N\ 13026 Dinsda»; 13 Augustus. feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. FEUILLETON. Se Ingenieur. Ao. 1902. LEIDSCH T) APT, ATI PRIJS DEZER COURANT: Voor Loidon per 8 maandon I I f 1.10.' Buiton Leiden, per looper en waar agonten gevestigd *tJn 1*80 i Franco per post I 1-65- PRIJS DER AD VERTENTIÈN Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17^. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 12 Augustus. Bij een onlangs door B. en Ws. inge steld onderzoek naar den toestand der ver warmingsketels en buisleidingen in de Stads gehoorzaal is gebleken, dat de vlampijpen van beide ketels zijn aangetast en de buisdik te dientengevolge belangrijk is afgenomen. De pijpen zijn inwendig verteerd en met een roestlaag bedekt. Hare vervanging door an dere is dan ook volstrekt noodzakelijk, waar voor echter van de nog aanwezige reservepij- pen kan worden gebruik gemaakt. Overigens verkeeren de beide ketels zelvo nog in goeden staat, maar do gietijzeren bc- kleedingen der vuurmonden zijn gescheurd, terwijl het vuurvaste en gewone metselwerk rondom de ketels moet worden hersteld en eenige kleinere reparaties aan de buisleidin gen in de kelders medo noodig zijn. Wat de overige verwarmingsinriehtingen in het gebouw betreft, zoo bleken de verbin dingen der buizon, die aehter het stukadoors werk verborgen zijn, hier en daar lek te lijn en ook de isoleering te wensehen over te laten. Van eenige verwarmingslichamen hebben de asbestplaten losgelaten en ook de toe- en afvoerregulateurs eischen eenig her stel. Het komt B. en Ws. met de commissie van fabricage wcnscholijk voor, waar de toe stand der vlampijpen in ieder geval aan stond voorziening oischt en daarmede de grootste uitgavo gomoeïd is (pl.m. /560), te gelijkertijd ook het herstel der andere onder deden ter hand te nemen en dit niet alleen omdat bij uitstel steeds grootere reparaties zullen noodig worden, maar inmiddels ook het stoken zelf meer geld zal kosten tenge volge van het door genoemde gebreken ver oorzaakt warmteverlies. Met inbegrip nu van een bedrag van /1000 vcor onvoorziene uitgaven worden de kosten der reparaties door de Commissie van fabri cage in het geheel geschat op pl.m, 1000. Bij gemeenteraadsbesluit van den 4den October 1900 tot oprichting van het Sana torium ,,Rijngccst" werd bepaald dat de di rectie en het beheer ook van deze inrichting kou worden opgedragen aan den- geneesheer- directeur van het gesticht Endegeest. Hot behoeft geen betoog dal niet alleen dc verantwoordelijkheid van dezen ambte naar daardoor zal toenemen, maar ook zijn werkzaamheden dientengevolge niet onbe langrijk zullen worden vermeerderd. Om dozo redenon acht dan ook de commis sie van beheer van Endegeest" het wensche- lijk dat de jaarwedde van den geneesheer-di recteur, welke bij Raadsbesluit van 29 Sep tember 1895 bepaald werd op ƒ4000 bene vens vrije woning, met f 500 worde ver hoogd, welke verhooging zij, waar het nog niet geheel zeker is, dat de exploitatie nog in dit jaar zal kunnen aanvangen, met in gang van 1 Januari 1903 wenseht te zien toegekend. Ook B. en Ws. komt do door de commissie voorgestelde verhooging alleszins billijk yoor, terwijl B. en Ws. zich met den datum van ingang éveneens kunnen voreenigen. Den gemeenteraad wordt door B. en Ws. aangeboden de rekening van do ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1901. Blijkens die rekening hebbon de ontvang- eten bedragen do som van 1150137.94 1/2, do uitgaven f 1194751.15, zoodat het dienstjaar 1901 een n a d e e 1 i g slot heeft opgeleverd .Van 44813.20 1/2. Bij do beoordeeling van dit nadeelig slot moet ook thans weder in het oog worden ge houden, dat het ia samengesteld uit het sal do der ontvangsten en uitgaven van de ge wone huishouding der gemeente en uit het saldo der z.g. buitengewone inkomsten en uitgaven inkomsten welke uit haren aard tot belegging of schulddelging behoo- ren te worden aangewend, en uitgaven, wel