N\ 13026
Dinsda»; 13 Augustus.
feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
FEUILLETON.
Se Ingenieur.
Ao. 1902.
LEIDSCH
T) APT, ATI
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loidon per 8 maandon I I f 1.10.'
Buiton Leiden, per looper en waar agonten gevestigd *tJn 1*80
i Franco per post I 1-65-
PRIJS DER AD VERTENTIÈN
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17^. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 12 Augustus.
Bij een onlangs door B. en Ws. inge
steld onderzoek naar den toestand der ver
warmingsketels en buisleidingen in de Stads
gehoorzaal is gebleken, dat de vlampijpen
van beide ketels zijn aangetast en de buisdik
te dientengevolge belangrijk is afgenomen.
De pijpen zijn inwendig verteerd en met een
roestlaag bedekt. Hare vervanging door an
dere is dan ook volstrekt noodzakelijk, waar
voor echter van de nog aanwezige reservepij-
pen kan worden gebruik gemaakt.
Overigens verkeeren de beide ketels zelvo
nog in goeden staat, maar do gietijzeren bc-
kleedingen der vuurmonden zijn gescheurd,
terwijl het vuurvaste en gewone metselwerk
rondom de ketels moet worden hersteld en
eenige kleinere reparaties aan de buisleidin
gen in de kelders medo noodig zijn.
Wat de overige verwarmingsinriehtingen
in het gebouw betreft, zoo bleken de verbin
dingen der buizon, die aehter het stukadoors
werk verborgen zijn, hier en daar lek te
lijn en ook de isoleering te wensehen over
te laten. Van eenige verwarmingslichamen
hebben de asbestplaten losgelaten en ook de
toe- en afvoerregulateurs eischen eenig her
stel.
Het komt B. en Ws. met de commissie van
fabricage wcnscholijk voor, waar de toe
stand der vlampijpen in ieder geval aan
stond voorziening oischt en daarmede de
grootste uitgavo gomoeïd is (pl.m. /560), te
gelijkertijd ook het herstel der andere onder
deden ter hand te nemen en dit niet alleen
omdat bij uitstel steeds grootere reparaties
zullen noodig worden, maar inmiddels ook
het stoken zelf meer geld zal kosten tenge
volge van het door genoemde gebreken ver
oorzaakt warmteverlies.
Met inbegrip nu van een bedrag van /1000
vcor onvoorziene uitgaven worden de kosten
der reparaties door de Commissie van fabri
cage in het geheel geschat op pl.m, 1000.
Bij gemeenteraadsbesluit van den 4den
October 1900 tot oprichting van het Sana
torium ,,Rijngccst" werd bepaald dat de di
rectie en het beheer ook van deze inrichting
kou worden opgedragen aan den- geneesheer-
directeur van het gesticht Endegeest.
Hot behoeft geen betoog dal niet alleen
dc verantwoordelijkheid van dezen ambte
naar daardoor zal toenemen, maar ook zijn
werkzaamheden dientengevolge niet onbe
langrijk zullen worden vermeerderd.
Om dozo redenon acht dan ook de commis
sie van beheer van Endegeest" het wensche-
lijk dat de jaarwedde van den geneesheer-di
recteur, welke bij Raadsbesluit van 29 Sep
tember 1895 bepaald werd op ƒ4000 bene
vens vrije woning, met f 500 worde ver
hoogd, welke verhooging zij, waar het nog
niet geheel zeker is, dat de exploitatie nog
in dit jaar zal kunnen aanvangen, met in
gang van 1 Januari 1903 wenseht te zien
toegekend.
Ook B. en Ws. komt do door de commissie
voorgestelde verhooging alleszins billijk
yoor, terwijl B. en Ws. zich met den datum
van ingang éveneens kunnen voreenigen.
Den gemeenteraad wordt door B. en Ws.
aangeboden de rekening van do ontvangsten
en uitgaven der gemeente over het jaar 1901.
Blijkens die rekening hebbon de ontvang-
eten bedragen do som van 1150137.94 1/2, do
uitgaven f 1194751.15, zoodat het dienstjaar
1901 een n a d e e 1 i g slot heeft opgeleverd
.Van 44813.20 1/2.
