nr. raw/ xnaanaao; sst# »eptemoer. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. fto. IUUZ. LEIISCH T) A PtBT, A T) PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maanden5 J f 1.10. Buiten Loiden, per looper en waar agonten gevestigd zyn a 1.80 Franco por post 1.85- PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1 6 regols f 1.05. Iedore rogol meer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoron bulten do stad wordt f 0.05 berokend. Collectanten-Vereeniging „Zuid-Rfrika". Van het personeel der Noordwyksche Con- serve-fabrlek „Anna", opbrengst boetepot en rollectef 16.- Van N. N., die de opbrengst der I collecte te Lelden zeer laag vindt en .daarom ten voorbeeld aan anderen :«un gave vergroot7.50 P. van Dbiel Bzn., Secretaris. 1 Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter kenDis van belanghebbenden iat, wegens het invallen van den SdonOctobor, 'Gedenkdag van Leidens Ontzet, op Vrijdag, de Beoston markt en de Kaasmarkt in plaata van op dien dag. zullen worden gehouden Cp Woensdag den lsten October tevoren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., loco-Burg 20 Sept. 1902. VAN HEYST, Secretaris. Inkomstenbelasting. Burgemeester on Wethouders van Leiden brengen In herinnering, dat ruet 80 8 pt. a. e. de derde termijn vorvalt van do Inkomstenbelasting, dienst 1002, eu dat aizoo op -<leu laten October a. e. minstens de helft va-; den cauelag moet zijn voldaan. Zy DOOÜgen mitsdion hebnghebbenden uit, om, ter voorkomlug van vervolgingshoston, tot de betaling van het vereohuldijde ten kantore van den Gomeente- Ontvangcr ovor to gaan. Burgemeesto? en Wethouders voornoemd; Loldon. n. O. JDTA. Weth., loco-Uutg. 17 Bept. 1992- VAN lllLIJ3T, Seoretnrls. Leiden, 29 September. Uit hot verslag, uitgebracht In de lieden- pamiddag gehouden vergadering van de Leldscho Maatschappij van Weldadigheid tot yoorkoming van verval tot armoede, blijkt, dat zU over dit jaar voor een tekort staat; de afdeeling „arbeid", do moest gowenschte bron van inkomsten, kostto in het afgeloopen jaar veel gold. Voor „ondersteuning" werd gedurende het afgeloopen boekjaar uitgeleend f 6700 tegen f 10,300 In het vorige, een vormindeling, waarschijnlijk te verklaren uit den slappon winter en uit vorscherpte contröie bij het onderzoek van nieuwo aanvragen. Voor „onderwijs" werd uitgegeven f 600, welke som men gaarne eer toe- dan afge nomen zag, omdat men daarvan verwacht, dat zy, dio van dat onderwijs genieten, later njet om ondersteuuing zullen komen, maar eerder zeiven zullen onderstounen. Het batig saldo van de rekening der arbel derswoningen bedraagt p. m. 800. De afdeeling „arbeid", waarvan de rekening ten vorlgen jare sloot met een voordeelig saldo van p. m. f 150, sluit nu met een na- deelig saldo van ongeveer f 600, wat sinds 1882/88 niet is voorgekomen. Oorzaak Is teruggang van het aantal geconfectionneerde goederen en daaruit voortvloeiende te hooge exploitatiekosten. BU den aanvang van het jaar bleven de kleermakers nog 6 weken aan den gang, maar werden daarna 2'/i maand naar huls gezonden, wegens gebrek aan werk. Daarna weid het werk weer hervat voor hol maken yan 5000 attila's tot Februari, waarna nog drie weken werd gewerkt; toen 10 weken Zonder werkna nog eenige weken van arbeid zjjn nu al do kleermakers zonder werk, omdat »1 het bestelde gereed Is. Er Is wel weer