ken enz. en hot op aangegeven peil ontgra ven en wegvoeren van zanJt voor de terrei nen der villa's „Jacobson" en ,,Costa" enz. Minste inschrijver J. Knijncnburg, te Sche- veningen, voor 8234. Mollige vondelingetjes uit den be roemden gevel van het Spedale dcgl' In- aocenti te Florence versieren op toepasse lijke wijs don omslag van een boekje „Over Bescherming en Verpleging van Jonggebore nen", door jlir. dr. E. Tcixeira de Mattos (Rotterdam, Nijgh v. Ditmar). Iedereen weet dat zeer veel jonggeborenen sterven voordat zij het eerste levensjaar hebben bereikt. Maar haast iedereen denkt dat dit onvermijdelijk is. Was dat echter zoo, hoe zouden dan do groote afwijkingen verklaard moeten worden die de statistiek aanwijst in de cijfers betreffende de sterfte van zuigelingen in verschillende landen, zelfs in verschillende streken en stoelen van één landl Het spreekt ook wel vanzelf, dat omstandigheden, verpleging, er zeer veel toe doen; maar de verpleging en de levensom standigheden in de achterbuurten!Do ziekenhuizen dan? Daar echter, zooals die tegenwoordig nog ingericht zijn, is de kin dersterfte zoo ontzaglijk hoog, dat bijv. de meeste Engelsche en veel andere kinderzie kenhuizen geen kinderen onder dc 2 tot 3 jaar opnemen 1 De arme wurmen moeten dus jnaar sterven. „Het is duidelijk, zegt dr. Tcixeira, dat do zuigelingensterfte, ook als oeconomische krachtsverspilling, zich te on zent in alle lagen der maatschappij nog to veel doet gevoelen." En hij meent zelfs te mogen aannemen dat er van do 25,000 kin deren, die in Nederland jaarlijks beneden 't jaar sterven, ruim 9000 onnoodig geofferd worden. Dat zooveel jonge levens inderdaad on noodig worden opgeofferd, dc schrijver be toogt het met klem. In zijn conclusie somt de schrijver de vol- gendo voordeelcn op, die hij verwacht van een speciale af deeling voor zuigelingen, respectievelijk zuigelingonkliniek, als eerste inrichting van dien aard in Nederland: $)oclmatigo behandeling van zicko zuige lingen; dc vorming eenor „centrale" van nauwkeurig gecontroleerde minnen; gelijk stelling dor belangen van het kind der min jnet het zoogkind; vorming van een staf van goede verpleegsters voor den zuigelingen- leeftijd; vorbeitering der raelkvorzorging voor de stad ten gevolge van den invloed, dio in dat opzicht zal uitgaan van do inrich ting; voordeden voor onderwijs cn weten- Bchap. Er heeft zich een commissie van 15 heeron uit do leden van de Nieuwe of Litte raire Sociëteit te 's Gravenhage gevormd om ier herinnering aan hot gevierdo feest van hot 100 jarig bestaan van de „Witte", op een, by nador overleg te bepalen wijze en in den meest geschikten vorm, door een blijvend gedenktoeken huldo to brengen aan de mannen, die, gedurende een eeaw en ook thans nog, als bestuurders, belangloos hun krachten aan de instelling hebben gowyd. Wy vernemen, dat de firma Martlnus Nyhoff te 'b Gravenhage, eon filiaal gesticht heeft to Nieuw-York. De agenten van Noord-Amerika by het scheidsgerecht van het Hof van Arbitrage in zake hot intornationaal rechtsgeschil, zyn heden in Don Haag teruggekeerd. Men loldt hieruit af, dat de uitspraak weldra te vorwachten is. Naar „De Tyd" verneemt, is de kans zoor groot, dat de Pro Boor-tontoonstolling binnenkort van Schevenlngen naar het stede- lyk museum to Amsterdam wordt overgebracht. By do gisteren gehouden verkiezing voor don Haarlomschon Gemeenteraad worden uit- gebracht 1677 geldige stemmen, waarvan 975 op den heer F. M. baron van Lynden, candldaat van alle kiesvereenigingon, behalve do anti-revolutionaire, on 702 op rar. P. J. Troelstra, candidaat der S.