LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 20 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1002 a Ito.'131 SS PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Peggy. lange, mooie lijnen, door geen dwarst reep onderbroken, die gemakkelijke, vrije bewe gingen alsMaar ik eindig. Mijn plei dooi voor vrijheid is afgcloopen. Ik ben een liberaal, dat is een geloovige in de vrijheid, en een vijand van noodoloozen dwang. Mevrouw N. Man6veldt—De Wit Huberts, te 's-Hcrt>ogenbosek, zegt in de Proe. Over- [jsclsclie en Zwolschc Courant het volg. ndc: Toen professor Trcub zijn bekend arcikel in De Lelie ook door ons vermeld ge- eahreven had, was mijn eerste gedachte: ik hoop, dat geen der „Reform-zeloten", zoo als hij ons noemt, cr tegen op komt; het beste is er de schoudere voor op te halen on ©til onzen gang te gaan. Maar andore dach ten er niet zoo over en grepen naar de p n. En misschien hebban zij golijk, want do te genstanders en -standsters van do reform- kleeding, waarvan er helaas nog volen zijn, vonden dit artikel natuurlijk koren op hun molen en denken wellicht van ons: „Wie zwijgt stemt toe". Een vriendelijke hand zond mij dc twee couranten, waarin mejuffrouw Milatz cn de heer Oosterbaan opkomen tegen de bewerin gen van prof. Treub. Hij noemt wel ieder een een beunhaas, die niet in de medicij nen gestudeerd heeft en dan toch over re formkleeding durft praten; maar ik geloof toch, dat een leerares in do gymnastiek, zooals mejuffrouw Milatz, het volste recht van meepraten heeft en dat zij wol weten zal of het waar is, dat or een aantal (Zwol- sohe) wervelkolommen reeds scheef gegroeid zijn door de slechte reformkleeding, zooals do professor belieft te beweren. Het stukje van dl'. Oosterbaan is voor mij een aanleiding om ook eens eon duit in liet zakje te doen, daar, waar hij spreekt van dc ademhaling. Do abdominale ademhaling is een doini- neorond punt bij de zangkunst (ook uit hy giënisch oogpunt), hoe paradox dit ook klinken moge. De abdominale of diepe ademhaling, dat is dc vulling dor longen tot in de uiterste toppen, is niet mogelijk zoodra de spieren aan heb middenrif of de buik cenige belemmering van buitenaf on dervinden, o a. door een korset. Onze meesterzanger Messchaeit heeft het onlangs nog gezegd, dat hij het altijd een rustig gevoel vond, als er een zang. s in reformkleeding naast hem stond tc zin gen on liij geen gehijg hoorde. Onder ,,g •- hijg" verstaan zingende menschcn hoogc of sleutel been-ademhaling „Zwoegende loe- zoms" zijn mooi in romans, maar geheel uit den booze als het zangeressen betreft. Ik voed nog steeds veel voor mijn oude woon plaats en volg vooral het muzikale leven met veel belangstelling. Ik weet daarom, dat do zangvciceniging „Gaeeilia" onder den heer Van Riemsdijk in blocienden toestand verkeert en dat mijn vroegere locraree, me juffrouw Bartolomeus, velo leerlingen heeft. Hebben nu al die zingende dames mot de sleur gebroken, afstand gedaan van liet koreet cn b&traohten zij een abdomi nale ademhaling Dr. Koperberg te 's-GravenJiage, een van de vele doktoren, die gelukkig een andere mcening zijn toegedaan als prof. Trcub, schrijft in het weekblad Dc Huisvrouw 1 an cenige maanden geleden: „Er ie, in verband met deze spierzwakte (die van den.rug nl.), nog een gewichtige faotor waar te nomen. nl. de storende in vloed op de ademlialingsbewegingenMeet men met een spirometer de hoeveelheid