No. 13960
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 20 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD;
Anno 190?
Gemengd Nieuws.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
draaf Alex.
„Tout ce qui est exagóré est- insignifiant",
dat Al wat overdreven ie, sterft aan in
nerlijke onbeduidendheid."
Des morgens omstreeks half vy f
ontdekte een brigadier van politie, dat, de
▼lammen sloegen uit het perceel hoek Vis-
schersdyk en Molensteeg te Rotterdam, waar
gevestigd was het caió „De groote Slok".
Naderbij komende, kwam de kastelein, P.
H. Pfeiffer, geheel gekleed kalm naar buiten
stappen uit de deur aan do Molensteeg.
Het café brandde in weinige minuten schoon
uit. Dezer dagen zou het worden afgebroken
wegens de bouwplannen van de Handelsbank
aan de Noordblaak, waarmee het onder één
dak staat.
In de Handelsbank werd alleen eenige water
schade aangericht. Aan de overzijde van den
Visschersdyk sprongen door de hitte de spie
gelruiten van een vleesehhouwerj).
Te Chaam (N.-B.) is de hofstede
van de weduwe C. Janssens afgebrand. Aan
blusscheo viel niet te denken, daar by aan
komst der brandweer huis, schuur, stal en
wagenhuls in llchterlaaio stonden. Het vee is
gered. De hofstede is verzekerd bU de Assu
rance Générale te Brussel voor f 45,000.
Te Wormer (N.-H.) heeft een
schandeiyk geval van dierenmishandeling plaats
gehad. In de weiden Yan den heer J. K. en
van do wed. B. zyn van ®en achttal koeion
de staart, van een rund spenen afgesneden.
Vroeger is een dergelijk geval voorgekomen
by vee van de wed. B. te Landsmeer.
Te MU olamer brandde gisteren
door onbekende oorzaak af een boerenhuizinge
In den polder van den hoer N. Sickenga. Alle
hooi, een vette stier en eenige biggen zijn
verbrand, benevens een deel van den inboedel
van den bewoner, die niets verzokord had.
Mon meldt uit Tiol, dat het par
ket naar Kerkdriel vertrok, om daar onder
zoek te doen in eon vermoedeiyken moord.
Mon meldt uitWinsclioten: Ten
gevolge der buitengewoon hoogo vleeschprjj-
zen ln Duitschland, ls de smokkelhandel in
rundvee van de Hollandsche grensdorpen naar
de overzijde der limiet thans in vollen gang,
in weerwil van het verscherpt toezicht en
de uitbreiding van het gotal grensaufsehers
langs de Duitsche grens.
Woensdagavond vordronk in
het Kanaal te Terneuzon, naby de Blulsworkon,
een 11-jarig meisje. Ongoveer een half uur
na de vermissing werd het kind opgehaald.
Te Kieldrocht heeft Paulina
Thiclman haar lOlstcn verjaardag gevierd.
Voor haar leeftijd is ze nog zeer kras.
Geheimzinnige misdaad.
Een in geheel Italië opzienbarende misdaad
schijnt te Bologna gepleegd te zijn. De poli
tie, gewaarschuwd dat er uit de woning
van den graaf Bonmartini aldaar een wal
gelijke lucht kwam, deed die openbreken en
vond dicht bij den ingang, in vorgovorder-
den staat van ontbinding, het lijk van ge
noomden edelman, met een valies vol zaken
on papieren van waarde or naast en in zijn
anders ledige portefeuille eon in eon vrou
wenhand geschreven brief, waarin afspraak
gemaakt werd voor een samenkomst. In do
slaapkamer was het bed onopgemaakt; op
een commode een leege chainpagneflesch en
twee glazenonder het hoofdkussen een voor
werp behoo rende tot do toiletbehoefton
ecner vrouw. Men zocht en zocht, zonder een
stap verder te komen, toen de vermaarde
hoogleeraar in de medicijnen Mum,
schoonvader van don verslagen©, Zondag
zich bij de politie aanmeldde, verklarende
dat de dader, niet van den „moord", maar
van den „mansla#",zijn eigen zoon Tullio
was, advocaat, tevens een brief van dezen
met volledig bekentenis overleggende.
