Haagsche Praaijes.
De Nederlander slechts in zijn conclusie met
opneming der artikelen weergegeven, omdat
ons zulks voldoende leek om to doen uitko
men hoe een orgaan der rechterzijde deae
quacstie beoordeelt.
Het blad bevat nog een artikel over de
vraag of goedgekeurd mag worden, dat een
gemeenteraad subsidie verleent voor een
kerkbouw. Wij ontleenen daaraan het vol
gende:
Mr. Oppenheim, di.j. in zijn belangrijk
werk over de gemeentewet, de gemeente-sub
sidies aan de kerkgenootschappen afkeurt,
verlangt daarbij, dat de gemeenteraden niet
slechts op de artikelen, maar ook op het stel
sel der wet zullen acht geven, en dien cisch
acht De Nederlander volkomón gerechtvaar
digd.
Volgens de Grondwet wordt de regeling
van de huishouding der gemeenten aan den
raad overgelaten, maar is nu ook niet de
taak van den raad tot die huishouding be
perkt, voor'zooverre, hij niet door uitdrukke
lijke voorschriften is uitgebreid? Op de gc-
raeente-bcgrooting mogen ook andere uitga
ven komen dan die uitdrukkelijk in art. 205
der Gemeentewet zijn genoemd, maar die uit
gaven moeten dan toch van huishoudelijken
aard zijn of ten minste niet maken, dat de
gemeente hare eigenlijke roeping uit het oog
verliest.
Het is altijd eenigszins moeilijk dc juiste
grenzen te trekken. Men mag het begrip:
.huishouding" zeer ruim nemen. Ook kan
men enkele uitzonderingen op den regel toe
laten, mits maar de gemeente daarbij niet
hare eigenaardige plaats in den staat uit het
oog verliest. Vaste regels zijn hier niet te
geven. Alles is hier meer eene quaestic van
tact en beleid dan van wet of beginsel, maar
juist daarom dient het toezicht van Gede
puteerde Staten en van de rcgecring op do
gcmeentc-begrootingcn, dat de juiste maat in
geen geval worde overschreden. Er moet
steeds een tastbaar, al zij hot dan ook eenigs
zins verwijderd, gemeentebelang verbonden
jïijn met elke gemeente-uitgaaf, die vrijwillig
geschiedt, en waar Gedeputeerde Staten dan
i ook wel eens gemeente-subsidies voor kerk-
genootschappen hebben goedgekeurd, hebben
zij gewoonlijk getracht, door min of meer
gezichte redeneeringen, dat belang tc con-
strueeren. Nu eens werd de uitbreiding der
gemeente, dan weer dc hygiëne er bijgehaald,
en hoe ongegrond dio redenccringcn ook zijn
mogen, zij bewijzen toch, dat ook dc Gedepu
teerde Staten, die dc genoemde subsidies toe
lieten, de behoefte hebben gevoeld aan bet
grondbeginsel vast te houden, dat het huis
houdelijk belang alleen de uitgaaf rechtvaar
digt. Meer dan eens is het ook uitdrukkelijk
door hen gezegd, dat de voorziening in den
publiekcn dienst moest voorgaan cn dat
standpunt is ook in 1875 door de regcering
ingenomen.
De Gemeentewet omhelst ook het stelsel
der speciale belastingen. Wie als gebruiker
door den gemeente-uitgaaf speciaal is ge
baat, moet, mag althans ook speciaal daar
voor bijdragen. Met de grondslagen der Ge
meentewet strookt het .uitgaven, die uit den
I aard der zaak, ten nutte van bepaalde cate
gorieën van gebruikers komen, ook door de
zen te laten betalen. Maar wat zou mon er
ivan zeggen als de raad, na uit dc publieke
kas dc kerken te hebben helpen bouwen, en
"deze in zoover tot gemeentelijke inrichtingen
to hebben gemaakt, nu ook van dc leden der
kerk een kerkgcld hief. Het is billijk hun,
jdie een speciaal voordeel trekken, afzonder-
jlijk daarvoor te laten betalen, zooals men
ook nu een straatgeld heft van dc grondeige
naars. Maar dan kan ook even goed eene be-
Onze residentio heeft haar luchtig zomcr-
gewaad weer aangelegd. Den Haag, besche
nen door vriondelijkcn zonneglans, hand
haaft weer den naam, indertijd teekenend
door Benoit uitgesproken, nestje in het
groen," ook al is hier en daar wat al te
wild in het groen ingehakt.
