No. 13072 v LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 4 OCTOBER. - VIERDE BLAD. Auno 1902. Ingezonden. FEUILLETON. Staatshegroofting voor 1903. Hoofdstuk Ylll (Oorlog). Daar het wenschclijk ia om nu en dan of ficieren, bchoorende tot den grooten staf, Ito doen deelnemen aan oefeningen/ is daar- yoor als toelage 100 uitgetrokken. Met liet oog op do sterkte van het garni zoen en de bcteekenis van de betrekking in do garnizoensplaatsen 's-Gravenhage en Am sterdam, acht de minister het zeer wensche- lijk, dat de plaatselijke commandanten al- Idaar den rang van lonel kunnen hebben. [Deze wijziging kan geschieden in verband met de vermindering van het aantal plaatse lijke adjudanten. In verband met de wijzigingen en de rege ling van het reservekader en van de vrijwil lige oefeningen in den wapenhandel, is het personeel, dat vroeger het bureel van den hoofdou'icier van het reservekader vormde, thans werkzaam gesteld ten bureel2 van den inspecteur der infanterie. Ter besparing is het beheer der artillerie magazijnen zoodanig gewijzigd, dat drie ma gazijnen konden worden opgeheven. In afwachting van de beslissing, welke na der omtrent de rijschool der bereden artille rie zal worden genomen, is de leiding dier Bchool voorloopig aan den onder-directeur, een kapitein der artillerie, opgedragen al leen dan wanneer het onvermijdelijk noodig mocht blijken een nieuwen directeur te be noemen, zal hiertoe o vergegaan worden. Het meerdere bedrag voor militaire koks Uitgetrokken, strekt om verdere uitvoering te kunnen geven aan den maatregel om ge leidelijk ten behoevo \an alle menages bij do korpsen, vrijwillig dienende militairen, die bij do Amsterdamschc Huishoudschool of bij een andere dergclijko inrichting het getuig schrift hebben verkregen van militairen kok, to kunnen aanstellen tot korporaal-kok. Het blijvend gedeelte. De hoogere raming in verband met samen stelling van het blijvend gedeelte wordt ver oorzaakt; lo. door liet voornemen om bij de beredeu korpsen do geheele lichting zes maanden over het blijvend gedeelte onder 1 do wapenen te houden,, en 2o. door do groo- tero sterkte uitgetrokken voor het blijvend gedeelte bij do onbereden korpsen, zoowel in verband met de uitbreiding van do orga nisatie als om een behoorlijke kader-oplei ding te verzekeren. Intusschen blijft de grootste sterkte, die het blijvend gedeelte zal hebben, toch nog 1000 man beneden hetgeen yolgens art. 109 der Militiewet 1901 als maximum is toegestaan. Er is op gerekend dat van de lichting van 1903 zullen worden ingelijfd 12,300 man tot volledige cn 5200 tot korte oefening. Bo vendien zullen in 1903, ten gevolge van de bepaling der laatste zinsnede van art. 99 der Militiewet 1901, nog ongeveer 800 man dor liehting van 1902 voor volledige oefening worden ingelijfd. Het voornemen bestaat om in 1903 bij do bereden korpsen twee en bij de onbereden, met uitzondering van het korps genietroepen, drie lichtingen voor herhalingsoefeningen in wcrkclijken dienst te doen komen. Voor 1903 wordt geraamd voor vergoeding ingevolge do laatste zinsnede van art. 113 Militiewet 1901 75,000. Tot 1 Juni van het loopende jaar was aan vorgoeding toegekend ƒ43,851. Kleeding en uitrusting. Voor klceding en uitrusting is voor 1903 mcor geraamd 181.641, ten einde voor het vervolg zooveel mogelijk to kunnen voorko men, dat het voor aanschaffen en aanmaak van kleeding benoodigdo wegens te lage ra ming bij suppletoirs begrooting moet wor den verhoogd. Do prooven met hot doen herstellen van de lijf- en workgoederen voor Rijksrekening hebben aangetoond, dat daarmede voor do gewone behoefte gemoeid zou zijn een bedrag van pl.m. f 60 000 per jaar. De aanvanke lijke meening van do betrokken autoriteit, dat door toepassing van don hierbedoelden maatregel op do verstrekking van niouwo