Volgens dien brief was Tullio Murri naar
zijn zwager gegaan om dezen, wiens echtge-
nooto en kinderen te Venetië de baden ge
bruikten, zijn gedrag te verwijten. Een hevi
ge twiat volgde, de graaf had zijn schoon
broeder met een mes te lijf willon gaan, een
gevecht volgde, waarin de graaf het onder
spit dolf. Do jonge Murri was naar Servië
gevlucht.met welk land Italië geen uitleve
ringsverdrag heeft.
Naar het schijnt is de justitie niet geneigd
om dit verhaal klakkeloos te gelooven, en
vordenkt zij Tullio van Let op to disschoa
om haar omtrent de ware daders Aan het
spoor te leidon. Een kaaier naast die van
graaf Bonmartini namelijk is onder een
valschen naam door zekeren Sec huurd
geweest, een vroeger afgewezen minnaar
van de gravin en die reeds vóór de ontdek
king van het lijk do stad weer verlaten had.
Men zegt ook dat de gravin voor do huur
ingestaan en Sacchi een kist champagne go-
zonden had, van hetzelfde raork als de flcsch
op do couimodo. De gravin is zelve na.ir Bo
logna ontboden, in verhoor geweest en eeni-
gen tijd later in hechtenis genomen.
Inmiddels is or nog meer licht gekomen
over do geplcegdo misdaad Daaruit is ge
bleken ,dat er slechts sprake kan zijn van
een afschmvolijken moord en niet van man
slag bij een worsteling, zooals de zwager tn
moordenaar van Bonmartini, Tullio Murri,
hot in zijn brief, waarin hij bekent, wildo
doen voorkomen. Do politio vormoeddo
reeds, dat hij bovendien medeplichtigen had
en zij meent er een gevonden te hebben in
een inticmen vriend van den jongen
Murri, een zekeren Naldi, con chirurg, en
overigens bandiet, spelor en klaplooper.
Omstreeks den dag van den moord was dezo
Naldi verdwenen naar Genua om zich daar
naar Amerika in to schepsn. Met behulp
van een vriend trachtte hij een plaats als
scheepsdokter ls krijgen. Maar vóór hij kon
A'ortrekken, was do politio hem op het
spoor. Toen dacht liij door een brutaal op
treden zijn huid to reddenhij keerde naar
Bologna terug, waar mon hem intusschcn al
lang als de medeplichtige van Murri be
schouwde. Hij ging na zijn terugkeer naar
don rechter van instructie cn deed zich
uiterst verontwaardigd voor, dat zijn naatr
genoomd werd in verband mot den moord,
op Bonmartini. Hij onderging niettemin
con scherp verhoor, Averd in arrest genomen
en heeft nu bekend Murri's modeplichtigc
te zijn, die hem een fpede som ter hand had
gestold.
De moord moot aldus geschied zijn. Een
naaister, een zekere Rosina Bonotti, Murn's
liefje, Avist do sleutels van Bonroartini's avo-
ning in handen te krijgen. Zij gaf ze aan
Murri, dio zich met Naldi in de slaapka
mer A'erdekt opstelde. Toen do graaf thuis
kwam, nadat zijn beide belagers een groot
deel van den nacht gewaakt hadden, viel de
herculisch gebouwdo Murri op hem aan en
hield hom vast, tenvijl Naldi hem stak en
don mond dicht hield. Daardoor heeft waar
schijnlijk niemand der ar'1 o bewoners van
het huis iets gehoord. Men denkt, dat beide
moordenaars in lange operaticja&scn van
Naldi gekleed waren om g n bloed aan hun
klccderen te krijgen. Toon Bonmartini der .1
was, hebben beiden hem een reispak aange
trokken en eon valies naast hom gezet.
Naldi heeft bekend 1600 liro ontvangen tV
hebben van do 5000, die de graaf in zijn por
tefeuille had.