vooruitzicht op eenlg werk, maar te bepalen ls niet, wanneer het werk zal kunnen worden hervat. De naaisters bleven geregeld, doch met weinig werk aan den arbeidook de toekomst belooft niet schitterend te zullen zyn. Voor de breisters was het een gunstig boekjaar; gedurende 27 weken kon aan p. m. 100 breisters werk worden verschaft, ook al is voor dezen het vooruitzicht niet bemoedigend met een bestelling van slechte 4000 paar sokken tegen 10,000 in het loopend jaar. Gedurende 30 weken kon aan ongeveor 75 kleermakers op bekrompen schaal werk worden verstrekt; aan 90 naaisters gedurende 45 weken, aan 100 breisters gedurende 27 weken. Aan arbeidsloon werd uitbetaald p. m. f 17,500, d. i. nog niet één derde gedeelte van hetgeen in 1897 werd uitgegeven. Van het „informatiebuioel" werd gebruik gemaakt door 700 personen, waaronder 244- maal van het hoofdbestuur en 456 maal door particulieren, een gelukkig verschijnsel, omdat zoodoende al meer en meer mot kennis van zaken en personen wordt gogeven. Door de „Hulpbank" is aan 53 personen en f 6000 meer dan het vorige boekjaar ge leend. De flnanciön gingen met f 600 tekort van den arbeid achteruit; oxtra-giften (8) werden ontvangen tot een bedrag van f 483. Het tekort over 1902/03 wordt geraamd op f 2500. Aan het slot werd aan de nagedachtenis van Dr. H. G. Hagen, die ruim 30 Jaren lang Voorzitter dor Maatschappij is geweest, een woord van welverdiende hulde gebracht, on medegedeeld, dat Mr. J. A. F. Coeborgh als voorzitter is opgetreden. Geiyk wU reeds vroeger mededeelden, kwamen voor eenigen tyd by den Raad adres sen in van de gemeente-werklieden en do ge- zameniyke brugwachters, met het verzoek, voor verhooging van salaris in aanmerking te mogen komen. Adressanten beriepen zicli o. a. op andero plaatsen, waar de positie hunner collega's aanmorkeiyk beter moest zün. Hot praeadvlea van Burg. on Wetbs. op deze adressen is thans verschenen. ZJ komen daarin tot een tegenovergestelde conclusie, wat betreft de verhouding der wedden met vtle andere gemeenten. Op grond daarvan, en ook omdat do salarissen nog kort geleden verhoogd zyn, goven Burg. en Woths. den Raad in overweging afwyzend op de adressen te be schikken. Door den districts-schoolopziener werd aan B. en Ws. onderstaande voordracht voor de benoeming van hoofd der nieuwe school 3de klasse toegezonden, volgens rangordo opgemaakt uit de ranglyst, samengesteld by hot jongst gehouden vorgeiykend onderzoek: lo. A. Uittenbrook, 1ste onderwyzer te 's-Gravenhage; 2o. F. W. Zeelenberg, idem; 3o. S. Postma, idem. B. en Ws. verzoeken tot een benoeming over te gaan en voorts te bepalen, dat de benoe ming zal ingaan op 1 April 1903, aangezien de school op den löden dier maand in gebruik zal kunnen worden genomen. Ingevolge art. 5 der verordening van 5 Juni 1902 zal ook aan de scholen 2de klasse het aantal onderwyzers met verplichte hoofdakte met één moeten worden vermeer derd. Aan de school 2de klasse voor Jongens en Meisjes zouden zelfs Ingevolge de ver ordening nog twee onderwyzers met ver plichte hoofdakte moeten worden aangesteld, maar aangezien die school, in verband met de onlangs plaats gehad hebbende reorgani satie, eerst met 1 Juli 1903 op haar volle klassensterkte zal komen, meenen B. en Ws. ook daar voorloopig tot de benoeming van één onderwyzer met verplichte hoofdakte te kunnen volstaan. In het