Het gebrek aan schaduw, waar jonge
boompjes de oude vervingen, lijden we met
stoïcijnsohe bedaardheid; blij, dat do zon het
eindelijk goed met ons meent, al brandt zij
soms wat al te fel.
Nog ie het geen ,,full season", maar 's Zon
dags begint zich al aardig wat drukte te ont
wikkelen, en moet men er vroeg bij zijn om
'een stool te veroveren op het strand of op
.het paviljoen van het Wandelhoofd, of een
bank op den strandboulcvard. De plaatsen
:in diverse trams en omnibussen zijn dan
jcven dun gezaaid, zoodat het fietsend, tuf-
Ituf- en urbaine-publiek er het best afkomt,
zeker in dc warmte ton minste niot gonood-
zaakt te zijn tot een wandeling.
1 Want zelfs de provinciaal (wij, Hage
naars, hebben ons die uitdrukking in. de laat-
Bte jaren aangewend als de goroutincordste
boulovard-Parijzenaar) vermoeit zich niet
met loopen en voelt zieh meer op zijn gemak
in do voertuigen dan cr naast op den
Seheveningschen weg, waar hij bij al dat ru
moer veol kans loopt er onder to komen.
Natuurlijk is zijn einddoel Schovenfngon.
iDe Hagenaar zolf, zoo zijn zaken of studio
het niet beletten, leeft in den zomer slechts
op de badplaats, van den vroegen morgen tot
den laten avond, op een programma vol af
wisseling, zoo zijn beurs heb lijden kan.
Veel geeft hij niet uit, kleinigheden alle
maal, volstrekt geen weelde, maar niet alles
kost eon dubbeltje cn bet een vraagt het
ander. Een dagjo aan het strand is eoht zui
nig De burgerman eet vroeg en dan met
vrouw cn kindoren minstens zes naar
heb strand. Dc stoomtram Staatsspoor kost
m a a r tien cents per persoon, een mand
om in te zitten maar tien oents van 125,
cn na 5 wcor tien cents, oen glaasje melk
m a a r drie cents, een glaasjo limonade
m a a r zes cents, een krentenbroodjo maar
twee oents, enz., onz.
•Tammer, dat men aan het strand zoo hon
gerig on dorstig wordt, on alles is er te vin
den, broodjes verlokkend versch, gebakjes
om zoo in te happen; thee, koffie, chocolade,
bier, ijs, sorbet, versnaperingen, dio den
verstokt-sten Puritein zouden bekeeren.
En men ie ©r zoo vrij als ©en vogel in de
lucht, men behoeft geen stoel te nemen, als
men het verkiest zich in het mulle zand of
in do duinen in dc zon te laten blakeren;
mon behoeft geen toilet te maken, als men
niets voelt voor do kermis dor ijdelheid; men
behoeft geen kennissen te zien, als men lijdt
aan Haagsche bijziendheid; men behoeft niet
naar het Kurhaus als men do entréc te duur
vindt en dus principieel is tegen die Duit-
sche instelling; men behoeft daar geen mu
ziek te hooren, als men niet muzikaal is en
dus niet tegen de warmte in dc zaal best-and;
mon behoeft er niet te dansen, wanneer men
er geen kennissen heeft on daarom liever
toeziet; men behoeft het veroordeelde of lie
ver vrijgesproken hazardspel niet te spelen,
als men gemoeds- of financieel© bezwaren
heeft tegen spel in het algemeen en „jou de
poule" in het bijzonder; mon behoeft... ik zou
deze lijst kunnen uitbreiden zoovor ik wilde,
maar om niot te eentonig te worden, zal ik
die opsomming staken.
