P^W^Cg-fMFTSTT'.-; /r™T 1 i- -r- y-r-- #,de wereld". Yan heb oogenblik of, waar op hoar proeftijd is veretreken, sterJ"fc 70 af Voor het wereldlijk leven, heeft geen andere toekomst ineer, 011 geen andere mogelijkheid, dan to zijn en to blijven orde-zuster." Wie do kraeht, den zedelijken moed, heeft tot dat beshidt,, die zal daarin vrede vinden, die heeft voortaan dat, wat wij vrouwen ge woonlijk zoo hoog-noodig hebben, een band, ben steun, een leiding. Ik weet wel, dat er voor de proteetantscho vrouwen zieken huizen en andere toevluchtsoorden zijn, waar zij als vrijwillige liefdezusters een dergelijk lovon kunnen leiden; maar juist omdat ze de vrijheid kunnen behouden tot de wereld borug te keeren, behouden ze ook haar inwendigen strijd, haar hunkeren naar een andere toekomst dan deze, haar hopen, dat het nog kan gcl>eurcn, dat ze nog gelukkig" worden; dn m o n i g geval, laat ons 't woord maar bij den naam noemen, behouden ze haar heimelijke brouwlustigheid, die do non moot dooden,om dat zo als non niet meer terug kan. Maar wij zijn nu eenmaal géén R.-K. Vrouwen, wij, Nederlandsche vrouwen, zijn voor 't grootste deel protestanten (ik neem do vrijheid t© zeggen, heidenen heel dik wijls). Wij hebben dus geen gemeen schap sbecvlucht in het klooster, on ik voor mij horbaai, dat ik daarom geen andere op lossing zie, dan do waarheid te aanvaarden on in naara van die waarheid, te berusten Daarmede wil ik volstrekt niet zeggen: met do handen in den schoot gaan zitten weekla gen, maar integendeel verstandig cn eerlijk tot ziehzelvo bekennen, ik ben nu eenmaal overbodig, maar ik wil ten minste trach ten in mijn eigen naaste omgeving zooveel naastenliefde te verspreiden als mij maar éénigszins mogelijk is. Hoo meer liefdo ik geef, hoo meer ik ook zal ontvangen, en hoo mi rider ovorboclig ik mij zal leercn gevoelen ddiirdeor." In De Fabrieksbode van 1893, en wel in de jminmcrs 17, 19, 21 en 29, ontwikkelde de heor Van Marken voor de eerste maal het denkbeeld vau Sociale ingeniejirs, di© den industrieclen steun zouden geven door hun kennis en kuilde in de u-itvooring Van het sooiale gedeelte hunner taak. Dat denkbeeld heeft hier cn daar wortel gescho ten. Van Duitsche zijde had men echter nog tiicta vernomen totdat nu dezer dagen De Fabrieksbode in Das Echo een artikel vond, ontleend aan de Berliner Morgen jrost, dat zij Vertaald opneemt, den inhoud evenwel ge heel latende voor rekening van Das Echo. Het blad voegt er bij, dat het begrip .,So- C'iaal-ingoniour beslist van Nederland- «chon oorsprong is, terwijl de heer Knuttel reeds van 1880 af als zoodanig de Directie te Delft tor zijde Btaat. Heb bedoelde artikel luidt: ,,In Franscho en Hollandsche bladen Wordt dikwijls een morkwaardigo nieuwig heid besproken, die moderne industrieko- ningen in hun gemeenschappelijk bedrijf holiben ingevoerd, cn die inderdaad de aan dacht verdient ook buiten do grenzen van het kleine vaderland. Balzao noemde zich ganrno, zooals bekend is, trotsch-bescheiden „doctour des scienoos sooiales" doctor in do Bocialc wetenschappendo genoemde groot- in du strieclen hebben zich genoopt gezien, een nieuwen functionnaris aan hun korps beambten too te voegen, wiens taak door de Avon oorspronkelijken als verrassenden titel f,sociaal ingenieur" moet worden gekarakte riseerd. Wat is nu de „sociale ingenieur"? De in genieurs, die ongetwijfeld de koningen on zer eeuw zijn, werden tot nu too reeds in velerlei categorieën verdeeld, als bijv. che misch-, eleotrotechnisch-, bouwkundig-, werktuigkundig-, waterbouwkundig-, mili