lucht, die in- en weder uitgeademd wordt, dan ziet men, dat door een korset-draagster 2034 procent minder lucht wordt inge ademd dan door anderen. Buiten de spire mote rp roeven, dus in gewone omstandighe den, is dit cijfer geringer, doch altijd nog 10 procent. Een eenvoudige berekening leert, dat zulk een korset-dragend monsch in 24 uren 1/10 minder lucht opneemt, dan iemand zonder korset. Hierdoor alleen kan reeds bloedarmoede met haar aanhang van lasten en kwalen ontstaan, afgezien nog van het fait, dat slechtwerkende longen voorbo- schiktheïid geven voor tuberculose." Ik weet, dat het sanatorium te Hollen- doorn in Zwolle veel belangstelling en hulp vond, getuige het concert, dat onlangs nog ten voordeelo dier inrichting werd gegeven. I W: Wil men nu dit. sanatorium ook helpen, door er moedwillig patienton voor to fokken, zooals dr. Koperberg zoo duidelijk verklaart? Wanneer men een nieuwe id^c ingang wil loon vinden, is hot het best, dat van alle kanten met ons geestesoog to bekijken en verder zooveel mogelijk te bespreken. Onzo gezondheid mogen wij waarlijk wel als een edelgesteente trachten tc bewaren en aan een edelgesteente, zijn gewoonlijk velo faoefcten. Ik hoop hiormode een klein licht straaltje op één dier facetten te hebben doen vallen. In De HollamLche Tfclic zegt jkvr. Dc Sft- Yornin Lobman in com „briefwisseling" als volgt haar opinie ovel de reform-kleeding: „Wat „die dames" 4ü' van zeggen? Maar dat spreekt toch immers vanzelf, dat prof. Treub, specialiteit in vrouwenkwalen, wiens roem ver over onze grenzen gaat, geen het minste verstand heeft van vrouwenlichamen cn vrouwenziekten, en vrouwenklceding in verband daarmede, 't Is ifnmers véél na tuurlijker, dat een Parijseho modiste, die hier te lande rijk tracht te worden, op kos ten eoncr goedgelöövige damesscharo, cn een would-be-Europeesoke eigenlijk-Indische vrouw, daar aan het korsetloozc sarong- en kabaai-loopen gewend, cn nu belust op het spelen van een rolletje hier te onzent, dat twéé zulke grondig-ondcriegde, en belang- loozo dames een veel degelijker, juister en eerlijker oordeel moeten hebben over vrou wengezondheid, in verband met korset en kleeding. dan een gvnnekoloog als prof. Treub! „Wat die dames zeggen" doet voor mij niets ter zake. Ik vraag alleen wat zij er van zeggen, die liet weten kunnen. En dat zijn iu dit geval dc mannen van het vak." - Geert ru id a Carelsen uil Berlijn schrijft in Hef Nieuws van den Dag. na een verslag van een „avondje", aldaar aan een talrijk publiek aangeboden, waar een honderdtal dames in sierlijke reformklecren een leven de propaganda-tentoonstclling gaven: „Werkelijk kan men zeggen, dal de re formklecding hier ..in de mode" begint te komen. Niet alleen gaan hoe langer zoo meer d:imes er toe over, maar hoe langer zoo meer hoort men ook een ingeregen korset- lijf „philislrös", d. w. z. „spiosburgevlijk" nccmen. Die voorloopigc overwinning is zonder twijfel voor een deel daaraan te danken, dat de leidsters der zaak liet gezond vorstand hebben gehad, met de mode op een goeden vc-et te blijven. Zij hebben van den aanvang af zich onthouden van de invoering van een of ander uniform-kostuum, maar zijn altijd zooveel doenlijk met do modo meegegaan, al leen datgene verwerpend wat zij het aller schadelijkst aolitun, Daarom doet thans de Mode, die onpersoonlijke, ongrijpbare gril lige macht, haar den dienst om haar arbeid te steunen. Maar