f~ No. 13015
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 30 JULI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1902.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
ïïe lagesisür.
der de vrijzinnigen naar links en naar
rechts. „Indien dc „Liberale Unie" zelfstan
dig beslist en de vrucht van die beslissing
aan de afgedwaalde broederen links en
rechts voorstelt prendre ou lais-
se r. dan kan aan dc mislukking wol niet ge
twijfeld worden."
De Nieuwe Rottcrdamsehe Courant werkt
haar raeening uit, dat alle aanduiding ont
breekt, dat een voldoend overleg zal worden
gezocht. „Maar" zegt zij „al ware do
zucht naar herceniging bij allen, die tot de
liberalen kunnen gerekend worden, zóó
sterk, dat een compromis ten aanzien van
het kiesrecht gesloten kon worden, het zou
ons inziens ge en punt van actie kun
nen worden, geschikt om met geestdrift bij
d3 verkiezingen tot een strijdleus te worden
gemaakt, maar veeleer een v redes ver
drag moeten zijn, dat men boïg in h et
archief, om voorlöopig met vereende
krachten voor andere zaken ten strijde te
trokken."
Want als de Nieuwe Sótterdamache Cou
rant goed ziet, dan staat, bij ons volk het
politieke leven thans niet in het teeken van
het algemeen kiesrecht .Zij gelooft ook niet
aan de medewerking van andere partijen,
die toch noodig zou zijn. Zoo lang dc te
genstanders voreonigd blijven, is zeker
allo uitzicht daarop uitgesloten. Maar ook
van elk der verbonden partijen op zich
7. e lv c zou geen hulp te wachten zijn. Van
de Katholieken en Christelijk-historischen
allerminst, zegt het blad. En wat de antirevo
lutionairen aangaat, de heer Lohman is
steeds een tegenstander geweest en De Ne
derlander van dit voorjaar sprak het nog
duidelijk uit, dat, zoolang het kiesrecht ge
vraagd en aanbevolen wordt als middel ter
bevrediging van private belangen, het volk
er haars inziens niet rijp voor is. Ook dr.
Kuypcr zal nog wel staan op heb standpunt,
in 1875 door hem uitgesproken, dat „alge
meen stemrecht zou leiden tot overheer-
sching van het meer ontwikkelde, fijnere,
edele element van do natie door de grooto
massa." Het is trouwens gebleken bij de
jongste Staatsbegrooting, dat hjj optrad als
voorstander niet van algemeen kiesrecht,
maar van huismanRkiesrccht.
De slotsom van de Nieuwe Rotlerdanische
Courant is derhalve, dat „een strijd voor
het algemeen kiesrecht, in do tegenwoordige
omstandigheden van liberale zijde gepredikt,
tot niets anders zou leiden dan tot een jaren
lange agitatie, tot' groot nadeel van allerlei
zaken, die wettelijke voorziening eischen."
De Kroniek van den heer Tak spreekt op
spottenden toon over het Groninger restau
ratie-plan. Hij noemt het „dó Zaterdagschc
politiek" van prof. Oppenheim, dio „de ver
strooide kuikens weer onder de vleugelen
van den heer Goeman Borgesius samen
roept."
Dc „puzzlo" van het kiesrecht zegt De
Kroniek is bij do „Liberale Unie" in s t u-
d i e. Voor gewone menschen is dat kies
recht een eenvoudige zaak, men is er vóór
of tegen om het aan do arbeiders te geven,
en handelt, dan naar dit inzicht. Maar do
„Liberale Unie" wil de voor- en tegenstan
ders van het arbeiderskiesrecht weer in één
partij samenbrengen, die partij concentreo-
ren op wat haar het meest verdeelt. En dat
is wel een beetje studie waard.
Het is goed van den heer Oppenheim, dat
hi.t den studeerenden ecnigo loiding geeft.
Van Ketelaar tot Karnebcek hangt men aan
zijn Zatordagschc lippen.
