No. 13960 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 20 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD; Anno 190? Gemengd Nieuws. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. draaf Alex. „Tout ce qui est exagóré est- insignifiant", dat Al wat overdreven ie, sterft aan in nerlijke onbeduidendheid." Des morgens omstreeks half vy f ontdekte een brigadier van politie, dat, de ▼lammen sloegen uit het perceel hoek Vis- schersdyk en Molensteeg te Rotterdam, waar gevestigd was het caió „De groote Slok". Naderbij komende, kwam de kastelein, P. H. Pfeiffer, geheel gekleed kalm naar buiten stappen uit de deur aan do Molensteeg. Het café brandde in weinige minuten schoon uit. Dezer dagen zou het worden afgebroken wegens de bouwplannen van de Handelsbank aan de Noordblaak, waarmee het onder één dak staat. In de Handelsbank werd alleen eenige water schade aangericht. Aan de overzijde van den Visschersdyk sprongen door de hitte de spie gelruiten van een vleesehhouwerj). Te Chaam (N.-B.) is de hofstede van de weduwe C. Janssens afgebrand. Aan blusscheo viel niet te denken, daar by aan komst der brandweer huis, schuur, stal en wagenhuls in llchterlaaio stonden. Het vee is gered. De hofstede is verzekerd bU de Assu rance Générale te Brussel voor f 45,000. Te Wormer (N.-H.) heeft een schandeiyk geval van dierenmishandeling plaats gehad. In de weiden Yan den heer J. K. en van do wed. B. zyn van ®en achttal koeion de staart, van een rund spenen afgesneden. Vroeger is een dergelijk geval voorgekomen by vee van de wed. B. te Landsmeer. Te MU olamer brandde gisteren door onbekende oorzaak af een boerenhuizinge In den polder van den hoer N. Sickenga. Alle hooi, een vette stier en eenige biggen zijn verbrand, benevens een deel van den inboedel van den bewoner, die niets verzokord had. Mon meldt uit Tiol, dat het par ket naar Kerkdriel vertrok, om daar onder zoek te doen in eon vermoedeiyken moord. Mon meldt uitWinsclioten: Ten gevolge der buitengewoon hoogo vleeschprjj- zen ln Duitschland, ls de smokkelhandel in rundvee van de Hollandsche grensdorpen naar de overzijde der limiet thans in vollen gang, in weerwil van het verscherpt toezicht en de uitbreiding van het gotal grensaufsehers langs de Duitsche grens. Woensdagavond vordronk in het Kanaal te Terneuzon, naby de Blulsworkon, een 11-jarig meisje. Ongoveer een half uur na de vermissing werd het kind opgehaald. Te Kieldrocht heeft Paulina Thiclman haar lOlstcn verjaardag gevierd. Voor haar leeftijd is ze nog zeer kras. Geheimzinnige misdaad. Een in geheel Italië opzienbarende misdaad schijnt te Bologna gepleegd te zijn. De poli tie, gewaarschuwd dat er uit de woning van den graaf Bonmartini aldaar een wal gelijke lucht kwam, deed die openbreken en vond dicht bij den ingang, in vorgovorder- den staat van ontbinding, het lijk van ge noomden edelman, met een valies vol zaken on papieren van waarde or naast en in zijn anders ledige portefeuille eon in eon vrou wenhand geschreven brief, waarin afspraak gemaakt werd voor een samenkomst. In do slaapkamer was het bed onopgemaakt; op een commode een leege chainpagneflesch en twee glazenonder het hoofdkussen een voor werp behoo rende tot do toiletbehoefton ecner vrouw. Men zocht en zocht, zonder een stap verder te komen, toen de vermaarde hoogleeraar in de medicijnen Mum, schoonvader van don verslagen©, Zondag zich bij de politie aanmeldde, verklarende dat de dader, niet van den „moord", maar van den „mansla#",zijn eigen zoon Tullio was, advocaat, tevens een brief van dezen met volledig bekentenis overleggende. Volgens dien brief was Tullio Murri naar zijn zwager gegaan om dezen, wiens echtge- nooto en kinderen te Venetië de baden ge bruikten, zijn gedrag te verwijten. Een hevi ge twiat volgde, de graaf had zijn schoon broeder met een mes te lijf willon gaan, een gevecht volgde, waarin