LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 27 DECEMBER. - TWEEDE BLAD.
V No. 13142
PERSOVERZICHT.
Anno 1902
In Patrimonium U be woord, dat De
Standaaixl heoffc verkondigd, dat bet Cal
vinisme naar aard en wezon a o o i a 1 i s-
t i s c h is. Deze bewering wordt vermeld in
©en ingezonden stuk, en hoewel-De titan*
daard zegt: „dit is ook zoo'', had dat blad
toch gaarne, om misverstand te voorkomen,
oen toelichting van de redaotde bij dat in-
geaonden artikel gezien: immers, men denk'
bij socialisme zoo licht aan sociaal-democra
ten on daarmede heeft het Calvinisme niets
uitstaande. Wat is sooialismc? Het blad
ECgt:
,,In dien zin nu is socialisme do brecde,
alles omvattondo naam, dio allo beweging
onder alle groepen insluit; die or op ge
richt is, om allerlei sociale toestanden te
verbeteren.
Zoo is ©r een Ihxuneoh socialisme, hier
be lando door dr. Soliaopman on dr. Nolens
vertegenwoordigd.
Zoo is or een liberaal socialisme, dat in
mannen als Kerdijk en Druokor zijn tolken
vindt.
En zoo is or ook een Calvinistisch socia-
lismo> dat, door mannen als Kater en Poe-
siat aanbevolen, aanvaard is door heel do
antirevolutionaire partii.
Maar mot do sociaal-democratie heeft dit
niets uitstaande.
Tutfsohon do sooiaal-demooratdo ©n ons
Calvinisme blijft dc kiov© oudempbaar, om
dat de belijdenis van den Christus olk sa
mengaan volstdöktolijk verb'edt."
In eon asterisk „Tccliaioum" zegt Dc
Standaard:
Do Nieuwe Rvttcrdamsche Courant deelt
haar lezors medo, dat in zako het c c h n i-
c u m do Minister bakzeil moest halen.
Wat Is hiervan aan
De Minister vroeg f 8000 en 12,000. Tc
weten 8000, om advies in to wincnn en
plannen te ontworpen, en 12,000, om maat
regelen te nemen, ton einde personeel to vor
men.
Nu wilde men hom die 8000 gunnen,
maar niot do f 12,000. Met allen aandrang
werd zelfs gevraagd, dat hij die zou terug
nemen. Zelfs kwam oon amondement opda
gen, dat voor advies anderhalf maal 8000
bood, mits de Minister die 12,000 voor do
bedoelde maatregelen maar losliet.
In weerwil hiervan hield do Minister den
oisch van /8000 en f 12,000 vol, en do Ka
mer bewilligde beide bedragen, èn voor on
derzoek 6n voor maatregelen, zelfs
zonder stemming.
Wat do Minister toegaf, was alloen dit,
dat hij afzag van do bepaalde aanstelling
van leoranen, daarbij vorklarende, dat hij
eon middel zog, om zonder dio bepaalde aan
stelling toch zijn doel to bereiken.
Als men dat nu noemt „bakzeil halen",
dan zij toch govraagd, wat dc Nieuwe Rot-
terdamsche Courant onder „gemeen overleg"
vorstaat.
„Bakzoil halen" is uit zwakheid toege
ven, maar zoo dit hier van toepassing is, zal
alleen hij als Minister nooit bakzoil halen,
die koppig op zijn stuk blijft staan, en zelfs
voor don vorm nooit iets toegeeft.
Daarentegen is beslist onjuist, dat do Mi-
nistor de dcfinitiove beslissing nu verschoof,
waar hij dio eerst nu reeds wilde uitlokken.
Duidelijk on onomwonden werd van moot
ac uitgesproken, dat do poet van 12,000
niets praojudicioordc.
De Tijd heeft ,,K oning Dollar" ge
kozen tot onderwerp van een artikel.
Na een beschrijving van do omstandighe
den, waaronder „Koning Dollar" in Ame
rika leeft, geoord on gevierd wordt, van do
wijzo, waarop Keizor Wilhelm hom ont
vangt on deze Keizer door hem beschouwd
wordt, komt het blad bij de „trusts",
waaraan het een bespreking wijdt.