Bij do beoordeeling van dit nadeelig slot
moet ook thans weder in het oog worden ge
houden, dat het ia samengesteld uit het sal
do der ontvangsten en uitgaven van de ge
wone huishouding der gemeente en uit het
saldo der z.g. buitengewone inkomsten
en uitgaven inkomsten welke uit haren
aard tot belegging of schulddelging behoo-
ren te worden aangewend, en uitgaven, wel
ke uit geldlecning of andero buitengewone
middelen zijn of behooren te worden bestre
den.
B. en Ws. geven in overweging aan de
Soberm- en Gymnastiek vereen. Prins
Hendrik" en „Exoelsior" bot wodoropzeg-
gens toe vergunning te verleenen om hot
gymnastieklokaal van dc 6ohool 3de klasse
No. 2 te gebruiken voor het houden van
oefeningen, de vereeniging Prins Hen
drik" op Vrijdag en de vereeniging „ExoeJ-
aior" op Zaterdag des avonds van 8 tot 10
uren, onder voorwaarde, dat de kosten van
vorwarming, verlichting, bediening en van
herstel van aan het gebouw of het meubi
lair eventueel toegebrachte schade door haar
worden vergoed, dat een bedrag van f 0.20
per oefeningsavond worde betaald voor het
schoonmaken van het lokaal en dat alle ter
zake van het gebruik door hen te geven
voorschriften door haar worden nage
komen.
Ingevolge de artt. 8 en 4 der wet van
5 April 1870 moet vóór den lsten September
a. s. door den Gemeenteraad aan den Com
missaris der Koningin een opgavo worden
ingezonden voor de benoeming van drie le
den van het college" van zottere voor 's Rijks
directe belastyogan, bestaande uit tweemaal
zooveel personen als er leden to benoemen
zijn
Op den laats ten December van dit jaar
moeten volgens den rooster aftreden do. heo-
ren G. van Driel, 0. Wassenaar en A. Book-
wijt, die evenwel dadelijk herbenoembaar
zijn.
B. en Ws. geven den gemeenteraad derkul-
vc in overweging tot de vaststelling van de
opgave over te gaan, waarvoor de volgende
aanbeveling wordt aangeboden:
I. lo. Govort van Driel, woonplaats Loi
don, geboren 11 September 1853, architect;
2o. Dirk Jan van Amerom, woonplaats Lei
den, geb. 24 Januari 1849, huisschilder.
II. lo. Oornelis Wassenaar, woonplaats
Leiden, geboren 21 Juli 1837, fabrikant;
2o. Barend Egbert Spijker P.Hz., woon
plaats Leiden, geboron 4 December l8i'J,
winkelier.
III. lo. Abraham Boekwijt, woonplaats
Leidon, geboron 21 Februari 1828, stukadoor;
2o. Willem Coraelis Mulder, woonplaats
Leiden, geboren 23 Februari 1850, architeoh
Tor vervulling der vacature van 3de on
derwijzers aan de oponb. lagere school der
4de klasse No. 1 is de volgende voordracht
opgemaakt lo. Mej. M. J. G. Planken, tij
delijk workzaam aan een bijzondere school te
Hazersw'oude2o. Mej. M. C. van Campen,
tijdelijk werkzaam aan de school 3de klasse
No. 1, en 3o. Moj. M. 8. den Blaauwen, tij
delijk werkzaam aan de school 2de klasse
voor jongens en rooisjes.
