniyk eerst naar Zaayer toe,
om diens meening en diens raad in te win
nen, en weinig werd er in de faculteits
vergadering ter tafel gebracht, waarvan Zaayer
niet te voren reeds volkomen was ingelicht
In het laboratorium en in de collegezaal
toonde hy zich in zyn volle kracht. Hy be-
heerschte by elko voordracht zyn onderwerp
in alle fijnste byzonderhedeD, terwyi hy
bovendien In hooge mate de gave van het
woord bezat. Roeds de eerste colleges, die
hy op 28-jarigen ieeftyd gaf, muntten door
helderheid uit en boeiden zoowel door den
vorm als den-inhoud.
Yoor zyn studenten koesterde hy een
warme belangstelling. Hy kende zo alle
persooniyk. In latere jaren was er 'menig
student, wiens vader ook reeds Zaayer 's
leerling was geweest. Hy kende hun ge
schiedenis en de omstandigheden, waaronder
zy verkeerden. Hy gaf hun menigmaal goeden
raad en was voor velen behalve een leermeester
eek een vaderiyke vriend.
Een vaderiyke vriend was hy ook voor
zyn jongere colloga's. En ik wil het zoo
gaarne uitspreken, dat ik dat persooniyk in
hooge mate heb ondervonden; dat gevoelens
van groote, innige dankbaarheid jegens hem
my bezielen, en dat lk het voorrecht ten
zeerste waardeer, vele jaren met hom samen
te hebben mogen leven en werken.
Zyn goheole persooniykheid boezemde
sympathie en vertrouwen in en talryk zyn
degenen, die om zyn raad en hulp kwamen
vragen. Zy kwamen nooit tevergeefs en ik
twyfel daarom niet, of de schare is groot,
die met my de gevoelens van oprechte
erkenteiykheid jegens Zaayer deelt.
Alom werd hy gewaardeerd; by allen zal
zyn verscheiden diep worden gevoeld. Maar
't meest zal hy worden gemist in zyn gezin,
dat hem zoo innig dierbaar was, en dat hem
•teeds met zooveel liefde omringde.
In 't byzonder wordt zyn gade zwaar be
proefd, die met haar man het geluk van haar
leven van zich ziet weggerukt. Zy richt het
oog thans op haar kinderenGy, Jan, zyt
nu de steun voor uw moeder. Ook gy hebt
veel, zeer veel in uw vader verloren, maar
gy moogt met dankbaarheid bedenken, dat
hy u een voortreffeiyk voorbeeld heeft gegeven,
dat als onuitwiechbaar in uw geest is gegrift,
en dat gy «leohts behoeft na te volgen, om
reeds daardoor naar een ideaal doel te streven.
Hoe zwaar de slag ons ook moge hebben
getroffen, het past ons, met gelatenheid te
dragen, wat niet kan worden veranderd. Wy
spreken in den geest van Zaayer, wanneer
wy zeggen, dat wy 't hoofd niet laten hangen,
dat wy allen met kracht de ons opgelegde
taak wenschen te biyven voortzotten, totdat
eenmaal ook onze ure zal slaan.
Zaayer mogo rusten In vrede: Hy ruste
zacht 1"
Hierop trad Mr. B. M. Vlielander Hein,
lid der Eerste Kamer, naar voren om als
een zyner oudste vrienden een kort woord
te spreken. Wy staan hier en zjjn bedroefd
maar tevens dankbaar. Bedroefd z\jn wy om
zyn .heengaan zoo plotseling en onverwacht,
doch dankbaar voor het groote voorrecht een
halve eeuw te hebben mogen deelen in zune
oprecht* vriendschap. En dat zogt voor een
man van groote gaven van geest en karakter
zooala hy.
Hoewel eenvoudig als eeD kind, ging er
van hem een zeldzame bekoring uit, waarvan
ieder onder don indruk kwam, Mie mot hem
omging.
