Tan de jurisprudentie, die zich over het onderwerp gedurende de laatste jaren bij on/.o rechterlijke macht gevormd heeft. Mr. Aalberse geeft een overzicht, met toe lichting van alle toepasselijke artikelen uit ons Wetboek van Strafrecht, cn meent, dat menig handelsman on winkelier verrast zal opzien, als hij bemerkt, hoeveel goede zij het ook voor verbetering vatbare be palingen wij reeds in ons Wetboek van Strafrecht hebbon. Hij is van oordeel, dat wij niet zoozeer noodig hebben een spe ciale wet, als wel een herzi ening en aanvulling dor bestaande bepalin gen. v Onderwijl zegt hij zal de handol goed doen te roeien met de riemen, die hij al heeft, en ze niet uit onwetendheid of laksch- heid ongebruikt te laten liggen. Indien het meerendeel der handelaars en winkeliers zoo laksoh blijft als zij tot heden geweest zijn, dan zal ook de beste wetgeving hen niet helpen. Dit geldt evenzeer van ons civiel rcoht, betoogt De Tijdhierin eenstemmig mot nar. A. Ook hier tal van bepalingen, cl:, veel te zelden worden ingeroepen. Be Tijd zoekt de oorzaak daarvan hoofd zakelijk in de wetenschap, dat onze burger- lijko rechtspleging zbo langzaam en kost baar is. Maar ook onbekendheid met deze bepalingen bij vele verongelijkten zal wel als reden moeten gelden. Zelfs de bepaling van lretgeen volgons do wet wel on hetgeen niet moet beschouwd worden als oneerlijke concurrentie, dio tot een strafvervolging of een civielcn cisch aanleiding kan geven, is, zegt zij, niet zóó eenvoudig als bij den eersten blik sóhijncn kan. Mr. Aalberse maakt daarom in het be gin van zijn rapport, door eenigo sprekende voorbeelden, de juridische botcekcnis van oneerlijke concurrentie ook voor den gewo nen lozer duidelijk. Om daarna over te gaan tot bespreking van do vormen van oneerlijke concur ren tie, en van de vragen: Waarom bestrijding van de oneerlijke conourrentie Hoe kan dc oneerlijke concurrentie door de wet worderr bestreden? Enz., enz." Ten slotte bespreekt Be Tijd enkele pun ten, op welke zij de meening van tur. Aal berse slechte met eenig voorbehoud onder schrijft. more, wat de schrijver voorstelt, zou juist zijn tegen den geest van de instelling, tegen do strekking van haar oprichting. Dat doel is het bevorderen on gemakkelijk maken van het sparen, niet hot gemakkelijk op reis gaan en het gemakkelijk geld uitgeven, zegt Be Nieuwe Courant. Deze opmerking van Be Nieuwe Courant ontlokt de Amsterdamschc Courant dit ant woord ,,De schrijver van deze opmerking schijnt een andere opvatting van sparen te heb ben dan wij. Immers men spaart in den regel het vlij tigst voor een doel. En nu kan het o. i. toch niet in strijd zijn met den geest van de Rijkspostspaarbank, dat men spaart om 's zomers van het bespaarde zijn reispen ningen te kunnen nemen. De geest van de Rijkspostspaarbank kan toch niet uitsluitend zijn, dat men moet sparen voor zijn ouden dag of voor zijn erfgenamen. Voor het eerste doel zijn de verzekerings maatschappijen de aangewezen spaarbanken en voor het laatste zal de Staat toch wel geen dwang will uitoefenen. Voor zoover wij ons herinneren is de Rijkspostspaarbank in het leven geroepen, om vooral met oog op de kleinere plaatsen, waar nog geen spaarbanken waren, het sparen ook van kleine bedragen te bevor deren. Door van de organisatie der Rijks- post gebruik te makon, is dit volkomen ge lukt. Dat bij de oprichting van de Rijkspost spaarbank een bepaalde geest, cLw.z. een bepaald doel voor het bestoden van het te besparen geld voorzat, hebben wij tot dus ver niet vernomen. Maar gesteld, dat men zich dat al ge droomd heeft, dan kan er dunkt ons, toch geen bezwaar zijn, dat die geest zich met den geest des tijds wijzigt." De deze week. vertoonde vlootparade op de reede van Spithead. „Geen aangenaam vooruitzicht". Aldus het opschrift van een artikeltje in De (a.