No. 13963 L.EIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 27 SEPTEMBER. - VIERDE BLAD. Anno 1902. Finaneieele Kroniek. 1 FEUILLETON. Gemengd Nieuws. i- -Het spreekt vanzelf, dat bij het zeer Opgewonden verloop der Amerikaansche Spoorwegwaarden, er weinig aandacht over schoot voor de overige soorten, terwijl hot wewone verschijnsel viol waar te nemen, 'idat, wanneer een deel der fondsenmarkt in «en zenuwachtig stadium verkeert en de \Beurs niet in de mogelijklioid is om het ver leer verloop to voorzien, ook het overige ge deelte der markt teekenon van ongerustheid peg int te geven. In do eerste dagen der week bad onze fondsenmarkt dan ook een zeer /on geanimeerd aanzien, hetgeen evenwel jten slotte veel vorbeterde toen ook de Ame- jrikaansche Spoorwegwaarden weer in be.fcor Conditie kwamen. De op de verlaagde koer den gedane grootc speculatieve aankoopen jSdodcn een sterke vraag naar geld ontstaan, Ikoodat de prolongatiekoers een belangrijke jrverhooging ondervond. Hoewel dit steeds j«on sein is voor een zwakkere houding on zer Staatsfondsen, was de invloed ditmaal van weinig beteeken is en hebben zij geen grooten teruggang aan te wijzen. {Koloniale waarden waren iets opgowek- llfcer in verband met de verbeterende vooruit- iziohten dor suikermarkt, terwijl voor ta- I b a k-aandeelen de stemming meer verdeeld (fwaa en vooral do lioudiDg dor Nieuwe !A 6 s -h. n weinig vastheid toonde. Ovor ijnwaarden heersohte een zeer g&r (Tdmkte geest, nog steeds onder den indruk ffvan het zeer teleurstellend verloop van den HN o d.-I n <L M ij n b o u w. Dc resultaten 'ipver dit jaar zijn uitermate ongunstig cn (het blijkt dat gedurende de laatste tien •fcnaanden meer dan een millioen is uitgege ten zonder eenig tastbaar voordeel. Het is verklaarbaar dat dit niet opwekkend kan Btemmon voor de andoro goudmijn-ondernc- Uningen. Petroleum-waarden toon- Öen daarentegen een meer opgewekt ka rakter, behalve voor aandcelen Hanno yor. die een gevoeligen teruggang onder bonden. Do steeds circuleorondo geruchten 'dat de Standard-Oil Co. tot de Indische (petroloum-trust zou zijn toegotreden, mag (tot op heden bepaald worden tegengespro ken, als i6 een samensmelting dezer beide be langen spoedig tc verwachten. In Staatsfondsen was de handel fciet opgewekt en toonden de koorsen nei ging tot afbrokkelen. Een uitzondering (vormde de buiten la ndsche schuld j(van Spanje, in verband met het voor nemen van den minister van financiën om pe afschaffing van het affidavit bij de re- gccring voor te bereiden, waarvan opheffing jvan do lastige opzending der stukken bij bet incasseeren der rente het gevolg zou jfeijn. Do obligatiën Sorvic waren bij uit gebreider handel toch in flauwe stemming, |5n verband met de moeilijkheden, welke aan Sde nieuwe leening, voor hot toelaten tot de moteer-ing te Parijs, worden in den weg ge legd. Ook waren Turken veel minder ge animeerd. Hoewel men van den beginne af jop een langen duur dor onderhandelingen, Üc conversie betreffende, voorboreid was, begint toch de weinig tegemoetkomende hou nding der regeöring te ontstemmen. Wat het door de regeering vast te 6tollon amortisa- iie-pcrcentago aangaat, daaromtrent loo- pen de geruchten uiceen. Een bericht uit jKonstantinopel meldt de vaststelling door Öen ministerraad eener amortisatie van 1 pCt. 