Het zou den schijn hebben of Scheveningem
alles negatief had, terwijl men toch evengoed
wel kan deelnemen aan al die vermakelijk
heden, die er zijn voor het uitgaand publiek
en niet voor asceten.
En het uitgaand publiek is muzikaal, ont
breekt niet op dc classieko Vrijdagavonden,
verzuimt in het volle seizoen geen enkelen
solist, al heeft het den geheelen winter alle
„Diligontia"-conoerten meegemaakt en al
wijst de thermometer in de volle Kurzaal
zeker over de 80 graden, altijd zoo hij er zou
hangen, wat geen gezondheidspolitio bovcelt.
De hygiëne in onze stad beperkt zich tot
do grachten, die moeten uitgeroeid, al be
neemt dat vandalisme óns de schilderachtig
ste hoekjes, on in hot gunstigste geval tot de
eolioolgaando jeugd; maar ouzo overhoid, die
liet toch al zoo druk heeft, kan moeilijk
Haar taak uitstrekken tot do tem pels van het
genot, en zou dan ook op een verzet stuiten,
waarbij do woedo over de voorgenomen slui
ting van den schouwburg wegens brandge
vaar kinderspel zou zijn.
Overigons, van brand gesproken, er wordt
hior wel geklaagd ©n geredeneerd over de
brandweer, maar over het algomeen loven
wo in dat opzicht onder een gelukkig ge
sternte, de groot© branden zijn zoldzaam, in
do laatste tien jaren of langor nog kan ik
mij er slechts drie merkwaardige herinne
ren: het Kurhaus, de Haagsche Brood- en
Meelfabriek, en het vorig jaar de chocolade
fabriek van Radomakere.
Twee daarvan spelen nog wel op Schove-
ningen, dat nu eenmaal stiefmoederlijk
wordt behandeld door do weeldestad, welke
van het stiefkind allo voovdeelen trekt; zoo
heet het ten minste.
De Scheveningera, hoewel ook al behooren-
dc tot de beklaagden in „Op hoop van ze
gen", en om hun beroep wellicht werkelijk
beklagenswaardig, hebben het overigens niet
zoo hard door do annexatie bij Den Haag en
den steedschen invloed, die zich in hun vis-
schersdorp doet gelden, al kijken zij de ste
delingen nog oven nijdig aan, als toen hun
kermis pas werd afgeschaft.
Wanneer de Hagenaar niet zoo verstandig
is te wijken op den Ouden Seheveningschen
weg voor dc wijdo rokken der Sehevening-
sche dames, komt hij er niet zonder onaan
gename botsing af, waarbij do stedeling al
tijd het onderspit delft-. Maar hoezeer de
Scheveuinger het Haagsche publiek veracht,
hij aarzelt niet gebruik te maken van allen
comfort en luxe, op Haagsch initiatief tot
stand gekomen hij geniet van het badplaats
leven indirect en direct, en vindt het ook
niet erg als hij er goede zaken mee kan doen,
Hagenaars in den zomer in zijn woning in t©
kwartieren. Wanneer hij do voorkeur aan
vreemdelingen geeft, geschiedt dit alleen als
er van dezen meer te halen valt, want de
hebzucht behoort ook tot do beminnelijke
eigonschappen van onze Scheveningsche na
buren.
ïk wil intusschen niet te veol kwaad van
hen sproken, niet uit vrees voor hun vuis
ten, maar omdat wij hun toch eenigen dank
zijn verschuldigd.
Ook zij behooren tot dc stoffeering van on
ze badplaats, tot de schilderachtige figuren,
welke kleur geven aan strand en sfcrandbou-
levard en Pier.
Van het jaar zag ik ze nog niet druk op
het Wandelhoofd, maar het vorig scheen het
wel of ze geroepen waren buitenlandschen
correspondenten door roerende afsclieidstoo-
neeltjes den ideaal-indruk te geven van Hol-
landsche visschers.