-D. A.-P. enVolks- klesvereeniglng. De eerste is dus gtkozen. Tot rapporteurs over hoofdstuk VI Staatsbegrooting en het wetsontwerp tot be schikbaarstelling van geldon wegens ver strekkingen door hot departement van marine voor 1902, zyn gekozen do hoeren Liefiinck, Brummolkamp, Goekoop, Duyraaer van Twist en Verhey. Voor de verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Goneraal in het kiesdistrict Gouda zyn gisteren candidaat ge stold de heeren: dr. H. Gorter (aoc.-dem.); mr. M. M. Schim van der Loef! (lib).mr. S. de Vries Cz. (anti-rev.) en C. A. Zelvelder (vryz.-dom.). Het lid der Eerste Kamer voor Limburg, de heer F. Coenen, van wiens ovoriyden wy melding maakten, was sinds 1893 lid van Ged. Staten van dat gewest en werd in Mei dezes jaars als opvolger van don heer Magnée tot lid dor Kamer gekozen. Men zal zich herinneren, dat de heer Coe nen omstroeks 20 Juli een operatie onder ging, die toen goed gelukte. B. en Ws. te Haarlem bevelen aan voor de vacante betrekking van leoraar in do wis kunde aan het gymnasium, don heer C. H. Brinkman, doctorandus in do wis- en natuur kunde te Amsterdam. Do heeren J. J. van Laar en Joh. A. Vreeswyk Jr. hebben zich te ruggetrokken. De commission A. en B. tot wering van schoolverzuim hebben gevraagd om hot too- konnon van presentiegeld voor het by wonen der vorgaderingen. B. en Ws. adviseeren daarop afwyzend te beschikken, wyi ook de leden van andere commission dikwyis hun tyd productiever zoudon kunnon besteden. Naar „Do Heraut" mededeelt, hebben directeuren der Vrye Universiteit in hun ver gadering van Woensdag tot hoogleoraren be noemd de heeren dr. H. Bavinck en P. Biester- vold te Kampen. Aan prof. Bavinck is daarby opgedragen het ondorwys in de dogmatiek, aan prof. Biesterveld dat in de ambteiyko vakken en de Exegese van het Nieuwe Testament. Te Monnikendam had de teraardebestel ling plaats van het stoffeiyk overschot van dsn heer L. van Wyngaarden, vroeger hoofd- onderwyzor aan do Chr. School to Zaandam en daarna aan die te Veenendaal. Aan do groeve weid eerst oen harteiyk woord gesproken door ds. Kreyt, van Monni kendam, waarin deze herinnerde aan den arbeid voor het Koninkryk Gods, dien do nu gestorven broeder in zyn werkzaam leven mocht verrichten. Daarna herdacht ds. Van Wyngaarden, van Voorschoten, als neef, voornamoiyk hetgeen zyn oom in botrekking tot de familie was geweest. Eindeiyk wees zyn zwager, ds. Renkoma, van Rynsburg, op het werk des Hoeren, in en door don overledene vorricht. Door eon broeder van den ontslapene werd de dank der weduwe en kinderen gebracht, en tevens verzocht aan te heffen het 2de vers van Psaliu 68; dewyi de overlodene dikwyis don wensch had uitgosproken dat dit lied aan zyn groeve zou worden gezongen. Vele belangstellenden woonden de plochtig- heid by. Een goachto familie In ons land moest dezor dagen uit de dagbladon vernemen dat een harer zonen een tweede-luitenant by hot Indische leger aan cholera was over leden. Men kan begrypen, welk eon schrik zulk eon tyding, op die wyze zonder oeuigo voorbereiding gebracht, in die familio veroor- zaakto. Zeker zou hot hoogst gowoii6cht zyu, dat fainiÜön vroeger op andere wyze den dood hunner dierbare betrekkingen vernamen. Eenigo maanden geleden trad de heer W. van Esvold, directeur van de Surinaamsche Bank te