,Bij dc trust is men tot hellen toe blijven
staan. Toch kan in deze richting van do eco
nomische ontwikkeling nog verder worden
gegaan, wanneer nl. de trusts, die thans nog
het privaat kapitaal, het particulior bezit
vortogonwoordigen, zoudon worden ovorgo-
nomen door do gemeenschap. En dit ware
dan do beslissende stap, die den overgang
zou vormon van het kapitalisme tot het so
cialisme.
Of do Nieuwe Wereld een dergelijke ramp
to wachten staat t Öf althans oon geweldda
dige poging, om zulk een sociale ©n econo
mische catastrophe teweeg to brengen, voet-
do groot© Republiek, in een nabijzijudo of
ver verwijderde toekomst ligt f Of een revo
lutie van den arbeid togen do almacht van
het opeengestapelde groot-kapitaal daar
ginds niet slechts tot de „mere pos&ibilia*.
doch ook tot do waarschijn!ijkkodeu behoort f
Kenners van het land met zijn nog jeug-
dige geschiedenis ©n. rijn zoo gemengd© bis
volking, mannen, vergrijsd in do studie van
het karakter, de ontwikkeling cn do zeden
dor Amorikaanscho maatschappij bis
schoppen en priesters verholen hun orn-
tlgo bezorgdheid daaromtrent niet."
In een kruiskopjo „Bedenkelijke zeeman
schap" zegt De Maasbode:
Bedriegt niet elk uitzicht, dan van twccen
één:
óf er zal bij do Kamorverkiezin-
g e n in 1905 oen frisch briesje opsteken aan
het Nicuwodiep;
óf er moot vóór dien tijd ccn roertjo wor
den omgelegd.
Zóó, als dc heer Staalman nu rondlavccrt,
gaat hot op don duur niet. Daar komt avorij
van.
Wil hij niot op kompas varen, dan zullen
zijn kiezers vermoedelijk wol een ouder
schipper begunstigen.
Nog heugt het streven van Helders af
gevaardigde, om, bij do Algemeono Be
schouwingen, het Christelijk Ministerie to
overzoilon.
En nu was hij fcrouwo bootsmaat bij
de pogingen om Hoofdstuk VIII van bak-
boordszij In te loopen.
Dat alles zal geon toejuiching wekken aan
Hollands noordpunt.
Wie zich van roohts liet aanmonsteren,
diont zich aan zijn rocdors to houden.
En wio andore vlag hijscht, dan waar
voor hom zcebriovon werden goreukt, behoort
zijn verantwoording niot te ontgaan.
Gelijk do heor Staalman nu rondzwalkt,
kan men hem wel afvoeren van de rol der
rechterzij do.
Dc Nooid-Rmbanter spreekt over do o r i-
b i r van hot. parlomontarismo.
Hot blad begint zijn artikol roet do ver
wijzen naar de onjuistheid, dio hot meeni
te vindon in do thoorio vau don mensch in
aJietraoto, als bostondon ovoral on ton uilen
tijde dezelfde eenhoid van godaohto, dezelfde
behoeften, dozolfdo bekwaamheden, waaruit
dau zou volgen dat dozolfdo negcoringuvorm
voor allo volken goed zou kunnen zijn. Zoo
met het parlementaire stelsel. Hot blad zegt
dan:
„Thau-s zijn er uog in Europa Rijken,
waar bot parlementaire etolsol in plooi*
van goode vruahton voort to brengen, do
bron is van onvruchtbare agitaten nood
lottige oonfliotom. Men rio maar con» naar
Frankrijk en Spanje.
Om hot parlementaire stelsel normaal en
vruahtbaar t© doen zijn, worde i twee voor-
waardon voroisoht. Eerstens, moet er oon
kiozm-skorps zijn, dat voldoende onderricht
en belangloos genoog is om het algemeen
welzijn to verkiezen boven partiouliero ho-
langen. Vorvolgens moeten do vortegemavoor.
digore zioh onderscheiden door politiek o mo
raliteit, die hun mandaat niot to danken
hebben aan bedrieglijke voorspiegelingen,
aan leugens en bedrog, maar ddo gekozen
zijn, omdat hun medeburgers vertrouwen
bobben id hun talenten en in hun ongerepte
trouw.