Men zag de visscherspinken het waren
slechts kleine roeibootjes naderenzij leg
den aan bij do Pier, en verlieten die weer;
de vrouwen bogen over do leuning van het
Paviljoen om man en zonen afscheid toe te
wuiven, onder de teederst-e ontboezemingen,
als „daar heb je Arie" en dergelijke, voor
den vreemdeling natuurlijk onverstaanbaar,
maar daarom juist vrij te vertalen, als proe
ve van Hollandsche tafereeltjes van huise
lijkheid, enz., enz.
Het gold wel is waar geen gevaarlijke bo-
roepsreis, maar eenvoudige pleziertochtjes,
doch dé verbeelding wil ook wat en zooals
ik zeide, het behoort tot Scheveningen, de le
vendige illustratie van een schilderij van De
Veer of Israels.
RECLAMES,
h 40 Cents per regel.
Onze tanden. Is het nog niemand opge
vallen, dat, ondanks dat het gebit dagelijks
met tandpoeder of tandpasta gereinigd wordt,
de kiezen dikwijls toch slecht en hol worden?
Is dat niet het beste bewijs dat de tand-
relDiging met poeder of pasta geheel en al
onvoldoende is? Be tanden zyn niet zoo
vriendelijk alleen op die plaatsen te gaan
rotten, die we zonder moeite met den tanden
borstel met poeder of pasta bereiken kunnen.
Integendeel, juist die plaatsen die moeilijk
bereikbaar zijn, zooals de achterzijde der
kiezen, spleten tusschen de tanden, holle
kiezen enz., zijn het eerst en het zekerst
vatbaar voor rotten en bederven. Wil men
de tanden vrij yan verrotting en bederf, dus
gezond houden, dan is dat slochts op óóne
manier mogelijk, nl. door ze dagelijks te
reinigen en te spoelen met het vloeibare
tandantisepticum 0 d o 1. Dit dringt bij het
spoelen overal in, zoowel In de holle kiezen
als in de sploton tusschen do tanden, aan den
achterkant der kiezen enz. Odol maakt alle
microben die de tanden aanvreton volkomen
machteloos en behoedt derhalve de kiezen
voor hol worden. Dit alles is wetenschappelijk
bewezen. Wy raden daarom oen ieder die zijn
tanden gezond wil houden dringend en met
volle overtuiging aan, zich een geregelde be
handeling der tanden met Odol tot gewoonte
te maken.
Men wachte zich intusschen voor namaak.
Onder don naam Odol worden talrijke waar-
delooze, ja dikwijls zelfs schadelijke namaak
sels in doozen on flesschen verkocht. Daar
voor zy men op zyn hoede. Het echte Odol
wordt alleen In de bekende witte patent
flacons verkocht. Groote flacons Fl. 1.
kleine 60 cents. 6604 65
Haarlommermoer. By den landbouwer O.
aan den Ringdyk by Sloten ln deze ge
meente, heerscht onder diens koeien de be
smettelijke veeziekte „miltvuur."
Een kce ia reeds algemaakt en verbrand.
Daar in deze gemeente zoovele plannen
voor de aanstaande feo6tviering bestaan en
men zonder twyfel voornemens is op een
gepaste en waardige wyze feest te vieren,
vertrouwen wy, zoo schryft mon ons
dat aan de feesteiyko herdenking van het
groote werk der droogmaking ook een gods
dienstige wijding zal worden gegeven. Velen
toch zullen zich nog herinneren hoe zulks
26 jaren geleden geschiedde ln de ver
schillende kerken in deze gemeente, en hoe
o. a. ook ds. Van Griothuysen in de Hervormde
kerk te Hoofddorp in een schoone rede het
zoo lang 'gevreesde Haarlemmermeer van voor
860 jareD, schetste.
Mogen dan ook nu weder veler harten tot
groote dankbaarheid voor zoo'n gezegend
werk gestemd zyn en de droogmaking van
het Haarlemmermeer op godsdienstige wyze
worden herdacht.
Zekere G. L. ging met paard en wagen
naar de Kaag om aldaar een roeibootje te halen.