Altyd was hy beroid goeden raad te geven
en in de fluweelen hand droeg hy den fakkel
der vermaning.
Wat hy reeds als student was, dat 1b hy
gebleken tot aan zyn dood: een vol man.
Doch spr. wilde geen loftuitingen doen hooren
hy dit graf. Zaayer was daar wars van; spr.
zou daarmede haudelen in stryd met diens
geest. Één is er nóg meer bedroefd en nóg
moer dankbaar dan wy, zoide spreker, 't Is
zyn lieve vrouw. Uit haar naam wilde hy
hier den echtgenoot nog brongen een laatste»,
hartgrondigen groet. Wat hy voor zyn echt
genoot© was, kan spr. niet in woorden brengen.
Één diDg kan hy zeggen: gy hadt zyn hart,
dochter van Scholten. En gy hebt hem daar
voor bezorgd levens- en huweiyksgelnk; het
ideaal reeds van hem toon hy student was.
Zyn oude studentenkamer spr. herinnerde
daar even aan hebt gy overgebracht in
zyn huis.
Daarvoor bracht hy haar van deze plaats
een Btille hulde. Moge de gedachte aan dat
volmaakt huwelyksgeluk haar een troost zyn
in deze diepe smart.
Spr. eindigde met zyn ouden trouwen vriend
een „rust zacht" toe te roepeq.
Daarop daalde de kistdanggaamiu de groeve,
bloemen werden er op gestrooid, terwijl
eindeiyk dé zoon van den ovorledene, de heer
J. Zaayer, mede namens zyn moeder en
zusters, bedankto voor de laatste eer aan zyn
goeden, onvergeteiyken vader bewezen.
Oe toestand in Venezuela.
Do formeele voorstellen van Groot-Britanniê
en Duit8chland, dat president Roosevelt als
scheidsrechter moge optreden, zyn te Wash
ington ontvaDgen. Zy zyn in zulke bewoor
dingen gekleed, dat de president zo zonder
bezwaar kan aannemen of weigeren.
De „N.-Y. Times" schryft weer togen het
optreden van Roosevelt als arbiter en ver
klaart, dat het aannemen er van de eerste
stap zou zyn in een richting, die de Ver-
eenigde Staten niet kunnen volgen zonder
gevaar en niet kunnen opgeven zonder zich
in discrediet te brengen. Het blad betoogt
dat, als de beslissing uitviel ten nadeele van
Yenozuela, zulks aan de verbonden mogend
heden de volkomen vrye hand zou geven om
do beslissing met gewold door te dryven.
Het blad wil niets hooren van het opge
worpen denkbeeld, dat de Voreenigde Staten
het eiland Margarita zullen koopen om Vene
zuela to voorzien van geld, ten einde daar
mede da geöischte schadoveryoedingon te
betalen. Het blad verwerpt zulks als schadeiyk
voor vele Amerikanen, en omdat het waar-
schyniyk Duitschland nog scherper gekant zou
maken tegen de Monroe leer. De „Times"
raadt Roosevelt aan, de sterker Anglo-Duitsche
pressie te beantwoorden met nog sterker aan
te dringen op het brengen van het geschil
voor het Haagsche scheidsgerecht.
De NederJandsclie stoomboot „Prins Wil
lem II" (van Nieuw York naar Amsterdam via
West Indié) is te La Guayra aangekomen en
ondorgiog de gewone formaliteiten. De carga
door weigerde aan de autoritoiton havengeld
to betalen. De boot is naar Trinidad vertrok
ken zonder gemeenschap te hebben gehad
met den wal.
Verder zyn nog ontvangen de volgende
telegrammen
La Guayra, 24 Doe.: De Britsche kruiser
„Tribune" heeft een Yenezuelaansche schoener
en een sloep genomen.
Caracas, 24 Dec.: De eenige mail die
hier aan land is gebracht sedert de blokkade
is afgekondigd, kwam por Nederlandsche mail
boot, die heaen te La Guayra aankwam.