Aangezien nooh uij do commissie van
fabricage, noch bij B. on Ws, herwaar be
staat tegen de inwilliging va a het desbetref
fende verzoek van Gebr. M. en N. Couvóe,
mits daaraan de gebruikelijke voorwaarden
worden verbonden, geven B. en We. in ovor-
woging:
au aan adressanten, behoudens red bon
van derden, vergunning te verleenen tot
demping van een gedeelte der sloot langs
don Witten Singed, over een lengte van 22
Meter, gelegen vóór de pc roeden noe. 47 a,
47b, 47o on 47d.
b. don door demping verkregen grond aan
Gobr. Oouvóo tot wederopzeggens ben ge-
bruiko af te staan, ben einde tot tuin te
worden ingericht, tegen betaling van /0.06
per vierk. M., onder voorwaarde lo. dat do
grond van den openbaren weg worde afge
scheiden door een ijzeren hek op sfceenen
voet, waarvan teekening en constructie voor
af moeten worden goedgekeurd; 2o. dat de
gomeente ten allen tijde in de gelegenheid
gesteld worde om, zoo noodig, het riool te
door reinigen of daarop aansluitingen to
maken, en voorts onder mededeoling, dat op
de corste aanzegging van B. en Ws. de
tuintjes moeten worden opgeruimd en het
terrein weder ter beschikking van do ge
meente moet worden gesteld, zoodra daar
aan, hetzij ten behoeve van verbrcoding van
don Singelweg of uit anderen hoofde be
hoefte zal ontstaan.
Een ander verzoek van den heer W. F.
Hofkes, alhier, betreft de demping van een
gedeelte sloot langs den Witten Singel, on
middellijk grenzende aan dat, waarvoor
vorgunning tot demping verzocht wordt
door Gebr. Couvóo.
Evenmin als tegen het laaste bestaat dan
ook togen inwilliging van dit verzoek be
zwaar.
B. en We. geven in overweging aan den
heer P. J. v. Hoeken de bij art. 3b. der ver
ordening op het bouwen en sloopen vereisoh-
te vergunning to verleenen voor 't maken van
eon houten gebouw tot borging van hout
waren op het terrein aan do Havenkade, ka
dastraal bekend onder sectio C No. 1732,
gemeente Leiden, ovei;eenJ<om.sl de over
gelegde teekening.
Naar aanleiding van art. 3 van hot
reglement van beheer dragon Beetuurdoron
dor Stedelijke Werkinrichting de volgende
duW>eltallen voor van do leden van hot be
stuur buiten den Gemcentca-aad, die jaarlijks
op 1 Juli moeten aftreden, zijnde de hecren:
Dr. J. G. van dor Sluijs, F. do Stoppelaar
on W. F. Verhoy van Wijk, welke weder op
nieuw benoembaar zijn. De dubbeltallen zijn:
lo dr. J. G. van dor Sluijs on dr. C. L.
Ruinko. 2o. F. de Stoppelaar en II. W. Tie-
loman. 3o. W. F. Vorhey van Wijk on B. J.
H. Haitink.
Ter vervulling dor vacature van lsbe
onderwijzeres in de handwerken aan dc
school 3de klo69C No. 1, i6 de volgende voor
dracht opgemaakt: lo. Mej. J. Keorewecr
Niouwenburg, 2do onderwijzeres aan do
school 3de klasse No. 1; 2ö. Mej. M. Til-
loma, 2de onderwijzeres aan de school 3do
klasse No. 5; en 3o. Mej. P. J. Klikec, 2de
onderwijzeres aan de school 4de klasse
No. 2.
Na konnisneming van hot daaromtrent
door den gcincente-arohivaris uitgebracht
rapport, komt het B. en Ws. voor, dat
voor een bescheiden bijdrago in de kosten
van do restauratie der kerkramen van de
Nedord.-Hervormde kork te Oudshoorn wel
termen aanwezig zijn.
Uit dat rapport toch blijkt dat, naast
vele andcro lichamen, ook de gomeente Lei
den tusschen 1967 en 1671 aan de kerk te
Oudshoorn een geschilderd glasraam ton ge
schenke heeft gegevendat hot behoud van
dit kostbare raam voor de kunstgeschiede
nis van groot belang is; dat het benevens
het wapen van do gemeente Leiden, ook
voert de wapens van verschillende Leidsohe
familiën, als Elema, Hasius, Paedtz en
Van Swanowyok; en dat het raAm, indien
het kerkbestuur niet over do noodige fond
sen voor de restauratie zal kunnen beschik
ken, noodwendig zal te gronde gaan.
