No. 13963
L.EIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 27 SEPTEMBER. - VIERDE BLAD.
Anno 1902.
Finaneieele Kroniek.
1 FEUILLETON.
Gemengd Nieuws.
i-
-Het spreekt vanzelf, dat bij het zeer
Opgewonden verloop der Amerikaansche
Spoorwegwaarden, er weinig aandacht over
schoot voor de overige soorten, terwijl hot
wewone verschijnsel viol waar te nemen,
'idat, wanneer een deel der fondsenmarkt in
«en zenuwachtig stadium verkeert en de
\Beurs niet in de mogelijklioid is om het ver
leer verloop to voorzien, ook het overige ge
deelte der markt teekenon van ongerustheid
peg int te geven. In do eerste dagen der week
bad onze fondsenmarkt dan ook een zeer
/on geanimeerd aanzien, hetgeen evenwel
jten slotte veel vorbeterde toen ook de Ame-
jrikaansche Spoorwegwaarden weer in be.fcor
Conditie kwamen. De op de verlaagde koer
den gedane grootc speculatieve aankoopen
jSdodcn een sterke vraag naar geld ontstaan,
Ikoodat de prolongatiekoers een belangrijke
jrverhooging ondervond. Hoewel dit steeds
j«on sein is voor een zwakkere houding on
zer Staatsfondsen, was de invloed
ditmaal van weinig beteeken is en hebben
zij geen grooten teruggang aan te wijzen.
{Koloniale waarden waren iets opgowek-
llfcer in verband met de verbeterende vooruit-
iziohten dor suikermarkt, terwijl voor ta-
I b a k-aandeelen de stemming meer verdeeld
(fwaa en vooral do lioudiDg dor Nieuwe
!A 6 s -h. n weinig vastheid toonde. Ovor
ijnwaarden heersohte een zeer g&r
(Tdmkte geest, nog steeds onder den indruk
ffvan het zeer teleurstellend verloop van den
HN o d.-I n <L M ij n b o u w. Dc resultaten
'ipver dit jaar zijn uitermate ongunstig cn
(het blijkt dat gedurende de laatste tien
•fcnaanden meer dan een millioen is uitgege
ten zonder eenig tastbaar voordeel. Het is
verklaarbaar dat dit niet opwekkend kan
Btemmon voor de andoro goudmijn-ondernc-
Uningen. Petroleum-waarden toon-
Öen daarentegen een meer opgewekt ka
rakter, behalve voor aandcelen Hanno
yor. die een gevoeligen teruggang onder
bonden. Do steeds circuleorondo geruchten
'dat de Standard-Oil Co. tot de Indische
(petroloum-trust zou zijn toegotreden, mag
(tot op heden bepaald worden tegengespro
ken, als i6 een samensmelting dezer beide be
langen spoedig tc verwachten.
In Staatsfondsen was de handel
fciet opgewekt en toonden de koorsen nei
ging tot afbrokkelen. Een uitzondering
(vormde de buiten la ndsche schuld
j(van Spanje, in verband met het voor
nemen van den minister van financiën om
pe afschaffing van het affidavit bij de re-
gccring voor te bereiden, waarvan opheffing
jvan do lastige opzending der stukken bij
bet incasseeren der rente het gevolg zou
jfeijn. Do obligatiën Sorvic waren bij uit
gebreider handel toch in flauwe stemming,
|5n verband met de moeilijkheden, welke aan
Sde nieuwe leening, voor hot toelaten tot de
moteer-ing te Parijs, worden in den weg ge
legd. Ook waren Turken veel minder ge
animeerd. Hoewel men van den beginne af
jop een langen duur dor onderhandelingen,
Üc conversie betreffende, voorboreid was,
begint toch de weinig tegemoetkomende hou
nding der regeöring te ontstemmen. Wat het
door de regeering vast te 6tollon amortisa-
iie-pcrcentago aangaat, daaromtrent loo-
pen de geruchten uiceen. Een bericht uit
jKonstantinopel meldt de vaststelling door
Öen ministerraad eener amortisatie van 1
pCt. 'sjaars, terwijl het plan-ltouvier ge-
bascord is op 1/2 pOt. jaarlijksche amorti
satie, welk plan ook door den ministerraad
beet aangenomen te zijn 1
De Zuidamerikaanscho fondsen
(hadden een zwakker aanzien, in aansluiting
fbij Londen, alwaar de vrees (achteraf ge
bleken noodeloos) voor verhooging van het
(bankdisconto, een zeer gereserveerde hou
nding aan de markt gaf.