als iet-s „in dc mode" is, loopt lioi allo gevaar, er na korter öf langer tijd weer „uit" té raken. Dit begrijpen dc bedoelde dames zeer goed; cn daarom zien zij in, dat liet thans do tijd is om van het gunstigo oogenblik gebruik te maken. Indien zij eens deels mot de mode een compromis sluiten, trachten zij anderdeels zioli onafhankelijk te maken van haar grillen. Daarom is het nu aan de orde, vast tc stellen, welke bijzaken aan die grillen mo gen worden overgelaten en wat de spil is, waar dc reform-beweging om draait. Dat die spil, do hoofdzaak der klecding- verbctcring, zou zijn een verlegging van hot gewicht der kleeding van heupen naar schouders, zooals sommigen in Nederland schijnen te nieenen, is te dwaas. Indien dit het geval was. zou do ondergeteekendo er stellig niet geen haar op haar hoofd aan meedoenMogen vroeger allicht sommige onhandige goschriftjes tot dat misverstand aanleiding gegeven hebben, alle ecnigs- zins practische vrouwen hebben zioh daar vanzelf spoedig doorheen gewerkt. Een be wijs daarvoor is, dat bij deze levcnui ten toonstelling bijna niets meer te zien was van dio schadelijko en leelijko sohouder- hengseltjes, waarmee velen aanvankelijk ge tracht hebbon, ouder^ etschc japonne-. naar de nieuwe mode te veranderen. Het noodzakelijk gewicht der kleeding wordt gedragen door behoorlijke aansluiting van het ondergoed over het geheele lichaam. Neon, do hoofdzaak dient men van een veel ruimer standpunt te beoordeelon. Het is, algemeen gezegd, eon poging om de klccdiug to maken in harmonie met- de natuur van liet lichaam, en niet willekeurig daartegen in. Diet schijnbaren voorbijgang van hooge hakken, stijvo kragen en andere booze dingen, is men, dapper en wel, met ccn der krilicksto punten, het inrijgen, begonnen. Daar dc grooto verleiding tot inrijgen be staat in de zucht om do bovenklecding ..glad" to doen „zitten", heeft men eenvou dig voorgeslagen, liet begrip „taiilo" tc doen verdwijnen. Dat is een eerste schrede. Nu kan hot knellende korset vervallen. Ook het zoogenaamde „goedgemaakte". Wat heet een goed gemaakt korset Een dat sluit bij in- of bij uitademing? Bij volle of bij leege maag Is „een ^goedgemaakt korset" niet eigenlijk een rudimentair overblijfsel uit een tijd teen men cr niet aan daclit dat een mensch een levend orgauismo is Overigens, voor wio niet buiten „eenigon steun" kan zijn do modellen van „Corset- orsatz", in den loop dier zeven jaren hier reeds uitgedacht, legio cn ondergoed drago ieder naar gelang van leeftijd, toestand en omstandighoden. Maar klecdingjclealcn to willen inkrimpen naar mensehen met zwak ke ruggen, zou dat niet zijn alsof men het. peil dor muziek wou neerhalen naar do ver langens van hardlioorigen Iu Dc Hollandsche Ld ie zegt do ïodao- Irice: Daar dc Rcdaotio in deze quacst-io Reforui-klcoding) zich niet bevoegd acht lot partijkiezen, stolt zij liet op prijs, wan neer medici, zoowel vóór- als tegenstanders der Reform-kleeding, in dit Blad hun voor lichting govcn. De heer P. H. Eykman, arts te Sohevc- ningon, leverde roods eon artikel over „Re- form-kJeeding en Prof. Treub", waaruit blijkt, dat hij in menig opzicht met prof. Troub van mcening verschilt. In liet Ycnlooich Nieuwsblad schrijft H. over militaire zaken een artikel, waaraan hot volgende is ontleend: Hot staat thans vast, dat do vorige Re- georing do Kamers en het land mot de :ger- wutten in de luren hccfi gologd. Zokcr, ze