Met den arohivaria zijn B. en Ws. daarom
van oordeel, dat het behoud van dit glas
raam, als historisch stuk, prijkende met de
wapens onzer stad en barer vroedschappen,
ook voor dozo gemeente van belang ia
En al kon er dus van een verplichting
dezer gemeente tot onderhoud harer vroe
gere schenking geen sprake zijn, zoo is er
toch voor een bescheiden bijdrage in do res
tauratiekosten, die voor dit raam /425 zul
len bedragen en voor het grootste dool door
het Kerkbestuur zelf zullon worden gedra
gen, naar B. en Wa meenon, wel wot to
zoggen.
Een subsidie b.v. van 150 zou door de
daaraan ook voor Lolden verbonden histo
rische berinneringen h. i. wel gerechtvaar
digd zijn.
Nadat door B. en Wa krachtens het
gemeenteraadsbesluit van den 26eten Juni
j. 1. aan Curatoren der Rijks-Universiteit
alhier was bericht, dat de Raad voor een
verbooging van den prijs der verpleging
van de stads zieke armen in het Academisch
Ziekenhuis geen termen aanwezig acht, ont
vingen B. en Ws. een schrijven van curato
ren, waaruit blijkt dat do Minister van
Binnonlandsche Zaken wedbrom, ingevolge
het bepaalde Lij art. 5 dor akte van over
eenkomst, behoorondo bij de wet van 9 Juli
18G7, de beslissing van het tusschen het Rijk
en do gemeente bestaande vorschil aan ar
biters wenseht te zien opgedragen.
Hot komt B en Ws. voor, dat daartegen
dezerzijds geen bezwaar kan besaan, ovón-
min als tegen de door don Minister voor-
gestoldo samonstelling van het college van
arbiters zoodat B. on Ws. in overweging
gevon tot de benoeming van een arbiter nar
mons do gemeente over to gaan, opdat zij
aan ou rato ren togolijk mot het antwoord op
do door hen gestelde vraag tevens kunnen
mcdedeclcn, wie door don gemeonteraad tot
arbiter is aangewezen.
Tovens geven zij in overweging mr. J. A.
F. Oocbergh, notaris alhier ,tot arbiter te
bonoeinon, die ook in 1897 de belangen der
gemeente ton deze heeft behartigd on zich
ook thans weder welwillend heeft bereid
vorklaard, deze functio op zich te nemen.
Ook door den minister zal een arbiter
worden gekozen, cm beiden kiezen dan een
derden.
De Oominieaie van Financiën deelt me
de dat zij tegen de in hare handen gestelde
6taten van af- en overschrijving op do be
grootingen van het R.-C. Weeshuis en van
het R.-O. Armbestuur, beide het dienstjaar
1901 betreffende, geen bedenkingen heeft.
Zij stelt dus voor beide staten good te
keuren.
Den gomeonteraad lcggon B. en Ws.
over het door het Hoofdbestuur van do Ver
eeniging van Leeraren aan Inrichingcm van
Middelbaar Onderwijs bij don gemeenteraad
ingediend adres, houdende verzoek „om de
jaarwedden aan do Hoogere Burgerschool
voor Meisjes te herzien, zoodat deze in be
tore verhouding komen tot die, welke aan
de B.43. voor Jongens worden toege
kend", benevens do daaromtrent met de
Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs gevoerde correspondentie en haar
laatstelijk den 18den Juni 1.1. uitgebracht
advies,
Hieruit blijk, dat do vereeniging voor
noemd niet alleen een hoogero bezoldiging
voor de leeraressen aan do H. B.-8. voor
Meisjes noodig acht, maar deze tovona op#
dezolfdo loost wenseht geschooid te zien als
die, welko onlangs voor de leeraren aan da
H. B.-8. voor Jongens werd aangenomen,
terwijl ook dor Commissie van Toezicht'»
eenige verbetering in de financieel© positie,»
dor leoraren wcnscholijk voorkomt on ook
deze het onlangs voor de Jongensschool aan.
genomen bcginsol (een vaste jaarlijkscho bij
drage en een vorgoediug per jaar voor elk
wekelijksch lesuur, welke verhoogd woiut
ract het klimmen dor jaren) op do salaris-
regeling voor de leeraressen wenseht toef
past to zien.