geheel zullen dus thans nog drie onderwyzers met verplichte hoofdakte moeten worden benoemd. Id overleg met den arrondissem< n's-school- opziener en na Ingewonnen bericht van de hoofden der betrokken scholen, bieden B. en Ws. daarvoor de volgende voordrachten aan Melsjosschool 2de klasse: lo. Mej. L. A. E. van Nouhuys, tydeiyk onderwyzeres aan de Openbare Sohool 8de klasse No. 5.; 2o. Mej. J. H. ten Holten, onderwyzeres aan de school 4de klasse No. 1; So. Mej. O. W. 3. Nagel, onderwyzeres aan de sohool 2de klasse voor jongens en meisjes. Jongensschool 2de klasse: lo. J. M. Mazurel, 2o. J. Tb. Rinkema, 3o. J. J. Lecker, allen onderwyzers aan die school. School 2de klasse voor jongens en meisjes lo. Mej. C. W. S. Nagel, 2o. Mej. J. H. ten Holten, 3o. Mej. A. M. Hoek, onderwyzeres aan de school in de Heerenstraat. Leed deed het B. en Ws. te vernemen, dat dr. H. W. van der Mey, rector van hot gymnasium hier ter stede, besloten had zyn betrekking neer te leggen, na daarin de gemeente gedurende welhaast 40 jaren met de meeste toewyding en op zoo uitnemende wyze te hebben gediend. Waar B. en Ws. evenwel verplicht zyn ln het na ryp beraad door dr. Van der Mey genomen besluit te berusten, bestaat or by hen zoo min als by curatoren van het gym nasium en den inspecteur dor gymnasia bezwaar gunstig op hot liierby overgelegd verzoek te beschikken. Mitsdien geven z\J den Raad in overweging aan dr. H. W. van der Moy, op zyn verzoek, met ingang van 1 Januari 1903, op de meest eervolle wyze ontslag te verleenen uit zyn betrekking van rector van het gymnasium hier tor stede, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem ge durende een zoo geruim aantal jaron aan de gemeonto bewezen. Hoewel de regeling der jaarwedden van de onderwyzers, belast met het geven van herhalingsonderwys, tot dusverre niet de by art. 26bis dor wet op het lager onderwys vereischte goedkeuring van Gedeputeerde Staten mocht verwerven, meenen B. on Ws. den Gemeenteraad toch in overweging te moeten gevon reeds thans tot de benoeming van de onderwyzeres, belast met het huis houd-, kook- en waechonderricht, over te gaan, aangezien de nieuwe cursus van het hor- halingsondorwys den laten October a. s. aan vangt. Daarom wordt in overleg met den arrondissements schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der betrokken school, de volgende voordracht aangeboden: lo. Mej. W. S. Tilanus, te 's-Gravenhage. 2o Moj. E. Nassau Noordewier, te Delft. Door dr. G. M. Rutten, leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, alhier, is B. on Ws. medegedeeld, dat hy is aangezocht om aan eenige leerliDgen van het instituut WulliDgs te Voorschoten les ln de schoikunde te geven, op Maandagmiddag, Woensdagmiddag en Zaterdagavond. Ingevolge art. 8 van de verordening van den 9den Januari van dit jaar behoeft hy daartoe evenwel de toeslemming van den Raad. By de commis8io van toezicht op het mid delbaar onderwys zoo min als by B. en Ws. bestaat bozwaar, dat de heer Rutten de hem gedane opdracht aanvaardt. Op de bovenge noemde tyden behoeft hy geen werkzaam heden ten behoeve der gemeente to verrichten. Ten gevolge van de benoeming van den heer N. Brouwer, vrocgor hooid der school 3de klas60 No. 2, tot directeur der Kweek school, met ingang van 1 Mei 1.1., en do in-functio-treding van diens opvolger met 1 Augustus d.o,v., is het bestuur dier