Rebus. Eenige belangrijke uitvindingen. Voor Amateur-Photografen. Stofgoud. Wekelyksche Kalender. Raadgevingen. ALLERLEI. Do laatste li ad juist verteld, dat hjj 300 cieron aan Let broeden was (natuurlijk met een broedmachine), toen de conversatie be gon over melk en kaas. „Ik wed met je oca een tientje, dat je me niet kunt noemen, waar men de meeste melk vindt ©n de grootste kaas," zeiue de heer. Op dit oogenblik werd ik wit van spijt, dat ik geen dichter was. Ik had dan onmid dellijk eon vers gemaakt op de c derga-ande zon, want stof hiortoe Ier 'e mij het gezicht van den boer. Was ik dan ten minste maar schilder ge weest, want hij vuurrood en ik krijtwit, zie dat was een prachtige klcurschakeering. In die gedachten werd ik echter gestoord door iets, dat mij deed denken aan het in wendig rommelen cn stommelen van een vul kaan, en geen wonder 1 Want toen ik weer naast, mij keek, zag ik de groote, roode lip pen van den boer in beweging als de scha ren van een kreeft. Het slot was, dat de weddenschap ging om een sigaar. De boeT raadde een half nur van: in Wee- ncn, in Portugal cn Italië, te Parijs, enz. „Zoo ver behoeft n die kaaj niet te zoe ken," hernam de heer, „want t zit er op." Ik weet niet, of d© boer dezelfde gedachten had als ik; ik zag alleen maar, dat hij op het punt was den heer eens krachtig te aaien in zijn gezicht, terwijl ik mijn parapluïe als degen gebruikende, gelukkig den stoot af weerde. „Wacht oven, laat mijnheer uitspreken," zei ik. „Het is niet m ij n opinie," zeide de heer, „maar een Deensdie Sage zegt..." „Ik zal dien Deen wurgen," bromde de boeT. „Goed! MaaT een Sage is een boek," loog ik. „Dan verbrand ik dat boek," mokte hij weer. „De Deenech© Sage zegt," vervolgde de heer kalm, „dot de melkweg werkelijk uit molk bestaat en een deel tot kaas is verdikt en dit de aardo ie. De aarde is dus de groot ste kaas, waarop u heoren zoo goed als ik zit. Do sigaar s. v. p., ik heb gewonnen." De boer keek mij aan met een blik, waarin ik duidelijk las: „Die korel is gek" en talm de geen minuut met zijn sigaar tc geven. Zelfs bood hij hem er nog meermalen een aan onderweg, want ons gesprek over de be namingen van den melkweg, als: „Pad der geesten", „Weg der Goden naar den burcht van Jupiter", „De straat der schimmen", enz., konden niet anders dan hem in dien waan versterken. Dn het is beteT dat men in een trein goede vrienden blijft mot zoo'n „krankzinnige", dio de aarde eon kaas noemt. Misverstand. D© volgende advertentie werd in do courant geplaatst door een heer, die wenschte te dineeron: A. B. 6. Een ongehuwd heer verlangt „ecm goede tafel"; liefst in hot centrum dor stad. Adres sen onder bovenstaande letters verzocht. Hierop kwam het volgende sohrijvon in: A. B. 5. Een zéér goede tafel kan u bekomen bij ondergeteekende; zij is met grijs wasdoek ovort.rokken en heeft sterke, gedraaide poo- tcn. HOBBELMAN, Meubelmaker. Somber kmrelijksaanzock. Jeanne: „Dus mijnheer Treurig beeft jo workelijk om je hand gevraagdV' Betsy: ,,Ja, op onze wandeling over het kerkhof kwamen we ook bij zijn familiegraf en hij vroeg mij, hoe het mij rx>u aanstaan om daar Cens begraven te worden m©t zijn naam op den steen boven mij." Zij waren pas twee maanden getrouwd en hadden olkaar nog van harte liof. Op ze keren morgen was hij in den achtertuin bezig zqn schoenen tc poetsen. „Charles 1" riep