No. 13{?48 LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 6 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD. Ann) 1902.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Het Utrcchisch Dagblad schrift over de
#Abdykerk" te Rynsburg:
Zooala mon rich herinnert, meende het
Jtyk aanspraak te kunnen maken op het
eigendomsrecht van bovengenoemde kerk en
Verbood de Regeering de verbouwing, op
grond, dat de kerk alleen in bruikleen was
gegevon aan de Herv. Gemeente.
De Synode had wel f 6000 toegestaan voor
de verbouwing, maar daarvan kon niets
komen, vóórdat beslist was wie gelijk had,
want heeren kerkvoogden en do predikant
d8. H. van Druten beweerden, dat de kerk
het eigendom was der Gemoente zelve.
Wel wilde de Regeering toestaan, dat de
kerk vergroot werd, mits alle oude gedenk-
teekenen en pilaren ongeschonden bleven en
niets aan de bouworde van het oudste ge
deelte der kerk veranderd werd, omdat deze
afkomstig waren, zooals men dacht, van de
oude Abdijkerk.
De bekwame leeraar der Gemeente toonde
uit oude documenten uit het archief duidelijk
aan, dat do Regeering volstrekt niets over de
kerk te zeggen had. Veel studie getroostte
ds. Yan Druten zich voor deze zaak, en geen
moeite ontzag by.
En wat was het govolg?
De Rogeering was genoodzaakt toe to
geven. Het kwam 2e)fs gelukkig niet tot oen
proces, zóó onomstootelijk waren de bewijzen,
door ds. Van Druten aangevoerd.
Maar toch hadden de oudheidkundigen nog
het denkbeold vastgehouden, dat vele zaken,
die in do kerk werden gevonden, moesten
behooron tot de aloude Abdijkerk. Men vond
het jammer, als deze verloren zouden gaan,
en drong er by de Regeering op aan, om, al
kon zy niets meer bevelen aan de Hervormde
Gemeente te Rynsburg, zy toch nederig zou
verzoeken, om die monumenten en vooral do
pilaren te sparen.
Kerkvoogden waron hiertoe bereid, mits
duidelyk word bewezen, dat zy werkelijk
iilkonistig waron van de Abdykerk.
Doch ds. Van Druten, door zyn studiën
over doze zaak meester op alle wapenen,
Bloeg ouk don oudheidkundigen dit laatste
argument uit do hand. Onze plaatsruimte
verbiedt ons te uitvoerig to worden, anders
louden wy de gronden aanvoeron, waarop
zyn gevoelen steunde. Alleen deelen wy mode,
dat hy de Rogeering verzocht een bekond
deskundige uit Den Haag to zonden, ora nog
eens do zaak te onderzoeken in de kerk zelve.
En wat nam ik nu waar by myn bezoek
ln de kork?
Dat de drie pilaren, die men meende, dat
van do Abdykerk afkomstig waron, duchtig
door dien deskundige onderhanden waren
genomen en evonzoo de noordzymuur dor
kerk. Zelfs de fundamenten waren door hem
blootgelegd. En nu bleok hem, dat elke pilaar
uit drie deelen hardsteen was samengesteld,
die op elkaar waren gezet. Die doelen waren
van ongelyke hoogte en vorm; do kapiteelen
echter waren gedeeltelik van roode baksteen
gemaakt en dio bak6toenen waren niet van
goiyko hoeveelheid ln die drie pilaren. Men
hoeft dus, daar de hardsteenen stukken
ongelijk waren by de drie pilaren, moer of
minder roode baksteen moeten gebruiken, om
de pilaren even hoog te doen worden. Ook
do bassementen bleken verschillend van samen
stelling en vorm.
De betwiste noordelyko zymuur staat in
verband met dio drie pilaren, zoodat dus
bleok, dat dit gedeelte der kerk geiyktydig
moet in elkander gezot zyn.