school gedurende drie maanden van dit jaar waar genomen. door don eersten onderwijzer, den heer O. van dor Jagt. Deze heeft zich van die moeilijke taak, wel ke niet alleen zijn gewonen arbeid belangrijk heeft verzwaard, maar bovendien de op hem rustende verantwoordelijkheid aanmerkelijk heeft verhoogd, tot aller tevredenheid go- kweten. Het komt daarom der Plaatselijke School commissie (blijkens haar in do Leeskamer ter inzage liggend schrijven) voor, dat or alles zins reden bestaat om ook thans wedor, oven als dit vroeger enkoio malen is geschied, aan het waarnemend hoofd, voor don tijd dat hij als zoodanig is opgetreden, do bezoldiging van het hoofd der school toe te k'-nnon. En aangezien nu het salaris van het hoofd dor school 21S0 en die van don eersten onder wijzer 1350 bedraagt, zou a-an den heer Van dor Jagt, naar zij voorstelt, eon gratifica tie van 1/4 van 800 d.i. f 200, behooren te worden verleend, B, en Ws. kunnen zich met dit voorstel dor Schoolcommissie zeer wel vereenigen. Ook hun komt hot voor, dat do meerdere en zwaardere arbeid, door den heer Van der Jagt gopraesteerd, een afzonderlijke beloo ning alloszins waard ia En ook het door de commissie voorgesteld bedrag dier bolooning ontmoet bij B. en Ws. geen bedenking. Door do heeren C. L. van Dam on M. van dor Laaken wordt vergunning vorzocht tot demping en rioleering van een gedeelte sloot gelegen langs den Hoogen Rijnlijk vóór de beide hun in eigendom toobehoorendo per- ceelen, kadastraal bekend onder sectio M Nos. 1848 en 1840, gemeente Loidon, mot ver zoek tevens om hun in do kosten dier dem ping en riolcoring van gemeentewege eonigs- zins te willen tegemoet komen. Wat het ecT8to gedeelte van dit vorzoek be treft, zoo komt het B. en Ws. met do com missie van fabricage voor, dat tegen de dem ping en rioleering, mits aan do vergunning de gewone voorwaarden worden verbonden, geenorlei bezwaar bestaat. En ook voor inwilliging van hot tweede gedeelte gelooven B. en Ws. met do commis sie van fabricage, dat in dit geval wel ter men aanwezig zijn. Wol word bij demping van gedeelten sloot langs den Hoogen Rijn dijk (in tegenstelling van die aan don La- gon Rijndijk, welke geheel particulier eigen dom waren en na de demping aan do open bare straat werden loegovocgd) l t dusver nooit om een geldelijke tegemoetkoming van do gemeente verzocht, en deze dan ook niet verleend, maar het valt daarom niet to ont kennen. dat ook door do demping van deze, voor de helft aan de gemeente tocbehoorendo sloot, het gemeentebelang wordt gebaat. In dien do gemeenteraad dan ook kon besluiten de kosten van de verharding van het gedeel te sloot, dat na demping eigendom dor ge meente zal worden, voor rekening der ge meente te nemen, zoo zou dit, naar B. on Ws. met do commissie van fabricage meenen, alleszins billijk zijn. Yan de commissie van beheer van het gesticht „Endegccsb" ontvingen B. en Ws, een conoept-verordening, houdende Regio ment op het beheer en bestuur van hel krankzinnigengesticht Endegeest" en van'! sanatorium voor zenuwlijders „Rhyngcest", welke bestemd is in do plaats te treden van do verordening van den 9don Januari 1890 houdende Reglement op het beheer en bo- 8tuur van hot krankzinnigengesticht ,,Endo- gecst. Zooals toch door don gemeenteraad bij do oprichting van het sanatorium „Rhyngecst" word besloten, zullen dat sanatorium en hot