ke uit geldlecning of andero buitengewone middelen zijn of behooren te worden bestre den. B. en Ws. geven in overweging aan de Soberm- en Gymnastiek vereen. Prins Hendrik" en „Exoelsior" bot wodoropzeg- gens toe vergunning te verleenen om hot gymnastieklokaal van dc 6ohool 3de klasse No. 2 te gebruiken voor het houden van oefeningen, de vereeniging Prins Hen drik" op Vrijdag en de vereeniging „ExoeJ- aior" op Zaterdag des avonds van 8 tot 10 uren, onder voorwaarde, dat de kosten van vorwarming, verlichting, bediening en van herstel van aan het gebouw of het meubi lair eventueel toegebrachte schade door haar worden vergoed, dat een bedrag van f 0.20 per oefeningsavond worde betaald voor het schoonmaken van het lokaal en dat alle ter zake van het gebruik door hen te geven voorschriften door haar worden nage komen. Ingevolge de artt. 8 en 4 der wet van 5 April 1870 moet vóór den lsten September a. s. door den Gemeenteraad aan den Com missaris der Koningin een opgavo worden ingezonden voor de benoeming van drie le den van het college" van zottere voor 's Rijks directe belastyogan, bestaande uit tweemaal zooveel personen als er leden to benoemen zijn Op den laats ten December van dit jaar moeten volgens den rooster aftreden do. heo- ren G. van Driel, 0. Wassenaar en A. Book- wijt, die evenwel dadelijk herbenoembaar zijn. B. en Ws. geven den gemeenteraad derkul- vc in overweging tot de vaststelling van de opgave over te gaan, waarvoor de volgende aanbeveling wordt aangeboden: I. lo. Govort van Driel, woonplaats Loi don, geboren 11 September 1853, architect; 2o. Dirk Jan van Amerom, woonplaats Lei den, geb. 24 Januari 1849, huisschilder. II. lo. Oornelis Wassenaar, woonplaats Leiden, geboren 21 Juli 1837, fabrikant; 2o. Barend Egbert Spijker P.Hz., woon plaats Leiden, geboron 4 December l8i'J, winkelier. III. lo. Abraham Boekwijt, woonplaats Leidon, geboron 21 Februari 1828, stukadoor; 2o. Willem Coraelis Mulder, woonplaats Leiden, geboren 23 Februari 1850, architeoh Tor vervulling der vacature van 3de on derwijzers aan de oponb. lagere school der 4de klasse No. 1 is de volgende voordracht opgemaakt lo. Mej. M. J. G. Planken, tij delijk workzaam aan een bijzondere school te Hazersw'oude2o. Mej. M. C. van Campen, tijdelijk werkzaam aan de school 3de klasse No. 1, en 3o. Moj. M. 8. den Blaauwen, tij delijk werkzaam aan de school 2de klasse voor jongens en rooisjes. Aangezien nooh uij do commissie van fabricage, noch bij B. on Ws, herwaar be staat tegen de inwilliging va a het desbetref fende verzoek van Gebr. M. en N. Couvóe, mits daaraan de gebruikelijke voorwaarden worden verbonden, geven B. en We. in ovor- woging: au aan adressanten, behoudens red bon van derden, vergunning te verleenen tot demping van een gedeelte der sloot langs don Witten Singed, over een lengte van 22 Meter, gelegen vóór de pc roeden noe. 47 a, 47b, 47o on 47d. b. don door demping verkregen grond aan Gobr. Oouvóo tot wederopzeggens ben ge- bruiko af te staan, ben einde tot tuin te worden ingericht, tegen betaling van /0.06 per vierk. M., onder voorwaarde lo. dat do grond van den openbaren weg worde afge scheiden door een ijzeren hek op sfceenen voet, waarvan teekening en constructie voor af moeten worden goedgekeurd; 2o. dat de gomeente ten allen tijde in de gelegenheid gesteld worde om, zoo noodig, het riool te door reinigen of daarop aansluitingen to maken, en voorts onder mededeoling, dat op de corste aanzegging van B. en Ws. de tuintjes moeten worden opgeruimd en het terrein weder ter beschikking van do ge meente moet worden gesteld, zoodra daar aan, hetzij ten behoeve van verbrcoding van don Singelweg of uit anderen hoofde be hoefte zal ontstaan. Een ander verzoek van den heer W. F. Hofkes, alhier, betreft de demping van een gedeelte sloot langs den Witten Singel, on middellijk grenzende aan dat, waarvoor vorgunning tot demping verzocht wordt door Gebr. Couvóo. Evenmin als tegen