Door oen bediende van een wis-
selagent tc Brussel zijn in den loop van drio
jaren tijds een reeks verduisteringen ge
pleegd, to zomen beloopende moer dan
300,000 franken. Do man heeft bekend en is
in hochtonis gesteld.
De Amerikaa nsche modiston
hebben besloten in concurrentie te treden
met do Europeesho vakgenooten en te Ber
lijn, Londen en Parijs Amerikaansche ate
liers te vestigen.
Districten in brand. Uit do
6taten Oregon en Washington worden grooto
woudbranden gomeld, die geheolo districten
mot verontrustende snelheid verwoesten. De
stad Elna ie verteerd; te Seattle is dc rook
zóó zwaar, dat de geheele scheep va nrt is ge
stremd. De kolonisten en landbouwers bor-
gon het A'eege lijf cn laten alles achter.
Do schade beloopt reeds milliocncn dol
lars.
Donderdagavond is door een
a'onk uit een locomotief oen brand ontsto
ken in de petroleumveldcn van Texas bij
Beaumont. De geweldige vlammen, die wel
dra oprezen, deden vrees ontstaan dat allo
bronnen vernield zouden worden. Gelukkig
was er niet veel wind en schijnt naar luid
van de laatste berichten het gevaar voor ver-",
spreiding goweken te zijn. Het vuur woedty
echter nog voort; de schade is dus nog niet
op te geven.
De Residentiebode zegt in een asterisk het
jrolgondo
Onder het opschrift „Nul n'aura de l'es-
prit, enz." schrijft do Haagsche Courant:
„De af deelingen der Tweede Kamer hob-
fcen benoemd
tot haar voorzitters de heeren Schaepman,<
iMichiels, Lohmon, Heemskerk en Travagii-
no;
tot haar ondervoorzitter* do heeren Yan
Dedcm, Yan Alphen, Mutsaers, Van Vlijmen
en Serct;
en tot leden der commissie voor het adres
(van antwoord de heeren Schaepman, Kolk
man, Nolens, Heemskerk en Van der Kun.
Tot zelfs bij het benoemen van deze laatste
commissie dus eenzijdige partijdigheid tot
het uitersteDe heeren van de Kerk laten
hun hand zwaar drukken op de liberalisti
sche heidenen
De Unagsche Courant durft dus om deze
keuzen de bekende spreuk: „niemand heeft
vernuft dan wij cn onze vrinden" o dc rech
te iv. ij do toepassen.
We laten voor hel oogenblik de vraag rus
ten of een blad, bohoorendc tot de partij,
welke zich steeds door haar kleinzielig exclu
sivisme ten opzichte der anti-libcr-1" heeft
gekenmerkt voorbeeld de vroegcro samen
stelling van Gedeputeerde Staten in allo
dio OcAvesten, waar haantje Linksch victorie
kraaide! het recht heeft te verzuchten:
„dc heeren van de Kerk laten hun hand
zwaar drukken."
Wij willen op iets anders wijzen. Zoowel
de voorzitters en dc ondervoorzitters als de
leden der Commissie van Verzoekschriften
worden gekozen aanstonds na het trek
ken der Afdeelingen door de leden, die de
Vergadering hunner sectie bijwonen.
Dc afdeelingen zijn niet in de gelegenheid
onderling ruggespraak to houden en geen ha-
Ter leden weet, of in een andere sectie zijn
partij hij dc keuze van het bureau over de
meerderheid beschikt.
Tedere afdeeling kiest dus geheel zelfstan
dig en da toevallige meerderheid in elk daar
van Avijst, niet wetende wat elders geschiedt,
in den regel h^ar p*rliigenooten aan. In
dc samenstelling der afdeelingen speelt dus
ook liet toeval een zeer groote rol.
Do schampere opmerking, welke het hlad
hier ten beste geeft over den a'ernuftswaan
der rechterzijde berechtïgt daarom tot de
Vraag, waar de Tfaagsche Courant bij het teT
neer schrijven van deze aardigheid liaar
eigen vernuft mag weggemoffeld hebben?