Maar welke goede vrucht kan polilieko
vrijheid vooithrongen, als do regeering in
handen ie van poldbioko bedriegers, d o hun
maoht tot niets anders gebruiken, dan voor
©ig©n bolangon, on dio altijd vaardig zijn om
de politieke hartstochten op to wekken, als
er voordeel mode to behalen is."
'Hot blad vraagt dan, wat Spanje heeft
aan zijn Grondwet; wijst or op, boo in
Frankrijk do afgevaardigd-n allerminst
een afspiegeling zijn van dc kiezers, en zogl,
dat „in Engeland, België en ons Vaderland
de kiezers ton minste weten op wolken par
tijman zij hun stom uitbrengen."
Het eindigt dan zijn opstel, ondortookeml
met C. L.met dc volgende zinsneden, die
dc bedoeling van het artikol wcorgovcn.
<e
s
/>Tn hot Katholiek Sociaal Weekblad van
"lieden schrijft nir. P. J. M. Aalberso het
Volgende over „Do pers on de bestrij
ding van do oneerlijke concur
rentie":
yin mijn proefschrift^ sckreof ik:
r „Bovondien kan de Pers krachtig meewer
ken tot bestrijding der oneerlijke concur
rentie.
Hier ligt een groote, indien goed aange
wend misschien do krachtigste breidel. Het
[fniddol, door bijna alle oneerlijke concur-
rintic gebezigd, is: misleiding van
et p u b 1 i c k. Laat de Pers dit middel
jbntzcnuwcn, door steeds dat publiek voor te
(iichten, door do misleiding te neutralisee-
iren. Allo bekend wordende gevallen van on-
;©erlijko concurrentie dienen te worden ge
jpublioeerd. De waarheid worde slechts be
kend gemaakt, on. de oneerlijke concur
rent heeft zijn doel gemist. De kwade prak
tijken, aangewend om voordeel te behalen,
iullen strekken juist tot nadeel. In 't bijzon
der door altijd weer op dit onderwerp terug
il» komen, door den handel voor to fich
[Ion, hoe, reeds thans, do oneerlijke concur-
j'ijtentio in rechte kan bestreden worden,
door het mededeelen van gevoerde en ge-
F' onnen processen, enz. kan do Pers krach-
g ton goede werken."
Toen ik met deze inleiding bij mijn pro-
i motor kwam, las hij deze passage cn lachend
(Vroeg hij:
„Geloof je dat?"
j,Natuur]ijk."
Gelukkige optimist 1"
l- „Waarom niet?"
„Gelooft gij, dat ooit de Pers, die juist
ifcim dc oneerlijke réclame zooveel voordeel
ljueeft, krachtig mee zal werken tot do bestrij
ding der oneerlijke oonourrcntic Met
tnooi© hoofdartikelen ja, maar practisch?
J)oor oneerlijke reclames te woren bijvoor
beeld?f'
Inderdaad, ik geloofde hot.
Maar, ligt het alleen aan 't luttel beetjo
'jaren, dat ik ouder ben? Mijn geloof is ge
schokt, geschokt vooral in de laatste woken,
i Ieder kent van vroeger dc reusachtige ad
vertenties van do „Delftschc Roombotor-In-
iicliting' met do afbeelding van groote fa
brieken met drie rookende schoorsteenen, ze
tten zware auto-vrachtwagens, twee wapens,
jjuc bijvoeging „Wckelijksche verzending op
[heden ruim 30,000 Kg." en, last not least:
i f,Dezelve staat onder contróle dor Boter-
jlFVCfc" I
Goede trouw wordt verondersteld. Bladen,
j'diie vroegor deze advertentie opnamen, mag
\focn daarvan dus geen vrwijt maken.
^Maar tliane??...