1 Wat lang voorspeld was op dc Amcrikaan-
fcche fondsenmarkt is eindelijk uitgekomen;
[de aanvraag op de geldmarkt bleek ten slotte
({voor de Banken te sterk, zoodat zij verplicht
«varen te wijken en door het opzeggen van
jgroote leeningen te voorzien in de tekortko
mingen van de surplus-reserve. Dit bracht
fle zoo lang standvastige Beurs aan het wan
delen en een algemeene daling was aan de
lorde. Nochtans nam deze, ondanks den vrij
koogen geldkoers, deze was in sommige geval
len reeds tot 25 pCt. voor „call money" ge
stegen, niet die verhouding aan, waarvoor
men bevreesd was, en men zou mogen zeggen
dat het spoedig herstel een bewijs is van bui
tengewone kracht, welke men niet van de
Nieuw-Yorksche markt in dergelijke geval
len gewend is geweest. Evenwel, men moet
geen hei roepen alvorens men dc brug over
is, de vooruitzichten van een gunstigen bank-
sfcaat voor deze week zijn nog niet groot en
mocht het gebeuren, dat de Banken gedwon
gen waren om ten tweeden male door opzeg
ging van belcening haar positie te verster
ken, dan zou zonder twijfel een tweede da
ling veel grooter afmeting aannemen en veel
grooter gevolgen hebben dan de eerste reac
tie teweegbracht. Yan de hoop op inmenging
van den secretaris der schatkist is niets te
verwachten, deze toch zal geen redenen vin
den om tot buitengewone maatregelen over
te gaan. 's Lands geldmiddelen vcrkcercn in
bijzonder gunstige omstandigheden, terwijl
handel en fabricage eveneens op ongeëven-
aarden welstand kunnen bogen. Derhalve zou
een buitengewone hulp der sohatList alleen
ten gunste van de overmoedige speculanten
in Wall street komen en zoo iets kan men van
de huidige administratie in Washington in
hot geheel niet verwachten. Wanneer men
dus hier hulp te goed heeft, dan is het van
hen, die het grootste belang bij een vaste
sterke markt hebben en die door hun mede
werking in het tot-stand-brengen der vele
financieel© orawontelingcn op industrieel en
spoorweggebied verantwoordelijk zijn voor
do hoog opgedreven koorsen der aandeelen
en de overkapitalisatie, welke in de laatste
tijden tot stand zijn gekomen, namelijk van
d bankiers en grootc financiers zeiven. Zij
toch hebben de schuld, dus ook den lost te dra
gen. Wat zal nu dc naaste toekomst geven?
