il
Stofgoud.
Raadgevingen.
Ook in den Elzos houdt men cr wel van. In
Straateburg bijv. zijn kikvorschen een ge
woon handelsartikel op de weekmarkt.
Dc Engolschen verafschuwen zc als spijze,
maar de Amerikanen schijnen ze gaarne te
lusten. En dezen hebben dit voordeel, dat do
bij hen voorkomende kikvorsch (rana catcs-
biana) van een bijzonder groote soort ia. In
Ontario, in het stroomgebied van do Trente
River, vindt men zelfs een groote kikvor
schen kweekorij, die al ruim 20 jaren be
staat, en jaarlijks duizenden dezer boeien-
nachtegalen aflevert. In de vijvers dezer
kwcckerij worden cenigo flinke echtparen
gezet. En daar laat men ze maar rustig voort
telen en rondzwemmen tot men zc voor de
consumtie wil afleveren. Is 't zoo ver geko
men, dan vangt men ze 's avonds bij fakkel
licht, cn zet ze in kasten, die men droog kan
laten loopen, zoodra men ze afleveren wil.
Deze Amcrikaanschc kikvorsch is op drie
jarigen leeftijd eerst volwassen cn wordt ge
woonlijk op vierjarigen leeftijd gevangen.
In de jaren 1895 cn 1696 heeft deze kwcekcrij
vijf duizend pond kikvorschcnboutjcs (het
dikste deel van den kikvorsch) afgeleverd
en zeven duizend levende kikkers voor we
tenschappelijke doeleinden en overbrenging
naar andere kweekerijen.
Zooals is gezegd, is de Araerikoansche
kikvorsch bijzonder groot. Daarom wil men
trachten hem naar Europa over te brengen
en hem daar te laten acclirnatisecrcn. Daar
dc grond hier echter veel duurder is dan in
Amerika, en het getal consumenten beperkt
is, zullen aan dc oprichting van kweeke
rijen nog wel eenige hinderpalen in den weg
staan.
Eén ding zou mogelijk wezen: men zou zc
mot ecn vischkwcckerij kunnen verbinden cn
alzoo tevens voedsol voor do visschcn heb
ben, daar de Parijsche lekkerbekken maar-
een zeer klein deel van onzen groenen vrind
ctenl
Iets over brood.
Do tijd, waarin men begon hot graau te
bakken, is niet meer vast te stellen, doch
zeker is het, dat gerst de eerste graansoort
was, die tot brood werd verwerkt.
Do oude Israëlieten maalden hun koren
op handmolens. In den beginne werd liet
meel slechts met water gekneed en tot dun
ne, harde broodscliijven gebakken. Van deze
dunne brooden, welke niet gesneden, maar
gebroken werden, bakte men nooit een groo-
ten voorraadmen bepaalde zich slechts tot
hetgeen men noodig had.
In do Boeken van Mozes is reeds van bak
kersovens sprake. Dc Israëlieten van het N.
Testament kenden zelfs reeds het zuurdeeg.
Beroepsbakkers had men toen 'nog niet:
bakken was het werk der vrouwen en slaven.
Do eerste aandniding omtrent zelfstandige
bakkers vindt men Jcremia 37 21, waar
sprake is van een „Bakkersstraat" te Je
ruzalem.
Bij do Grieken schijnen ook beroepsbak
kers geweest te zijn. Zoo moet o. a. de bak
ker Thearion in Athene een meester in zijn
vak geweest zijn.
De Romeinen beschouwden het broodbak
ken meer als huisarbeid. Eerst in 117 voor
Christus wordt van de bakkers in Rome als
eon vak uitoefenend melding gemaakt en
nog veel later, onder Ulpius Trajanus
(98117 na Christus) kwamen dc gilden. De
Germanen leerden het brood kennen door dc
Romoincn.
Ten tijde van Karei den Grootcn verstond
men reeds dc kunst van het bakkeu van ze
melen.
In do tiende eeuw stond dc bakkunst in
Duitschland en Frankrijk reeds op een vrij
lioogcn trap van ontwikkeling; o. a. had
Salomo III, bisschop van Conslanz, te Sint-
Gallen een oven, waarin duizend brooden te
gelijk konden worden gebakken.
