No. 13051
LÈIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 10 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1902
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Uit Fraukrijks Geschiedenis.
Gemengd Nieuws.
fc
I In hun Mdundblad schrijven dr. Van Ha-
Snel Rooe en Harmens:
Wij hadden reeds in een der vorige num
mers, gelegenheid te wijzen op loodhou
dende aarden huishoudelijke
'gereedsch ap pen, welke uit het bui
tenland (speciaal uit Frankrijk) hier te lan-
'He ingevoerd on etraffel ~>s in aanzienlijke
hoeveelheden aan den min gebracht worden.
fTÜDaar do Pransche fabrikanten in de mee-
(tning verkeerdendat de uiterst geringe
(hoeveelheid lood geen schadelijken invhpd
Top dc gezondheid zou kunnen uitoefen on,
werd onze meeming in deae door den impor-
.teur gevraagd. Wij adviseerden, na exper
tise, in geen geval dergelijk aarden vaat-
trerk in den handel te brengen.
Zoo als wij reeds opmerkten wordt des ón
danks de waar (onder den naam van „Pote-
;Tio Fra®gai«") in den handel gebracht, en
B-ohuan wij het in het algemeen belang wen-
"bclielijk hiertegen ernstig to waarschuwen.
<Tn verband mot deze roododeoling is hot
Ijran gerwicht, van de zeer interessante uit
komsten der proefnemingen van prof. dr.
({K. B. Lehman®, to Würzhurg, kennis to
nomen, die ovencons niot alleen in Franseh
'aaiden kookgereedschap belangrijke hoeveel*
heden lood constateerde, doch ook m zeer
.talrijke gevallen in gereedschap van Duit-
ëchen oorsprong.
Hij maakt melding van twee zeer ernstige
vergiftigingen door hot gebruik van vruch-
(fcengolei, wélke in aarden pannen met lcoJ-
glazuur bereid waren. Zeer dringend wordt
Idoor genoemde autoriteit gewaarschuwd te
gen het gevaar van opname van, zij het ook
[Uiterst geringe hoeveelheden, lood.
Wij achten hot mot het oog op een en
Vinder van groot en urgent belang, dat ook
hier to lande zoo spoedig mogelijk de wets-
Ibepaling, op dit onderwerp in Duitschlamd
l, betrekking hebbende, ingevoerd worde, lui
dende als volgt:
„Eet-, drink- of kookgereedsohappen, zoo-
;'[wel ais vlooistofmatein, mogen niet van
email of glazuur voorzien zijn, hetwelk bij
koking gedurende 30 minuten met een 4-
j|>rooentige arijnzuuroplossinr; aan deze lood-
(fdeplon afstaat",
f tVij geloovendat het spoedoisohende van
feen dergelijke, reeds sed. it don Susten Juni
($887 in Duitschland rigeerende wetsbepa
ling, door geen enkel hyg:ënist ontkend zal
/kunne® worden, en vertrouwen, dat onze
ifeegeering in deze gewichtige aangelegenheid
«de noodige stappen zal dom, uri in het be
lang dor volksgezondheid dringend noodza
kelijk geacht moeten worden.
Onder het opschrift ,,De Oranjo-Nassau-
medailie" schreef De Maasbode:
„Aangaande het onderworp Decora
tion drukt ons nog iets op hot gemoed.
Wat ons prest, is n.l. eenigo verwondering
Over hetgeen jaar-in jaar-uit valt waar te
'Hemen: dat dc prijswaardige verdiensten
onder Neerlands kleine-luydondom hoofd
zakelijk schijnen te schuilen onder de bo-
funbten en geëmployeerden van openbare
en quasi-openbare lichamen.
Ga eiken Koninginnedag de lijst der be
noemingen na en ge zult de medailles met
liet blauwgobiesde oranjolintjo bijna uitslui
tend zien toegekend aan militairen, deur
waarders, belastingkommieze®, marechaus
sees, postbeambten, epoorwegmannen.
Zeker, hior en daar treft ge als een zeld
zaamheid, den voorzitter eener arbeidersver
eniging, oen onderwijzer, o"f een werkman
ivan een partiouliore fabriesk aan. Maar in
hoofdzaak gaat de lijst toch door met* boden
aan departementen, bedienden bij universi
teiten, leden dor schutterij, opzichters van
fcpenbare werken, enz., enz.