taire-, patent-ingenieure enz. Tot dusver echter kon nog geen enkele on derneming een sooiaal ingenieur aanwijzen; wat zou hij in het uit staal en mensc-henli- phamen gevlochten raderwerk onzor fabrie ken, die meer het beeld geven eencr verza meling van enkelingen dan van één compact, georganiseerd lichaam, tc doen hebben? Op de7.e vragen heeft de bedoelde directie «en interviewer met een uitvoerige uiteen zetting geantwoord die ons inziens wel geens zins zonder bedenking is, maar toch zelfs in haar misvatting interessant, is, en die niet zonder algcmccno betcekenis schijnt to zijn. De „socinlo ingonieur" dan moet op het eigen initiatief van do directie zelve al die rechten cn plichten van een inspecteur van don arbeid vervullen, die bij do tegenwoordi ge verhoudingen, nóch tegenover den onder nemer nóch tegenover don werkman met dwang kunnen worden uitgevoerd. Hij moet in zokeren zin oen gemeenschappelijk bo- ambto zijn, zoowel van den patroon als van de werklieden. In da grooto Hollandsche mijn, waar hij binnenkort zijn werkkracht zal ontwikkelen is hem ecu tweevoudige taak toevertrouwd; hij moet de arbeidsvoorwaar den onderzoeken, voortdurend plannen tot verbetering onder de aandacht zijner direc tie brengen en doze eventueel met beperkte reldclijko middelen uitvoeren voor zoover dit binnen zijn bcvocgdhoid ligt. Ten tweede moet hij bij hot ontstaan van geschillen en twisten en hij het uitbreken van werkstakin gen optreden als onpartijdig bemiddelaar, die do belangen van beido partijen tot hun "Ucht laat komen en tracht elk dor partijen Jöovccl mogelijk voor schade tc behoeden. In de werkplaatsen eenor huidige groote onderneming zijn de mogelijkheid cn do ge legenheid tot. verbetering van het lot der ar beiders dikwijls aanwezig; en hoewel die verhot-eringen meestal 7.onder grooto kosten zouden kunnen worden verwezenlijkt, en eigenbaat dus buiten beschouwing blijft, worden ze vaak niet opgemerkt door het ont breken van een der zaken kundig en bijzon der orgaan. Met. recht heeft Ruskin er reeds nadrukkelijk op gewezen, dat het voornaam ste deel, feitelijk heb zwaartepunt van het arbeiders-vraagstuk, buiten de „loonquacs- tie" ligt. Voor den „socialen ingenieur" zal zich dikwijls de gelegenheid voordoen, zulke „buitengewone" verbeteringen lot stand te breagen. Eon ruim veld van nuttige kennis, onder vinding en opmerking ligt hier voor ons en hoewel de bewerking daarvan de sociale quaestie nog niet zal oplossen, zal daardoor toch een grootsche sociale heirbaan worden aangelegd, dio nu nog slechts in enkele ge vallen wordt gebruikt of betreden, maar nooit met zelfbewustheid ingeslagen wordt." Ia Patrimonium schrijft de heer Talma zijn tweede artikel over het kioBreoht- vraagstuk. Hij levert daarin een critiek op art. 80 der Grondwet, op do „zonderling gekozsn" woorden: kenbeokenen van geschiktheid en maaUtchappelijkeu welstand. Natuurlijk heeft, zoo wordt door don heer Talma opgemerkt, de Grondwet bedoeld do ongeschikben uit te sluiten, maar dan heeft de toevoeging van den maatsshappelijken welstand ook geen zin, of is bedoeld ook ge- at&ikben te weren, die geen voldoenden wel stand genieten, en ongeschiktcn bot kiezer te maken, als ze maar in goeden doen zijn Bezit do wetgever den juistea toetssteen der geschiktheid, dan moet hij zich alleon daar van bedienen on niet een achterdeurtje opon houden voor ongeschikton, aelfa al behoor den dezen tot de hoogst aangeslagcnen. Die kenteekonen van geschiktheid evenwol staan er in de Grondwet maar „voor de fiaaiighoid" bij; noch Tak, noch Yan Hou ten heeft