Hy had zich daartoe met het in do nabyheid
van gemeld buurtschap aanwezige pontveor
over de Ringvaart dezer gemeente laten zet
ten. Nadat genoemde L. het door hem ge
haalde bootje op zya wagen had geladen,
zou hy zich met g6meldè pont weder laten
overzetten, dooh daar er van de richting
Leiden een stoomsleepboot aankwam, wachtte
hy even, opdat deze eerst kon passeeren en
hield, zooals gewooniyk, zyn paard by den
kop vast. De bemanning der genoemde
sleepboot, ging evenwel, tegenover het paard
zynde, uit aardigheid zonder dat zulks
noodig bleek te zyn, aan 't bellen, waardoor
het paard schrikte en schichtig werd. Hierin
verheugde de bemanning der sleepboot zich
en er blykbaar behagen in scheppend het
dier angstig te zien bracht zy, in het smaken
van haar genot er niet aan denkend dat een
overtreding van het gewyzigde art. 80 der
Algemeene Politieverordening voor deze ge
meente, werd begaan, de stoomfluit in wer
king, om het paard nog angstiger te doen
maken.
Toen L. met de pont over was, en weg wilde
ryden, begon het paard, zyn oogon nog niet
van de voor hem uit varende boot kunnende
afwenden, te steigeren, sloeg over zy, en
kwam in de Ringvaart terecht. Onmiddeliyk
werden de strengen losgesneden en dank zy
de vele menschen, die ter hulp waren toe
gesneld, werd het paard weder spoedig op
het droge gebracht. Het dier bleek aan de
pooten verscheidene verwondingen te hebben
bekomen en men achtte Let noodzakeiyk de
hulp ln te roepen van den heer Muller, vee
arts te Alkmade die spoedig ter plaatse aan
wezig was en het dier verbond.
Tegen den gezagvoerder of kapitein van
gemelde sleepboot „Eres" is proces-verbaal
opgemaakt.
Prof. dr. BernerJustitieraad, die den 2den
Juli zijn diamanten doctorsjubileum vierde.
AARLANDERVEEN. Bevallen: L. A. Zwet
sloot geb. Van der Geest D. T. Bodegraven
geb. De Jong D. P. Lamfers geb. Terkade Z.
ALKEMADE. Bevallen: M. A. Bodewnk
gob. Van der Geest Z. C. Koek geb. Van
Kuiten Z. A. Zoet geb. Do Jeu D. A. Af.
C. Rodewjjk geb. Heeinskork levenl. D.
Overladen: W. van VeeD, wedn. van M.
Kennis en E. Loos, 80 j. N. Byland Z. 7 j.
BODEGRAVEN. Bevallen: M. Nftrnberg
geb. Van Wijk Z.
Overleden: G. Kromwijk, geh. met A. M.
Hoogland, 60 j.
lasting aan do gebruikers dor kerk door het
gemeentebestuur worden opgelegd 1
De Standaard verklaart met ingenomen
heid gezien te hebben, dat de quaestie zoo druk
besproken is en dat de pers zich voor het
meerendeel over het besluit van den gemeente
raad van Waalwyk hoogst onvoldaan toonde.
Andersdenkenden door dwang te laten
meebetalen voor wat tegen hun overtuiging
indruischt, ja, voor datgene waartegen ze,
met geldelyke opoflering, zich verzetten, tast
de vrijheid aan, meent het blad.
Het is uit dat beginsel, dat Dc Standaard
steeds tegen het overblyfsel van een vroeger
Staatsrecht in onze huidige wetgeving gepro
testeerd heeft, en het zal winste zyn, indien
deze quaestie-Waalwyk er toe mag bydragen,
om het oog voor het ongepaste van dit over
blyfsel te openen.
Daarna geeft De Standaard aan de N. Rotterd.
Ct. de eer van „het eenige zaakryke betoog"
ln deze quaestie te hebben geleverd, dat haar
„nog onder de oogen kwam", met dit voorbe
houd echter, dat do N. R. Ct. moet toonen
de quaestie „principieel aan te durven" en niet
te beperken tot kerken en gemeenteraden,
hetgeen „opportunitoits-polltiek" zou zyn.