goederen een besparing zou kunnen worden verkregen van pl.m. 30,000 's jaars, werd door de ondervinding niet bevestigd. Den minister komt een jaarlijksche geldelijke uit gaaf voor dat doel niet alleen niet voldoende gewettigd voor, doch hij acht het noodzake lijk, dat de soldaat zooveel mogelijk zorg drage voor het onderhoud van zijn kleeding en in staat zij, zelf zijn onderkleeding in bruikbaren toestand te houden. Daar het intusschen niet te loochenen is, dat aan de uitvoering van sommige herstellingen door de militairen bezwaren van technischen aard kunnen verbonden zijn, is ten einde aan do troepencommandanten gelegenheid te geven zoodanige herstellingen door deskundigen te doen verrichten, aanvankelijk bij wijze van proef aan die commandanten do beschikking gegeven over een vast jaarlijksoh bedrag, waartoe voor 1903 wordt aangevraagd /15,000. Bevordertng Schictvaardigheid. f 1000 is op deze begrooting uitgetrokken tot goedmaking van de kosten van het ver- lecnen van den bij Koninklijk besluit inge- stelden eereprijs in zilver, verguld-zilver en goud, ten einde den onder de bevolking toe- nemenden zin tot vrijwillige beoefening van het schieten met handvuurwapenen aan te moedigen. De bedoeling is om do gelegen heid to openen in de schietvaardigheid, die aanspraak kan geven op den eereprijs, te doen blijken op gemeentelijke, provinciale cn nationale wedstrijden. Een subsidie van f 100 is uitgetrokken voor den Nederlandschen Officiers-Scherm- bond. Varia. Do uitgaven vereischt voor het voorbe reidend militair onderricht en voor de oefe ning met het reservekader buiten het leger worden geraamd op 130,967. Er is gerekend op drie paardenartsen der lste klasse meer en op drie paardenartsen der 3do klasse minder in verband met hot bepaalde daaromtrent in de Bevorderings- wet voor de landmacht 1902. Bij 's Rijks magazijn van geneesmiddelen is de noodzakelijkheid gebleken tot uitbrei ding van het personeel. Er is gerekend op een bedrag van 5000 meer, ten einde twee burgerartsen meer dan in vorige jaren tot officier van gezondheid te kunnen benoemen. Aangezien bij de invoering der Bevorde- ringswet voor de landmacht 1902 de positie der paardenartsen belangrijk verbeterd is, zijn hun traktementen nader geregeld. Voor don paardenarts der 2de klasse bij aanstelling /1500, na 6 jaar dienst /1700; voor die der lsto kl. bij aanstelling /2100, na 15 jaar 2300, na 20 jaar 2500, na 25 jaar f 2700, na 30 jaar 2900. Voor den dirigcerenden paardenarts met rang van majoor /3200; met rang van luit.- kol. f 3600. Tegen het vorplegen van vrouwen en kin doren van militairen in militaire zieken-in- richtingcn bestaan uit den aard der zaak bezwaren. Toch kan 't geval zich voordoen, dat opneming van bedoelde personen in zie- koninrichtingen noodzakelijk is. Het is daar om wcnschelijk geacht dat die opneming met machtiging van den minister kan plaatsheb ben. Voor do viering van het 75-jarig bestaan der Kon.Mil. Academie wordt als tegemoet koming in de kosten 4000 uitgetrokken. Het ligt in de bedoeling, de leerlingen van den Hoofdcursus op dezelfde wijze van leer boeken enz. to voorzi a als bij de Kon. Mil. Academie cn bij de Cadettenschool geschiedt. Met afwijking van den tot nu too gevolgden regel is in deze begrooting weggelaten de opgave van vuurmonden, projectielen, af fuiten, voertuigen, buskruit en ander mate rieel ten behoove van de bewapenirg en uit rusting der korpsen cn verdedigingswerken voorhanden. Het publiek maken van derge lijk» opgaven wordt niet in 's lands belang geacht. Hof van Arbitrage. In do ochtendzitting van het schoidsgo- rcoht in het goschil tusschcn Amerika en Mexico heeft rar. Dolacroix, advocaat van Mexico, uitvoerig gereplioeerd. Do scheidsrechter in 1876 kon z. i. onmo gelijk hebben uitgemaakt-, dat de bisschop pen een