Is hot wei dienstig, dat de overheid haar
gezichtsveld zoo binnen bureaucratische om-
.paling houdt?
En vestigt zulks onder de brcede schare
jvan Nederlands bevolking niet lichtelijk een
vVerkeerden dunk omtrent de waarde van
Boodanige eereb! ijken
'Uit de in het tijdschrift De twintigste eeuw
gepubliceerde brieven van Busken Huet
'aan VanVlo ten werd een en ander mede
S8)
,,0, dom sohepsel, zegl" fluisterde de pre
sident aan het oor zijner moedor. „Weet je
niet, dat Mathilde het domein aan de oevers
van do Isère bezit? Ik zal het wel weten te
behouden. Er zullen nog wel eens tijden aan
breken, waarop bezit weer recht zal zijn, ver
sta je. Alleen diegenen, die bezittingen had
den En diegenen, die geen bezittingen had
den, zullen bezitters worden. Begrijp je het
.nou, mensch zonder verstand?"
Nicolcltc boog zich onder do harde en on
eerbiedige woorden van haar zoon.
A ,,Ga dan jo gang," zeide zij met een soort
iyan angst; ,,niaar ik ben bang; het is een
j.weerspannige aristocrate. Daarenboven heeft
;?e nog geen ja gezegd, uiijn arme jongen, en
Uk geloof, dat je haar daar een pil geeft, die
lie moeite zal hebben te slikken."
„Acht gc dan de aristocraten boven ons
Verheven, dat gc veronderstelt, dat uw Isido
re, president ran de commune van Greno
ble, haar niet waardig is?"
„Leven de gelijkheid en de broederschap,
Isidore Maar ze zijn zoo ijdel, zoo hoovaar-
dig, die aristocraten! Ze verbeelden zich,
dat ze niet van hetzelfde maaksel zijn als
(«Wij
„O, die dwaze denkbeelden zullen ze wel
^verloeren I"
Mathilde lag nog machteloos in de armen
an Marianne, met haar schoon, bleek gelaat
'tegen haar boezem gedrukt. Ach, zoo men
[fcaar, evenals mademoiselle de Sombreuil,
éen glas bloed had aangeboden; zoo men haar
gedeeld. Onder die brieven was er een van
Februari 1870 waarin Huet zich aldus uit
liet:
„Tooh houd Ik het er voor, dat steeds tus-
schen ons sommige punten van aanraking be
staan zullen en ook gij, om aanstonds ter
zake te komen, u ergeren zult over de wijze,
waarop Keiler, die zelf ter wille van 500
's jaara correspondent van den Ja va-Bode is
willen blijven, ofschoon al zijn raeeningen te
gen do mijne indruischten, mij in Indië ia
komen tentoonstellen als iemand, die vroe
ger predikant geweest was om don broodej
om u een eigen oordeel te kunnen vormen
over dat incident, moet gij eerst lezen het
geen Keuchenius en ik over Lion geschreven
hebben, daarna hetgeen Keiler geschreven
heeft over mij, en eindelijk mijn Herinne
ringen. De Opzoomer betreffende Nalezing
staat met dat alles alleen in zoover in ver
band, als ook Opzoomer mij toeschijnt, even
als Keiler zich als een ploert te hebben aan
gesteld."
Naar aanleiding van de openbaarmaking
van dozen brief van Huet aan Yan Vloten,
heeft mr. G. Keiler, te Amsterdam, in den
Spectator een schrijven gericht tot don uit
gever der brieven en schoonzoon van dr. Van
Vloten, Albert Verwcy:
„Ik vermoed, Weledele Heer, dat ge bij
de overgave van een kopij van bovenstaand
geschrijf aan do drukkerij geen oogenblik er
aan gedacht hebt, dat ge daarmede een zede
lijk misdrijf begingt. En toch is dit zoo, het
geen ik u even, ten opzichte van wijlen mijn
vader, wil aanduiden.