Laat ons gerust zeggen, dat men dit> voor
zijn lessenaar zittende, onmogelijk zeggen
kan, want de toestanden zijn zoo geheel an
ders dan vroeger en de ondervinding heeft
ons geleerd dat men werkelijk verkeerd doet
bij een jong, krachtig land het l oden met
het verleden te beoordeelen. Wel leert ons de
geschiedenis, dat een tijd van buu.ngewone
weelde en voorspoed dikwijls ontaardt in een
ontzaglijken windhandel en overmoedigen
ondernemingsgeest, maar wie kan zeggen,
dat zulk een toestand nu reeds voor de Ver-
ccnigdo Staten is aangebroken? Wie zal dur
ven ontkennen, dat het mogelijk kan zijn, dat
do Unie nog slechts aan het begin staat van
een periode van bloei cn voorspoed, waar
van do geschiedenis van oenig land nog zal
moeten gewagen. Nergens toch staat er ge
schreven dat een tijdperk van bloei niet
langer dan zeven jaren mag duren en nie
mand zal toch durven twijfelen aan den on
dernemingsgeest, den durf, de taaie volhar
ding cn vooral de bekwaamheid, de herse
nen („the brains", zegt men daar) der in-
dustrieelen in de Vereenigde Slaton. Dit al
les neemt echter niet weg dat men geen vrees
voor overdrijving behoeft te hebben, integen
deel, juist do jeugdige kracht cn overmoed
en helaas een weinig 'gewetenloosheid wan
neer eigen voordeel in het spel is, leiden er
de Amcrikaanschc geld- en spoorv ~gko-
ningen toe, dit heeft ons liet verleden ge
leerd, aan do bekoring geen weerstand te
bieden, om ten koste van het publiek goede
zaken te bederven. Het is de vrees, dat het
tegenwoordige geslacht op dit spoor is ver
dwaald, die ons dc toekomst met wantrou
wen doet beschouwen. De overkap italisatie
neemt hand over hand toe, het convcrteercn
van aandeelen van aangekochte maatschap
pijen in vaste rente dragende obligaiiën gaat
steeds voort en vindt steeds bankiers, die ge
willig de hand leenen tot het effcctueeren
van deze operatics, zonder twijfel daartoe be
wogen door de kolossaal groote voordeelen.
welke voor hen daaraan verbonden zijn.
Op den langen duur kan zoo iets zelfs
bij de meest gunstige oeeonomische toestan
den geen stand houden en moet ten slotte
in een paniek eindigen. Yan eigenlijke pa
niek was echter tot heden toe nog geen spra
ke; wel verkeerde de Beurs ook te onzent
in een opgewonden toestand en leefde men
in hoop en vrees, doch met uitzondering van
het realisceren op groote schaal der in de
laatste dagen ingekochte lichtere aandeel
soorten ,nam ons publiek de goede shares te
gen verlaagde koersen bij grootc bedragen
v
Graaf Alex.
\£2>
Er heerschto een diepe stilte. Lassow had
(het hoofd aohterover geworpen en zag met
'<tfonkelendo odgen neer op do vrouw vóór
(|hom. Eindelijk hief zij de oog&n op, maar
inog eer zij een woord kon uitbrengen, zei-
[ido hij met een stijve buiging: „De rit-
fcmeester was zoo vriendelijk mij uit te noo-
jidigen." Langzaam, als het ware zwevend,
/Jcwara zij naar hem toe, nog steeds in haar
'ipodorige, berouwhebbende houding.
Alexander Lassow, moet ik dan op mijn
Öknieën
Hij trad met een afwijzend gebaar terug.
LNiet zoo, barones von Plenz," zijn stern
jtlonk hard cn koud; „tusschen ons beiden
itean slechts één toon heerschen, die dor ge-
)wono beleefdheid. Gij zijt de barones von
IjPlenz, de echtgenoote van mijn vroegeren,
[Zeer gewaardeerden chef. Den eerbied, dien
[ik u als zoodaDJg schuldig ben, zal ik nooit
[luit het oog verliezen; maar aan dat wat
[Vroeger wasen zijn ooge-n schenen
fivonken te schieten, terwijl hij haar drei-
Igend aanzag, „zult gij wèl doen mij niet
tte herinneren. Eén woord daarover, en gij
[zult mij nimmer meer dozon drempel zien
[Overschrijden
Haar armen zonken slap naast haar neer.
[Tets als een snik ontsnapte haar en een
[paar seconden lang sloot zij do oogen. Hij
jliefc haar een oogenblik tijd om tot bezin
ning te komen, en vroeg toen op den on-
j .Verschilligsten toon der wereld: „Is u nu
voor het eerst op Messelm, mevrouw de ba
rones
Zij antwoordde niet; haar lippen waren
stijf op elkaar geklemd; zij 6taarde, schijn
baar zonder iets te zien, voor zich uit. Op
dit oogenblik werden er, tot grootc ver-
liohting van Lassow, snello schreden hoor
baar in de groote zaal. Irma streek zich
over de oogen, en ontving Plenz, die nu
binnentrad, mot een betoovorend glim
lachje.