'sjaars, terwijl het plan-ltouvier ge- bascord is op 1/2 pOt. jaarlijksche amorti satie, welk plan ook door den ministerraad beet aangenomen te zijn 1 De Zuidamerikaanscho fondsen (hadden een zwakker aanzien, in aansluiting fbij Londen, alwaar de vrees (achteraf ge bleken noodeloos) voor verhooging van het (bankdisconto, een zeer gereserveerde hou nding aan de markt gaf. 1 Wat lang voorspeld was op dc Amcrikaan- fcche fondsenmarkt is eindelijk uitgekomen; [de aanvraag op de geldmarkt bleek ten slotte ({voor de Banken te sterk, zoodat zij verplicht «varen te wijken en door het opzeggen van jgroote leeningen te voorzien in de tekortko mingen van de surplus-reserve. Dit bracht fle zoo lang standvastige Beurs aan het wan delen en een algemeene daling was aan de lorde. Nochtans nam deze, ondanks den vrij koogen geldkoers, deze was in sommige geval len reeds tot 25 pCt. voor „call money" ge stegen, niet die verhouding aan, waarvoor men bevreesd was, en men zou mogen zeggen dat het spoedig herstel een bewijs is van bui tengewone kracht, welke men niet van de Nieuw-Yorksche markt in dergelijke geval len gewend is geweest. Evenwel, men moet geen hei roepen alvorens men dc brug over is, de vooruitzichten van een gunstigen bank- sfcaat voor deze week zijn nog niet groot en mocht het gebeuren, dat de Banken gedwon gen waren om ten tweeden male door opzeg ging van belcening haar positie te verster ken, dan zou zonder twijfel een tweede da ling veel grooter afmeting aannemen en veel grooter gevolgen hebben dan de eerste reac tie teweegbracht. Yan de hoop op inmenging van den secretaris der schatkist is niets te verwachten, deze toch zal geen redenen vin den om tot buitengewone maatregelen over te gaan. 's Lands geldmiddelen vcrkcercn in bijzonder gunstige omstandigheden, terwijl handel en fabricage eveneens op ongeëven- aarden welstand kunnen bogen. Derhalve zou een buitengewone hulp der sohatList alleen ten gunste van de overmoedige speculanten in Wall street komen en zoo iets kan men van de huidige administratie in Washington in hot geheel niet verwachten. Wanneer men dus hier hulp te goed heeft, dan is het van hen, die het grootste belang bij een vaste sterke markt hebben en die door hun mede werking in het tot-stand-brengen der vele financieel© orawontelingcn op industrieel en spoorweggebied verantwoordelijk zijn voor do hoog opgedreven koorsen der aandeelen en de overkapitalisatie, welke in de laatste tijden tot stand zijn gekomen, namelijk van d bankiers en grootc financiers zeiven. Zij toch hebben de schuld, dus ook den lost te dra gen. Wat zal nu dc naaste toekomst geven? Laat ons gerust zeggen, dat men dit> voor zijn lessenaar zittende, onmogelijk zeggen kan, want de toestanden zijn zoo geheel an ders dan vroeger en de ondervinding heeft ons geleerd dat men werkelijk verkeerd doet bij een jong, krachtig land het l oden met het verleden te beoordeelen. Wel leert ons de geschiedenis, dat een tijd van buu.ngewone weelde en voorspoed dikwijls ontaardt in een ontzaglijken windhandel en overmoedigen ondernemingsgeest, maar wie kan zeggen, dat zulk een toestand nu reeds voor de Ver- ccnigdo Staten is aangebroken? Wie zal dur ven ontkennen, dat het mogelijk kan zijn, dat do Unie nog slechts aan het begin staat van een periode van bloei cn voorspoed, waar van do geschiedenis van oenig land nog zal moeten gewagen. Nergens toch staat er ge schreven dat een tijdperk van bloei niet langer dan zeven jaren mag duren en nie