zij zoo hard rij kan. Charles, kom hier, ring!" Hij begreep dcxLiijk, dat rij in gevaar was. Hij greep een stok on rende twee trap pen te gelijk op om haar te hulp te komen, i Hij trad ademloos do kamer binnen en zag haar nit het venster shaan kijken. „Zio eens," pp rek rij, „dat soort hoed aril ik mij aanschaffen." Ongelooflijk. Dit jaar werd op bot exa men tor verkrijging van ós hoofdakte o. a. aan een candidaat deze vraag gedaan bij de afdeel ing paedagogiek en fcidkrrade: „Hoe komt het, dat een uap niet met aan- daoht zijn staart in het tout steekt?" Rijmpjes van Vader Cats. Een blij gemoed, Een matig goed, Is wonder soet. Vriend, hebt gij brood. Een duimpje groot, Gij hebt geen. nood Nog voor den dood. Wilt gij bemind en eerlijk leven? Ik wil n des een regel geven. Vier dingen dient gij wel te weten: Geleden onrecht haast vergeten, Ontvangen weldaad lang gedenken, Geen mensch door achterklap te krenken; En hebt gij lust, uw Jeed te wreken, Zoo ga en beter uw gebreken Want een, die betert rijnen staat, Doet leed dengene, die hem haat. Weet iemand zijn geschenk met wc-orden op [te pronken, AI is do gave klein, neg schijnt er veel ge [schonken; Maar een, die wat hij schenkt, met sfcure [wangen geeft, Is ook in mildheid vrek, in hcuschheid onbe- [leefd. 'fc Is wèl, naar mijn begrip, in ouden tijd [gezeid: 't Is beter dat het kind, dan dat de moeder [schreit. RECEPT. Macaroni op Amerikaanschp wjjre. Men name: 250 gTfcjn macaroni, 30 gram boter, 30 gram bloem, 21/2 deciliter torna., tensaus, pepor, zout, eon beotjo suiker. Kook dc macaroni in kokend water met. zout. Plaats ze op een vergiet, zoodra ze gaar is. Smelt de boter, voeg daarbij de bloom en do tomatensaus, laat dit koken tot de bloem gaar is. Doo or ook de kruiden bij en 6tort de saus ovor de macaroni. Dit gerecht moot zeer warm gepresenteerd worden. Men kan er ook crofttons van ge fruit brood bij geven. OPLOSSING VAN DE SCHAAKOPGA. VE DER VORIGE WEEK. 1 T d5c5 ïbGxcfi 2 R g8 x c4 2 K f 4 x e5 3 R d 8g 5 3 naaa' verkiezïng,, 4 R mat. De oplossing dor andere opgave in het nummer der vorige week is: Kermisvenna» kelijkhoden. Ailes B [Oplossing in het nummer der volgende week]. heden eencr groote stad gezondigd. „Zoo lang kindoren 's avonds worden meegenomen naar eethuizen (gelijk in Berlijn en andore Duitsche steden gebruikelijk ie) en daar tot laat 's avonds blijven; zoolang vele kinderen hun ouders naar openbare vermakelijkheden vergezellen en kunstmatig vroe- rijp worden 'gemaakt; zoolang men kinderbals geeft en kinderen, die geen aanleg voor muziek heb ben, thuis urenlang met piano-spelen en der gelijke zou uwrn oorden de bezigheden plaagt, zoolang moet men heel voorzichtig zijn met klachten over de schooL" Brandewijn werd het eerst gemaakt in 1310 in Frankrijk. De paardentram jyërd het eerst gebruikt in 1828. Loodcn waterpijpen werden het eerst ge maakt in 1269. De enveloppe kwam in gebruik in 1849. Steenkool werd in 1350 het eerst als brand- etof gebruikt. Do eerste verrekijker werd gemaakt in 1590. De torpedo werd uitgevonden in 1777. Geweren met vuursteenen werden in het Franscho leger gebruikt in 1630. Do revolver werd uitgevonden in 1836. Do eerste advertenties in couranten ver schenen in 1C52. Do eerste telegraaflijn werd in Zwitser land gelegd in 1782. Chloroform werd in 1831 ontdekt en het eerst bij operaties