zouden geld koston, dat gaf de Minister van Oorlog toe. Maar bij om en-om oen half millioen zou het wel blijven. Reeds aanstonds rees twijfel aan dit cij fer Zelfs leeken begrepen, dat do uitgaven voor eon zoo a.uimerkclijke verhooging van het contingent onmogelijk met een betrek kelijk zoo gering bedrag bestreden konden worden. Van alle kanten word in dfc Tweede Ka- mor captio gemaakt op hot half milliioen. Do heer Tydeman ach'to hot „buiten eeni gon twijfel," dab mon er mot eon half mil- Liocn niet komen kon, en betreurde liet, dat door den Minister van Oorlog niet met meer openhartigheid was gehandeld. Do heer Van Karnobeek vond de voorstel ling van zaken, wat de kosten betrof, „niet weinig rooskleurig". De heer Do Ras loonde met cijfers aan, dat de raming des Ministers voel to laag was. Enz. Minister Eland preciseerde niet. Nu ja, hot zou wel wat hooger kunn n wezen, maar voegde hij er cenigwzins naiof bij de koston zullen niot het voornaamsto punt van oppositie togen mijn lcgerorganisatic zijn. Wij betwijfelen, of dit zou zijn geweest, indien dc Kamor toon had gewet a, wat minister Borgansius thans zegt in zijn Me morie van Antwoord: dat voor de verhoo ging, welko uit dc nieuwe legorwettert zal voortvloeien, de twee millioen niot zal be hoeven to worden overschreden. Al wiet iedereen, dat do raming van een half millioen to laag was, aan twee mil lioen heeft toch wel niemand gedacht. De Rogeoring, die boter kon weten on be ter weten moost, heeft door haar te lage raming on vorder door liaar zwijgen een meerderheid voor haar voorstellen vorkre gen, die zij anders allioht nilt zou hebben gehad. En do Kamor hoeft zeer verkeerd. I gedaan met eigenlijk iu den blinde c woö aan te nemen, die thans joo zware finau- oicele lasten op het volk blijk', tc loggen. Hoewol naar de meehing vuu het de! a ui ad de interpellatie van den heer Ter Laan over het boporkon van de toela ting van minvermogenden tot dc H B.-School op niets uitliep, meent do Nieuwe Rottcixlamschc Courant cr toch in j te vindou een gelegenheid om des Ministers denkbeelden over dat Middelbaar Onderwijs j to leeron kennen. Hot blad zegt dan: j „Erkennend, dat het M. O., evenmin als het L. O., een ontwikkeling verschaft, dio als een soort van wedde moet worden be schouwd, beseft do Minister, dat juist- ons M. O., golijk dat op hot oogenblik geregeld is, een krachtige hervqfming zal uoodig hebben. Oorspronkelijk ingesteld, wat do naam ook aanduidt, als oen onderwijs voor do gogocdo burgerklasse, is het .eer twij felachtig of juist dit onderwijs in dc toe komst voor hen, die meer on meer daarvan beginnen partij to trekken, wel hot mcost doel treffende mag worden genoemd. Waar schijnlijk, althans do Minister vonvaoht dit, zal mon dus over cenige jaren tot oen split sing van hot M. O. moeten overgaan. Van daar, dat de Minister zoo min mogelijk wil werkzaam wezen, om aan onzo H. B -S. con grootov uitbreiding to govcn, dan zij nu be zitten." De llesidcnticbodc betoogde, dat dc aan ge kondigdo tariefsherziening vooral niet uitsluitend fiscaal" mocht zijn- Hot blad meent, dat bescherming van do nationale nij verheid ook tot do sociale rechtvaardigheid behoort, die dit Kabinet in zijn pogram heeft geschreven en dat, al werkt ccn fiscaal ta rief ook ecnigszins beschermend, men gerust wat verder kan gaan door speciaal dio tak ken van nijverheid, welke wegens zware con currentie niet tot bloei