Caracas, 25 Dec.: De Venozuelaausche
regeoring stemt toe do punten van het geschil
mot Duitschland en Engeland te verwyzen
naar het Haagsche Hof voor arbitrage, op
voorwaarde dat de blokkade zal worden opge
heven en Venezuela zyn vloot terug ontvangt.
Parys, 25 Dec.: Do heer Destournelles de
Constant, dio Frankryk vertegenwoordigde op
do vredesconferentie te 's Gravenhage, heeft
den mini&ter van buitonlandsche zaken doen
weten dat hy hem zal intorpelleeren over de
schonding van -arLikol 27 van de Haagsche
conventie in het geschil met Venezuela.
Washington, 26 Dec.: In de op 28 dezer
ovorhandigde nota's verklaren de Britsche en
Duilsche regeeringen zich bereid het geschil
mot Venezuela, voor het geval president
Roosevelt niet als arbiter wenscht op te treden,
onder zeker voorbehoud voor te loggen aan
het Hof van Arbitrage te 's-Gravenhage.
Ook Italiö heeft zich daartoe bereid ver
klaard. r
Washington, 26 Dcc.: Het ministerie
is op hot oogonblik byeen om te beraadslagen
over de Venezuejaansche quaesiio. Yan do
in de zaak betrokken Europeesche mogend
heden en ook van Venezuela zyn nota's ont
vangen, waarin wördt goodgekourd dut de
zaak zal worden onderworpen aan het oordeel
van het Haagscho Hof van Arbitrage.
Staatssecretaris Hay stelt een nota op
waarin de regeering dor Vereeniguo Staten
met dezon gang van zaken van harte instemt.
Men is het er algemeen over eens dat de
Montoo leer niot betrokken zal worden in de
arbitrage.
Later Tel.: President Roosevelt zul niet
als scheidsrechter optreden de gehoele zaak
zal gebracht worden voor het Hof van Arbi
trage. Zoo stond" de zaak, toen de minister
raad van heden gesloten word.
Washington, 26 Dec.Er worden
thans voorbesprekingen gehouden over het
protocol der voorwaarden voor de arbitrage.
Mon gelooft dat dit protoool zal behelzen de
toezegging, dat na toestemming door Venezuela
in zekere voorwaarden, do blokkade zal wor
den opgeheven.
HECLAHE3,
k 40 Cents per régel.
Onder do vele berichten van genezingen
die dagelijks tot ons kwamen, bevonden zich
ook verscheidene uit do stad Arnhem, die
ons door den heer Linnewiel drogist in de
Janstraat waren medogedecld. Ze hier alle te
vermelden, zou tot het onmogelijke behooron.
Genoemde heer gaf de noodige aanwijzingen
omtrent de treffendste gevallen en van per
sonen die nogal bekend zijn. Zoo bekwam
o a. onze verslaggever het adres van den
heer J. F. Fiet, Coiffeur, spoorwegstraat
No. 16. Onze verslaggever begaf zich naar
dis adres en werd door de echtgenoot© van
den heer Fiet ontvangen. Al dadelijk begreep
If. Ed. na eenige uitlegging het doel van zijn
bc/oek, want haar moederlijks dankbaarheid
was zoodanig dat zij hot voorgevallene met
haar geliefd kind ons ook reeds per brief
had medegedeeld. In afwachting dat haar
man met eenige klanten gereed zou zijn, be
gon zij de ongerustheden te vertellen die do
ziekte van haar kind haar bezorgd had.