het laaste bestaat dan ook togen inwilliging van dit verzoek be zwaar. B. en We. geven in overweging aan den heer P. J. v. Hoeken de bij art. 3b. der ver ordening op het bouwen en sloopen vereisoh- te vergunning to verleenen voor 't maken van eon houten gebouw tot borging van hout waren op het terrein aan do Havenkade, ka dastraal bekend onder sectio C No. 1732, gemeente Leiden, ovei;eenJ<om.sl de over gelegde teekening. Naar aanleiding van art. 3 van hot reglement van beheer dragon Beetuurdoron dor Stedelijke Werkinrichting de volgende duW>eltallen voor van do leden van hot be stuur buiten den Gemcentca-aad, die jaarlijks op 1 Juli moeten aftreden, zijnde de hecren: Dr. J. G. van dor Sluijs, F. do Stoppelaar on W. F. Verhoy van Wijk, welke weder op nieuw benoembaar zijn. De dubbeltallen zijn: lo dr. J. G. van dor Sluijs on dr. C. L. Ruinko. 2o. F. de Stoppelaar en II. W. Tie- loman. 3o. W. F. Vorhey van Wijk on B. J. H. Haitink. Ter vervulling dor vacature van lsbe onderwijzeres in de handwerken aan dc school 3de klo69C No. 1, i6 de volgende voor dracht opgemaakt: lo. Mej. J. Keorewecr Niouwenburg, 2do onderwijzeres aan do school 3de klasse No. 1; 2ö. Mej. M. Til- loma, 2de onderwijzeres aan de school 3do klasse No. 5; en 3o. Mej. P. J. Klikec, 2de onderwijzeres aan de school 4de klasse No. 2. Na konnisneming van hot daaromtrent door den gcincente-arohivaris uitgebracht rapport, komt het B. en Ws. voor, dat voor een bescheiden bijdrago in de kosten van do restauratie der kerkramen van de Nedord.-Hervormde kork te Oudshoorn wel termen aanwezig zijn. Uit dat rapport toch blijkt dat, naast vele andcro lichamen, ook de gomeente Lei den tusschen 1967 en 1671 aan de kerk te Oudshoorn een geschilderd glasraam ton ge schenke heeft gegevendat hot behoud van dit kostbare raam voor de kunstgeschiede nis van groot belang is; dat het benevens het wapen van do gemeente Leiden, ook voert de wapens van verschillende Leidsohe familiën, als Elema, Hasius, Paedtz en Van Swanowyok; en dat het raAm, indien het kerkbestuur niet over do noodige fond sen voor de restauratie zal kunnen beschik ken, noodwendig zal te gronde gaan. Met den arohivaria zijn B. en Ws. daarom van oordeel, dat het behoud van dit glas raam, als historisch stuk, prijkende met de wapens onzer stad en barer vroedschappen, ook voor dozo gemeente van belang ia En al kon er dus van een verplichting dezer gemeente tot onderhoud harer vroe gere schenking geen sprake zijn, zoo is er toch voor een bescheiden bijdrage in do res tauratiekosten, die voor dit raam /425 zul len bedragen en voor het grootste dool door het Kerkbestuur zelf zullon worden gedra gen, naar B. en Wa meenon, wel wot to zoggen. Een subsidie b.v. van 150 zou door de daaraan ook voor Lolden verbonden histo rische berinneringen h. i. wel gerechtvaar digd zijn. Nadat door B. en Wa krachtens het gemeenteraadsbesluit van den 26eten Juni j. 1. aan Curatoren der Rijks-Universiteit alhier was bericht, dat de Raad voor een verbooging van den prijs der verpleging van de stads zieke armen in het Academisch Ziekenhuis geen termen aanwezig acht, ont vingen B. en Ws. een schrijven van curato ren, waaruit blijkt dat do Minister van Binnonlandsche Zaken wedbrom, ingevolge het bepaalde Lij art. 5 dor akte van over eenkomst, behoorondo bij de wet van 9 Juli 18G7, de beslissing van het tusschen het Rijk en do gemeente bestaande vorschil aan ar biters wenseht te zien opgedragen. Hot komt B en Ws. voor, dat daartegen dezerzijds geen bezwaar kan besaan, ovón- min als tegen de door don Minister voor- gestoldo samonstelling van het college van arbiters zoodat B. on Ws. in overweging gevon tot de benoeming van een arbiter nar mons do gemeente over to gaan, opdat zij aan ou rato ren togolijk mot het antwoord op do door hen gestelde vraag tevens kunnen mcdedeclcn, wie door don gemeonteraad tot arbiter is aangewezen. Tovens geven zij in overweging mr. J. A. F. Oocbergh, notaris alhier ,tot arbiter te bonoeinon, die ook in 1897 de belangen der gemeente ton deze heeft behartigd on zich ook thans weder welwillend heeft bereid vorklaard, deze functio op zich te nemen. Ook door den minister zal een arbiter worden gekozen, cm beiden kiezen dan een derden. De Oominieaie van Financiën deelt me de dat zij tegen de in hare handen gestelde 6taten van af- en overschrijving op do be grootingen van het R.