kunnen komen, door een verhoogd invoorrecht op te beu reu. Maar in do tweede plaats wcnscht Dc ltestdent it- bode ccn bepaald beschermend tarief als iuiddol om retorsie maatregelen te nemen te gen onzo buren! dio ons met- onzen vco-uit- voer plagen, wat blijkens dc verklaringen van graaf von Bülow in den Rijksdag, in do toekomst eer verergoron dan verbeteren zal. Op dit artikel van De Residentiebode ant woordt Het Centrum in een gansch anderen toonaard. Volgens dit katholiek orgaan, moet do tariefsherziening juist op de corslo cn voornaamste plaats fiscaal ziju, daar an ders h t gold voor do sooialo hervormingen niot binnenkomt. Men wake cr vooral voor, dat men do tarieven niet in zoodanige mate verhoogt, dat do invoer aanmerkelijk of- neomt. .Immers, zoodra zulks het geval wordt, verminderen ook do baton, streeft mon hot doel voorbij, ontvangt men niet het meerdere, dat nagestrcofd word. „Naar bevordering van don nationalon ar beid te streven, „zegt Het Centrum, „is na tuurlijk ccn loffelijk pogen. Maar of men dit bereiken zal dooreen soort laricvcnoorlog aan to gaan, meonon wij te mogen betwijfe len. Men kan dan wonden toebrengen, ja, maarzélf ook wonden ontvangen. Beter dunkt het ons te dezen aanzien objectief te blijven, afgescheiden van represaille-maatre gelen. Uitsluitend fiscaal dit zijn wij met onzen Hnagschcn collega eens - behoeft do aangekondigde tariefsherziening niot to zijn zij k a n dit zelfs met wezen. Maar nog minder zouden wij haar ccn uitsluitend beschermend karakter willen geven cn kaar willen bezigen om met do ons omringondo staten een ernstigen ooonowischcn strijd aan te gaan. Zoodra wij ccn onkclo uitzonde ring daargelaten prohibitive rechten gaan heffen, loopen wij niot slechts gevaar ons in vele moeilijkheden (o wikkelen, maar gaat ook noodzakelijkerwijze hot fiscaal ka rakter onzer tarieven teloor, waarom het nu toch v o o r n a in c 1 ij k te doen is." De Nederlander schrijft onder k t hoofd „K ani o r ad v i ozon": Dat verslaggevers de waarde der Kamer zittingen bij voorkeur booordeclen naar de meerdere of mindere levendigheid der ge voerde beraadslagingen, is verklaarbaar. Bedenkt mon, hoe lang zij vaak do gesprek- Over reformkleeding schrijft de heer Boissevain in het Handelsblad o. a. Er wordt veel gepraat over reformklee ding, maar volgens mijn oordeel ligt de kera van deze beweging in den voortgang van Jiet monsokelijke leven, in het vrijere bestaan, dat do vrouw leidt. Zoolang de vrouw weinig beweging nam, was er geen behoefte aan verandering. De Hollandsche huisvrouw ging tot voor weini ge jaren niet vóór 's namiddags dc deur uit; zij bewoog zich dan in een ochtendkleed los ©n gemakkelijk door het huis en ordende haar huishouden. Togen twaalf uren ging de netto japon aan; want: foei neen, in zoo'n stijvo japon je huishouden doen, do wascb rokken, enz., dat gaat niet, de mouwen scheuren dadelijk uitNu is dio tijd voorbij, 's morgens vroeg is moeder de vrouw dikwijls al uit om per rijwiel of te voet boodschap pen te doen. mensclien to spreken. Jonge moeders brengen liaar kinderen in do frissche lucht, reeds zoo spoedig mogelijk na het ontbijt; vroeger was dit een uitzonde ring; toen speelden do kleintjes 's morgens in do huiskamer, om na de koffie met do kindermeid bij goed weer een uurtje te gaan wandelen. Om kort to zijn, hot loven gaat zijn gang, de toestanden wijzigen zioh; de vrouw beseft meer wat zij aan zickzelve en het komend geslacht schuldig is. Een mensch moet baas zijn over zijn klce-- ren en niet de klcoren dc baas over don monsch. Wat hebben wij mannen met vreugde ge zien don terugkeer der vrouw tot hot nabuur- Gij k leven, tot de natuur. Ze zwemt te gen- 'woordig en rijdt schaatsen, het rijwiel was teen bovrijdor, en tennis was een hervormer. 