Amsterdam, af ais directeur-president van die Bank te Paramaribo. By zyn vertrok uit de koloniën werd hem, uit waardoering en 8ympatiiie, namens een groot gedeelte der burgery door een comité aldaar, een huldo- blyk toegezegd, dat hom in Nederland zou worden aangebodon. Die aanbieding geschiedde gisteren uit naam van dat comité door do heeren jlir. mr. J. L. W. C. von "Woilor, rechter te Rotterdam, en J. A. II. Reizigoi, Weatindiscli ambtenaar met verlof te 'a Gra venhage. liet huldebiyk bestaat uit een studeei kamer amoublemont van een zeldzame Surinaamsche houtsoort. Het stoomschip „Herzog" (uitreis) ar riveerde 8 Oct. te Kaapstad; dc „Kurfurst" (uitreis) arriveerde 8 Oct. to Napels dc „Oranjc-Nassau" arriveerde 10 Oct. van W.- Indie to Havre; do „Rijndam", van Rot terdam naar Nieuw-York, is 10 Oct. Praw- lepoint gepasseerd. Katwyk. In de afgeloopen week kwamen alhier In afslag 2 partyen pekelharing voor f 13 en f 13.05 per kantjo; 8 partyen stourharmg voor f 10 tot f 11.60 per kanlje. Koudekerk. Gisterenmiddag werd de 80-jarige H. V. zoodanig door een wielryder aangereden dat hy tegen den grond viel en daarby aan het aangezicht deeriyke kwets uren opliep. Noordwykerkout. De veilingen van droge bloembollen slagen hior doorgaans zèor goed. Ook die van jl. Donderdag gohoudon in het café „Het Wapen van Noordwykerhout" en haar geluk? Of had zij den wagen hooren aankomen, en vreesde zij hem weer to zien? Opeens stond Lassow achter haar en sneed haar den terugweg af. „Ik kom jo felicitecron, Elvi." Zij schrikte en keerde zich om. „Mij?" „Ja, met uw engagoment." „Mij vroeg zij nog eens, en toen vloog weer het ondeugende schalkscho lachje over haar gelaat. „Go hebt dc verkeerde voor, Lcx; ik ben niet geëngageerd, maar Lena." „Élviro!" Hij omklemde haar polsen als mot een ijzeren schroef. „Drijf niet ook nog don spot met mij. Gij zijt immers de bruid yan Ilsingen?" Zij schudde het hoofd. „Neen, Lex, ge-loof mij toch, hij is met Lena verloofd. Ge weet toch wel, wat ik hom op dien bewusten avond goantwoord heb? En ik ben niet van gedachten veranderd. „Elvi zoete kindjol" Het klonk als con luide jubelkreet, on toen sloot do dolle graaf Elviro IC rocker in zijn armen on bedekte haar gelaat met kussen. „Jo kunt zeggen wat jo wilt, Elvi, ik zie niet van jou af; ge zijt do mijne. Ik kan het loven zonder u niet dragon. Zooto kindje, I dacht je dan waarlijk, dat het zou gaan, jij hior, cn ik in Domberg, en tpsschen ons ci. 1 Bohim van het verleden?" i Zij schudde het hoofd. „Ik heb ook ingo zien, dat hot niet ging, Lox. Mijn hart is bijna gebroken." „En nu vertrouw je me, niet waar, lieve ling, etn volg je me." „Tot aan het eindo der wereld.'* „En heb je mc nu alles vergovcn, Elvi, alles?" Toen verborg zij haar hoofdje aan zijn borst. Vergeef jo mo, Lex, dat ik ook maar een oogenblik aan jo kon twijfelen? XXXIV. Do dolle graaf is nog altijd dol, ofschoon hij nu reeds anderhalf jaar de echtgenoot is van do schoonste, beminnelijkste vrouw, die mijlen ver in den omtrek den naam draagt van een oud-adellijk geslacht. Zijn standgo- nootcn schudden dikwijls het hoofd over hom; dat hij door zijn huwelijk den eersten burgerlijken naam in den stamboom van het geslacht Lassow-Domst heeft gebracht, ver geeft men hem gaarno ter wille van de be koorlijke gravin Elvire. Maar hij doet erger dingen. Zoo heeft barones Rehbcrg, een go- boren rijksgravin, eenmaal „bepaald onmo gelijke mensohen" op Domberg aangetrof fen, die