De gebruikte materialen voor de pilaren
en dezeu zymuur moesten, zoo verklaarde
die deskundige, bepaald van later dagteeke
ning zyn dan de materialen der vroegero
Abdykerk. De pilaren hebben vroeger voor
den grond gelogen en kunnen onmogeiyk
in haar geheel deel hebben uitgemaakt van
de Abdykerk, zoo meende hy verder.
Wat blijft er dus over van de Abdykerk?
Eenvoudig niets.
Daarom werd door een Rynsburger het
volgende gedicht over deze zaak, die tot
zooveel stryd heeft aanleiding gegeven, ver
vaardigd. Misschien vindt men het de moeite
waard te lezen.
O, Abdykerk, o Abdykerk,
Wat zyt gy hoog vereerd 1
Men noemde u een monument,
Zooals ons land er weinig kent,
O, Abdykerk, o Abdykerk.
tVat zyt gy hoog vereerd!
O, Abdykerk, o Abdykerk,
Uw naam klonk als een klok!
Historie, kunst en piëteit,
Zy bogen zich voor u om stryd.
O, Abdykerk, o Abdykerk,
Uw naam klonk als oen klok!
Maar, Abdykerk, maar Abdykerk,
Uw roem was fantasie I
Het oude, trouwe kerkarchief,
Dat togen u zyn stem verhief,
Bewees de fantasiel
Ach, Abdykerk, ach, Abdykerk,
Gedolven is uw grafl
Historie, kunst en piëteit,
Of gy ook heete tranen schrei^
Gedolven is uw grafl
Ja, Abdykerk, ja, Abdykerk,
Wy treuren om uw lotl
Maar wie u niet voor dood verklaart,
En nog eerbiedig op u staart,
Verklaren wy voor
(J UI TER US).
Met dit alles is echter volstrekt niet ge
zegd, dat de kerk te Rynsburg niet belang
rijk is uit bouwkundig oogpunt.
Bovengenoemde deskundige verklaarde
zelfs, dat het plafond zóó zeldzaam en schoon
i«, dat hot jammer zou zyn, als het werd
gehavend ea vernield.
Daarom verzocht hy het plafond in zyn
geheel te sparen en alle andere oudheden
zooveel mogetyk te bewaren.
Hy gaf een mouw bouwplan aan de hand
en de kerkvoogden zyn bereid dit uit te
voeren. Doch daarvoor is meer geld noodig
dan men bezit voor de verbouwing.
Nu is mon daarom voornemens, om f 2000
subsidie aan de Rogeering te vragen.
Uit den gang dszer zaak blykt dus daide-
ïyk, dat noch de kerkvoogden, noch da. Van
Druten Btyfhoofdlg waren. Zy mochten echter
niet toegeven, dat de kerk Ryks eigondom
was, en moesten haar behouden voor de Ge
meente zelve.
Op de meest welwillende wyze wil men
nu luisteren naar het verzoek der Regeering
en haar raad zooveel mogeiyk opvolgen.
Maar haar bevelen mocht men niet gehoor
zamen, omdat men vry was en vry wilde
blyvou.
Van geachte en deskundigo zydo werd aan
Rei Centrum geschreven:
Op 22 Nov. 1901 werd door een roli-
g i o u z e, in een binnen het RUk govostigd
klooster een memorie van aangifte voor hot
recht van successie van een der kantoron
ingediend. By request verzocht zy aan den
Minister van Financiën om deze aangifte door
een lasthebber te doen beëedigen, omdat do
statuten barer instelling haar verhinderden,
persoóniyk den oed af te leggen.
De ontvanger on de directeur dor registratie
adviseerden op grond dor beslissing der
Regeering van den lston Aug. 1879 om
afwijzend te boschikken, doch het bestuur
besliste: dat „ingeval kloosterlingen volgens
de reglementen der instelling, waartoe zy
behooren", het door hen bewoonde gebouw
mot mogen verlaten, dit voortaan als een
wettige reden van verliindering, als bedoeld
in art. 82 der successiewet, kan worden aan
gemerkt, zoo Jat de bovenvermelde beslissing
niet meer moet worden gevolgd; echter
moet het vaststaan, dat de kloosterregels
workelyk hot verlaten van het gebouw ver
bieden, hetwelk de betrokken ontvangers
moeten onderzoeken.
