LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 20 DECEMBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1002
a Ito.'131 SS
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Peggy.
lange, mooie lijnen, door geen dwarst reep
onderbroken, die gemakkelijke, vrije bewe
gingen alsMaar ik eindig. Mijn plei
dooi voor vrijheid is afgcloopen. Ik ben een
liberaal, dat is een geloovige in de vrijheid,
en een vijand van noodoloozen dwang.
Mevrouw N. Man6veldt—De Wit Huberts,
te 's-Hcrt>ogenbosek, zegt in de Proe. Over-
[jsclsclie en Zwolschc Courant het volg. ndc:
Toen professor Trcub zijn bekend arcikel
in De Lelie ook door ons vermeld ge-
eahreven had, was mijn eerste gedachte: ik
hoop, dat geen der „Reform-zeloten", zoo
als hij ons noemt, cr tegen op komt; het
beste is er de schoudere voor op te halen on
©til onzen gang te gaan. Maar andore dach
ten er niet zoo over en grepen naar de p n.
En misschien hebban zij golijk, want do te
genstanders en -standsters van do reform-
kleeding, waarvan er helaas nog volen zijn,
vonden dit artikel natuurlijk koren op hun
molen en denken wellicht van ons: „Wie
zwijgt stemt toe".
Een vriendelijke hand zond mij dc twee
couranten, waarin mejuffrouw Milatz cn de
heer Oosterbaan opkomen tegen de bewerin
gen van prof. Treub. Hij noemt wel ieder
een een beunhaas, die niet in de medicij
nen gestudeerd heeft en dan toch over re
formkleeding durft praten; maar ik geloof
toch, dat een leerares in do gymnastiek,
zooals mejuffrouw Milatz, het volste recht
van meepraten heeft en dat zij wol weten
zal of het waar is, dat or een aantal (Zwol-
sohe) wervelkolommen reeds scheef gegroeid
zijn door de slechte reformkleeding,
zooals do professor belieft te beweren.
Het stukje van dl'. Oosterbaan is voor mij
een aanleiding om ook eens eon duit in liet
zakje te doen, daar, waar hij spreekt van
dc ademhaling.
Do abdominale ademhaling is een doini-
neorond punt bij de zangkunst (ook uit hy
giënisch oogpunt), hoe paradox dit ook
klinken moge. De abdominale of diepe
ademhaling, dat is dc vulling dor longen
tot in de uiterste toppen, is niet mogelijk
zoodra de spieren aan heb middenrif of de
buik cenige belemmering van buitenaf on
dervinden, o a. door een korset.
Onze meesterzanger Messchaeit heeft het
onlangs nog gezegd, dat hij het altijd een
rustig gevoel vond, als er een zang. s
in reformkleeding naast hem stond tc zin
gen on liij geen gehijg hoorde. Onder ,,g •-
hijg" verstaan zingende menschcn hoogc of
sleutel been-ademhaling „Zwoegende loe-
zoms" zijn mooi in romans, maar geheel uit
den booze als het zangeressen betreft.
Ik voed nog steeds veel voor mijn oude woon
plaats en volg vooral het muzikale leven
met veel belangstelling. Ik weet daarom, dat
do zangvciceniging „Gaeeilia" onder den
heer Van Riemsdijk in blocienden toestand
verkeert en dat mijn vroegere locraree, me
juffrouw Bartolomeus, velo leerlingen
heeft. Hebben nu al die zingende dames
mot de sleur gebroken, afstand gedaan van
liet koreet cn b&traohten zij een abdomi
nale ademhaling
Dr. Koperberg te 's-GravenJiage, een van
de vele doktoren, die gelukkig een andere
mcening zijn toegedaan als prof. Trcub,
schrijft in het weekblad Dc Huisvrouw 1 an
cenige maanden geleden:
„Er ie, in verband met deze spierzwakte
(die van den.rug nl.), nog een gewichtige
faotor waar te nomen. nl. de storende in
vloed op de ademlialingsbewegingenMeet
men met een spirometer de hoeveelheid
lucht, die in- en weder uitgeademd wordt,
dan ziet men, dat door een korset-draagster
2034 procent minder lucht wordt inge
ademd dan door anderen. Buiten de spire
mote rp roeven, dus in gewone omstandighe
den, is dit cijfer geringer, doch altijd nog
10 procent. Een eenvoudige berekening
leert, dat zulk een korset-dragend monsch in
24 uren 1/10 minder lucht opneemt, dan
iemand zonder korset. Hierdoor alleen kan
reeds bloedarmoede met haar aanhang van
lasten en kwalen ontstaan, afgezien nog van
het fait, dat slechtwerkende longen voorbo-
schiktheïid geven voor tuberculose."