De Commissie van Toezicht doet twoe
voorstellen: hot eerste sluit 3 verhoogingen
in telkens na 4, 8 en 13 jaren dionst; hot
twecdo slechts 2. Hot eerste zal jaarlijks oeUi
hoogere uitgave vereisehen van 1600, het
tweede van f 1235.
Do motieven, door de Oommissie voor d>
vorhooging aangevoerd, zijn do volgende.
In do eerste plaats meent zij, dat er thans,
na do onlangs aan do leeraren dor Jongens
school toegekeudo verhoogingen, oon te
groot verschil bestaat tusschen de jaarwed
den dier leeraren en die van de leorarosacn 1
aan do H. B.-S. voor Meisjes, hetgeen *rij
niet billijk acht.
In do tweedo plaats wijst zij or op, dat da
kosten, aan de studio voor loorarea verbon-
den, zoowel als do oischon, gesteld ter ver
krijging van de noodige akten van bekwaam
heid, op don duur zwaarder zijn gowordori.,
Eindelijk vestigt zij nog do aandacht op
do vorbeteringon, in do traktementen van
do leorarosson aan do H. B.-S. te 's-Gravcn-
hage gebracht.
Het komt B. en Ws.op verschillende
gronden, voor, dat geen aezor motiovon
zwaarwichtig genoeg Is om tot oen verhoo*
ging van do salarissen dor lccrarcsen te
besluiten.
In de zitoing van g-ieteren van do Alg«v
moono Synode der N«xL-Horv. Kork worden
verschillende rapporten ingediend door de
oomraisrio voor eindredactie over do vastgo-
abeldo wijzigingen van artt. 9 en 47 alg. rogl.,
en door do commissie voor ndeuwo wetsvoor
stellen over een voorstel van do olaesis van
Briello tot wijziging in hot reglement op de
kerkvisitatie, strekken do tot afschaffing van
dc schriftelijke kerkvisitatie on tot het hou
den doT persoonlijke kerkvisitatie om do
twoo jaren.
In behandeling kwam het rapport van de(
oommissio van eindredactie over hot regle
ment op do generale kas. Mot onkelo wijzigin-
gon werd bet reglement, overeenkomstig do
voorgestelde redaction vastgesteld.
Ter tafel kwam het rapport over een
voorstel van de olaesicale vergadering van
Tiel tot vorandoring van art. 19 en 20 regle
ment op do vacaturen, rakende de geldel ij ko
vergoeding voor diensten in vacante gemeon-
ten. Overeenkomstig de oonolusie dor rap-,#
portee ronde commissie werd dit worstel af-
gewezen.
Over een voorstel van den lieer Eilorts da
Haan tot wijziging van art. 38 rogl. van op- 9
zicht en tucht word rapport uitgebracht erf -
ter inzage gelogd. Even zoo gesohieddo met
63)
Met over dc borst gevouwen-handen zat zij
nog altijd tusschen zijn knieën op den broe
den voetplank gehurkt on tuurde naar do ge
heimzinnige lichtplekken en donkore schadu
wen, welke de maan op de straat tooverde.
Geen van beiden sprak een woord, en toen
het stilzwijgen onafgebroken voortduurde,
werd het steeds gewichtiger en elke polsslag
vergrootte de beteekenis daarvan.
De pa&rdcn liepen rustig de witte straat
over, over de kap klonken onafgebroken ge
zegden van de gosprekken der beide jonge
mannen en boven hun hoofden wiegelden en
ruischten de zware bladeren der palmen, als
of zij de geredden wilden zegenen. Een war
me wind, die van het land kwam, vervulde de
lucht met den geur van rijpende vruchten en
f in het rond heerschte zulk een diep stil
zwijgen, dat onze vrienden het gevoel hadden,
alsof zij de eenige schepsels in den prachti-
gen zomernacht waren, die niet sliepen.