er al sedert veertien dagen logoer den, en als mijnheer en juffrouw Ellingson werden voorgesteld. Hij was groot en dik, en sprak en lachte veel on hard. Zij was klein on dik, en, naar men zei de, vroeger met den oom van haar tegonwoordigen man ge trouwd geweest. Met graaf Lassow stond zij op een zeer vertrouwel ijken voet. Hij noem de haar „juffrouw Doortje" en zij reide „mijnheer Lassow", och, neem mij niet kwalijk ik meen mijnheer de graaf l" Vreesolijk 1 Eonigen lachten er over en trachtten zich voor te stellen, hoe de barones zich wel te genover deze lieden gedragen zou hebben, in dat van den lieer P. Heemskerk Snr. kon daarvan weder getuigon. Niettegenstaande sommigen waren misleid door het verschil in de data genoemd in advertentiön on catalogus was er vrywat aangevoerd, was er nogal kooplustig publiek en waren do besteedde prezen niet onbeteekenend. Enkele soorten, we noemen slechts do Proserpin en de Scarlet Due, brachten booge pryzen op. Eerstgonoemde zelfs meer dan hondord gulden p:r hectoliter. In het begin dezer week verkocht iemand alhier aan een ander ingezetene een hoctoliter proserpinen voor 80. Ze waren nog niet gelevord en do verkooper, vernemende dat hy op do veiling waarscbyniyk moor zou bodin gen, bood den kooper f 5 mits hy don koop ongedaan liet. Aldus geschiedde. Tydens de veiling werd van hetzelfde partytje f 115 gemaakt. Van do loting door do nationale militie gisteren to Noordwyk gehouden, is de uitslag voor doze gemeento als volgt: no. 1 Th. v. d. Borg; 2 Chr. v. d. Raadt; 3 A. Duivenvoorde; 4 D. de Jong; 5 C. Duivenvoorde; 6 J. Heems kerk; 7 A. do Winter; 8 J. Duivenvoorde; 9 H. v. Hensbergen; 10 C. v. d. Borg; 11 C. Kortekaas; 12 H. v. d. Weyden; 13 J. Werneke; 14 Nic. v. d. Berg. Hoewel no. 4 waarschyniyk afgekeurd zal worden, vernamen we dat reods No. 6 niet dienstplichtig is. Kenteokende zich vroeger zoo'n dag door groote rumoerigheid, waarby de landsverdedigers in spo reeds by voorbaat bowyzen van mood, zy het dan ook treurigen meenden te moeten geven, gelukkig is ook hierin kentering merkbaar. Alles liep kalm af en reeds oui half elf 's avonds hoorschte in het Dorp de rustige rust. Woubrugge. Het damescomité, dat zich hier op initiatief van den burgemeester heeft gevormd, zal reeds do volgende week in de g6moente rondgaan tot inzameling van moge liet zyn milde gaven tot leniging van don nood van weduwon en weezen van ge vallen Booren in den onzaligen kryg in Trans vaal en Vrystaat. Kerkelijke berichten. Hazerswoude: Nod.-Herv. Qemoente. Zondagmorgen te halftion: ds. F. Oberman, van Leidon. 's Avonds te halfzeven ds. C. Heemskerk, van Waarder. Woubrugge: Nod.-Herv. Kerk. Zondag- voorin. en 's avondsds. La Grand. Geref. Kerk. Zondagvoorm. te halftlen en nam. te twee uren ds. v. d. Voet, van Leimulden. Godsdienstoefening der Afd. van den Protes tantenbond. Zondagavond te zovon uren Voorganger ds. Boonacker, van Oudshoorn. Zwammerdam: Ned.-Horv. Gemeente. Zondagvoorm. te halftien, ds. J. Hoogenraad, te Lelden. De Bóeren-generaals. De Boerengeneraals le Utrecht. Gisteren was het do dag, dat de oude Bis schopsstad de eer genoot de helden Botha, De la Roy on De Wet officieel te mogon ont vangen en huldigen. Reods lang voor den tyd, dat do trein met de generaals zou aankomen, verdrong zich eon dichte menigte op hot plein voor het Centraalstation. Steeds dichter word de volksmassa al naar het tydstip van de aankomst van den trein naderde. Emdeiyk was het