Gedurende 3 jaren, zoo ving zij aan, vermin
derde ons zoontje van dag tot dag, had hoe
genaamd geen eetlust meer en het weinige
voedsel dat hij nog gebruikte, werd door hem
T
Jongeheer l'IET, volgens portret.
slecht verteerd; des nachts sliep hij onrus
tig werd van dag tot dag bicoker en eon alge-
meone zwakte maakte zich van ons dierbaar
kind moester. Onze wanhoop steeg ten top,
wo lieten niets na om in zijn toestand eenige
verbetering te brengen doch al ouzo pogin
gen waren en bleven vergeefs. Toevalliger
wijze lazen wij dc ongehoopte genezing van
een jong meisje in oen dor dagbladen te
's-Gravenhage; dat volgens het afgeyen at
test in denzelfden toestand moest verkeerd
hebben als ons zoontje en dat thans door
liet gebruik der Pink-Pillcn geheel en al ge
nezen was. Hierop kwam haar man binnen
die hot bovenstaande nogmaals aan onzen
verslaggever herhaalde. Wij konden niet na
laten, zoo ving hij aan toch ook eens con
proef er mede te nemen en werkelijk het ge
luk dat de ouders van dat jonge meisje
mochten smaken, werd ook ons deel, want
ons geliefd kind is thans van ecu wissen
dood gered. Breng onzen besten dank bij Uw
De onder Duttsche bloklcade liggende Venezueiaansehe havenstad Puato-GabeKo.
terugkomst te Parijs aan den uitvinder van
ciat heilzaam middel over, ik ben hier ter
stede zeer bekend en zal uiet nalaten in ho*
belang der lijdende menschkeid de Pinkpil-
leu ten allen tijde aan to bevelen. Ik hou4
mij steeds bereid om aan allen, die zich tot
mij zullen wenden de noodige en op waaiheid
gegronde inlichtingen te verstrekken.
Prys f 1.76 de doos; ƒ9.— per 6 doozen.
Verkrijgbaar by J. H. I. Snabilié, Steiger 27f
Rotterdam, hoofddepothouder voor Nodorland,
en in de apotheken.
Franco toezonding tegen postwissel.
Ook echt verkrijgbaar voor Leiden en Om
streken by Rryst Krak, Drogisten, Beos-
tenmarkt Wyk 5 No. -11, en j. H. Dijkhuis,
Drogist, Hoogstraat No. 5. 12884 88
Blokkade van Venezuelaanscbe havens.
Blijkens van do Britsche regeering ont
vangen mededceling zijn door haar de ha
vens van La Guayra, Carenero, Quant-a,
Cumana, Cn.ru pano en de monden van den,
Orinoco in de Vcreenigdo Staton van Veno-
zuela in staat van blokkade verklaard.
Deze blokkade is mot ingang van 30 De
cember 1902 ton uitvoer gelegd.
Aan vaartuigen vóór boven genoemden da
tum vertrokken uit havens in West-Iadic en
op do Oostkust van Amerika wordt een uit
stel verleend, tc weten: van 10 dagen aan
stoomschepen en 20 dagen aan zcilBchepen;
aan vaartuigen uit allo overigo havens ver
trokken van 20 dagen aan stoomschepen en
veertig dagen aan zeilschepen.
Aan vaartuigen, zich op bovengemeld tijd
stip bevindende in do thans geblokkeerde ha-
vons, wordt een uitstel van 15 dagen ver
leend.
Vaartuigen die do blokkade trachten te
verbroken, zullen blootgesteld rijn aan allo
maatregelen welke overeenkomstig het vol
kenrecht en do verdragen met neutrale mo
gendheden geoorloofd rijn.
Behalvo dezo kennisgeving, bevat d© „St.-
Ofc." een dergelijke van de Duiteche regeo
ring betreffende de blokkade der havens va*
Puerto Cabollo en Maracoibo.
Kerkelijke Donebton,
Lolden: Geref. Kerk Heerengracht. Zondag
voormiddag te tien uren on namiddag to vyf
uren, de heer H. Haspors, cand. van de Thee!,}
School to Kampon.
Oudejaarsavond te zes uren, ds. Holster.
Nieuwjaarsdag voormiddag te tien uren»
dezelfdo.