„Wat zult gij wel van mij denken, beste
Lassow; ik hoop. dat mijn vrouw mij geëx
cuseerd heeft. Je hadt je echter vergist,
lieve, de rentmeester had niet naar mij go-
vraagd. Maar, wat zie ik daar, Lassow!
Staat gij daar nog met pet cn sabel? Dat
hoeft toch niet bij kameraden zooals wij.
Wacht, Fred kan alles meenomen. En ga
dan toch zitten. En hoe bevalt u uw nieuwe
garnizoensplaats
„Uitstekend, ritmeester." Lex haalde be
paald vrijer adem, sedert Plenz in dc kamer
was gekomen. „Dc vrouw van mijn overste
is mijn nicht, en ik voel mij bij do familie
geheel thuis."
„Nu, dat doet mij genoegen. Wij kunnen
u ook nog allerhande van onze wederzijd-
sohe kennissen vertellen. Maar hos is het,
Irma, is het nog geen tijd om te gaan
eten
Juist op dit oogenblik verscheen de die
naar, die meldde, dat het dinor wae aan
gericht.
„Geef gij mijn vrouw uw arm," zeide
Plenz, „ik kom wel alleen achteraan I"
Men ging nu door het ontvang6alon en
de hal naar de groote, hooge eetzaal, waar
in de kleine tafel, waarop voor drie perso
nen gedekt was, bijna verloren ging. De
op. Toch was onze markt tegen het grootc
aanbod van Londen niet bestandtoen even
wel Nieuw-York, waar de variation ten ge
volge van afwisselende goede en onrustba
rende geruchten groot waren, spoedig betere
koersen zond, ontstond hier weder goede
kooplust en had de markt ccn veel prettiger
aanzien Veel zal nu van het bekend worden
van den bankstaat afhangen.
Atchison s, Denvers, Unions,
Southern Pacific cn Southern
Rails hadden het meest te lijden, doch kon
den zich ook weder flink herstellen. S tee 1 -
shares en American Car on Foun
dry shares hielden zich buiten verwach
ting zeer goed. Dit voornamelijk voor de
Steelshares, want de American Car en Foun
dry, alhoewel ook een industrieel fonds,
staat eigenlijk niet in verhouding tot de met
zulk een ontzaglijk kapitaal werkende Steel
Corporation. De kolensporen leden ook ge
voelig en konden zich niet zoo flink herstel
len, hetgeen, behalve aan de algemeene ge
voelens, ook aan de nog steeds weinig belo
vende situatie der werkstaking is te danken.
De gebeurtenissen der laatste dagen bewijzen
echter, dat zij, die de voorzichtigheid gepre
dikt hebben, geen ongelijk hadden, ©n dat de
gene, die er naar geluisterd heeft, zich voor
schade heeft gevrijwaard, hoewel het ook zeer
wel mogelijk zal zijn, dat de waaghalzen cr
ten slotte met eere en voordeel afkomen.
Fortuna audaces ju vat!"
Rijnlandtche Banh.
Een onderhoud met minister Idenburg.
Een medewerker van „Do Telegraaf"
heeft een onderhoud met onzen nieuwen
minister van koloniën gehad. Over de zoo
genaamde eercschuld in zuiver concreten
zin wenschto de heer Idenburg zioh than6
niet uit te laten.
„Maar wel is er iets anders" zei do mi
nister „ik bedoel do zedelijke verplich
ting, welke op zekor oogenblik kan rusten
op ons, als in beschaving on ontwikkeling
hooger staand volk, als uitoefenend in ze
keren zin de voogdij over dat andere volk,
hetwelk nog in menig opricht met het kind
kan worden vergeleken, om uit de schat
kist van het moederland Indië te steunen,
wanneer 'b noodzakelijk blijkt. Ik erken zon
der eonige aarzeling, dat deze verplichting
op zeker oogenblik onafwendbaar kan blij
ken, maar, let wol, dezo conolusic resulteert
uit een gansoh anderen gedachten gang dan
die van den heor Yan Kol.
En trouwens 't is volstrekt niet een
quaestio van geldgeven alleen, waardoor
Indië uit den zeker ernstigen en zorgvol-
lon toestand, waarin het vorl>cort, kan wor
den opgeheven.
