No. 13051 LÈIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 10 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1902 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Uit Fraukrijks Geschiedenis. Gemengd Nieuws. fc I In hun Mdundblad schrijven dr. Van Ha- Snel Rooe en Harmens: Wij hadden reeds in een der vorige num mers, gelegenheid te wijzen op loodhou dende aarden huishoudelijke 'gereedsch ap pen, welke uit het bui tenland (speciaal uit Frankrijk) hier te lan- 'He ingevoerd on etraffel ~>s in aanzienlijke hoeveelheden aan den min gebracht worden. fTÜDaar do Pransche fabrikanten in de mee- (tning verkeerdendat de uiterst geringe (hoeveelheid lood geen schadelijken invhpd Top dc gezondheid zou kunnen uitoefen on, werd onze meeming in deae door den impor- .teur gevraagd. Wij adviseerden, na exper tise, in geen geval dergelijk aarden vaat- trerk in den handel te brengen. Zoo als wij reeds opmerkten wordt des ón danks de waar (onder den naam van „Pote- ;Tio Fra®gai«") in den handel gebracht, en B-ohuan wij het in het algemeen belang wen- "bclielijk hiertegen ernstig to waarschuwen. <Tn verband mot deze roododeoling is hot Ijran gerwicht, van de zeer interessante uit komsten der proefnemingen van prof. dr. ({K. B. Lehman®, to Würzhurg, kennis to nomen, die ovencons niot alleen in Franseh 'aaiden kookgereedschap belangrijke hoeveel* heden lood constateerde, doch ook m zeer .talrijke gevallen in gereedschap van Duit- ëchen oorsprong. Hij maakt melding van twee zeer ernstige vergiftigingen door hot gebruik van vruch- (fcengolei, wélke in aarden pannen met lcoJ- glazuur bereid waren. Zeer dringend wordt Idoor genoemde autoriteit gewaarschuwd te gen het gevaar van opname van, zij het ook [Uiterst geringe hoeveelheden, lood. Wij achten hot mot het oog op een en Vinder van groot en urgent belang, dat ook hier to lande zoo spoedig mogelijk de wets- Ibepaling, op dit onderwerp in Duitschlamd l, betrekking hebbende, ingevoerd worde, lui dende als volgt: „Eet-, drink- of kookgereedsohappen, zoo- ;'[wel ais vlooistofmatein, mogen niet van email of glazuur voorzien zijn, hetwelk bij koking gedurende 30 minuten met een 4- j|>rooentige arijnzuuroplossinr; aan deze lood- (fdeplon afstaat", f tVij geloovendat het spoedoisohende van feen dergelijke, reeds sed. it don Susten Juni ($887 in Duitschland rigeerende wetsbepa ling, door geen enkel hyg:ënist ontkend zal /kunne® worden, en vertrouwen, dat onze ifeegeering in deze gewichtige aangelegenheid «de noodige stappen zal dom, uri in het be lang dor volksgezondheid dringend noodza kelijk geacht moeten worden. Onder het opschrift ,,De Oranjo-Nassau- medailie" schreef De Maasbode: „Aangaande het onderworp Decora tion drukt ons nog iets op hot gemoed. Wat ons prest, is n.l. eenigo verwondering Over hetgeen jaar-in jaar-uit valt waar te 'Hemen: dat dc prijswaardige verdiensten onder Neerlands kleine-luydondom hoofd zakelijk schijnen te schuilen onder de bo- funbten en geëmployeerden van openbare en quasi-openbare lichamen. Ga eiken Koninginnedag de lijst der be noemingen na en ge zult de medailles met liet blauwgobiesde oranjolintjo bijna uitslui tend zien toegekend aan militairen, deur waarders, belastingkommieze®, marechaus sees, postbeambten, epoorwegmannen. Zeker, hior en daar treft ge als een zeld zaamheid, den voorzitter eener arbeidersver eniging, oen onderwijzer, o"f een werkman ivan een partiouliore