mand zal toch durven twijfelen aan den on dernemingsgeest, den durf, de taaie volhar ding cn vooral de bekwaamheid, de herse nen („the brains", zegt men daar) der in- dustrieelen in de Vereenigde Slaton. Dit al les neemt echter niet weg dat men geen vrees voor overdrijving behoeft te hebben, integen deel, juist do jeugdige kracht cn overmoed en helaas een weinig 'gewetenloosheid wan neer eigen voordeel in het spel is, leiden er de Amcrikaanschc geld- en spoorv ~gko- ningen toe, dit heeft ons liet verleden ge leerd, aan do bekoring geen weerstand te bieden, om ten koste van het publiek goede zaken te bederven. Het is de vrees, dat het tegenwoordige geslacht op dit spoor is ver dwaald, die ons dc toekomst met wantrou wen doet beschouwen. De overkap italisatie neemt hand over hand toe, het convcrteercn van aandeelen van aangekochte maatschap pijen in vaste rente dragende obligaiiën gaat steeds voort en vindt steeds bankiers, die ge willig de hand leenen tot het effcctueeren van deze operatics, zonder twijfel daartoe be wogen door de kolossaal groote voordeelen. welke voor hen daaraan verbonden zijn. Op den langen duur kan zoo iets zelfs bij de meest gunstige oeeonomische toestan den geen stand houden en moet ten slotte in een paniek eindigen. Yan eigenlijke pa niek was echter tot heden toe nog geen spra ke; wel verkeerde de Beurs ook te onzent in een opgewonden toestand en leefde men in hoop en vrees, doch met uitzondering van het realisceren op groote schaal der in de laatste dagen ingekochte lichtere aandeel soorten ,nam ons publiek de goede shares te gen verlaagde koersen bij grootc bedragen v Graaf Alex. \£2> Er heerschto een diepe stilte. Lassow had (het hoofd aohterover geworpen en zag met '<tfonkelendo odgen neer op do vrouw vóór (|hom. Eindelijk hief zij de oog&n op, maar inog eer zij een woord kon uitbrengen, zei- [ido hij met een stijve buiging: „De rit- fcmeester was zoo vriendelijk mij uit te noo- jidigen." Langzaam, als het ware zwevend, /Jcwara zij naar hem toe, nog steeds in haar 'ipodorige, berouwhebbende houding. Alexander Lassow, moet ik dan op mijn Öknieën Hij trad met een afwijzend gebaar terug. LNiet zoo, barones von Plenz," zijn stern jtlonk hard cn koud; „tusschen ons beiden itean slechts één toon heerschen, die dor ge- )wono beleefdheid. Gij zijt de barones von IjPlenz, de echtgenoote van mijn vroegeren, [Zeer gewaardeerden chef. Den eerbied, dien [ik u als zoodaDJg schuldig ben, zal ik nooit [luit het oog verliezen; maar aan dat wat [Vroeger wasen zijn ooge-n schenen fivonken te schieten, terwijl hij haar drei- Igend aanzag, „zult gij wèl doen mij niet tte herinneren. Eén woord daarover, en gij [zult mij nimmer meer dozon drempel zien [Overschrijden Haar armen zonken slap naast haar neer. [Tets als een snik ontsnapte haar en een [paar seconden lang sloot zij do oogen. Hij jliefc haar een oogenblik tijd om tot bezin ning te komen, en vroeg toen op den on- j .Verschilligsten toon der wereld: „Is u nu voor het eerst op Messelm, mevrouw de ba rones Zij antwoordde niet; haar lippen waren stijf op elkaar geklemd; zij 6taarde, schijn baar zonder iets te zien, voor zich uit. Op dit oogenblik werden er, tot grootc ver- liohting van Lassow, snello schreden hoor baar in de groote zaal. Irma streek zich over de oogen, en ontving Plenz, die nu binnentrad, mot een betoovorend glim lachje. „Wat zult gij wel van mij