Over voorwaardelijke veroor
deel ing lezen wij in Ret Centrum:
Wij lezen in De Telegraaf
„Gistermiddag stond voor dc 5de kamer
der rechtbank te Amsterdam terecht oen vrij
fatsoenlijk uitziende jongen van ongeveer 16
jaar, beschuldigd van diefstal van een kope
ren staaf. Uit het getuigenverhoor bleek, dat
de jongen connecties had aangeknoopt met
eon ópkooper. Hij moet van dien man geld
geleend hebben en door hem bedreigd zijn
met de Avoorden,,Jo moet zorgen, dat ik
het geld terug krijg, anders verraad ik jc."
De jongen moet toen van de terreinen der
Maatschappij „Nederland" de koperen staaf
hebben ontvreemd om die te verkoopen.
Een employé der Maatschappij verklaart,
dat do jongen daar twee jaar gewerkt heeft
en zich steeds fatsoenlijk heeft gedragen. Dc
verdediger legt een brief over van een on
derwijzer, waaruit blijkt, dat de jongen zich
op de school over 't algemeen goed heeft ge
dragen en zelfs in aanmerking is gekomen
voor een onderscheiding, bestaande in een
ril veren horloge, van wege de Gemeente uitge
loofd. Het O. M. cischte 2 maanden gevan
genisstraf."
Wij vostigen op dit geval de aandacht, om
dat er wederom uit blijkt hoe heilzaam ook
te onzent voorwaardelijke veroord- Jing zou
kunnen werken.
Blijkbaar heeft men hier te doen met een
jongen, die, niet slecht van nature, op een
gegeAren oogenblik een zwakheid heeft begaan
en toen niet sterk genoeg meer stond, om
weerstand te bieden aan de pressie ten
kwade.
Komt zulk een knaap in de gevangenis,
10)
Natuurlijk moest Alex nu een dubbel aan-
tal uren in het cachot doorbrengen; maar
daar, met het laatst bedreven misdrijf, nu
ook do maat zijner zonden vol was, zond do
reetor een uitvoeriger, brief aan zijn vader,
waarin hij dezon meedeelde, dat Alexander
Lassow-Domst in den laatsten tijd reeds zoo
dikAvijls aanleiding had gegeven tot straffen,
dat hij reeds alleen om het slechte voorbeeld,
dat hij den anderen leerlingen gaf, bij do
eerste nieuwe overtreding van het gymna
sium verwijderd zou worden. Om dit te voor
komen, want graaf Lassow wist wel, dat
Alex in dit opzicht niet te vertrouwen was,
word hij onmiddellijk van het gymnasium
weggenomen, kreeg thuis eenige weken les
van den gouverneur zijner broeders en werd
toen naar een groote kostschool in Midden-
Duitschland gebracht. Dit alles ging zoo snel
en onverwachts in zijn werk. dat hij eigenlijk
in het geheel niet tot bezinning kwam.
Toen hij echter voor het laatst bij de fa
milie Krocker was on in den tuin afscheid
nam van Elvirc kon hij zijn aandoening niet
meer bcdAvingen
„Lieve kindje," zeido hij, en kuste haar
(voor het eerst van zijn loven eenigezins ver
legen. „Lieve kindje, huil toch zoo niet; ik
kom immers altijd weer hier als ik vacantie
heb. En als wij groot zijn, wordt gij mijn
frrouw, niet waar?"
„Ja," zcide zij, en sloeg beide armpjes om
fcijn hals. Ja, Lex, en ik zal nooit van
Iemand andere houden dan van jou."
dan loopt hij groot gevaar zijn loopbaan
voorgoed gebroken te zien.
Voorwaardelijke veroordeeling zou hem den
weg tot beterschap openen, hem bewaren
voor de schande van het „zitten" en hem een
waarschuwing zijn, die, zijn geheele leven
door wellicht, haai- nuttige uitwerking zou
behouden.
De Javaseke Courant bevatte oen koloniale
ordonnantie, waarbij bepaald is, dat voort
aan militairen, door den Indischen
rechter veroordeeld tot eenige vrij
heidsstraf .ongeacht den duur der straf,
wanneer tevens een vervallenverklaring van
den militairen stand ia uitgesproken, die
straf zullen ondergaan in Nederland,
indien de veroordeelden in Europa zijn gebo
ren of aldaar hun opvoeding hebben genoten.