de graaf het onder spit dolf. Do jonge Murri was naar Servië gevlucht.met welk land Italië geen uitleve ringsverdrag heeft. Naar het schijnt is de justitie niet geneigd om dit verhaal klakkeloos te gelooven, en vordenkt zij Tullio van Let op to disschoa om haar omtrent de ware daders Aan het spoor te leidon. Een kaaier naast die van graaf Bonmartini namelijk is onder een valschen naam door zekeren Sec huurd geweest, een vroeger afgewezen minnaar van de gravin en die reeds vóór de ontdek king van het lijk do stad weer verlaten had. Men zegt ook dat de gravin voor do huur ingestaan en Sacchi een kist champagne go- zonden had, van hetzelfde raork als de flcsch op do couimodo. De gravin is zelve na.ir Bo logna ontboden, in verhoor geweest en eeni- gen tijd later in hechtenis genomen. Inmiddels is or nog meer licht gekomen over do geplcegdo misdaad Daaruit is ge bleken ,dat er slechts sprake kan zijn van een afschmvolijken moord en niet van man slag bij een worsteling, zooals de zwager tn moordenaar van Bonmartini, Tullio Murri, hot in zijn brief, waarin hij bekent, wildo doen voorkomen. Do politio vormoeddo reeds, dat hij bovendien medeplichtigen had en zij meent er een gevonden te hebben in een inticmen vriend van den jongen Murri, een zekeren Naldi, con chirurg, en overigens bandiet, spelor en klaplooper. Omstreeks den dag van den moord was dezo Naldi verdwenen naar Genua om zich daar naar Amerika in to schepsn. Met behulp van een vriend trachtte hij een plaats als scheepsdokter ls krijgen. Maar vóór hij kon A'ortrekken, was do politio hem op het spoor. Toen dacht liij door een brutaal op treden zijn huid to reddenhij keerde naar Bologna terug, waar mon hem intusschcn al lang als de medeplichtige van Murri be schouwde. Hij ging na zijn terugkeer naar don rechter van instructie cn deed zich uiterst verontwaardigd voor, dat zijn naatr genoomd werd in verband mot den moord, op Bonmartini. Hij onderging niettemin con scherp verhoor, Averd in arrest genomen en heeft nu bekend Murri's modeplichtigc te zijn, die hem een fpede som ter hand had gestold. De moord moot aldus geschied zijn. Een naaister, een zekere Rosina Bonotti, Murn's liefje, Avist do sleutels van Bonroartini's avo- ning in handen te krijgen. Zij gaf ze aan Murri, dio zich met Naldi in de slaapka mer A'erdekt opstelde. Toen do graaf thuis kwam, nadat zijn beide belagers een groot deel van den nacht gewaakt hadden, viel de herculisch gebouwdo Murri op hem aan en hield hom vast, tenvijl Naldi hem stak en don mond dicht hield. Daardoor heeft waar schijnlijk niemand der ar'1 o bewoners van het huis iets gehoord. Men denkt, dat beide moordenaars in lange operaticja&scn van Naldi gekleed waren om g n bloed aan hun klccderen te krijgen. Toon Bonmartini der .1 was, hebben beiden hem een reispak aange trokken en eon valies naast hom gezet. Naldi heeft bekend 1600 liro ontvangen tV hebben van do 5000, die de graaf in zijn por tefeuille had. Door oen bediende van een wis- selagent tc Brussel zijn in den loop van drio jaren tijds een reeks verduisteringen ge pleegd, to zomen beloopende moer dan 300,000 franken. Do man heeft bekend en is in hochtonis gesteld. De Amerikaa nsche modiston hebben besloten in concurrentie te treden met do Europeesho vakgenooten en te Ber lijn, Londen en Parijs Amerikaansche ate liers te vestigen. Districten in brand. Uit do 6taten Oregon en Washington worden grooto woudbranden gomeld, die geheolo districten mot verontrustende snelheid verwoesten. De stad Elna ie verteerd; te Seattle is dc rook zóó zwaar, dat de geheele scheep va nrt is ge stremd. De kolonisten en landbouwers bor- gon het A'eege lijf cn laten alles achter. Do schade beloopt reeds milliocncn dol lars. Donderdagavond is door een a'onk uit een locomotief oen brand ontsto ken in de petroleumveldcn van Texas bij Beaumont. De geweldige vlammen, die