De Kroniek spreekt ook nog eon woord
over het nieuwe denkbeeld van den sohrijver
in de Prov. Gr on. Ct., door dezen als cor
rectief tegen zeer uitgebreid kiesrecht opge
worpen: de opheffing nL van het verbod aan
den rechter om dc grondwettigheid van wet
ten te controleoren.
Do Middelburgsche gemeenteraad besloot
dezer dagen, bij do nieuwe regeling van het
hcrhalingsonderwijs niet „kokon" op het
program te plaatsen. Dc Zeeuw juicht dit
besluit toe en schrijft:
't Is ons ook nog niet erg duidelijk, wat
het resultaat zou geweest zijn, indien „ko
ken" in het programma opgenomen was.
Stel het werd een der vakken van het on
derwijs. Dan zou natuurlijk een net inge
richte keuken tc voorschijn moeten komen,
een gediplomeerde kookjuffrouw zou les ge
ven in do edelo kunsten... moisjes uit de
volksklasse zouden mogen bezichtigen het
ideaal van een keuken die haar materiaal
verkrijgt uit de stadsinkomsten, in allen
gevalle uit ruime beurzen.
Een keuken dus, hoogstwaarschijnlijk
eenig in haar soort, naar de nieuwste
eischen des tijds ingericht met gaskomforen,
waterleiding en alle gemak, dat slechts te
wenschen is.
Laten wij aannemen, dot het onderwijs
kranig gegeven wordt, dat een dame gevon
den is, die goed op de hoogto is met haar
vak, en die de kunst verstaat om anderen
wat ze zelf weet aan het verstand te bren
gen.
Wat zou dat geven? Ferme keukenmeiden?
Flinke, degelijke huismocdors? Jawel, in
dien die allen dan maar, vooral de huismoe
ders, uit do volksklasse opgekomen, in de
volksklasso levend, die als huismoeders met
een vrij karig huishoudgeld moeten rondko
men, een dergelijke keuken, en zooveel gold
hadden. Noemt men dit aansluiting aan de
practijk des levens?
Het zou er misschien een heel klein beetje
op kunnen gaan lijken, indien men een heel
gewone ferme keukenmeid met grooto erva
ring van tamelijk zuinige keukon, alsjeblieft
zonder diploma benoemde met middelen zoo
als een huismoeder uit den oden of 4den
stand dio heeft.
Maar heel wat beter was het nog als onze
huismoedrs, on?.e mevrouwen, vooral dio, wel
ke een toer hebben om rond tc komen, haar
dochters leerden met naald en pot om te
gaan zooals liet behoorde. Laat dan dat hor-
halings-onderwijs maar weg. Dan zal de
maatschappij er op vooruitgaan.
Zou do manier van kookles zooals de Mid
del burg sche Courant van 21 Juli die aan
geeft, voldoen? Jawel, zoo als resultaat
wordt gevraagd: ontevreden keukenmeiden,
ontevreden huismoedors, tc bekingen huisva
ders, enz. Dat nummer van 21 Juli spreekt
als van een voorbeeld uit Gouda, waar een
juffrouw van dc Haagscbo kookschool les
geeft in het besproken vak. Reeds omdat de
ze een dame is, deugt zij niet. Die weet ge
woonlijk niet van klein huishoudgeld, krijgt
in Den Haag meisjes uit den flinken bur
gerstand wier moeders haar dure plichten
verzuimden, en zal, natuurlijk haar recht,
eischen alles in optima forma, 't Is tc ho
pen, dat Middelburg, dat heel Zeeland een
dorgolijko inrichting bespaard blijvc. Al
thans voor do arbeidende klasse. En voor
de hooge standen dreigt het gevaar, dat moe
der of mama nog gem'nkzuch tiger wordt, het
erg gemakkelijk vindt., dat haar dochter les
krijgt van een andere dame, op een kook
school, en 7öo zelfs meent ontslagen te zijn
van de taak om haar dochter in de allereer
ste plaats to maken geschikt tot haar hoog
ste roeping, d. i v r o u w zijn, d. i. degelijke
huismoeder, wier oog, in do practijk bij moe
der thuis geoefend, kan gaan over kind,
keuken en kelder.