Het vermakelykst by heel deze qyaestie
vindt De Standaard „dat er heusch nog
organen der pers worden gevonden, die pyien
afschieten niet op den gemeenteraad van
"Waalwyk, en niet op de Gedep. Staten van
Noord-Brabant, en niet op de Grondwet en
de gemeentewet, maar op dr. Kuyper,
d. i. op don man, die moer dan iemand anders
tegen dezo krenking van hot ovortulgingsrecht
geijverd heeft." Laat men voegt zy daarby
om dr. K. to treffen, eerst aantoonen, dat
ooit door oen liberaal minister een besluit
geiyk aan dit, vernietigd is, en vernietigd
op steekhoudende gronden.
En laat men, om dat te kunnen doen, be
ginnen mot van hot Waalwyker besluit zolf
kennis te nemen en kennis te nemen van wat
vroeger in deze materie verhandeld is.
Mot algomeene phrases vordert men hier
geen stap.
En zelfs de gN. Rott. Ct.„ heeft in haar
anders te waardeeron betoog, ten onrechte de
pointe in „de gezindte" gezocht.
Do grensscheiding der gezindte loopt vol
strekt niet meer ovenwydig met de grens
scheiding der goesteiyke ovortuigingon, en
daarop toch komt het aan.
In elk geval vorheugt het ons, zegt De
Standaard, dat het lange jaren van liberale
zyde weggemoffelde vraagstuk, nu met name
van liberale zyde op den voorgrond wordt
geschoven.
Nederlandsche courtoisie." Bij gele
genheid van de Aardrijkskunde..ge Tentoon
stelling, die thans t© Antwerpen gehouden
wordt, zal Hr. Ma. „Evcrtacn" Nederland
vertegenwoordigen. Het schip zal 12 dezer
in do Scheld© het ankor uitwerpen en de
tijd van heb verblijf was bopaald tot 21 dezer.
Naar De Nieuwe Courant uit goodc bron
verneemt, is ©venwel dc datum van den te-
rugkeor uit Antwerpen veranderd; eerst den
23stcn zal de „Evertscn" uit Antwerpen ver
trekken: Op verzoek n.l. van den Ncdcrland-
schen gezant to Brussel is die datum ver
schoven, opdat heb schip nog in staat zal zijn
op 21 Juli de viering te helpen opluisteren
van heb jaarfeest ter core von het 71-jarig
bestaan der Belgische dynastie.
Mot andere woorden: zegt j e Nieuwe
Courajit op verzoek van een Nodor-
landsohen gezant hoeft een Neder-
landsoho minister gelast dat een N o-
dorlandsoh oorlogsschip in afwijking
van een reeds vastgesteld plan een gedenk
dag zal meevieren, waaraan, bij alle ver
broedering en eensgezindheid en goede na
buurschap, voor eiken, waren Nederlander
niet anders dan pijnlijke historisohe herin
neringen verbonden kunnen zijn.
„Oude veeten zijn vergeten daarover
zijn wij hot eens en er bestaat geen enkele re
den voor ons Nederlanders om in do ge
schiedenis van het jaar '30 te gaan wroeten
en daaruit wrok tegen de Belgen op» te die
pen. Maar volmaakt tactloos sohijnt het ons
toe, dat de Nedorlandsche regeering or zelfs
in do geringste mate toe zou medewerken,
dio oude veeten aan do vergetelheid te ont
rukken door... den vijand van weleer te hul
digen op het oogenblik dat hij ze herdenkt.
JJederland kan alle nationale gedenkdagen
van België hartelijk meevieren, behalve die
welko de omwenteling van '30 in het geheu
gen terugroepen. Het behoeft zich ook aan
dezo laatste niet te ergeren; behalve met do
schoolkindercantates welke onder leiding van
den oud-schepen De Mot op de Place de©
Martyrs te Brussel plachten gezongen te
worden, geven onze vrienden do Belgen daar
toe niet de minste aanleiding. Maar anders
dan negatief of onverschillig kan toch onze
houding ten aanzien van zulke feesten niet
zijn."