er practiseh iets mee kunnen uit voeren, noch iemand anders zal dit kunnen doen. Feitelijk dus komt allee neer op do kenteekeuen van welstand, maar hoe die te vinden? De Kieswet heeft zich dan ook maar tevreden gesteld mot „het trekken van een paar grenslijnen door do bevolking heen, om daarna zuiver willekeurig vast te stol len, dat het verteren aan de eene zijde van do grenslijn is een kenteoken van maat- 8chappclijken welstand". Maar gestold al, het ware mogelijk die kenteckenen te vin den, dan nog is het verbinden van de kies bevoegdheid aan het bezit van maatschappo- lijken welstand niet te verdedigen. Het is een wreede leugen, zegt do heor T., om zonder ineor tc onderstellen, dat zij, die in de maatschappij worstelen om or te ko men en wien dob o zoo slecht lukt, dab to wijten zouden hebben aan zichzelf, waar wij hen zoo vaak slachtoffer zien van omstan digheden, wior bcheersching staat boven menschenmacht, en niet minder, wanneer wij hen zien ontberen, omdat zij weigeren het brood te zoeken op wogen van ongerech tigheid. Ging het bij den Staat alleen om do be langen van de bezitters als zoodanig, dan was hot zeer verklaarbaar, dat men alleen liet meesproken degenen, die wat hebben. Maar dat ontkent immers ieder. Ieder geeft toe, dat het in den Staat niet gaat om het bezit, maar om het recht. Waar staat geschreven, dat het recht vei liger is bij do rijken dan bij de armen? Ze ker, de armen kunnen misbruik maken van hun macht, ovenals de rijken misbruik heb ben gemaakt van hun macht, omdat zij zon- digo menschcn zijn evenals do rijken. Waar staat geschreven, dat het recht der armen veilig is bij do rijken? Waar is het stukje historie, dat den welgeslclden recht geofb tot do anderen te zeggen: Wij hebben het betere inzicht, wij hebben den goeden wil, laat ons voor u zorgen, die u te veel moet aftobben om het dagelijksch brood, om u nog te bekommeren om de zaken van Staat? Dit is nergens te vinden cn daarom is de bopaling dor Grondwet, die feitelijk maat- schappelijkcn welstand als eisch stelt voor kiesbevoegdheid, onrecht. 't Behoeft ons dan ook niet te bevreemden, dat de Kieswet, die op dat Grondwetsartikel rust, onbevredigd laat. Die wet gaat onge looflijk ver, stelt de cischcu zoo laag, dat niemand ze in ernst kan houden voor wat zo voorgeven te zijn, maar het uitgangspunt deugt niet on daarom blijft do regeling slecht en het vraagstuk naar een goede re geling van het kiesrecht onopgelost. Wij lezen in De Nederlander onder hot hoofd ,,C o 11 e cfci o f A r beid see n- trac t": In het Eat/eoliek Sociaal Weekblad, waar in men steeds veel lezenswaardigs aantreft, wordt op duidelijke wijze het nut en de noodzakelijkheid, van vakorganisatie uit eengezet, en o. a. aangetoond, dat zij ook voor den patroon grooto voordoelen af- worpt. Zeker blijft een groot deel van den fabrieksarbeid uiteluitend in de hand van den patroon; maar de arbeidsvoorwaarden hygiënische maatregelen, lucht, Hont, bod rij fsgevnar, snolheid, arbeidsduur, ar beidsloon zijn zaken, waarb:j de arbeider evengoed als de patroon een woord mee te 6prcke>n heeft. Dat onmisbaar overleg evec. wel kan niet plaats hebben, kan althan6 geen vruchten dragonwanneer niet allen, die bij hetzelfde vak betrokken zijn, pa troons en arbeiders, wederkeorig door go- lijke voorwaarden gebonden worden. Maar dan ie het ook noodig, dat er een collec tief arbeidscontract gemaakt wordo, waar in al het zooeven aangeduide geregeld wordt. Steeds is dit ook onzerzijds beweord. De vrijheid van con tracte eren -<-ordt geenszins door collectief