'Kortere rokken, zoodat ze niet alleen wande len, maar loopen, hard loopen in de tennis baan kon O tennis 1 Is er iets zoo bevalligs als een frisck Hollanttacli meisje, dat tennis speelt De poëzio der beweging toont ze. Aan de vrouwen, gevormd door dezen te rugkeer tot Moeder Natuur, tot frissche lucht cn vroolijke beweging danken wij de reformkleeding. Professor Treub vind haar leelijk. Ik kom in verzet. Do jury der mannen is het blijkbaar niet eens. Ik vind die klee ding mooi, bevallig, daarbij echt vrouwelijk. Yoor de schilders, en dat in do eerste plaats voor hen, die door portretten de vrouw ver eeuwigen, is dio kleeding een zogen. Ik stel mij voor, dat een vrouw, in zulke mooie cn losse klecding afgebeeld, er nooit ouder- wetsch zal uitzien. Eon goed reform toilet volgt getrouw en eenvoudig de lange slingerlijnen van het vrouwenlichaamzonder te knellen moet. het aansluiten en licht zijn in het dragen. Door dien de hervorming nog zoo nieuw is, komt de maak van het individu uog sterk uit; er zijn geen modes of tradities; ieder trekt aan wat haar het beste lijkt. Dat is heel good als men mooie kostumes kan bedenken of ze bii een kunstenares van de naald laat ma kenmaar sommigen trekken op goed ge luk iets heel korts, los cn wijds aan, dat niet altijd even mooi valtzij zijn de draagsters van den „hobbezak" van prof. Treub. Er zijn korte, breede, rondo vrouwen, die er dus uitzien in een slecht gemaakte re form, maar kleedt diezelfden in een pran gend korset on een witte blouse, dan zien ze er uit als hobbeldebobbe-zakkcncn dat is nog veol erger! Ieder kieze wat liaar het beste staat, en poge smaak te hebben of te koopen. Ik beklaag hen, dio nooit een goedgekleede vrouw in reformpakje opgemerkt hebbon. Ik welIk vinid ze mooi. Ik voorspel, dat een vrouw, die eenmaal flink tot de reforraklee- ding is overgegaan, nimmer meer tot de oudo terug gaat. Hel verschil is als tusschen vrijheid en gevangenschap Ze blijft getrouw aan do doelmatige, lichte, vrije kleedcren, door madame La Yroye uitgedacht. Ofschoon or hier en daar nog veel te verbeteren valt, is dc sohoonheidslijn weder teruggebracht ih de kleeding. Ik vind een bevallige vrouw het mooist in een klcod, dat liaar zedig kleedt, maar niet verbergt en belastert. Die 16) Elfde HoofdBtuk. Geen beter geneesmiddel voor gewonde harten dan werk en toen Kinloch twee dagen na het bal naar zyn regiment terugkeerde, vond by werk in overvloed. Yan Göring kreeg hU daar veel minder te zien dan te Barton, want de veldoefeningen brachten hen niet te jsamen on bovendien behoorde Göring tot do officieren, die den dienst alleen als een lastige stoornis in andore bezigheden beschouwen. In liet casino at LU zelden en Kinloch kreeg den indruk alsof bU hem by toevallige ont moetingen ontweek; in elk geval, hy zocht hem niet op. Eenmaal had hU hem met een hoogst elegante dame zien loopen, met wie hU in oen druk gesprok was, en een volgenden keer had hij dezelfde dame in de tent voor verfrisschingen bij het tennisplein bemerkt, waar Göring Laar Uverig bediende. Kon