Waarom bruin brood eten?
Dokter Allinson, een beroemd deskundige
op het gebied van gezondheidsleer, beant
woordt dezo vraag als volgt:
„Onder bruin brood versta ik brood van
ongobuild tanvemecl, d. i. van gemalen tar*
we, op de gewone wijze gebakken; allien
mag uit het meel niets verwijderd worden
en mogen er ook geen bijmengsels aan tocge-
yoegd worden.
Er zijn verschillende redenen, waarom wij
alles van het graan moeten eten. Dc tarwe
korrel bestaat uit een harden zemel cn uit
do witte kern, waarvan het meel wordt be
reid. De zemel bestaat uit een houtachtigcn
vezel, dio geen voedingswaardo bezit, doch
die de minerale bcstanddcelen van dc tarwo
bevat, zooals do phosphaten, ijzer, enz. Juist
onder den zemel bevindt zich ccn laag cel
len, dio veel nitrogeen bevatten, en het
grootste deel hiervan, evenals de mineraio
bcstanddeelen, gaat verloren als wij den ze
mel wegwerpen.
't Gevolg is, dat, als wij ons met. wit brood
yoeden, wij een voodscl hebben, waarin geen
'genoegzame hoeveelheid minerale bcstand
dcelen voorkomen, waardoor ook dc vleesck-
vormende deelen niet genoegzaam aanwezig
zijn, on wij onvoldoende gevoed worden.
Als een gevolg daarvan vallen onze tan
den spoedig uit, onze kinderen zijn onder
horig aan Engelsche ziekte, en wij hebben
dikwijls een onvoldaan gevoel. Moeders, die
zelf haai' kinderen voeden, behoorden altijd
bruin brood te eten, daar bet de yorming
van do tanden en 't beenderenstelsel bij het
kind bevordert. Slapheid en breuken zijn
ecn gevolg van gebrek aan ijzer en kalk in
het bloed, cn kunnen alleen voorkornca
worden door bruin brood en havermout.
Het toedienen van kalkphosphatcn alleen
zal niet baten. Melk werd tot nu toe bo-
schouwd als ecn volledig voedsel; en dat is
het ook voor jonge lichamen. Ecn vol
maakt, degelijk voedsel voor den volwasse
ne is tarwe. Zij bevat plantaardig nitro
geen om de spieren to vormen; stijfsel, om
wannte en kracht to ontwikkelen; minerale
zouten voor het beenderenstelsel, de tan
den, enz.
Met bruin brood en water heeft men alleB,
wat noodig is om hard te kunnen werken."
Het boompje.
(Ecn leerzame Russische legende).
In oen heel oud bosch stond eens een
boompje, dat org puntige blaadjes had. Hot
boompje was met dion tooi niet tevreden en
zuchtto:
„Och, m[jn buien zijn gelukkiger dan ik!
Zij hobbsn allen mooie blaadjes, dio men gaarne
ziet, maar de rnijuo zjjn zoo puntig als naalden,
zoodat niemand me zelfs durft aanrakou. Ik
zou zoo gaarne do aandacht willon trokken
en mooier willon zijn dan alle andoro boomon
rondom. 0, dat ik toch gouden blaadjes had I"
Het werd nacht en hot boompje sluimerde
in. Maar toen hot den volgenden morgen
wakker werd, zag het zich gohool veranderd
in don nacht had het gouden blaadjes ge-
krogen.
„Hoe heerlik 1" riop het verrast uit; „ik
bon geheel mot goud overdekt I In het gehoolo
bosch staat geen CDkolo boom, dio zulk een
praclitigo kleod\j iiocft als ik."
Maar toon het weer donker geworden was,
kwam or eon landioopor met een grooton
baard. Na schuw om zich hoon gekeken te
hebbon, ging hij snol op het boompje toe,
plukte mot z(ju dorro vingers de gouden
blaadjes af, dood zo in een grooton zak on
ging ijlings op de vlucht.