Resolutie van 27 December 1901.
Deze beslissing werd genomen naar aan
leiding van een verzoek van een religieuze
van do ordo der Penitenten, aan den Minister
van Financiën ingediend. Do destyds fungee-
rende Ministor zeido, dat het verzoek niet
kon wordon ingewilligd, omdat dit geen
wettige reden van verhindering
w a s.
Het verheugt ons, dat onze tegenwoordige
Regeering er kennelyk beter prys op stelt,
godsdienstige overwegingen te eerbiedigen.
Wij lazen in de Arnhemsche Courant hefc
volgende
In De Nederlander heeft de directeur, de
heer D. A. Doamen, officieel kennis gege
ven van do reeds vroeger aangekondigde uit
breiding van het blad, dat mot 1 October a.s.
in vergroot formaat zal worden uitgegeven.
Ditbericht aan de abonnés" is duidelijk ge
noeg gedrukt, hot beslaat een geheele blad
zijde,,maar geplaatst op de vierde pagina
van het bijvoegsel, waar vele lezers het al
licht niet verwacht zullen hebbenzoo schijnt
hot dan ook door de groote f rganen der pers
niet te zijn opgomerkt, althans wij zien daar
in er geen melding van gemaakt. Do direc
teur schrijft o. a. ter aanbeveling:
,,Wij zullen daardoor inistaat zijn onzen
lezers veel te kunnen gevcp op allerlei ge
bied, dat nu in ons blad minder tot zijn recht
komt, terwijl bestaande rubrieken zullen
worden uitgebreid.
„Nog altijd zijn er duizenden in den lan-
do, die hoewel een Christelijk Dagblad ver
kiezende, met den geest van ons blad in
stemmende en do beginselen, die or in wor
den verdedigd en gepropageerd, toegedaan
zijnde, ingeteekend zijn op een courant van
een geestesrichting, dio niet de hunne is,
enkel omdat daarin meer nieuws staat. Wel
nu, met dc vergrooting van het formaat van
ons blad, zetten wij den oerstcn stap op den
weg, om aan dien wensch naar meer nieuws
te gemoet te komen. Het eind van dien weg
is en dat is het ideaal dat Nedorland
verkrijgc een groot Christolijk Dag
blad, dat aan alle eischen voldoet, dio de
Christen ook als koopman, als industrieel,
in ambtsbetrekking, als beoefenaar van kun
sten en wetenschappen stolt; een blad dus,
dat heel het terrein des levens bestrijkt en
het beziet uit hot geziohtspunt dos
Christens.
„Zulk een blad voor Nederland is moge
lijk, als de Christenen in ons land maar zeg
gen t wij willen or eon!
„Daarom roepen wij bij herhaling ieder,
vrien met ons dat ideaal voor oogen staat, op,
het te helpen verwezenlijken en do verbrei
ding van ons blad to bevorderen."
Gaarno helpen wij voor ons bescheiden deel
onze „Christelijk-nationalo" perszuster aan
wat meer publiciteit voor dit bericht, wa
re het alleen uit nieuwsgierigheid naar een
blad, „dat hoel het terrein des levens be
strijkt en het beziet uit hot gezichtspunt des
Christens."