Mijn vader was een hoogst bescheiden man,
doch op één eigenschap was hij trotsch: zijn
eerlijkheid. Men zou hem hebben kunnen zeg
gen, dat bij geen kunstenaar was, dat zijn
arbeid geen waarde had, hij zou er in berust
hebbon, maar als men zijn eerlijkheid, zijn
waarheidsliefde in twijfel trok, dan belcedig-
de men hem, en wij, zijn kinderen, hebben
ons wel eens vroolijk gemaakt om wat ons
naar onze opvatting overdreven nauwgezet
heid soheen. Maar nu wordt hem daar in een
gedrukt stuk de smet aangewreven, dat hij
uit puur winstbejag medewerker van den
Java-Bode zou rijn gebleven, dat hij een an
der opzettelijk -in een verkeerd daglicht zou
hebben gesteld, dat hij ploertig zou gehan
deld hebben.
Die beschuldiging is reeds meer dan 32
jaar oud, beschuldigden en beschuldiger zijn
dood en de feiten, waarover de aanklacht
loopt kent niemand. Maar dat had voor n
een reden moeten zijn óf om haar niet open
baar te maken, óf haar met dc stukken toe
te lichten. Wanneer ge inderdaad gemeend
hadt met do openbaarmaking dezer brieven
eon dienst aan de geschiedenis der letterkun
de te bewijzen, dan he ge in ieder geval
als toelichting moeten geven: ten eerste het
correspondentie-artikel van mijn vader, dat
Huct's ergenis had gewekt (of ccn behoorlijk
resumé er van), dan Huet's „Herinnering"
(geheel of samengetrokken) en vervolgens
een overzicht van wat Keuchenius en Huet
over Lion hebben geschreven.
Dan had de onpartijdige lezer van 1902 en
later, voor wicn nu die aanhaling Hc-
broeuwsch -is, kunnen oordcclen in hoevelrre
Huet bet recht had mijn braven, eerlijken
vader voor ploertig uit te schelden
Ik kan u, helaas, niet helpen aan het be
wuste artikel van mijn vader, zijn beschei
denheid ging zoover, dat hij zijn eigen werk
niet eens bewaarde, doch ik bon over
tuigd, dat, indien ge objectief den stand
der zaak uiteenzettet, de goede naam mijns
vaders ongeropt zou zijn gebleven. Nu hebt
gc door de publicatie van den brief den doo-
de beleedigd en zijn kinderen diep gegriefd."
In hot September-nummcr van de Fra-
gen de* Tijds komt een beschouwing voor
van de hand van den heer O. H. W. Raadt,
controleur ten stadhuize (afd. belastingen)
te Amsterdam, over: „Het R ij k ten aanzien
van de gemeenten in haar f i n a n-
oieelen nood."
De schrijver komt op tegc® de gesplitste
Rijks-inkomstenbelasting, ook naar aanlei
ding van de ongestaafde verzekering van
den Minister op ee® desbetreffende vraag
bij de laatste begrootings-besohouwingen,
„dat de voordeeion eoner enkelvoudige in
komstenbelasting met partieolc vrij hooge
heffing, Is de opbrengst der gesplitste hef
fing," Tegenover deze ongemotiveerde mi-
nifiterieele verklaring stelt do schrijver de
ervaring, die leert, hoe de heffing der ge
splitste inkomstenbelasting, zoowel in 3e
groote als kloine gemeenten, ton gevolge van
de moeilijke uitvoering, do vele door haar
aanvaarde ficticn, van haar. uniforme ta
rieven. van de® ingekankordon fraudelust,
naast gebrek aan contróle- en dwangmid
delen, dechts willekeur is en dientengevolge
woinig goeds tot resultaat heeft Niettegen
staande de partieels vrij, hooge heffing, la
3e opbrengst dor gesplitste belasting, bui-
ton de heffing dor naamlooze vennootschap-
pem om, sleóhts ongeveer 12 millioenjeon op
brengst nog bonedon die van den aocijns op
suiker I
Met bezorgdheid zegt de schrijver voorts
gaan de groote e ode® Amsterdam. Rot' -r-
dam en wellicht meer andoro, op finan-
oieel gebied do toekomst te gemoet, daar
door 3e enorme uitgaven, haar door ver
schillende Rijkswetten opgelegd, de plaat
selijke begrootingen op buitengewoon snelle
wijze stijgen.