eeuwigdurend, vóór 1848 reeds be staand recht op de gevorderde interessen hadden, omdat Mexico in 1848 door het ver drag van Guadeloupe volkomen waa gede chargeerd tegenover Amerika. Pleiter ont kende, dat het internationaal privaatrecht de toepasselijkheid van het Mexicaanscho recht zou uitsluiten. Integendeel, volgens internationaal privaatrecht geldt de wet van het land waar de goederen gelogen zijn. Dat do Mexioaonaoho wetgeving wille keurig zou zijn, is ten process© geenszins beweerd. De vijfjarige verjaring nu van achterstal lige interessen is ten deze toepasselijk, daar Amerika van 18751891 niet heeft gerecla meerd boon Mexico nfet betaalde. Volgens pleiter was het recht der kerk geenszins be wezen; het eigendomsrecht van den Staat stond in dezen vast. Het ging voorts niet aan om 6 pCts te vragen ook over de vor deringen ten laste vazf den Mexicaanschon Staat, die een deel van het fonds uitmaak ten, daar de<ze te niet waren gegaan toen Mexico het fonds nationaliseerde en boven dien slechts do onroerende goederen van 't fonds inkomsten opbrachten. Niet de bisschoppen van Amerika, maar dio van Mexico zijn te beschouwon als do „opvolgers" van den bisschop van Call- fornië, voor wien Mexico in 1842 de be doelde rente toekende. In 1848 bestonden trouwens nog geen Amorikaansche bisschop pen met rechtspersoonlijkheid in Califor- nië, maar werd de gemeenschap der geloo- vigen vertegenwoordigd door het Ameri- kaansoh gouvernement, dat gelijk reeds gezegd door het verdrag van Guadeloupe Mexico volledig dechargeerde. Onbillijk, en in strijd mot don regel, dat allo staten recht hebben, hun schulden te be. talen in de nationale munt, ware het, Mexioo te verplichten in goud te betalen in plaats van in zilver. Aan hot einde van zijn pleidooi gekomen, dankte mr. Delaroix hot scheidsgerecht voor do welwillendheid, waarmede het de pleidooien had aangehoord en zijn tegen standers voor de aangenamo en correcte verstandhouding die er tusschon hen on do pleiters voor Mexico heeft bestaan geduren de dit proces. In do des middags gehoudon zitting van het scheidsgereoht repliceerde mr. Bcer- nacrt, do advocaat van Mexico, dio hoofd zakelijk de vraag behandelde, in hoeverro do beslissing van liet vroegere scheidsge recht in 1875 in deze zaak kracht van ge wijsde heeft. Hij wees er op, dat de vroe gere oppcrsoheidsrechtor Thornton ten on rechte heeft beslist, dat do Kerk in Cali- forniö Amerikaansch was geworden door dat zij bij de afscheiding van Californië in 18-18 niet voor Mexico heeft geopteerd, en dat die Kerk rechtspersoonlijkheid zou hebben bezeten vóór de Staat in 1854 haar die verleend had. Opnieuw zette pienter uiteen, hoe tengevolge het verdrag van Guadeloupe in 1848, door de eischers slechts vorderingen konden worden ingesteld, wel ker ontstaan dateerde van ni dien datum, zoodat dan ook de opperarbiter heeft be slist, dat de vordering uitsluitend op in teresten betrekking had, en dus geen be slissing nam of kon nemen omtrent eonig eeuwigdurend recht, ontstaan vóór 1848, daar dit zou hebben gelijkgestaan met er kenning, dat de eischers rechten hadden op hot kapitaal van het fonds, waaromtrent echter hot verdrag Mexico volledig had ge dechargeerd. Waar dus uitsluitend werd rechtgesproken ter zake van do niet-beta- ling van een bepaald aantal termijnen, kon deze beslissing alleen kracht van gewijsde vorkrijgon ten aanzien van dio bepaalde veroordeeling en geenszins een beslissing geven voor de toekomst. Het gewijsdo kan slechts op het verleden betrokking hebben. Na deze repliek verklaarde de voorzit ter van het scheidsgerecht, de opperarbiter prof Matzon, de zitting gesloten. Het scheidsgereoht zal beraadslagen en het von nis zal worden openbaargemaakt in een zitting, waartoe do agenten en do raads lieden van beide partijen behoorlijk zullen