Wussenuar. Oudergewoonte had „bakker"
H. zyn paard en wagen aan de Ruygolaan
evon onbeheerd golaton om daar eon klan?
te bedienen. Hot praatje over het weer duurdei
wat lang of do aangeboden kop koffie ve,M
oischte den noodigen tyd oin te bekoelen, hoi"
het zy, de baas bleof wat langer wog dan
gewooniyk en toen hy terugkwam, w.iroa!
paard on wagen verdwenen. De baas snolti
naar het dorp in do meening, dat hot boost'
misschien naar huis is gogaaneon
paardegowoonto. Thuis zou hy vernomen, dat
or paard noch wagon gezien wa«. Algemeen*,
constornatlo. Aller lol vermoedens begonnen Le^
ryzen en men mompeldo zelfs van „diefstal".'
Hot zou ook niot to verwonderen zy», want
oen paard.... en een wagon mot versch
brood en dat midden In dsn winter
het is al to verloidelyk. Hot einde van'dol
„nasporingen" en van de hlstorlo is, dat paard
en wagen-gevonden werden op liet erf van)
een volgenden klant, waar het beestje zich
sinds Jang to goed deed aan bet hooi van)
den hooiberg.
Om niot al te gauw gestoord to worden,,
was do sllmmord aan den achterkant gaau
staan.
Wuubrugge. Als diaken der Ned.-Herv,
Kerk (vacature de lieer C. Jonker) is gekozen
do heer U. Oudshoorn, in de plaats van dot»
heer P. de Kwaustoniet, die voor zyn benoo-
ming bodankt had.
Naby dezo gomoouto ia in de Woudwate-
t i,ir' naby den Vrouwgeestmoleu, gozonkon!
-j schip, boladon mut aardappelen ton ge-;
volgo aanvaring met ecu molor. Geen por-,'
sooniyke ongelukkon kwamen voor.
Aan do loorJmgon der Zondagsschool ia'
mot Kerstmis eon foestjo bereid, dank zy d«n[
goeden zorgen van eon aantal kindervrienden.;
Behalve oen gulle traktatie naar ouder go-'
woonle, ontviüg elk dor kinderen nog boven-]
dien oen prentenboek als anderszins.
26)
„Ik ben heel biy, dat mevrouw Catchpool
tich voor je interesseert; als gy je aan haar
houdt, zult gy genoegen hebben. Zy zal je
ook af en toe met haar rytuig afhalen, want
inet een rypaard en twee polo pony's kan ik
geen rytuig houden. Hadfleld leent my wel
dikwyls het zyn©, maar natuuriyk heeft hy
dat nu en dan zelf noodig; hier z(jn wy by
no. zeventig."
Den volgenden dag kwam de vrouw van
den overste, eon tengere, voornaam uitziende
dame, met smaak vollen eenvoud gekleed.
Peggy ontving de vfouw, die haar Charlie
voor een zwart schaap hield, styf en vormeiyk,
wat echter welwillend als schuchterheid werd
aangenomen. Maar hoe harteiyker mevrouw
Valiancy de jonge vrouw te gemoet kwam,
dos te duideiyker werd haar afwerende
houding.
,Het zou my zeer veel genoegen doen, als
8Ü en uw man Dinsdag by ons wildet komen
dineeren", zeide zy eindelyk, het bezoek
afkortend, wyl een gesprek niet vlotten wilde,
„Zeer vriendeiyk, ik zal het myn man
zoggon."
„Ik hoop, dat hy geen verhindering heeftI
Maar, daar schiet my iets te binnen,"
mevrouw Valiancy stond op, om te gaan
uw geboorteplaats is in de buurt van Brid-
geford?"
„Ja, te Nieder Barton."
„Dan zyn wy immers landslui! Myn broeder
Wwooni riot Tratton."