-r.) Hollandergeschreven naar aanleiding van bet bericht, dat de Staatsbegrooting van 1903 zal sluiten met een tekort van 18 millioen. Het heet daarin: „Geen kleinigheid voorwaar. Een ietwat zonderlingen indruk maakt uit tekort, als men zoo maand op maand leest, dat do opbrengst van 's Rijks middelen tel kens meevalt. Toch is straits bij de aa rbic- ding der Staatsbegrooting wel een soortge lijke medecleeling va«n den Minister van Financiën be verwachten. Wij voor ons zouden daardoor niet „pijn lijk" verrast worden. 't Was vooruit te zien. Hot vorige ministerie lcotee grootscheeps, maakte verteringen 'of bestelde al thans aJkr- loi dingen, dio veel geld zouden kosten. En nu de wissels worden gepresenteerd, blijkt, dat het bcta.len moeilijk wordt en dat het Kabinet-Pierson op veel te groeten voet heeft geleefd. Men begrijpt wat we bcdoeJcn- Dc .cone wet na de andere moest worden aangenomen. Ongevallenwet, Le e r p li cl it wet, Gezondheidswet, Woningwet cn Militiew t. En nu ze worden uitgevoerd, blijkt, dat ze grooto uitgaven vorderon cn dat het ge»kl or niet voor aanwezig is. Après nous le dólugc, voor onze opvolgers de moeilijkheid om geld te vinden riopon de afgetreden ministère. Ze deden dan ook letterlijk niets om de schatkist te verster- kon, om te zorgen, dat er geld zou zijn voor dc duro wetten. En nu zit het minisberio-Kuyper voor die moeilijkheid. Waarlijk, het was hoog tijd, dat aan do rookoloozo politiek van hot mimsteric-i'ior- son een eind werd gemaakt." 't Is, dunkt ons, toch wol een beetje erg merkt het Utrechtsch Dagblad hierbij aan om van liet tekort op de begroeting hot vorige Kabinet een grief te maken, alsof zij noodigc on nuttige wetten voor hun oigon plezier zouden hebben doorgedreven. Hot „après nous le délugo" kan z.i. cp hen niot worden toegepast, want hot was niet vooruit te zegen, datszij zelf niet voor do uitvoering dier webten zouden hebben te zorgen. En overigens meent hot Utreclitsch Dag blad dat de Ongevallenwet, de Woningwet en de Gezondheidswet mot algemeen© in stemming waren begroet, ook van a.-r. zijde. De Amsterdamsche Courant wijst op conigo regelingen bij do R ij k s p o s t- spaarbank, die er h. i. toe bijdragen om clio instelling minder populair te maken dan zij verdient, ooreerst komt het blad er tegen op, dat men voor het terugontvangen van 100 bij den ambtenaar ton kantore persoonlijk bekend moet zijn of andore door twee getuigen zijn identiteit moet bewijzen. Do schrijver meent, dat de groote steden hiermee bij de kleine plaatsen zijn achter gesteld, daar op deze laatsten de postambte naar de meeste inleggers wel persoonlijk zal kennen; in een groote plaats daarentegen zeer zelden. En een tweede bezwaar van de Amsterdamsche Courant is, dat men wel overal in den lande zijn geld kan beleggen, maar slechts terugontvangen ter plaatse, waar men het spaarbankboekje genomen heeft. Hot blad vindt dit zeer ongerieflijk voor hen, die veel reizen en niet gaarne veel geld meenemen. Wanneer nu het spaarboekje kon werken als een kredietbrief, zou mem, op reis gaando, het bij zich kunnen sbeken en bij eventueele geldverlegenheid, tor plaat se, waar men vertoeft, en geld op kunnen ontvangen. Do A msterdarnseh-e Coxirant beveelt dit laatste denkbeeld aan, dat o. i. niet veel kans van verwezenlijking zaf hebben. Jsn- Koloniën. BATAVIA, 83—26 Juli. Omtrent den gisteren reeds vermelden he- vigen brand te Weltevreden, in den namid dag van den 24stea Juli jl., in Gang Baroe op Kramat, ten gevolge waarvan zeven en veertig Europeeschc en Inlandscho woningen werden