Dat men in Indië is begonnen met in den
meest dringenden nood te voorzien met aan
wezig geld, wat had men anders kunnen
doen Wanneer iomand tot u komt die hon
ger lijdt, zoo zult ge hom steunen op dc
vlugst mogelijke wijze, maar -hot vraagstuk
dor opheffing van Indic uit den treurigon
toestand, welke in vele deelen van Insulin de
heorscht, dat is minder spoedig en minder
gemakkelijk op tc lossen.
Zie ging de heer Idenburg voort or
zijD twee groote wegen, welke men bewande
len kan en die beide voeren kunnen naar
bet beoogde doel.
De bevolking van Java is voor 'tover
groot© deel landbouwend. Nu staat men
voor het verschijnsel, dat aan den eenen
kant de bevolking in buitengewone mate
toeneemt, en aan do andere zijde het te bo
bouwen gebied zijn grenzen bereikt.
Vandaar een wanverhouding tusschen be
volking en productie, welke een der groote
oorzaken van den jammer is. Men kan nu
zoowel sawahs welke niet loonen, verbete
ren door maatregelen, welke ik niet zal be
hoeven te noemen, maar ook kan men het
te bebouwen gebied uitbreiden, dus sawahs
als 'tware in het leven roepen, en voorts
zal men moeten trachten eigen industrie bij
den inlander op te wekken."
De minister gelooft wel in het succes van
laatstbedoelde pogingen.
„Gedurende mijn verblijf in Indi" zei
hij „heb ik meermalen treffende staaltjes
van lust en bedrevenheid bij den inlander
aanschouwd Men zal moeten aanvangen
met vooral de huisvlijt bij den inlander aan
te wakkeren om zoodoende te komen, gaan
deweg, tot het doen opleven van de in
dustrie. En dan blijft het de vraag natuur
lijk in hoever op de Europee-scho markt
afzet zal worden gevonden voor deze arti
kelen.
Doch dat alles is eon quaestie van later
zorg. Wat ik wilde zeggen is voornamelijk
dit, dat op ons de dank ba ie, maar zware
taak rust om don inlander tc lelde-om
nieuwe banen voor hem tc openen, zooals
ik reeds zei; niet slechts met het verstrek
ken van zekere sommen is men er af.
Doch nogmaals, Wanneer 't op zeker mo
ment blijkt dat geldelijko hulp onmisbaar is
voor Indië, zoo acht ik het zeer zoker een
consequent gevolg van onze hoogoro roe
ping, van onze zedelijke verplichting tegen
over de koloniën om dien bijstand, desnoods
uit eigen middelen te verstrekken."
„Zooals u terecht zegt, schijnt men niet
algemeen begrepen te hebben de bedoeling
van den lieer Van Kol's woorden, toen die
afgevaardigde Dinsdag in dc Tweede Ka
mer gewaagde van de „drainage van Java's
rijkdommen, vroeger door de regeeringen,
later door de kapitalisten, die het land
heeft uitgemergeld."
Hier wordt gedoold op volkomen het
zelfde verschijnsel als hetwelk ook ten aan
zien van de nooden in Britsch-Indië geldt
voor sommigen. Het is namelijk het z.g. ab
senteïsme; het onttrekken aan indië van in
Indiö verworven kapitalen on m Indië ver
diende traktementen cn pensioenen.
Onbetwistbaar is ook, dat nadat men het
cultuurstelsel had losgelaten, met Hol-
landsch geld in Indié allerlei ondernemin
gen, van allerloi aard, werden ondernomen
en gevoed. Hier kan hetgeen voor ons Indië
geldt, met Britsch-Indië in menig opzicht
vergeleken worden."
De minister is overtuigd dat zijn taak op
dit oogenblik zo.er zwaar is:
„Zoowel in Oost- als in Wcst-Indië vcr-
eischt. de toestand van het oogenblik, in
menig opzicht, groote zorgen. Ik heb dan
ook, wil ik u toevertrouwen, lang geaar
zeld- Onder biddend opzien, ook vragend
om kracht, voordat ik de gewichtige betrek
king van minister van koloniën heb aan
vaard.