Langzaam viel Hope's hoofd achterover en
toen daarbij haar schouder een oogenblik
Clay's knie aanraakte, richtte zij zich op en
maakte een beweging, alsof zij wilde opstaan.
Haar nabijheid en iets in haar houding, zoo
als zij daar ;.?.n zijn voeten zat, hielc| Clay als
in een betoovering bevangen Zacht boog hij
zich naar voren en legde schuchter zijn hand
op haar schouder en doze aanraking scheen
het bloed in zijn aderen tot stilstand te bren
gen en de woorden van zijn lippen te ver
jagen. Langzaam, alsof het haar groote
moeite kostte, hief Hope haar hoofd op en
keek Clay in de oogen. Het kwam hem voor
alsof hij sinds eeuwen in deze oogen had go-
keken en deze en de ziel, die daaruit in do
zijne zag, altijd had gekend. Hij boog zijn
hoofd dieper, stak zijn armen uit en tilde
haar omhoog, terwijl zij elkaar voortdurend
bleven aanstaren. Hij trok haar daarop tot
zich en drukte haar aan zijn borst en nu
vorsohecn een droomerige uitdrukking in
haar oogon en sloten zich die.
,,Hope fluisterde hij, ,,HopeI"
Zich nog dieper neerbuigend, kuste hij
haar en zijn lippen zeiden haar, wat hij niet
onder woorden kon brengen.
XIV.
Een uur later stond Langham met een ver-
drietigen zucht op en schudde heftig aan de
voorkap.
„Zeg eo-nsl" riep hij. „Slaap gij dan daar
voort Als wij zoo doorrijden, komen wij nooit
thuie. Hope, wilt gij je oude plaats hior niet
weer innemen en slapen?"
Het rijtuig hield stil, de jonge heeren stap
ten «r uit en liepen er om.heen naar voren.
Hope zat glimlachend op den bok. Oogen-
schijnlijk was zij er ver van af om slaperig
te zijn, en, zooals zij haar broeder vorklaar-
de, geheel tevreden met haar plaats.
.,Weet gij wel, dat wij sinds het ontbijt
niets gehad hebben 1" vroeg dee?. „Mac Wil
liams en ik vallen bijna flauw en stellen voor
om bij het eerste huis, dat wij langs komen,
stil te houden, do menschen te wekken e« ze
te verzoeken ons een avondmaal te geven.
Met n lachje keek Hope Clay van ter zij
de aan
„Avondmaal K' zeide zij daarbij. „De jonge
heeren willen een avondmaal hebben."
Op Olay scheen het lijdon dor beide jonge
hoeren geen diepen indruk te maken. Mot de
zweep naar de palmbladeren bovon zijn
hoofd slaande, zat hij op don bok en glim
lachte op een dwaze, kinderlijke manier
over iets.
„Luistert eens, weet gij wel, dat wij ver
dwaald on half verhongerd zijn?" vroeg
Langham verontwaardigd. „Hebt gij eenig
vermoeden, waarheen doze 9traat leidt?"
„Niet het minste," antwoordde Olay zeer
vergenoegd. ,,Ik weet verder niets, dan dat
er langen tijd geleden een revolutie plaats
gevonden heeft, en dat daarbij een vrouw
mot sicradiën in een open boot is ontvlucht
en dan herinner ik mij, dat ik een schijf
voorstelde en in het maanlicht op mij heb la
ten schieten. Daarna ben ik weer tot de wer
kelijk gewichtige levensdoeleinden ontwaakt,
waartoe avondeten echter niet behoort."
Langham en Mac Williams koken elkaar
bedenkelijk aan en elk schudde zijn verstan
dig hoofd.
„Maakt nu eens, dat gij van den bok af
komt," zeide hij gebiedend. ,,Als gij en Hope
u mogelijk verbeeldt-, dat dit een genoeglijken
wandelrit in den maneschijn is, dan zijn wij
van een andere meening. Gij beiden kunt nu
in het rijtuig zitten, terwijl wij eens voor het
rijden zullen zorgen, en ik verzeker u beiden,
dat wij zoer spoedig een menschelijke woon
plaats zullen bereiken."