Schrijver wijst op Amsterdam, waar de
uitgaven voor onderwijs en armwezen in het
tijdvak 1888— 1903 met bijna 3.5 millioen
zijn gestogon, terwijl de Rijksuitkeoring in
deze takken van dienst ruim 1.5 millioen
toenam, zoodat door de gemeente 2 mil
lioen gedekt moet worden.
De gemeenten hebbon re o li t op afdoende
hulp, die hoogst noodig is, omdat zij, tot
dekking der kosten, gemaakt ton behoeve van
haar minvermogende inwoners, aanspraak
kunnen maken op een deel van de 60 mil
lioen guldon, opgebracht door Indische be
lastingen, dc cenige belasting, waaraan ook
de minvermogende® bijdragen on die geheel
c® al ton bate van hot Rijk komen.
Dc heer Raadt is van mooning, dat hot,
om in den toestand een gunstige wending
te brengen, noodzakelijk is dat heffing een ex
inkomstenbelasting geschiedt door do krach
tige hand van bet Rijk, terwijl do plaatselijke
omslagen, waar noodig, worden vervangen
door een boperkto op oenten-heffing op de
Rijksbelasting.
Een good Ingerichte Rijks-inkomstenbelas
ting zal bij een heffing van gemiddeld 8.4
pCt van het inkomen een opbrengst opleve
ren va® ruim tweemaal die der bestaando
gesplitste belastingen.
De Residentiebode bespreekt in een hoofd
artikel „de bakerpraatjes on Kaffeekrünz-
chen-liteTatuur", waarmee de liberale pers
het ministerie voortdurend bestrode® heeft.
Het blad herinnert vooral aan hetgeen om
trent dr. Kuyporcm diens bui toni and-
sche reizen is rondgebazuind, vormoldt do
bijzonderheden daaromtrent, toont het on
houdbare der praatjes aan en besluit als
volgt:
„Er is ochter eon andere wervelwind, wel
ke® wij met minder gerustheid draaien za
gen cn waarvan wij toch een enkel woord
ze ggen willen.
Hij kroukoldo van het Torentje don Vijver
over door het Voorhout naar hot hoekje van
don Kneuterdijk on bedreigde, in Barno-
velts woning, onze goheele Regeering in dc®
Minister van Financiën. Hij liet verluide®,
dat de aangekondigde fiscale herzie
ning onzer tarievon van invoer in het
komende parlementaire jaar nog niot zou
worden ingediend cm misschien eerst in hot
volgende te wachten valt.
Wat ons in dit beriohtje hindert, is bloo-
tc-lijk dat ééne woordje: misschien.
Wij wonschon good verstaan te worden.
Verre van ons zij iedere pressie, aan een be
vriende I tegc o ring nog wel, om overhaast
een stuk werk van zoo trnstigon aard af te
leveren als een tariefsherziening, waartoe
ieder, die onbevooroordeeld oordeelon
wil, moet zulks erkennen nog amper de
tijd was.
Maar toch durven wij vrijmoedig als onze
mccning uitspreken, dat net jammer zou we
zen als deze quaestie, welke do inleiding
moet zijn, de grondstof leveren voor het
6ocialc werkprogram dor Regeering op de
lange baan geraakte en dc Christelijke Re
geering van 1901 in dezelfdo ongelukkige
omstandigheden kwam, waarin het confes-
6ioncele Kabinet van 1888 op het stuk dor
Financiën is vervallen.
Bij rijn, bptrode® en later herhaaldelijk
hebben wij den hoer Harte van Tocklenburg
begroet ale don e®ii®ezi+ en werkzame®
geleerde, dien wij, juist met het oog op onze
tariefsherziening, „de® rechten man op dc
recht plaats" noemden en blijven noemen.
Juist daarom 6tellon w r prijs op, tha*ïs,
mi er nog niots van den inhoud der. Troon
rede kan bekend wezen, ons met dc zoete
hoop te vleien, dat het Koninklijk Woord
vao den lOden September do indiening van
een ontwerp-tariefhoi*zie®ing moge aankon
digen, als dagende in een niet al te ver ver
wijderd verschiet."