worden opgeroepen. De datum van do uitspraak is niet be paald. De TeyIer-zaak. De Haarlcmsche correspondent van de ,,N. 0." ontving nog de volgende mededeo- lingen van den heer W. R. J. Overmeer, amanuensis ter gemeentebibliotheek te Haar lem, dio een bijzondere studie van de Tcyler- zaak maakt. Mr. R. Meijer Wiersma te Groningen, dio in 1895 en 1896 de Tevlcrznak in handen had voor belanghebbenden, deelt mede dat door Pictor Teyler van der Hulst bij codicil aan de erfgenamen van moedorszijde 100,000 vermaakt werd. naar men zegt, onder bepa ling, dat dit geld eerst na 100 jaren verdeeld mocht worden. Dat laatste stuk heeft mr. Wiersma toen echter niot kunnen vinden. Wel wordt in het testament van 17 Moi 1756 f 100,000 toegekend aan de erfgenamen van moederszijde, doch van bewaren gedu rende 100 jaren spreekt dat testament niet Den 17den Juni 1770 is echter die making door Pieter Teyler van der Hulst ingetrok ken, hetgeen blijkt uit don inventaris op gemaakt door den notaris J. H. Froichen te Haarlem op 9 April 1778 en de volgende dagendaarin staat dat de making van dio 100,000 (in het afschrift van het testament dat bij zijn dood in zijn boedel gevonden werd), is herroepen, in deze woorden: ,,do making vernietigd cn ingetrokken den 17den Juni 1776." Opmerkelijk is het dat dit codicil en de in trokking van donzelfden datum zijn. Wan neer derhalve hot codicil echt is, dan komt er naar de meening van den heer Overmeer een nieuw licht in deze zaak. Want dan zou do bedoelde intrekking in onmiddellijk ver band staan met do op dienzelfUcn dag ge maakte bepaling, waarin gesproken wordt van ,.het bewaren gedurende 100 jaar". En juist op deze laatste bepaling, die altijd zoek 8 geweest, gronden de arfgenamen hun recht op de erfenis. Volgons den heer Overmeer is dit stuk dan ook een van do belangrijkste documenten in deze zaak. RECLAMES, a 40 Cents per regel. Dal had ik nooit gedacht. In bot schoon gelegen dorpjo Rossum, In de provincie Gelderland, niet ver van Zalt- Bommel, woont mejuffrouw de Wed. Brants, die aan onzen verslaggever op zyn rondreis door Nederland eenige inlichtingen heeft ge geven ter bevestiging van een tot ons gericht schrijven. De brief zelf wa3 door haar dochter geschreven en luidde als volgt: „Myn moeder, zestig jaar oud, was reeds gerulmen tyd lydonde aan een algemeene verzwakking on zenuwziekte, alle lust tot bet geringste huiswerk was haar ontnomen, zy kon niot meer alleen opstaan, waa geheel eu al gekromd en had een tegenzin ln allea. De spijsvertering was zeer onregelmatig; maag krampen deden zich voor; zU was kortademig, had veel last van duizelighedon en de weinige slaap werd nog door akelige droomen afgo broken. Ook klaagde zU steeds ovor koude handen en voeten. Wat lk ook aanwendde, om mUn geliefde moeder maar eonige ver lichting te bezorgen, bleef vruchteloos, totdat lk olndeiyk op aanbovollng eonlgo doozon Pink-Pillen van Dr. Williams liet komen, en na een kort gebruik or van is zy zóó vol komen genezen, dat wy er bepaald verstomd van staan. „Natuurlijk," zoo ging zU tot onsen ver slaggever voort, „konden wU op zoo'n ge vorderden leeftijd geen nieuwe jeugd meer verwachten, maar wy zyn den uitvinder van dat reddingsmiddel ten hoogste dankbaar en wy zullen het een leder ten zeerste aan bevelen." De maagziekten veroorzaken veelvuldig bloedarmoede, omdat, als dit orgaan slecht werkt, de spyzen niet in het bloed wor- don opgenomen, het bloed put zich uit en .de uittering brengt vreeseiyko verwoestingen ln het lichaamsgestel te weeg en dienten gevolge ook de Algemeene zwakte, waaraan juffrouw Brants lydende was. Do Pink-Pillen hebben ton doel het bloed te verrykon, het te versterken en do algemeene worklngen ln hot lichaam te regelen. Haar werkiDg is onovertreffeiyk ln al de gevallen van bloedarmoede, bleokzucht