Och, ware het 7.00 ver. dat allo jonge da
mes dit als haar hoogste rooping beschouw
den, en allo mama's haar daarin recht ter
zijde konden staan 1
De Maasbode sohrijft over Leerplicht:
Er wordt geklaagd over de werking der
Leerplichtwet.
Niet ten onrechte.
Wie zich cr aan houden, ondervinden er
last van en moeite; wie zich er niet aan
houden, ondervinden op meer dan óón
plaatsniets.
Geen wonder, dat in zoodanigo arrondisse
menten het aantel ouders, die met dc wet la
chen, en paedagogen, die zich over dc wet
ergeren, gestadig toeneemt.
Wc vernamen onlangs een tcekenend ge
val. Op een school tc Gouda maakte ccn jon
gen het mot ongewettigd schoolverzuim zoo
bont, dat hij ontslagen moest worden. Hoe
wel nog geen 12 jaar oud, werd hij door zijn
ouders als jongen in do leer gedaan op een
lettorzetterij .allen bepalingen van Leer
plichtwet en Arbeidswet ten spot.
We kennen een ander geval, in diezelfde
buurt, waar het hoofd der school ccn leer
ling negen maanden achtereen bij den school
opziener aangaf als onwettig verzuimer. Re
sultaat: nihil, tenzij dit: dat ouders en
In Dc Katholieke School wijdt een open
baar onderwijzer de volgende beschouwin
gen aan de onder'wijzerspensioe-
U e n:
Is het in hot belang van dc school, da-t een
önderwijzer, hetzij als hoofd eener school,
hetzij als onderwijzer van bijstand, werk
zaam blijft bij het onderwijs tot zijn 66ste
flevensjaar? Wat zog ik, tot zijn 66sto, neen,
we kunnen gevallen' aanhalen van tot het
70ste, 80ste jaar 1" Wat er van het onderwijs
Üeeer laatsten terecht moot komen, kan
dodoreen nagaan, en tevens ziet iedereen, met
wat goeden wil en gezond verstand, dadelijk
en duidelijk in, dat vele onderwijzers (niet
allo!) op 60-, 65-jarigen leeftijd niet meer
jcunnen beschikken over de vcreischte krach
ten (hetzij wogens lichaame- of zielsgebre
ken), hetwelk toch voor een „richtige" uit
oefening hunner zware en gewichtige taak
en met een zware verantwoordelijkheid be-
daste betrekking, een noodzakelijk, eerst ver-
eischte is.
Daarom ook moest een ondorwijzer reeds
yroegor vol pensioen kunnen genieten
(bijv. op 58-, 60-jarigen leeftijd). En om
|be voorkomen, dat menigeen tot schade van
het onderwijs nog langer in school bleef
dan van hem goed onderwijs te verwachten
was, moest de wet een zekere leeftijdgrens
(bijv. 65 jaar) aanwijzen, waarboven de on-
aorwijzors niet meer werkzaam mochten
rijn. Hot zou èn in het belang van die onder
wijzers zelf, èn Lc dat van het onderwijs,
maar tevens in dat van do jongoron zijn,
daar dezen dan toch weer iets meer kans op
promotie hadden
Het doet ons genoegen, dot de tegenwoor
dige Minister van B in n en 1 andschc Zaken,
idr. Kuyper, zoodra het u gebleken zal
rijn, dat vervroegd pensioen noodzakelijk
was, nieb alleen eerder recht op vol pen
sioen wcnschte te geven, maar dan ook die
onderwijzers te verplichten hun ont
slag te nemen. Mocht het Zijn Excellentie
'jtoch spoedig blijken, dat vele 60-jarigen
"Onder do onderwijzers niet meer geschikt, te
rijn met de noodigc opgewektheid los te
govon I
Nu werpt men misschien op, het ware
onbillijk de ondorwijzers op zekeren leeftijd
te dwingen de school te verlaten, want, velen
hunner kunnen op dien leeftijd nog niet 1/3
van hun traktement missen. Het volle
traktement is nauwelijks voldoende om in
de dagelijksoho behoeften van hun gezin te
Voorzien.