De Engelschen bezig. Van do
Soheveningsche bom 205 ,rce3er L. V rolijk,
is door een stoomlogger een bericht overge
bracht, dat een Engelscho stoomtrawler 40
netten met toebehooren van do haringvleet
dezer bom heeft afgekapt De bom is nu op
de thuisreis. De schade bedraagt wel 1500.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag is te Haarlem ingebroken in do kan
toren van de Haarlomsohc Oliefabriek der
firma 0. de Koning Tilly. Door middel van
een valschen sleutel zijn zij op hot kantoor go-
komen. Zij vonden echter niet meer dan ee®
rijksdaalder on in hun woede daarover heb
bon zij verschillende voorwerpen op het kan
toor vernield, dc kantoorboeken over den
grond verspreid. Tegon den wand plakten zij
een uit een schrijftafel genomen zegelpapior,
waarop zij met potlood 6chrovon: „Jo moost
jo schamen, dat jo hier zoo woinig geld hobt
achtergelaten.
Een koene zwemster. Men
meldt uit Zandvoort, dat mejuffrouw A. M.,
uit Amsterdam, daar Zondagmiddag tot op
1500 meter ver van do kust af zeo in gezwom
men is, vergozold door ccn boot mot een bad
meester en een badgast. Vorsoheiden malen
dook zij tot op den zeebodem on onder do
boot door. Bij don terugtocht werd zij door
don vloed in noordelijko richting afgodro-
ven, maar toch keerdo zij al zwemmende
naar het strand terug. Na oen uur was zij
weer aan do badinrichting „Noptunus", hot
punt van uitgang, aangeland.
Gisterochtend maakte bij don
bakker H. in de Vinkenburgstraat te Utrecht
de 68jarige werkman J. L. een noodlottigcn
val. Ónder den last van con grooton zak mot
bloem, welke naar den zolder moest gebracht
worden, begaven hem de krachten juist toen
hij zich halvorwego op de trap bevond. Do
ongelukkige kwam onder den zak met mod
te liggen en geraakte in dier mate gekneusd,
dat het ijdel goweest zou zijn nog ecnige hoop
voor zijn levensbehoud to voeden. Niettemin
had van het politieburccl hot vervoer naar
hot ziekenhuis onverwijld plaats. Bij aan
komst bleek de dood reeds te zijn ingotredon.
Uitwendigo kwetsuren violen bijna niet waar
te nemen. (U. D.)
Het oude slot „D e k a ra o-S t a t o",
te Weidum, in de gemeente Baardcradeel,
zal, wegons vorandoring van eigenaar, wor
den afgebroken. Het prachtige bosch zal wor
den gerooid.
Ieder goed Nederlander, dio zijn Van Lcn-
nep nog niet heeft vergeten, herinnert zich
de voorzegging:
„As Dokama sine rose forlicst"
maar noch Madzy Dekama, noch Van Lon-
nop zullen waarschijnlijk ooit hebben ge
dacht, dat huis en bosch van Dekama, in
plaats van te „bloeie in proeporaerje," pro-
zaïschweg zouden worden afgebroken en ge
rooid(N. v. d. D.)
DeheerH. Betist, vroegorhoofd
van do school te Bremcrsdorp in Transvaal,
arriveerde Zaterdag op zijn geboortegrond
Vlaardingen. Van af het uitbreken maakte
hij den oorlog mede. In het laatst van 1900
werd hij gewond en gevangengenomen. Na
in hospitalen en gevangenissen te hebbon ge
weest, word hij van Durban naar Ceylon ver
voerd on is daar tot voor een maand gevnn-
gon goweest. Allo goederen, dio hij in Trans
vaal bezat, is hij kwijt.
Afschuwelijk ongeval. De b e-
kendo langebaanwielrijder Huret was te Pa
rijs aan het trainen, achter hem kwam een
ander op een potrolcumdriewicl aanrijden.
Deze wildo Hurct ontwijken en ging op zij.