Ik weet, dat het sanatorium te Hollen-
doorn in Zwolle veel belangstelling en hulp
vond, getuige het concert, dat onlangs nog
ten voordeelo dier inrichting werd gegeven.
I W:
Wil men nu dit. sanatorium ook helpen,
door er moedwillig patienton voor to
fokken, zooals dr. Koperberg zoo duidelijk
verklaart?
Wanneer men een nieuwe id^c ingang wil
loon vinden, is hot het best, dat van alle
kanten met ons geestesoog to bekijken en
verder zooveel mogelijk te bespreken.
Onzo gezondheid mogen wij waarlijk wel
als een edelgesteente trachten tc bewaren en
aan een edelgesteente, zijn gewoonlijk velo
faoefcten. Ik hoop hiormode een klein licht
straaltje op één dier facetten te hebben
doen vallen.
In De HollamLche Tfclic zegt jkvr. Dc Sft-
Yornin Lobman in com „briefwisseling" als
volgt haar opinie ovel de reform-kleeding:
„Wat „die dames" 4ü' van zeggen? Maar
dat spreekt toch immers vanzelf, dat prof.
Treub, specialiteit in vrouwenkwalen, wiens
roem ver over onze grenzen gaat, geen het
minste verstand heeft van vrouwenlichamen
cn vrouwenziekten, en vrouwenklceding in
verband daarmede, 't Is ifnmers véél na
tuurlijker, dat een Parijseho modiste, die
hier te lande rijk tracht te worden, op kos
ten eoncr goedgelöövige damesscharo, cn
een would-be-Europeesoke eigenlijk-Indische
vrouw, daar aan het korsetloozc sarong- en
kabaai-loopen gewend, cn nu belust op het
spelen van een rolletje hier te onzent, dat
twéé zulke grondig-ondcriegde, en belang-
loozo dames een veel degelijker, juister en
eerlijker oordeel moeten hebben over vrou
wengezondheid, in verband met korset en
kleeding. dan een gvnnekoloog als prof.
Treub! „Wat die dames zeggen" doet
voor mij niets ter zake. Ik vraag alleen wat
zij er van zeggen, die liet weten kunnen. En
dat zijn iu dit geval dc mannen van het vak."
- Geert ru id a Carelsen uil Berlijn schrijft in
Hef Nieuws van den Dag. na een verslag
van een „avondje", aldaar aan een talrijk
publiek aangeboden, waar een honderdtal
dames in sierlijke reformklecren een leven
de propaganda-tentoonstclling gaven:
„Werkelijk kan men zeggen, dal de re
formklecding hier ..in de mode" begint te
komen. Niet alleen gaan hoe langer zoo
meer d:imes er toe over, maar hoe langer zoo
meer hoort men ook een ingeregen korset-
lijf „philislrös", d. w. z. „spiosburgevlijk"
nccmen.
Die voorloopigc overwinning is zonder
twijfel voor een deel daaraan te danken, dat
de leidsters der zaak liet gezond vorstand
hebben gehad, met de mode op een goeden
vc-et te blijven. Zij hebben van den aanvang
af zich onthouden van de invoering van een
of ander uniform-kostuum, maar zijn altijd
zooveel doenlijk met do modo meegegaan, al
leen datgene verwerpend wat zij het aller
schadelijkst aolitun, Daarom doet thans de
Mode, die onpersoonlijke, ongrijpbare gril
lige macht, haar den dienst om haar arbeid
te steunen.