wel dra oprezen, deden vrees ontstaan dat allo bronnen vernield zouden worden. Gelukkig was er niet veel wind en schijnt naar luid van de laatste berichten het gevaar voor ver-", spreiding goweken te zijn. Het vuur woedty echter nog voort; de schade is dus nog niet op te geven. De Residentiebode zegt in een asterisk het jrolgondo Onder het opschrift „Nul n'aura de l'es- prit, enz." schrijft do Haagsche Courant: „De af deelingen der Tweede Kamer hob- fcen benoemd tot haar voorzitters de heeren Schaepman,< iMichiels, Lohmon, Heemskerk en Travagii- no; tot haar ondervoorzitter* do heeren Yan Dedcm, Yan Alphen, Mutsaers, Van Vlijmen en Serct; en tot leden der commissie voor het adres (van antwoord de heeren Schaepman, Kolk man, Nolens, Heemskerk en Van der Kun. Tot zelfs bij het benoemen van deze laatste commissie dus eenzijdige partijdigheid tot het uitersteDe heeren van de Kerk laten hun hand zwaar drukken op de liberalisti sche heidenen De Unagsche Courant durft dus om deze keuzen de bekende spreuk: „niemand heeft vernuft dan wij cn onze vrinden" o dc rech te iv. ij do toepassen. We laten voor hel oogenblik de vraag rus ten of een blad, bohoorendc tot de partij, welke zich steeds door haar kleinzielig exclu sivisme ten opzichte der anti-libcr-1" heeft gekenmerkt voorbeeld de vroegcro samen stelling van Gedeputeerde Staten in allo dio OcAvesten, waar haantje Linksch victorie kraaide! het recht heeft te verzuchten: „dc heeren van de Kerk laten hun hand zwaar drukken." Wij willen op iets anders wijzen. Zoowel de voorzitters en dc ondervoorzitters als de leden der Commissie van Verzoekschriften worden gekozen aanstonds na het trek ken der Afdeelingen door de leden, die de Vergadering hunner sectie bijwonen. Dc afdeelingen zijn niet in de gelegenheid onderling ruggespraak to houden en geen ha- Ter leden weet, of in een andere sectie zijn partij hij dc keuze van het bureau over de meerderheid beschikt. Tedere afdeeling kiest dus geheel zelfstan dig en da toevallige meerderheid in elk daar van Avijst, niet wetende wat elders geschiedt, in den regel h^ar p*rliigenooten aan. In dc samenstelling der afdeelingen speelt dus ook liet toeval een zeer groote rol. Do schampere opmerking, welke het hlad hier ten beste geeft over den a'ernuftswaan der rechterzijde berechtïgt daarom tot de Vraag, waar de Tfaagsche Courant bij het teT neer schrijven van deze aardigheid liaar eigen vernuft mag weggemoffeld hebben? Over voorwaardelijke veroor deel ing lezen wij in Ret Centrum: Wij lezen in De Telegraaf „Gistermiddag stond voor dc 5de kamer der rechtbank te Amsterdam terecht oen vrij fatsoenlijk uitziende jongen van ongeveer 16 jaar, beschuldigd van diefstal van een kope ren staaf. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de jongen connecties had aangeknoopt met eon ópkooper. Hij moet van dien man geld geleend hebben en door hem bedreigd zijn met de Avoorden,,Jo moet zorgen, dat ik het geld terug krijg, anders verraad ik jc." De jongen moet toen van de terreinen der Maatschappij „Nederland" de koperen staaf hebben ontvreemd om die te verkoopen. Een employé der Maatschappij verklaart, dat do jongen daar twee jaar gewerkt heeft en zich steeds fatsoenlijk heeft gedragen. Dc verdediger legt een brief over van een on derwijzer, waaruit blijkt, dat de jongen zich op de school over 't algemeen goed heeft ge dragen en zelfs in aanmerking is gekomen voor een onderscheiding, bestaande in een ril veren horloge, van wege de Gemeente uitge loofd. Het O. M. cischte 2 maanden gevan genisstraf." Wij vostigen op dit geval de aandacht, om dat er wederom uit blijkt hoe heilzaam ook te onzent voorwaardelijke veroord- Jing zou kunnen werken. Blijkbaar heeft men hier te doen met een jongen, die, niet slecht van nature, op een gegeAren oogenblik een zwakheid heeft begaan en toen niet sterk genoeg meer stond, om