fabriesk aan. Maar in hoofdzaak gaat de lijst toch door met* boden aan departementen, bedienden bij universi teiten, leden dor schutterij, opzichters van fcpenbare werken, enz., enz. Is hot wei dienstig, dat de overheid haar gezichtsveld zoo binnen bureaucratische om- .paling houdt? En vestigt zulks onder de brcede schare jvan Nederlands bevolking niet lichtelijk een vVerkeerden dunk omtrent de waarde van Boodanige eereb! ijken 'Uit de in het tijdschrift De twintigste eeuw gepubliceerde brieven van Busken Huet 'aan VanVlo ten werd een en ander mede S8) ,,0, dom sohepsel, zegl" fluisterde de pre sident aan het oor zijner moedor. „Weet je niet, dat Mathilde het domein aan de oevers van do Isère bezit? Ik zal het wel weten te behouden. Er zullen nog wel eens tijden aan breken, waarop bezit weer recht zal zijn, ver sta je. Alleen diegenen, die bezittingen had den En diegenen, die geen bezittingen had den, zullen bezitters worden. Begrijp je het .nou, mensch zonder verstand?" Nicolcltc boog zich onder do harde en on eerbiedige woorden van haar zoon. A ,,Ga dan jo gang," zeide zij met een soort iyan angst; ,,niaar ik ben bang; het is een j.weerspannige aristocrate. Daarenboven heeft ;?e nog geen ja gezegd, uiijn arme jongen, en Uk geloof, dat je haar daar een pil geeft, die lie moeite zal hebben te slikken." „Acht gc dan de aristocraten boven ons Verheven, dat gc veronderstelt, dat uw Isido re, president ran de commune van Greno ble, haar niet waardig is?" „Leven de gelijkheid en de broederschap, Isidore Maar ze zijn zoo ijdel, zoo hoovaar- dig, die aristocraten! Ze verbeelden zich, dat ze niet van hetzelfde maaksel zijn als («Wij „O, die dwaze denkbeelden zullen ze wel ^verloeren I" Mathilde lag nog machteloos in de armen an Marianne, met haar schoon, bleek gelaat 'tegen haar boezem gedrukt. Ach, zoo men [fcaar, evenals mademoiselle de Sombreuil, éen glas bloed had aangeboden; zoo men haar gedeeld. Onder die brieven was er een van Februari 1870 waarin Huet zich aldus uit liet: „Tooh houd Ik het er voor, dat steeds tus- schen ons sommige punten van aanraking be staan zullen en ook gij, om aanstonds ter zake te komen, u ergeren zult over de wijze, waarop Keiler, die zelf ter wille van 500 's jaara correspondent van den Ja va-Bode is willen blijven, ofschoon al zijn raeeningen te gen do mijne indruischten, mij in Indië ia komen tentoonstellen als iemand, die vroe ger predikant geweest was om don broodej om u een eigen oordeel te kunnen vormen over dat incident, moet gij eerst lezen het geen Keuchenius en ik over Lion geschreven hebben, daarna hetgeen Keiler geschreven heeft over mij, en eindelijk mijn Herinne ringen. De Opzoomer betreffende Nalezing staat met dat alles alleen in zoover in ver band, als ook Opzoomer mij toeschijnt, even als Keiler zich als een ploert te hebben aan gesteld." Naar aanleiding van de openbaarmaking van dozen brief van Huet aan Yan Vloten, heeft mr. G. Keiler, te Amsterdam, in den Spectator een schrijven gericht tot don uit gever der brieven en schoonzoon van dr. Van Vloten, Albert Verwcy: „Ik vermoed, Weledele Heer, dat ge bij de overgave van een kopij van bovenstaand geschrijf aan do drukkerij geen oogenblik er aan gedacht hebt, dat ge daarmede een zede lijk misdrijf begingt. En toch is dit zoo, het geen ik u even, ten opzichte van wijlen mijn vader, wil aanduiden. Mijn vader was een hoogst bescheiden man, doch op één