Helaas 1" zuchtlo hot boompjo. „Ik bon
nu mijn schoone blaadjes, die in hot zonlicht
schitterden, kwijt. Zo wokton do hebzucht
van dion landlooper op, want zij waren van
con kostbaar mot aal. "Waren zo maar van
glas goweostl Glazon blaadjes schitteren ook
in do zon, en niemand zal zo wegnomen. 0,
had ik maar glazon blaadjes 1"
Weder sliop hot boompjo in, en weder
was het den volgenden morgen geheol ver
anderd. Aan elk takjo bengelden prachtige
glazen blaadjes. Nu was hot boompjo oerst
recht tevreden.
„Goen enkelo boom is mij gelijk 1" jubelde
het. „Wat eon prachtig kleodl"
Maar al spoodig pakten zich somboro
wolken bovon hot bosch sninon; do wind
stak op, eon onwodor barstto los en allo
blaadjes werden vorniold.
„Uoo jammer 1" moppordo hot boompje.
„Doch hot was to voorzien. Glas is erg
breekbaar ik zou liever kloino, groone, wel-
riekendo blaadjes dragen."
Don volgendon morgen was ook dezo wensch
van hot boompje vervuld.
Hot duurde ochter niet lang of do geiton
en schapon, aangetrokken door den beerlijkon
geur, kwamen zo afknabbelen. In korten tijd
6tond hot boompjo weer dor en kaal.
Nu zag hot boompjo in hoo dwaas hot
was ge woest te vorlangen naar uiterlijke
pracht. Hot botreurdo, dat het zijn een
voudige, oorspronkelijke kleedij verloren had
en sliep, toon hot avond word, stil verlan
gend in.
Hoe verheugd was hot den volgenden
morgen zich weor getooid te zien mot do
puntigo blaadjes van vroegerZy waren
niot zoo glanzend als goud, niet zoo schit
terend als glas, en niot zoo welriekend als
de kleino groeno blaadjes, maar ze waren
stevig, niomaud zou ze komen roovon, on in
olk jaargetijde zou het boompjo voortaan
prijkon met z(jn eenvoudig kloed.
.tCnkeio eetregels.
1. Overvloed van frisch water, doch voor
al niet tc veel opeens, en niet bij het eten.
2. Overvloed van vruchten.
3. Geen kruiden, behalvo kleine hoeveel
heden thee, koffie en chocolade.
•1. Heel weinig vleesch cn slechts eenmaal
per dag, beter nog: heelcmaal geen.
5. Goed kauwen; bedaard eten.
G. Tusschen do maaltijden in niet eten.
Vloeistoffen, die verteerd moeten worden,
zooals melk, vallen ook hieronder.
7. Eet bruin brood.
8. Overlaad dc maag nimmer. Wees
matig.
9. Eet alleen volkomen rein voedsel.
10. Schik uw maaltijden zoo, dat ge er
naar verlangt. Eet niet zoo vroeg, dat uw
maag nog niet goed wakker is. Gebruik uw
besten maaltijd 's namiddags. Verbeeld u niet,
dat go sterk worden zult van voedsel, waar
van ge niet houdt.
Een getuigenis voor het afdoende van een
voud iti, goed en gezond voedsel en hardwerk
om een goede gezondheid te behouden en te
bevorderen:
,.Ik leefde vier jaren lang op con koffie
plantage in San Paulo, Brazilië," zegt do
schrijver van ecn nieuw boek over matigheid.
„Daar bevonden zich een honde.d slaven,
die van '6 morgens vijf tot 's avonds zes uur
werkten. In den zomer is de hitto er ver
zengend en 'i winters is de vorst er dikwijl»
zoo heTifr, dat gaheele plantingen er door
vernield worden. Het voedsel der slaven b#-
■to*d er in gekookte maïs, rijst, bruineboa-
nen, sinaasappelen, citroenen en bananen.
Deee mannen, die met bloote voeten en boe
nen werkten, waren zeer welgemaakt êd
krachtig, hadden fraaie witte tanden en wa
ren buitengewoon gespierd, verstandig en
handelbaar. Gedurende mijn verblijf onder
hen kwam er geen ziekte voor en slechts één
sterfgeval, dat veroorzaakt was door onacht
zaamheid."
(3AJAAR.