oogenblik daar, dat de trein het 6tation binnenstoomde. Dr. Jonkman verwelkomde de generaals met een korte toespraak. Do Utrechtsche Mannen- zangvereeniging zong „Hollands Glorie". Daverende toejuichingen barstten los, toen de generaals het station verlieten. Li het eerste rytulg zat generaal Botha met de presidenten van de comités, In het tweede generaal De Wet, en in het derde generaal De la Rey, terwyi in het vierde rytuig de secretarissen van de generaals met den rector van het Utrechtscb Studentenkorps hadden plaats genomen. Eerst werd gereden naar „Paushuizo", waar de ontvangst plaats had door den Commis saris der Koningin in de provlncio Utrecht, A baron Schimmelpenninck van der Oye van Nyenbeek. Dit bezoek droeg een zoor officieus karakter en werd slechte door enkelen byge- woond. Een officieels toespraak werd met gohoudon. Generaal Botha sprak een woord van dank voor de ontvangst. Van „Paushuize" begaf men zich naar het Stadhuis, waar hst Dagelyksch Bestuur en de maar anderen schudden het hoofd en ver bonden zich, don drempel nimmer moer te ovorschrijden. Maar daar deze handelwijze don dollen graaf blijkbaar geheel onver schillig was, en gravin Elvire zoo „betoo- verend" was, vergat men do grieven weer, en kwam toch terug. Juffrouw Doortje leoft heel gelukkig met haar tegonwoordigen man. Nooit klaagt hij over tocht, hij rijdt in een open wogen, juist zooals hij wenscht, en Lassow beweert, dat hij wel wat onder de plak staat, iets, waarvan juffrouw Doortje in het geheel niet wil hooren. Zij is zeer trotsch op haar men- sohonkennis. „Ziet gij nu wel," zegt zij zegevierend tot Lassow, „dat ik toch gelijk liad. Ik zag wel dadelijk, dat gij zoo'n soort prins waart." Er wordt nog meer verteld van den dollen graaf, dat hij zijn vrouw op de handen draagt en zijn jonge schoonmoeder aanbidt; en dat hij, op den dag,waarop zijn zoontje geboren werd, te Domberg een vreugdevuur deed ontsteken, waarvan het schijnsel zich mijlan ver in den omtrek verspreidde, zoo dat de brandweer uit allo naburige plaateen aangerukt kwam om den vermeenden brand te blusschen. Dit zoontje is niet alleen de trots zijner ouders, maar ook van de geheele bevolking van Arondsborg en Domberg, en wanneer de Roden het kleine, in het wit gekleede we zentje voorbij zien dragen of rijden, stooten zij elkander aan, en or komt een glans van genoegen op hun gelaat terwijl zij zeggen „Onze kleine dolle graaf !H Gemeenteraad van Utrecht byeen waren om hot lnllen-drietal te begroeien. Do burgemeester, dr. li. Reiger, sprak Je generaals hier toe. Uit naam van de generaals nam De Wet daarna het woord. Hy xoide, dat hy wegens treurige familietydiügen uit Zuid-Alrika niet gestemd was om veel te spreken, maar hy had behoefte een kort woord van dank te zeggen. Hy deed uitkomen, dat de generaals niet kwamen om gohuldigd te worden, maar om giften to verzamelon voor de weduwen on weezen, om do verscbrikkeiyke nooden in Zuid-Afrika te leDigon. Wy hebben, zoide De Wet, als oerlyke mannen de wapens neer gelegd en zullen als eeriyke mannen ons woord houden; als eeriyke mannen zullen we getrouw aan den vrede en de nieuwe regeering zyn. De hulde, die het volk van Nederland d6n generaals brongt, was een gevolg, zeido De Wet, zoowel van hetgeen de Booren in bun zwakheid in Zuid-Afrika hebben verricht, als mede wyi de Boeren afstammelingen van het oude Nederland zyn, hoewel met vele gebreken. Datgene, wat zy nog ln Zuid-Afrika hadden kunnen