vernietigd, en waarbij een kind ver koold werd gevonden en verder een oude man zware brandwonden kreeg, bevat het „Bat. Nbld." van 25 Juli een relaas waarin wij onder meer nog het volgende lezen De onwillekeurige oorzaak van den brand had met het leven er voor geboet. Het was een inlandsch jongetje van een jaar of zes, dat onvoorzichtig met vuur had gespeeld; zijn kleederen vatten vlam, en het schijnt dat het kind, radeloos, tegen den kurkdrogen wand van het huis is gerold, waaraan het vuur zich aanstonds mededeelde. Men vond het verkoolde lijk later onder de puinhoopen terug. Hoe het eigenlijk gegaan is, weet niemand met juistheid tc zeggen. Zeker is echter dat do vlammen met racende snelheid om zich heen grepen: dc kurkdrogen daken en de bamboo leverden maar al te gretig voedsel. Hoog stegen de vlammen op uit het eersto aangetaste huis in don hoek nabij gang Bali- roe^ een oogenblik zelfs het westelijker ge legen groote gasreservoir bedreigend, zoo dat men zich er op voorboreidde het gas el- dors te Jaten ontsnappen. Hoog lekten de vlammen, aangewakkerd door den opsteken- den wind, om, plotseling nedergestooten, we der een ander huis in lichterlaaie te zetten. Naar links en naar rechts grepen zij om zich heen in steeds grooter kracht, steeds feller woede, overslaand op de laatste hui zen ter linkerzijde in de gang Bahroe, ter wijl aan den andoren kant, van het uitgangs punt af, de vlammenzee met verbijsterende snelheid de bijgebouwen der aan den weg van Kramat gelegen huizen naderde. Het „Bat. Nbld." zegt ten slotte: „Do organisatie onzer bramdweer of wat daar voor doorgaat, en de wijze waarop zij haar taak opvat, de hulpmiddelen waarover zij beschikt dit alles wekte gisteren weder eens den lachlust, maar wekte ook ergernis. De «fcoombrandspuit, die, als er iets te red den ware, het had kunnen doen, kwam eerst om half zes, toen allee afgeloopon was, en toen zij het terrein van den brand bereikte doden de brand weergasten alsof zij met den mees ten ijver waren bezield, de sukkels die on- dorweg nauwelijks voortkonden. „Aan den oever van de Kali Baroe stond een ongelukkig handspuitje, waarin het op te pompen water root emmers moest worden gfscept. Twee politieoppassers waren er bij, en deze zorgden dat de bediening steeds aan gevuld werd door met zochten dwang ge vonden vrijwilligers. „Deze twee vertooningen kenschetsen onze brandweer- „Denkt men nu waarhjk met zulke mid delen ooit een brand te 6tuiten? Of wordt het niet meer dan tijd dat Batavia een eenagtrins behoorlijke brandweer krijgt; dat er eons wordt omgezien naar een aantal be hoorlijke stoomspuiten met bediening en be spanning. Zijn deze minder urgent dan bijv. de kostbare proefnemingen met asphaltwe- gen of dergelijke dwaasheden, waaraan Ba tavia zoo rijk is? „Het gebeurde van gisteren leert anders. ,,Ovor het politietoezicht zullen wij maar zwijgen; hoe dat was, weten onze lezers wel uit zichzelf." Van den lstcn tot dea* lOden Juli kwa men in de afdeeling Madioen dertien geval len van pokken voor, zonder sterfgevallen. Met de pokken-epidemie is het dus nog lang niet zoo erg als met de cholera-. BN.) Zooals sommigen bekend zal zijn, heeft de tegenwoordige gouverneur-generaal van Ncd. O.