Maar als iet-s „in dc mode" is, loopt lioi
allo gevaar, er na korter öf langer tijd weer
„uit" té raken. Dit begrijpen dc bedoelde
dames zeer goed; cn daarom zien zij in, dat
liet thans do tijd is om van het gunstigo
oogenblik gebruik te maken. Indien zij eens
deels mot de mode een compromis sluiten,
trachten zij anderdeels zioli onafhankelijk
te maken van haar grillen.
Daarom is het nu aan de orde, vast tc
stellen, welke bijzaken aan die grillen mo
gen worden overgelaten en wat de spil is,
waar dc reform-beweging om draait.
Dat die spil, do hoofdzaak der klecding-
verbctcring, zou zijn een verlegging van hot
gewicht der kleeding van heupen naar
schouders, zooals sommigen in Nederland
schijnen te nieenen, is te dwaas. Indien
dit het geval was. zou do ondergeteekendo
er stellig niet geen haar op haar hoofd aan
meedoenMogen vroeger allicht sommige
onhandige goschriftjes tot dat misverstand
aanleiding gegeven hebben, alle ecnigs-
zins practische vrouwen hebben zioh daar
vanzelf spoedig doorheen gewerkt. Een be
wijs daarvoor is, dat bij deze levcnui ten
toonstelling bijna niets meer te zien was
van dio schadelijko en leelijko sohouder-
hengseltjes, waarmee velen aanvankelijk ge
tracht hebbon, ouder^ etschc japonne-. naar
de nieuwe mode te veranderen.
Het noodzakelijk gewicht der kleeding
wordt gedragen door behoorlijke aansluiting
van het ondergoed over het geheele lichaam.
Neon, do hoofdzaak dient men van een
veel ruimer standpunt te beoordeelon.
Het is, algemeen gezegd, eon poging om
de klccdiug to maken in harmonie met- de
natuur van liet lichaam, en niet willekeurig
daartegen in.
Diet schijnbaren voorbijgang van hooge
hakken, stijvo kragen en andere booze
dingen, is men, dapper en wel, met ccn der
krilicksto punten, het inrijgen, begonnen.
Daar dc grooto verleiding tot inrijgen be
staat in de zucht om do bovenklecding
..glad" to doen „zitten", heeft men eenvou
dig voorgeslagen, liet begrip „taiilo" tc
doen verdwijnen. Dat is een eerste schrede.
Nu kan hot knellende korset vervallen. Ook
het zoogenaamde „goedgemaakte". Wat heet
een goed gemaakt korset Een dat sluit bij
in- of bij uitademing? Bij volle of bij leege
maag Is „een ^goedgemaakt korset" niet
eigenlijk een rudimentair overblijfsel uit
een tijd teen men cr niet aan daclit dat een
mensch een levend orgauismo is
Overigens, voor wio niet buiten „eenigon
steun" kan zijn do modellen van „Corset-
orsatz", in den loop dier zeven jaren hier
reeds uitgedacht, legio cn ondergoed drago
ieder naar gelang van leeftijd, toestand en
omstandighoden. Maar klecdingjclealcn to
willen inkrimpen naar mensehen met zwak
ke ruggen, zou dat niet zijn alsof men het.
peil dor muziek wou neerhalen naar do ver
langens van hardlioorigen
Iu Dc Hollandsche Ld ie zegt do ïodao-
Irice: Daar dc Rcdaotio in deze quacst-io
Reforui-klcoding) zich niet bevoegd acht
lot partijkiezen, stolt zij liet op prijs, wan
neer medici, zoowel vóór- als tegenstanders
der Reform-kleeding, in dit Blad hun voor
lichting govcn.
De heer P. H. Eykman, arts te Sohevc-
ningon, leverde roods eon artikel over „Re-
form-kJeeding en Prof. Treub", waaruit
blijkt, dat hij in menig opzicht met prof.
Troub van mcening verschilt.
In liet Ycnlooich Nieuwsblad schrijft H.
over militaire zaken een artikel,
waaraan hot volgende is ontleend:
Hot staat thans vast, dat do vorige Re-
georing do Kamers en het land mot de :ger-
wutten in de luren hccfi gologd.
Zokcr, ze zouden geld koston, dat gaf
de Minister van Oorlog toe. Maar bij om
en-om oen half millioen zou het wel blijven.