eigenschap was hij trotsch: zijn eerlijkheid. Men zou hem hebben kunnen zeg gen, dat bij geen kunstenaar was, dat zijn arbeid geen waarde had, hij zou er in berust hebbon, maar als men zijn eerlijkheid, zijn waarheidsliefde in twijfel trok, dan belcedig- de men hem, en wij, zijn kinderen, hebben ons wel eens vroolijk gemaakt om wat ons naar onze opvatting overdreven nauwgezet heid soheen. Maar nu wordt hem daar in een gedrukt stuk de smet aangewreven, dat hij uit puur winstbejag medewerker van den Java-Bode zou rijn gebleven, dat hij een an der opzettelijk -in een verkeerd daglicht zou hebben gesteld, dat hij ploertig zou gehan deld hebben. Die beschuldiging is reeds meer dan 32 jaar oud, beschuldigden en beschuldiger zijn dood en de feiten, waarover de aanklacht loopt kent niemand. Maar dat had voor n een reden moeten zijn óf om haar niet open baar te maken, óf haar met dc stukken toe te lichten. Wanneer ge inderdaad gemeend hadt met do openbaarmaking dezer brieven eon dienst aan de geschiedenis der letterkun de te bewijzen, dan he ge in ieder geval als toelichting moeten geven: ten eerste het correspondentie-artikel van mijn vader, dat Huct's ergenis had gewekt (of ccn behoorlijk resumé er van), dan Huet's „Herinnering" (geheel of samengetrokken) en vervolgens een overzicht van wat Keuchenius en Huet over Lion hebben geschreven. Dan had de onpartijdige lezer van 1902 en later, voor wicn nu die aanhaling Hc- broeuwsch -is, kunnen oordcclen in hoevelrre Huet bet recht had mijn braven, eerlijken vader voor ploertig uit te schelden Ik kan u, helaas, niet helpen aan het be wuste artikel van mijn vader, zijn beschei denheid ging zoover, dat hij zijn eigen werk niet eens bewaarde, doch ik bon over tuigd, dat, indien ge objectief den stand der zaak uiteenzettet, de goede naam mijns vaders ongeropt zou zijn gebleven. Nu hebt gc door de publicatie van den brief den doo- de beleedigd en zijn kinderen diep gegriefd." In hot September-nummcr van de Fra- gen de* Tijds komt een beschouwing voor van de hand van den heer O. H. W. Raadt, controleur ten stadhuize (afd. belastingen) te Amsterdam, over: „Het R ij k ten aanzien van de gemeenten in haar f i n a n- oieelen nood." De schrijver komt op tegc® de gesplitste Rijks-inkomstenbelasting, ook naar aanlei ding van de ongestaafde verzekering van den Minister op ee® desbetreffende vraag bij de laatste begrootings-besohouwingen, „dat de voordeeion eoner enkelvoudige in komstenbelasting met partieolc vrij hooge heffing, Is de opbrengst der gesplitste hef fing," Tegenover deze ongemotiveerde mi- nifiterieele verklaring stelt do schrijver de ervaring, die leert, hoe de heffing der ge splitste inkomstenbelasting, zoowel in 3e groote als kloine gemeenten, ton gevolge van de moeilijke uitvoering, do vele door haar aanvaarde ficticn, van haar. uniforme ta rieven. van de® ingekankordon fraudelust, naast gebrek aan contróle- en dwangmid delen, dechts willekeur is en dientengevolge woinig goeds tot resultaat heeft Niettegen staande de partieels vrij, hooge heffing, la 3e opbrengst dor gesplitste belasting, bui- ton de heffing dor naamlooze vennootschap- pem om, sleóhts ongeveer 12 millioenjeon op brengst nog bonedon die van den aocijns op suiker I Met bezorgdheid zegt de schrijver voorts gaan de groote e ode® Amsterdam. Rot' -r- dam en wellicht meer andoro, op finan- oieel gebied do toekomst te gemoet, daar door 3e enorme