Huret wilde ook op zij gaan, viel en de racer
i Michael, dio mot ccn snelheid van 70 K. M,
j per uur kwam aanrennen, reed over hem
I heen en sueëd hora met zijn pedaal het roch-
I terheen af. Huret had zijn bewustzijn niet
vetkóron. Hij groep in zijn zak, haalde cr
J een revolver uit en wilde zich douden. Mn ar
i men ontwapondo hora bijtijds. De ongel uk 1.1 -
ge werd naar een hospitaal gebracht, waar
zijn been werd afgezet. (Volk.)
In het park der militaire lucht-
schippers zijn bij dc 1 ego roe feni ngen in do
militaire divis e Rome drie cylinders met
gas ontploft. Er zijn veertien soldaten ge
wond, waarvan 3 zwaar.
Aan boord van het Bremor Han-
saschip „Noidenfels", komendo van Kuratsji
(Hindostan), is een man der equipage b-
zweken aan een ziekte, dio sterke symptomen
van poet vertoonde. Het schip is bij aan
komst to Hamburg dadelijk in qunrantnino
geplaatst en wordt door do havenpolitie be
waakt.
Do werkstaking in b e t k o le n bo le
ken van Kanawha en New River, in West-
VirginiÖ, waarbij zich 15,000 mijnwerkers
hadden aangesloten, is geëindigd. Do oischcu
der stakers zijn niet ingewilligd.
Hot is niot alleen W e 8 t-I n d d
dat door vrceselijko natuurverschijnselen
wordt geteisterd. Een to Ti f lis verschijnend
blad geoft ccn beschrijving van de ramp, die
den 17don Augustus op de helling van don
berg Kcsbck in den Kaukasus omstreeks 20
dorpen verwoestte en bijna 700 mcnschcn een
jammerlijken dood deed vindon, terwijl do
materieele schade door de vernieling van
huizen en het omkomon van vee op niot min
der dan 40,000,000 roebel wordt geschat. Aan
do noordelijko zijde van den Kasbek lag in
een hooggelegen dal dc badplaats Tmcnkau,
dio wegens haar heeto bronnen, gelijkende op
dio van Spa, voel door lijders aan jicht cn
dorgelijko word bezocht. Dio heeto bronnen
ontsprongen onder een gletschor, dicht in dc
buurt. Op genoomden I7den Augustus nu be
gon do gletschor om 5 uren 's morgens plot
seling -in beweging te komen; uit een nieuw
gevormdo crevasse kwamen massa's ijs en
steen en to voorschijn. Om 8 uren begon het
anders altijd heldoro water der bronnen troe
bel to worden hot steeg daarbij voortdurend
Intusschon maakte geen der honderdon ba-
dors van boidc seksen zich ongerust over doze
verschijnselen. Niemand dacht nan een on-
hoil on om do waarschuwingen van oen en
kele werd gelachen. Mon ging tot 's mid
dags vier uren door met zich to baden, wat
men daar uren achtereen placht te doen.
Om zeven uron werden dc aanwijzingen van
het ophanden zijn cencr zware ramp intus-
schen maar al te duidelijk, toen was het
ochter te laat. Een oorverdoovend geraas
weerklonk als een donder in dc ganscho val
lei, vergezeld van ondcraardsch gerommel;
de rivior in de buurt zwol tot een geweldi
gen stroom aan, die groote blokken ijs en
steenon medcslourdo. Alles sloog op de vlucht,
maar do gletschor, die nu steeds sneller en
snoller voortschoof, verwoestte dorp na dorp
on ook Tmcnkauin tweo of drie minuton
was een dal van 20 K.M. lang cn een kilomc
ter breed totaal verwoest door een massa, be
staande uit ijs, rots en aarde, die het 300
motor hoog had opgevuld. Slechts vier dei
badgasten brachten er het loven af. Eon de
zer, welke deze bijzonderheden aan de cou
rant te Tifjis heeft verstrekt, vertelt hoe hij
menschen on dieren door den orkaan, dio tij
dens de ramp woedde, zag opnemen en tegen
do rotsen of do ijsblokken te pletter slaan.