Vroeger gold dat voorschrift alleen bij ver
oordeeling tot een vrijheidsstraf gedurende
vijf jaren en langor.
Uit een oogpunt van practische politiek
verdient de .nieuwe bepaling alle goedkeu
ring, zegt De Javabode.
Nedcrlandseh-Indië is er niet bij gebaat als
ontslagen tuchthuisboeven hier te lande zich
gaan vestigen. Do Indische maatschappij
moet niet zijn een asyl voor dergelijke indivi
duen, die zich gaarne vestigen in de buurt
van militaire kampementen en als houders
van drankhuizen en andere verderfelijke éta
blissementen een groot nadeel opleveren voor
den soldaat.
Maar Avij achten het in strijd met recht cn
billijkheid, dat gevonnisten door den Indi
schen rechter in Nederland een g< ncel ande
re, qualitatief veel ZAvaardero strai onder
gaan, dan waartoe do rechter hier te lande
hen veroordeelde.
De gevangenisstraf zeer zeker, maar ook
de tuchthuisstraf in do centrale gevangenis
te Semarang is van veel lichter aard dan de
gevangeniestrai, die in den vorm van eenza/-
mo opsluiting in een oclgovangenis in Ne
derland wordt ondergaan. Wij wezen daarop
vroeger reeds en herhalen ons bezwaar, om
dat men, bij het vaststellen der nieuwe be
paling. daarop had behooren te letten.
Het had, dunkt ons, voor do hand gele
gen. om te bepalen, dat bij opzending naar
Nederland, tot het ondergaan van een door
den Indischen rechter opgelegde gevangenis-
of tuchthuisstraf, die straf slochts voor de
helft zal worden ondergaan. Dan zou billijk
heid zijn betracht tegenover de veroordeelden,
dio zoozeer vreezen voor de celstraf in Ne
derland, dat zij allen pogen een beslissing
van den gouverneur-generaal te vorkrijgen,
om de straf, in stede van in Nederland, in
Indië tc mogen ondergaan
Dat die verzoeken bijna nimmer worden in
gewilligd, is begrijpelijk en in het belang van
dit land.
Maar men denke niet licht over de cel
straf
In dc laatste jaren is in Nederland dan
ook een reactie ontstaan tegen die straf, dio
eens door een der Nederlandschc hoogleera
ren de beste aller straffen werd genoemd,
maar die gebleken is, in do gestrengheid,
waarin zij wordt toegepast, een noodlottigen,
een geheel demoraliseerenden invloed to heb
ben op het individu.
Onder het opschrift „Buiten do perken"
geeft De Christelijke Onderwijzer het vol
gende te lezen:
De heer J. B Meerkerk, directeur der H.
B.-S. te Sappenneer, die ook ddt jaar zit
ting had in do Leouwarder hoofdakte-
c x a m e n-commissie en examineerde in
Letterkunde, is wel do perken te buiten ge
gaan.
De wijze, waarop de heer M. ziah van zijn
taak kweet, blijkt dan ook oorzaak geweest
to zijn van ontoATodenheid en wrevel onder
de candidaton, in die mate zelfs, dat het
Zaterdag 26 Juli, naar meen ons meedeelt,
tot een zeer onverkwikkelijke manifestatie
gekomen is.
Men heeft ons enkele vragen meegedeeld,
dio de heer M. don candidaton stolde, welke
vragen o. i. geheel binten hot kader vallen.
1. Wat staat er in hot zooveelste hoofd
stuk van: „De Delftsch© Wonderdokter?"
2. Wat staat er in het zooveelste hoofd
stuk van: „Dc Roos van Dokama?"
3. Zeg d© reien van Vondel's „Lucifer" op
Nog eens boog liij zich tot haar neer en
kuste de roode kinderlippen. Toen klemde
hij de tanden op elkander want te huilen
wanneer men al in de derde klasse van het
gymnasium zit, staat toch al to kinderachtig
en vertrok.