-C. Weeshuis en van het R.-O. Armbestuur, beide het dienstjaar 1901 betreffende, geen bedenkingen heeft. Zij stelt dus voor beide staten good te keuren. Den gomeonteraad lcggon B. en Ws. over het door het Hoofdbestuur van do Ver eeniging van Leeraren aan Inrichingcm van Middelbaar Onderwijs bij don gemeenteraad ingediend adres, houdende verzoek „om de jaarwedden aan do Hoogere Burgerschool voor Meisjes te herzien, zoodat deze in be tore verhouding komen tot die, welke aan de B.43. voor Jongens worden toege kend", benevens do daaromtrent met de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs gevoerde correspondentie en haar laatstelijk den 18den Juni 1.1. uitgebracht advies, Hieruit blijk, dat do vereeniging voor noemd niet alleen een hoogero bezoldiging voor de leeraressen aan do H. B.-8. voor Meisjes noodig acht, maar deze tovona op# dezolfdo loost wenseht geschooid te zien als die, welko onlangs voor de leeraren aan da H. B.-8. voor Jongens werd aangenomen, terwijl ook dor Commissie van Toezicht'» eenige verbetering in de financieel© positie,» dor leoraren wcnscholijk voorkomt on ook deze het onlangs voor de Jongensschool aan. genomen bcginsol (een vaste jaarlijkscho bij drage en een vorgoediug per jaar voor elk wekelijksch lesuur, welke verhoogd woiut ract het klimmen dor jaren) op do salaris- regeling voor de leeraressen wenseht toef past to zien. De Commissie van Toezicht doet twoe voorstellen: hot eerste sluit 3 verhoogingen in telkens na 4, 8 en 13 jaren dionst; hot twecdo slechts 2. Hot eerste zal jaarlijks oeUi hoogere uitgave vereisehen van 1600, het tweede van f 1235. Do motieven, door de Oommissie voor d> vorhooging aangevoerd, zijn do volgende. In do eerste plaats meent zij, dat er thans, na do onlangs aan do leeraren dor Jongens school toegekeudo verhoogingen, oon te groot verschil bestaat tusschen de jaarwed den dier leeraren en die van de leorarosacn 1 aan do H. B.-S. voor Meisjes, hetgeen *rij niet billijk acht. In do tweedo plaats wijst zij or op, dat da kosten, aan de studio voor loorarea verbon- den, zoowel als do oischon, gesteld ter ver krijging van de noodige akten van bekwaam heid, op don duur zwaarder zijn gowordori., Eindelijk vestigt zij nog do aandacht op do vorbeteringon, in do traktementen van do leorarosson aan do H. B.-S. te 's-Gravcn- hage gebracht. Het komt B. en Ws.op verschillende gronden, voor, dat geen aezor motiovon zwaarwichtig genoeg Is om tot oen verhoo* ging van do salarissen dor lccrarcsen te besluiten. In de zitoing van g-ieteren van do Alg«v moono Synode der N«xL-Horv. Kork worden verschillende rapporten ingediend door de oomraisrio voor eindredactie over do vastgo- abeldo wijzigingen van artt. 9 en 47 alg. rogl., en door do commissie voor ndeuwo wetsvoor stellen over een voorstel van do olaesis van Briello tot wijziging in hot reglement op de kerkvisitatie, strekken do tot afschaffing van dc schriftelijke kerkvisitatie on tot het hou den doT persoonlijke kerkvisitatie om do twoo jaren. In behandeling kwam het rapport van de( oommissio van eindredactie over hot regle ment op do generale kas. Mot onkelo wijzigin- gon werd bet reglement, overeenkomstig do voorgestelde redaction vastgesteld. Ter tafel kwam het rapport over een voorstel van de olaesicale vergadering van Tiel tot vorandoring van art. 19 en 20 regle ment op do vacaturen, rakende de geldel ij ko vergoeding voor diensten in vacante gemeon- ten. Overeenkomstig de oonolusie dor rap-,# portee ronde commissie werd dit