weerstand te bieden aan de pressie ten kwade. Komt zulk een knaap in de gevangenis, 10) Natuurlijk moest Alex nu een dubbel aan- tal uren in het cachot doorbrengen; maar daar, met het laatst bedreven misdrijf, nu ook do maat zijner zonden vol was, zond do reetor een uitvoeriger, brief aan zijn vader, waarin hij dezon meedeelde, dat Alexander Lassow-Domst in den laatsten tijd reeds zoo dikAvijls aanleiding had gegeven tot straffen, dat hij reeds alleen om het slechte voorbeeld, dat hij den anderen leerlingen gaf, bij do eerste nieuwe overtreding van het gymna sium verwijderd zou worden. Om dit te voor komen, want graaf Lassow wist wel, dat Alex in dit opzicht niet te vertrouwen was, word hij onmiddellijk van het gymnasium weggenomen, kreeg thuis eenige weken les van den gouverneur zijner broeders en werd toen naar een groote kostschool in Midden- Duitschland gebracht. Dit alles ging zoo snel en onverwachts in zijn werk. dat hij eigenlijk in het geheel niet tot bezinning kwam. Toen hij echter voor het laatst bij de fa milie Krocker was on in den tuin afscheid nam van Elvirc kon hij zijn aandoening niet meer bcdAvingen „Lieve kindje," zeido hij, en kuste haar (voor het eerst van zijn loven eenigezins ver legen. „Lieve kindje, huil toch zoo niet; ik kom immers altijd weer hier als ik vacantie heb. En als wij groot zijn, wordt gij mijn frrouw, niet waar?" „Ja," zcide zij, en sloeg beide armpjes om fcijn hals. Ja, Lex, en ik zal nooit van Iemand andere houden dan van jou." dan loopt hij groot gevaar zijn loopbaan voorgoed gebroken te zien. Voorwaardelijke veroordeeling zou hem den weg tot beterschap openen, hem bewaren voor de schande van het „zitten" en hem een waarschuwing zijn, die, zijn geheele leven door wellicht, haai- nuttige uitwerking zou behouden. De Javaseke Courant bevatte oen koloniale ordonnantie, waarbij bepaald is, dat voort aan militairen, door den Indischen rechter veroordeeld tot eenige vrij heidsstraf .ongeacht den duur der straf, wanneer tevens een vervallenverklaring van den militairen stand ia uitgesproken, die straf zullen ondergaan in Nederland, indien de veroordeelden in Europa zijn gebo ren of aldaar hun opvoeding hebben genoten. Vroeger gold dat voorschrift alleen bij ver oordeeling tot een vrijheidsstraf gedurende vijf jaren en langor. Uit een oogpunt van practische politiek verdient de .nieuwe bepaling alle goedkeu ring, zegt De Javabode. Nedcrlandseh-Indië is er niet bij gebaat als ontslagen tuchthuisboeven hier te lande zich gaan vestigen. Do Indische maatschappij moet niet zijn een asyl voor dergelijke indivi duen, die zich gaarne vestigen in de buurt van militaire kampementen en als houders van drankhuizen en andere verderfelijke éta blissementen een groot nadeel opleveren voor den soldaat. Maar Avij achten het in strijd met recht cn billijkheid, dat gevonnisten door den Indi schen rechter in Nederland een g< ncel ande re, qualitatief veel ZAvaardero strai onder gaan, dan waartoe do rechter hier te lande hen veroordeelde. De gevangenisstraf zeer zeker, maar ook de tuchthuisstraf in do centrale gevangenis te Semarang is van veel lichter aard dan de gevangeniestrai, die in den vorm van eenza/- mo opsluiting in een oclgovangenis in Ne derland wordt ondergaan. Wij wezen daarop vroeger reeds en herhalen ons bezwaar, om dat men, bij het vaststellen der nieuwe be paling. daarop had behooren te letten. Het had, dunkt ons, voor do hand gele gen. om te bepalen, dat bij opzending naar Nederland, tot het ondergaan van een door den Indischen rechter opgelegde gevangenis- of tuchthuisstraf, die straf slochts voor de helft zal worden ondergaan. Dan zou billijk heid zijn betracht tegenover de veroordeelden, dio zoozeer vreezen voor de celstraf in Ne derland, dat zij allen pogen een beslissing van den gouverneur-generaal te vorkrijgen, om de straf, in stede van in Nederland, in