optreden aangetast. Over heidsbemoeiing, vroeger in het gïldcnstol. sel op haar plaats, is thans onmogelijk ge worden. Zij was hot reeds in do 18de eeuw. Hoeveel te meer dan thans, nu niet nabio- naal, maar wereldverkeer in de plaats ge treden is van loooal verkeer. Maar de in onzs tijden onmisbare vrijheid van verkeer behoeft niet te leiden tot onder werping van den individueel zwakste aan den rterkero. Niets is er tegen, dat hij, die individueel machteloos ie, door samenwer king zioh even sterk maakt als zijn teen partij. Ongetwijfeld kan deze ooalitie de verhou dingen omkoeven on den patroon geheel af hankelijk maken van deur arbeider. Daarte gen moc-t worden gewaakt en kan ook wel gewaakt worden. Dooh men werpe niet-, uit vrees voor verkeerd gebruik, de goheelo zaak overboord. Loon rij het ook met behulp van t-ua- Bcfoen.personen, van overheidswege vast te stellen, aahjjnt ons nog steeds een ondraag lijke tyrannie die, al bestaat (üt stelsel in Nieuw-Zeeland en Nieuw-Zuid-Wales (Aus tralië), in onze eooialo toestanden bot ondergang van de industrie zelve zou leiden. Dee t© meer dringen wij op oordeelkun dige vakvereeniging aan; de patroons zul len verstandig doen zelf daartoe mee te wer ken. Zij beginnen dit zelf dan ook reeds in te-zien. Onder het hoofd ,,P ro test an bsohe firm a's" zegt De Tyd: In De Nederlander komt als advertentie voor een lijst van „Protestanteche firma's te Amsterdam". De lijst is van nog weinig beteek- .is: slechte enkele firma's worden er op genoemd. Evenwol schijnt z-. :r adver tentie-bureau voor de uitbreiding daarvan werkzaam te wezen. Het zou wel eens inte ressant zijn, to vernemen wat eigenlijk met dergelijke publicatie beoogd wordt. Wil men daarmede soms te kennen goven, dat men mot niet-Proteetanten, bepaaldelijk met Ka- tbolieken, geen zaken doet? In dat geval ware hot meer practisah, cio advertentie aan Katholieken bladen op to geven: er wae dan moer kans, dat Katholieke koopers zouden weten in welke winkels zij ongaarne gezien worden. Doch, al zouden de „Protesbant- sohe firma's" aan de Rconische Pere haar advertentie niet gunnen, wellicht dat die zelfde Pere later, al6 dc lijst wat grooter en belangrijker wordt, wel zóó belangloos zal zijn, dio gratis bekend to maken; zij zal daardoor aan „de Protestantsche fir ma's" den grooten dienst l> wijzen, te voor komen, dat hun winkels door het bezoek van Roomsoben bezoedeld worden. Alle bladen laten uitkomen, hoe do maand October alweder een zeer goede maand voor '8 Rijks-schatkist is geweest. Ai is dat voor een groot doel te danken aan de steeds wisselvallige sucoessiereohten, toch blijft er genoog over, om te contateeren, dat het met de welvaart dee lands over het algemeen vrij gunstig moet gesteld zijn. Immers, het totaal over de verloopen tien maanden is nu reeds bijna drie niillioon boven do ra ming en ruim 5 7/10 millioen boven do op brengst in hetzelfde tijdperk van 1901. Het Handelsblad specificeert dab avans van 5 7/10 millioen als volgt: Niet alle onderdeelen hebben hiertoe bijge dragen, want enkele zijn nog benoden het cijfer van 1901 gebleven. Zoo zijn de directe belastingen nog 235,000 ten aohtor, mot name do bedrijfsbelacting, waarbij bet ver schil nog ruim 6 ton bedraagt., en de ver mogensbelasting met een verschil van slechts 33,000. De domeinen hebben 26,000 min der gegeven en de loodsgelden 11,000. Of schoon bij deze laateto do achterstand bij 1901 gedurende de jongst verloopen maan den grootondeels is ingehaald, is er nog ee i nadeelig verschil van 2 ton vergelekon met de raming. De stijging