uitgaven, haar door ver schillende Rijkswetten opgelegd, de plaat selijke begrootingen op buitengewoon snelle wijze stijgen. Schrijver wijst op Amsterdam, waar de uitgaven voor onderwijs en armwezen in het tijdvak 1888— 1903 met bijna 3.5 millioen zijn gestogon, terwijl de Rijksuitkeoring in deze takken van dienst ruim 1.5 millioen toenam, zoodat door de gemeente 2 mil lioen gedekt moet worden. De gemeenten hebbon re o li t op afdoende hulp, die hoogst noodig is, omdat zij, tot dekking der kosten, gemaakt ton behoeve van haar minvermogende inwoners, aanspraak kunnen maken op een deel van de 60 mil lioen guldon, opgebracht door Indische be lastingen, dc cenige belasting, waaraan ook de minvermogende® bijdragen on die geheel c® al ton bate van hot Rijk komen. Dc heer Raadt is van mooning, dat hot, om in den toestand een gunstige wending te brengen, noodzakelijk is dat heffing een ex inkomstenbelasting geschiedt door do krach tige hand van bet Rijk, terwijl do plaatselijke omslagen, waar noodig, worden vervangen door een boperkto op oenten-heffing op de Rijksbelasting. Een good Ingerichte Rijks-inkomstenbelas ting zal bij een heffing van gemiddeld 8.4 pCt van het inkomen een opbrengst opleve ren va® ruim tweemaal die der bestaando gesplitste belastingen. De Residentiebode bespreekt in een hoofd artikel „de bakerpraatjes on Kaffeekrünz- chen-liteTatuur", waarmee de liberale pers het ministerie voortdurend bestrode® heeft. Het blad herinnert vooral aan hetgeen om trent dr. Kuyporcm diens bui toni and- sche reizen is rondgebazuind, vormoldt do bijzonderheden daaromtrent, toont het on houdbare der praatjes aan en besluit als volgt: „Er is ochter eon andere wervelwind, wel ke® wij met minder gerustheid draaien za gen cn waarvan wij toch een enkel woord ze ggen willen. Hij kroukoldo van het Torentje don Vijver over door het Voorhout naar hot hoekje van don Kneuterdijk on bedreigde, in Barno- velts woning, onze goheele Regeering in dc® Minister van Financiën. Hij liet verluide®, dat de aangekondigde fiscale herzie ning onzer tarievon van invoer in het komende parlementaire jaar nog niot zou worden ingediend cm misschien eerst in hot volgende te wachten valt. Wat ons in dit beriohtje hindert, is bloo- tc-lijk dat ééne woordje: misschien. Wij wonschon good verstaan te worden. Verre van ons zij iedere pressie, aan een be vriende I tegc o ring nog wel, om overhaast een stuk werk van zoo trnstigon aard af te leveren als een tariefsherziening, waartoe ieder, die onbevooroordeeld oordeelon wil, moet zulks erkennen nog amper de tijd was. Maar toch durven wij vrijmoedig als onze mccning uitspreken, dat net jammer zou we zen als deze quaestie, welke do inleiding moet zijn, de grondstof leveren voor het 6ocialc werkprogram dor Regeering op de lange baan geraakte en dc Christelijke Re geering van 1901 in dezelfdo ongelukkige omstandigheden kwam, waarin het confes- 6ioncele Kabinet van 1888 op het stuk dor Financiën is vervallen. Bij rijn, bptrode® en later herhaaldelijk hebben wij den hoer Harte van Tocklenburg begroet ale don e®ii®ezi+ en werkzame® geleerde, dien wij, juist met het oog op onze tariefsherziening, „de® rechten man op dc recht plaats" noemden en blijven noemen. Juist daarom 6tellon w r prijs op, tha*ïs, mi er nog niots van den inhoud der. Troon rede kan bekend wezen, ons met dc zoete hoop te vleien, dat het Koninklijk Woord vao den lOden September