Voor 't oogenblik echter bepalen wij ons
tot dezo ééno opmerking: kenschetsend voor
d«n toestand, waarin wo in Nederland vor
keeren, is het, dat terwijl een Ministerie
aan heb bewind is onder het permanent voor
zitterschap van dr. Kuyper, don Christen-
staatsman der „kleine luyden", dio wegens
zijn democratischo neigingen sedert 189*1 de
„mannen van twee namen", m a. w. de aris
tocratische Christenen, uit den antirevolu
tionairen tempel verjaagd heeft, het juist de
partij dier aristocraten is, die het eerst van
do behoefte aan ©en groot dagblad doordron
gen blijkt en een leidend orgaan schept, dat
„hoel hot terrein des levens" wol niet an
ders bezien kan dan uit het consorvatiove ge
zichtspunt van den aristocratischen Chris
ten, die bijv. van Patrimonium" 's ari)oi-
dcrs-kiosrocht niets hebben moet. Als hot nu
nog dr. Kuyper's Standaard was, die onder
diens bewind een leidend grootdagblad
werd in concurrentie met de groote pers van
andere geestesrichting", maar De Ne
derlander van jhr. mr. A. F. do Savornin
Lohman. Nog ©ens: het is kenschetsend 1
Do Wcstindische briefschrijver van Het
Vaderland vreest, dat wo in Suriname
voor het. bedenkelijk geval kunnen komen to
staan, niet over genoegzame macht te be
schikken tot onderdrukking van eventueele
opstanden:
Tijdone hot optreden op Mariênburg
Alliance toch was de hoofdstad zoo goed als
onbewaakt; verscheidene posten bleven onbe
zet. Mijns inziens doet mon verkeerd do mili
taire macht hier meer en meer te vermin
deren.
Toen do kolonie een bevolking had van
ongeveer 50,000 zielen, en tooncelen, die nu
nog aan de orde zijn, er n i e t voorkwamen,
toen er geen aanwas van vreemde elementen
te oonstateoren viel, besohikto het bestuur
over een troepenmacht van pl. m. 650 man,
behalve de bemanning van twee >f meer oar-
logabodema
Nu de kolonie een bevolking heeft van
pl. m. 70,000 zieden, waarvan ongeveer 20,000
vreemde elementen, die telken jarc met een
2- a 3000-tal toenemen, bestaat de troepen
macht wanneer zij oonr leet is, wat in den
regel niet hot geval is uit een 400 man,
zonder meer; aangezien sedert conige jaren
geleden ook do marine van hier verdwe
nen is.
Het is te hopen, zoo beeluit do correspon
dent van het Haagsche blad, i' f. de Regee
ring aan deze gewichtige aangelegenheid
haar heelc aandacht sohenke en niet verdr
er op in ga de troepenmacht in Suriname te
verminderen.
In verband met het onderzoek van het
„Algemeen Nodorlandsoh Werli oden ver
bond" naar den veldarbeid van ge-
huwde vrouwen wordt aan het Sociaal
Weekblad uit Drente gesohrever
Op de zandgronden in Drente is de veld
arbeid door vrouwen in het algemeen in de
laatste jaren zeer verminderd. Vroeger, toen
hot aantal groote landbouwers aldaar meer,
en het aantal arbeidersgezinnen minder was
dan nu, werden zoowol vrouwen als mannen
voor veldarbeid gevraagd. In tijd van
den roggeoogst zijn nog gehuwde vrouwen,
maar meer ongehuwde ais dienstmeiden
daarbij behulpzaam. Bij don aardappeloogst
helpen zij ovenzoo, omdat dat werk por ak
ker of muddclands aan arbeidersgezinnen
besteed wordt In de veenkoloniën Gasscl-
ternijevcon, Nieuw-Buinen, Er' ervecn en
V&lbhermond wordt meer arbeid door vrou
wen verricht. Vooral met het schoffelen cn
wioden helpen zij in do zomermaanden
begon 60 cents per dag. Nog meer work
wordt door zoodanige vrouwen verricht in
de veenstrekenwaar men brandstof bereidt.
Daar helpen zij aan hot droogmaken en
gaan dag aan dag naar het void. De oudste
broertjes en zusjes moeten dan op de klei
nere passen co de corsten lijden daaronder
wegens schoolverzuim.