was het grootst bij do indirecte belastingen, nl. 4.1 millioen, waartoe de suco-ssiereohten, die nu den achteruitgang van het vorig jaar ruimschoots voigoeden, bijna 3.7 ton millioen hebben bijgedragen, de zegelrechten 2.3 ton, do registratie 1.6, de hypotheekrechten 30,000. Deze soort van heffingen heeft in 10 maanden reeds op 3 bon na do voor het volle jaar geraamde som van 22.2 millioen opgebracht. In de tweede plaat® komen do accijnzen met 7 1/2 bon boven do raming en 11 ton bo ven 1901. Het gedistilleerd is bij 1901 nog 135,000 ton achter en bieren en azijnen f 6000; maar de suiker heeft ruim 1 miljoen, het gee lacht 2 ton, de wijn 20,000 en het 7x>ut f 6000 meer gegeven. Verder kreeg do schatkist uit de poste rijen 546,000, uit do telegraaf 25,000. uit gouden on zilveren werken 10,000 meer dan in 1901. net Centrum zegt in een asterisk „Een oud spelletje": Het oude spelletje begint weer. Evenals in de eerste regeerings-periode der katholieken en antirevolutionairen (1888—'91) wordt ook thans getracht een onderlinge n na ijv o r tusschen deze beide part ij en op te wekken. Nu eens wordt aan do katholieken te ver staan gogevan, dat zij eigenlijk slechts do elippe-ndrngors zijn hunner bondgonooten en zioh hobben to richten naar den wil van dr. Kuyper. Dan weer keert men het bordje om en wordt den antirevolutionairen voorgehou den, dat zij hun wenschen niet bevredigd zuil n zien, omdat de invloed der Roomschen zoo geducht is. Volgens dr. Bronsveld zou ons land zelfs verkocht zijn aan de bisschoppen 1 Bij dit spelletje, dat niets anders is dan een speculatie op de onkund cn de naïve teit der goó-gemeente, kan inderdaad po litieke zij gesponnen worden. In do poriodo 1888'91 had men or al thans éénig sueoee mee en droeg ook dit middeltje er het zijne toe bij, om C samen werking te ondergraven. Wij vertrouwen echter, dat het aantal van hen, die rich ook nu nog door dezo zonder linge tactiek laten verschalk zeer gering zal zijn. De Nieuwe Rolterdamsche Courant zegt onder het hoofd: „Do Nederlander" over do zaak der ambachtsschool te M id d e 1 h a r n 1 s": Dio booze Nieuwe Rotterdammer I Het was alios pays en vrcê in 't Zuid Hollandsche Statenkamp. Daar kwam die partydigo courant opeens een twistappel werpen to ml-Jden dor vreed zame menigte. En toon was 't uit met don vrede in 't kamp der Staten. Dat is, op onze manier verteld, do grond toon van een artikel van De Neder lander let wel, wat njet zonder betoekenis schijnt, geen hoofdartikel, zelfa door nieuwstyilingen van het hoofdartikel afgescheiden geschreven naar aanleiding van wat wy Maandagavond in het midden braohten over de quaestie der sub8idlo aanvraag voor de ambachtsschool te Middelharnis, die In de Prov. 8taten van Zuid Holland aan do orde kwam. De Nieuwe RoUadamsche Courant schreef daarover zogt De Nederlander' een scherp tendentieus artikel; lees: een schorp artikel, om het tendentieuze van de houdiDg der meerderheid van de commissie uit de Staten te signaleeren. Och, de zaak was zoo onschuldig. Duiven- onschuld zonder eenige slangen-listigheid vlei by de kerkeiyken waar te nemen. Het was ook zoo'n bloot-practiBche aangelegenheid, waarvan die Nieuwe Rotterdammer een party- stryd maakte. De inwoners van Flakkee zyn zoo had men vernomon zoo vreeseiyk ver deeld ia de politiek, een groot doel der be volking zag daarom met wantrouwen die nieuwe school aan, die uitging van dezelfde mannen, die in den politiekon stryd steeds hun tegenstanders waren. De afkeer van „nieuwigheden" op dit terrein kreeg daardoor een wolkom voorwendsel