In do Nieuwe Arnhcmschc Courant van
t> Sopt. 1901 schroef dc heer Pyttorsen een
geharnast, stukje proza tegen dit sterk staal
tje van onoerlijko oonourrentie. Hot volgen
de is er aan ontleend:
„De kolossale fabric, drie hooge sclioor-
eteenen op de oirouladro afgebeeld, besbaat
ffcenvoudag niet. De molkaanvoer van 7000
toeden por week bestaat niet Die 7000 koeien
grazen op de maan, maar niet op Neder-
i üandachen bodem. De fabriek van m'ncer
ji\V. v. S. Jaczn. bestaat uit een benoden-
j puisje aan den Rijswijksóhen weg, waarin
£snkclc vaton margarine aanwerig zijn, die
IjLa'ter als fijne geurige Delftschc roomboter
'do fabriek verlaten. De heer v. S. kan dui
zenden bewijzen .overleggen, dat hij aan de
grootste inrichtingen en eerste familien zijn
i tij no geurige boter levert. Wat hij ook kan
j^verleggen, zijn de bewijzen, dat hij herhaal
delijk wogenB bedrog iu den lioterbandel is
veroordeeld H.j heeft vele attesten in zijn
bezit, dat do fijnst© families zijn boter prij
zen. Ongetwijfeld beeft hij nog meer attesten
|dn zijn bezit, waarin de fijnste families hem
!besri:ulddgen margarine te hebben geleverd
Ün stede \an do geannonceerde fijne geurige
boter. De heer v, S. speelt heel aardig met
Boterwet cn do Strafwet. Hij biedt aan
'fijne geurige Dolftsehe roomboter van „zui-
1 ver gehalte", maar dio zuivere roomboter is,
zoo verklaart, hij, vermengd met fijne eer-
ête qualitedt margarine. Als hij dus marga
rine levert in plaats van boter, zooals ge-
eclüedtK dan is bij gedekt. Voorheen prijk-
FEUILLETON.
Peggy.
?5)
„0, mevrouw Catchpool, dat spyt m\j
yreoseryk - en ik ben u van harte dankbaar
yoor uw goedheid, maar ik moot immers
ijmoot naar huis," zoi Je Poggy met een smee
kenden glimlach.
Daarop ging zij haastig heen, en Billy hielp
ihanr op een der gevaarlijke hooge rijtuigen,
met do vermaning: „Vasthouden 1"
„Nu, wat zegt g(j van onze „Lieve Een
voud?"" vroeg juffrouw Oussie, toen hy,
teruggekeerd, by do dames plaats nam.
„Mooi", merkte hy, haar champagne inschen
kend, op. „Wie 13 zij?"
jDe vrouw van kapitein Carl Göring
„Toch niet de vrouw van Charlie Göring?"
riep hy, de floscli neerzettend.
„Zokorl Wat zegt gU er van?"
„Niets I Ik ben eenvoudig verbluft I"
„Valt u niets anders in?"
„Hm, hm, zlot er uit als een volbloed, maar
of zy mijnheer Charlie do baan overbrengt, is
leear do vraag. De huwelyksteugel brengt hom
'misschien over de eerste en tweede hindernis,
'maar dan
„Maar dan?"
„Breekt hy los! Oy wildet myn meening
hooien, dat is zol" verklaarde Billy, zyn eigen
glas zoo vol schenkend, dat het ovorliep.
Terwyi haar vooruitzichten voor do toe
komst somber werden gekleurd, ratelde Peggy
met oen biy gemoed naar de Bourkestraat,
waar z\J helaas echter geen Charlie vond. Zoo
[inoest dan het jonge vrouwtje alleen haar
ton op zijn circulaires verschillende wapens
met het onderschrift „Hofleverancier". Het
schijnt, dat die Hoven-voor de leverantie
bedankt hebben, ze worden ton minste niet
mcor vermeld. Het toppunt van onbe
schaamdheid wordt bereikt door het onder
schrift: „De boter staat onder zeer nauw
keurige oont-róle der Boterwet". Hoeveel
eerzame huismoeders met meer lofwaardige
zuinigheid dan verstand zijn al niet het
slachtoffer geworden van deze phrase; zijn
boter staat immers onder contróle l Weet ge
wat hij u zou antwoorden, wat hij eohter
niet doet, op uwe reclame, dat g© marga
rine hebt ontvangen in plaats van boter ©n
ge u daarbij op die phraoe beroept? Boter
staat immers onder contróle, daarvoor is
hot een boterwet. De naakt© waarheid is,
dat W. v. S. Jacan., Rijswijkscbe wog, Den
Haag, margarine verkoopt, onder den naam
en voor den prijs van boter. Wie or nu toch
wil inloopen, ga z'n gang."
