Marmenkleedi ng'. Merkwaardigheden. Stofgoud. Wekelflksehe Kalender. v v Voor Amateur-Photografen. ALLERLEI. RFC F. P T~ Raadsel. VRAAG. groote mail, „en daar jc me niet betaald hobt, zal ik mijn beul last geven jo honderd stokslagen op icdcren voetzool bo govern" Een week later, toen de boer weer in 6iaat was naar zijn deur to strompelen, en in het sonnetje kon gaan zitten, zei hij tot zijn vrouw „Goddank, ik heb mijn trek in koffie en brood terug, en als je mo nu ooit weer met dat Rothschild-werk aankomt, weet ik wat me te doen staat." Bijnamen van Steden. Eigenaardig is het te weten, wolko bijna men sommige plaatsen door den tijd verkre gen hebben. Wij laten er hier eenigo volgen: Aden: het Gibraltar van den Indischen Oceaan. Aken: de stad van Karei den Grooton. Algiers: de zilverstad. Amsterdam: het Hollandsche Venetië. Batavia: de parel van 't verre Oosten. Berbera: de moeder dor armen. Brunswijk: de stad van Hondrik den I/CCUW. Cerro de Pasco: de schatkamer van Peru. Chaquisata: de goudstad. Corkhet slachthuis van Engeland. Danzig: het Noordsohe Napels. Elberfold: het Duitsohe Manchester. Florence: de Arno-stad. Frankfort a/M.do Duitscho Kronlngs- Btad. Halifax: heb Gibraltar van N.-Amerika. Jeruzalem: do stad Gods. Kaschau: do bruid der Perzische steden. Keulen: het Duitsche Rome. Leipzig: Klein Pa.ijs. Lindau: het Duitsche Venetië. St.-Louis: do koningin der Mississippi. Liverpool: het kleino hotel. Londen: do reuzenstad der aarde. Mekka: de heilige stad. Moskou: dc heilige stad van den Tsaar. München: het Duitsche Florence. Parijs: het kleino Baby Ion. Philadelphia: het Noordamerikoanscho Leipzig. Radcnapurede stad der edelgesteenten. Rome: do eeuwigo Biad. Romschcid: het Duitsche Sheffield. Schiras: de rozenstad. Soest: het groote dorp Westfalon. Triest: het Hamburg van het Zuiden. Venetië: de Lagunen-stad. Windsor: het Engelsche Versailles. D E JACHT. Vervlogen zijn de zomerdagen En neev'lig wordt de morgenstond Waar wo onlangs lachende akkers zagen, Bedekt nu 'b dorre blad don grond. Do leeuwrik zweeft niet meer, bij 't krieken Des daagraads. op zijn vlugge wieken, Noch kweelt het kunstloos, troffend lied; De noordenwind komt aan de velden De naadring van den winter melden: En doodsoh is alles, wat men ziet. Maar, schoon de bloeitijd is vervlogon, Geon zomer meer de vruchten stooft; Geen bloemen langer streelen mogen; Geon zwellende aar een schat holooft, Toch zal bij donkrc najaarsdagen, Bij hagel, sneeuw en regenvlagen Al dokt een grauwe mist do zon, Zoo menigeen door bosch en daten Door weeke klei en modder dwalen, Dien nooit de lente lokken kon. De man, die schaars de zon zag klimmen, Dien zelden 't morgenuur bescheen; Is, eer zij oprijst uit de kimmen, Reeds voor den daagraad, op de been. De drift doot oatarrhalo pijnen, Do roos, den hoest, de jicht verdwijnen; Hij donkt niet meer aan 't podagra: 't Is of patrijzen, snippen, hazen Weer leven in zijn aad'ren blazen, Schoon hij op stok of krukken ga* Zoo gaat het tot de zonnestralen Verdwijnen in het pekelnat: Het springen, 'b kruipen, 't ommedwalen, Dit alles maakt hem moede en mat. Nu weet hij, kon hij 't wild niet raken, De leege tasch toch vol te maken, En spilt een drieling voor zijn eer; Keert, met don zwaren last beladen En snorkend op zijn heldondaden, In zegepraal en hinkend weer. Ga dan, waar Nimrods wakkre telgen* Na 'o moeilijk dagwerk zijn vergaard; Gij ziet het klagend wild verdelgen En blijft in 