Mot het ofnon>on der vervening houdt de
vrouwenarbeid vanzolf op. ln de veenkolo
niën, waar de landbouw con aldaar vroeger
ongekende hoogte hoeft bereikt, neemt vrou
wenarbeid af naarmate er meer andere
arbeidskrachten verkrijgbaar zijn. Het land-
bouwwerk, door vrouwen verricht, is echter
ten allen tijde minder nadcelxg voor hot ge
zin, voor do kinderen en voor het lichame
lijk welzijn der vrouwe®, dan ue voonarbeid
in verband met brandstofbereiding, omdat
het laatste meer in het vroege ochtenduur
aanvangt dan het eerste, en er bij land bouw
werk meer rekening wordt gehouden mot dc
behoeften van het gezin on die der kinderen.
In De Katholieke Werkman klaagt H.
E(ngols), voorzitter der R.-K. werklieden
vereniging „Sint-Joseph" te Enschedce,
over do m i s s t a nd en, dio hij door persoon
lijke waarneming aantrof onder de T i 1-
burgsche werklieden. Hot ergste
naast do gedwongen winkelnering noemt
Hij den langen, veel te langen 13-urigon ar-
boidsdag.
,,Van 'b morgens zes tot 's avonds acht, met
één uur schafttijd, staan daar do arbeiders
aan hun machines.
Wat dat voor velen zeggen wil, laat ons
dat eens wat nader bekijken. Door do ver
bazende uitgestrektheid van Tilburg gebeurt
het bij velen, dat zo een half uur of drie
kwartier van do fabriek afwonen. Dezen
gaan dus 's morgens om halfzes van huis
en komen dca avonds om negen uren of la
ter thuis. Want van 's middags naar huis
gaan is geen sprake ,dat laat de tijd niet toe.
Een potje eten wordt warm gemaakt en in
de fabriek opgegeten.
Van familieleven is bij deze mcnschen hee-
lemaal geen sprake. Hun vrouw en kinderen
zien ze den heelcn dag niet. Alleen Zondags,
wanneer hun tijd niet in beslag genomen
wordt door iots anders, zijn eo thuis. Dit
geldt voor de wevers. Met do zoogenaamde
uurwerkor8 is het nog slechter gesteld. Het
hoogste uurloon, dat in Tilburg betaald
wordt aan do fabrieken, bedraagt elf cents,
voor overuren wordt vijf ets. meer betaald.
Nu gebeurt het, dat deze uurwerkers het er
op toeleggen, zooveel mogelijk overuren te
krijgen om meer te verdienen en dan wordt
vaak tot 10 k 12 uren 's avonds gewerkt, om
's morgens weer om zes uur te beginnen.
Door de wevers zijn al eens ©enige malen
pogingen aangewend om korter arbeidsdag
to verkrijgen, doch zonder gevolg. Ook om
het middag-schaftuur oen half uur te ver
lengen. Eveneens zonder govolg. Het eorste
ontmoet niet allocn tegenkanting bij de pa
troons, die den 13-urigen werkdag officieel
als den besten hebben vastgesteld, doch ook
van do zijde der bovengenoemde uurwerkers,
die hierdoor, zonder loonsverhooging, hun
loon verminderd zouden zien.
Het. tweedo is door de patroons geweigerd,
op grond dat, als zo de arbeiders 's middags
uit de fabriek laten, er grooto kans bestaat,
dat ze dronkon tenigkeeren.
Dat is in waarheid het droevigst motief,
dat ooit tegen verkorting van arbeidstijd kan
aangevoerd worden.
Of hot waar is? Ik vrees van wel. Althans
voor sommigen. Want do taforcelen van
dronkemanspartijen, die mij door Tilkurgers
werden verhaald, zijn inderdaad ergerlijk.
Hoe nu de Tilburgsche fabrikanten ook
volhouden, dat verkorting van werktijd het
drankmisbruik in do hand werkt ,ik beweer,
cn het is te onzent procfondorvindolijk ge
bleken, dat het tegendeel waar is."