denken, beste Lassow; ik hoop. dat mijn vrouw mij geëx cuseerd heeft. Je hadt je echter vergist, lieve, de rentmeester had niet naar mij go- vraagd. Maar, wat zie ik daar, Lassow! Staat gij daar nog met pet cn sabel? Dat hoeft toch niet bij kameraden zooals wij. Wacht, Fred kan alles meenomen. En ga dan toch zitten. En hoe bevalt u uw nieuwe garnizoensplaats „Uitstekend, ritmeester." Lex haalde be paald vrijer adem, sedert Plenz in dc kamer was gekomen. „Dc vrouw van mijn overste is mijn nicht, en ik voel mij bij do familie geheel thuis." „Nu, dat doet mij genoegen. Wij kunnen u ook nog allerhande van onze wederzijd- sohe kennissen vertellen. Maar hos is het, Irma, is het nog geen tijd om te gaan eten Juist op dit oogenblik verscheen de die naar, die meldde, dat het dinor wae aan gericht. „Geef gij mijn vrouw uw arm," zeide Plenz, „ik kom wel alleen achteraan I" Men ging nu door het ontvang6alon en de hal naar de groote, hooge eetzaal, waar in de kleine tafel, waarop voor drie perso nen gedekt was, bijna verloren ging. De op. Toch was onze markt tegen het grootc aanbod van Londen niet bestandtoen even wel Nieuw-York, waar de variation ten ge volge van afwisselende goede en onrustba rende geruchten groot waren, spoedig betere koersen zond, ontstond hier weder goede kooplust en had de markt ccn veel prettiger aanzien Veel zal nu van het bekend worden van den bankstaat afhangen. Atchison s, Denvers, Unions, Southern Pacific cn Southern Rails hadden het meest te lijden, doch kon den zich ook weder flink herstellen. S tee 1 - shares en American Car on Foun dry shares hielden zich buiten verwach ting zeer goed. Dit voornamelijk voor de Steelshares, want de American Car en Foun dry, alhoewel ook een industrieel fonds, staat eigenlijk niet in verhouding tot de met zulk een ontzaglijk kapitaal werkende Steel Corporation. De kolensporen leden ook ge voelig en konden zich niet zoo flink herstel len, hetgeen, behalve aan de algemeene ge voelens, ook aan de nog steeds weinig belo vende situatie der werkstaking is te danken. De gebeurtenissen der laatste dagen bewijzen echter, dat zij, die de voorzichtigheid gepre dikt hebben, geen ongelijk hadden, ©n dat de gene, die er naar geluisterd heeft, zich voor schade heeft gevrijwaard, hoewel het ook zeer wel mogelijk zal zijn, dat de waaghalzen cr ten slotte met eere en voordeel afkomen. Fortuna audaces ju vat!" Rijnlandtche Banh. Een onderhoud met minister Idenburg. Een medewerker van „Do Telegraaf" heeft een onderhoud met onzen nieuwen minister van koloniën gehad. Over de zoo genaamde eercschuld in zuiver concreten zin wenschto de heer Idenburg zioh than6 niet uit te laten. „Maar wel is er iets anders" zei do mi nister „ik bedoel do zedelijke verplich ting, welke op zekor oogenblik kan rusten op ons, als in beschaving on ontwikkeling hooger staand volk, als uitoefenend in ze keren zin de voogdij over dat andere volk, hetwelk nog in menig opricht met het kind kan worden vergeleken, om uit de schat kist van het moederland Indië te steunen, wanneer 'b noodzakelijk blijkt. Ik erken zon der eonige aarzeling, dat deze verplichting op zeker oogenblik onafwendbaar kan blij ken, maar, let wol, dezo conolusic resulteert uit een gansoh anderen gedachten gang dan die van den heor Yan Kol. En trouwens 't is volstrekt niet een quaestio van geldgeven alleen, waardoor Indië uit den zeker ernstigen en