Wij antwoorden hierop: dit laatste is ook
100, maar daarom rust op den Staat ook do
'dure plicht, te 7,orgon, dat het eerste niet
langer meer voor velen een beletsol tot pen
sioenaanvrage is, door bijv. in art. 40 een
Bekeren norm aan te wijzen, waar beneden
het pensioensbedrag niot mocht dalen, bijv.
700 voor een onderwijzer en 900 voor eon
oofd, om zoodoende alle onderwijzers toch
«enigszins in de gelegenheid te stollen hun
ouden dag Ln welverdiende ru-st door te bren
gen, en om tevens hot grievende onderscheid
jbe verminderen, geven in het pensioen-
ib j o van don plattelander en hot
ruim bedrag van den stedeling.
En toch, de werkkring van dezen laatste is
niet zoo zwaar als dio van don plattelander,
die zich zijn heele leven heeft af gezwoegd
.voor 2, 3, ja soms 6 afdeolingen, on, wat
!niot te verwonderen is, daardoor voor altijd
rijn gezondheid geknakt heeft-
Tovcns werd dan het onbillijke weggeno
men, dat gelegen is in hot volgende. U-u
'onderwijzer, die met zijn 18do tot 20ste le
vensjaar de school binnentreedt, kan na 40
jaren nog niot 2/3 van zijn traktement als
pensioen geniotcn, neen, nog niets, tenzij
hij ongeschikt is nog langer zijn betrekking
waar te nemen. Hij moet wachten, on voor
een te genieten pensioen, 2/3 van zijn trak
tement, waarop hij thans al reónt heeft (40-
maol 1/60 is 2/3) b 1 ij v e n storten, neg onge
veer 7 jaren lang, terwijl hij, die c -rsfc op 25-
jarigen leeftijd zijn onderwijzersloopbaan
begint, na 40 jaren dienst, al ii hij ook ge
schikt nog eenigo jaren met vrucht werk
zaam te zijn, recht heeft op vol pensioen.
Do eerste betaalt dus 7 jaren langer zijn bij
drage dan de laatste, en wel voor het-
81)
„Als wij in het rijtuig stappen/' zoide
Clay zacht tot hom, „moeten wij beiden
Stuart toeroepen, dat wij morgen met do
lunch bij hem zullen komen."
„Goed," antwoordde King, ,,maar wat ia
er dan V'
Stuart hielp miss Langham bij het instap
pen cn toen heb rijtuig zich in beweging zet
te, riep King hem in het Engelsch toe, dat
hij niet moest vergeten, dat zij den volgen
den dag bij hem wilden lunchen en Clay
eeide zeer luid in het Spaansch: „Tot weer
ziens, morgen bij do lunch 1" waarop Stuarb
met vastberaden stem antwoordde: „Goeden
nacht 1 Dus morgen om óón uut."
Toen hot rijtuig door de nu r rille straten
rolde, joeg een von Stuart's ruiters een lan
taarn zwaaiend, hen voorbij. Dezo hief hij
bij elk kruispunt der straten op on verlicht
te de huizen aan de vier hooken. De hoefslag
van zijn paard was nog niet weggestorven,
toon een tweede ruiter ietwat langzamer
kwam aan galoppeeren, dio eveneens een
lantaarn droeg, waarmee lnj do stammen
van de boomen langs de straat verlichtte.
Toen hij het. Rijtuig voorbijreed, liet hij zijn
paard op^ zijde gaan eahield zijn lantaarn
zoo, dat haar schijnsel op do gezichten in
het rijtuig viel.
„Wie daar?" riep hij.
„Goed vriend", antwoordde Olay.
„Wie antwoordt?"
„Vrije mannen", zeide Olay en wees op de
sterren op zijn borst.
zelfde pensioen (2^3 deel van het sala
ris). De eerste moest ook na 40 jaren, al of
niet gesahikt-, vol pensioen kunnen gemeten,
en daarom drongen wij boven ?-n op ver
vroegd pensioen, waarop reeds met 5860.
jarigen leeTtijd aanspraak gemaakt moest
kunnen worden.
