Ingezonden. Uit de Rechtzaal. Alleen eolit in onze patentflacons. Gemengd Nieuws. Posterijen. FEUILLETON. Mynheer de Redacteurt Tn het „Leidsch Dagblad" van Visdag 8 Oct. komt in hot artikel dat hot opschrift beeft: „Onder onze Vroedo Vaderen" onder deer het volgende voor: De benoemingen van onderwijzend pereo- peel, die ln den laateten t\]d nogal oens voorkomen en meestal vlot van stapol loopen, hokten nu oven, 't geen was to wUten aan de aid. Leidon van den Bond van Ned. Onder wijzers, die In een verzoekschrift er do aan dacht op vestigde, dat volgons anciënniteit van een der voordrachten No. 2 meer rechten kon doen geldon dan No. 1. „Wat hoeft dio afdeehng daar toch mee te maken" zou men zeggen. Maar zoo'n HJd boloven we thans. De heeren worden op do vingors gozion. Vergun ons s. v. p. eonige plaatsruimte om in het kort uiteen te zotten „wat wl) daarmee te maken hebben". Hot zal zeker niemand verwonderen, dat oen onderwUzers-vakvereeniglng opkomt voor do belangen van het onderwijs en den onderwij zersstand. Ook zal ieder het begrijpelijk vinden, dat voor het moeiiyke onderwijzersambt voel practischo ervaring zoer gewenscht is. Op dien grond meenden wy, en meGnen we nog, dat No. 2 die blijkens hare plaatsing op de voordracht do voreischto bovoegdhodon bezit do voorkeur verdiende boven No. 1, op wier bekwaamheden wy niels willen af dingen, doch die slochts op eon dionsttyd van 2 jaren kan wyzen. Dat enkele raadsleden ons gevoelen deolen, zolfs nu wy in dit geval wegens den beperkten tyd onze meening niet uitvoerig kondon toelichten, blykt uit do dis cussie en de stemming. Ook ln het belang van onzen stand, was het ons onmogoiyk te zwygon. Veel gelegenheid tot promotie bestaat er hior ter 6tedo voor don onderwyzer niet. Nu is by de laatste salaris- regeling do vordeoling der leerkrachten in ver schillende klassen wel opgeheven in naam, doch niet inderdaad. Men onderscheidt nog ©ndervryzors, onderwyzers met hoofdakte, en ©nderwyzors met verplichto hoofdakte; deze Jaatsten zyn de best gosalarioerden. En in ©ns geval gold het de bonoomlng van ©on ondoiwyzeros met verplichto hoofdakte. Ons dunkt, dat oen goschikte porsoon, die feeds 4 jaren tot hot vaste corps behoort, en bovendien andorhalf jaar als tydeiyk onder- wyzerea is werkzaam geweest, meer rechten op do te vorgoven botrokking kon doen golden, dan No. 1 der voordracht, die alleen als tydeiyk aangestelde leorkracht ia werk zaam geweest on dus dus als het waro tweo klassen tcgeiyk verhoogd wordt voor zoovor wy weten iets ongehoords in Loiden. Mot het bovenstaande hopen wy iodor duido- jyk te hobbon gemaakt, dat ons optroden gerechtvaardigd was. Wy zyn althans zoo overtuigd van ons goed recht in deze, dat we ondor gelUke omstandighodon steods van ons gevoelen zullen doen biykon. Ton slotte nog een opmerking: Indien do voordrachton wat vroeger worden gepubliceerd, dan kondon belanghebbenden gomakkoiykor voor hun, nl of niet gegronde, aanspraken ©pkomon, en dan had ook do heer Sytsma zicli als Raadslid boter kunnen doen inlichten, dan nu volgens uw verslag het goval is goweest. Dankend voor de plaatsing, namens liet bestuur der afd. Leiden B. v. N. O. Leiden, de 1ste Secrotaris, 10 Oct. 1002. w. Bank. Mijnheer de Redacteur Boloofd vorzook Ik u plaatsing voor ondor- ïtaando regelen. Ik wildo nl. ln uw veelgolezon blad eons wyzen op den zóór onaangonamen toestand, die op het postkantoor alhier bestaat aan hot lokot voor postwlssols. Het Is er altyd wachten, wachten. Ducht lk aanvankoiyk, dat dit aan hot einde «n aan hot begin van elke maand alleen maar het goval zou zyn, o, net n, heden den llden ,van de maand is het even erg. Men mag biy zyn, als men binnen het kwartier gekolpon is. Het gevolg Is dan ook, dat