Reeds aanstonds rees twijfel aan dit cij
fer Zelfs leeken begrepen, dat do uitgaven
voor eon zoo a.uimerkclijke verhooging van
het contingent onmogelijk met een betrek
kelijk zoo gering bedrag bestreden konden
worden.
Van alle kanten word in dfc Tweede Ka-
mor captio gemaakt op hot half milliioen.
Do heer Tydeman ach'to hot „buiten eeni
gon twijfel," dab mon er mot eon half mil-
Liocn niet komen kon, en betreurde liet, dat
door den Minister van Oorlog niet met meer
openhartigheid was gehandeld.
Do heer Van Karnobeek vond de voorstel
ling van zaken, wat de kosten betrof, „niet
weinig rooskleurig".
De heer Do Ras loonde met cijfers aan,
dat de raming des Ministers voel to laag
was.
Enz.
Minister Eland preciseerde niet. Nu ja,
hot zou wel wat hooger kunn n wezen, maar
voegde hij er cenigwzins naiof bij de
koston zullen niot het voornaamsto punt van
oppositie togen mijn lcgerorganisatic zijn.
Wij betwijfelen, of dit zou zijn geweest,
indien dc Kamor toon had gewet a, wat
minister Borgansius thans zegt in zijn Me
morie van Antwoord: dat voor de verhoo
ging, welko uit dc nieuwe legorwettert zal
voortvloeien, de twee millioen niot zal be
hoeven to worden overschreden.
Al wiet iedereen, dat do raming van een
half millioen to laag was, aan twee mil
lioen heeft toch wel niemand gedacht.
De Rogeoring, die boter kon weten on be
ter weten moost, heeft door haar te lage
raming on vorder door liaar zwijgen een
meerderheid voor haar voorstellen vorkre
gen, die zij anders allioht nilt zou hebben
gehad. En do Kamor hoeft zeer verkeerd.
I gedaan met eigenlijk iu den blinde c woö
aan te nemen, die thans joo zware finau-
oicele lasten op het volk blijk', tc loggen.
Hoewol naar de meehing vuu het
de! a ui ad de interpellatie van den heer Ter
Laan over het boporkon van de toela
ting van minvermogenden tot dc
H B.-School op niets uitliep, meent do
Nieuwe Rottcixlamschc Courant cr toch in
j te vindou een gelegenheid om des Ministers
denkbeelden over dat Middelbaar Onderwijs
j to leeron kennen. Hot blad zegt dan:
j „Erkennend, dat het M. O., evenmin als
het L. O., een ontwikkeling verschaft, dio
als een soort van wedde moet worden be
schouwd, beseft do Minister, dat juist- ons
M. O., golijk dat op hot oogenblik geregeld
is, een krachtige hervqfming zal uoodig
hebben. Oorspronkelijk ingesteld, wat do
naam ook aanduidt, als oen onderwijs voor
do gogocdo burgerklasse, is het .eer twij
felachtig of juist dit onderwijs in dc toe
komst voor hen, die meer on meer daarvan
beginnen partij to trekken, wel hot mcost
doel treffende mag worden genoemd. Waar
schijnlijk, althans do Minister vonvaoht dit,
zal mon dus over cenige jaren tot oen split
sing van hot M. O. moeten overgaan. Van
daar, dat de Minister zoo min mogelijk wil
werkzaam wezen, om aan onzo H. B -S. con
grootov uitbreiding to govcn, dan zij nu be
zitten."
De llesidcnticbodc betoogde, dat dc aan ge
kondigdo tariefsherziening vooral
niet uitsluitend fiscaal" mocht zijn- Hot blad
meent, dat bescherming van do nationale nij
verheid ook tot do sociale rechtvaardigheid
behoort, die dit Kabinet in zijn pogram heeft
geschreven en dat, al werkt ccn fiscaal ta
rief ook ecnigszins beschermend, men gerust
wat verder kan gaan door speciaal dio tak
ken van nijverheid, welke wegens zware con
currentie niet tot bloei kunnen komen, door
een verhoogd invoorrecht op te beu reu. Maar
in do tweede plaats wcnscht Dc ltestdent it-
bode ccn bepaald beschermend tarief als
iuiddol om retorsie maatregelen te nemen te
gen onzo buren! dio ons met- onzen vco-uit-
voer plagen, wat blijkens dc verklaringen
van graaf von Bülow in den Rijksdag, in do
toekomst eer verergoron dan verbeteren zal.