-I., do luitenant-generaal Roose boom, indertijd ook een roman geschreven: Henri Raloff." Aan het „Bat.Nieuwsblad" wordt nu geschreven, dat dit boek zijn ont staan aan een weddenschap heeft te danken. In een gezelschap, waarin do bekwaam heid van den toennialigen kapitein Roose boom volkomen werd erkend, werd hem echter gezegd dat hij zeker geen kans zou zien een roman te schrijven. De geïnterpel leerde beweerde daartoe wel degelijk kans te zien en een weddenschap werd aangegaan. Met de verschijning van „Henri Raloff" werd do weddenschap gewonnen. De „Deli-Ct." verneemt, dat een orkaan die Donderdag 24 Juli, 's middags uren, boven de onderneming Sei.Krapoh heerech te, do volgende schade aanrichtte: Dc oogst nog te velde staande, werd door hagelslag vernield, de tabak in de forxnen- teerschuur eenigszins beschadigd en een ge deelte van het dak van een der droogschu ren stukgewaaid. Een koeliehuis viel omver, terwijl ook do Javanenpondok niet bestand bleek tegen den woessten wind. en voor den grond ging. Verder viel een groote boom op do bijgebouwen van een assistentenhuis, vornielde dat geheel, en werden nog do woningen van twee Batakkers, sohuurbou- wers, vernield. Vele groote boomen werden ontworteld. Het „Bat Nbld." schrijft: Het gebrek aan onderwijzers, waarvan wij in den loat- sten tijd herhaaldelijk spraken, heeft geleid tot een maatregel wolko te voorzien was en bij den waterstaat en den militair gonees- -kiindigcm dienst reeds is toegepast. Do rogeering heeft namelijk don directeur van onderwijs, eeredienst en nijverheid op- godragen om voorshands verzoeken om bui- tenlandsoh verlof wegens langdurigen dionst van onderwijzers ter zijde te leggen. Knokkelkoorts. De „Deli-Ot." van 25 Juli meldt: Naar wij van verschillende zijden hooren klagen is deze meer lastige dan gevaarlijke ziekte wederom in Medan heerschende. De reis van den lieer Tan Kol. Uit Sitoebondo schrijft de heer Van Kol aan het „Soer. Hbld.": Wegens de hervatting der werkzaamheden van de Tweede Kamer, 16 September aan staande, moet de reis zioh verder beperken tot Java. Het volgende reisplan werd vastgesteld23 Juli te Bondowosso, 24 Juli van Bondowos- so naar Soerabaia; 25 en 26 Juli bezoek So lo-vallei; 27 en 28 Juli studie havenquaestie en bezoek van enkele inrichtingen te Soera baia; 29 Juli van Soerabaia naar Modjoker- to en Pasoeroean; 30 Juli verblijf aldaar; 31 Juli Pasoeroean-Lawang-Malang; 1 Aug. van Malang naar Kediri; 2 Aug. Kediri, Nga- wi en Solo; 3 Augustus verblijf Solo; 4 Aug. van Solo naar Salatiga (Warak) cn^j Augus tus van Salatiga naar Magelang per rijtuig; 6 Augustus Magelang naar Djokja en 7. 8 en 9 verblijf Vorstenlanden; 10 Augustus van Djokja naar Tjilatjap; 11 van daar naar Garoet; 12 Augustus van Garodt naar Ban doeng; 13 Augustus naar Soekaboemi, om 14 Augustus naar Buitenzorg en Batavia te vertrri hen, van waar 20 Augustus per mail boot ue. terugreis zal worden aanvaard. Cholera. Uit de tiendaagsche rapporten, opgeno men in de „Jav. Ct.", blijkt dat van den lstcn tot den lOden Juli te Pekalongan 53,ge- vallen voorkwamen, waarvan -18 doodelijk; in de afdeeling Brebes vier gevallen," één doodelijk en in de afdeeling Pemalang 167 gevallen, waarvan 46 doodelijk. De cholera-epidemie in de districten Gen- dingan en Ngrambe, afdeeling Ngawi, Ma- dioen is opgehouden. Daarentegen heerscht do cholera epidemisch in dc onder-af deeling Scgiri (Noorder-districten van Celebes) en in de districten Amondit en Benoea Ampat (Zuidor- en Oosterafdecling van Borneo). Zoo langzamerhand meenden wij uier ter plaatse, zegt het „Soer. Hbl.", dat het rijk van Bhowani, de godin der cholera, uit was; maar do feiten verbrijzelen dezen waan met ruwe slagen. Zondag is het te Soerabaia en in dc omstreken een ware ongeluksdag ge weest. Hier ter plaatse bezweken aan de ziek te de gepensionneerde- majoor Meis en een zijner dochters die van Maos afkomstig, bij hun verwanten door cholera werden aange tast en, na in het groot militair hospitaal te zijn overgebracht, overleden. Verder viel te Soerabaia als slachtoffer der ziekte de jongeling Butteling, een zoon van den con ducteur der Staatsspoorwegen van dien naam; en te Bangil de tweede machinist bij de Staatsspoorwegen Boonzaaier en de be ambte bij dien dienst Ibnen. Bovendien hield de cholera huis onder het plaatselijk garni zoen; niet minder dan zeven in het Sim- pangsch hospitaal opgenomen soldaten over leden aan de ziekte. Te Sidhoardjo is de cholera aan het afne men; er zijn daar heel wat slachtoffers ge vallen, evenals op andere plaatsen in don omtrek. Door den Qouverneur-Generaal van Nod.