zorgvol- lon toestand, waarin het vorl>cort, kan wor den opgeheven. Dat men in Indië is begonnen met in den meest dringenden nood te voorzien met aan wezig geld, wat had men anders kunnen doen Wanneer iomand tot u komt die hon ger lijdt, zoo zult ge hom steunen op dc vlugst mogelijke wijze, maar -hot vraagstuk dor opheffing van Indic uit den treurigon toestand, welke in vele deelen van Insulin de heorscht, dat is minder spoedig en minder gemakkelijk op tc lossen. Zie ging de heer Idenburg voort or zijD twee groote wegen, welke men bewande len kan en die beide voeren kunnen naar bet beoogde doel. De bevolking van Java is voor 'tover groot© deel landbouwend. Nu staat men voor het verschijnsel, dat aan den eenen kant de bevolking in buitengewone mate toeneemt, en aan do andere zijde het te bo bouwen gebied zijn grenzen bereikt. Vandaar een wanverhouding tusschen be volking en productie, welke een der groote oorzaken van den jammer is. Men kan nu zoowel sawahs welke niet loonen, verbete ren door maatregelen, welke ik niet zal be hoeven te noemen, maar ook kan men het te bebouwen gebied uitbreiden, dus sawahs als 'tware in het leven roepen, en voorts zal men moeten trachten eigen industrie bij den inlander op te wekken." De minister gelooft wel in het succes van laatstbedoelde pogingen. „Gedurende mijn verblijf in Indi" zei hij „heb ik meermalen treffende staaltjes van lust en bedrevenheid bij den inlander aanschouwd Men zal moeten aanvangen met vooral de huisvlijt bij den inlander aan te wakkeren om zoodoende te komen, gaan deweg, tot het doen opleven van de in dustrie. En dan blijft het de vraag natuur lijk in hoever op de Europee-scho markt afzet zal worden gevonden voor deze arti kelen. Doch dat alles is eon quaestie van later zorg. Wat ik wilde zeggen is voornamelijk dit, dat op ons de dank ba ie, maar zware taak rust om don inlander tc lelde-om nieuwe banen voor hem tc openen, zooals ik reeds zei; niet slechts met het verstrek ken van zekere sommen is men er af. Doch nogmaals, Wanneer 't op zeker mo ment blijkt dat geldelijko hulp onmisbaar is voor Indië, zoo acht ik het zeer zoker een consequent gevolg van onze hoogoro roe ping, van onze zedelijke verplichting tegen over de koloniën om dien bijstand, desnoods uit eigen middelen te verstrekken." „Zooals u terecht zegt, schijnt men niet algemeen begrepen te hebben de bedoeling van den lieer Van Kol's woorden, toen die afgevaardigde Dinsdag in dc Tweede Ka mer gewaagde van de „drainage van Java's rijkdommen, vroeger door de regeeringen, later door de kapitalisten, die het land heeft uitgemergeld." Hier wordt gedoold op volkomen het zelfde verschijnsel als hetwelk ook ten aan zien van de nooden in Britsch-Indië geldt voor sommigen. Het is namelijk het z.g. ab senteïsme; het onttrekken aan indië van in Indiö verworven kapitalen on m Indië ver diende traktementen cn pensioenen. Onbetwistbaar is ook, dat nadat men het cultuurstelsel had losgelaten, met Hol- landsch geld in Indié allerlei ondernemin gen, van allerloi aard, werden ondernomen en gevoed. Hier kan hetgeen voor ons Indië geldt, met Britsch-Indië in menig opzicht vergeleken worden." De minister is overtuigd dat zijn taak op dit oogenblik zo.er zwaar is: „Zoowel in Oost- als in Wcst-Indië vcr- eischt. de toestand van het oogenblik, in menig opzicht, groote zorgen. Ik heb dan ook, wil ik u toevertrouwen, lang geaar zeld- Onder