„Tratton?" herhaalde Peggy blozend. „Dat
eens aan een Eduard den Beiyder heeft toe
behoord?"
„Ja; kent u slot en park?"
„Ik ben daar eenmaal geweest, ter gelegen
heid van een schoolfeest. Het was het mooiste,
dat ik ooit heb gezien 1"
„Het doet my genoegen, dat het u beviel.
Op slot Tratton ben ik geboren. Tot weer
ziens aanstaanden Dinsdag 1"
Peggy was zoo ontzet door het feit, datzy
een dochter uit den huize Barton voor
Nieder-Barton gelykstaand met Windsor
slecht had behandeld, dat zy niet in staat
was, om haar kamenier te bellen en mevouw
Valiancy alleen het huis moest zien uit te
komen. Mevrouw Hesketh en mevrouw Tim-
mins kwamen samen, doch troffen Peggy niet
aan; de ongehuwde regimentskameraden ver
schenen by tweeön en drieön eD vele getrouwde
dames van andere regimenten gaven ook haar
visitekaartjes in de Bourkestraat No. 70, by
de mooiste vrouw van Dublin, af.
Peggy was vlug van begrip en bezat veel
opmerkingsgave. Zy bemerkte spoedig, dat
andere salons er anders uitzagen dan het
hare, dat haar coiffure ouderwetsch was en
haar woordenschat aanvulling noodig had,
zoodat zy zich in alleryi uitdrukkingen als:
„snoézig, ellendig, chic, afschuweiyk", enz.
aanwende. Zy moest Immers alles doen, om
haar man tevreden te stellen, en hy sloeg
haar pogingen met vrooiyke voldoening gade.
Haar eerste optreden in de uitgaande wereld
was een tameiyk moeiiyk werk. Toen mevrouw
Catohpool te harer eere een diner gaf, ver
scheen Peggy in witte zyde, met Charlie's
parelensnoer en door den eersten kapper ge.
kapt Zy zag er aüerbekooriykst uit, maar
was vreeseiyk verlegen; slechts het tien vaa
haar man in een onberispelijk gezelschaps
toilet schraagde haar moed.
De dames waren by deze gelegenheid in
de minderheid. De vrouw des huizes zelve
blonk boven haar gasten uit. Kunstlicht had
zy noodig, en Peggy, die haar sinds den
eersten morgen als een holoogig geraamte had
leeren kennen, was geheel verbluft van haar
schoonheid. Zacht, rose zyden krip omhulde
de gestalte en ruime, losso plooien verborgen
de hoekige lynen daarvan, diamanten fonkel
den in de hooggele haron, aan hals en ge
waad; het geheel was niet bepaald voornaam,
maar stralend. Juffrouw Gussio droeg een
tomatenkleurlge japon met een ver uitgesne
den hals, blijkbaar een Parysch toilet; twee
dames Milton, Engelschen, die mevrouw
Catchpool ergens had loeren kennen, en een
madame Paradiso, een pikante Fransche
weduwe in een verbluffend toilet, vormden
het middelpunt van het vrouwelyk gedeelte
van het gezelschap, waartoe een mevrouw
Sherlock en dochters, nichten vaa^het land, in
afgedragen zwart zyden japonnen, hoogstens
als achtergrond konden dienöó'.
Mevrouw Göring werd door den heer des
huizes naar tafel geleid. De eetkamer maakto
op haar een bepaald vorstelyken indruk;
zilveren schalen met uitheemsche bloemen,
fonkelend kristal, groote candelabers met
kaarsen, door gele kapjes beschaduwd, alles
was zoo feesteiyk en schitterend, dat het het
landkind byna den adem benam. De overvloed
van glazen en vorken, welke zy by haar bord
vond, de lengte van het menu, dat de heer
des huizes haar aanreikte, alles was benauwend
en het laatste te meer, daar zy de Fransche
benamingen niet begreep. Wat zou een „Filet
la Ravjgotte" zyn en wat een „Caneton
aux Olives"?" Nu, zy behoefde immers niet
van allG9 te eten, en wat do glazen botrof,
zoo dronk zy slechts wator!