gebruikt in 1846. Het damspel was reeds bij dc oude Egyp- ;tonaren bekend en een 4000 jaar oude tce- kening stelt een twist voor over een damspel. Tabak weTd in het begin der zestiende eeuw door de Spanjaarden in Europa ge bracht. Tapijten werden in Europa het eerst in Frankrijk gemaakt in 1664, naar het model yan oudere Turusche. Het buskruit kenden dc Chincezcn reeds £000 jaar vóór onze tijdrekening. In Europa word het waarschijnlijk uitgevonden in 1281. JSlectrisch licht werd het eerst gemaakt in 1846. Het vergrootglas was waarschijnlijk reeds bij do ouden bekend; in 1282 kwam het op nieuw in gebruik. Koperen spelden werden het eerst gemaakt door de Saraccnen in Spanje, in 800. Dc eerste courant verscheen in Venetië in 1636. IJzerdraad werd het eerst vervaardigd in Neurenberg in 1531. Alcohol werd ontdekt in de dertiende eeuw. Dc thermometer werd in 1596 door Galileï oitgevonden. Zoogenaamde remontoir-horloges werden in 1851 uitgevonden. De vélocipède werd in 1817 uitgevonden. De piano word uitgevonden in 1711. Do barometer werd uitgevonden in 1643 door den Italiaan Torricelli. Bommen werden het eerst in Holland ge maakt in 1495. Dc eerste ijsmachine werd vervaardigd in 1860. Do eerste stalen naalden in 1545. Speelkaarten werden bedacht, om den krankzinnigen koning van Fmnkrijk Karei VII te vermaken, in 1380. Kerkklokken werden omstreeks 400 door den ïtaliaanschen bisschop Paulinus in ge bruik gesteld, om boo ze geesten tc verdrijven. Het kanon werd uitgevonden in 1330 cn heb eerst gebruikt door dc Txirkon in 1453, tegen Adrianopel. Ganzcveeren werden het eerst als pen ge bruikt in 553. Stalen pennen worden in 1805 uitgevonden. Papier van lompen werd het eerst gemaakt Pmstrcoks 1000, van stroo in 1800. Zakuurwerken werden het eerst in Neu renberg gemaakt in 1477. ,,'t Is waarlijk te hopen, dat het zal over gaan," zuchtto Martin. Maar op het denkbeeld, dat dit eens niet roo zou kunnen zijn, ging hem een rilling door do leden en vorbleekte hij onder zijn blanketsel. Toon hij thuiskwam, stond er, als naar gewoonte, voor twee personen gedekt, maar de moeder lag te bed cn scheen erger gewor den te zijnzij wilde echter met hem lachen, om haar jongen niet ongerust te maken, vroeg naar alles, wat er dien avond gebeurd was, sprak over den vorigen en opgewonden door die heerlijke herinneringen, voelde zij de brandende pijn niet, die in haar borst woelde; maar een droge, schorre hoest deed haar zwijgen, zonder iets af tc doen aan het goede humeur van het lieve oude vrouwtje. Den volgenden morgen kwam de dokter en vertelde hem, dat zij een longontsteking had. 'Acht dagen daarna kwam Martin uit de cou lissen en zag een buurvrouw zijner moeder staaninstinctmatig, zonder dat hij zich re kenschap kon geven waarom, voer hem een rilling door dc leden. „Kom spoedig, meneer Karei, uw moedor is hard ziek cn verlangt naar u." Maar hij hoorde haar niet eens; hij holdo voort-, liep tegen de voorbijgangers aan, die hij omver geworpen, ja gedood zou hebben, zoo ze hem den doorgang hadden belet; wat kon het hem schelen 1 In con oogwenk was hjj de trap op, maar Medkgcdetld door J. Janssen, Fhoto- Artikelen, Leiden.) Uet instellen. Het zoeken en scherp instellen van heb op te nemen voorwerp op de instelruit ge schiedt bet best onder een zwarten doek, welke het hoofd en het achterste gedeelte der camera omhult. Voor