Do blaadren, nog kort geleden
Zoo mooi in hun goudbruine tint,
Zijn over weinige dagen
Gevallen door regen en wind.
De bloemen in onze tuinen
Zijn de eene na de andere vergaan,
Met weemoed zien wij zc sterven,
Strak» lacht er geen enklc ons meer aan.
Geen vriendlijke zonnestralen
Bozieéeti en kosetren ons meer 1
Mistroostig hangen de wolken
En nevelen overal neer.
O, somber, neerdrukkend zwijgen 1
O, droeve vergankelijkheid
Der donkere najaarsdagen,
Met sluiers van mist oversprcid!
Hoo treurig maakt gij ons mcnschcn
Gelijk aan de bloem van één dag
En smachtend in 't korte leven
Naar vreugd met haar zonnigen lach.
Maar vreugd is op aard niet blijvend,
't Geluk gaat er niet ract ons mee,
Toch is er, dank zij Gods lief do,
Niet enkel ontgooekling en wee.
Zoolang cr harten nog kloppen
Voor liefde cn voor edel genot,
Zoolang is het leven niet duister
En zijn wij verzoend met ons lot.
Dan moog het stormen daarbuiten,
Wij heffen blijmoedig en fier
Omhoog de onsterflijke ziele
Naar oorden volmaakter dan hier.
Wekeiyksehe Kalender.
Zoaéag.
'tLeed, dat zetelt aan den haard,
Is het grootst verdriet op aard.
Een leven zonder idealen is een woestijn
zonder oasen, een winter zonder zonne
stralen.
DlNMlftg.
Men weet heel goed wat een ander tc zeg
gen heeft, als men niet naar hem luisteren
wil.
c
Woensdag.
Het genot is geen doel, bloot gegeven om
te genieten, maar als middel om u te ster
ken op uw pelgrimstocht.
Ibowd-sreBag.
De meeste menschen leggen er zich met al
len ijver op toe, om te schijnen wat zij gaar-
no zouden zijn. Zorg zoo tc wezen, als gij«
zoudt willen schijnen.
Yrtjdug.
Het geluk wordt meestal beoordeeld naar
het bezit; het ware geluk ligt in het recht
gebruik van wat men bezit.
Zaterdag.
Rijkdom bestaat niet in do grootheid on
zer bezittingen, maar in de geringheid onzer
bohoeften.
Er is slechts één weg om dc waarheid te
lccrcn kennen en dab is deze: in de waar
heid te zijn.
V i n e t.
Men raadt anderen altijd geduld aan: zelf
immers hoeft inon het altijd om hun kwalen
to dragen.
Sully Prudhomme.
Er zijn maar twee manieren om in dc we
reld vooruit to komen: door eigen uitne-
mondhoid of door do domheid van anderen.
Gustavo Droz.
Do politiek bostaat uit laagheden, die men
als sporten gebruikt om to klimmen.
Carmon S-ylva.
Steenkolen.
Dat natte steenkolen meer hitte geven en
beter branden dan uroge, is een vrij alge-
rnecno dwaling, welke men zelfs bij ervaren
huisvrouwen kan aantreffen.
Waarschijnlijk is dit hieraan toe te schrij
ven, dat men aan gruiskolen noodzakelijk
vreter moet toevoegen om het stuiven te ver
mijden en te verhinderen, dat dc fijne deelen
door dsn rooster vallsn. Meer hitte geeft ech
ter bet water niet. Integendeel, een groot
deel der warmte wordt door den overgang
in stoom gebonden en straalt niet naar bui-
ton uit. Men stoke daarom met droge en niet
met vochtige steenkolen.
Ongclnkjfts by kinderen.
Wanneer een kind zich in den vinger
snijdt, doet ge niet beter dan er wat pluk
sel of een klein lapje om to winden, dat ge
in zijn eigen bloed laat vastplakken. Spoel
het vingertje niet af; doo het pluksel er
zoo maar op, maar draag zorg, dat cr geen
yreomde stoffen in het wondje zitteü. Indien
er glos of vuil in zit, is het natuurlijk noo
dig den vinger eerst in lauw water te dom
pelen om deze dingen er uit te verwijderen,
'vóór men het pluksel er op kan doen. Som
mige moeders wrijven zulke versche wondjes
in met zout of terpentijn; deze middelen zijn
pijnlijk on geheel overbodig, terwijl zij do
gooeeing eer verhinderen dan bespoedigen.