biddend opzien, ook vragend om kracht, voordat ik de gewichtige betrek king van minister van koloniën heb aan vaard. Ik heb Inclio, waar ik twintig jaar ver toefd heb, innig lief. Het is mijn vurige wonscb, dat 'tmij gegeven zal zijn om, zoo wel voor Oost- als voor Wcst-Indië, iets to bereiken. Ik ben mij bewust van het zware en van den omvang mijner taak, doch aan goeden wil om iets goeds tot stand te brengen, ontbreekt hot mij allerminst.'' Een geval van eodswoigoring leidde gisteren tor terechtzitting van do recht bank te Amsterdam tot plotselinge vrijspraak on onmiddellijke invrijheidstelling van den boklaagde. Volgons do dagvaarding zou de beklaagde een porlomonnnie van een zUnor vrienden gerold hebben, terwijl men in vry groot gezelschap samon zat in hot Volks- koffiehuis p hot Ferdinand-Bol-ploin. Ver scheidene getuigon legdon bezwarende ver klaringen af. Do beklaagdo had In het koffie huis vlak naast den bestolono gezeten en was later heengegaan met een anderen kameraad. Terstond na hun vertrek bemerkte do bestolene, dat hy zijn portemonnaie kwijt was. Mon bogaf zich op straat en zag in de verte het tweetal zich langzaam verwijderen, terwijl een kleino jongen de portomonnaio van de straat opraapte, die naar zijn zeggen door een der twee was weggeworpen. De portemonnaio was leeg. Natuurlijk viol de verdenking op den jongen, die naast den bestoleno had gezeten en de mededeelingen van oen andor, die inmiddels voor een ander misdrijf In de gevangenis was geraakt, waren lu zijn nadeel. Gisteren ter terechtzitting weigerde deze ge detineerde getuige den eed af te leggen ook nadat het O. M. do voorgeschreven maatrege len had genomen om een vervolging wegens oed8weigering te kunnen instellen en ondanks de gemoedelijk vermaning van den president, baron Von Imhof, bleef de getuige weigoron den eed af te leggen. Op hot allerlaatst waagdo men nog eon poging om hem tot andere godachten te brongen of om althans de bswoegrodsn to leeren konnon Men gaf hom do verzekering dat hem goor valstrik gespannen werd en dat, ook als hl misschien zlchzelven beschuldigon moost, daar uit voor hom geenerloi gevolg zou Yoorlkj men. En toen kwam hot hooge wooid or ul j onder eede. Niet do beklaagde, maar hyl had do portemonnaie gorola en ook hy wa 't, dio haar, na eerst het gold er uil lo heb ben genomen (slechts drie dubbeltjes) ha weggeworpen. Do boklaagde werd na dit verrassend go tuigenis natuurlijk terstond vrijgesproken. Morkwaardlg was In dit geval dat beklaagde dio 5 weken lang in preventieve hechtenli heeft doorgebracht, nooit, ook nu niet; doschulc op zijn kameraad wierp, dio dan toch df ware schuldige was, en dat de andeio, hoe misdadig van aard ook, toch zijn vroeger voor don rechtercommissaris afgelegde valscho verklaring niet ouder oede wildo herhalon u:t eerbied voor den eed. Tweo Parijsche agenten wandel den in do Champs Elysóes, by avond. Het was al niot vroeg meer on het was stil. Plot seling zagen ze, dat een man klom iu een boom. Toen zy stonden onder den boom, zagon zy niets meor van den man. Zy riepen hem aan, geen antwoord volgde. Haddon zo wellicht oen schaduw gezien? Even hebben zy getwijfeld, toen lieoft do een oen ladder ge haald. Mot dio ladder ging hy naar boven en toen, ja, daar zAg hy oen zwart gevaarte, 't Bowooghet gaf ton slotte antwoord Uit den boom kwam een kolonel, wol is waar in burgerkleeding, wel ia waar een