Verschoidon dames worde® hoog in do luoht
geslingerd, toon vordwe®en zij als oon flik
kering van weerlicht, t >t mem op zes kilo
meter afstand hun vorsohrikkeJijk verminkte
lijken terugvond. Do lijken va® drie jongens
lagc® op een kwartier gaans van do plek,
waar do orkaan ze had gegrepen. Hot lijk
van ccn schaapherder lag zonder armen cn
beonon bijna even ver van de plaats, waar
hij gestaan had. Van do 700 lijken, die ge-
vondc® werden, wa« er bijna ge on onkel on
beschadigd; overal lagen onhorkenbaar ver
minkte hoofden, armen on bcenon, die van
de lichamen totaal waren afgerukt.
Mon meent dat aardbovingc® do oorzaak
zijn van het in beweging komen van den giet
schor en do daarop govolgdo verwoeste
van zulk ccn groot gebied op dc noordelijke
helling van don Kasbek.
een bokaal met vergif, een dolk, had ter
hand gesteld, met welk een vreugde zou zij
den dood aanvaard hebben, om het leven
barer moeder te redden I Maar was het vcr-
fooilijke voorstel van Isidore niet honderd-
malen erger dan de dood? Haar lot te ver
eenigen met het lot van een door misdaden
bezoedeld wezen.. En dat voor haar gansche
leven... Zoo Isidore slechts een onwetend,
slechts een onontwikkeld mensch ware, maar
hij was zoo schuldig, maar zijn handen had
den reeds zooveel bloed vergoten
„Komaan, burgeres", sprak de president
van de commune eindelijk, „hoe denk je er
over Ik houd cr niet van omwegen te ma
ken, ik leg je dc vraag koit en bondig voor;
aan jou is het nu te antwoorden en spoed te
maken want je stilzwijgen bcleedigt mij."
„Kijk nou toch es aan," viel Nicolctte in
de rede, „dat is nog minder dan het minste,
en dat legt me nog minachting aan den
dag I"
„Ik leg je de vraag kort en zakelijk voor,'
hernam de president. „Beantwoord haar
ovenzoo. Morgen het huwelijk, en na het hu
welijk gratie voor jc moeder; of morgen ook
de veroordeeling, het doodvonnis, de dood..."
„Aarzel geen oogenblik meer, mijn kind,"
zuchtte Marianne, „uw moeder zal het leven
tot zulk een prijs niet willenDe edele
Augustine, gravin van Montbrun, zou een
woesteling haar zoon moeten noemenEn
gij, Mathilde, gij, die stamt uit een helden
geslacht, een geslacht, waaruit zooveel hei
ligen opstonden, gij zoudt u zelve aldus be
zoedelen
„Dood aan dat gemeene wijf!" brulde Isi
dore, zijn hand oplichtend naar Philippe's
zoogzuster, alsof hij haar wilde slaan. „Ik
zal je den mond met een hangslot doen slui
ten, of je dc tong met een gloeiend ijzer uit
den mond rukken I"
Marianne zweeg. Zij vreesde, van haar
Mathilde gescheiden to worden, zoo zij don
woesteling zou tegenstreven; zij vreesde haar
alleen aan de willekeur van den steen
houwer en zijn moeder te moeten overlaten.
„Komaan, Mathilde, nog eens, zal jo ant
woorden? Voor do derde en vierde maal,
ik zeg het je kort en zakelijk. Het huwelijk
of de dood."
„De dood I De dood!" zuchtte Mathildo,
terwijl zij met moeite het hoofd oprichtte.
De meest gevoellooze zou, zoo hij dit go-
laat, waarin het leven scheen uit te dooven,
die matte en van tranen overvloeiende oogen,
dien saamgetrokken mond, had kunnen aan
schouwen, vermurwd zijn geworden.
„Laten we elkaar wel verstaan, Mathildo,"
luidde Isidore's antwoord. „De dood, niet
voor jou, maar voor je moeder. Jij, jij zult
leven om te lijden, om vervolgens van smart,
van gewetenswroeging en van wanhoop lang
zaam te sterven En ik zal den doods
strijd van de ter dood veroordeelde langzaam
en verschrikkelijk maken Je zult haar zuch
ten en haar smartkreten kunnen tellen... Je
zult haar bloed droppel voor droppel zien
vloeienJa, Mathildo, jc moeder zal
onder je oogen sterven, en ik zal maken, dat
zij, al zieltogende, jou zal vervloeken
„Mijn moeder! Mijn moeder!" herhaalde
het jonge meisje, razend van wanhoop.