Zoo schreef do heer Pyttereey.
De heer Willem van Santen Jaozn. diende
een aanklacht togon hom in wegens smaad
schrift. Wat hierom al niet handig van hem
wa6. omdat nu in allo bladen de aandacht-
op hot bedriegelijkc zijnor advortont.iea werd
gevestigd.
Bij vonnis van 25 Februari van dit jaar,
to vindon in het Weekbl. v. h. Recht No.
7764, ontsloeg echter de Rechtbank te Arn
hem den heer Pyttersen van alle rechtsver
volging. Zij overwoog in haar vonnis onder
meor:
„Overwegende toch dat getuige v. S. niet
heeft weersproken, dat hij herhaaldelijk wo-
gens overtreding der Boterwet door den
strafreohtor is veroordeeld; dat hij in zijn
prijscouranten ©n circulaires wel spreekt
van roomboter en van een groot aantal
kceien, die de melk voor zijn boter leveren,
maar dat hij in werkelijkheid slechts niarga-
rineboter aan zijn klanten aflevert; dat om
die reden een waarschuwing aan het publiek
ooi zioh door d© opgeschroefde taal van ge-
tuiges reclameartikelen niet te laten ver
schalken, alleszins geoorloofd en werkelijk
in het belang van het dikwijls al te goedge
loovige publiek moet worden geacht, terwij)
do vorm, waarin die waarschuwing is inge
kleed, hoewel scherp, naar het oordeel der
Rechtbank niet zoo onnoodig scherp is, dat
daardoor het doel ecnor waarschuwing zou
worden voorbijgestreefd."
Van deze strafzaak en dit vonnis is in alle
Maden melding gemaakt.
Ik had goeden moed, dat thans geen enkel
blad ooit meer deze advertentie opnemen
zou.
Ik geloofde nog altijd, dat de Pers ons
helpen zou in den strijd togen dc oneerlijke
concurrentie, togen de oneerlijke geschikt.
Maar de laatste weken zag ik deze advor-
lentie weer opduiken in verschillende bladen.
En nu is ook mijn vertx-ouwen ge<schokt.
Neen, ik heb me vergist, de Pers zal hier
niet „krachtig ton goede werken", zelfs niet
flauwtjes.
Hier kan-ons helpen alleen meer de wet.
Dat zij onder dezen Minister van Justitio
tot stand komo!
Het publick zij onderwijl nog eens gewaar
schuwd
In zijn Kamerovorzicht sok rijft hot Han
delsblad:
„In zake dc Z o n d a g s r u s t legde de
^Minister (van Waterstaat) een zeker fana
tisme aan den dag, dat ons niet verbaasde,
maar waarvan wij nog bedenkelijke zaken
duchten. De Minister blijkt wel er van over
tuigd, dat wij geon Engelschen Zondag
kunnen krijgen, doch alleen om bozwaren
van de practijk. Hij verontschuldigde zich
togon den heor Arts wegens het „magere
resultaat", dat thans verkregen is, door op
te merken, dat de zaak zoo moeilijk was te
regolen, daar de spoorwegmaatschappijen
hot onder elkander cn soms met zichzelf niet
eens konden worden. Intusschen bleek hot
„magere resultaat" hierin te bestaan, dot
op liet traject UtrechtZeist 4 treinen op
Zondag zijn vervallen, dat wil zeggen twaalf
percent, en op andere trajecten 72 treinen
dat is 21 percent (of 31); wij hebben het
niet recht verstaan. En dat noemt dc Mi
nister een „mager resultaat". Men hoeft
niet te vragen wat van dozen Minister op
tweede ontbyt gebruiken, dat slechts uit een
glas melk en een paar beschulton bestond.