verrichten, was door God gedaan. Als hot Afrikaander volk dat geloofsgevoel in zich omdraagt en dat geloofsgevoel ook gevonden wordt ln het oude afkomstland, dan is er hoop voor een volk, dat zyn taal hoog houdt. Als eeriyke mannen verklaarde De Wet dat zy getrouw zouden zyn aan den vrede en aan de nieuwe regeering. Hy hoopte echter, dat evengoed als een kind na zyn 2l8te jaar mondig wordt, zyn volk ook eens mondig zou worden. Een luid hoezee der aanwezigen volgde hierop. Nadat eenige verversohingen gepresen teerd waren, stapten de goneraails weder in de rijtuigen. Nu werd gereden naar dc Maliebaan. In alle straten waar do rijtuigen doorreden, worden de generaals ontvangen met uitbun dige toejuichingen. In dc Maliebaan geko men werd voorbij „Oranjelust" de woning van President Kruger gereden. Hiér sloot de grijze President zioh met een rijtuig bij don stoet aan en trok men naar de Dom kerk, om do plechtige bijeenkomst bij te wonen. Het groote kerkgebouw was geheel gevuld. Het was twaalf uren toen President Kru ger cn do generaals de kerk binnentraden. Do zangvereeniging „Kerkgezang" hief bij het binnentreden aan: „Een vaste burcht is onze God". Het was een indrukwekkend gezicht die groote menigte daar bijeen te zien. Hot eerst werd het woord gevoerd door ds. G. J. A. Jonker, predikant bij de Ned.- Herv. Gemeente, en vervolgens door ds. Fernhout, predikant bij de Gereformeerde Gemeente. Onvergetelijk voor velen zal do plechtige ure zijn, met den grijzen ex-president en de Boeren-generaals in de Domkerk doorge bracht, niet alleen door het zien van aange zicht tot aangezicht dezer helden, niet alleen door de kernachtige toespraak van ds. Jon ker, en de boeiende reden van ds. Fern hout, maar ook, cn zeker wel in de eerste plaats, door de groote verrassing die den aanwezigen werd bereid: een toespraak van president Kruger. Ds. Fernhout deed namelijk de mededee- ling, dat president Kruger ook voornemens was een woord tot de aanwezigen te richten. Zekerlijk een verrassende mededeeling na zulk een historisch oogenblik. Terwijl de aanwezigen hot na-gezang zon gen, begaf de heer Kruger, de gisteren juist 77-jarigen grijsaard, zioh van zijn fau teuil naar den kansel, dien hij, geholpeD door ds. Fernhout, boklom. En daar stond do grijze patriarch mot het typisch, welbekende gelaat. Nog liet het orgel de laatste tonen door de kerkgewel ven weerklinken, toen hij zijn toespraak be gon. Deze was voor het grootste gedeelte goed verstaanbaar en werd mot krachtige stem uitgesproken. Zij luidde, volgens het „Utr. Dbl.", in het kort ongeveer als volgt: „Vrienden, broeders cn zusters, ik moet beginnen met te zeggen, clat ge mij mis schien niet goed verstaan zult. Ik spreek niet Hollandsch, maar Hollandsch-Afri- kaansck en ik ben ook geen taalkundige, geen letterkundige, en ik ken geen onder worp of lijdend voorwerp cn andere dingen. Maar ik zeg u dan ook: let niet op de taal, maar lét. op dezaak waarover ik spreek. „In de eerste plaats wil ik iets zeggen omtrent onze commandants-gencraal, die tot het uiterste voor vrijheid en recht h-ab- bon gevochten. De oorzaak waarvoor ze de wapenen hebben ncdergelcgd, is de wensch tot behoud van ons geslacht, dat niet mag worden uitgerooid. „Zij komen hier als bedelaars, heeft een dor sprekers gezegd. Zeker, zij komen in Europa om steun te vragen voor vrouwen, kinderen en gebrekkigen. Zij hebben niet geaarzeld bedelaars te worden, opdat de gevangenen kunnen worden