do indiening van een ontwerp-tariefhoi*zie®ing moge aankon digen, als dagende in een niet al te ver ver wijderd verschiet." De Engelschen bezig. Van do Soheveningsche bom 205 ,rce3er L. V rolijk, is door een stoomlogger een bericht overge bracht, dat een Engelscho stoomtrawler 40 netten met toebehooren van do haringvleet dezer bom heeft afgekapt De bom is nu op de thuisreis. De schade bedraagt wel 1500. In den nacht van Zaterdag op Zondag is te Haarlem ingebroken in do kan toren van de Haarlomsohc Oliefabriek der firma 0. de Koning Tilly. Door middel van een valschen sleutel zijn zij op hot kantoor go- komen. Zij vonden echter niet meer dan ee® rijksdaalder on in hun woede daarover heb bon zij verschillende voorwerpen op het kan toor vernield, dc kantoorboeken over den grond verspreid. Tegon den wand plakten zij een uit een schrijftafel genomen zegelpapior, waarop zij met potlood 6chrovon: „Jo moost jo schamen, dat jo hier zoo woinig geld hobt achtergelaten. Een koene zwemster. Men meldt uit Zandvoort, dat mejuffrouw A. M., uit Amsterdam, daar Zondagmiddag tot op 1500 meter ver van do kust af zeo in gezwom men is, vergozold door ccn boot mot een bad meester en een badgast. Vorsoheiden malen dook zij tot op den zeebodem on onder do boot door. Bij don terugtocht werd zij door don vloed in noordelijko richting afgodro- ven, maar toch keerdo zij al zwemmende naar het strand terug. Na oen uur was zij weer aan do badinrichting „Noptunus", hot punt van uitgang, aangeland. Gisterochtend maakte bij don bakker H. in de Vinkenburgstraat te Utrecht de 68jarige werkman J. L. een noodlottigcn val. Ónder den last van con grooton zak mot bloem, welke naar den zolder moest gebracht worden, begaven hem de krachten juist toen hij zich halvorwego op de trap bevond. Do ongelukkige kwam onder den zak met mod te liggen en geraakte in dier mate gekneusd, dat het ijdel goweest zou zijn nog ecnige hoop voor zijn levensbehoud to voeden. Niettemin had van het politieburccl hot vervoer naar hot ziekenhuis onverwijld plaats. Bij aan komst bleek de dood reeds te zijn ingotredon. Uitwendigo kwetsuren violen bijna niet waar te nemen. (U. D.) Het oude slot „D e k a ra o-S t a t o", te Weidum, in de gemeente Baardcradeel, zal, wegons vorandoring van eigenaar, wor den afgebroken. Het prachtige bosch zal wor den gerooid. Ieder goed Nederlander, dio zijn Van Lcn- nep nog niet heeft vergeten, herinnert zich de voorzegging: „As Dokama sine rose forlicst" maar noch Madzy Dekama, noch Van Lon- nop zullen waarschijnlijk ooit hebben ge dacht, dat huis en bosch van Dekama, in plaats van te „bloeie in proeporaerje," pro- zaïschweg zouden worden afgebroken en ge rooid(N. v. d. D.) DeheerH. Betist, vroegorhoofd van do school te Bremcrsdorp in Transvaal, arriveerde Zaterdag op zijn geboortegrond Vlaardingen. Van af het uitbreken maakte hij den oorlog mede. In het laatst van 1900 werd hij gewond en gevangengenomen. Na in hospitalen en gevangenissen te hebbon ge weest, word hij van Durban naar Ceylon ver voerd on is daar tot voor een maand gevnn- gon goweest. Allo goederen, dio hij in Trans vaal bezat, is hij kwijt. Afschuwelijk ongeval. De b e- kendo langebaanwielrijder Huret was te Pa rijs aan het trainen, achter hem kwam een ander op een potrolcumdriewicl aanrijden. Deze wildo Hurct ontwijken en ging op zij. Huret wilde ook op zij gaan, viel en de racer i Michael, dio mot ccn snelheid van 