bet opwaaien is Let raadzaam in de hoeken een stukje lood te naaien. Men kan bet beeld het best beschouwen op tweo handbreedten afstands van de instel ruit. Voordat men begint in tc stellen, ver dient het aanbeveling de lens met een wol len goed schoon te vegen. Het instellen van bet beeld moet steeds geschieden zonder diafragma. De scherpte moet in het midden van de instelruit het grootst zijn. Om de scherpte van het beeld aan de randen behoeft men zich daarbij niet te bekommeren. Indien men in een 13 bij 18 camera kleinere foTmaten als 9 bij 12 en 6 bij 9 gebruikt, is het goed om die afmetingen met potloodlijnen duidelijk op de matruit af te teekenen. Hoe meer men met het objectief een voor werp nadert, zooveel te grooter wordt bij het scherp instellen de afstand van het ob jectief tot de instelruit en omgekeerd. Wil men opnamen op natuurlijke grootte maken, dan is do afstand aan het obj actief tot do instelruit goljjk aan den duubelnn brandpuntsafstand van het gebruikte objec tief. Bij portretten (busten) stelt men scherp in op het oog, dat het dichtst bij het toestel is. Bij gehcclo figuren op het midden van het lichaam. Bij portretten in groot formaat is een ge ringe onscherpte eer voor- dan nadeelig. Zij geeft zachtheid aan de lijnen en werkt na tuurlijker dan haarfijne scherpte. Groote groepen stelt men op in een hal ven cirkel, dc holle zijde naar de camera gericht, en stelt in op het midden. Bij landschappen, gebouwen cn interieurs stelt men scherp op den voorgrond of op het hoofdfiguur, dat het dichtst bij het toestel is. Bjj opnamen van portretten en bij mo ment-opnamen moet men zeer weinig dia- fragmeeren (de lens dus wijd open laten), ten einde den belichtingsduur zoo kort moge lijk te kunnen maken. Groepen, landschappen cn vooral inte rieurs vereischen kleiner diafragma. Bij opnamen van technischcn aard, bij re producties, in het kort Lij het photographee- ren van levenloozc voorwerpen kan men zeer sterk diafragmeeren, ten einde de plaat tot do randen scherp te krijgen. De belichtings duur is daardoor natuurlijk veel langer. Hoe sterker het hemellicht is en hoe krach tiger een voorwerp verlicht is, zooveel te kleiner diafragma kan men gebruiken. Bij de keuze van een diafragma geldt als grondregel dit niet kleiner tc nemen dan noodig is voor dc voor het beeld vereischto scherpte. Overdreven kleine diafragma's ge ven veel verlies van uitdrukking bij por tretten. In twijfelachtige gevallen gebrnike men liever groote dan kleino diafragma's. (Op vragen, onder deze rubriek vallende, rullen inlichtingen gegeven worden, als bijv. over toestellen, ontwikkelaars, enz. Vragen on antwoorden zullen worden opgenomen). Niemand en niets wordt meer bedrogen dan het geweten. Jean Paul. De tranen, dio gij droogt-, En vreugd daardoor bereidt, Zijn beter dan de traan, Dien gij zelf dikwijls schreit. E. G e r d c a op het portaal gekomen, bleef hij ademloos staan, hijgend, versuft, verslagen. Een be vende stem wekte hem uit die verdooving. „Zijt gij daar, Kareltje?" „Daar ben ik, moeder," zei hij, zachtjes, want hij durfde bijna niet spreken, om niet In snikken uit te barsten. Moeder Martin, als was zoo wit, ging over eind zittengreop met beide handen het hoofd van haar zoon, kuste hem op het- voor hoofd, en kon, want zij was reeds stervende, niet moor uitbrengen dan: „Mijn Kareltje, mijn