-In- dië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Toegela ten: tot uitoefening der' tandheelkundige praktijk in Noderlandsch-Indië mejuffrouw C. A. Alken. Ontheven: bij do normaalschool te Ba tavia wegens vertrek, eervol van de tijdelijko waarneming der betrekking van leeraar in de natuurlijke historie G. A. Tuyl Schuitc- maker en van leeraar in de aardrijkskunde A. de Priester. Tijdelijk belast: met het geven van onderwijs in de natuurlijke historie en de natuur- en wiskundige, aardrijkskunde W. Rijkeo, eerste onderwijzer aan dc openbare tweede lagere gemengde school aldaar; in do staatkundige aardrijkskunde H. L. Milius, eerste onderwijzer aan de openbare lagere gemengde school B. aldaar. Tijdelijk gesteld: ter beschikking van den directeur der zoutverpakking als tweeden machinist de werktuigkundige J. Breman. Ontslagen: op verzoek met ultimo Juli 1902 wegens vertrek, eervol als gouverne mentscommissaris bij de Javasche Bank; J. Faes. Benoemd: tot secretaris van den raad van Nederlandsch-Indie, de referendaris ter algomeene secretarie J. E. Bijlo; tot tweeden commies op het bureau van den hoofdinspecteur, chef van den dienst van het boschwezen op Java en Madoera, de derde commies op gemeld bureau A. Twij- sel. Bij den dionst van het mijnwezen. Benoemd: tot opziener derde klasse H. W. Vreugdenburg, ambtenaar op wachtgeld, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende, met bepaling dat hij ter beschikking wordt gesteld van den eerstaan wezenden mijn inga- i nieur fn de residentie Menado. Ge steld: ter beschikking van den gouver-j neur van Atjeh en onderhoorigheden op eei§ bezoldiging van /200 's maands, J. H. TieL man, verificateur der vijfde klasse bij da in- en uitvoerrechten en accijnzen tc Bata-' via. - Bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen. Werkzaam gesteld: als verificateur-, C. D. J. Pieloor, B. Young, thans commies ter eontróle en benoemd ambtenaar; als conv- mies ter controle J. Cb. H. Schultz, bcnocmï ambtenaar. Benoemd: tot tijdelijk opziener op 75; 's maands J. O. Ditmarsch, en geplaatst te^' Semarang, particulier. Geplaatst: te Batavia de verificateur, A, Aoung vd; te Semarang, de commies con* tröle J. Gh. H. Schultz vd. Overgeplaatst: van Semarang naaï Soerabaia, de werkzaam gestelde verifica teur C D. J. Pielaar vd. Bepaald: dat de benoemde onderwijzer eerste klasse bij het openbaar lager onder wijs voor Europeanen L. Hazelhoff belast blijft met de waarneming dftr etrekking van hoofd der voorbereidende afdeeling van.' de school tot opleiding van inlandscho ge neeskundigen (dokters djawa) te Weltevre den. Bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen. Benoemd: tot onderwijzer der tweede klasso'H. M. Vrijheid, van verlof uit Euro pa teruggekeerd, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende en geplaatst aan de eerst6 school te Meester Cornelis als eerste onder wijzer; J. P. van Ekris, van verlof uit Euro pa terug verwacht, laatstelijk die betrokking bekleed hebbende en geplaatst aan dc tweede*- school te Soekaboemi, als eerste onderwijzer; G. H. Prinsen Geerligs, van verlof uit Euro pa terug verwacht, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende en geplaatst aan de eerste school t© Bandoeng