Ik heb Inclio, waar ik twintig jaar ver
toefd heb, innig lief. Het is mijn vurige
wonscb, dat 'tmij gegeven zal zijn om, zoo
wel voor Oost- als voor Wcst-Indië, iets to
bereiken. Ik ben mij bewust van het zware
en van den omvang mijner taak, doch aan
goeden wil om iets goeds tot stand te
brengen, ontbreekt hot mij allerminst.''
Een geval van eodswoigoring
leidde gisteren tor terechtzitting van do recht
bank te Amsterdam tot plotselinge vrijspraak
on onmiddellijke invrijheidstelling van den
boklaagde. Volgons do dagvaarding zou de
beklaagde een porlomonnnie van een zUnor
vrienden gerold hebben, terwijl men in vry
groot gezelschap samon zat in hot Volks-
koffiehuis p hot Ferdinand-Bol-ploin. Ver
scheidene getuigon legdon bezwarende ver
klaringen af. Do beklaagdo had In het koffie
huis vlak naast den bestolono gezeten en
was later heengegaan met een anderen
kameraad. Terstond na hun vertrek bemerkte
do bestolene, dat hy zijn portemonnaie kwijt
was. Mon bogaf zich op straat en zag in de
verte het tweetal zich langzaam verwijderen,
terwijl een kleino jongen de portomonnaio
van de straat opraapte, die naar zijn zeggen
door een der twee was weggeworpen. De
portemonnaio was leeg.
Natuurlijk viol de verdenking op den jongen,
die naast den bestoleno had gezeten en de
mededeelingen van oen andor, die inmiddels
voor een ander misdrijf In de gevangenis was
geraakt, waren lu zijn nadeel.
Gisteren ter terechtzitting weigerde deze ge
detineerde getuige den eed af te leggen ook
nadat het O. M. do voorgeschreven maatrege
len had genomen om een vervolging wegens
oed8weigering te kunnen instellen en ondanks
de gemoedelijk vermaning van den president,
baron Von Imhof, bleef de getuige weigoron
den eed af te leggen. Op hot allerlaatst
waagdo men nog eon poging om hem
tot andere godachten te brongen of om
althans de bswoegrodsn to leeren konnon
Men gaf hom do verzekering dat hem goor
valstrik gespannen werd en dat, ook als hl
misschien zlchzelven beschuldigon moost, daar
uit voor hom geenerloi gevolg zou Yoorlkj
men. En toen kwam hot hooge wooid or ul
j onder eede. Niet do beklaagde, maar hyl
had do portemonnaie gorola en ook hy wa
't, dio haar, na eerst het gold er uil lo heb
ben genomen (slechts drie dubbeltjes) ha
weggeworpen.
Do boklaagde werd na dit verrassend go
tuigenis natuurlijk terstond vrijgesproken.
Morkwaardlg was In dit geval dat beklaagde
dio 5 weken lang in preventieve hechtenli
heeft doorgebracht, nooit, ook nu niet; doschulc
op zijn kameraad wierp, dio dan toch df
ware schuldige was, en dat de andeio, hoe
misdadig van aard ook, toch zijn vroeger
voor don rechtercommissaris afgelegde valscho
verklaring niet ouder oede wildo herhalon u:t
eerbied voor den eed.
Tweo Parijsche agenten wandel
den in do Champs Elysóes, by avond. Het
was al niot vroeg meer on het was stil. Plot
seling zagen ze, dat een man klom iu een
boom. Toen zy stonden onder den boom,
zagon zy niets meor van den man. Zy riepen
hem aan, geen antwoord volgde. Haddon zo
wellicht oen schaduw gezien? Even hebben
zy getwijfeld, toen lieoft do een oen ladder ge
haald. Mot dio ladder ging hy naar boven en
toen, ja, daar zAg hy oen zwart gevaarte, 't
Bowooghet gaf ton slotte antwoord
Uit den boom kwam een kolonel, wol is waar
in burgerkleeding, wel ia waar een Venozolaan-
sche, maar eou ochte kolonel toch, ex-adju
dant van genor::.al Castro: kolonel Rosario
Paz, op wiens hoofd oen prys gesteld is, on
die nu, na nog net bytyds uit zyn land ge
snapt to zyn, voor dat hoofd geen audero
legerstede meer wist to vinden dan in oen
hangmat, welke bU aan tweo takken had go-
hangen In oen boom van do Champs Elysóes.
