N*. 12985
Woensdag 25 Juni.
Ao. 1902.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
LEIDSCH
DAGBLAD,
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 8 maandeni t f 1.10.'
'Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln a 1.80
Franco per post1.65-
PRIJS DER ADVERTENTIE:
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regol meer f 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Burgemeester eD Wethouders van Leiden,
in herinnering brengende, dat er, voor zoover
de belangen van den dienst toelaten, voor par
ticulieren gelegenheid bestaat door den
gemeentelijken keuringsdienst kosteloos een
onderzoek te doen instellen naar de deugde
lijkheid van door hen aan to duiden eet- en
drink (varen;
brengen ter algemeene kennis:
dat formulieren voor do aanvrage van dit
onderzoek kosteloos verkrijgbaar zijn
ter tiemeente-Secretarie eu bij den
Directeur Scheikundige op het 1? h a r-
uiaceutisch Laboratorium te Vreewijk.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., loco-Burg.
90 Juni 1902. VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 25 Juni.
De eerste uitvoering van de Afdeeling
Leiden der MU. t. b. d. Toonkunst zal niet,
zooals gomeld werd, 28, doch 26 November
plaats hebben.
Morgen zal ln het Gereformeerd Minne
huis der Ned.-Herv. Gemeente, ln de Kaarsen
makersstraat alhier, het 76 jarig bestaan dier
inrichting met de verpleegden feestelijk her
dacht worden.
Morgen, Donderdag-avond, zal in „Zomer-
zorg" een buitengewoon opera-concert plaat6
bobben. Het zal gegeven wordon door het
Hollandsch Opera- en Concert-onsemblo. De
namen der modewerkers en -werksters wor
den vermeld in een in hot Tweede Blad voor
komende advertentie. Met onzen vrcegeren
stadgenoot Johan Schmier z(Jn het goede
bekenden, die tevens gegrond op de ervaring
van vorige gelegenheden een dogeiyken
kunstavond waarborgen.
Wij ontvingen het verslag der werk
zaamheden aan heb wijkgebouw Geloof,
Hoop, Liefde", alhier, loopende van Juni
1001 tot Juni 1902.
Besbuurdercn zeggen in het begin:
Het is nu reeds 8 jaar dat ons Wijkge
bouw besbaat en steeds mogen wc het werk
zien toenemen, zooals uit het verslag der ver
schillende takken van dienst ook nu weer
blijkt. Wat we ons bij de oprichting hebben
voorgesteld, mogen we langzamerhand ver
wezenlijkt zien, dat n.l. ons Wijkgebouw een
middelpunt wordt waar de fabrieksomge-
ving voor verschillende belangen bevredi
ging vindt en menigen goeden en blijden in
druk in zich opneemt. Waar de kinderen,
die Zondagsschool, naai- en breiclubjes, tee-
kenlessen, enz. en een paar l:eor in het jaar
ook een blij feest bijwonen, met opgewekte
verhalen thuis komen, zullen de ouderen van
dagen daarmee van harte instemmen, want
ook zij weten hoe gezellig en vriendelijk hot
in de groote zaal er uit ziet, wanneer zij op
den Donderdagavond of bij andcro gelogen-
heden daar te zamen komen. En dit kan ook
wol niet anders, daar allen, die in het werk
betrokken zijn, het opvatten in dion zin dat
zij blijheid willen brengen aan hen, wier be
staan vaak zoo kleurloos en droevig is.
Een 80-tal kinderen in 6 klassen verdeeld
bezocht geregeld de Zondagsschool. Vóór de
groote vacantio werden Oud-Testamentische
verhalen behandeld, daarna de Nieuw-Testa-
mentische.
De les wordt steeds besloten met een ge
meenschappelijk zingen in een van de groote
zalen. Daar zijn naar gelang van het jaar
getijde, meer of minder bloemen bijeen ge
bracht, waarover met de kinderen wordt ge
sproken en die zij daarna mogen bosbommen
voor een jarige of voor een zieke. Zoo veel
mogelijk tracht men de kindoren, die zoo wei
nig oog hebben voor natuurschoon, liofde en
zorg voor plant en dier bij te brengen. Een
ware verrukking is het Lentefeest, dat ge
vierd wordt als seringen en gouden regens,
meidoorns, brem enz. in vollen bloei zijn. Dan
wordt heb hcele huis als in een bloemhof
herschapen.
Verdere bijzonderheden omtrent dit feest
werden nog onlangs in ons blr :l medegedeeld.