Venozolaan- sche, maar eou ochte kolonel toch, ex-adju dant van genor::.al Castro: kolonel Rosario Paz, op wiens hoofd oen prys gesteld is, on die nu, na nog net bytyds uit zyn land ge snapt to zyn, voor dat hoofd geen audero legerstede meer wist to vinden dan in oen hangmat, welke bU aan tweo takken had go- hangen In oen boom van do Champs Elysóes. De kolonol is, na do noodigo explicaties teu politiekantore, zyns woogs kunnen gaan, mits belovende, voortaan oon ander logies lo zoeken. (AT. B. C.) Vreeeeiyko paniek. Terwyi 400 boeren In het Ruaslsohe dorp Werba* by Moskou, bruiloft vierden, raakte de feestzaal, een schuur, in brand; oen paniek was er hot gevolg van en in do verwarring raakten vrou wen en kindoren onder den voet. Hot vuur greep zoo snel ora zich hoen, dat binnen een kwartier een honderdtal der feestgangn-s ge stikt of verbrand waren, terwyi bovendien nog tal der overigen ernstige kwotsuron opliepen. Tweo belang r ij kc diefstalion bij de postadministratie te Parijs zijn aan het licht gekomen. Dc eigenaar van een café op don boulevard Scbastopol vond on der zijn geldlado een pakket, dat vijfhon derd geopende brieven bovntto, meest alle gericht aan soldaten, in garnizoen liggen de In de oostelijke départementen. De twee de diefstal is bemerkt aan liet goederensta tion Batignolles, waar men van onder ecu vuilniswagen een pakje haalde, dat dertig geopende brieven bevatte, bestemd voor Mexico. Een scherp ondorzook is dadelijk ingesteld, tot nu toe zonder resultaat. Do berichten over u i t b a r- stingen der vulkanen op do kleine Antil len en in Midden-Amcrika houden steeds oon. Zondagavond is dc vulkaan op Sint- Yinoent wcor onverwachte aan hot werken gegaan, hevige lava- en modderstffoomen uitgooiende. De boot „Nowington", dio acht kilomotor van do kust bozig was aan hot horstellen van den telegraafkabel, moest spoedig het ruime sop kiozon. Do kabel is opnieuw gebroken op verschillende plaat sen door dc schokken. Uit Guayaquil, de hoofdplaats van do republiek Equador, wordt gemeld, dat in die stad Zondagmiddag een hevige aard schok is waargenomen. Een drama, dat Zondagavond afgespeeld is in do elegante badplaats F.trc- tat, heeft groot opzien gewekt in Parijs. De vooral in finaneieele kringen, doch ook in de hooge Parijsche gezelschappen bekende bankier Lucien David, werd toen hij met zijn vrouw wandelde, doodgeschoten dooi den schilder Syndon. De moordenaar meld do zich dadelijk aan bij de politic. Do motieven van deze daad zijn tot nu too onbekend. Syndon was bevriend met de fa- milio David. wanden waren met kostbare oude Grobelins behangen, de tafel was met zilver en bloe men versierd, en het geheelo slot had iets feudaais, dat Lex aangenaam aandeed. Reeds bij do soep werd champagne gepre senteerd. Plenz nam zijn glas op en klonk met Lassow. „Welkom," zeide hij eenvou dig en hartelijk. Lassow boog en klonk toen met Irma. „Poeniteb", fluisterde zij mot zachte stem, en zag licra aan het waren weer de oude nixenoogen. „Poeniteb", antwoordde hij met vasten blik en ledigde zijn glas in één teug. Gedurende het verdere diner was Irma vroolijk on ongedwongen, schoon toch eenigs- zins anders dan vroeger. Lex Lassow liet zijn koelen, hof fel ij kon toon niet varen. Hij had niet alleen poenibot gedronken wat haar valschheid, maar ook wat haar vriendschap en liefde betrof. Steeds weer gaf hij haar te verstaan, dat zij