Wildo een onderwijzer dan na 40-jarigen
diensttijd nog langer werkzaam blijven, dat
moest hij dan maar zelf weten, zonder later
op een grooter bedrag dan 2/3 deel aan
spraak to kunnen maken (ten minste als j-et
niet m i n d 0 r bedroeg dan l et vaste mini
mum-bedrag, waarvan we boven spraken 1)
Thans zijn de ouden van dagen vc rp 1 i oh t
in functie te blijven, totdat zij hun 65ste
levensjaar volbracht hebben, al bobben ze
nog zoo veel dienstjaren, en al zouden ze ook
nog zoo gaarne een welverdiende rust gaan
genieten, na een lang leven van inspanning
en afmatting.
Art 3 bepaalt verder, dat, wegen3 ziels-
of lichaamsgebreken ontslagenen recht op
eonig pensioen kunnon hebben, mits zij op
dien grond ontslag bekomen hebben. (Dit
moet dus uitdrukkelijk in de akte van oni^
slag aangehaald zijn Hola, neen, eerst
ook nog eens minstens 10 dienstjaren heb
ben Alsof in minder dan 10 dienstjaren
een onderwijzer niet door of ten gevol-
g e van den dienst ongeschikt kan worden
voor zijn betrekkingIn don tijd (van 2030
jaren), die men wel een3 de gevaarlijke le
vensperiode noemt, wogens de vel on, die op
dien leeftijd sterven In een tijd daarenboven
waarin do onderwijzer een drukken studie
tijd door te maken heeft, dank zij den
velen en allen mogelijken examensAlsof
er niet reeds velen, met minder dan 10
dienstjaren, door of tengevolge
hunner studie of ongezonde dagtaak ziek
geworden zijn
Is het dan in dit geval niet onbillijk, on
rechtvaardig, dat deze ongelukkigen, wier
gezondheid misschien voor altijd geknakt is,
wier leven voor immer vergald is, die wel
licht onbekwaam geworden zijn voor elke
betrokking, wier zwakke krachten dus vaak
niet- in staat zijn hen aan het gebrek te ont
rukken, dat dezo tot bclooning niets
krijgon dan do herinnering, zich opgeofferd
tc hebben voor het welzijn der jeugd, voor
don Staat, die zich nu niets van hun deer
niswaardig lob aantrekt?
En daarom, ook deze onrechtvaardige uit
sluiting in dc wet geschrapt, cn aan allen,
die goedgekeurd werden, toen ze op do op
leidingsscholen plaats namen, of wel toen
ze do school binnentraden, eD van wie niet
bewezen kan worden, dat zo niet door dc
studio of in hun werkkring, maar buiten
hun dienst ongeschikt werden, aan die allen,
zeg ik, moest bij ongeschiktheid, wegens
ziels- of lichaamsgebreken een pensioen, als
het kon een wachtgeld, worden toegekend,
onder beding evenwel, dat dozen, zooara vol
gens do verklaring van een geneesheer hun
krachben het toelieten, zich wedor beschik
baar stelden, op straffe van hun pensioen of
wachtgeld be verliezen.
Dan dient in art. 38 nog iets veranderd
te worden. Waarom daarin weer dat onder
scheid tusschen een b ij z o n d e r en open
baar onderwijzer? Dat deze alinea nog
niet veranderd is verwondert ons; immers,
voor onderwijzors, die van het bijzonder
naar het openbaar onderwijs overgaan,tel
len de dienstjaren bij hot eerste voor de
braktementsregeling wèl mee.
Waarom dus ook niet evengoed voor een to
genieten pensioen? En dan nog een
stap verder, en ook aan hen, die in dienst
van het bijzonder ondorwijs b 1 ij v e n van
Staatswege een pensioen verzekerd I
De Nieuwe Rotterdamse/ie Courant geeft
haar standpunt ten aanzien van het alge
meen kiesrecht- nog eens nauwkeurig
aan.