volo porsonon dadelUk maar weor wegloopon als zo zoo lang wachtou in het vooruitzicht liebbon. Met myn loekonverstand ben ik nu naluur- •jyk al lang aan hot overleggen gegaan, of daar nu toch niets aan to doen zou zyn. Zou liet nu byv. aan een zoo groot kantoor als Leiden, met verschelden# ambtenaren, onmogeiyk zyn, dat er by drukte eon mannetje byspringt? Daar zal het publiek bolangryk modo gebaat zyn. Zooals do toestand nu is, denkt men met schiik aan het feit, dat men óók gedwongon is, oen half uur van zyn soms kostbaren morgentyd aan het postwissellokot te ver knoeien. Zeer dringend beveel ik deze zaak dan ook in de aandacht van den 'directour, nu don waarnomenden directeur meen ik, aan. Volen zullen daar zeker moo instommen. Hoogachtend, X. Het Openbaar Ministerie by do Haagscho rechtbank, waargenomen door mr. Yan Geuns, begon gistei namiddag zyn requisitoir in do zaak van don bierhandelaar C. met er op te wijzen, dat beklaagde door zUn vage en draalerigo antwoorden het onderzoek zoer lang durig hoeft gemaakt. Aantoonende mot welke bedoeling do z. i. zonderlinge vennootschap word opgericht, ging hot O. M de geschiedenis dezer zaak na in de oersto helft van 1900 en deed daarby uitkomon dat de financieele toestand van den bekl. toon verre van roos kleurig was en by van allo kanton in het nauw word gobracht. De vraag is nu, of wy hier to doen hebben met een schyn- of wer- keiyke vennootschap. De vennootschap kan geen waarachtige zijn geweest, omdat zij de eigenschappen daarvan mist. Lettende op hetgeen overge dragen is, en andere feiten meent het O. M. dat vennootschap cn beklaagde één zijn: Een der zonen van beklaagde is geen aan deelhouder geweest; dit was alleen be klaagde. De aandeelcn verliezen zich in een nevelachtig waas. Wat de vergaderingen betreft, de besluiten werden genomen door beklaagde en zijn beide zonen, de een, naar wordt beweerd, wat echter n-iet geloofwaar dig is, aandeelhouder, de ander slechts com- missnris. Beklaagde was gerechtig 1 uitgaven voor zijn privé to doen uit de kas der ven nootschap. Spreker komt tot do conclusio,, dat er nooit is geweest een scherpe scheiding tusschen wat beklaagde en wat de vennoot schap stecd. Wat de kas der vennoot schap betreft deze bevindt zich in een nevel achtig mysterie. Voorts wees het O. M. op do verklaring, door een getuige gisteren af gelegd. dat bekl. hem gezegd had, dat hij van zijn zaken een vennootschap 1 ad gemaakt, om een faillissement tc ontgaan. Het O. M. gelooft, dat wanneer men het oog vestigt op de houding van den beklaagde gedurende liet verhoor en dc instructie om trent vragen die geen juridisch karakter hebben, doch een kind wel kan beantwoor den, men het met spreker eens zal zijn dat beklaagde van -het begin af ter kwadei-_ trouw is. De officier meent voorts, dat beklaagde de rechten zijner schuldeischcrs op bedrieg lijke wijze heeft verkort, dat beklaagde zich bewust was, dat door de overdracht zijner goederen de macht zijner crediteuren werd verzwakt. Had de off. Donderdagmorgen een oogenblik den indruk met iemand te doen te hebben, die geen begrip had van wat in den handel betamelijk is, dlc indruk werd des middags anders. Naar sprekers meening as er gehandeld met sluw overleg, Wat alleen als verzachten dc omstandigheid zou kunnen gelden is, dat bekl. gehandeld heeft onder dc suggestie van anderen. Toen de eisch (1 j'aar on 6 maanden) was uitgesproken, zeide beklaagde, cr in geloo- pen te zijn cn niet met kwade bedoelingen tc hebben gehandeld. Do toegevoegde verdediger, mr. H. P. Marchant, stelde al dadelijk voorop, dat hij op een tegenovergesteld standpunt staat dan het O. M. Do hoofdzaak zit voor hem niet in de houding van den beklaagde, de zaak ligt dieper, en spreker