voor onverschillig- beid en tegenzin. Daarom wilde de commis sie uit de Staten byv. als voorwaarde voor het subsidie stellen, dat de eerste maal het bestuur der ambachtsschool door Gedep. Staten zou benoemd worden, die dan ook een paar mannen konden benoemen, die vertrouwen hobben ln die onverschillige kringen, en zou de school allicht gemakkeiyker do algemeene sympathie krygen. En dat de meerderheid der commissie daar- by niet aan partyzucht toegaf, dat bleek wel uit het feit, dat de heeren Crena de Jongh en Brouwer, de twee liberale leden der com missie, nu dat wantrouwen van de Flakkeo- sche bevolking eenmaal bestond, al vonden zy dat bekrompen en ongegrond, zich ten slotte met de wonschon der andere leden vereenïgden. De conclusie werd dan ook unaniem genomen. Een oogenblikje, met uw verlof. Wat siaat er over de houding van de minderheid der commissie in het verslag der commissie te lezen? Dit, dat do minderheid dor commissie niet kon instemmen met bot denkbeeld der meerderheid om do zaak van het bestuur van het Nutsdepartoment over to dragen aan een zelfstandig comitó, en het betreurde, dat het bestaan van verschillende politioke richtingen op Flakkee als grond gebezigd werd om de totstandkoming der school to beletten. Toen echter geconstateerd werd, dat de oprichting der school gevaar zou kunnen loopen, zoo het beheer bleef opgodragen aan het bestuur van het Nut, toen pas vereenigdo do minderheid zich met de meerderheid tot het doen van het voor stel, ora voor de eerste maal het bestuur der school door Gedeputeerde Staten te doon kiezen. En wat verklaarde de heer Crena de Jongb verder bu de oponbare behandeling der zaak in do Prov. Staten? Dat de minderheid zich met het voorstel der meerderheid heelt ver- eenigd als een p i s a 11 e r, uit vrees, dat anders de commissie afwyzend op de subsidie aanvraag zou hebben geadviseerd. Hy weer legde daarby do meening, dat het Nut, waar van do school zou uitgaan, eon speciaal poliueke voreeniging zou zyn, en verklaarde zelfs overtuigd te zyn, dat waar op de ambachtsscholen geen liberaal noch antirevo lutionair timmeren, enz. geleord wordt, de weerzin, die inderdaad ook elders tegen am bachtsscholen bestaat, wel zal worden over wonnen. Dat klinkt toch ietwat anders, niet waar? dan dat de minderheid der commissie, nu eenmaal het wantrouwen by de Flakkeescho bevolking bestond, zich met de wenschen der andere leden had vereenigd l By de stemming hobben dan ook do heeren Crena de Jongh on. Brouwer, liberale lenen der commissie, on do heer Goekoop, hot eenige lid van Ged. Staten, door hun stem ondubbelzinnig getoond, dat zU de bezwaren van de kerkelyke meerderheid der commissie legen de toekenning van hot subsidie aan hot Nut niet deelden- De poging van De Nederlander om de voor stelling ingang te doen vinden, alsof er ten slotte de aandoeniykste overeonstoraming bestond tusschen minderheid en meerderheid der commissie, wat natuuriyk moet dienen om het odium der partydiglieid van de meerder heid al te wentelen, is dus als ten eenenmale mislukt te beschouwen. Welk oon verdediging ook van de aange nomen houding! Men had vernomen, dat de bevolking van Flakkee, waar zeer scherpe politieke tegen stellingen bestonden, met wantrouwen do niouwe school aanzag, omdat ze uKging van dezelfde mannen, die in den pontieken stryd steeds hun tegenstanders waren. Dat was het uitgangspunt voor alles, wat er is voorgevallen. Volgens dio voorstolling zou een nieuwe factor by de beslissing der Prov. Staten over de toekenningen der subsidiën ingevoerd zjjn, en wol een