Zouden vraagt De Nieuwe eourant ver-
dor allen, die daar Nederlan zullen ver
tegenwoordigen, de officieren, de beman
ning, onze jantjes, zich heclemaal geen re
kenschap geven van wat ze eigenlijk helpen
opluisteren door hun aanwezigheid en feest
betoon? Het blad gelooft en hoopt het niet,
maar wat meer is, het weet dat cr in onze
marine anders over gedacht wordt.
„Nu begrijp ik best schrijft iemand uit
marine-kringen aan Dc Nieuwe Courant
dat we om dio oude standjes met do Belgen
niets meer geven en met een of anderen Belg
er zelfs grapjes van maken, er toevallig zijn
de van top vlaggen op dien datum enz. Maar
dat men ale Nederlander op verzoek van een
Nedorlandsch gezant expres twee dagen lan
ger blijft om een feest te vieren, ter eere van
de omwenteling van '30, de uitroeping en
kroning van Leopold I op 21 Juli en het voor
altijrl vervallen verklaren van het Huis
Oranje-Nassau van don Belgischen troon,
dat noem ik weggooien van alle gevoel van
eigenwaarde...
En De Nieuwe Courant vindt, «-at het er
inderdaad op lijkt.
„Weet de minister Kuyper hiervan en ge
schiedt dit met zijn goedkeuring? Ziet hij
er tegen op het is toch meer gc-sohiod 1
zich met een ander departement dan het zijne
to bemoeien en te zorgen, dat de aanvanke
lijk voor het vertrek bestemde datum behou
den blijft? Het is in zekeren zin zijn „oor
logsbodem", die naar Antwerpen gaat; hij
heeft hom toegezegd aan den Ylaamsohen re
porter. En wat meer is hier schijnt wel
zéér voldoende reden voor het ingrijpen van
een „promier."
Naschrift. Naar Dc Nieuwe Crl. met
voldoening verneemt, is de verlenging van
het vorbiyf van de „Evertsen" te Antwerpen,
tot bot—medevtoren van den 71-jarigon ge-
donkdag van do troonsbestyglng der Belgische
dynastie, Ingetrokken.
Van dit nader besluit, zegt het blad, zal,
allereerst in marinekringen, maar ook verder
in het land, met instemming worden kennis
genomen.
Maar ik bewijs onzen Scheveningers te veel
eer door zoo lang bij hen stil te staan. Het
is als een korte herinnering aan het Sche
veningen van den aanvang, met het oude,
gemoedelijke badhuis, een aanloopje, om met
een reuzonsprong terug te komen op ons
cosmopolietisch hedendaagsch Kurort, waar
het Duitsche elemont overheerscht. Van don
Duitschen directeur van heb Kurhaus tob de
Borlijnsche philharmonic en de Duitscho
kellners en de Duitsche clowns bij den Duit
schen circus Schumann.
Of het er minder goed om ia? Het tegen
deel is waar 1
Organisatie en exploitatie liggen over het
algemeen niet in onzen landaard en al mag
de Hagenaar meer Fransche dan Duitsche
sympathieën aankweeken, toch hoort hij met
graagto het Duitsche orkest en laat zich al
dat Duitsche welgevallen, omdat het goed is.
Het leeuwendeel der vreemdelingen bestaat
trouwens uit Duitschers, enhet zou een
slecht compliment zijn aan onze Koningin,
wilden wij afgeven op dat volk. Haar Moe
der is een Duitsche, haar Gemaal een Duit-
schor, het meerendeel harer verwanten zijn
Duitschers, en...... wij zijn nogal trotsch te
leven in do Hofstad.
Yan hot Hof merkt men natuurlijk bij af
wezigheid van H. M. hier niot veel, al ko
men en gaan de gezanten, die echter in den
winter in de operaloges meer opzien baren
dan in het zomerseizoen, waar zij verloren
gaan in het Kurhaus onder do vreemdelin
gen.