geloofde, dat dc of ficier in een vervolging niet zal kunnen slagen. Spr. zou dc zaak anders aanvatten dan de officier. Wat voor dezen hoofdzaak is zou spr. voor nevenzaak nemen en dc ne venzaak voor hoofdzaak. Bekl.'s houding is. volgens pl., verklaarbaar. Beklaagde is door liet verhoor voor den rcchter-commis- saris als het ware als een citroen uitgekne pen hij is van den ochtend tot den avond onder dc pomp gehouden. Kan het dan ver wondering wekken, dat er beweringen, door hem zijn geuit, die met elkaar in strijd zijn? Vaststaat voor pleiter, dat zijn cliënt advie zen heeft gehad die de man niet begrepen heeft en ten gevolge waarvan hij aan het draaien is gegaan. Reeds gedurende de in structie had aan bekl. een raadsman bchoo- ren te worden toegevoegdware dit het ge val geweest, dan ware tc voorzien geweest, dat bekl.'8 houding consequent was gebleven. Hierna tob de zaak komende, wees pleiter er op da-t deze bekl. cn zijn 10 kinderen straatarm zijn en hij ontkendo dat een van dc crediteuren benadeeld is door het oprich ten der naaml. venn. Dit was bepaald on mogelijk. Nu de vraag: was er een naaml. vennoot, schap, ja of neen. Niet: was er een waar achtige N. Y. of slechts een schijn-na-aml. vennootschap, gelijk het O. M. de vraag stelde. Pleiter beriep zich op een voorbeeld van naaml. venn., wier statuten Donder dagavond in dc „Sts.-Ct." voorkwamen. Bijna eiken avond komen er zulke vennoot schappen met 2 a 3 aandeelhouders in de Staatscourant" voor en wilde men alle directeuren van dergelijke N. Y. in de ge vangenis zetten, cr zouden spoedig nog meer gevangenissen noodig zijn dan nu reeds het geval is. Meermalen komt het ook voor, dat er van do aandeelhouders slechts één overblijft. Dat er hier een schijnvennootsehap werd opgericht, achtte pleiter allerminst bewezen, noch door het ontbreken van de boeken, noch door aanteekeningen in een gevonden kladboekje. Zolfs al heeft bek. ged van de vennootschap voor zijn privé gebruikt, dan is dit nog van geen befceekenis in dit geval met het oog op de verdeeling der aandeden en do beschikking, die bekl. daarover had. Vervolgens ging pleiter de financieele operation van zijn oliènt na en wees hij er op, dat, waar deze schuldvorderingen had op do naaml. venn., hij he>t geld dier ven nootschap mocht gebruiken voor zijn privé zaken, zoolang dio schulden niet waren af gelost. Dit verklaart het betalen van een hypotheek met gelden der vennootschap. Het overdragen der meubelen vond pleiter ook zeer verklaarbaar. Een vennootschap heeft een directeur en die directeur moet toch een gemeubileerde woning hebben. Do bepalingen, dio hot O. M. zoo zondor- ling vond in de statuten, vindt pleiter niets vreemd; zij komen dagelijks \oor. De verdere argumenten door het O. M. aangovoeru voor de schijn-vennooischap kon pleiter ook niet toegeven. Een van de ge tuigen zou zelf om de oprichting der ven nootschap gelachen hebben. Maar diezelfde getuige gaf hot geld van zijn vrouw als hypotheek op een der gebouwen van de ven nootschap. Zou hij dc zilverlingen van zijn lieve vrouw gestoken hebben in een on dernoming, aan wier bestaan hij niet ge loofde? Vormelijk, juridiek is aan alles vol daan, alle formaliteiten zijn vervuld. De verklaringen van dengetuige zoocven be doeld, waaraan het O. M. zooveel waarde hechtte, is voor pleiter van geringe waarde. Dio getuige is voor li.cn> dc meest weerzin wekkende verschijning in dit geheel o proces. Instantelijk herhaalt pleiter dat de credi teuren niet zijn benadeeld, waai mede ver valt het eerste gedeelte der alternatieve ten lastelegging. Neemt men voorts het bestaan der vennootschap aan, dan vervalt daarmede de aanklacht dat bekl. bij zijn verantwoor ding van den curator goederen heeft ach