Indien de bloeding zeer hevig is, moet go
de wond met koud water wasschcn; en in
dien het ecn zeer ernstige wonde is, moet
gij natuurlijk den dokter laten halen.
Wanneer een kind zich stoot en dit stoe
ten veroorzaakt ecn buil, dan moet gij di
rect versche boter op het bezeerde lichaams
deel smeren, cn dat om de twee uren her
halen dat is een ouderwetscli, maar ccn
zoor goed middeltje. Bij gebrek aan onge-
oouben boter kunt ge ook olijfolie nemen.
Elk van deze eenvoudige middeltjes zal
gewoonlijk hot opzwellen cn vormen van lifc-
teekens voorkomen.
RECEPT.
Kcrry-saus.
Deze saus kan men bij kalfsvleesch presen
teoren.
Neem 30 gram bloem, 40 gram boter, een
kleine, fijngesneden ui cn 2 1/2 gram kerry,
fruit dit, doch zorg er voor, dat alles mooi
geel blijft. Voeg daarbij 4 d.L. bouillon en
laat de saus 10 minuten koken.
Bs msRseli in de courant.
Ds raensch (man) is, als hij geboren wordt,
in do courant „ecn flinke, gezonde jongen."
Als hij wegloopt uit het ouderlijke huis, is
hij ,,ccn lieve, goede zoon, wicn al het voor-
govallene zal worden vergeven."
Als hij in een advertentie een vrouw zoekt,
is hij „een jonkman van fatsoenlijke fami
lie en knap uiterlijk."
Als hij een portefeuille met bankpapier
heoft verloren, is hij „een arme huisknecht."
Als hij in vergissing de nieuvvo parapluio
van ecn ander heeft medegenomen, wordt hij
aangeduid al» „de welbekende heer, dio zich
zeker geen onaangenaamheden op den hals
wil halen."
En als hij voorgoed de oogen heoft geslo
ten, is hij „de liefhebbende echtgenoot cn
zorgzame vader, de trouwe vriend voor allen,
die hem kenden."
ALLE RLE S.
Baas boven baas: A.„Mijn jongetje
loopt al en is pas zeven maanden."
B.„Het mijne is nog maar vier maanden
en hoeft al likdoorns."
Advertentie van een Professor. „Aan
gezien ik het adres van mijn nieuwo hospita
vergeten ben, verzoek ik mijn hospita het
mij onder het motto „dakloos", poste restan
te te willen mededeclen.
Eoojymansstyl. ...Inliggend neem ik do
vrijheid u de verlangde monsters te overhan
digen.
Waarschuwing. Deurwaarder (als het
publiek op do galerij door schuifelen hinder
lijk is): „Wil jelui je mond wel eens houden
daarboven, met jelui voeten
„Piet, zeg mij do grootste leugen eens, die
je in jc loven verteld hebt; dan krijg je ecn
dubbeltje."
,,ïk heb nog nooit gelogen, meneer!"
„Daar heb jc een dubbeltje, Piot 1"
Goed geantwoord. In een sehcmwbupg
zagen eemge studenten een meri Joodsoh;
mei»je. Na haar e li gen tijd hot hof ge
maakt tc hebben, wat niet al tc best gelukte,
wildo een hunner wraak nemen en vroeg
haar, of zij na afloop met hem ging sou-
peeren en een varkenskarbonade gebruiken,
Het waardige antwoord luidde: „Mijnheel^,
ik neem nooit iets van een varken aan."
Zesmaal dat. Een knaapje schreef op
het schoolbord: „Een kind, dat liegt, dook
kwaad."
Do onderwijzeres wilde nu liever eens hot
woord „hetwelk" gebruikt zien, hoewel hei,
duidelijk is, dat, niettegenstaande dat, dat-
„dat," dat ds.t knaapje schreef, ook goed
was.