Op dit artikel van De Residentiebode ant
woordt Het Centrum in een gansch anderen
toonaard. Volgens dit katholiek orgaan,
moet do tariefsherziening juist op de corslo
cn voornaamste plaats fiscaal ziju, daar an
ders h t gold voor do sooialo hervormingen
niot binnenkomt. Men wake cr vooral voor,
dat men do tarieven niet in zoodanige mate
verhoogt, dat do invoer aanmerkelijk of-
neomt. .Immers, zoodra zulks het geval
wordt, verminderen ook do baton, streeft
mon hot doel voorbij, ontvangt men niet het
meerdere, dat nagestrcofd word.
„Naar bevordering van don nationalon ar
beid te streven, „zegt Het Centrum, „is na
tuurlijk ccn loffelijk pogen. Maar of men
dit bereiken zal dooreen soort laricvcnoorlog
aan to gaan, meonon wij te mogen betwijfe
len. Men kan dan wonden toebrengen, ja,
maarzélf ook wonden ontvangen. Beter
dunkt het ons te dezen aanzien objectief te
blijven, afgescheiden van represaille-maatre
gelen. Uitsluitend fiscaal dit zijn wij
met onzen Hnagschcn collega eens - behoeft
do aangekondigde tariefsherziening niot to
zijn zij k a n dit zelfs met wezen. Maar nog
minder zouden wij haar ccn uitsluitend
beschermend karakter willen geven cn kaar
willen bezigen om met do ons omringondo
staten een ernstigen ooonowischcn strijd aan
te gaan. Zoodra wij ccn onkclo uitzonde
ring daargelaten prohibitive rechten
gaan heffen, loopen wij niot slechts gevaar
ons in vele moeilijkheden (o wikkelen, maar
gaat ook noodzakelijkerwijze hot fiscaal ka
rakter onzer tarieven teloor, waarom het nu
toch v o o r n a in c 1 ij k te doen is."
De Nederlander schrijft onder k t hoofd
„K ani o r ad v i ozon":
Dat verslaggevers de waarde der Kamer
zittingen bij voorkeur booordeclen naar de
meerdere of mindere levendigheid der ge
voerde beraadslagingen, is verklaarbaar.
Bedenkt mon, hoe lang zij vaak do gesprek-
Over reformkleeding schrijft de
heer Boissevain in het Handelsblad o. a.
Er wordt veel gepraat over reformklee
ding, maar volgens mijn oordeel ligt de kera
van deze beweging in den voortgang van
Jiet monsokelijke leven, in het vrijere bestaan,
dat do vrouw leidt.
Zoolang de vrouw weinig beweging nam,
was er geen behoefte aan verandering. De
Hollandsche huisvrouw ging tot voor weini
ge jaren niet vóór 's namiddags dc deur uit;
zij bewoog zich dan in een ochtendkleed los
©n gemakkelijk door het huis en ordende
haar huishouden. Togen twaalf uren ging de
netto japon aan; want: foei neen, in zoo'n
stijvo japon je huishouden doen, do wascb
rokken, enz., dat gaat niet, de mouwen
scheuren dadelijk uitNu is dio tijd voorbij,
's morgens vroeg is moeder de vrouw dikwijls
al uit om per rijwiel of te voet boodschap
pen te doen. mensclien to spreken.
Jonge moeders brengen liaar kinderen in
do frissche lucht, reeds zoo spoedig mogelijk
na het ontbijt; vroeger was dit een uitzonde
ring; toen speelden do kleintjes 's morgens
in do huiskamer, om na de koffie met do
kindermeid bij goed weer een uurtje te gaan
wandelen. Om kort to zijn, hot loven gaat
zijn gang, de toestanden wijzigen zioh; de
vrouw beseft meer wat zij aan zickzelve en
het komend geslacht schuldig is.
Een mensch moet baas zijn over zijn klce--
ren en niet de klcoren dc baas over don
monsch.