't hoekje van den haard; Gij hoort den wnkkren jager geeuwen Van ver het vluchtend haasje schreeuwen, Dat vallen moest cn toch ontvlood Gij hoort, wie zou hot niet golooven, Dat er de wol is afgestoven. En hij zoo ongelukkig schoot. Zooveel zal men van 't jagen hooren, Dat gij van hazen droomen kunt; Het schieten u weergalmt in d'ooreny En 't ploffen u geen rust vergunt; Dat gij hen met spion en brakken Zoo gaarno op Spitsberg neer zoudt [plakken, Gramstorig op den herfstdag vloekt; Walgt hoe de jager die moog* prijzen, Van hazen, snippen en patrijzen, !En toevlucht bij uw vrouwtje zookt* In do Parijsche- „Figaro" schreef een da me, onder den naam Sonia: „Het gebeurt wel eens, dat onze vrouwen modes het oog van den kunstenaar bcleedi- gen; maar wij beschouwen ze toch steeds als eon middel om meer te behagen. In elke mo de vertoont zich het streven om de vrouw op dc een of andore manier mooier te maken en door iets nieuws in kleuren of lijnen de bevalligheid harer verschijning te verhoo- gen. Vergissen wij ons hierin, dan is het te goeder trouw. Ik bedoel, dat nog nooit de vrouwen een nieuwe mode hebben aangeno men met de heimelijke overtuiging, dat zo daardoor leclijker moesten worden in do oogen der mannen. Do mannen willen natuurlijk ook beha gen, maar uit den aard der zaak is hun klee ding woinig geschikt voor groote verande ringen. De man, die „chio" wil zijn, kan zich dus alleen door originaliteit in kleinig heden onderscheiden. Nu komt het mij voor, dat do mannen op dit gebied een merkwaar dige neiging toonen, om zichzelven eer be lachelijk dan aantrekkelijk to maken." Om dit to bewijzen, gaat zij do heeren-mo- des Yan de laatste jaren na. Eerst zien wo de to lange broek, die als toppunt van élé- gance van onderen omgeslagen werd. Dan komt de korte overjas, waar de panden van zwarten rok of jasje onderuit kwamen, zoo dat do elegante hcoren er uitzagen alsof zo bij vergissing een kleedingstuk van een an der hadden aangetrokken; on toch droeg iedereen met ware doodsverachting een over jas, die te kort was. Ongeveer tegelijkertijd kwamen de slappe overhemden in do mo de, en een fatsoenlijk mensch kon zich niet zonder een gekreukt overhemd in het publiek vertoonon. Sinds een jaar is daarvoor de ge kreukte das in de plaats gekomeneen witto das mag niet netjes meer gestrikt zijn; zij moet er uitzien als een slordig ineenge- draaidc lap. Hiernaast dc ontzettend hooge boorden, die elke hoofdbeweging verhinde ren. Het haar moet goed gepommadoord zijn, glad liggen,, aan het hoofd geplakt als een pruik; van achteren mag het wat langer wezen, zoodat het don boord raakt. Dc hoed mag niet vast zitten op het hoofd, waarbij hij behoort; hij moet iets to klein zijn, en wordt onverscliillig naar achter of op zijde geschoven. Bij al dat moois behoort dc te wijde ja6, waarvan het ondergedeelte op een vrouwen rok moet gelijken, die in plooien om het lichaam moet „golven." En deze „straatko- merjapon" heeft twee schuins liggende im- snijdingen, waarin do handen elkaar ontr moeten en het lijf vasthouden. „Wat ik bovenal bewonder", zoo besluit Sonia, „is do volgzaamheid, waarmede alle mannen dat loelijke en belachelijke overna men, zoodra het maar eenmaal mode is. In hot toilet der elegantste vrouwen vindt men altijd iets persoonlijks, iets van eigen fanta sie; voor ons is de mode minder een wet, dan een aanleiding, waarvan iedere vrouw naar eigen smaak gebruik maakt. Maar de man, die waarlijk „chio" wil zijn, transi geert niet met de mode; hij richt zich naar haar, als een onderofficier naar het rap port." Wie dit oordeel te scherp noemt zegt een medewerkster van het „Handelsblad" moet niet vergeten, dat Sonia slechts spreekt van den man, die „ohio" wil zijn, en boven dien haar eenige overdrijving vorgevon bij de gedachte aan al de liefelijkheden, die de heeren ten beste geven over de damesmodes. En het aardigste was altijd, dat een man, die ccn of andere mode belaoholijk vond, wel de vrouw luidkeels bewonderdo, die er niet aan meedeed, maar toch zijn eigen vrouw maar liefst met den stroom zag mee gaan. Nu, over smaak valt niet te twiston. En over wansmaak al evenmin, vooral wan neer de gewoonte ons oog verblind heeft voor het leelijke. Keizer WiShelm en de mode. Het schijnt, dat keizer Wilhelm van Duitseliland graag over damcsklecrcn spreekt, te oordeelen althans naar een ge sprek, dat hij gevoerd heeft tijdens zijn jong ste reis naar het noorden, toen hij den ex-premier van Frankrijk, Waldeck Rous seau, en diens echtgonoote, dio aan boord van het jacht „Ariane" aan de kust van Noorwegen zalm vischten, aan boord van het kcizorlijk jacht „Hohenzollorn" ontving en te dineeren hield. Mevrouw Waldeck Rousseau zat tijdens het diner rechts, haar echtgenoot links van don Koizcr. Zoolang het diner duurde was Wilhelm II, die een elegant jachtkostuum droeg, vol oplettendheden voor zijn buur- damo, terwijl hij blijkbaar moeito deed, in haar oogen nog meer „parisien" te schijnen don haar reisgenooton van do „Ariane." Hij maakte haar een compliment over haar toilet: „Zoudt u het onbescheiden vinden, me vrouw, als ik u het adres va® uw couturier vroeg 1' Mevrouw Waldeck Rousseau gaf dien op en onmiddellijk voegde de Keizer er bij „Dank ul Ik zal hot onthouden. Ik sta on zeer op, dat do Koizorin goed gekleed Maar de laatste maal, dat ik te Parijs waa, w.2jö er vlak tegenover mijn venster in het hotel Mirabeau een zeer druk beklant mode magazijn, van de firma X., geloof ik „Juist, aire, maar nu is die firma wat uit do mode." „O juist 1 Zij is „vieux jeu", zooals men in Frankrijk zegt. Ik dacht het wel." En vervolgens, terwijl hij de stem zeor ge heimzinnig liet dalen, ging hij voort: „Onder ons gezegd en gezwegen, me vrouw, bemoeit mijnheer Waldeck Rousseau zi6h nooit met uw toiletten V' „O,hemd, nooit 1" riep de dame uit, ter wijl zij haar lachen niet kon inhouden. „Zoo", zei Wilhelm ernstig. „Nu, wat mij betreft, ik bemoei mij zeer veel met die van de Keizerin. Ik kies de stoffen uit en raad haar het model aan. Zoo is er een japon model, dat zeer in mijn Bin aak valt: de robe princesse." „Dat is werkelijk een mooi model, Bire, maar de dame, die ze draagt, moet slank zijn en een. mooi figuur hebben 1" Toen riep Wilhelm II met jeugdige en ongemaakte geestdrift int: „Maar de Keizerin is ook zeer wel ge vormd 1" Spannsche brievenbestellers ontvangen geen traktement, maar leven uit sluitend van de fooien, welke men hun geeft. Gewoonlijk betaalt dc adressant 2 1/2 cent per brief, doch dit is niets meer dan een goed heid, zoodat er ook menschen zijn, die den armen postbeambte met een droog: „Dank je" afschepen. Maken zij hiervan evenwel een gewoonte, dan spreekt het, met het oog op deze primitieve postadministratie, vanzelf, dat zij voortaan slechte zelden een brief, aan hun adres afgezonden, ontvangen. Zij, die in de grensprovinciën dienst hebben, doen aan smokkelen en vele