of algemeene zwakte. Zy doen byna steeds de rheumatlek aanvallen vordwynen en geven aan de uitgeputte personen een nieuwe levens kracht terug. Wy kunnen er echter niot genoeg op aan- 1 dringen, dat men wel aclit govo do echte Pink-pilleu van Dr. Williams te bekomen, want geiyk alle goedo producten wordonook, do PinkplÜér, reeds op esn grove manier nagemaakt, zelfs zoodanig, dat zy uiteriyk den ecbyn hebben van de ochto te zyn, doch de heilzamo en genezende bestanddeelen be-' zitten zo in geenen deels. Koopt ze slechts1 by de depothouders, die ondor de attesten xlln aangegeven, of zoo gy maar eenigen twyfel mocht hebben, laat ze rochtstroeks' van den Hoofddepothouder komen, den Heer SnabllW. Prys f 1.75 de doos; f 9.- per G doozon.' Verkrijgbaar by J. H. I. Snabii.u?, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepotlioudor voor Nodorland, en in de apotheken. Franco toozonding togen postwissel. Ook echt verkrygbaar voor Leidon 011 Om- stroken by Reyst Krak, Drogisten, Bees tenmarkt Wyk 5 No. 41, on J. H. Dijkhuis, Drogist, Hoogstraat No. 5. 0437 76 Geachte Heer Redacteur! In hot „Leldsuh Dagblad" van 1.1. Donder dag komt onder het „Gemongd Nieuws" een bericht voor betreffende de staking van een 23-tal poisouen aan de Leidsche Katoenmaat- schappy. Dat bericht maakt don Indruk, een ■cheeve voorstelling te willen geven van de houding dor stakers, die inmiddels weder aan den arbeid zyn gegaan. Laat ik boginnen U to zoggon, dat wy, die als Bestuurdeis der drlo vorooniglngon hior ter atodo by die werkstaking botrokkon waren, met allen lof kunnen sproken over het ult- stekond gsJrag der stakers tydens hun strike. Wy zijn onmiddellijk 11a hot lozon van dat boricht op onderzook uitgetogen. En wat bleek toen Dat vier dor stakers een gewezen kameraad ontmoetten, die als stoker by de Kon. Nod. Marino eenige jaren wog was geweost en mot welvoorziene beurs terugkeerde. Op dat weerzien volgde een rondje, wat de lui in stemming biacbt en Jan-Maat, die zoo lang gevaron had, wilde nu wel eens oen toertje rUden. Een rUtutg werd bestold on dio vier vrienden-stakers mooston meoproflteoreu. Zie hier, M. de R., oone andore lozing, voor wolker juistheid ik insta. Ik hoop dat andero bladen, die Uw eerste bericht overnamen, ook dit zullen overnemon ter wille van de waarheid en om don smet weg te nemen, dio door het onjuiste bericht don 6takors werd aangewreven. C. H. Kouw. Lkidkn, 3 Oct. '02. Haarlemmermeer. Ondanks yvorige na- sporlngoo dor politie, is het ha.nog niet mogen gelukken een of meer dor daders van de verschillende onlangs ln deze gemeente gopleegde diefstallen en inbraken, op te sporen en wellicht Is niet ten onreohto hot vermoeden gerezen, dat men te doen heeft met een dievenbende, die hier en ln de omliggende stroken rondzwalkt on van Inbreken on stolen een beroep scbynt to makon. Omtrent den onlangs by de V. gopleegden diefstal had mon eerst gedacht het spoor der daders gevonden te hebben, daar kort na de inbraak in don omtrek der woning 8 vor- dachte personen werden aangetroffen, dooh men schyot zich hierin vergist te hebben. Door Mej. J. A. Bassdt is eervol ootslag aangevraagd als onderwyzeres aan de O. L. School No. 4 te Hoofddorp, wegens haar be noeming als zoodanig te Voorschoten. Te Hoofddorp zal in 't a. s. voorjaar een aanvang worden gomaakt met den bouw van fortificatiën. De plannen zyn reods vast gesteld en men 1b reods begonnen mot het doen der opmetingen. In den nacht van Woensdag op Donder dag werd ten nadeel* van den vlsschor B. te Vyfhuizen uit een voor diens woning aan wezige vischbun, niet minder dan 100 pond paling gestolen. Men vermoedt dat deze diefstal is gepleegd door personen, die 'e nachts met eon schuitje er op uitgaan om te stroopon. Mon heeft nog geen spoor der daders kunnen ontdekken. Naar wy vernomon, werden