VIII.
„Vergeef me, graaf Lassow, Ik kan niet
meer danren I Kom, laten wij naar mijn ka-
mor gaan, eer de anderen het merken; wij
hebben vandaag nog geen enkel verstandig
woord met elkander kunnen wisselen."
Midden onder het walsen fluisterde Irma
von Melognitz haar danser deze woorden toe,
en beiden verdwenen achter de zware portiè-
res in het weelderige boudoir. „Goddank I Wij
zijn alleen 1" Zij liet zich op een stoel neerval-
lon, deed de lange handsohoenen uit en
bracht haar waaier in bewoging. „Wilt ge
nu voor champagne zorgen? Geen ijs; ik
walg van al die zoetigheden. Champagne is
het eenige, dat de levensgeesten opwekt.
„Hebt gij daar dan behoefte aan?" Hij
lachte en keerde zich bij de deur nog eens om.
„Maar pas op, dat gij u niet door een ander
danser laat ontvoeren. Deze wals behoort mij
en ik permitteer geen extra-toeren."
„Word nu niet ai te overmoedig, als ik
u verroeken mag. Ga nu maar weg, en
kom spoedig terug."
Haar blik volgde de slanke gestalte, die in
de nauwsluitende huzarenuniform zoo bijzon
der goed uitkwamtoen zuchtte zij. Hij was
zonder tegenspraak do schoonste, de knapste
en aangenaamste officier van het regiment
van haar vader waarom kon hij ook noot
de rijkste rijn? Maar dat was hij op verre na
niet. Zij had er zeer nauwkeurig naar geïn-
4. Zeg twintig emeldiohten van Huy-
gens op.
Als zulke vragen gedaan zijn en wij
hebben geetn roden om aan de juistheid onzer
inlichtingen te twijfelen dan vragen wij
ons ai, of op die wijze moet onderzocht wor
den naar „eenige bekendheid met de voor
naamste voortbrengselen der Noderlandsche
letterkunde, vooral van later en tijd."
Het blad wenscht voorts een nader onder
zoek, en dat is inderdaad begrijpelijk.
We rinden zegt De Standaard do
geihorimineerde wijze van vragen overigens
niet in de eerste plaats buiten de perken,
dan wel hebben de feiten zich herhaalde
lijk op deze en dergelijke wijze toegedragen
blijkgevend Aan absoluut geen slag heb
ben van ex&mineoren. Examinatoorlijke
onbevoegdheid.
In Het Centrum komt het volgende voor
onder het hoofd: „Een goed voorbeeld":
In Duitschland, de bakermat dor An
sichtskarton, bedeelt men hetzelfde
verschijnsel als hier on elders, dat nl. van
deze aardige a-inding op pchromolijko wijze
misbruik wordt gemaakt door allerlei
echaamtelooze afbeeldingen.
De prentbriefkaarten leveren onder dit
opzicht waarlijk zooveel schunnig materiaal,
dat men de vinding haast betreuren zou.
Tot een good werk, dat navolging ver
dient, heeft thans de „Sittlichkeiteverein"
te Liegnitz het initiatief genomen.
Doze vcreoniging richtte aan alle in die
stad gevestigde handelaren in nieuwjaars
kaarten een schrijven, waarin hun het ver
zoek wordt gedaan bij het kiezen der mon
sters voor de nieuwe kaarten al die exem
plaren te weren, welke aanstootelijkc, on
zedelijk© cn frivole voorstellingen te aan
schouwen geven.
Do vereeniging legt er den nadruk op,
dat vooral voor de jeugd deze kaarten een
groot gevaar opleveren en bovendien een
bcleediging zijn voor hen, aan wie ze wor
den gezonden.
„Gij zult het met ons eens zijn", zegt het
bestuur in zijn schrjjven, >,dafc deze betreu
renswaardige uitwaseen dienen te verdwij
nen, en vnj koeeteren het vertrouwon, dat
gij bereid zult worden gevonden voor zoo-
veol in uw vermogen is, onze pogingen te
ondersteunen."