tergehouden. De eenige onware opgave rs dat zijn aandeelcn vervallen waren aan de naaml. venn.; zij waren slechts in pand gegeven, doch dit deed betrekkelijk wei nig af. Pleiter ooncludeerde derhalve dat het eer ste gedeelte der dagvaarding op geen enkel punt bewezen is. En waar de schijn-ven nooischap vervalt, daar komt, naar pleiters oordeel, het O. ai. ook met heb tweede ge deelte zijner dagvaarding in de klem. Ten slotte zette plei/ter uiteen dat geen goederen aan den boedel onttrokken zijn, daar er equivalent de aandeelcn in do ven nootschap voor in dc plaats zijn gegeven, ondanks bet pandrecht der naamlooze ven nootschap. Ook heb tweede deel dor dag vaarding achtte pleiter niet bewezen. Wat de quaestie der effecten van. mej. v. B. betreft, was pl. van mecmng, dat bekl. ze had gekregen cn niet verplicht was zc te vergoeden. Bekl., die zich hierover schaam de, heeft zelfs indertijd een verklaring opge maakt, dat hij ze had geleend tegen 2 pCt. Aan het slot van zijn pleidooi kwam plei ter terug op de wat hij noemde meest weerzinwekkende figuur in deze zaak, den getuige De Neufvillc. Deze had aan bekl., zijn cliënt, niettegenstaande deze volgens de verklaring van dien getuige een slechte betaler was, geld geleend, wetende dat er op de Breestraat te Leiden wat te .alen was, dat men bezig was mej. v. B. te plunderen. Die getuige heeft beklaagde gevraagd: moet jo niet eens speeuleeren en gaf hem daartoe gelegenheid in ,,Café Riche". Die man is dc schuldige. Mej. Yan B. is niet geplun derd door bekl., dezo is slechts als middel gebruikt, 't Geld van mej. v. B. is in de zakken van dien getuige terechtgekomen, en zijn geweten zal hem wel niet met rust laten, de zilverlingen zullen hem in den zak bran den. Door hem hebben zes gezinnen een mo reel nadeel geleden, dat voor geen herstel meer vatbaar is. Meent het O. M., dat het in bokl. een slachtoffer gevonden heeft, dan vergist het zich. Pleiter concludeerde vrijspraak. Na tc- en dupliek, waarbij bekl.'s verde diger o. m. nog opmerkte» dat een der zoons van beklaagde hem als het eigenlijke argu ment voor de oprichting der vennootschap had genoemd, dat de firina Rutten, waarvan bekl. depothouder was, haar vergunningen in stand wil houden door ze over te schrij ven op naamlooze vennoptschappc:werd de uitspraak bepaald op 23 Oct. a. s. RECLAMES, k 40 Cents por rogol. 9093 15 Zondag a. 8. zal „Ajax" op het terrein links aan den Rynsburger wog haar eersten competitie-wedstryd in Leiden spe en tegen H. V.-V. Do wodstryd zal om twee uren aanvangen. Het is to hopen dat do voet- batwedstryden op 3 October gehouden niet voor niets zyn geweest en er dus nu meer publiek zal komen dan vorige jaren. Dit seizoen hebben de dames vry entree. Morgen speelt ook de L. A.-Y. „do Sport man" haar eersten competitie wedstryd op haar nieuw terrein tegen do Haagsche Voet balvereniging „Wilhelmina". Het nieuwe torrein is gelogen nnn het Moordenaarslaantje, van den Rynsburger straatweg komendo aan de rechterhand. Donderdag-o chtond verliet een tienjarige knaap de woning zynor pleegouders (oom on tante) te Noordwyk, om zich naar de school te begeven. Toen by aldaar niet verscheen, werd terstond om informatie uit gezonden, hy was altyd een getrouw be* zooker der school en do ongerusthoid was niet gering, toen niemand wist, waar de jongen geblovon was. Omdat hy wel eens aan zyn makkers ver teld had, dat hy weer naar zyn moeder wilde, werd in die richting onderzoek gedaan, en toen bleek het, dat men hem des voormiddags by den Noordwykorhoek gezien had. Gister morgen nu kwam er een telegram uit Haarlem, dat de knaap behouden in de ouderlyke woning aldaar was aangekomen; hy had den langen weg langs do vaart geheel te voot afgelegd. Do krygsraad