opgezocht, de ihongeri-gen gespijzigd en den dorstige kan worden to drinken gegeven." „En voor waar" zegt de Heere, „wie dit doet, heeft het aan Mij gedaan." „Generaals, arbeidt in uw vernedering tot bedelaars, arbeid om uw plicht te doen en handel in alles naar het Woord von God, die U dan zal bijstand goven. „Gij Nedorlanders hebt steeds voor ons de beurs geopend gehouden, hebt steeds alles ge daan om de hongerigen te spijzigen en de naakten to klecden. Houdt dié sympathie steeds warm, blijkt steunen. Wat gij aan den armen doet, doet gij aan den Heere. Zegt niet alleen dat gij sympathie met ons hebt, maar toont dat ook, opdat eenmaal niet tot u gezégd zal worden, wanneer de Heer de schapen van de bokken zal scheiden: „Den hongerigen hebt ge niet te eten gegeven, don dorstigen niet to drinken gegeven, de naakten niet gekleed," en gij zult worden geworpen in het eeuwige verderf. „Ten slotte: Ik zou nog over di politiek kunnen spreken, maar dat is mijn plan niet. „Ik zeg u nogmaals broeders, generaals, gaat voort met uwen heerlijken arbeid, draagt dien arbeid over aan uw kroost en gedenkt steeds bij alles wat gij doet, dat zij, die in tranen zaaien, met gejuich zullen maaien." Stilte licerschte na deze vaderlijke loe^J spraak, vol geloofsvertrouwen, doch daar klonk eensklaps als uit de harten der verga derden geperst, het bekend lied: „Dat 's Heeren zegen op U daal" enz. Ds. Fernhout sprak hierna nog een kort woord en sprak de hoop uit, dat het vader lijke woord van Kruger de harten der aan wezigen mocht roereu tot ruime mi—aadig- I heid. Hiertoe werd aan de uitgangen dez kerk gelegenheid gegeven. De president en de generaals verlieten met hun gevolg de kerk, terwijl het orgel het „Wilhelmus" speelde. Do generaals begaven zich vervolgens naar het „hotel des Pays-Bas" voor het tweede ontbijt, aangeboden door. het Comité van ontvangst. Hier zat n mede aan de leden, van genoemd comité, dc predikanten Jon ker en Fernhout en enkele autoriteiten. Prof. v. d. Wijck sprak een hartelijk en diep gevoeld woord tot dc genera.-Is, de bur gemeester sprak in het bijzonder tot gene raal Botha als vader, en generaal Botha ant woordde. Van half drie tot drie uren hielden dc ge neraal in het hotel receptie. Deze receptie droeg echter ook een streng intiem karakter cn was alleen voor vrienden en familieleden toegankelijk. Om vier uren ging het weer in de rijtuig&n voor een toer door de stad. Helaas heeft generaal De Wet niet langer aan de vermoeienissen weerstand kunnen bieden en heeft hij zich ter ruste moeten be geven. De plaats in het rijtuig van generaal Dc Wet werd thans door den zoon van ge neraal Botha ingenomen. To kwart voor vijven kwam men in de so ciëteit, waar de studenten den generaals een spontane ovatie brachten. De rector van het Studentenkorps overhandigde een couvert met 1000 door de leden onderling bijeen gebracht. Onder het daverend hoezcegeroep van de aanwezige h.erén aanvaardden d< generaals onder vriendelijk glimlachen dezA gift. Nadat de heer De Beaufort had geëin digd ,gaf generaal Dc la Rey het voornemen te kennen, een enkel woordje te willen spre ken. Deze uitte zijn vreugde er over, zich hier te bevinden, van aangezicht tot aange- zich tegenover studecrende jongelui van Utrecht, en door hen zoo hartelijk te zijn ontvangen. Do generaal haalde daarna een enkele zinsnede van het door den heer De Beaufort gesprokene aan, "waarin deze aam 6tipto de onbezorgde oogcnblikken, welke