worstel af- gewezen. Over een voorstel van den lieer Eilorts da Haan tot wijziging van art. 38 rogl. van op- 9 zicht en tucht word rapport uitgebracht erf - ter inzage gelogd. Even zoo gesohieddo met 63) Met over dc borst gevouwen-handen zat zij nog altijd tusschen zijn knieën op den broe den voetplank gehurkt on tuurde naar do ge heimzinnige lichtplekken en donkore schadu wen, welke de maan op de straat tooverde. Geen van beiden sprak een woord, en toen het stilzwijgen onafgebroken voortduurde, werd het steeds gewichtiger en elke polsslag vergrootte de beteekenis daarvan. De pa&rdcn liepen rustig de witte straat over, over de kap klonken onafgebroken ge zegden van de gosprekken der beide jonge mannen en boven hun hoofden wiegelden en ruischten de zware bladeren der palmen, als of zij de geredden wilden zegenen. Een war me wind, die van het land kwam, vervulde de lucht met den geur van rijpende vruchten en f in het rond heerschte zulk een diep stil zwijgen, dat onze vrienden het gevoel hadden, alsof zij de eenige schepsels in den prachti- gen zomernacht waren, die niet sliepen. Langzaam viel Hope's hoofd achterover en toen daarbij haar schouder een oogenblik Clay's knie aanraakte, richtte zij zich op en maakte een beweging, alsof zij wilde opstaan. Haar nabijheid en iets in haar houding, zoo als zij daar ;.?.n zijn voeten zat, hielc| Clay als in een betoovering bevangen Zacht boog hij zich naar voren en legde schuchter zijn hand op haar schouder en doze aanraking scheen het bloed in zijn aderen tot stilstand te bren gen en de woorden van zijn lippen te ver jagen. Langzaam, alsof het haar groote moeite kostte, hief Hope haar hoofd op en keek Clay in de oogen. Het kwam hem voor alsof hij sinds eeuwen in deze oogen had go- keken en deze en de ziel, die daaruit in do zijne zag, altijd had gekend. Hij boog zijn hoofd dieper, stak zijn armen uit en tilde haar omhoog, terwijl zij elkaar voortdurend bleven aanstaren. Hij trok haar daarop tot zich en drukte haar aan zijn borst en nu vorsohecn een droomerige uitdrukking in haar oogon en sloten zich die. ,,Hope fluisterde hij, ,,HopeI" Zich nog dieper neerbuigend, kuste hij haar en zijn lippen zeiden haar, wat hij niet onder woorden kon brengen. XIV. Een uur later stond Langham met een ver- drietigen zucht op en schudde heftig aan de voorkap. „Zeg eo-nsl" riep hij. „Slaap gij dan daar voort Als wij zoo doorrijden, komen wij nooit thuie. Hope, wilt gij je oude plaats hior niet weer innemen en slapen?" Het rijtuig hield stil, de jonge heeren stap ten «r uit en liepen er om.heen naar voren. Hope zat glimlachend op den bok. Oogen- schijnlijk was zij er ver van af om slaperig te zijn, en, zooals zij haar broeder vorklaar- de, geheel tevreden met haar plaats. .,Weet gij wel, dat wij sinds het ontbijt niets gehad hebben 1" vroeg dee?. „Mac Wil liams en ik vallen bijna flauw en stellen voor om bij het eerste huis, dat wij langs komen, stil te houden, do menschen te wekken e« ze te verzoeken ons een avondmaal te geven. Met n lachje keek Hope Clay van ter zij de aan „Avondmaal K' zeide zij daarbij. „De jonge heeren willen een avondmaal hebben." Op Olay scheen het lijdon dor beide jonge hoeren geen diepen indruk te maken. Mot de zweep naar de palmbladeren bovon zijn hoofd slaande, zat hij op don bok en glim lachte op een dwaze, kinderlijke manier over iets. „Luistert eens, weet gij wel, dat wij ver dwaald on half verhongerd zijn?" vroeg Langham verontwaardigd. „Hebt gij eenig vermoeden, waarheen doze 9traat leidt?" „Niet het minste," antwoordde Olay zeer vergenoegd. ,,Ik weet verder niets, dan dat er langen tijd geleden een revolutie plaats gevonden heeft, en dat daarbij een vrouw mot sicradiën in een open boot is ontvlucht en dan herinner ik mij, dat ik een schijf voorstelde en in het maanlicht op mij heb la ten schieten. Daarna ben ik weer tot de wer kelijk gewichtige levensdoeleinden ontwaakt, waartoe avondeten echter niet