Eenzelfde verzoek zou ook in andere ste
den dan Liognits niet to onpas komen.
De speculatie op ,do ongezonde, om niet te
zeggon bedorven öcigingen van een groot
deel des publieks, heeft maar kl te breede
verhoudingen aangenomen.
Naar aanleiding van een financieel ver
slag der Duitsohc socialisten part ij,
waaruit blijkt, dat de kas der partij in zeer
ongunstigon toestand zou verkeeren, indien
niet een rentenier haar gestijfd had met
20,000, schrijft Eet Centrum een entre
filet, dat tot opschrift voert: „HoAio
vaten", daarmee dooiende op do verkla
ring, nog onlangs van den lieoT TroeJstra
vernomen, dat de toekomst enkol cn alleen
behoort aan de socialistische partij en to-
vens verwijzende naar het vaak voorkomen
de sohimpen op de „burgerpartij." Het
blad verbindt daaraan desc opmerking:
„desnoods, zoo leert de praotijk, laten de
so ai aai -democraten zich wel voeTen uit het
zaadbakjo van eenrentenier 1"
En dan gaat het blad, bijwijze van con
clusie, voort:
„In werkelijkheid b(hooft men niet zoo
bevreesd te zijn voor het toenemende stem-
mentol, dat op socialistische candidaton,
met allerlei zenuwachtig kunst- en vlieg
werk, uitgebracht wordt.
Hun schromelijk oa-erdreven taal, vooral
in verkiezingstijden, herinnert rr^-r al te
zeer aan hot spreekwoord van holle vaten,
die het meest klinken.
Wat de sociaal-democratisohe partij in
Duitschland, die steeds voor „musber-
gültig" doorging, nu reeds ondervindt: da
ling en achteruitgang, zal eerlang ook hier
be laaide wie weet hoe spoedig haar
deel zal zijn.
Op den duur kan het niet uitblijven, of
op haar beurt verwezenlijkt zij het treffen
de woord van een geestig Fransohman:
formeerd: oude, voorname adel, uitgestrekte
bezittingen in Holstein; maar een majoraat,
zoodat de tweede zoon bitter weinig te ver
wachten had. Jammer heel jammer 1 Zij liet
het hoofd met de roodgouden lokken op de
leuning van haar stoel zinken, en staarde
peinzend voor zich uit. Nu kwam Lassow te
rug, met een flesch champagne onder den
arm on tAveo glazen in de hand. „Ziezoo,
daar ben ik met mijn buit. Nu zullen wij het
ons eens gezellig maken."
Hij zette zich naast haar neer en reikte
haar een glas schuimenden wijn toezij
klonken, zagen elkander aan, en ledigden
hun glazen. „Hebben wij toch niet wat al te
snel gedanst?' vroeg hij glimlachend. „Ge
zijt nog geheel buiten adem."
Irma deed haar waaier dicht. „Als een ra
zende hebt gij gedanst; als een dolleman!
Trouwens, wat kan men andere verwachten
van den dollen graaf?"
Nu lachte hij luidkeels: „Dus kent gij dien
naam ook reeds? Die zal mij wel mijn leven
lang bijblijven. Reeds op het gymnasium
werd ik zoo genoemd 1" Een oogenblik kwam
er een zachte, droomerige uitdrukking op
zijn gelaat, als kAvam or een herinnering aan
Iets liefelijks bij hem op, maar even daarna
verdween deze trek weer, hij kwam nog dich
ter bij Irma en zeide met opgewonden stem:
„Irma, eindelijk heb ik u eens voor mij al-
loen en vnj zullen deze kostbare minuten niet
ongebruikt voorbij laten gaan. Gij weet hoe
het met mij staat. Ik wil en kan niet langor
wachten. Honderdmaal heb ik u reeds ge
zegd, dat dk u liefheb met een waanzinnige,
dolle liefde, zooals alleen de dolle graaf lief
kan hebben, en altijd weer scheept gij mij af
met vage beloften, nog altijd wilt gij mij geen
recht op u geven."