70 K. M, j per uur kwam aanrennen, reed over hem I heen en sueëd hora met zijn pedaal het roch- I terheen af. Huret had zijn bewustzijn niet vetkóron. Hij groep in zijn zak, haalde cr J een revolver uit en wilde zich douden. Mn ar i men ontwapondo hora bijtijds. De ongel uk 1.1 - ge werd naar een hospitaal gebracht, waar zijn been werd afgezet. (Volk.) In het park der militaire lucht- schippers zijn bij dc 1 ego roe feni ngen in do militaire divis e Rome drie cylinders met gas ontploft. Er zijn veertien soldaten ge wond, waarvan 3 zwaar. Aan boord van het Bremor Han- saschip „Noidenfels", komendo van Kuratsji (Hindostan), is een man der equipage b- zweken aan een ziekte, dio sterke symptomen van poet vertoonde. Het schip is bij aan komst to Hamburg dadelijk in qunrantnino geplaatst en wordt door do havenpolitie be waakt. Do werkstaking in b e t k o le n bo le ken van Kanawha en New River, in West- VirginiÖ, waarbij zich 15,000 mijnwerkers hadden aangesloten, is geëindigd. Do oischcu der stakers zijn niet ingewilligd. Hot is niot alleen W e 8 t-I n d d dat door vrceselijko natuurverschijnselen wordt geteisterd. Een to Ti f lis verschijnend blad geoft ccn beschrijving van de ramp, die den 17don Augustus op de helling van don berg Kcsbck in den Kaukasus omstreeks 20 dorpen verwoestte en bijna 700 mcnschcn een jammerlijken dood deed vindon, terwijl do materieele schade door de vernieling van huizen en het omkomon van vee op niot min der dan 40,000,000 roebel wordt geschat. Aan do noordelijko zijde van den Kasbek lag in een hooggelegen dal dc badplaats Tmcnkau, dio wegens haar heeto bronnen, gelijkende op dio van Spa, voel door lijders aan jicht cn dorgelijko word bezocht. Dio heeto bronnen ontsprongen onder een gletschor, dicht in dc buurt. Op genoomden I7den Augustus nu be gon do gletschor om 5 uren 's morgens plot seling -in beweging te komen; uit een nieuw gevormdo crevasse kwamen massa's ijs en steen en to voorschijn. Om 8 uren begon het anders altijd heldoro water der bronnen troe bel to worden hot steeg daarbij voortdurend Intusschon maakte geen der honderdon ba- dors van boidc seksen zich ongerust over doze verschijnselen. Niemand dacht nan een on- hoil on om do waarschuwingen van oen en kele werd gelachen. Mon ging tot 's mid dags vier uren door met zich to baden, wat men daar uren achtereen placht te doen. Om zeven uron werden dc aanwijzingen van het ophanden zijn cencr zware ramp intus- schen maar al te duidelijk, toen was het ochter te laat. Een oorverdoovend geraas weerklonk als een donder in dc ganscho val lei, vergezeld van ondcraardsch gerommel; de rivior in de buurt zwol tot een geweldi gen stroom aan, die groote blokken ijs en steenon medcslourdo. Alles sloog op de vlucht, maar do gletschor, die nu steeds sneller en snoller voortschoof, verwoestte dorp na dorp on ook Tmcnkauin tweo of drie minuton was een dal van 20 K.M. lang cn een kilomc ter breed totaal verwoest door een massa, be staande uit ijs, rots en aarde, die het 300 motor hoog had opgevuld. Slechts vier dei badgasten brachten er het loven af. Eon de zer, welke deze bijzonderheden aan de cou rant te Tifjis heeft verstrekt, vertelt hoe hij menschen on dieren door den orkaan, dio tij dens de ramp woedde, zag opnemen en tegen do rotsen of do ijsblokken te pletter slaan. Verschoidon dames worde® hoog in do luoht geslingerd, toon vordwe®en zij als oon flik kering van