Indië tc mogen ondergaan Dat die verzoeken bijna nimmer worden in gewilligd, is begrijpelijk en in het belang van dit land. Maar men denke niet licht over de cel straf In dc laatste jaren is in Nederland dan ook een reactie ontstaan tegen die straf, dio eens door een der Nederlandschc hoogleera ren de beste aller straffen werd genoemd, maar die gebleken is, in do gestrengheid, waarin zij wordt toegepast, een noodlottigen, een geheel demoraliseerenden invloed to heb ben op het individu. Onder het opschrift „Buiten do perken" geeft De Christelijke Onderwijzer het vol gende te lezen: De heer J. B Meerkerk, directeur der H. B.-S. te Sappenneer, die ook ddt jaar zit ting had in do Leouwarder hoofdakte- c x a m e n-commissie en examineerde in Letterkunde, is wel do perken te buiten ge gaan. De wijze, waarop de heer M. ziah van zijn taak kweet, blijkt dan ook oorzaak geweest to zijn van ontoATodenheid en wrevel onder de candidaton, in die mate zelfs, dat het Zaterdag 26 Juli, naar meen ons meedeelt, tot een zeer onverkwikkelijke manifestatie gekomen is. Men heeft ons enkele vragen meegedeeld, dio de heer M. don candidaton stolde, welke vragen o. i. geheel binten hot kader vallen. 1. Wat staat er in hot zooveelste hoofd stuk van: „De Delftsch© Wonderdokter?" 2. Wat staat er in het zooveelste hoofd stuk van: „Dc Roos van Dokama?" 3. Zeg d© reien van Vondel's „Lucifer" op Nog eens boog liij zich tot haar neer en kuste de roode kinderlippen. Toen klemde hij de tanden op elkander want te huilen wanneer men al in de derde klasse van het gymnasium zit, staat toch al to kinderachtig en vertrok. VIII. „Vergeef me, graaf Lassow, Ik kan niet meer danren I Kom, laten wij naar mijn ka- mor gaan, eer de anderen het merken; wij hebben vandaag nog geen enkel verstandig woord met elkander kunnen wisselen." Midden onder het walsen fluisterde Irma von Melognitz haar danser deze woorden toe, en beiden verdwenen achter de zware portiè- res in het weelderige boudoir. „Goddank I Wij zijn alleen 1" Zij liet zich op een stoel neerval- lon, deed de lange handsohoenen uit en bracht haar waaier in bewoging. „Wilt ge nu voor champagne zorgen? Geen ijs; ik walg van al die zoetigheden. Champagne is het eenige, dat de levensgeesten opwekt. „Hebt gij daar dan behoefte aan?" Hij lachte en keerde zich bij de deur nog eens om. „Maar pas op, dat gij u niet door een ander danser laat ontvoeren. Deze wals behoort mij en ik permitteer geen extra-toeren." „Word nu niet ai te overmoedig, als ik u verroeken mag. Ga nu maar weg, en kom spoedig terug." Haar blik volgde de slanke gestalte, die in de nauwsluitende huzarenuniform zoo bijzon der goed uitkwamtoen zuchtte zij. Hij was zonder tegenspraak do schoonste, de knapste en aangenaamste officier van het regiment van haar vader waarom kon hij ook noot de rijkste rijn? Maar dat was hij op verre na niet. Zij had er zeer nauwkeurig naar geïn- 4. Zeg twintig emeldiohten van Huy- gens op. Als zulke vragen gedaan zijn en wij hebben geetn roden om aan de juistheid onzer inlichtingen te twijfelen dan vragen wij ons ai, of op die wijze moet onderzocht wor den naar „eenige bekendheid met de voor naamste voortbrengselen der Noderlandsche letterkunde, vooral van later en tijd." Het blad wenscht voorts een nader onder zoek, en dat is inderdaad begrijpelijk. We rinden zegt De Standaard do geihorimineerde wijze van vragen overigens niet in de eerste plaats buiten de perken, dan wel hebben de feiten zich herhaalde lijk op deze en dergelijke wijze toegedragen blijkgevend Aan absoluut geen slag heb ben van ex&mineoren. Examinatoorlijke onbevoegdheid. In Het Centrum komt het volgende voor onder het hoofd: „Een goed voorbeeld": In Duitschland, de bakermat dor An sichtskarton, bedeelt men hetzelfde verschijnsel als hier on elders, dat nl. van deze aardige a-inding op pchromolijko wijze misbruik