Zij lachte, zoodat al de witte banden te
zien kwamen. „O, gij dolle, onstuimigo
graaf I Laat mij toch nog wat genieten van
mijn vrijheid. Denkt gij dan, dat ik nu reeds
lust heb, het huwelijksjuk te toreen?"
„Dat zijn uitvluchten." Hij fronste do
wenkbrauwen. „Ik wil een bepaald ant
woord, Irma, ja of neen."
Zij strekte do handen afwerend naar hem
uit, „Wat wordt gij toch dadelijk driftig 1
Men zou er bang van worden 1 Dat is zeker
wel de juiste manier, om te maken, dat een
zwakke, hulplooze vrouw vol vertrouwen tot
u komen zal, en zoggen: „Ja, ik ben voor
eeuAvig de uwedoe met mij wat gij wilt t"
Hij greep de blanke handen on knelde ze
vast. „Irma," zoide hij op hartstochtelijken
toon, „gij weet heel goed, dat ik als was
ben in uw handen. Gij weet, dat gij mij half
waanzinnig hebt gemaakt, maak mij nu ook
gelukkig." Een oogenblik zag zij hem met
een vreemden blik aan, bijna, alsof zij over
woog, of zij zijn verzoek al dan niet in zou
willigen. Toen sloeg zij plotseling haar raad
selachtige groene oogen tot hem op, keek hem
aan en zeide fluisterend: „Morgen, graaf,
morgen zult gij zekerheid hebben."
„Irma!" riep hij jubelend uit en wilde
haar aan zijn hart drukken; maar zij ont
week hem behendig. „Irma, niet morgen, he
den I" Reeds versperde hij haar weer den weg
en wilde haar tegenhouden, maar zij wees
hem terug, en zeid» zacht: „Morgen, zwijg
nu, ik hoor iemand komen." Bij de deur
verscheen de korte, ineengedrongen gestalte
van een ritmeester der huzaren. „Och, het
is die dikke Plenz maar," mompelde graaf
Lassow knorrig; „bedenk maar het een of
ander voorwendsel, om hem van hier weg te
krijgen* Irma."
Zij zag hem glimlachend aan. „Noen, van
daag wil ik mijn vrijheid nog eens met volle
teugen genieten; gij tiran, morgen."
Deze glimlach I Deze blik! Het avas om
waanzinnig tc worden 1 Zij liet hem haar hand
juist zóó lang, dat hij er een vurigen kus op
drukken kon, en toon hij opzag, was zij ver
dwenen. Toen hij Aveer in do danszaal kwam,,
zweefde zij hom voorbij in dc armen van den
dikken Plcnz. Nog eens lachte zij hem toe, cn
weer jubelde het in zijn hart: „Morgen."
Het feest begon ten einde te loopen, Irma
had zich weer geheel overgegeven aan liet
dansgenot, en daar Lassow toch niet meer
hopen kon nog eens ongestoord met haar al
leen te zijn, verliet liij zonder afscheid te
nemen het huis. De koele nachtlucht deed hem
goed, de klank der a-roolijko dansmuziek
drong gedempt tot hom door in de eenzame,
donkere straat, on achter dc verlichte ven
sters zag men de dansende paren zich als4
schimmen heen en weer bewegen. Een oogen
blik bleef hij staan en keek hij naar boven.
„Vandaag is zij nog voor allen daar," fluis
terde hij zacht. „Morgen is zij voor mij al
leen. .Wat zullen zij allen mij benijden 1" Neen,
naar huis kon hij nog niet; zijn geluk was
te groot! In dc enge ruimte zijner kamers
zou hij het niet uithouden En zoo liep hij in
stormpas door de stille straten, zijn sabel
kletterde over de straatsteenen, cn hij neu
riede in zichzelven alle dansmelodieën, die
hem in het hoofd kwamen. Buiten in het
plantsoen gekomen, moest hij lucht geven aan
zijn overvol gemoed, cn stiet een luiden kreet(
van vreugde uit; de schildwacht voor heb
kruitmagazijn schrikte wakker uit een dom-
mol-ing cn klemde zijn geweer vaster in den
arnip maar vorder bleef alles stil.
Wordt vervolgd.)