gesticht „Endegoest" oeconomisch éón geheel uitmaken. De commissie van bolleer van „Endegeest" zal ook „Rhyngeest" besturen, de geneesheer-directeur van „Endegeest" zju ook met de administratiovo en huishoudolij ko leiding van „Rhyngeoet" zijn brlast, de spijzen voor do bewoners van „Rhyngeoet" zullen in do keuken van „E idegecst" worden bereid, de wasch aldaar worden behandeld, in één woord, één gemeenschappelijke huis houding zal beide inrichtingen besturen. Vandaar dat het noch noodig noc.i wonechc- lijk werd geacht voor het sanatorium „RI17 geest" afzonderlijke verordeningen te ont werpen. De thans aan den gemeenteraad ter vast stelling aangeboden verordening is dan ook in hoofdzaak gelijk aan dio van d a Oden Januari 1896. Alleen zijn daarin die wijzi gingen aangebracht, welke ten behoove van de exploitatie van „Rhyngeoet" noodig blo- ken^. terwijl mede eenige wijzigingen zijn aangebracht, wior wenschelijkheid in den loop dor exploitatie van het gesticht „Endo- gccst" is aan den dag getreden. Zoo wordt o. a. bepaald, dat bij ontstente nis of verhindoring van den voorzitter hij vervangen wordt door het lid der commissie dat het oudste in diensttijd is; wanneer do ontstentenis of do verhindering langer dan dertig dagen duurt, door eon lid van het Ooilego van Dagclijksch Bestuur, do<-r dit college aan tc wijzen. Do commissie is bovoogd ten allen tijde voorstellen, die zij in het belang van do on der haar bohcor staande inrichtingen arht, bij den Raad in to dionon. De dagolijksche leiding van don dionst in de boido inrichtingen berust bij don genees heer-directeur, dio daarbij, voor zoovor het sanatorium betreft, in overleg treedt met den hoogleoraar in do psychiatrie aan do rijks-universiteit te Leiden, aan wion drj leiding der geneeskundige behandeling vau de zenuwlijders is opgedragen. Bij ontstentenis of verhindering van don hoogleeraar heeft do gonccsheer-directeuf do leiding van dc behandeling dezer pa'_ tiönton. Do overige goneesheeren on hot gehcele verdere personeel der inrichtingen zijn den geneesheer-directeur ondergeschikt, behou dens het opperbestuur van de commissie. Voor do benoeming van een tweede on- derwijzores in do handwerken aan dc op< baro lagere school der 3do klasse No. 1, ter- voorziening in de vacature ontstaan door de benoeming van moj. J. KecrewecrNiou- wenburg tot 1ste ondorwijzors, is do vol gende voordracht opgemaakt: lo. moj, O, F,- van Wijk, 3de onderwijzeres aan do school 3do klasse No. 1; 2o. mej. J. Schophuyzen, 3de onderwijzeres aan do school 3de klasso No. 2; 3o, moj. A. L. do Vries, 3do onder wijzeres aan de school 4de klasse No. 2. Do Commissie van Financiën hoeft rno- Graaf ,A.lex. 24) Boiden zwegen nu, totdat de wagen voor 1 het slot stil hieltl. Lassow sprong er hot eerst uit, en daar er geen dienaar bij de hand Was, moest hij Irma wol helpen bij het uit stijgen. Een oogenblik hield hij de slanke gestalte in zijn armen, hij voelde baar war men ademhij rook den fijnen geur van de goudon lokkon het bloed 6toeg hem naar ihet hoofdtoen richtte Irma zioh op on ging binnen. ,,Ik ock den heeren mij een half uur tje te gunnen voor mijn toilet," zeide zij toen, „cn dan kunnen wij eten. Ik heb in een van dc logeerkamers vuur laten aanleg gen, graaf Lassow; misschien wilt gij nog Wel een oogenblik ruston." >>Gij zijt wol vriendelijk, mevrouw de ba rones, maar