Gehoorzaam stegen Hope en Clay van den
bok en gingen onder de voorkap zitten, doch
zij zouden niet langer van hun vroeger be
daard rijden genieten. De nieuwe koetsier
had zijn paarden spoedig aan het galoppec-
ron gebracht en de boomen vlogen aan beide
kanten hun voorbij.
„Herinnert gij je nog de woorden uit „Do
laatste gemeenschappelijke rit," als de jonge
man zegt, dat hij met zijn liefje in eeuwig
heid samen wilde rijden."
Hope lachte vroolijk en stak de armen uit,
alsof zij de geheele mooie wereld, welke zich
om haar heen vertoonde, wilde omhelzen.
„O neon," antwoordde zij lachend, „de we
reld is nu pas geschapen."
Toen het rijtuig spoedig daarop stilhield,
lieten zioh op den bok stemmen hooren, vor-
volgons verhief zioh een geweldig hondenge
blaf en de minnenden zagen, hoo Mae Wil
liams tegen de deur van ccn hut trommelde
en schopte. Eindelijk word deze een duim
breed geopend en or volgde een lange ver
handeling in het Spaansoh, welke daarmee
eindigde, dai de deur weer gesloten werd on
licht door de ramen scheen,
Eenige oogenblikken later traden huive
rend en gapend een man en een vrouw naai
buiten en legden in den leemen oven naast de
hut een vuur aan. Hope en Clay bleven in
het rijtuig zitten en zagen hoe de vlammen
uit dc met olie gedrenkte rijsbundels om
hoog stegen en hoe de jonge mannen met
walmende fakkels rondliepen en van den
zolder boven dc keuken voeder voor de paar
den trokken, terwijl twee slaperige jonge
meisjes, waarvan het eene een kruik op den
6ehoude- en het andere een fakkel droog,
den weg naar de naastbijzijndc beek inslch.
gen. Haar kin in de hand latende rusten,
beschouwde Hope de zwarte gedaanten,
welke zich tusschen haar en het vuur heen
en weer bewogen of reeds daarover heen bo
gen, zoodat hun gezichten door de vlammen
beschenen werden en zij het met eene hand
voor de hitte moesten beschermen, terwijl
de andere iets in een dampenden'kct 1 om
roerden. In Hope's gemoed welde oon over-
stroomend govool van dankbaarheid jegons,
deze eonvoudige vreemden op voor de moei* v
te, welke zij zich gaven. Iedereen kwam
haar zoo good voor en do wereld, waarin
zij leefde, zoo liefdevol en grootmoedig.
Na cenigon tijd trad haar broeder op bet
rijtuig toe en boog spottend met overdreven)
beloof dhc id.
„Nu, nadat wij al hot werk hebben ge
daan", zeide Langham, „hoop ik dat Uwe
Excellentiön zoo goed willen zijn, ons sober
maal met ons te declen; of zullen wij hot u
hier brengen?"
Do leemen oven stond in het midden van
een hut van gevlochten takken, door welks
openingen de rook kon wegtrekken. Eenige
houten banken waren er omheen gezet,
waarop het gezelschap plaats nam, om mot
grooten cetlijst rijst en gebakkon bananen
te eten, terwijl de vrouw steeds nieuwe tor
tilla's tusschen haar handen vormde on daar
bij haar gasten monsterde. Haar oogen vie
len ook op Langham's schouder en bleven
daar zoo lang rusten, totdat Hope de rich
ting van haar blikken volgde. Met een plot-
sclingen kreet van schrik sprong zij van
haar plaats op en liep op haar broeder toe.
..O, Ted!" riop zij, „zijt gij gewond? En
gij hebt mij daar geen woord van gezeg -11
Wat is het? Doet het erge pijn ï-'
Ook Clay kwarn met een bezon; I gelaat
naderbij.
„Laat mij met rust 1" riep ha.i broeder
verdrietig, terwijl hij achteruit ging en
haar met de koffiekan afweerde. „Het i(
slechte een schram en het zal uw schuld zijn
als de koffie overstort."
(Wordt vervolgd.)