weerlicht, t >t mem op zes kilo meter afstand hun vorsohrikkeJijk verminkte lijken terugvond. Do lijken va® drie jongens lagc® op een kwartier gaans van do plek, waar do orkaan ze had gegrepen. Hot lijk van ccn schaapherder lag zonder armen cn beonon bijna even ver van de plaats, waar hij gestaan had. Van do 700 lijken, die ge- vondc® werden, wa« er bijna ge on onkel on beschadigd; overal lagen onhorkenbaar ver minkte hoofden, armen on bcenon, die van de lichamen totaal waren afgerukt. Mon meent dat aardbovingc® do oorzaak zijn van het in beweging komen van den giet schor en do daarop govolgdo verwoeste van zulk ccn groot gebied op dc noordelijke helling van don Kasbek. een bokaal met vergif, een dolk, had ter hand gesteld, met welk een vreugde zou zij den dood aanvaard hebben, om het leven barer moeder te redden I Maar was het vcr- fooilijke voorstel van Isidore niet honderd- malen erger dan de dood? Haar lot te ver eenigen met het lot van een door misdaden bezoedeld wezen.. En dat voor haar gansche leven... Zoo Isidore slechts een onwetend, slechts een onontwikkeld mensch ware, maar hij was zoo schuldig, maar zijn handen had den reeds zooveel bloed vergoten „Komaan, burgeres", sprak de president van de commune eindelijk, „hoe denk je er over Ik houd cr niet van omwegen te ma ken, ik leg je dc vraag koit en bondig voor; aan jou is het nu te antwoorden en spoed te maken want je stilzwijgen bcleedigt mij." „Kijk nou toch es aan," viel Nicolctte in de rede, „dat is nog minder dan het minste, en dat legt me nog minachting aan den dag I" „Ik leg je de vraag kort en zakelijk voor,' hernam de president. „Beantwoord haar ovenzoo. Morgen het huwelijk, en na het hu welijk gratie voor jc moeder; of morgen ook de veroordeeling, het doodvonnis, de dood..." „Aarzel geen oogenblik meer, mijn kind," zuchtte Marianne, „uw moeder zal het leven tot zulk een prijs niet willenDe edele Augustine, gravin van Montbrun, zou een woesteling haar zoon moeten noemenEn gij, Mathilde, gij, die stamt uit een helden geslacht, een geslacht, waaruit zooveel hei ligen opstonden, gij zoudt u zelve aldus be zoedelen „Dood aan dat gemeene wijf!" brulde Isi dore, zijn hand oplichtend naar Philippe's zoogzuster, alsof hij haar wilde slaan. „Ik zal je den mond met een hangslot doen slui ten, of je dc tong met een gloeiend ijzer uit den mond rukken I" Marianne zweeg. Zij vreesde, van haar Mathilde gescheiden to worden, zoo zij don woesteling zou tegenstreven; zij vreesde haar alleen aan de willekeur van den steen houwer en zijn moeder te moeten overlaten. „Komaan, Mathilde, nog eens, zal jo ant woorden? Voor do derde en vierde maal, ik zeg het je kort en zakelijk. Het huwelijk of de dood." „De dood I De dood!" zuchtte Mathildo, terwijl zij met moeite het hoofd oprichtte. De meest gevoellooze zou, zoo hij dit go- laat, waarin het leven scheen uit te dooven, die matte en van tranen overvloeiende oogen, dien saamgetrokken mond, had kunnen aan schouwen, vermurwd zijn geworden. „Laten we elkaar wel verstaan, Mathildo," luidde Isidore's antwoord. „De dood, niet voor jou, maar voor je moeder. Jij, jij zult leven om te lijden, om vervolgens van smart, van gewetenswroeging en van wanhoop lang zaam te sterven En ik zal den doods strijd van de ter dood veroordeelde langzaam en verschrikkelijk maken Je zult haar zuch ten en haar smartkreten kunnen tellen... Je zult haar bloed droppel voor droppel zien