hfj de dorp3idylle reeds vergeten hebben? Zou die ten slotte een tragodio worden Kapitein Kinloch bevond zich in ztfn club te Londen en had daar een neef, Somerset genaamd, by zich genoodigd. Deze was een opgewekte, jonge man van den Indiscben veiligheidsdienst, pas in het vaderland terug gekeerd om een dricmaandeiyksch verlof op éigen bodem door te brengen. HU was zeer mededeelzaam van aard en praatto onder den Uitstekenden maaltijd van bloedverwanten, jonge meisjes, schietoefeningen en avancement. „GU wilt je by een ander bataljon laten verplaatsen. Geof; ik had gedacht, dat gü voor een tydlang Indiö moede waartl" „Volstrekt niet! Ik voel veel sympathie voor Indiö; men verruimt zün gezichtskring en leeft goed, zelfs als een arme drommel." „Nu, de arme drommel zal op een goeden dag een rUk man zyn." „Daarop reken ik niet. Mijn tante kan met haar geld doen wat zy wil, en op erfeniesen loeren is niets voor my. Als jonggezel kan ik my immers zelf bedruipen." „Het verwondert my, dat gy er nog een zyt." „Zoo? Maak ik den indruk van een huwe- lykscandidaat?" „Dat wil ik niet beweren, maar eindeiyk komt gU toch op den leeftyd daarvoor. Gy zyt over de dertig „Gy zyt toch geen moeder, die met een dochter is blyven zitten! Ik denk niet aan trouwen. Maar, om over iets anders te spre ken, staat bU uw regiment niet een zekere Göring, een mooie kerel, zoo'n soort allèmans- lieveling?" „Ja, by is voor anderhalf jaar van de artil lerie by ons gekomen." „Een vriend van je?" „Hm, juist niet. Waarom?" „Wyi de kerel uit den dienst ontslagen moest worden." „Ho, ho. Dus in geen geval een vriend van jou!" riep Kinloch lachend. „By kan by zyn vorig regiment niet veel op zyn kerfstok hebben gehad, want dan zou onze overste hem niet aangenomen hebben." „Wyi zyn oude baas evenmin als do uwe van hem wisten, wat ik weeti Zeg my, hoe gy hem vindt." ,Ik, Ik houd hem voor een opvallend knap monsch, dat voortreffeiyk kan whisten en bU het polo zyns gelyke niet vindt." „Zoo, nu zal Ik u zeggen, hoe ik over hem denk," zeide Somerset, terwyi hy oen oogen blik zweeg en zyn neef vast aanzag, „liy is een vervloekte speelrat, die niet meer begrip van eor heeft dan de eerste de beste zakken roller. Wanneer liet in zyn kraam te pas komt, liegt hy er maar op los, en van een geweten weet hy volstrekt niets." „Dat is zoo tameiyk het ergste, wat men van iemand kan zeggen „Juist, doch ik spreek maar niet zoo in 't onbestemde. Het is oen lange geschiedenis, maar daar gy toch eenigszins op je hoede moet zyn tegen de slang „Die ik nooit aan myn boezem heb ge koesterd. Maar vertel!" „Gy weet, dat ons ginds de Dacoiten') veel te doen geven. In den laatsten tyd had den wy het met een boroemdhoid onder hen te doen, een zekeren Gassopali Jheel. Wy loerden voortdurend op hem, maar de man was te gewikst, wy viogen liern wel eens, maar hy ontkwam, wat zyn room nog ver hoogde, want hy is nameiyk een zonderlinge theatralische snaak, dio steeds voor do galery speelt. Af en toe begaat hy een afscbuweiyken moord, snijdt vrouwen neuzen en vingers af, dan weer verstopt liij zich in een hollen boom en werpt liaar zjjden doeken en edelgesteenten toe, als zy passeeren. Voor vier jaar heeft hy het zoo bont gemaakt, dat men zich tot eiken pry's van hem wildo meester maken; er was een groote belooning voor zyn hoord geboden en wie hem gevangen liad, zou zyn fortuin gemaakt hebben. Aldus spanden wy ons razend