anderen zijn postzegelverzamelaars Het grootste ziekonliuis ter wereld is het hospitaal in Whitechapel road, in het volkrijke East-End van Londen gelogon. Het aantal patiënten bedroeg het vorige jaar niet minder dan 11,000 en het aantal consultaties 151,617. Doch vooral het getal doktors en verpleegsters is er grooter dan ergens anders. Zoo zijn er 60 vaste dok tors, die in het gebouw wonen, 50 andere, dio er gewoonlijk dienst doen als professo ren, chirurgijns, enz.400 oppassers en op passeressen, verdeeld over de verschillende zalen, zoodat er op elke zaal ongeveer 10 zijn; en eindelijk 300 ziekenverplegers of -verpleegsters, behalve nog het bedienden- personeol. Hot niozon. Toen do Spanjaarden Florida veroverden, bevonden zij, dat, als de keizer niesde, alle Indianen de handen ophieven on de zon smeekten hun vorst te beschermen, hem gun stig gezind te zijn en hem voor te lichten. Ook thans nog wordt het naar het volks bijgeloof als con goed voorteeken beschouwd, wanneer iemand niest in den vroegen mor gen, nog voordat hij iets heeft gegeten of gedronken. Men beschouwt het dan ook wel als een teeken, dat men iets nieuws zal hoo ren. Een oud rijmpje zegt van het niezen: 'b Morgens niezen geschenken, 's Middags niezen krenken. 's Avonds niezen |§- te gast genood; Of ook welschade on nadeel groot. Het Heilwenschen na het niezen wordt steeds minder gedaan. Het zal niot lang duren, of het is volstrekt geen gebruik meer. Bij de Engelschan en Franschen wordt het reeds niet meer gedaan. Keizer Wilhelm is er een groot voorstan der van en neemt het kwalijk als men hem stil niezen laat. Een ijzeren rail over een rechten weg wordt niet ouder dan twaalf jaar. Duitschland heeft 4624 veldkanonnen tegen Frankrijk 3648. De grootste lucifersfabriek van de gehoele wereld is de Vulcan" te Tidaholm in Zwe den. Deze fabriek geeft werk aan 1200 arbei ders en produceort dagelijks negentig mil- lioen doosjes. stralend van lioht en leven, maar zonder een enkele vlek. Van Oosterzee. Er ie niets goed of slecht; door het den ken wordt bet zoo. Shakespeare. Gij hebt vermogens ten goede en elke pols slag van uw bestaan doet de verplichting aangroeien om die vermogens aan te won den. M ul t a bul i. Niemand kan verlangen gelukkig te zijn, goed to handelen en goed to leven, als hij niet te gelijk wcnscht to zijn, te handelen on te leven. Spinoza. Het is de vrome wensch van allo vaders, da-tgene, wat zij zeiven niet bereikt hebben, in hun zonen verwerkelijkt te zien. Goethe. Ons mededoogen is als de maan, nu vol, dan wisselend, straks weder donker; dat des Heilanda is als de zon, den ganschon dag Zendag, Bewaak uw hart, bewaak uw voet, Let toch op de eerste trede. De mensch, die eens een misstap doet, Doet ach zoo li«ht een tweede. MaAudag. De man verstaat beter de kunst over bet menschelijk hart te philosopheeren, maar de vrouw kan er beter in lezen. Dinsdag, Wie vroolijk is, veinst vaak; droefheid is nooit geveinsd. Woensdag. Vergeet niet uzelven te herinneren, dat er heel wat dingen zijn, die veprgeten behooren te worden. Donderdag. Als wijzelven geen trots in ons hadden, zouden we ons niet beklagen over dien van anderen Yrttdog. Het is beter kleine gedachten uit te kun nen voeren dan groote slechte uit te kunnen spreken. Zaterdag. Zij., die anderen benijden, zouden gaarne Zelf benijd willen worden. (Afedagedeeld door J. Janssen, firmant der firma Janssen Co., Photo-Artikelen, Leiden.) Het Pun-papier. Nu