Kareltje, mijn arme jongen." En alsof ze, door de kracht van haar wil, nog was blijven leven tot aan den terugkeer van haar kind, zoo viel nu haar hoofd ach terover op het kussen en was rij heengegaan onder het stamelen van: „Mijn arme jongen." Stilzwijgend, in zichzelven gekeerd, met starenden blik, de koorts op do leden, zonder een traan te storten, had Martin zijn moeder naar haar laatste rustplaats op het korkhof van Saint-Ouen gebrachtmaar toen de kist in het graf daalde, dachten de omstandors, dat hij er zich in zou worpenHij deed oen pas vooruit, maar bleef staan, met de oogen op don kuil gericht, klemde de vuisten samen, drukte de nagels in zijn vleesch uit zenuw achtigheid on toen liet hij zich, steeds zon der een woord te sproken, door de vrienden ovorhalen met hem mode te gaan, want zij wilden bij hem blijven tot bij weer moest op- Wij hebben een godsdienst noodig, waarin verstand, geweten cn gemoed gelijkelijk tot hun recht komen. Theod. Païker. Nieuwe denkbeelden zijn als vreemde muntstukken, welker waarde door het groote publiek niet kan geschat worden. A. D. ^oman. Een trouwe handdruk is voor den arme soms zoeter dan een rijke aalmoes. D r. A. K u y p o r. Wat hebben we aan alle eenzijdig verstan delijk leoren? Drie vierde zoo niet zeven achtste van het leven komt neer op ge drag. Mathcw Arnold. Zondag. Do kalme berusting om het goede oogen blik af te wachten vr<uigt meer inspanning dan de moed om handelend op te treden. Maandag. De liefde is een nukkig vogeltje, dat zingt als het hem behaagt en zijn nestje bouwt op den boom, die hem goeddunkt. Diusdas. De muis, die nog maar één gaatje weet, kan met overleg den kater nog ontspringen. Woensdag. Niets verergert ons kwaad humeur zoo zeer als het gevoel, dat wij ongelijk hebben. Donderdag. Ach, wanneer het harte ledig is, dan schijnt de weg zoo lang. Vrtydag. Zonder vallen leert niemand loopen. Zaterdag. Een gerust geweten en een goed gevulde beurs geven den meest bedeesden man een ongelooflijk vertrouwen in zichzelf. Witto handen. Om do handen wit te doon worden, was- schc men ze in een oplossing van oit-roensap mot zout. Watervlekken op meubelen. Om watervlekken uit een tafel of een an der meubelstuk te verwijderen, logge men er nat zout op, wrijvo do vlok dan met een dook af en daarna met een kurk. Een enorm groote kaas. „D© vrouwen praten het meest," werd mij laatst als on- omstoolelijke hypothese te verorberen gege ven. En alhoewel ik nu pillen kan dikken als keien, wilde dat er toch niet bij mij in. Mijn-vingers jeukten, want ware het boek mijn eigendom geweest, dan had ik voor dien zin onmiddellijk in dc plaate gezet: „Do „reizigers" praten het meest 1" Ge gelooft hot niet? Welnu I ga u zelf maar na. Wat doet ge in den trein? Ge praat of ...go dut. En wat er al niet gebabbeld wordtOefent ge u om levensgeschiedenissen te schrijven? Ga in den trein, dag on nacht, en go wordt oen kundig biograaf. Ik wil u een gesprok mod edeeion, waarvan ik getuige was, tusschon eon beer en eon boor. treden. Want hij moest spelen Den vorigen dag had men het theater gesloten, want er was niemand, cie hem in zijn rol kon vervangen, cn de kameraden waren zoo goed geweest! Zelvcn niet rijk hadden rij zulk een fraaien krans voor moeder Martin gezonden! Hij kon hen niet verlegen laten... on hij zou spelon Hij speelde, en dat zoo meesterlijk; hij