Om drie uur echter hield haar ocktgenoot mot
een elegaDte dogcart Yoor het huis stil, gaf
zyn leedwezen te keonen, dat hy vanwege
den dienst zoo laat kwam, en zeide, dat zy
beiden zich dadeiyk voor het polo-spel moesten
verkleeden.
„Maak je maar mooi, kind," voegde ld) er
by, „want wy zullen de gebeole wereld ont
moeten on na het spel thee drinken."
De nieuwe hoed was er nog wel niet,
maar Göring had op de verschyning van zyn
vrouw niets aan te merken. Zy straalde van
geluk en haar mooi, vrooiyk gelaat trok
menlgen blik tot zich, toen zy in een snellen
draf naar het park redon. Rondom het polo
plein stond een wagenmuur van dogcarts,
landauers, victoria- en jachtwagons^aartusschen
tallooze toeschouwers, want deze wedstryd
telde tot de spanneudsto gebeurtenissen van
het jaar. Yoor Peggy was alles nieuw en
verrukkeiyk: het mooie park, het polo spel,
de fraai uitgedoste menschen; zy zag er uit
als een gelukkig kind by don kerstboom en
veler oogen rustten op haar.
Overste Valiancy kwam naderby-en liet zich
voorstellen. Geruchten deden de ronde, dat
Göring met een boerenmeisje was getrouwd,
maar de jonge vrouw droeg onmiskenbaar
het stempel van een goede opvoeding en was
opvallend mooi, zelfs voor Ierland, waar
schoonheid regel ls. Nadat de overste de
hoop had te kennen gegeven, dat Dublin haar
zou bevallen en naar haar reis en ovortocht
had geïnformeerd, zocht hy_verlegen naar con
ander thema. De onervarenheid van dit vrouwtje
was echter ook verbluffend. Zy zag voor liet
eerst polo-spelon, voor het eerst een vier-
tpauuer, had nooit een wedelryd bygewoond,
het stuk van korkelijken draaig zou zijn te
wachten als hij niet door pract-isch© bezwa
ren ietwat, werd betoomd.
Hoo weinig de Minister rekening denkt te
houden met den last, dien hij andersden
kenden oplegt, blijkt hieruit, dat hij van
meening blijft, dat er nog meer gedaan
moet worden „al waro het alleen maar als
getuigenis dat men den Zondag als rustdag
wil beschouwen".
Dit steile clericalism©, dat onze spoorwe
gen gebruikt, om te getuigen van een bepaal
de geloofsbelijdenis, staat ons bijzonder to
gen. Do Minister, die aan de krachtige ge
loofsovertuiging van dr. Kuyper een zekor
fanatisme paart-, dat aan dr. Kuypor vreemd
is, is voor de vrijzinnigen in don lando hot
meest bedenkolijko element in dit ministerie.
Het is vrijwel eon publiek geheim, dat hot
drijven in protectionische richting uitgaat
van Waterstaat, en do eenigo voxatoire
maatregelen, dio wij tot dusver van dit mi
nisterie hobben ondervonden, zijn eveneens
door dat departement in het leven goroopen
De minister Oycns is, hoe hoog wij ook opzien
togen zijn kunde, te meer een gevaarlijk ele
ment in het Kabinet, daar hij door zijn fijn-
beschaafden geest en hoofsche manieren me
nigeen inpakt."
De Tijd merkt hierbij aan:
Wij hadden tot dusver gemeend, dat, zoo
men het al tusschen Christenen en „anders
denkenden" niet eons waa over den plicht
van Zondag heiliging, ten minste over
do wenschelijkheid van zooveel mogelijk don
Zondag als wekclijkschon rustdag te vie
ren, tusschen de yersohillende partijen geen
verschil van gevoelen bestond.
Do argumenten, voor Zondagsheili
ging aangevoerd, dragen uit den aard der
zaak een godsdienstig karakter en kun
nen daarom als geldende worden beschouwd
alleen voor goloovigon. De redenen echter,
dis or voor pleiten, aan zoo groot mogelijk
getal personen in dienst van officicolo licha^
men of van particulieren Zondagsrust
to verzekeren ,zijn van overwegend maat-
schappelijken aard.