De oer-Hagenaar alleen herkent de diplo
matie te midden van gewone stervolingen,
weet precies waar zij haar stoelen heeft, cn
op welken avond zij het orkest de eer aan
doet naar de muziek te komen luisteren. Die
uitverkoren dagen wisselen elk jaar, evenals
de „jours" van grillige dames.
Wie heeft tegenwoordig niet haar „jour"?
Het begon bij de aristocratie en het vond na
volging in allo kringen, want nergens is de
naaperij zoo groot als in onze Hofstad. Nu
heeft het burgerlijkste bakvischje haar bou
doir en haar toa en haar „jour" en haar
nerven.
Maar van dat laatste chapiter-zal ik haas
tig afstappen, dat is te algemeen, en dat
dit artikel hier stevig voorkomt, bewijzen
wel de talrijke zenuwinriohtingen in de naas
te omgeving. De Boschjes zijn er ook
een paar rijk, on men zou zeggen, dat dio
sohoone omgeving bedarond moest werken,
maar, de liefhebbers van zee en strand laten
ook dit stukje natuur niet met vrede.
Het woord „natuur" is eigenlijk mis
plaatst, want eigenlijk zijn de Boschjes aan
gelegd, geen echte natuur, doch waar vindt
men die anders dan in de ondo rdringbare
oerwouden Ons HaagBche bosch heeft ook al
lang het natuur-voorkomen verloren, en
biedt van den morgen tot den avond het
beeld van mondaine drukte.
Zoo was het al in Huygens' tijd; alleen
droomde de zanger van ons Haagsche bosch
niet van auto's en fietsen, die hier eigenlijk
den smaak in het Bosch weer deden herleven.
Niet zoo heel lang geloden gevoelde men wei
nig voor het atatige bosch, alleen in trek bij
kindermeisjes en Kaar aanbidders in den
anemonentijd en op muziek-middagen en
-avonden.
Nu is het de weg naar Leiden, een weelde
voor fietsers, niet ter wille van het frissche
groen, maar dank zij dc berijdbaarheid der
paden, even verrukkelijk als het asphalt in
Spui-, Vlaming1- en Veenestraton.
Ik zocht daar of er hier nog meer asphalt
straten waren, maar neen, we zijn er maar
drie rijk en voorloopig zullen de bewoners
van de Wagenstraat nog steeds getrakteerd
blijven op het onzenuwend geraas en gerom
mel van trams en omnibussen en zware wa
gens, allo vervoermiddelen welke langs de
zen weg van het Hollandsche Spoor naar 't
centrum der stad trekken. Het centrum was
de Wagenstraat vroeger zelf ook, maar nu
treurt het op ouden roem en heet slechts het
uiteinde van de stad. Spuistraat, Veene-
straat, Hoogstraat en Pooten zijn d e stad
en het Plein is h e t centrum vau trams en
voetgangers, van al wat zich beweegt naar
dc vier hoeken, van Scheveningen naar het
Hollandsche Spoor, van het Staatsspoorsta
tion naar Duinoord. Eigenlijk is hot Staats-
spoorstation geen uiteinde, oostelijk strekt
de stad zich uit tot de laan van N. O.-ïndië,
dio daarom dikwijls, verkeerdelijk, Nieuw
Oosteinde wordt genoemd.
Het lag zoo voor de hand: in het Westen
hebben we het Westeindc, in het Noorden,
geographisch wel niet volkomen juist, een
Noordeinde; waarom zou het oostelijk deel
niet Oosteinde heetenl
Maar zoo doorredeneerend ,*ou *k langza
merhand komen tot een volmaakten platte
grond van onze stad, welke, hoe merkwaar
dig ook, meer thuishoort in een gids dan in
losse opmerkingen over de Residentie en
haar bewoners. Vroeger had het er misschien
doorgekund, maar de stad breidt zich zoo
uit, dat men er zioh niet met een paar woor
den van kan afmaken.
Liever stel ik dus dit onderwerp uit voor
een volgend praatje, bekennend dat ik voor
heden ben uitgepraat.