Middelorwyi had het gezelschap zich om do
tafel geschaard, de servetten losgovouwen en
gesprekken op touw gezet. Poggy bekeek
haar buurman van meer naby. HU was oen
groote, magere man met een kaal hoofd,
borstelige wenkbrauwen, vriendelijke bruine
oogen, die een ietwat angstigo uitdrukking
hadden, welke men gedeeltelyk op rekening
van mevrouw Netty stolde, gedooltoiyk. aan
zyn toenemende doofheid toeschreef, welke
hy steeds nog trachtte te verbergen. Zeer
spraakzaam was hy niot, maar daarentegen
ging het aan het boveneind der tafel, waar
do vrouw des huizes zat, des te levendiger
toe, en eindelyk riep deze mot lulde stem
hun toe: „Gy ontdooit daar beneden immers
niet in het minst 1 Mevrouw Göring, u moet
myn man een weinig aanvurenAls gy van
oude gravures Bpreekt, komt hy dadeiyk los."
Peggy was wel niet tegen deze taak opge
wassen, maar haar goed hart dreef haar,
het ten minste te probeeren. Van het plaatje
op de menu's tot de schilderyon aan den
muur te komen, was niet byzonder moeiiyk,
en daar haar gastheer er met ware vreugde
op inging, waren zy spoedig in oen druk
gesprek gewikkeld, waut de heer Catchpool
vertelde haar nu van twee waardige Mor-
lands, die hy bU eon antiquaar aan de Welling
tonkade onder ouden rommel opgedoken, en
eenige Hogarths', die hy by een uitdrager
gevonden bad. Gelukkig schoten Peggy de
oude gravures te binnen, die ten huize van
haar zwager Travenor hingen.
„Die gelukkige!" riep Catchpool, wien het
zelden ten deel viel, dat de gasten zyner
vrouw zich met hem onderhielden, en daarby
nog wel over zyn stokpaardje. „Uw zwager
is zeker oen kenner, bekondo verzamolaar
„O noen, hy verzamelt niets! Eigenlyk be-;
hooren deze gravures aan myn zuster en
mU," antwoorddo mevrouw Göring.
„Wat, wat j^ogt p.?" vroeg hU, de hand
aan het oor houdend.
„Myn zwagor geeft niets om gravures",
antwoordde Peggy, luider sprekend. „Hy is'
met hart on ziel oeconoom." t
Er was juist een pauze in do gesprokken
ontstaan, wotke haar heldere sopraanstem*1
duidelyk liet doordringen. Roods spitsto jnf-'
frouw Gussie haar mond, toon Göring naar4
een bloem toewlorp, welke zy dadeiyk met/
een bonbon beantwoordde.
Göring'a volgend projectiel was oon stukje,
brood, Gussios' eon ulovol, welke gelukkig]
aan zyn neus bleef hangen, waarop de vrooiyk-i
held algemeen on zeer onstuimig word, totdat
mevrouw Catchpool bemerkte, dat haar nichton4
van hot land afkeurend dit spel, waarmede;
men van alle kanten begon, gadesloegen, en
eou einde daaraan maakte. Nu word er met5
vernieuwde levendigheid geredeneerd en blyk-
baar kwam aan het boveneind der tafel de
schoonheids quaestle op het tapyt, want op-1
eens riep mevrouw Notty met haar schrille
stem: „Mevrouw Hesketh een schoonheid!)
Welk oon idee! Zy ziet er immers zoo tenger
uit, dat men altyd bang 1b, dat zy Iemand
in do hand zou kunnen brekenI En juffrouw!
Jones, gy zult tocli niet verlangen, dat üaf
een meisje mooi vind met een teint als eed!
gekookte kip?"
(Wordt vervolgd