Het volgende lezen wy in het Sociaal Week
blad over oen plaatsolyke onquöto in hot
bakkersbodryf:
Eenigen tyd goloden stelde de Kamer van
Arbeid voor Voedings- en Genotmiddelen te
Delft oen onderzook in naar de toestanden
van loon, werktyd, leeftyd, enz. in liet
bakkersbedryf aldaar, waarvan do resultaten
in verschillende bladen zyn gopublicoerd. Er
werd ochter uitdrukkelyk by vermeld, dat do
Kamer or niet in was geslaagd, voldoondo
inlichtingen van do gozellon machtig te
worden, on derhalvo hot rapport niet als
volledig juist mocht beschouwd worden, wyl
bet was samongesteld byna uitsluitend uit
gegevens, door de patroons verstrokt.
Naar aanleiding van dit rapport nam do
afd. Dolft van den Bakkorsgozellonbond het
besluit, zelfstandig een enquête in te st.ellon,
en zich daarvoor uitsluitend te wenden tot
do gezellen, opdat dan het publiek een vor-
goiyking zou kunnon makon tusschen de
beide rapporten.
Het onderzook waarvan het uitvoerig
rapport is gopubliceord in Do Bakkersbode
omvatto 84 gezellen, werkzaam by 84 patroons.
Do overige patroons werken met eigon zoons,
of zondor gezellen. Het rapport maakt ondor-
schold tusschen de gezellen, dio vast in dag
taak, en hen» die vast in nachtdienst zyn.
Onder de eerste categorie vallen slochts 4
volwassen gezellen, wior arbeldstyd bodraagt
1 van 10^, on 3 van 12£ uur; on 18 „half
wassen", jongeliodon van 13 tot 16 jaar,
wier werktyd la:
Aantal gezellen. Aantal uren per etmaal.
112
2"-Ui.
610-104
18
Van do bovonstaandon zyn er 18, dio, behalve
bakkerywerk, ook daarna— het brood moeten
rondbezorgen by do klanten. Het rapport
vestigt or de aandacht op, dat juist van dezo
Jonge krachten, van 18-16 Jaar, voor wio
nachtarbeid verboden is, het moesto misbruik
wordt gemaakt. In onderdeelen verricht hy
hetzelfde werk als de volwassenen, on ontvangt
do helft of nog minder loon dan dezo. Van
eenige regeling of leerlingstelsel is geen sprake.
Mon haalt uit de jongens wat or uit te haien
is, zonder zich ook maar ln hot minst om
hun toekomst te bekommeren. Deze half
wassen-exploitatie tiert het weligst by kleino
patroons; dtórdoor alleen kunnen dezen de
concurrentie tegenover hun collega's, die do
zaken meer in 't groot dry ven volhouden. Do
loonon der gezellen by dagdienst bedragen:
voor volwassenen: 14, 19'/i, 20'/, on 23'/,
cent per uur. Voor do halfwassen: 2'/,, 3,
4, te ö'/a» 7 en 8 cent per uur. Elf der gezellon^
hadden geen bepaalden schafttyd, maar moeten
deze zien te genieten gedurende do werk
zaamheden.
Uit Frankrijks Geschiedenis.
£4)
En terwijl de brave vrouw dio woorden
binnensmonds mompeldo, beproefde zij, met
den rug van haar hand, de dikke tranen
weg te vegen, die op haar bleeke, gerim
pelde wangen pareldon, en zij maakte op
godvruchtig© wijze hot toeken d©6 krui se».
„Kom nu, lieve Marianne," sprak Ma-
thilde, het goede oudje omhelzend, „ge zijt
bepaald afgemat en ingespannen; nu gaat
go een weinig rust nemen. Gedurende dien
tijd zal ik naar Grenoble gaan. Ik verlang
zoo innig te weten, wie er voortaan over
onze beklagenswaardige provincie zuilen
regcoren. Wellicht zal ik van hun recht
vaardigheid verkrijgen, dat ten minste mijn
lieve moeder in vrijheid worde gesteld."