overtrof nu waarlijk zichzelven; zóó had men hem nooit- gezien. Dien avond was hij wer kelijk artist. Alle toeschouwers bezweken bij na van het lachenSommigen, dio hem niet kenden, zeiden vol bowondering: „Hoe grap pig is hij toch. ziet eens, hij schudt zoo van het laohen dat hij er bij weent." En werkelijk, alle zenuwen van rijn gelaat trilden; zijn groote, wijdgeopende mond lachte tot hij or bijna den hik van kreeg, en zenuwachtig rolden stillo tranen onophou delijk uit zijn oogon en vormden witte stre pen op zijn rood blanketsel, waardoor hij er meer dan dwaas uitzag, en dan lachte het publiek maar altijd door, als men hem maar aanzag. Eindelijkhet stuk was uit Martin ging in zijn kleedkamertje, trok andere klecron aan cn ging naar buiten zelfs zonder zich te wasschen. De vrienden wilden hem nu bij zich hou den, maar hoe- rij er ook op aandrongen, in het eerst gaf hij geen antwoordeindelijk zei hij zachtjes, zooals men sedert jaren van hem gewend was: „En mijn moeder dan, die wacht mij immers?" En allen, wezenlijk met hem bewogen, eer biedigden zijn grooto smart, en lieten hem gaan. Het was frisch buiten. Martin trok den kraag van zijn overjas omhoog, stak de han den in zijn zakkon cn ging als werktuiglijk den ouden weg op naar do straat des Mar tyrs. Voor zijn woning gekomen, bleef hij staan cn zag omhoog, maar geen licht scheen voor de ramenHij dacht te stikken in zijn tranen, cn nam de vlucht, zonder te we ten wat hij deed. Zoo liep hij voort en volgde geheel onwil lekeurig den weg, dien de lijkstoet zijner moeder dien ochtend had genomen. Bij het korkhof gekomen, sprong hij met de vlugheid van een kat over den muur. Geheel zinneloos dwaaldo hij als een geest langs en over de graveneensklaps bleef hij staan, ]}aar vlak voor hem, in dc versch omge woelde aarde, stond een klein zwart kruis, waarop hij bij het maanlicht den naam „Martin" in witte letters kon lezen. Hij 'wankelde en viel op de knieën, de gedachte keerde terug, hij herinnerde zich alles! Zijn hoofd vulde zich met al de herinneringen zij ner jeugd; hij riep zijn moeder op luiden toon, schreide, sloeg zich voor het hoofd en huilde van smart maar hij was alleen, en slechts de echo herhaalde rijn jammerkreten. In zijn binnenste had een gcheelo omkeering plaats; 't was of zijn arm hart brak door al die smart, rijn hoofd was geheel in de war; hij wentelde zich op den grond over het graf heen en weer. Maar eensklaps verhelderde een glimlach zijn gelaat-; hot scheen hem toe, alsof geheel uit dc verte, of uit het diepst der aarde een geliefde ctem, de stem zijner moeder riep: „Ben jij het, Kareltje?" „Hier ben ik, morde: riep hij uit en viel berwijmd neder. Den volgenden morgen deden de bewakers van het kerkhpf hun gewone rondevoorbij een pas gisteren gedolven graf gaande, zagen zij een wonderlijke massa. ,,'t Zal een hond zijn, die op bot graf van r zijn meester is komen stervenzei een der doodgravers, maar hij trad verschrikt terug, roepende: „Het is eon mensch!" Hij bukte, legde do hand op het hart van den gevondene, nam zijn pet af. cn zei: „Hij. is dood Zij zagen de trekken van Martin. En rijn geopende mond, waarop de dood den stempel der hoop en een glimlach had gedrukt; do lachende mond en de lippen van den komiek schenen nog te stamelen; „Hier ben ik, moeder 1"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 10