wordt gemaakt door allerlei echaamtelooze afbeeldingen. De prentbriefkaarten leveren onder dit opzicht waarlijk zooveel schunnig materiaal, dat men de vinding haast betreuren zou. Tot een good werk, dat navolging ver dient, heeft thans de „Sittlichkeiteverein" te Liegnitz het initiatief genomen. Doze vcreoniging richtte aan alle in die stad gevestigde handelaren in nieuwjaars kaarten een schrijven, waarin hun het ver zoek wordt gedaan bij het kiezen der mon sters voor de nieuwe kaarten al die exem plaren te weren, welke aanstootelijkc, on zedelijk© cn frivole voorstellingen te aan schouwen geven. Do vereeniging legt er den nadruk op, dat vooral voor de jeugd deze kaarten een groot gevaar opleveren en bovendien een bcleediging zijn voor hen, aan wie ze wor den gezonden. „Gij zult het met ons eens zijn", zegt het bestuur in zijn schrjjven, >,dafc deze betreu renswaardige uitwaseen dienen te verdwij nen, en vnj koeeteren het vertrouwon, dat gij bereid zult worden gevonden voor zoo- veol in uw vermogen is, onze pogingen te ondersteunen." Eenzelfde verzoek zou ook in andere ste den dan Liognits niet to onpas komen. De speculatie op ,do ongezonde, om niet te zeggon bedorven öcigingen van een groot deel des publieks, heeft maar kl te breede verhoudingen aangenomen. Naar aanleiding van een financieel ver slag der Duitsohc socialisten part ij, waaruit blijkt, dat de kas der partij in zeer ongunstigon toestand zou verkeeren, indien niet een rentenier haar gestijfd had met 20,000, schrijft Eet Centrum een entre filet, dat tot opschrift voert: „HoAio vaten", daarmee dooiende op do verkla ring, nog onlangs van den lieoT TroeJstra vernomen, dat de toekomst enkol cn alleen behoort aan de socialistische partij en to- vens verwijzende naar het vaak voorkomen de sohimpen op de „burgerpartij." Het blad verbindt daaraan desc opmerking: „desnoods, zoo leert de praotijk, laten de so ai aai -democraten zich wel voeTen uit het zaadbakjo van eenrentenier 1" En dan gaat het blad, bijwijze van con clusie, voort: „In werkelijkheid b(hooft men niet zoo bevreesd te zijn voor het toenemende stem- mentol, dat op socialistische candidaton, met allerlei zenuwachtig kunst- en vlieg werk, uitgebracht wordt. Hun schromelijk oa-erdreven taal, vooral in verkiezingstijden, herinnert rr^-r al te zeer aan hot spreekwoord van holle vaten, die het meest klinken. Wat de sociaal-democratisohe partij in Duitschland, die steeds voor „musber- gültig" doorging, nu reeds ondervindt: da ling en achteruitgang, zal eerlang ook hier be laaide wie weet hoe spoedig haar deel zal zijn. Op den duur kan het niet uitblijven, of op haar beurt verwezenlijkt zij het treffen de woord van een geestig Fransohman: formeerd: oude, voorname adel, uitgestrekte bezittingen in Holstein; maar een majoraat, zoodat de tweede zoon bitter weinig te ver wachten had. Jammer heel jammer 1 Zij liet het hoofd met de roodgouden lokken op de leuning van haar stoel zinken, en staarde peinzend voor zich uit. Nu kwam Lassow te rug, met een flesch champagne onder den arm on tAveo glazen in de hand. „Ziezoo, daar ben ik met mijn buit. Nu zullen wij het ons eens gezellig maken." Hij zette zich naast haar neer en reikte haar een glas schuimenden wijn toezij klonken, zagen elkander aan, en ledigden hun glazen. „Hebben wij toch niet wat al te snel gedanst?' vroeg hij glimlachend. „Ge zijt nog geheel buiten adem." Irma deed haar waaier dicht. „Als een ra zende hebt gij gedanst; als een dolleman! Trouwens, wat kan men andere verwachten van den dollen graaf?" Nu lachte hij luidkeels: „Dus kent gij dien naam ook reeds? Die zal mij wel mijn leven lang bijblijven. Reeds op het gymnasium werd ik zoo genoemd 1" Een oogenblik kwam er een zachte, droomerige uitdrukking op zijn gelaat, als kAvam or een herinnering aan Iets liefelijks bij hem op, maar even daarna verdween deze trek