Op dit feest wordt ook meegedeeld welke
van de kinderen met de vacantie-kolonie van
de Zondagsscholen voor 4 weken naar buiten
zullen gaan. Eiken Zondag brengen zij hier
voor een cent mee.
Het lentefeest moet wel een onvergotelijkon
indruk achterlaten bij de schoolkinderen, clic
ten slotte met handen vol bloemen naar huis
gaan. Het Kerstfeest wordt op plechtige
wijze gevierd met. een mooi verlichten boom
en met koorzang van enkele jonge meisjes.
Met Nieuwjaar konden de onderwijzeres
sen, daartoe in staat gesteld door wolkome
giften, aan elk der kinderen een klceding-
stuk brengen.
Het aantal leerlingen bleef onveranderd.
12 verlieten do Zondagsschool voor de cate
chisatie, anderen kwamen daarvoor in -c
plaats.
Voor heb godsdienstonderwijs bedroeg
het aantal leerlingen 96, waarvan 51 meisjes
en 45 jongens, verdeeld over 10 lesuren. 8
jongelieden deden dit jaar belijdenis en slo
ten zich aan bij de Voreeniging der Vrijzin
nig-Hervormden.
Do maatregel, waardoor de aannomolingen
van het vorige jaar niet als lidmaat alhier
werden ingeschreven, is oorzaak geweest, dat
het aantal dit jaar kleiner was. Toen n.l.
dit feit bekend werd, trokken enkele leer
lingen zich terug. Het godsdienstonderwijs
bleef voor dit jaar opgedragen aan den heer
K. Sijtsma.
De jongonsolubs tellen 12 en 10 jongens,
die des Zondagsavonds van 68 uren in een
der lokalen van het Wijkgebouw samenko
men, een onder leiding van don heer K.
Sijtsma, de andere onder leiding van den
onderwijzer G. Beun. De heer Sijtsma maak
te met zijn 1618-jarige leerlingen een uit
stapje naar Haarlem en Bloemcndaal. De
heer Beun met fijn 10 jongens een en ander
maal een wandeltocht. Op 2den Paaschdag
gaf hot clubje van den heer Sijtsma een too-
neeluitvocring in het Wijkgebouw, welke
door de ouders en vrienden en ook door eeni-
ge leden der Commissie werd bijgewoond. Er
weïxl niet onverdienstelijk gespeeld.
Sedert Mei 1901 zijn de naaiclubjes met
één verminderd wegens vertrek van een dor
dames, zoodat 12 meisjes op plaatsing wach
ten. Do breiclubjes bleven wat het aantal
betreft hetzelfde, 12 met 158 kindoren. Een
nieuw clubje werd opgericht voor 12-jarigen,
die den eigenlijken leeftijd to boven waren,
maar in de breikunst nog niot voldoende
bedroven. Mej. Bakker nam de zorg er voor
op zich. Het aantal oandidatcn voor de brei
les is zeer groot, 16. Jammer dat er zoo wei
nig liofde voor dit work onaer onze 6tadgo-
nooten is, waardoor velen langer dan een
jaar op plaatsing moeten wachten.
Van de gedegenheid tot sparon wordt veel
gebruik gemaakt.
Omstreeks St.-Nioolaas werd hot gewone
feest gegeven. De breikinderon ontvingen elk
een kleedingstuk en allen werden onthaald
op melk en speculaas. Het glanspunt van
het feest- was natuurlijk voor den kleinen Sb.-
Nicolaas met zijn zwarten knecht. Hartelijk
danken wij onze stadgenooten, die ons door
hun milde bijdragen in staat stelden aan 250
kinderen zoo'n groot genot te verschaffen.
Einde April had de wandeling met de 12-
jarigen naar Oegstgeest langs do bollenvel
den plaats. Dit uitstapje valt altijd bijzonder
in den smaak. Vooral als de jeugd een flink
glas melk krijgt en een ruikertje voor do
huisgenooton mee gebracht kan worden.
Drie naaiclubjes maakten in Juli met hun
leidsters uitstapjes naar Katwijk, naar
Haarlem en het Kolkje, naar Den Haag cn
Schevcningen, waarvoor zij wekelijks enkelo
centen hadden medegebracht. Den ganschen
winter wordt or nog dikwijls over die tocht
jes gesproken cn nieuwe plannon voor den
zomer beraamd.
De Zangles telde in Mei 1801 12 leerlingen;
er werd vóór het aanbreken der zomervacan-
tie geen uitvoering meer gegeven (zooals
anders meest het geval was), maar wel had
don dc meisjes een gezellig samenzijn op een
prachtigen avond in den tuin bij mej. v.