„Hun rechtvaardigheid,!" zuchtte Mari
anne. ,,0 Mathilde 1 Arm kind, wat bedriegt
gij u!"
Het jonge meisje drukte ©ren haar vinger
'tegen den mond van de brave oude vrouw
en glimlachte met zooveel bitterheid en
smart dat de zoogzuster van graaf Philippe
in snikken uitbarstte.
„Wees verstandig, arme vriendin," sta
mel da Mathilde op zwakken toon, terwijl zij
de dorre handen van do brave vrouw mei
eerbied kuste.
Zij drong naar toen zachtkena in een leu
ningstoel en maakte zich gereed, om zich
'paar Grenoble te begeven.
En zou ik u zoo maar alleen laten gaan
jfiep Marianne uit, rich plotseling overeind
richtend; „neen neen, hiermede zou ik in
Btrijd handelen ct het vertrouwen uwer
moeder. Arme dierbare vrouw 1"
„Zoo gij er op staat mij te vergezellen,
zal ik niet naar Grenoble gaan, Marianne.
Op uw leeftijd tweemaal in denaelfde® och
tend naar de stad gaan 1 Neen, neon, dat
is onmogelijk I"
„Gij zult naar Grenoble gaan, en ik zal
met u ,r edegaan, mijn kind. Gij hebt gelijk,
wo moeten dadelijk weten, in welke handen
wij gevallen zijn."
Er had een langdurig geschil plaats tus
schen het jongo meisje en de goede oude
vrouw; deze evenwel won het ten slotte on
boiden togen op weg naar Grenoble, Mathil
de haar geleidster steunend, zooals zij eenige
maanden geleden de rampspoedige gravin
langs dienselfden weg geleidde.
Het was feest in Grenoble.
Van de oovar© der Isère af, vernamen
Mathilde en haar gezellin het vroolijke ge
roffel der trommelslagers, waarbij zich nu
en da® d© boren van do pijpers en van de
krijgstrompetten kwamen voegen Een joebe-
lende menigte verdrong zich in de omgeving
van de poort, waardoor zij gewoonlijk de stad
inkwamen. Zij beproefden door de menigte
heen te dringen en slaagden .hierin zoo goed,
dat zij sich weldra in de voorste rij en vlak
bij het hek bevonden.
Men verwachtte een optocht, den op
tocht van het nieuwe gemeentebestuur.
Hefc volk leidde de autoriteiten, welke hot
rich gekozen en in zijn midden genomen had,
overal triomfantleajk rond; men behoefde er
niet aan te twijfelenhet volk heerschte
thans onbeperkt. Den verwoedsten volks
leiders, don hefigsfcen, wreedste® voor
standers van hot schrikbewind, was de eer
van de verkiezing to beurt gevallen, en dezen
ontvingen thans de huldebewijzen van een
door schrik getroffen of door vreugde opge
wonden menigte.
De stoet zou oindelijk verschijnen.
Maar welk een stoet I
Het allergeringste grauw, hot Bchuim der
maatschappij, ellendelingen met vodden en
lompen aan het lijf en met slijk en bloed
bespat, halfgekleodo wijven met loshangende
haren...
Elk van do deelnemers aan dit afschrik-
wokkendo schouwspel zong voor zichzelf eon
triomfantelijk on patriotisch lied; een iedor
danste de afschuwelijkste dansen, onophou
delijk daarbij het: „Ca ira" uitgillend, dafc
sinds den 6den en 6den October 1789 to Ver
sailles had weerklonken, en van daar door
geheel Frankrijk.
Mathilde, ontsteld als rij was, verborg
©en oogenblik haar met tranen bedekt ge
laat aan den boezem van de trouwe Marian
ne dooh do gedachte aan haar moeder,
aan haar vader, gaf haar weldra don moed
terug, en zij aanschouwde met kalmte het
afschuwelijkste toon eel, dat zich aan haar
oog ontrolde.