weer, hij kwam nog dich ter bij Irma en zeide met opgewonden stem: „Irma, eindelijk heb ik u eens voor mij al- loen en vnj zullen deze kostbare minuten niet ongebruikt voorbij laten gaan. Gij weet hoe het met mij staat. Ik wil en kan niet langor wachten. Honderdmaal heb ik u reeds ge zegd, dat dk u liefheb met een waanzinnige, dolle liefde, zooals alleen de dolle graaf lief kan hebben, en altijd weer scheept gij mij af met vage beloften, nog altijd wilt gij mij geen recht op u geven." Zij lachte, zoodat al de witte banden te zien kwamen. „O, gij dolle, onstuimigo graaf I Laat mij toch nog wat genieten van mijn vrijheid. Denkt gij dan, dat ik nu reeds lust heb, het huwelijksjuk te toreen?" „Dat zijn uitvluchten." Hij fronste do wenkbrauwen. „Ik wil een bepaald ant woord, Irma, ja of neen." Zij strekte do handen afwerend naar hem uit, „Wat wordt gij toch dadelijk driftig 1 Men zou er bang van worden 1 Dat is zeker wel de juiste manier, om te maken, dat een zwakke, hulplooze vrouw vol vertrouwen tot u komen zal, en zoggen: „Ja, ik ben voor eeuAvig de uwedoe met mij wat gij wilt t" Hij greep de blanke handen on knelde ze vast. „Irma," zoide hij op hartstochtelijken toon, „gij weet heel goed, dat ik als was ben in uw handen. Gij weet, dat gij mij half waanzinnig hebt gemaakt, maak mij nu ook gelukkig." Een oogenblik zag zij hem met een vreemden blik aan, bijna, alsof zij over woog, of zij zijn verzoek al dan niet in zou willigen. Toen sloeg zij plotseling haar raad selachtige groene oogen tot hem op, keek hem aan en zeide fluisterend: „Morgen, graaf, morgen zult gij zekerheid hebben." „Irma!" riep hij jubelend uit en wilde haar aan zijn hart drukken; maar zij ont week hem behendig. „Irma, niet morgen, he den I" Reeds versperde hij haar weer den weg en wilde haar tegenhouden, maar zij wees hem terug, en zeid» zacht: „Morgen, zwijg nu, ik hoor iemand komen." Bij de deur verscheen de korte, ineengedrongen gestalte van een ritmeester der huzaren. „Och, het is die dikke Plenz maar," mompelde graaf Lassow knorrig; „bedenk maar het een of ander voorwendsel, om hem van hier weg te krijgen* Irma." Zij zag hem glimlachend aan. „Noen, van daag wil ik mijn vrijheid nog eens met volle teugen genieten; gij tiran, morgen." Deze glimlach I Deze blik! Het avas om waanzinnig tc worden 1 Zij liet hem haar hand juist zóó lang, dat hij er een vurigen kus op drukken kon, en toon hij opzag, was zij ver dwenen. Toen hij Aveer in do danszaal kwam,, zweefde zij hom voorbij in dc armen van den dikken Plcnz. Nog eens lachte zij hem toe, cn weer jubelde het in zijn hart: „Morgen." Het feest begon ten einde te loopen, Irma had zich weer geheel overgegeven aan liet dansgenot, en daar Lassow toch niet meer hopen kon nog eens ongestoord met haar al leen te zijn, verliet liij zonder afscheid te nemen het huis. De koele nachtlucht deed hem goed, de klank der a-roolijko dansmuziek drong gedempt tot hom door in de eenzame, donkere straat, on achter dc verlichte ven sters zag men de dansende paren zich als4 schimmen heen en weer bewegen. Een oogen blik bleef hij staan en keek hij naar boven. „Vandaag is zij nog voor allen daar," fluis terde hij zacht. „Morgen is zij voor mij al leen. .Wat zullen zij allen mij benijden 1" Neen, naar huis kon hij nog niet; zijn geluk was te groot! In dc enge ruimte zijner kamers zou hij het niet uithouden En zoo liep hij in stormpas door de stille straten, zijn sabel kletterde over de straatsteenen, cn hij neu riede in zichzelven alle dansmelodieën, die hem in het hoofd kwamen. Buiten in het plantsoen gekomen, moest hij lucht geven aan zijn overvol gemoed, cn stiet een luiden kreet( van vreugde uit; de schildwacht voor heb kruitmagazijn schrikte wakker uit een dom- mol-ing cn klemde zijn geweer vaster in den arnip maar vorder bleef alles stil. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5