Marianne dacht, dat deze oogcnblikken
voor het kind tc zwaar waren geweest en
haar verstand hadden verbijsterd, en zij
dankte God daarvoor.
Do dood voor de moeder, de zinneloosheid
voor het kind, schenen haar gunstig, zoozeer
boezemde Isidore haar afschrik in.
„O Philippe, bid God, dat Hij die droeve
dagen verkorte I" snikte zij luide.
Want gaarne riep Marianne haar heer aan
als een heilige, een martelaar.
Die geliefde naam van Philippe bracht de
beklagenswaardige Mathilde weer tot zich-
zclve.
„Philippe I" herhaalde zij met een onbe-
schrijflijken zielsangst. „Mijn vader! Mijn
vader 1"
Zij verborg haar hoofd andermaal in do
armen van da brave Marianne. Smartelijke
en troostende herinnerin ;en vervulden toen
haar geest en haar hart. Zij zag dc gevan
genis van Grenoble, haar vader neergeknield,
terwijl hij haar zegende. Zij hoorde weder
die woorden: God, de deugd, uw moeder
„Welnu, burgeres, eenmaal, tweeman!,
driemaal... schreeuwde Isidore.
Een oogenblik van plechtige stilte volgde
op de zware vloeken, waarmede' do president
van de commune zijn vraag „kruidde."
Mathildo maakte zich langzaam los uit do
omarming van de zwakke Marianne on trad
op Isidore too, met wankelende schreden,
doch vol moedmet bleek gelaat, doch met
het hoofd opgeheven, met een kloeke vastbe
radenheid in den blik.
„Ik zal uw vrouw zijn, Isidore," fluisterde
zij op doffen toon, „maar op twee voorwaar
den."
„Ik geef je het woord, burgeres. Een ieder
van zijn kant moet wat toeschietelijkheid be-
toonen, dat is het middel om elkander goed
te verstaan."
„Ik zal met mijn handen de ketenen van
mijn moeder verbreken, vóór
Zij hield op met spreken; dc kracht schoot
haar te kort.
Een oogenblik later vervolgde zij met een
door snikken afgebroken stem:
„Ik zal de ketenen van mijn moeder ver
breken vóór de huwelijksvoltrekking; het hu
welijk zal ingezegend worden door den ouden
pastoor van Montbrun, bij wien ik mijn eer
ste Communie gedaan heb, cn die in de gevan
genis to Grenoble kwijnt; die heilige grijs
aard zal terstond daarna naar gene zijde van
do grenzeu in veiligheid gebracht worden.
„Gij hebt gezegd, Mathildo," sprak Isido-
rc, zijn ruwe band in die van zijn verloofde
leggend; „zoo waar ik president ben. zal
cr naar je wcnschen gehandeld worden."
„Gij zult mij daarenboven nog beloven,"
viel het jonge meisje hem in de rede, toen
zij zag, dat zij terrein won, cn zich nu dwa
selijk verbeeldde alles to kunnen wagen, „gij
zult mij daarenboven beloven zonder scha
vot to hcerschen, of anders van het bestuur
afstand te doen."
„Halt daar, mijn schooneriep Nioolctto
uit. „Jij wilt mijn Isidore omkoopen, en jo
denkt, dat mot je mooie oogen klaar te spe
len. Maar niks daarvan, meisje, niks daar
vanAh, mijn arme jongen, je ziet, dat
ze zich vorkoopt, maar dat zc niet uit liefdo
handelt."
„Zwijg, moeder," antwoordde Isidore, zijn
moeder tersluiks ccn veelbeteekencnde blik
toowerpend, „je zult jo goeie vrouw ccn van
moeder en jc pastoor hebben, en ik zal voor
de rest alles beproeven, wat ik kan. Maar
vermeet je nou maar niet tc veel tc vragen,
of de koop wordt nog verbroken."
Mathilde was tevredener heorschte een
oogenblik een doodelijke stilte.
(Wordt vervolgd