door nog onbekende daders, by gelegenheid van don brand by G. v. K. aan de Nieuwe Meer, land bouwgereedschappen ontvreemd. >- Q-raaf _A_lex. 80) „Zeker, mijn jongen, zeg mij alles." Hij ging op oen laag stoeltje bij baar zitten en begon alles to vertellen. Hij verzweeg haar niets van hetgeen er tusschen hem en Elviro en ook niets van hetgeen tusschen hem en Ir ma was voorgevallen. Nora viel hem met geen enkol woord in dc redo; een paar maal balden haar handen zich onwillekeurig tot vuisten* on oons streek zij haar lichtzinnigen neef zacht over hot donkaro haar. „Lex Lassow, gij zijt een lieve jongen, maar toch ook geheel een jongen," zeide zij, toen hij ophield met spreken. „Dat wordt nu door de lieele wereld „de dolle graaf" ge noemd cn laat zich tot tweemaal toe vangen in de strikken van een valsche, coquette vrouw 1" Hij ging niet in op haar vrijmoedig schert senden toon. Hij zag haar aan en zeide: „Zeg zelf, ben ik het nog waard do hand naar El vire uit te strekken Do toon van zijn stem klonk kalm. maar uit zijn oogen sprak een brandende, smeekende vraag. Nora Krocker zag een oogenblik recht voor :zich uit; haar gelaat werd hoe langer hoe j ernstiger. „Neen," zeide zij toen, „nu zijt I gij nog niet waard haar te bezitten. Word eerst een man, Lex Lassow, op wien men kan bouwen als op een rots." „En denkt gij, dat ik dan nog... „Hij drukte haar hand krampachtig in de zijne, i „Jo zonde is niet zoo groot, dat een lief- /hebbend hart je die zou kunnen vergeven. Want de liefde vergeeft veel I Maar je bent nog niet vast cn sterk genoeg, om een vrouw tot ateun te zijn voor haar geheele leven, vooral niet, als deze vrouw nog bijna een kind is, zooals Elviro. Tracht daarom een vaster karakter te krijgen, een karakter, waaraan Elvi werkelijk steun vinden kan, en als uw beider liefde dan nog oven groot is, dan geloof ik niet. Lex, dat jouw geluk nog iets in den weg staat. Maar vóór dien tijd kan geen vader jo met een gerust gewe ten het lot van zijn kind toevertrouwen, dab ziet ge zelf wel in." Lex Lassow boog het hoofd over Nora'3 hand. „Nog nooit heb ik je iets bekend, No- ra, of je hebt mij rust en troost gegeven. Hoe ik je voor dit uur dank, daar kan ik gecm woorden voor vinden. Vaarwel, Nora, lieve Nora; o, als ik jou niet had I" Hij sloeg de armen om haar heen en kuste haar. „Ik zal er naar streven, zóó te worden, dat ge te vreden over mij zijt. Vaarwel 1" Lex Lassow kon nu eenmaal niet doen, zooals andere menschen; Nora Krocker was dat al lang van hem gewend; maar wat er nu gebeurde, overtrof toch haar verwachtin gen. Luitenant graaf Lassow diende een ver zoek om ontslag in, en te gelijk daarmee ver zocht hij om onmiddellijk verlof voor langen tijd, en toen de overste om hem zond, daar hij deze zaak nog eens wilde bespreken, was Rij afgereisd. Niemand wist waarheen. Het grootste deel van zijn goed had hij meegeno men, het verdere, in een kist verpakt, aan zijn ouders gezonden. Wat hij op zijn kamers had achtergelaten, verdeelden zijn oppasser en hospita onder elkarvder. Op zijn schrijftafel lag een brief, aan No- ra ge-ad res8e«rd. >JLIk begin nu een geheel nieuw; leven, want ik voel, dat ik niet kan worden, wat ge van mij verlangt, als ik niet breek met het ver leden. Als graaf en cavalerie-officicr ging de boel niet goed, dan zullen wij nu eens van dat alles afstappen en alleen mensoh zijn. Of do weg, dien ik insla, de ware is, weet ik niet, dat moet de toekomst leeren. Gij ziet mij eerst woder, wanneer ik tot een of an der resultaat ben gekomen, hoe dan ook. Tot zoolang blijf ik verdwenen, voor allen, die mij kennen. Nora, zoo Elvi werkelijk nog iets voor me voelt, zeg haar dan, maar neen, wat ik haar zou willen zeggen ,kan ik niet onder woorden brengen. Maar ge zult wel de juiste uitdruk king treffen, en alles in het