De vrouw van ecn scheepskapitein to
Portsmouth, wier man op het punt stond
een groote reis te gaan maken, schreef den
predikant, bij wien zij gewoon wax ter kerk#
to gaan, het volgende briefje:
„Mr. Blank, who is going to sea, hi* wif#
dosires the prayers of the congregation."
Het briefje was evenwel zeer onduidelijk
geschreven, ten gevolge waarvan de predir
kant, toen hem het papiertje werd overhax^
digd, aan zijn gemeonto het volgende rooï-
las:
„Mr. Blank, who is going to see hie wite*
desires the prayers of the congregation."-
Feestredenaar (op eon bruiloft): „Dftmpji
en heeren, ik wil een woord richten tot de
waarde ouders van den bruidegom Mogen
zij nog menigmaal getuigen zijn, dat 1 in
goliefde oudste zoon zulk een fecetolijkca.
dag beleeft..."
Een schoolopziener vroeg eens aan d# leer
lingen eencr klasse van de school, die hij
bezocht, wat do dauw was. Allen zwogefl
tot eindelijk een den vinger opstak cn zei:
„De aarde draait zoo snel rond, mijnhcoj^
dat zij op het eind van den lag er van be
gint te zwceten."
Familieleven. Zwoeger gaat 'b morgen*
vroeg uit om 's avonds laat- eerst weer to
keeron. Hij ziet dus zijn kinderen zoo good
als nooit. Op een ochtend echter is zijü
zoontje eer op dan hij en speelt voor h*^
huis op straat. Zwoeger zegt dat de jongen
naar binnen moet gaan. Deze v/eigort Zwoö^
ger geeft hem een pak op zijn broek en g
naar zijn werk. De jongen aan het huUetLj
„Wat is er?' vraagt de moeder.
„Een man heeft me geslagen."
„Welke man?" vraagt do moeder.
„De man, die 's Zondags altijd bij on* te
huis is."
Yerstrooid. „Is die muziekleeraar no^:
even verstrooid als vroeger?"
„Nu, of hij; verbeeld je, verleden kom Jjc,
bij hem en daar zit hij te ten mot zijn stetfK,
vork
EEB3 KUNSTSTUKJE.
Optisch bedrog.
Een aardig kunststukje, dat geheol berust
op gezichtsbedrog, is het volgende:
Neem een stuk gewoon vensterglas
plaats het in verticalen stand door middel
van twee dikke boeken, die ge er, aan vóó*-j
en achterzijde één, aan één der einden tegCQk'
plaatst; de boeken met de ruggen rUuW
boven.
Vóór en achter het glas zet ge vervolgen#
een speelkaart, die overeind gehouden j
door een pen. Ten slotte wordt oen bro«-
dende kaars bij het glas gezet.
Door het licht tot het glas to doen
ren of het cr van af to brengen, zult go ejf-
spoedig in slagen ccn zeer duidelijk beehi
van de kaart, voor het glas te krijgen no&te
die er achter.
Do oplossing van den Rebus in het
mer der vorige week is: Kom tusschen achfe1
cn negen op de thee
Het antwoord op de -Vraag in hot 0*10.-*
mer der vorige week is: De spijkers ;n schoAs^
nen of laaTzcn.
[De oplossing van de Schaakopg xve in di£
nummer wordt de volgende week f-egevcn].
SCHAAKOPGAVE.
Zwart.
Wit zot in twee zetten mat.
Staatje van den verkoop van Zoia's werken.
La Fortune des Rougon 35st«dais<ni
La Curée47at« j
I/i Ventre de Paria 43atc
Li Cunquête dc Plassans 33ste
La Faute de l'abbc Monret 52sto
Son Excellence Eugene ltougou 32ste
L'Assommoir 142»te
Une Page d'amour 94sto
Nana
Pot-BoniUe02*t®
Au Bonbour des dames. 72bta
La Joio dc vivre. 54sto
Germinal110 Ja
T,'OeuvreCOs{«
La Twrra12'.Lla
Le RifriOJe
La Bèta homaiae. 99»t«
L'Argant EGRc
La Lcbücl*. *9-ds
La Djctcur Pa;crl
Rome
Pcris8Sst«
Féconditc34»to
Travail77 ste
f)
I p