Uitgangspunt neemt zij uit het „restaura
tieplan", door do Provinciale Groninger
Courant den volke voorgehouden. Dit wil
de Nieuwe Rotter'dameche Courant wel zeg
gen:
Indien er mogelijkheid bestaat om tot
een vergelijk omtrent hot kiesrecht to ko
men, dan zal het zoeken daarnaar moeten
geschieden langs den weg, dien de Prov.
Gron. voorstelt. Men zal moeten polsen on-
De soldaat mompelde een verontschuldi-
ging, drukte zijn paard dc sporen in de zij
den en galoppeerde met veel geraas weg, ter
wijl hij zijn lantaarn hoog in de lucht van
kant naar kant zwaaide om alle boomstam
men en lantaarnpalen te monsteren.
„Wat heeft dat te beteekenen?" vroeg mr.
Langham. „Heeft hij ons mogelijk voor
straatroovers gehouden 1"
„Dat is hier landsgebruik,'" antwoordde
Clay. „Wij zijn wat laat, dat moet u niet
vergeten."
„Als ik mij goed bedenk, Clay," zeide King
„dan werd ook te Brussel aan den vooravond
van den slag bij Waterloo een bal gegeven.
„Ik geloof, dat dat uitkomt," antwoordde
Clay glimlachend. Spoedig daarop beval hij
den' kootsier stil te staan en stapto uit
,,Ik moet u hier verlaten" merkte hij
daarbij op. „Rijd, als ik u raden mag, snel
doo.r Morgen kan ik u alles beter ver
klaren."
De Plaza Bolivar was vroeger het middel
punt van het voorname gedeelte van Valen-
oia geweest, maar de stad had zich naar
den kant der bebgen te veel uitgebreid, zoo-
dat de omgeving der plaza nu een soort voor
stad was geworden, waarvan de wegen veri"
waarloosd on de grasperken met onkruid
begroeid waren. Do huizen, die het omgaven
waren voor het meerendeel onbewoond en
in de weinigen, welke nog gebruikt werden,
was, toen Clay het pleiD betrad, geen spoor
van leven te ontdekken. Deze gaf zich met
langzame schreden naar het standbeeld van
generaal Bolivar, van den held van de zus
terrepubliek Venezuela, een ruiterstand
beeld, dat in een wildernis van struikgewas
en hangende slingerplanten nog op zijn oude
plaats stond. Twee groote palmen verhieven
zich aan beide kanten in do lucht en de
nachtwind sloeg hun bladeren tegen elkaar,
zoodat zij murmelden en fluisterden als twee
lovende samenzweerders.
„Hier moeten wij toch wel veilig zijn",
zeide Clay zacht tot zichzelven. „Dit is een
goede plaats om intriges te smeden." Dit
zeggende ging hij op de treden van het stand
beeld zitten, stak een sigaar aan en tuurde
voor zich uit in de duisternis, totdat een
schaduw, die nog zwarter was dan de don
kere nacht, voor hem opdook.
„Doe die sigaar toch weg", zeide een stem
op verwijtenden toon. „Ik heb die reeds een
halve mijl ver gezien."
Clay stond op en wierp de sigaar weg.
„Nu, oude baas", vroeg hij, „wat is er aan
do hand? Het is bijna dag en wij moeten ons
haasten,"
Als een naar lichaam en geost uitgeput
man liet Stuart zich op de treden neervallen
en ontvouwde een gedrukt papier, welks
achterzijde van de daaraan klevende stijfsel
vochtig en kleverig was.
„Het is nog te donker om to lezen," zeide
hij met gesmoorde stem, „daarom zal ik het
u uitleggen. Het blad bevat oen aanval op
madame Alvarez en mij. Onze vijanden heb
ben die dingen tijdens het bal aangeplakt,
terwijl zij wisten, dat mijn manschappen in
het paleis dienst hadden. Sinds de laatste
twee uur heb ik de straten afzoeken en de
aanplakbiljetten laten afscheuren, maar
zij zijn reeds in de geheele stad, in alle clubs
en café's verspreid, en hebben bewerkt, wat
zij bewerken moesten."
Clay nam een sigaar uit zijn doos en rolde
die tusschen de lippen.
„Wat staat er dan in?"