de winter langzamerhand nadert en met hom korte en meest donkere dagen, is hot onzon lezers waarschijnlijk niet onaan genaam eens een en ander over Pan-papier dit ia een papier, dat men bij lamplicht kan afdrukken, te lezen. Het Pan-papier is een ontwikkelingspa- pior, evenals alle andere Broom- en Chloor- broom-papieren. De eigenschappen^ die het van deze papieren onderscheidt, zijn de vol gende lo. De vrijheid om het papier te behande len zonder geel of rood glas. Een niet te krachtige gasvlam (geen gasgloeilicht), een petroleum- of kaarsvlam kunnen voor ver lichting van het arbeidsvertrek dienen, zon der meer. Deze eigenschap, zonder twijfel voor iedereen hoogst aangenaam, is een wa re uitkomst voor dio amateurs, wien nog de routine ontbreekt, om bij geel of rood licht met zohorheid de resultaten der ontwikke ling to beoordcelen. 2o. Het papier drukt gemakkelijk en snel bij belichting met daglicht of magnesium licht. Het maakt hot mogelijk, om, met eeni ge seconden belichting, een reeks kleuren te verkrijgen, zooale wij die wenschen. Deze kleuren kunnen worden beoordeeld bij de gewone lichtbronnen, die wij daareven op noemden, daar de ontwikkeling bij die licht bronnen plaats heaffc. Men heeft, wanneer men niet een vooraf vastgestelde kleur ver langt, d« zekerheid,, dat men, hoe lang men ook belicht, van een goed negatief steeds een goeden afdruk krijgt. De groote verscheidenheid van kleur kan men nog uitbreiden door do afdrukken na de ontwikkeling met goudbad te behandelen. De houdbaarheid der beelden op Pan-papier is bijna onbeperkt. Het papier is glanzend on mat vorkrijgbaar. Men legt het papier op de gewone wijze in het drukraam, bij kaars licht bijv. Men moet het papier in ieder ge val zoo min mogelijk aan licht, dus ook aan het kaarslicht, blootsbellen. Men legt een stuk matglas tegen het druk raam cn daarover een stuk karton. Nu stelt men een on ander op bij een venster (niet in de zon) en belicht door het karton weg te trokken. Wanneer geen bepaalde kleur wordt verlangd, is de speling in den belich tingsduur zeer groot, bijv. 240 seconden. Met een goed krachtig negatief kan men met belichtingstijden van 240 seconden al le verkrijgbare kleuren te voorschijn roepen. De kleuren schaal is als volgt: groen-zwart, donker roetzwart, roetewart, sepia, bloed rood, oranje-rood en oranje-geel. Deze kleu- ronschaAl houdt gelijken tred met den be lichtingsduur. Het spreekt vanzelf, dat wannoer het negatief sterker gedekt is, ook de belichtingstijd ovonredig moet worden verlengd, doch in olk geval is die nagenoeg nooit langer dan enkele minuten, wat toch nog zeer kort is. Ie hot negatief zwak, dan wordt de belichtingstijd evenredig vermin derd. Men kan met zachte belichting van een bijzonder zwak negatief, waarvan het on mogelijk was op gewone papieren een goed beeld te yorkrijgen, op het Pan-papier goede resultaten verwachten bij gebruik van een krachfcigen, verschen ontwikkelaar. Afgezien van de wijzigingen, die wij bij den ontwikkelaar kunnen aanbrengen ea waarover wij later nader xnllen spreken* kunnen wij aannemen, dat hoe korter dal belichting is, des te meer de eindkleur he$ 1 groenachtig zwart zal naderen. Hoe lange* j zij is, hoe meer men in het oranje-geel komik (Op vragen, onder deze rubriek vallende* zullen inlichtingen gegeven worden, als bijv,.! over toestellen, ontwikkelaars, enz Vrago* en antwoorden zullen worden opgeprmen). Man„Vrouw, ik heb een aap voor je go» kocht." Vrouw: „O, hoe lief van jeJ Nu zal ik niet meer zoo missen als je uit bent!" Professor, college gevende: „De patiënt* mijne hecren, dien ik u hier vertoon, is om zoo te zeggen een alcoholicus van het zuiver- ste water." Vit den ouden tijd. Vorst van een Duitsch miniatuur-staatje tot zijn minister van buitenlandscho zaken: „Welk een eigen-j aardige geur trekt er thans door mijn land.