ik wilde nu eigenlijk naar huis gaan. Ik kan toch onmogelijk in jacht kostuum aan tafel verschijnen." „Waarom niet?" vroeg Irma lachend. »,Nu, tot straks." Toon een half uur later de gong luidde, ging Lex naar Irma's boudoir, waar het echtpaar Plenz zich reeds bevond. Irma was in zwarte zijde gekleed; eensklaps schoot het Lassow te binnen, dat hij vroeger eens tot haar gezegd had: „Zwart staat u het i best, dat moest gij altijd dragen." De gedachte, of zij zich deze woorden nu ook herinnerde/hinderde hem bepaald. Het diner verliep weer zeer opgewekt; do wijn i yas zwaar, de bloemen geurden bedwelmend* en de schoono nixenoogen van do betoove- ronde slotvrouw straalden met een gevaar lijken gloed. Hoed u, dolle graaf, dat gij niet ten twee den male verward raakt in het net van deze valscho vrouw I -Na-dat de tafel was opgeheven, viel de handkus van Lex heden reeds iota wanner uit. Do heeren rookten hun sigaar weer in het boudoir; do barones zelf had een Russi sche sigaret tussohen de lippen, terwijl zij voor de koffie zorgde. Men sprak over Al- tenstadt, do vroegere garnizoensplaats van Lassow; Plenz wist er allerhande nieuwtjes van te vertellen, en Irma haalde haar pho- tographieën voor don dag. Daar stonden zij Lassow weer allen voor den geest, de kameraden, de damee van het regiment, de straten en het plantsoen van de stad. Hier de kazerne, de manége, het casino, de paardenstallen. En hier in het plantsoen was het geweest, dat hij in dien bewusten nacht, na het bal bij don overste von Molognitz, in zijn gelukzaligheid luid gejubeld had, en zijn handschoenen in de struiken had geworpen. Driftig wierp hij deze phot-ographio weer op tafel. Irma von Plenz scheen er niet op te letton, en hijzelf dacht er weldra ook niet meeT aan. De ba rones zat naast hem; bij hot bezien der pho- tographieën raakten hun handen elkaar nu en dan aan, hun oogem ontmoetten elkan der, torwijl zij nu on dan een opmerking wisseldon. O, waren deze oogen maar niet zoo gevaarlijk schoon geweest 1 „Hoeveel herinneringen knoopen zich vast aan deze photograph!eenzeide Irma eindelijk, „en 'tzijn herinneringen een 6choonen tijd uit mijn loven." Zij zuchtte even, en stond op, om de phofcographieëu weg te bergen. „De herinnering maakt alles veel schoo ner," zeide Plenz, van den drempel van zijn studeerkamer, waar hij sigaren ging halen. Irma stond plotseling voor Lassow. „Niet waar, het was toon een sohoone, zeer schoone tijd?" „Gedeeltelijk ja, barones." „Gedeeltelijk Zij lachte, helder en vroo- lijk. Men horinnert zich toch alleen de aan gename uren, graaf Lassow, niet waar?" Zij kwam nog dichter bij hom en reikte hem de hand. Hij nam die en bracht ze aan zijn lippen. „Ik zeide u reeds, barones, dat do wond niet doodelijk is; zij is genezen, laat zij dan nu ook vergeten zijn." Zij boog het hoofd diep en maakte een snelle, onverwachte beweging, bijna alsof zij neer wilde knielen; met een vasten, krach- tigen druk zijnor handen hield hij haar slaande. „Ge hebt mij vergeven dank dank Zij lieten elkander los, Plenz kwam terug. Een donkere blos kleurde Laseow's gelaat. Het kwam hem voor, dat hij dien man niet meer goed in de oogen durfde zien, omdat er een geheim bestond tussohen diens vrouw en hemzelf. Maar aan den anderen kant was dat geheim toch ook al van heel ouden da tum, en deed geen inbreuk op de rechten van Plenz als