Wat hebben wij mannen met vreugde ge
zien don terugkeer der vrouw tot hot nabuur-
Gij k leven, tot de natuur. Ze zwemt te gen-
'woordig en rijdt schaatsen, het rijwiel was
teen bovrijdor, en tennis was een hervormer.
'Kortere rokken, zoodat ze niet alleen wande
len, maar loopen, hard loopen in de tennis
baan kon
O tennis 1 Is er iets zoo bevalligs als een
frisck Hollanttacli meisje, dat tennis speelt
De poëzio der beweging toont ze.
Aan de vrouwen, gevormd door dezen te
rugkeer tot Moeder Natuur, tot frissche
lucht cn vroolijke beweging danken wij de
reformkleeding.
Professor Treub vind haar leelijk.
Ik kom in verzet. Do jury der mannen
is het blijkbaar niet eens. Ik vind die klee
ding mooi, bevallig, daarbij echt vrouwelijk.
Yoor de schilders, en dat in do eerste plaats
voor hen, die door portretten de vrouw ver
eeuwigen, is dio kleeding een zogen. Ik stel
mij voor, dat een vrouw, in zulke mooie cn
losse klecding afgebeeld, er nooit ouder-
wetsch zal uitzien.
Eon goed reform toilet volgt getrouw en
eenvoudig de lange slingerlijnen van het
vrouwenlichaamzonder te knellen moet. het
aansluiten en licht zijn in het dragen. Door
dien de hervorming nog zoo nieuw is, komt
de maak van het individu uog sterk uit; er
zijn geen modes of tradities; ieder trekt aan
wat haar het beste lijkt. Dat is heel good
als men mooie kostumes kan bedenken of ze
bii een kunstenares van de naald laat ma
kenmaar sommigen trekken op goed ge
luk iets heel korts, los cn wijds aan, dat
niet altijd even mooi valtzij zijn de
draagsters van den „hobbezak" van prof.
Treub.
Er zijn korte, breede, rondo vrouwen, die
er dus uitzien in een slecht gemaakte re
form, maar kleedt diezelfden in een pran
gend korset on een witte blouse, dan zien
ze er uit als hobbeldebobbe-zakkcncn dat
is nog veol erger!
Ieder kieze wat liaar het beste staat, en
poge smaak te hebben of te koopen.
Ik beklaag hen, dio nooit een goedgekleede
vrouw in reformpakje opgemerkt hebbon. Ik
welIk vinid ze mooi. Ik voorspel, dat een
vrouw, die eenmaal flink tot de reforraklee-
ding is overgegaan, nimmer meer tot de
oudo terug gaat. Hel verschil is als tusschen
vrijheid en gevangenschap Ze blijft getrouw
aan do doelmatige, lichte, vrije kleedcren,
door madame La Yroye uitgedacht. Ofschoon
or hier en daar nog veel te verbeteren valt,
is dc sohoonheidslijn weder teruggebracht ih
de kleeding. Ik vind een bevallige vrouw
het mooist in een klcod, dat liaar zedig
kleedt, maar niet verbergt en belastert. Die
16)
Elfde HoofdBtuk.
Geen beter geneesmiddel voor gewonde
harten dan werk en toen Kinloch twee dagen
na het bal naar zyn regiment terugkeerde,
vond by werk in overvloed. Yan Göring kreeg
hU daar veel minder te zien dan te Barton,
want de veldoefeningen brachten hen niet te
jsamen on bovendien behoorde Göring tot do
officieren, die den dienst alleen als een lastige
stoornis in andore bezigheden beschouwen.
In liet casino at LU zelden en Kinloch kreeg
den indruk alsof bU hem by toevallige ont
moetingen ontweek; in elk geval, hy zocht
hem niet op. Eenmaal had hU hem met een
hoogst elegante dame zien loopen, met wie
hU in oen druk gesprok was, en een volgenden
keer had hij dezelfde dame in de tent voor
verfrisschingen bij het tennisplein bemerkt,
waar Göring Laar Uverig bediende. Kon hfj
de dorp3idylle reeds vergeten hebben? Zou
die ten slotte een tragodio worden
Kapitein Kinloch bevond zich in ztfn club
te Londen en had daar een neef, Somerset
genaamd, by zich genoodigd. Deze was een
opgewekte, jonge man van den Indiscben
veiligheidsdienst, pas in het vaderland terug
gekeerd om een dricmaandeiyksch verlof op
éigen bodem door te brengen. HU was zeer
mededeelzaam van aard en praatto onder den
Uitstekenden maaltijd van bloedverwanten,
jonge meisjes, schietoefeningen en avancement.