to'sGravenhage heeft gisteren veroordeeld: Th. C. v. B., korporaal by het Regiment Grenadiers en Jagers, die een rywiel, door hem voor eonige uren gehuurd, verkocht en de opbrongst ten eigon bate aanwondde, ter zake van verduistering tot 4 maanden ge vangenisstraf, met ontzegging van het recht om te dienen voor den tyd van 5 jaren. J. B., huzaar by het 3e reg. huzaren te Leiden, tot tweo maande» militaire detentie on plaatsing by de kiasse van discipline, na eindiging der detentie, voor den ty-.l van zes maanden, ter zake van tweede desertie in tyd van vrede, opgevolgd door vry willige aangifte binnen 4 weken; I. B tamboer by het 3e reg. infantorie t# YÜ8singon, tot 6 maanden militaire gevan genisstraf ter zake van tweede desertie in tyd van vrede, gevolgd door vrywillige aan gifte, doch niot binnen 4 weken. De deuren werden daarop gesloten. Daarna kwam een kapiteins krygsraad byoon, be staande uit een hoofd oflkier, met 6 kapiteins, en oen bauur later werd binnengeroepen oeu kap tein der artillerie van het O. I. leger. Na een uur vertrok deze kapitein al woon Men vernam toen dat hy op voorstel van den hoer audiieur-militair, ook door den"krygs raad by handtasting was ontslagen en later z(Jn vonnis zou kunnen vernemen. De nalatenschap van Pieter Teyer van der Hulst. Door een der erfge- namen, die pretendeert te kunnen bewyzen zyn rechten op bovengenoemde nalatenschap, worden voor de Haarlemsche Rechtbank ge dagvaard drie bokende en verder allo onbekende goiechtigdon tot do nalatenschap, ton einde over tp gaan tot scheiding en deeling. Deze dagvaarding werd door do rechtbank evenwel nietig verklaard. Yandaar appèl. In hooger boroep diendo de zaak Donderdag voor het eerst voor het gerechtshof te Amster dam. Twee der drie gedagvaarde bekende en één onbekondo ertgonaam waren in rechten verschenen. Tegen do overige onbekende en tegon den eenen bekenden erfgenaam, die geen procureur had gesteld, werd derhalve verstek gevraagd. Het Hot zal op dit verzoek beschikken Donderdag over 8 dagen. Voor een der bekende erfgenamen had zich procureur gesteld mr. H. P. Loggere en voor den anderon verschenen bokende en den ver schenen onbekenden erfgenaam M. Bunker, laatstgenoemde nadat het hof verlof had ver- leend tot kosteloos procedeeren. De avocaat, die dit TeyJor-procos op touw zette, is mr. P. J. Snel te 's-Gravenhage. Behalve de drie in rochten verschenen erf genamen waren nog oen vijftigtal personen, dio op de erflating van Pieter Teyier van der Hulst vormeenen aanspraak te kunnen maken, ter terechtzitting van het Hof verschenen. H Anekdote van De Wet. Men ver haalt dat by 't bekende onderhoud der Boeren generaals met minister Chamberlain deze De Wet met mynheer" aansprak. De ander richtte daarop tot den minister het woord met „gene raal." Deze beet zich op de lippen en her haalde zyn onheuachheid niet. Men schryft uit Enschede o, aan het „Nieuwe Dagblad voor Ovorysol en Gel derland" liet volgende verhaal, dat aldaar do ronde doet, „ln een der laatste nachten is er op hot graf van don zoo gruweiyk vermoorden politie agent Do Ruiter een hobbelpaard neergezet, waaraan oen papier bevestigd was met het volgende opschrift: „Hier is het paard 1 Waar is de Ruiter? De mantel volgt spoedig I" In aanmerking genomen, dat als wy 't goed hebben, een der collega's van den ongelukkigen De Ruiter den naam Mantel draagt, zou in dozo tirade niet meer of minder dan een be dekte bedreiging schuilen." Opzetteiyke en wederree lite- ïyko vryheidsberooving. Naar do „A. Ct." verneemt, ia proces-verbaal opgegeven tegen de moeder van een particulier dotectivo to Amsterdam, die eon gerechtsdeurwaarder in haar huis opsloot, toen deze, krachtens hot oponbaar gezag, oen oproeping als verdachte