De wet, dat do mensch Yan de zoven dagen
dor weck er één zal rusten, is niet slechts
een godsdienstwet, maar ook voorgeschre
ven door de natuur zelvo. En zóólang het
Christelijke bewustzijn van dc groote meer
derheid van ons volk en tevens onze maat
schappelijke zeden den Zondag aanwijzen
als den rustdag bij uitnemendheid, zóólang
kan het ook ven geheel neutraal standpunt
geon onverschillige zaak zijn, of de noodza
kelijke rust. op den Zondag of op een ande
ren dag zal genoten worden.
Alleen d&n zal voor den man, die zee da
gen gewerkt heeft, do rustdag met recht zijn
naam dragen, indion diezelfde dag ook als
rustdag kan genoten worden door zijn gezin
en zijn omgeving.
Wie voor Zondagsrust ijvert wij
wenschten, dat het van - Overheidswege nog
iets krachtiger goschiedde oefent derhalvo
„geen kerkdijken drang" uit. Hij logt geen
„lasten op aan andersdenkenden", noch „ge
tuigt door zijn streven van een bepaalde ge
loofsbelijdenis, maar ijvert voor con sociaal
belang van hooge bctcekenis."
Bovendien behoeft heb nog geenszins als
een blijk van „fanatisme" on „steil clerica-
lisme" beschouwd te worden, indien men
verlangt, dat de wetgeving en de Overheid
er too zullen medewerken, om aan degenen,
wolko Zondagsheiliging een plicht achten,
do vervulling van dien plicht mogelijk t©
maken. Het tegenovergestelde zou zelfs go
heel in strijd zijn met den geest onzer
Grondwet.
Yan echte verdraagzaamheid getuigen dan
ook de woorden van het Handelsblad vol
strekt niet. Niets te willen opofferen vaa
oigen gemak en genoegen, ten einde ootc an
deren in do gelegenheid te stellen op Zon
dag te rusten en desverk iczondu hun
godsdienstplichten te vervullen, getuigt van
een egoïsme, hetwelk ton allen tijde afkeu
renswaardig zou moeten heoton, doch bijzon
der in onze dagen, die zóó prat gaan op do
verhooging van het gemeenschapsleven en
den gemeenschapszin al con zfrer onaange-
namen Indruk maakt.
nooit een thoator bezocht, en dat was Göring's
vrouw 1 Hy had in geheel Engeland geen
grooter contrast van zyn eigen persoon kunnen
vinden; slechts één ding hadden zy gemeen
de schoonheid. De Görings waren onvoor-
waardeiyk het mooiste paar, dat zich daar
bevond on vele tooneelkyker3 .werden er op
gevestigd.
„Hallo! Daar zyt gy immers 1" klonk plotse
ling een schrille vrouwenstem uit een elegante
victoria. „Maar waar is de nieuwe hoed?"
Peggy keek verbysterd om zich heen en
optdekte nu haar boide nieuwe vriondinnen,
dio haar toewenkten. Dadeiyk daarna verlieten
de dames haar rytuig en kwamen by Peggy.
Onder de toeschouwers keek men elkaar veel-
beteekenend aan en oen van de regiments-
dames merkte op: „Hoe jammer! Nu hoeft
die afschuweiyke mevrouw Catchpool het be-
koorlyke vrouwtje reeds in haar klauwen."
Zestiende Hoofdstuk.
Eindeiyk was hot spel uitde homelsblau-
wen hadden overwonnen. De toeschouwers
verstrooiden zich en Göring stuurde zyn ietwat
weerspannig paard uit den kring, innerlyk
zielsvergenoegd over het opzien, dat zyn vrouw
had verwokt. Een onverwacht groot aantal
kameraden was naderby gedrongen, om aan
haar voorgesteld te worden, on de mooie
Peggy van Niedor-Borion had heel doftig cour
gehouden.