„GU wilt je by een ander bataljon laten
verplaatsen. Geof; ik had gedacht, dat gü
voor een tydlang Indiö moede waartl"
„Volstrekt niet! Ik voel veel sympathie
voor Indiö; men verruimt zün gezichtskring
en leeft goed, zelfs als een arme drommel."
„Nu, de arme drommel zal op een goeden
dag een rUk man zyn."
„Daarop reken ik niet. Mijn tante kan met
haar geld doen wat zy wil, en op erfeniesen
loeren is niets voor my. Als jonggezel kan
ik my immers zelf bedruipen."
„Het verwondert my, dat gy er nog
een zyt."
„Zoo? Maak ik den indruk van een huwe-
lykscandidaat?"
„Dat wil ik niet beweren, maar eindeiyk
komt gU toch op den leeftyd daarvoor. Gy
zyt over de dertig
„Gy zyt toch geen moeder, die met een
dochter is blyven zitten! Ik denk niet aan
trouwen. Maar, om over iets anders te spre
ken, staat bU uw regiment niet een zekere
Göring, een mooie kerel, zoo'n soort allèmans-
lieveling?"
„Ja, by is voor anderhalf jaar van de artil
lerie by ons gekomen."
„Een vriend van je?"
„Hm, juist niet. Waarom?"
„Wyi de kerel uit den dienst ontslagen
moest worden."
„Ho, ho. Dus in geen geval een vriend van
jou!" riep Kinloch lachend. „By kan by zyn
vorig regiment niet veel op zyn kerfstok
hebben gehad, want dan zou onze overste
hem niet aangenomen hebben."
„Wyi zyn oude baas evenmin als do uwe
van hem wisten, wat ik weeti Zeg my, hoe
gy hem vindt."
,Ik, Ik houd hem voor een opvallend knap
monsch, dat voortreffeiyk kan whisten en bU
het polo zyns gelyke niet vindt."
„Zoo, nu zal Ik u zeggen, hoe ik over hem
denk," zeide Somerset, terwyi hy oen oogen
blik zweeg en zyn neef vast aanzag, „liy is
een vervloekte speelrat, die niet meer begrip
van eor heeft dan de eerste de beste zakken
roller. Wanneer liet in zyn kraam te pas
komt, liegt hy er maar op los, en van een
geweten weet hy volstrekt niets."
„Dat is zoo tameiyk het ergste, wat men
van iemand kan zeggen
„Juist, doch ik spreek maar niet zoo in
't onbestemde. Het is oen lange geschiedenis,
maar daar gy toch eenigszins op je hoede
moet zyn tegen de slang
„Die ik nooit aan myn boezem heb ge
koesterd. Maar vertel!"
„Gy weet, dat ons ginds de Dacoiten')
veel te doen geven. In den laatsten tyd had
den wy het met een boroemdhoid onder hen
te doen, een zekeren Gassopali Jheel. Wy
loerden voortdurend op hem, maar de man
was te gewikst, wy viogen liern wel eens,
maar hy ontkwam, wat zyn room nog ver
hoogde, want hy is nameiyk een zonderlinge
theatralische snaak, dio steeds voor do galery
speelt. Af en toe begaat hy een afscbuweiyken
moord, snijdt vrouwen neuzen en vingers af,
dan weer verstopt liij zich in een hollen boom
en werpt liaar zjjden doeken en edelgesteenten
toe, als zy passeeren. Voor vier jaar heeft hy
het zoo bont gemaakt, dat men zich tot eiken
pry's van hem wildo meester maken; er was
een groote belooning voor zyn hoord geboden
en wie hem gevangen liad, zou zyn fortuin
gemaakt hebben. Aldus spanden wy ons razend
in, vervolgden hem op die mare dagenlang, doch
Iobeemsche roovtra
in den regel slechts ora to vernemen, dat hy
intu88chon vyftig myl verder aan hetandoro eind
van den djungel was opgedoken. Hy be
schouwde dat verstoppertje-spelen blykbaar
als oen soort sport en hoopte ons daarmee
to vermoeien, maar wy lieton hom niet
schieten. Een jong officier, Porry gonaamd,
hy had in Engeland met my op school go-
gaan stolde alles in het werk, om hem te
krUgen en zyn oude officier koesterde boven
dien een persoonlyken wrok tegen den schurk,
welke met den neus van zyn eerste vrouw samen
hing. Perry was oen doortastende kerelhard
nekkig en onvermoeid vervolgde hy den Dacoit
met zyn sewarsals een troep bloedhonden.