als eerste onderwijzer. Overgeplaatst: van de eerst© school te Soekaboemi naar de eerste school to Ma kassar als hoofd der school, de benoemd* onderwijzer der eerste klasse Ch. J. Corno- lis; van do tweede school te Soekaboemi naar do eerste school aldaar, als eerste onderwij zer, de onderwijzer der tweede klasse L. Hob' tin ga van de eerste school te Bandoeng naar dé Pupillenschool te Gombong, als hoofd dei; school, de benoemde onderwijzer eerste klasse P. van Duyn; van de eerste school te Meestcr-Cornelia naar de tweede school te Padang als hoofd, de benoemde ondorwijzcr eerste klasse J. H. L. Teuselink. B e 1 a 81-, met ingang van ultimo Juli 1902»; met de waarneming van den civielen genees kundigen dienst en het opzicht over de vao cine in de afdeeling Bangil (Pasoeroean)^ F. Ph. Prahm. Bij den post- en telegraafdienst. V"e-r h o o g dmet 30 per maand en al dus gebracht op /80 per maand d© bezoldi ging van den adjunct-commies A. H. J. Of- formans te Soerabaia. Benoemd: tot adjunct-commies op /5Ö per maand en geplaatst te Soerabaia do ambtenaar op wachtgeld F. Briel, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende. Benoemd: tot opziener op ƒ75 per maand J. C. Stravers, thans klerk bij heb Departement vsn Financiën, wordend© hij geplaatst te Padang. MILITAIR-DEPARTEMENT Ver io e n dwegens langdurigen dienst een jaar verlof naar Europa aan den eersten luite nant der infanterie E. T. C. Tolhuys; wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den kapitein der genie K. A. R. Maier. Overgeplaatst: bij het eerste depot bataljon, de eerste luitenant bij het twaalfde bataljon van Atjeh naar Batavia en tor na* dere indceling overgeplaatst bij het subsis- tentenkader aldaar, W. H. O. Bloem hard bij het achttiende bataljon, de kapitein bij het tweede bataljon, geëvacueerd naar Bata via, A. Voorneman. Geplaatst: bij het korps marechaus see to voet in Atjeh en gevoerd h la suite van zijn wapen, dc eerste luitenant bij het eerste garnizoensbataljon van Atjeh to Meh laboh J. H. G. Vastenau. Overgeplaatst: bij het elfde bat. de eerste luit. bij het subsistentenkader te Bata via, gedetacheerd bij den gewestelijken staf in de tweede militaire afd. op Java, P. van Mauntz van de eskadrons te Salatiga naar het der de eskadron to Batavia de eerste luit. der cavalerie, H. O. de Waal; de eerste luitenant der artillerie W. Muur- ling van de vierdo compagnie artillerie (vierde bergbattcrii) te Kota-Radja naar de een en twintigste compagnie artillerie (vier de veldbatterij) te Banjoebiroe; van Palembang naar Batavia, op het bu-, reau van den ge westelijken intendant ter be schikking van den hoofd-intendant der mili taire administratie, da kapitein-intendant O. F. H. Gravelotte. MARINE-DEPARTEMENT. Bepaald: dat het aan den baas-koperslager bij het ma- iine-établissojneut te Soerabaia Th. Felix verleend ontslag uit 's lands dienst moet worden aangemerkt als een niet eervol ont slag. KATWIJK. Geboren: Krijn, Z. van B. Haasnoot en N. Schaddee van Dooren. Cornelis, Z. van C. van der Plas en D. Schaap. Marjjtje, D. van A. van der Plas en J. de Jong. Gerritje, D. van M. Vlieland en L. Vlielani Arie, Z. van Q. van Dnün en M. Klok. Maria Petro- nella Anthonia, D. van W. K. Lange en M. EL van der Drift. Jacob, Z. vap C. Brussee en P. Heemskerk. Johannes Albertns, Z. van J. van Schie en M. KI. Mejjer. Ondortrouwd: S. Sip jm. en J. Ros jd. Getrouwd: P- Ketting jm. en KI. van der Plas jd. J. D. de Roodejm. en M J. Haasnoot jd. Overleden: Arie, 10 d., Z. van A. Hoogen- doorn en J. J. van As. OUDSHOORN. Overleden: L. A.Ondshoorn D. 2 i. RKEüWIJK. Bevallen: A Streng geb Lexmosd Z.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 6