^ Minister: „Ja, Sire, in het naburige rijlfc wordt koffie gebrand." Argwaan. Dokter (tot patiënt): „lï verbied u bet rooken, het drinken, het fie& sen en het kegelen." Patiënt: „Ik geloof, dokter, dat mijl* vrouw al bij u geweest is!" Een onwaarschijnlijkheid. Man (nadafi! zij don schouwburg bezocht hebben): ,,Nu^' lieve, zeg mij eens, hoe is het nieuwe stuk ja bevallen Vrouw: „O, zeer goed! Maar daar ia iet» zeer onwaarschijnlijks in; het tweede bedrijf speelt drie maanden na het eer».© en da menschen hebben nog altoos dezelfde diensti- boden." Nu niet meer noodig. Als ccn bijdraga tot de kennis van dc courtoisie in de eersté helft der 19do eeuw vindt men in den Grcf- ningschen Volksalmanak het volgende, onfli leend aan een stuk, dat gevonden is in ct$ archieven van het Ministerie vau Finanoffini' Waarschuwing. Do WelEdele Gestrenge Heer Mr. Be» nard Wichers, advocaat bij het geregt-shoT van de Provincie Groningen, Ontfanger vcoj do Directe belastingen en accijnsen in gemeente Baflo, vind zich verpligt om aam do ingezetenen bekend te makent Navolgende bopalingen te zijnen kantore^ lo. Het zal niemand geoorloofd zijn om hei' Kantoor binnen te treden, alvorens aan dë deur geklopt te bobben, en van binnen hod- rende roepen met luider stemme: Binnen. 2o. Zal men de deur mogen openen en mef| ongedekte Hoofde binnen treden zonder té rooken of op eenige andere wijze tabak te go- bruiken, vermits het zwakke caliber van den ondergeteekendc zulks niet gedoogt. 3o. Een ieder zal verpligt zijn om den oa,* dergeteekendo in dozc wijze aan te spreken^ namelijkUw dienaar Mijnheer Ontf an ger 1 Hoe vaart UEdole? Kan ik geholpen worden? 4o. Evenmin zal niemand de stoutheid ma^ gen nemen ora op een stoel te gaan zitten^ alvorens bem zulks worde gepresenteerd, en' eindelijk ten 5o. Heb ik gemeend als een man van opy« voeding deze bovenstaande wellevendheid aajjl eon onbeschaafd publiek onder het oog ié moeten brengen en ik vertrouw, dat nifc mand mij zulks ten kwade zal nemen, aange zien ik het van ganscher harte mcene. B. W. W i c h e r s. Aardappelenschoteltje met ham. Men kookt de ham zeer gaar, hakt zq fijn en snijdt de gekookte aardappelen ia dobbelsteentjes. Nu bebotert men een scho teltje en doet daarin de aardappelen, mefi de ham vermengd. Nu fruit men drie eetle pels meel in twee eetlepels boter en lengt dit aan met twee flinke theekoppen kokende melk. Men voegt er een theelepel zout ca wat peper aan toe. Men zet het af, klutst nu drie eieren met drie eetlepels melk en roert dit door de saus. Nu giot men deze saus over. de massa in het schoteltje, bestrooit alles met bcschuitkruim, 1 -b er stukjes boter op, en zet het een kwartier in den oven tot hel bruin is. Vorm uit onderstaande letters een woord! dh ris nuiatla. Wat is het tegenovergestelde van: Bulga rije? Dc oplossing van j t Raadsel m het num.-1 mer der vorige week is: SlopPols. [De oplossing van het Raadsel en het ant woord op do Vraag worden gegeven in hel nummer dor volgende week].

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 10