in, vervolgden hem op die mare dagenlang, doch Iobeemsche roovtra in den regel slechts ora to vernemen, dat hy intu88chon vyftig myl verder aan hetandoro eind van den djungel was opgedoken. Hy be schouwde dat verstoppertje-spelen blykbaar als oen soort sport en hoopte ons daarmee to vermoeien, maar wy lieton hom niet schieten. Een jong officier, Porry gonaamd, hy had in Engeland met my op school go- gaan stolde alles in het werk, om hem te krUgen en zyn oude officier koesterde boven dien een persoonlyken wrok tegen den schurk, welke met den neus van zyn eerste vrouw samen hing. Perry was oen doortastende kerelhard nekkig en onvermoeid vervolgde hy den Dacoit met zyn sewarsals een troep bloedhonden. Door goede vorkonners, ontzettende vol harding, ongeloofiyko snelheid, vonden zy hem eindeiyk in een van zyn schuilhoeken, waar Gassepah zich zoo veilig waande, dat zy hem ongowapend en slapend aantroffen. Zyn ban dietenbende zocht het hazenpad, Porry legde hem do handboeien aan en tweo stevige, taaio Sewars namen hem in hun midden. Porry was buiten zichzelf van gelukZyn tookomst was gemaakt 1 Paarden en manschappen waron echter geheel uitgeput, - het was in hot heete jaargetyde on zy konden den ïnarsch niet ondernemen zonder uitgerust te hebben. Zoo hield men in een ouden Dak-bungalow (Indisch huis) van de Jubbulporestraat halt, om den dag rustende door Ie brengon on na zonsopgang op te breken. Gassapah werd in een achterkamer gebracht en een schildwacht bewaakte hem. Perry hield de voorkamer voor zich, terwyt zyn manschappen hot zich op de veranda en de treden beliaagiyk maakten.Gy kunt je toch alles voorstellen?" „Natuurlyk! Ik ben in de grootste spanning!" Se war: militair inboorling t» paard. „Goed! Nadat Porry zich gowasschon en ont- boton had, bracht by zyn gevangene oen bezoek. Hy vond hem in eon zeer gedrukto stemming; Qassepah scheen begrepen te hebben, dat zyn laatsto uur spoedig zou slaan. HU vorzocht on. oen onderhoud onder vior oogen met Perry, wat hem word toegostaan; hy sprak toon voel, maar in een taal, waarvan Porry slechts af on toe oen woord verstond. Daarom begon hy mot de gebarentaal, stak de gobooido bandon voor zich uit en weos op oen opge vulde plek onder zUn rechterarm. Hy was tot op een tulband on zware gouden arm banden na spiernaakt en Perry begreep na eenfgen tyd, dat hU hem wildo omkoopen. Periy's frisch kindergolaat scheen hein daar- too uit te noodigen. Steeds weer naar de opgevulde plek wyzend, herhaalde hy op zUn Hindostansch: „Vyftig duizend ropyen!" Porry gevoelde grooten lust, hom te schop pen, doch stelde zich tovreden mot hem allo Hlndostanscho scheldwoorden naar iiot hoofd te werpen, welke hU te zynor beschikking had, on verliet het vertrek." „Dat strekt jouw schoolkameraad tot eer, maar wat lieeft Göring daarmee te maken?" „Heb maar goduld; die treedt dadelijk op! Göring bevond zich nameiyk toevallig met dragers en Jagersknochton op de tygorjacht en zyn manschappen verschenen tegen negen uur, om den bungalow voor zich in beslag te nomen. Dien vonden zy wol is waar in gebruik, maar Porry nam Göring vriendeiyk op, deelde zyn kamer met hem en onthaalde hem op proviand. Göring was ook de bemin- noiykheid zelve on wenschto hem geluk mot zyn vangst, gaf zyn verlangen tp kennen, het wonderdier te zien, wat Perry echter slochts door een blik in het raam toestond. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5