boteekende. De deurwaarder zal proces verbaal doon opmaken wegons opzetteiyke en weder rechtelijke viyheidberooving. De Directeur van het Postkantoor te Leiden brengt ter kennis van het publiek dat, aan vangende Maandag 6 October, de verkoop van frankeerzegels, gezegelde omslagen en formu lieren, aan het hoofdkantoor zal geschieden aan het guichet recht tegenover de binnondeur van het portaal Leiden, 4 October 1902. De waarnemendo Directeur, HOLLINGEKUS PIJPERS. Grraaf Alex. 43) ,,Soms in haar schrijftafel, soms in dc kast op haar slaapkamer, ieder oogenblik ergens anders; zij denkt, dat zij dan minder gevaar loopt van bcst-olcn te worden; maar heel veel zal er in geen geval zijn; in dc 'tweede helft van de maand was mama altijd heel slecht bij kas." Zij zochten overal, maar vonden niets, zoodnt Elvire bij juffrouw Maas geld moest 'leencn, om wijn on ijs voor dc zieke te koo- pen. Toen dc doktor 's avonds kwam, was hij buiten zichzolf over de verwarring, die in 'huis hcerschte. Lena smolt weg in haar tra nen, omdat het met mama steeds erger werd; het dienstmeisje wildo uit angst voor besmetting geen voet in do ziekenkamer zotten; do kinderen, dio juist mot de gou vernante van een wandeling thuiskwamen, schonen do geheele ziekte van grootmama vorgeton to hebben, daar zij als razonden het huis binnenstormden, om daarna, toen zij hierover berispt werden, luid snikkend naar boven to gaan. ,,Mijn beste juffrouw Kvocker, zoo gaat het niet langer," zoide do dokter nu op zeer beslisten toon; „er moet iets gedaan wor den, dat ziet gij zelf wel in. Gij hebt reeds clou vorigen nacht gewaakt; het is bijna onmogelijk, dat gij heb dezen nacht ook vol houdt. Gravin Lena is hier niet voor to gebruiken, juffrouw Maas mag ter wille van do kinderon niet bij do zieke komen; mij dunkt, dat hot het beste zal zijn, dat ik naar Kiel telcgrapkeer om eon verpleegster." „Neen, dat is onmpgelijk." Elvire bloosde en vervolgde: „Wij hebben geen geld, wij weten niet waar grootmama het bewaart." De dokter sloeg met een wanhopig gebaar de handen ineen. „Kindoren 1 Wat een toe stand 1 Is er dan niemand, tot wien gij u om raad cn hulp wenden kunt?" Elvire keek voor zich neer. „Graaf Las- sow op Dombcrg zou de eenige zijn," zeide zij zacht. „Do dolle graaf Dokter Peters lachte weer. „Hoe zou die hior kunnen helpen?" Elviro antwoordde niet; zij voelde zich plotseling verlicht. Hoo was het mogelijk, dat zij daar niet eer aan gedacht hadJa, als Lex hier was I Dan zou alles beter gaan. Zij vloog naar de schrijftafel en schreef met bevende hand: „Grootmama heeft typhus; wij hebben geon geld; ik weet niet wat te doen. Kom 1 Elvire." Dokter Peters schudde wel is waar het hoofd, maar beloofde toch den brief met een bode te paard naar Dombcrg te zonden. Reeds een paar uren later hield de lich'e Dombergsohe jachtwagen stil voor de villa van gravin Rastotten. Lex sprong or uit en ijlde hot huis binnen. Elvire had een gevoel, alsof er een oente- naarslost van haar word afgewenteld, nu hij bij haar was en zij haar hart voor hem kon uitstelten. „Do gouvernante en do kinderon kunnen te Dombcrg komen," zeide hij, toon hij alles had gehoord. Elviro lachte. „Maar Lex, dat gaat toch niet?"