voor hom slechte de barones von Plenz was, dat Irma Melognitz voor hem niet meer bestond. Dan kwam er een treurige uitdrukking op haar gelaat, en de hoeken van haar mond trokken verraderlijk, als bij een kind, dat op het punt staat te gaan huilen. Bij het dessert 6childo zij een sinaasappel voor hem, en beiden dachten er aan, hoe dikwijls zij vroeger die heerlijke vrucht voor hem had klaar gemaakt. Die herinnering aan dat „vroeger" kwam telkens weer bij hem op. al toonde hij er uiterlijk niete van. Toen het diner was afgeloopen, drukte hij zijn lippen op Irma's hand; hij voldeed hiermede slechts aan een beleefdheidsvorm, maar hij voelde haar slanke vingers bij rijn aanraking beven. Irma zette zelf de koffie in haar boudoir. Het water zong in den zil veren ketel; het kopje koffie, dat zij Lassow bracht, was geheel naar zijn smaak toebe reid, weinig room en geen suiker. Zij glimlachte hem too, al6 wildo zij hem er aan herinneren, hoe dikwijls zij dezen drank op dergelijko wijze voor hem had klaarge maakt; maar eensklaps klemde zij de lip pen weer 6tijf op elkander zij mocht im mers niot met hem over het verleden spreken. Lassow ging vroeg weg, ondanks liet aan dringen van Plenz om nog wat te blijven. „Kom spoedig weer," zeide de ritmeester met een hartclijkon handdruk. „Daar wij voorloopig maar een paar weken hier blij ven, maken wij verder geen bezoeken in de stad. Gij moet ons dus den tijd helpen ver drijven." Irma zeide niets; zij reikte Lex slechts do hand en keek hem daarbij sineekend aan. Ondanks de koude reed hij in een open rijtuig naar huis, en hoe langer de gure wind om hem woei, des te lichter werd het hem om liet hart. Thuis gekomen, vond hij ccn brief van Elvirc. „Lieve Lex," schreef zij, ><S° zult al wel van papa gehoord hebben, dat het met grootmama nog altijd niot beter gaat, of schoon de dokter dc hoop nog niet opgeeft. Marna, Lena on ik wisselen elkaar af bij de verpleging. Je rozen zijn tot heden toe goed gebleven, maar morgen zal ik zo wel weg moeten doen! Het is mij zulk een vreemd gevoel weer in hot huis te zijn, waar we onzen heerlijken kindertijd doorbrachten. Wat een herinneringen knoopen zich aan alle dingen vast, zelfs aan iedcren boom en iederen struik in den tuin; daar is alles nog j uiöt als vroeger. Uw moeder was gisteren hier, zij was 7.oo liof cn hartelijk voor mij als ij eens wist! Wij kunnen geen bezoeken afleggen, de toestand van grootmama laat cr oris -• mi tijd toe. Allen laten jo hartelijk groeten. Gij moogt me wel een „heol vriondschappclij- ken" brief schrijven. Uw Elvi." ^,Elvi, lievo, kleine Elvi," zcid hij toen hij' den brief gclozon hnd: „Keer speedig terug, mijn goede engol „Hij is prachtig," schreef Irma von Plenz dionzcJfdon avond in haar dagboek. „Hij hield zich zoo trotscb on ongenaak baar schoon ik als berouwhebbende >,on-, daros tot hom kwam. Ik geloof, dat ik mijn rol good gespeeld heb. Het was werkelijk als een bladzijde uit een roman; ik do boet vaardige vrouw, hij do ridder zonder vrcoa of blaaiu. koud, trotsch, in zijn eer bol-e- digd. Vergeven heeft hij mij nog niet, dus heeft hij mij ook nog niot vergeten; do wond brandt nog en ik zal wel zorgen, dat zij nog niot zoo spoedig geneest. Hoe knap en mannelijk is hij I Ik geloof werkelijk, dat ik hem liof zou kunnen hebben. Het is hier op Messelm nog wel uit te houden." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 13