beste licht stel len. Wees er van overtuigd, dat ik u geen van beiden, noch u, noch Elvi, ooit een enkelen dag in mijn leven zal vergeten. Lex Lassow." Van Lassow's ouders was ook niets andere te yernemenintegendeel, het plotselinge verdwijnen van hun zoon was hun nog on verklaarbaarder dan do familie Krocker. In het regiment heerschte natuurlijk de grootste opgewondenheid. De vrienden onder zijn kameraden wachtten den eersten tijd nog op een brief, maar tevergeefs. Het voorval was niemand heel duidelijk. Wel bracht men jiet in verband met Elvire Krocker, maar het j uiste. daar kwam toch niemand achter. Elvire Krockor herstelde na verloop van tijd, maar haar linkerarm bleef ©enigszins stijf, en de uitdrukking van haar gelaat was geheel anders geworden. „Zij heeft een trek om haar mond," be weerden eenige dames, „waardoor rij wel tien jaar ouder lijkte Het huis te Messclm stond weer leeg; het heette, dat de baron mot zijn vrouw voor langen tijd op reis waren gegaan, cn dan een der andere goederen zouden betrokken. XXIII. fc/Is het waar, juffrouw, dat do nieuwe vo lontair een Duitscher is?" „Ja, ik goloof, dat hij uit Holstcin komt." „En als hij nu eens geen Dcensch kent?" ,,0, dat zal hij zeker wel; anders zou hij toch niet hier komen, om den landbouw to leeron. Maar laat de gordijnen nog wat zak ken, Marie, en zorg er voor, dat de bedsprei recht ligt." Het kleine, maar handige dienstmeisjo antwoordde toestemmend, en juffrouw El- lingsen, de jonge huisvrouw op Ellinghof, vorliet de kamer, waar de nieuwe volontair zijn intrek zou nemen, om weer naar beneden te gaan. In den grond was zij even nieuws gierig naar den nieuwen huiegenoot, als Ma rie en het overige personeel. Als men zoo eenzaam leeft, als de bewoners van Elling hof, is het niet onverschillig mot wien men deze eenzaamheid gedurende maanden, of misschien jaren zal deelcn. Van den nieuwen volontair, die vandaag komen zou. wist men te Ellinghof zoo goed als niets. Do onderhandelingen waren door een agent uit Kopenhagen gevoord; men wist niet eens, hoe „do jonge Duitscher van goede familie" heette. Nu, men zou het wel zienmisschien kreeg men dezen keer wel eens iets bijzonders. Tegen zes uur in den namiddag kwam het wagentje terug, dat den vreemde van het station had afgehaald, en verborgen achter de gordijnen van haar huiskamer, zag juf frouw Doortje Ellingscn een zoor slonk heer van den bok springen. Do zwarte oogen in het fijne, door do zon verbrande gelaat hadden een bijna sombere uitdrukking, en het gebaar, waarmee hij den toegeloopon knecht beduidde zijn koffers in huis te dra gen, had iets bevelends. Zijn voorgangers waren gewoonlijk met koffers, reistasch cn mantel beladen in huis gekomen, maar deze scheen er niet aan to denken, ook maar iets van zijn goed zelf op te nemen. Do heer Ellingsen kwam nu uit zijn kamer en begrootte den nieuw aangekomene. Hij was een groot, magor man van over dc zes tig jaar, mot een wantrouwende, verdrie tige uitdrukking op het perk amen tachti go gelaat. Hot gesprok, dat de twee heeren in de kamer van Ellingson voerden, was ta melijk lang; veel te lang voor de nieuwsgie righeid van juffrouw Doortje. Eindelijk zeido de heer Ellingsen: „Nu, zooals gij wilt; staat u dat „graaf" in den weg, dan eenvoudig: mijnheer Lassow. Als gij wat van het werk afweet, kondet gij mijnentwege een prins zijn, mij hindert het niets." ,.Ik zie ook niet om u van mijn titel af." werd met een zeker samentrekken der wenkbrauwen cn een nauw merkbare, trot- sche beweging van het hoofd gezegd; maar nog eer de heer Ellingsen het antwoord, dat hem op do tong lag, kon uitspreken, ging Lassow voort: „Wees zoo goed mij nu mijn kamer te laten wijzen; na dë reis zou ik den uiterlijken mcnsch graag wat ver- frisschcn." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 11