vloeienJa, Mathildo, jc moeder zal onder je oogen sterven, en ik zal maken, dat zij, al zieltogende, jou zal vervloeken „Mijn moeder! Mijn moeder!" herhaalde het jonge meisje, razend van wanhoop. Marianne dacht, dat deze oogcnblikken voor het kind tc zwaar waren geweest en haar verstand hadden verbijsterd, en zij dankte God daarvoor. Do dood voor de moeder, de zinneloosheid voor het kind, schenen haar gunstig, zoozeer boezemde Isidore haar afschrik in. „O Philippe, bid God, dat Hij die droeve dagen verkorte I" snikte zij luide. Want gaarne riep Marianne haar heer aan als een heilige, een martelaar. Die geliefde naam van Philippe bracht de beklagenswaardige Mathilde weer tot zich- zclve. „Philippe I" herhaalde zij met een onbe- schrijflijken zielsangst. „Mijn vader! Mijn vader 1" Zij verborg haar hoofd andermaal in do armen van da brave Marianne. Smartelijke en troostende herinnerin ;en vervulden toen haar geest en haar hart. Zij zag dc gevan genis van Grenoble, haar vader neergeknield, terwijl hij haar zegende. Zij hoorde weder die woorden: God, de deugd, uw moeder „Welnu, burgeres, eenmaal, tweeman!, driemaal... schreeuwde Isidore. Een oogenblik van plechtige stilte volgde op de zware vloeken, waarmede' do president van de commune zijn vraag „kruidde." Mathildo maakte zich langzaam los uit do omarming van de zwakke Marianne on trad op Isidore too, met wankelende schreden, doch vol moedmet bleek gelaat, doch met het hoofd opgeheven, met een kloeke vastbe radenheid in den blik. „Ik zal uw vrouw zijn, Isidore," fluisterde zij op doffen toon, „maar op twee voorwaar den." „Ik geef je het woord, burgeres. Een ieder van zijn kant moet wat toeschietelijkheid be- toonen, dat is het middel om elkander goed te verstaan." „Ik zal met mijn handen de ketenen van mijn moeder verbreken, vóór Zij hield op met spreken; dc kracht schoot haar te kort. Een oogenblik later vervolgde zij met een door snikken afgebroken stem: „Ik zal de ketenen van mijn moeder ver breken vóór de huwelijksvoltrekking; het hu welijk zal ingezegend worden door den ouden pastoor van Montbrun, bij wien ik mijn eer ste Communie gedaan heb, cn die in de gevan genis to Grenoble kwijnt; die heilige grijs aard zal terstond daarna naar gene zijde van do grenzeu in veiligheid gebracht worden. „Gij hebt gezegd, Mathildo," sprak Isido- rc, zijn ruwe band in die van zijn verloofde leggend; „zoo waar ik president ben. zal cr naar je wcnschen gehandeld worden." „Gij zult mij daarenboven nog beloven," viel het jonge meisje hem in de rede, toen zij zag, dat zij terrein won, cn zich nu dwa selijk verbeeldde alles to kunnen wagen, „gij zult mij daarenboven beloven zonder scha vot to hcerschen, of anders van het bestuur afstand te doen." „Halt daar, mijn schooneriep Nioolctto uit. „Jij wilt mijn Isidore omkoopen, en jo denkt, dat mot je mooie oogen klaar te spe len. Maar niks daarvan, meisje, niks daar vanAh, mijn arme jongen, je ziet, dat ze zich vorkoopt, maar dat zc niet uit liefdo handelt." „Zwijg, moeder," antwoordde Isidore, zijn moeder tersluiks ccn veelbeteekencnde blik toowerpend, „je zult jo goeie vrouw ccn van moeder en jc pastoor hebben, en ik zal voor de rest alles beproeven, wat ik kan. Maar vermeet je nou maar niet tc veel tc vragen, of de koop wordt nog verbroken." Mathilde was tevredener heorschte een oogenblik een doodelijke stilte. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5