Achter de voorhoede, geheel saamgesteld
uit sans-culotten en uit een soort vrouwen,
dat den naam van vrouw onwaardig is en
tc Parijs terecht met den afschuwelijken
titel, van guillotine-liksters word aangeduid,
verschenen de soldaten van het regiment van
Grenoble, tamboere en muziek voorop. Die
soldaten, in do geheele stad bekend onder
den veelbeteekenenden naam von goede pa
triotten, vereenigden rich mot geheel hun
hart met een zegepraal, welke rij verlangd
hadden, en bun verscheidene malen herhaal
de kroten van „Leve do Republiek i Leve
Robespierre 1 Leve dc Père-Duchènc 1" zeiden
genoeg, dat hun vreugde geenszins geveinsd
was. Achter de soldaten, dc autoriteiten,
andere sans-oulofctoe®, mot hooivoken en
stokken gewapendzij kondon zich ternau
wernood staande houden, daar mon aan alle
taveernen had halt gohoudeneindelijk de
president, do niouw gekozen presidont, wiens
verkiezing dien dag word gevierd.
Deze was oen jonge man met kleine grijze
oogon, laag voorhoofd, zware wenkbrauwen,
mot een juiatigem neus, dio wees op talrijke
drankoffers van deszelfs eigenaar, met zwar
ten en waren baard, met een vcrechrikke-
lijken knevel. Hij stond overeind op een
soort van berrie en hield een kleine guillo
tine in zijn handen, waarvan hij het kleine
mesje voortdurend mot eon weorgaloozo
vlugheid en onder do razende toejuichingen
der menigte liet werken.
De kinderen van elk rechtgeaard patriot
waren in het bezit van zulk een kleine guil
lotine; zij vermaakten zich daarmede op
straat en kozen daarbij kloine vogeltjes als
slachtoffers. Het is bekend, dat Chaumette,
maire van Parijs, dat afschuwelijke speel
goed zond aan don jongen koning Lodewijk
XVII, in den Temple in hechtenis, op den
zelfden dag, dat Marie Antoinette word ge
vonnist. Door dit afschuwelijk vojrwaro
zoo uitstekend in zijn vaardige handen te
doen werken, bewees de burger-president
van de commune van Grenoble, dat hij zijn
geloften getrouw zou vervullen. Wat had
hij met lange redevoeringen te maken? Zioh
naar links, naar rechte, naar voren, naar
achteren wendend, en het noodofctige werk
tuig naar alle kanton met ©en triomfante
lijke® -glimlach vertoonende, schreeuwde
hij met hoesche stern:
„Aanschouwt en ziet toe... Het uur der
wraak heeft geel ogen, cn ik zal dc wreker
zijn van een verdrukt volk..."
Aanvankelijk ontwaarde Mathildo slechts
het afgrijselijke werktuig; bijna ontsnapte
haar een kreet van afschuw, maar zij be
dwong zich bijtijds cn herinnerde zich, dab
het minste teeken van afkouring of droef
heid voor haar zelve en voor haar moeder
noodlottig zou kunnen zijn.
Toen zij hot volgende oogenblik den pre
sident oplettend aanstaarde, werd zij plot
seling bleek van vorraesing; een uitdruk
king van blijdschap en plotseling herlevende
hoop vloog over haar bleeke trekkenwant
de man, die thans alle macht in Grenoble
in handen had, was niemand anders dan
do veel gevloekte, vsel geprezen Isidoro La-
fleur.
Smcckend hief het jongo meisje haar boido
armen naar dc® nieuwen magistraat om
hoog.
Isidore kreeg Mathilde in het oog, sloeg
haar een oogenblik gade, on zich naar dege
nen, die do berrie droegen, voorover bui
gend, zeido hij op tamelijk luide® toon, op
dat zijn woorden het oor van Philippe's
zoogzuflter zoude® bereiken:
„Zo riet er niet onaardig uit, de bur
geres I"
Weldra ging dat woord van mond tot
mond, en eenige stommen sohreeuwden:
„Levo de kleine burgeree I"
(Wordt vervolgd.)