Door goede vorkonners, ontzettende vol
harding, ongeloofiyko snelheid, vonden zy hem
eindeiyk in een van zyn schuilhoeken, waar
Gassepah zich zoo veilig waande, dat zy hem
ongowapend en slapend aantroffen. Zyn ban
dietenbende zocht het hazenpad, Porry legde
hem do handboeien aan en tweo stevige, taaio
Sewars namen hem in hun midden. Porry
was buiten zichzelf van gelukZyn tookomst
was gemaakt 1 Paarden en manschappen waron
echter geheel uitgeput, - het was in hot
heete jaargetyde on zy konden den ïnarsch
niet ondernemen zonder uitgerust te hebben.
Zoo hield men in een ouden Dak-bungalow
(Indisch huis) van de Jubbulporestraat halt,
om den dag rustende door Ie brengon on na
zonsopgang op te breken. Gassapah werd in
een achterkamer gebracht en een schildwacht
bewaakte hem. Perry hield de voorkamer voor
zich, terwyt zyn manschappen hot zich op de
veranda en de treden beliaagiyk maakten.Gy
kunt je toch alles voorstellen?"
„Natuurlyk! Ik ben in de grootste spanning!"
Se war: militair inboorling t» paard.
„Goed! Nadat Porry zich gowasschon en ont-
boton had, bracht by zyn gevangene oen bezoek.
Hy vond hem in eon zeer gedrukto stemming;
Qassepah scheen begrepen te hebben, dat zyn
laatsto uur spoedig zou slaan. HU vorzocht on.
oen onderhoud onder vior oogen met Perry, wat
hem word toegostaan; hy sprak toon voel,
maar in een taal, waarvan Porry slechts af
on toe oen woord verstond. Daarom begon
hy mot de gebarentaal, stak de gobooido
bandon voor zich uit en weos op oen opge
vulde plek onder zUn rechterarm. Hy was
tot op een tulband on zware gouden arm
banden na spiernaakt en Perry begreep na
eenfgen tyd, dat hU hem wildo omkoopen.
Periy's frisch kindergolaat scheen hein daar-
too uit te noodigen. Steeds weer naar de
opgevulde plek wyzend, herhaalde hy op zUn
Hindostansch: „Vyftig duizend ropyen!"
Porry gevoelde grooten lust, hom te schop
pen, doch stelde zich tovreden mot hem allo
Hlndostanscho scheldwoorden naar iiot hoofd
te werpen, welke hU te zynor beschikking
had, on verliet het vertrek."
„Dat strekt jouw schoolkameraad tot eer,
maar wat lieeft Göring daarmee te maken?"
„Heb maar goduld; die treedt dadelijk op!
Göring bevond zich nameiyk toevallig met
dragers en Jagersknochton op de tygorjacht
en zyn manschappen verschenen tegen negen
uur, om den bungalow voor zich in beslag
te nomen. Dien vonden zy wol is waar in
gebruik, maar Porry nam Göring vriendeiyk
op, deelde zyn kamer met hem en onthaalde
hem op proviand. Göring was ook de bemin-
noiykheid zelve on wenschto hem geluk mot
zyn vangst, gaf zyn verlangen tp kennen,
het wonderdier te zien, wat Perry echter slochts
door een blik in het raam toestond.
(Wordt vervolgd