door de leden vpn het U. S. C. op P. H.R. M. worden gesloten en voegde hier aan toe, dat zonder twijfel de dogen der jeugd de gelukkigste van een ieders leven zijn, in deze dagen wanneer men zich voor bereid voor een volgend leven. Daarna wees de generaal er op, dat de staatslieden van Transvaal nooit in do gelegenheid waren geweest zioh voor hun volgend leven voor te bereiden. Deze tegenstelling, zoo ging de generaal voort, zal iedereen gevoelen. Eenmaal zult gij allen op de schaal worden gewogen voor do wetenschap, waarvoor go thans bozig zijt u te bekwamen. Mijn wensch is, dat niemand uwer to licht zal worden bevonden. Hierop roerde de generaal een ander on derwerp aan en sprak van de liefde, die een ieder voor zijn vaderland moet gevoelen. Een ieder moet in 't bezit zijn van een eigen volk, een eigen taal cn een eigen natie, dan kan hij met behulp van God met gerustheid de wereld ingaan. Ten slotte hoopte generaal De la Rey vooi allen, dat zij zich mochten bekwamen tof groote mannen in de maatschappij. Groot eaithusiasme heerschte na deze woorden on der de aanwezige heeren. Generaal Botha sprak zijn groote vreugde er over uit, op dezo plaats te mogen ver schijnen. Hij dankte voor de prachtige gift, welke hem zoo j'uist was overhandigd en wolk geld mede kon aangewend worden om de smarten, welke door het Transvaalscho volk wordor. geleden, te lenigen. En vooral onder de jongelieden van Transvaal is het lijden groot. Z j hebben alles prijs gegeven om voor hun vaderland te strijden, cn thans liggen honderden krachtige jongo mannen geheel of gedeeltelijk verminkt in dq hospi talen. Vóov. hen in de eerste plaats dankte generaal Botha voor de ontvangen som gelds, daar zij voor den vervolge niet meer in de gebogenheid zullen zijn voor zichzelf to zorgen. Daarna sprak do generaal de hoop uit, dat evenals in de beschaafde landen, binnen korteren of langeren tijd in de. Transvaal hoogo scholen mochten worden opgericht, opdat hierdoor ook meerdere beschaving aan het volk der Boeren kon worden gebracht. Immers, zoo ging dc generaal voort, liet is vooral geleerdheid, die beschaving brengt. Doch in landen, die soms aanspraak op beschaving willon maken, schijnt deze soms te ontbreken. Do wijze, waarop de oorlog gevoerd is, maakt duidelijk, dat vooruit gang ook in dit opzicht nog niet overbodig is. Generaal Botha eindigde met de woor den: Denkt altijd, mijn volk is liet bcsto volk cn mijn taal is de taal van alle talen. Ook thans weerklonken daverende juich kreten. Onder groot enthusiasmc vertrokken do generaals naar president Kruger. Bij aan komst aldaar was dc LTtrechtscho Mannen- zangvereeniging opgesteld, die den grijzen, president c;n lied toezong. Na het bezoek aan den president had een eenvoudig diner plaats in den huize Mo lenaar. De groote zaal van Let Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen bood des avonds een interessanten aanblik. Geen plaatsje waa onbezet, zolfs de belendende zalen waren ge heel gevuld. Alle standen waren vertegen woordigd. Bij het binnentreden van de generaals stonden allo aanwezigen van hun zitplaatsen: op cn zong een koor onder leiding van den heer W^agenaor hun een koraal en ecnigd oud-Hollandsche liedoren toe, waarna prof.i d'Aulnis do Bourouill een hartelijke toen. 6praak tot het holdendrietal hield, waarifik hij o. a. er op wees, dat de moed yan Roti dapporo Boerenvolk doet denkon aan do gfrv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 2