„Vooreerst wordt de oude geschiedenis
herhaald: Alvaroz heeft do rijkste bezitting
van het land aan vreemden uitgeleverd
daarmede bedoelen zij de mijnen en Lang
ham en een vreemde aan de spits van hot
leger geplaatst on dat slaat op mij. Ik
heb niet meer met het leger uit te staan dan
gij ik wou, dat dit waar wasEn dan
gaan zij voort, dat dc gren6schendingen,
welke Ecuador en Venezuela begaan hebben,
dientengevolgo ongestraft zijn gebleven. Ver
volgens vragen zij, wat men van een preü-
dent zou kunnen verwachten, die voor de
schande van zijn land even blind is, als voor
de scham'van zijn eigen huis?"
„Ga "oorb," riep Clay, terwijl hij zacht een
vloek uitstiet. „Staat dat cr duidelijk id?
Zoo duidelijk, als gij het juist hebt gezegd,
of nog uitvoeriger?"
„Ja," antwoordde Stuart grimmig, „ik
kan het niet herhalen, maar het is heel dui
delijk, wat zij bedoelen."
„Is de vervaardiger van dit stuk ook
iemand, dien gij met do wapens ter verant
woording zoudt kunnen roepen?" vroeg
Clay.
„Mondoza steeks cr natuurlijk achter,"
antwoorJdo Stuart, „maar wij kunnen heb
hem niet bewijzen, en zoo wij dat ook kon
den, dan zijn wij niet sterk genoeg om hem
te vatten. De stad is vol van zijn manschap
pen en er komen nog voortdurend nieuwe
troepen aan."
„Maar, mij dunkt, daaraan kon Alvarez
toch wel paal en perk stellen."
„De troepen komen voor de jaarlijksche
parade, en hij mag niet laten merken, dat
hij voor zijn eigen onderdanen bang is."
„Wat wilt gij dan doen?"
„Wat ik doen wil?" herhaalde Stuart.
„Dat moet gij mij juist zeggen. Voorloopig
kennissen zich vcrki rckelon over het pas
kwil, dat Leerplichtwet gonoomd wordt.
Mon vallc den schoolopzieners om zulke
dingen niet to hard. Met don besten wil ter
wereld kuiwcn die ambtenaren niet serieus
alles ten uitvoer leggen, wat de fraaio lex-
Borgesius hun oplegt. Reeds verleden jaar
bijv. zond de commissie tot wering van
schoolverzuim te Oudewater aan den minis
ter van binnenlandsche zaken eon request,
mededcelende dat haar leden binnen drie
maanden hun functiën zouden ncdorleggcn,
indien de schoolopziener niet beter de band
aan do wet hield.
Dat handhaven blijkt proetisch echter niet
uitvoerbaar. Do toestand is nog altoos de
zelfde.
Zou niet een lid der rechterzijde in onze
Tweede Kamer het initiatief willen nemen
tot een motie ,om de Regecring uit te noodi-
gen een wetsontwerp in te dicnon, waarbij
deze wettelijke parodie uit den boedel van
het vorig ministerie wordt weggeruimd 7
Do Stichtsche Courant verklaart zich met
ons zegt De Nederlander homogeen in
het geschil met De Standaard over den
rechtsgrond der successiebelasting.
Zij wijst er op, dat de voorstelling van be
lastingheffing als betaling van diensten uit
voerig bestreden is door dr. Kuypor in „Ons
Program". Deze noornde dio theorio con
„stelsel van contract" en lichtte haar aldus
toe
Er moet bijv. ovor do gezamenlijke bur
gers recht gesproken. Dit neemt do overheid
nu aan en stelt als impressario een recht
bank aan, cn bouwt een gevangenis met ste
vige muren, en bekostigt cipiers, die haar
bewaken zullenmaar brengt dan nu ook
aan de heeren burgers, per hoofd zóó, cn
zóóveel 's jaars in rekening. Of ook deze hoe
ren burgers hebben bezittingen, dio moeten
bewaakt; bewaakt togen een mogelijken bui-
tenlandsche vijand door troepen, en bewaakt
tegen diovon door politie, nacht- en veld
wachter Welnu, ook dezen last neemt
dc ovorhoid op zich, en waarborgt per
soonlijk en aan alle burgors sa Am, het on
gestoord bezit cn ongehinderd genot van hun
oigendommaar alsnu voldoen dezo daar
voor dan ook aan de overheid ccn evenredi
ge assurantio-premio. Wie weinig bezit en
voor wie dus weinig gedekt werd, een pre
mie van enkele penningen cn wie rijk was,
en dus veel te beschermen had, een premio
van hondorden guldens.