Toen zich do mare van Göring's verloving
had verbreid, doken allerlei verhalen van hem
op. Een modemaakster of koorzangei es moest
zyn uitverkorene zyn en dat Göring's keuzo
op iemand uit den minderen stand was ge
vallen, word gaarne geloofd. Toen wa3 te
fechtor Lyd een brief van kap tein Kinioch te
Dublin gearriveerd, welko het feit vaststelde:
een meisje uit een verarmde adeliyko familie,
in do sMlte van oen afgelegen dorp opge-
grooid. Nu pas verwonderde men zich, want
dat Taffy Göring zyn levensgezellin ter zyde
van de groote heerbaan zou zoeken, dat was
verrassend. Do dames van hot regiment, dio
hem volstrekt niet mochten lyden, namen
zich voor de jonge vrouw des te harteLykor
te ontvangen. Hadden zy maar vermoed, hoe
weinig wederliefde zy zouden ontvangen 1
„Ik zeg je, schat," zeide Göring, in snellen
draf door het park rydend, „dat gy je een
menigte zaken moot aanschaffen, kleeren,
hoeden, mantels, alles piekfijn; ik zal wel
betalen."
„Is reeds gebeurd! Movrouw Catchpool was
geheel van jouw meening en heelt het een
en ander voor my uitgekozen: een mantel,
een avondjapon en een hoed. Gy zult ontsteld
zyn, als gy den hoed ziet en dan do rekening l"
„HoezooV Wat is 't met den hoed?"
„Vreeseiyk opvallend! Half spoorwogsig-
naal, half lampekap!"
„Des te betert Bestel maar dadolyk zes
hoeden van die soort, zos avondjaponnen en
zes avondmantels!"
„Dat zal ik wel laten! Zulk een ver
kwisting!"
„Gij moet echter goed gekleed zyn!" ver
klaarde Göring in oen opwelling van groot
moedigheid. „Ik ben ontzettend trotsch op
myn mooie vrouw, do mooiste van geheel
Dublin, wat veel wil zeggen, en dat de kinder
japonnetjes uit Nieder Barton niet voor je
tegonwoordige positie on verschyning passen,
dat ziet gy.toch wol in."
„0, Charlie, gU vondt toch het donkerblauwe
zoo mooi en myn bruidsjapon heeft tien pond
gekost."
„En al had ze honderd gekost, zo is nlei
gedistingeerd! Gy zult nu op diners, bals en
theepartyen komen."
„In het regiment natuuriyk?"
„Daar is geen sprake van," zeido Göring,
„Dat is een suffe bool en hoe minder gy van
de offleiersvrouwen te zien krygt, dos te boter.
De vrouw van den overste hoeft my sinds
maanden niot meer verzocht; zy vindt, dat
ik oen gevaarlyk sujet ben, een zwart schaap
c-r een slecht voorbeeld voor haar lammeren.
Als zy eens haar langen nous by ons binnon-
steekt, weos gedachtig daaraan! Mevrouw
Timmins is oeü gansje, en Timmins ia haror
waardig, een flauwe melksoep. Dan komt nog
mevrouw Hesketh, Kinloch's nicht, in aan
merking. Als zy komt, zeg dan niets slechts
van Kinioch
„Hoe zou ik dat kunnen doeo, Charllo? Ik
mag hom immers zoo gaarne lyden."
„Workeiyk? Nu, do liefde is wodorkeorig,
hy vindt, dat gy veel te goed voor Taffy
Göring zyt."
„Ach, Charlie! Scherts tor zyde; ik zou
gaarne ietB moer van mevrouw Hesketli
willen weten."
„Zy wil zich mot alle gewold „bemind"
maken en neemt met mama Valiancy de jonge
vrouwen onder haar hoede, is echter do beste
van do bende. Sinds ik de ribben van haar
hond heb stuk geslagen, behandelt zU my
slecht."
„Maar, Charlie, dat hebt gy toch niet
gedaan?"
„Zeker, heb ik dat gedaan!" antwoordde
hy, zyn paard met oen flinkon zweepslag
aanzettend. „Honden mogen iemand niet
in den weg loopen en 'dat zy ribbon hebben,
is bovendien zeer aanmatigend.
Wordt vervolgd