De kolonol is, na do noodigo explicaties
teu politiekantore, zyns woogs kunnen gaan,
mits belovende, voortaan oon ander logies lo
zoeken. (AT. B. C.)
Vreeeeiyko paniek. Terwyi
400 boeren In het Ruaslsohe dorp Werba* by
Moskou, bruiloft vierden, raakte de feestzaal,
een schuur, in brand; oen paniek was er hot
gevolg van en in do verwarring raakten vrou
wen en kindoren onder den voet. Hot vuur
greep zoo snel ora zich hoen, dat binnen een
kwartier een honderdtal der feestgangn-s ge
stikt of verbrand waren, terwyi bovendien nog
tal der overigen ernstige kwotsuron opliepen.
Tweo belang r ij kc diefstalion
bij de postadministratie te Parijs zijn aan
het licht gekomen. Dc eigenaar van een
café op don boulevard Scbastopol vond on
der zijn geldlado een pakket, dat vijfhon
derd geopende brieven bovntto, meest alle
gericht aan soldaten, in garnizoen liggen
de In de oostelijke départementen. De twee
de diefstal is bemerkt aan liet goederensta
tion Batignolles, waar men van onder ecu
vuilniswagen een pakje haalde, dat dertig
geopende brieven bevatte, bestemd voor
Mexico. Een scherp ondorzook is dadelijk
ingesteld, tot nu toe zonder resultaat.
Do berichten over u i t b a r-
stingen der vulkanen op do kleine Antil
len en in Midden-Amcrika houden steeds
oon. Zondagavond is dc vulkaan op Sint-
Yinoent wcor onverwachte aan hot werken
gegaan, hevige lava- en modderstffoomen
uitgooiende. De boot „Nowington", dio acht
kilomotor van do kust bozig was aan hot
horstellen van den telegraafkabel, moest
spoedig het ruime sop kiozon. Do kabel is
opnieuw gebroken op verschillende plaat
sen door dc schokken.
Uit Guayaquil, de hoofdplaats van do
republiek Equador, wordt gemeld, dat in
die stad Zondagmiddag een hevige aard
schok is waargenomen.
Een drama, dat Zondagavond
afgespeeld is in do elegante badplaats F.trc-
tat, heeft groot opzien gewekt in Parijs.
De vooral in finaneieele kringen, doch ook
in de hooge Parijsche gezelschappen bekende
bankier Lucien David, werd toen hij met
zijn vrouw wandelde, doodgeschoten dooi
den schilder Syndon. De moordenaar meld
do zich dadelijk aan bij de politic.
Do motieven van deze daad zijn tot nu too
onbekend. Syndon was bevriend met de fa-
milio David.
wanden waren met kostbare oude Grobelins
behangen, de tafel was met zilver en bloe
men versierd, en het geheelo slot had iets
feudaais, dat Lex aangenaam aandeed.
Reeds bij do soep werd champagne gepre
senteerd. Plenz nam zijn glas op en klonk
met Lassow. „Welkom," zeide hij eenvou
dig en hartelijk. Lassow boog en klonk toen
met Irma.
„Poeniteb", fluisterde zij mot zachte stem,
en zag licra aan het waren weer de oude
nixenoogen.
„Poeniteb", antwoordde hij met vasten
blik en ledigde zijn glas in één teug.
Gedurende het verdere diner was Irma
vroolijk on ongedwongen, schoon toch eenigs-
zins anders dan vroeger. Lex Lassow liet
zijn koelen, hof fel ij kon toon niet varen.
Hij had niet alleen poenibot gedronken
wat haar valschheid, maar ook wat haar
vriendschap en liefde betrof. Steeds weer
gaf hij haar te verstaan, dat zij voor hom
slechte de barones von Plenz was, dat Irma
Melognitz voor hem niet meer bestond.