van de gevaarlpkste soort. Het springt in hot oog, dat slechts weinig Staten leden in staat zuilen zyn van een of ander district te beooideelen, of de politieke ver deeldhoid erg genoeg is voor den tot nog too niet genomen maatregel om het subsidie te weigeren aan een vereeoigiug, die een ambachtsschool wil oprichten, op grond van de richting barer leden. Wat zou het gevolg van het toelaten van zulk een factor worden? Dat de loden der Slaton by het vormen van hun oordeel een voudig aan don leiband liepen van een enkel lid of van enkele leden, dio verondersteld worden de noodigo locale kennis te bezitton. Dit komt dan ook uit in de mededeeling van De Nederlander, dat men had vernomen, dat do toestand op Flakkee zoo erg was. En op goed geloof stomden dus alle ledon van do rechlerzydo, behalve de heer Yreebuvg, R.-K. lid voor Delft, mot den man of do mannen, van wio zy dat vernomen baddouDe heeio recht- zydo bleek in dit opzicht in één goed geloof vereonigdt Maar daar stond nu togon- ovor de Jinkerzydo, die een ander geloof bleek toegedaan, niet waai En heusch onder die linkerzijde zpn ook mannen, dio Flakkee uitstekend kennen 1 Eon partijstemming dus, door dio inmenging van con tot nog toe niet toegelateu factor door do kerkelpko meerderheid, tea slotte in de Staten uitgelokt Een partijstemming, die men had kunnen voorkomen, als men, goiyk tot nog toe, op het gebied van het Ambachts- onderwys, er niet naar gevraagd had ran wie het uitging. Wil men onzen Indruk vernemen: die is, dat de voorstelling van de bevolking van Flakkee gegeven, van de bekrompenheid van haar vooroordeel, waarvan De Nederlander spreekt, sterk Ls opgeblazen, en dat die be volking niet zulk een odium verdient, als op haar is geworpen. Maar zonder schrille kJeuren by de schildering van den toestand, zou hek fraaie argument natuurlek moeloiyk te ge bruiken zyn geweest. Jammer, niet waar, dat de kerkelyke heeren ook met de noodzakeiykheld ingezien hebben een8 eea onderzoek in te stellen n^r de mindere of meerdere populariteit, die de nieuwe vakschool van de Protestantsche Chiistelyke IJzer- en Metaalbewerkeraver- eeniging „Samenwerking" op Feyenoord vermoedeiyk onder de niet „Protestaatsche Chri8loiyke" werkliedon zal genieten. Daar bestond voor do kerkelyke meerderheid geen bezwaar om met de liberale minderheid het provinciaal subsidie toe te staan. Een kleine enquête ware misschien ook daar, van het standpunt der heeren, niet ongewenscht geweest. kaar scherts ter zyde I De beslissing vau de meerderheid der Staten la en biyft erger- ïyk. Te ergeriyker, waar zelfs het uitgangs punt, waarvan zooals De Nederlander uit eenzet die meerderheid uitging, onjuist was. Hot bezwaar voor de antirevolutionairen was, volgens dio voorstelling, dat do school uitging „van dezelfde mannen, die in den politieken stryd steeds hun tegenstanders waren." En door het voorstel van ae meer derheid der commissie zouden nu Gedep. Staten „ook een paar mannen in het bestuur kunnen benoemen, die vertrouwen hebben ln de onverschillige kringen", en zoo zou ,do ambachtsschool allicht gomakkelyker de alge- meona sympathie krygen." Maar weet De Nederlander dan niet, dat ln de commissie, die ten doel had het tot stand-komen der ambachtsschool voor te be reiden, reeds zitting had de heer Sohoone- jongen, directeur Yan het te Middelharnis gevestigde weeshuis der Gerelormeerde Ker ken in Zuid-Holland? En dat dezelfde hoer Schoonejongen, wiens weeshuis van plan was dadoiyk 8 weezen als leerlingen op de am bachtsschool te plaatsen, ook zitting had ln het in