- „Waarom niet? ja, dat is waar ook, hmMaar ik weet er wat op, zij kunnen bet hoerenhuis betrekken, en ik ga dan zoo. lang bij den bosehwachter." „Lcx, hebt gij dat werkelijk voor ons over „Ja, natuurlijk! Nu is het, dunkt mij, het beste, dat zij er vanavond heen gaan, zij kunnen mijn wagen gebruiken, ik zal wel zien hoo ik thuis kom. Als de paarden een paar uur rust hebben gohad, zijn zij weer frisch. Zeg hun maar, dat zij hun boeltje paken, dan schrijf ik in dien tijd een briof aan juffrouw Mollersch, mijn huistiran." ,Wot zijt gij good, Lcx; ik ben zoo blij, dat zij nu zoo heerlijk onder dak komen." Elviro ging nu naar juffrouw Maas, cn beval hot dienstmeisje hot. goed van de kin deren in te pakken, terwijl Lassow een brief aan zijn huishoudster schreef. Daarna gingen zij samen naar de zieken kamer; Lena zat ineengedoken in een leu ningstoel. Toen zij Lassow zag, barstto zij in tranen uit: „Mama is zoo ziek! Zij zal nog stervenhet wordt ieder oogenblik erger 1 Ik kan het niet meer uithouden Elvire bracht haar de kamer uit. „Help juffrouw Maas dan wat met pakken, Lena; zij gaat vanavond met de kinderen naar Domberg." „Zij heeft niet de minsto zclfbeheer- sching," zeide zij, toen ze weer bij Lex kwam. „Maar, wie past tante dan eigenlijk op?" "Ik „Gij? Alleen? Neen, Elivire, dat gaat niet, ge moogt niet zooveel van uw krachten ver gen, en jo vooral niet blootstellen aan het --yaar van besmetting, jij niet, Elvi?" Hij zag haar aan met een blik, waarvoor zij do oogen neersloeg. „Ik zal met dokter Petors gaan spreken; wij moeten een verpleegster hebben. Eigen lijk zou het hot bcsto zijn, als gij ook naar Domberg gingt." Zij schudde oven het hoofd. „Neen, natuurlijk niet; ik moest weten, dat go dat niet doen zoudt, vooral niet naar Dombcrg." Dit klonk ecnigszins bitter, maar toen vervolgde hij op zijn gewonen bedaarden toon: „Ik heb ook geld meegebracht, hier zijn driehonderd mark; hebt go meer noo dig, dan weet ge, waar gij het krijgen kunt." Zoo onthief de dolle graaf Elviro van alle zorgen. Een paar uur later vertrok de gou vernante met do kinderen naar Domberg er word naar Kiel gctelegraphecrd om een verpleegster, en do jonge meisjes vodden zich rij wat minder gedrukt; ook dokter Peters slaakte een zucht van verlichting en zeide later: „Do dolle graaf heeft zich in één woord uitstekend gedragen, en een door zicht getoond, zooals raon het zelden aan treft. Ik weet waarlijk niet, wat wij zonder hem hadden moeten beginnen." Toen Lassow tegen den avond terug kwam, nadat hij bij dokter Peters geweest was, vond hij Lena in den tuin met Ilsin- gen, dio zijn uiterste best deed, do wanho pige kleine gravin te troosten. Na even ge groet tc hebben, zocht de dolle graaf Elvire weer op in de ziekenkamer. „Ilsingpn is in den tuin," zeide hij, „wilt gij cr ook niet heengaan?" Elviro schudde zwijgend van neen. „Gij kunt anders gerust gaan; ik blijf hier." Nu schuddo zij bijna driftig het hoofd. „Ik wil niet gaan." „Hebt gij hem dan al gesproken?" „Neen." Lassow ging naar het venster, en zeido toen, zonder zich om to keeren: „Ik weet niet waarom gij zoo wreed zijt tegen dien ar men kerel. Yerlos hem toch eindelijk uit zijn onzokerheid; zekerheid is altijd nog beter, al is zij nog zoo hard." „Ik geloof, dat hij wel weet waaraan hij zich te houden heeft-" Lassow keerde zich om, maar haar gelaat was kalm en ondoordringbaar. 's Avonds kwam do dokter nog eens en zijn gelaat stond zeer ernstig. „Heb is mogelijk, dat vannacht de crisis intreedt," zeide hij tot Lassow, „maar heb is een zeer ernstig geval en de gravin heeft geen sterk gestel." Elvire was mocdo en afgemat; bleek en met koude, bevende handen zat zij in de zie kenkamer; Lena zat bij baar op een voet kussen en had het hoofd op haar schoot ge legd. Lassow dwong beiden iets warms te eten en een glas wijn te drinken. „Ik blijf bij jc," zeide hij; „wij zullen' elkaar aflossen in het waken." Maar daarvan wilden dc jonge meisjes niet hooren; aan slapen konden zij niet denkenen zoo zaten do drie den geheelcn nacht door bij elkander, in de flauwverlichto ziekenkamer. Lassow wikkelde dc jongo meisjes in dikke omslagdoeken ca togen mid dernacht bracht dc keukenmeid op zijn bevel warme koffie». (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 14