behoort." Langham en Mac Williams koken elkaar bedenkelijk aan en elk schudde zijn verstan dig hoofd. „Maakt nu eens, dat gij van den bok af komt," zeide hij gebiedend. ,,Als gij en Hope u mogelijk verbeeldt-, dat dit een genoeglijken wandelrit in den maneschijn is, dan zijn wij van een andere meening. Gij beiden kunt nu in het rijtuig zitten, terwijl wij eens voor het rijden zullen zorgen, en ik verzeker u beiden, dat wij zoer spoedig een menschelijke woon plaats zullen bereiken." Gehoorzaam stegen Hope en Clay van den bok en gingen onder de voorkap zitten, doch zij zouden niet langer van hun vroeger be daard rijden genieten. De nieuwe koetsier had zijn paarden spoedig aan het galoppec- ron gebracht en de boomen vlogen aan beide kanten hun voorbij. „Herinnert gij je nog de woorden uit „Do laatste gemeenschappelijke rit," als de jonge man zegt, dat hij met zijn liefje in eeuwig heid samen wilde rijden." Hope lachte vroolijk en stak de armen uit, alsof zij de geheele mooie wereld, welke zich om haar heen vertoonde, wilde omhelzen. „O neon," antwoordde zij lachend, „de we reld is nu pas geschapen." Toen het rijtuig spoedig daarop stilhield, lieten zioh op den bok stemmen hooren, vor- volgons verhief zioh een geweldig hondenge blaf en de minnenden zagen, hoo Mae Wil liams tegen de deur van ccn hut trommelde en schopte. Eindelijk word deze een duim breed geopend en or volgde een lange ver handeling in het Spaansoh, welke daarmee eindigde, dai de deur weer gesloten werd on licht door de ramen scheen, Eenige oogenblikken later traden huive rend en gapend een man en een vrouw naai buiten en legden in den leemen oven naast de hut een vuur aan. Hope en Clay bleven in het rijtuig zitten en zagen hoe de vlammen uit dc met olie gedrenkte rijsbundels om hoog stegen en hoe de jonge mannen met walmende fakkels rondliepen en van den zolder boven dc keuken voeder voor de paar den trokken, terwijl twee slaperige jonge meisjes, waarvan het eene een kruik op den 6ehoude- en het andere een fakkel droog, den weg naar de naastbijzijndc beek inslch. gen. Haar kin in de hand latende rusten, beschouwde Hope de zwarte gedaanten, welke zich tusschen haar en het vuur heen en weer bewogen of reeds daarover heen bo gen, zoodat hun gezichten door de vlammen beschenen werden en zij het met eene hand voor de hitte moesten beschermen, terwijl de andere iets in een dampenden'kct 1 om roerden. In Hope's gemoed welde oon over- stroomend govool van dankbaarheid jegons, deze eonvoudige vreemden op voor de moei* v te, welke zij zich gaven. Iedereen kwam haar zoo good voor en do wereld, waarin zij leefde, zoo liefdevol en grootmoedig. Na cenigon tijd trad haar broeder op bet rijtuig toe en boog spottend met overdreven) beloof dhc id. „Nu, nadat wij al hot werk hebben ge daan", zeide Langham, „hoop ik dat Uwe Excellentiön zoo goed willen zijn, ons sober maal met ons te declen; of zullen wij hot u hier brengen?" Do leemen oven stond in het midden van een hut van gevlochten takken, door welks openingen de rook kon wegtrekken. Eenige houten banken waren er omheen gezet, waarop het gezelschap plaats nam, om mot grooten cetlijst rijst en gebakkon bananen te eten, terwijl de vrouw steeds nieuwe tor tilla's tusschen haar handen vormde on daar bij haar gasten monsterde. Haar oogen vie len ook op Langham's schouder en bleven daar zoo lang rusten, totdat Hope de rich ting van haar blikken volgde. Met een plot- sclingen kreet van schrik sprong zij van haar plaats op en liep op haar broeder toe. ..O, Ted!" riop zij, „zijt gij gewond? En gij hebt mij daar geen woord van gezeg -11 Wat is het? Doet het erge pijn ï-' Ook Clay kwarn met een bezon; I gelaat naderbij. „Laat mij met rust 1" riep ha.i broeder verdrietig, terwijl hij achteruit ging en haar met de koffiekan afweerde. „Het i( slechte een schram en het zal uw schuld zijn als de koffie overstort." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1