Octobor door de leden yan het Nuts- departement benoemde bestuur der ambachts school, waarvan volgens het vastgestelde reglement 4 uit de Nutsleden, 8 uit de con tribuanten waren gekozen? De Nedet lander plaatst boven haar artikel de woorden: Res mall exempli. Mocht zy nog weer over deze zaak willen schryven, dat zy dan het opschrift van het artikel: Res mall exempli II, ln plaats van op ons, met ons toepaaseiyk make op do daad van de kerkolUke meerderneid dor Prov. Staten, en waarschuwe tegen een herhaling van dit slechte voorbeeld. Ten slotte, wy herhalen het nogmaals j wy hopen, dat de zaak, ook na het voorgevallene, niet zal schipbreuk ïyden, en wy weteo, dat de mannen, die het initiatief genomen heb ben, deze hoop mot oos dooien ea al het mogoiyke zuilen doen, om de amb&chiuobool toch tot stand te brengen, Onze beste wen schen vergezellen hen daarby l Koiiiugin Wilheluilna on hoar Gemaal in MeckleoUurg-tfchverln, De correspondent te Bohwerln van de „N. R. 0." dd. 20 dezer: Gieteren hebbon een proot aantal MsckJen- buigers, die bulten Sehv-erin wonen, gelegen heid gehad om koningin Wilheliiuna te zien. Er was nameiyk een zoogenaamde Fromden- Yorsteliung ln den hofachouwburg, waarvoor eiken Woensdag beurtelings bewoners uit vier verschillende districten van het laiid over komen, met spoorkaartjes en entreebiljetten tegen verminderden prye. De opera „Tann- li&user" had gisteren byzonder veel bezoekers getrokken. De Koningin en Groothertogin Mario woondon ln de loge van de laatste de voorstelling by. De Koningin droeg een kleed van witte zyde. In den bofschouwburg be- hooien by de vorateiyke loges verschillende vertrokken. Tydens de groote pauze gebruikten de vorsteiyke dames met de dames en heeren van hun gevolg daar het souper. A ARLANDERVEEN. Bevallen: C. J. Schuur man geb. De lir©\j L». Q. Th. Vreeswgk geb. Van Schip 'A. N. vaa Ettinger geb. De Graaf Z. 0 e 1 8 d e d: J. Calgn 'L ij. A. Prins, eohvg. ren N. van der Snoek, wedn. van H. Verkerk, 85 j. W. Brainea, eohtg. van H. Lunenburg, 77 j. ALFEN. Be vallen: M. S. Pannevle geb. Otto D. A. C. vaa Kgmond geb. üooaendoorn D. N- van Bemrael geb. bekker Z. 0. Soholliügerbout geb. Snatoreon Z Overleden: G. Peuler, achtereen volgens weduwe van D. Munnik en A. van Nood, 84 j. Gehuwd: EL N. van Djjk jm. 20 j. en J. C. Rosbeek jd. 21 j. ALKEMADE. Bevallen: H. Zoüdvliet geb. Akeiboom Z. E. Boarneeolor geb. l'Amie Z. \V. Verhagen geb. Bonelaas D. C. M. van der 8alm geb. Do Vette B. M. E. Vreeken geb. Dijksman Z. Overleden: J. Hnigaloot, echtg. van J. Klerks, 54 j. r Gehuwd. T. van Kempen jm. SO j- en C. Deters jd. 26 j. BODEGRAVEN. Bevallen: L Streefland geb. Van Poelgeest D. J. Kroon geb. Sleglen- orst Z. Gehuwd: H. de Jong 88 j. en M. Kaptein 30 j. G. Lammere, wedr. van C. van Es 84 j. en G. van Sooat 20 j. KOU D EKEKK. Bevallen: D. Boret geb. Hogenea A. C. van den Berg geb. Van Staveren Z. OUDSÈOORN. BevaUen: P. iiuia geb. Van Vliet Z. Overleden: G. Roest, gehuwd met W. Sipsma, 30 j. REEUVVIJK. Bevallen: J. Ravonhoret geK v. Duaren D. Overleden: A. Bosman, wed. J. 0. Bnnnik 48 j. W. v. d. Vfait 6 w. M. v. d. Ham, wed. M. de Heer. Gohuwd: J. Wiegwa en D. Schouten. RIJNZATKRWOUDE. B»val 1 em J. M. Eg berts, echtg. van P. ven der Meer D. TER-AAR. Bevallen: K J. C. Kroft geb. Cozijn D Q. de ttleer «eb. Laaghout L B. Bresve ^eb. Van der Lek D. G. de Brajjn geb. Zwaan Z. Overleden: Levwrioos aangegeven Z. van G. van Lammeren en K, Verhaar. Gehuwd: J. Huroa, wedr. 85 en Th. E Kouwonhovon, jd. 28 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 6