echtgenoot. Toen Lassow afscheid nam, vroeg Irma: „Wanneer komt gij terug?" En toen hij niet dadelijk antwoordde, zei de zij: „Kom Zaterdag; als wij niet dadelijk een dag afspreken, laat gij u toch niet zien." „Gaarne. Ik kom dan Zaterdagavond," zeide Lassow; „overdag laat de dienst mij niet vrij." Irma knikte. „Nu, goed dan, Zaterdag avond." XVIII. „Nieta kon mij meer gelegen kom on dan dit heorendiner bij prins Herman." Irma von Plenz zit op Zaterdagavond in haar boudoir en schrijft in haar dagboek. „Als de goede Hans Borthold eens vermoedde, dat ik hot van te voren geweten heb 1 Maar hij vermoedt nooit iets 1 Hoe zou hij ook kunnen woton, dat ik verleden in het boscb het telegram gevonden heb, dat do onhan dige rijknecht van den prins verloren had, „Kom Vrijdag vroog aan. Zaterdagavond heerendiner." Zelfs als hij het wist, zou mijn heer on gemaal er nog niots bijzonders bij gedacht hebben, en toch den dollen graaf kalm voor vanavond gevraagd hebben. Nu moest hij weg, do baron von Plonz, heer van Messelm, on als de dollo graaf komt, vindt hij alleen do vrouw des huizes. Arme dolle graaf I Eon goheelen avond alleen met Irma von Plenz. Kwam hij nu maar, ik kan den tijd haast niot afwachten! O, gij heerlijke, knappe, verrukkelijke Lex LassowWeet gij wel, dat ik je liefheb, dat ik je nu corst liefheb, sedert ge mij u als man getoond hebt, sedert ge mij zoo troteoh en koud be handelt? En gij „On rovient toujours h see premiers amours". Daarmee troost ik mij, al hangt uw hart voor hot oogenblik misschien aan de een of andere vrome, on schuldige schoonheid. Dit Messelm is wer kelijk zulk een slechte plaats niet; ik denk er over, ons hier op den duur te vestigen. Dan moeten onze meubelen uit de stad hier gebracht worden, want zoo is hot niet uit te j houdon. Lex Lassow noemt deze groote, I oudorwotsch ingeriohte kamers feudaal, en Hans Borthold spreekt van oude familie tradities, maar wat gaan mij die oude fami lietradities aan? Ik haat deze kale ruimten, waarin ieder woord als door een echo weer. kaatst wordt. Daar hoor ik hoefslagen. Zou hij al ko men? Neen, dat is zijn paard niet; zeker do rontmeestor, die thuis komt. Waarom moet die man nu ook juist hier voc -jdoai?. Mijn hart bonst I Dwaasheid moot, kalm blijven. Waarom ook niet Ik beiri dikwijls genoeg met Lex Lassow alleen ge weest en mijn hart hooft er nooit sneller onj geklopt. Zou dat nu andera geworden zijn? Ik weet niet hoe ik heden zoo vreemd ben I Maar dat is nu toch workob'jk do hoef slag van zijn paard. Laat het u bij don' prins goed smaken, Hans Borthold; ons zal de tijd niet lang vallen." Haastig wordt het dagboek weggescho ven, Irma von Plenz leunt achterover in do chaiselongue on neemt een book in do hand. Barones Irma is zóó in haar lectuur vor- diopt, dat zij de melding van den dienaar niet hoort, maar eerst opziet, als Lassow, reeds in de kamer staat. Zij springt op, haar boek valt op den grond, cn zij steekt hem beide handen toe. „Welkom, graaf I Gij moet or voor zor gen, clat ik mij vanavond niet verveel. Mijd man laat zich duizendmaal verontschuldi gen. Hij kreeg \anmorgcn een uitnood:- ging voor een diner bij prins Herman, Gij weot zeker, dat Zijn Hoogheid onze naaste buurman is. Met den besten wil van doj wereld kon hij niet weigeren, cn zoo vindÜ' gij mij alleen." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1