Met deze theorie toekent de Sticht che
Courant er bij aan heeft dc antirevolu
tionaire partij van meet af aan zoo beslist
mogelijk gebroken, omdat zij lijnrecht in-
gaal tegen baar beginselen.
Valkenburg. Aangenaam is hot ons te be
richten dat voor dn klacht, welke we voor
een paar weken in het ,,L. D." uitsprakei
mot betrokking tot don posteliönst in deze
gemeente, nu geen grond meer bestaat.
Een niouwe wijziging heeft bewerkt, dat
we vóór hot vertrok van do namiddag- en
avondpost nu weer ruim con half uur don
tijd hebben om op hot kantoor zaken to
doen.
De uren, waarop dit thans geopend is,
zijn van 7.50 tot 10.50, van 1.20 tot 2.20 on
van 6.20 tot 7.20.
Onze gomcante-veldwaohter W. van
Borkol zal met hot oindo dezer maand zijn
betrokking als zoodanig nodorloggcn. Als
zijn opvolger is benoemd do gepensionncordo
militair van hot O.-I. leger, J. van dor
Zwam, laatst wonende te Harderwijk,
Voorhout. Do tooneelvcreeniging „Eens
gezindheid" alhier, zul op Zondag 10 Augus
tus a. s. bij C-'Iegcnheid der kermis eon uit-
vooring geven, dezo maal in cafó „Dc Bonto-
koo".
Opgovoerd zullon worden: I. „Dc tobbendo
zusterkunsten of Eén dag in 't rijk der ido-
alen", kluchtspel in twee bedrijven. II. „Dio
verwcnschte Ecrcpostjcs", kluchtspel in
óón bedrijf. III, „Intijds ontdekt", blijspel
in twee bedrijven.
Wij wonschen den executanten, die vroeger
altijd voor een goed gcvuldo zaal optraden,
ook nu weder veel succes toe.
kan ik niets doon. Over menschen, die mij
met goedheid hebben overladen, heb ik
schande en zorgen gebracht menschen, die
mij hebben opgenomen, toon ik geen tehuis
had, dio mij gekleed hebben, toen ik naakt
was en geen penning bezat. Zooals gij wel
zult weten, kwam ik na de onlusten te CJo-
lumbia hier. Ik was gewond en leed aan
koorts, teen Alvarez mij vond en mij de bo-
trekking gaf. En zoo beloon ik nu hun goed
heidAls ik blijf, richt ik nog meer onheil
aan; als ik ga, verlaat ik ze door vijanden
omgevon, cn niet door vijanden die eerlijk
strijden, maar door vervloekte schurken cn
spitsboeven, dio vrouwen cn kinderen aan
vallen en in het donker vechten. Dat zou ik
willen verhinderen, beste vriend, als moest
het mij mijn rechterarm ook kosten. Alvarez
cn zijn vrouw zijn zoo goed voor mij geweest
cn ik was hier zoo gelukkig, en nu
dc jonge man verborg zijn gelaat in de han
den cn haalde zwaar adem, terwijl Clay hem
in do duisternis onderzoekend aankeek
,,en nu heb ik beiden ongelukkig gemaakt.
Zij haten mij en ik haat mij7.clven en ik be
zorg allen, die mot mij to maken hebben,
slechts verdriet en ellende. Eerst maak ik
mijn eigen familie ongelukkig en nu mijn
beste vrienden en het zou het best zijn, als ik
dood ware. Ach, ware ik toch dood voor
mij ware het veel beter geweest, als ik nooit
geboren was I"
Wordt vervolgd.)