Dan kwam er een treurige uitdrukking op
haar gelaat, en de hoeken van haar mond
trokken verraderlijk, als bij een kind, dat
op het punt staat te gaan huilen. Bij het
dessert 6childo zij een sinaasappel voor
hem, en beiden dachten er aan, hoe dikwijls
zij vroeger die heerlijke vrucht voor hem
had klaar gemaakt. Die herinnering aan
dat „vroeger" kwam telkens weer bij hem
op. al toonde hij er uiterlijk niete van.
Toen het diner was afgeloopen, drukte
hij zijn lippen op Irma's hand; hij voldeed
hiermede slechts aan een beleefdheidsvorm,
maar hij voelde haar slanke vingers bij rijn
aanraking beven. Irma zette zelf de koffie
in haar boudoir. Het water zong in den zil
veren ketel; het kopje koffie, dat zij Lassow
bracht, was geheel naar zijn smaak toebe
reid, weinig room en geen suiker. Zij
glimlachte hem too, al6 wildo zij hem er
aan herinneren, hoe dikwijls zij dezen drank
op dergelijko wijze voor hem had klaarge
maakt; maar eensklaps klemde zij de lip
pen weer 6tijf op elkander zij mocht im
mers niot met hem over het verleden
spreken.
Lassow ging vroeg weg, ondanks liet aan
dringen van Plenz om nog wat te blijven.
„Kom spoedig weer," zeide de ritmeester
met een hartclijkon handdruk. „Daar wij
voorloopig maar een paar weken hier blij
ven, maken wij verder geen bezoeken in de
stad. Gij moet ons dus den tijd helpen ver
drijven."
Irma zeide niets; zij reikte Lex slechts do
hand en keek hem daarbij sineekend aan.
Ondanks de koude reed hij in een open
rijtuig naar huis, en hoe langer de gure
wind om hem woei, des te lichter werd het
hem om liet hart.
Thuis gekomen, vond hij ccn brief van
Elvirc.
„Lieve Lex," schreef zij, ><S° zult al wel
van papa gehoord hebben, dat het met
grootmama nog altijd niot beter gaat, of
schoon de dokter dc hoop nog niet opgeeft.
Marna, Lena on ik wisselen elkaar af bij de
verpleging. Je rozen zijn tot heden toe goed
gebleven, maar morgen zal ik zo wel weg
moeten doen! Het is mij zulk een vreemd
gevoel weer in hot huis te zijn, waar we
onzen heerlijken kindertijd doorbrachten.
Wat een herinneringen knoopen zich aan
alle dingen vast, zelfs aan iedcren boom en
iederen struik in den tuin; daar is alles
nog j uiöt als vroeger.
Uw moeder was gisteren hier, zij was 7.oo
liof cn hartelijk voor mij als ij eens
wist! Wij kunnen geen bezoeken afleggen,
de toestand van grootmama laat cr oris -• mi
tijd toe. Allen laten jo hartelijk groeten. Gij
moogt me wel een „heol vriondschappclij-
ken" brief schrijven.
Uw Elvi."
^,Elvi, lievo, kleine Elvi," zcid hij toen
hij' den brief gclozon hnd: „Keer speedig
terug, mijn goede engol
„Hij is prachtig," schreef Irma von
Plenz dionzcJfdon avond in haar dagboek.
„Hij hield zich zoo trotscb on ongenaak
baar schoon ik als berouwhebbende >,on-,
daros tot hom kwam. Ik geloof, dat ik mijn
rol good gespeeld heb. Het was werkelijk
als een bladzijde uit een roman; ik do boet
vaardige vrouw, hij do ridder zonder vrcoa
of blaaiu. koud, trotsch, in zijn eer bol-e-
digd. Vergeven heeft hij mij nog niet, dus
heeft hij mij ook nog niot vergeten; do
wond brandt nog en ik zal wel zorgen, dat
zij nog niot zoo spoedig geneest. Hoe knap
en mannelijk is hij I Ik geloof werkelijk,
dat ik hem liof zou kunnen hebben. Het is
hier op Messelm nog wel uit te houden."
(Wordt vervolgd.)