Bemmolcn. Het grootste genoegen daarbij
was dc liederen, die zij in den laatsten tijd
geleerd hadden, met elkaar te zingen. In Sep
tember kon mej. v. Bemmelen om gezond
heidsredenen dc-zangles voorloopig niet
voortzetten, maar gelukkig was mej. E. Vos
bereid, op voorstel van mej. Knappert, de
meisjes tijdelijk op te nemen in een koortje,
dat onder hare leiding in het Volkshuis do
Kerstcantate van mej. Van Hennes zou in-
studeeren.
15 meisjes woonden de oefeningen van 24
Sept. af bij, terwijl nog 3 jongo dames hun
steun verleenden, en op den Zondag vóór
Kerstmis werd de cantate met goeden uitslag
op een muziekavond in het Volkshuis ben
gehoorc gebracht-.
Door de welwillende hulp van mej. Vos
was het koortje dus in stand gebleven en
toen in Januari 1902 mej. Van Bemmelen
de leiding weer op zich kon nemen, meldden
zich nog eonige nieuwe leerlingen aan, en
twee oudleerlingen, die door hun work in
het vorig jaar dc les hadden moeten ver
laten.
Zoo bedraagt hot aantal leerlingen dan nu
weder 19, onder welke dienstmeisjes, naai
sters, strijksters en meisjes werkzaam op de
biscuitfabriek en de zeepfabriek. Haar leef
tijd verschilt van 1417 jaar.
Met ijver cn genoegen komen dc meisjes
weer op Dinsdagavond bijeen in heb Wijk
gebouw, om verschillende liederen in te stu-
deeren.
Aan dr. L. Knappert, te Assen, is, we
gens zijn benoeming tot kerkelijk hoogleeraar
te Leiden, op verzoek, met ingang van 1
Sept., eervol ontslag verleend als leeraar in
het Hcbreeuwsch aan het gymnasium.
By koninklijk besluit is: lo. benoemd
tot hoogleeraar ln de faculteit der lettoren en
"wijsbegeerte aan de rijksuniversiteit te Leiden,
om onderwas te goven ln de geschiedenis
van Nedorlandschlndiö en in do historie en
methode der zending, mr. J. E. Heeres, te
Delft, en 2o. de hoogleeraar in de faculteit
der rechtsgeleerdheid aan do rijks universiteit
te Leiden, dr. C. van Vollenhoven, belast met
het goven van onderwijs in de Nederlaodsch-
Indische wetboeken.
Door dc benoeming van mr. Heeres tot
hoogleeraar in de geschiedenis van Nedcr-
landsch-Indic (zoo merkt de ,,N. 11. C." op)
is een voorloopig einde gekomen aan den
ontredderden toestand, waarin zich sinds de
opheffing (December 1900) van de gemeente
lijke Indischo Instelling te Delft de oplei
ding hier te lande van ambtenaren voor den
Indischen burgerlijken dienst bevonden
beeft.
Bestond toch sinds die opheffing nergens
in Nederland een geregelde leergang ter
voorberoiding van Indische bestuursambte
naren, met den ingang van het nieuwe
academiejaar zal nu tc Leiden een aaneen
sluitend geheel van collegos gegeven worden^
er op berekend om in twee jaar voor tc be
reiden tot liet grootambtenaarsexamen, zoo
als dat overeenkomstig heb koninklijk besluit
van 26 April 1902 (Staatsblad No. 19) dat
is: in de zes vakken, die thans het tweede
gedeelte van het grootambtenanrscxamon
uitmaken in 1903 en volgende jaren zal
worden afgenomen, totdat daaromtrent na
der zal zijn voorzien bij een definitieve re
geling betreffende benoembaarheid tot amb
tenaar voor den admmistratieven dienst in
Nederlandsch-Indiö.
Tot dat examen in 1903 cn volgende jaren
zullen alleen zij worden toegelaten, die vol
daan hebben aan een der volgende examens:
a. een der examens ter vorkrijging van een
getuigschrift van bekwaamheid tot de studie
aan de universiteit, of een der examens door
do faculteiten aan een Nederlandsche uni
versiteit afgenomen;
b. het bij de wet op middelbaar onderwijs
bedoelde eindexamen van de hoogcro burger
scholen met vijfjarigen cursus, of van do
landbouwschool, of van de polyteclinischo
school
c. het eindexamen van den cursus voor In
dischen landbouw aan de afdool ing „lioogc-
re land- cn boschbouwschool" aan dc rijks
landbouwschool
d. het eindexamen van dc hoogero burger
scholen met vijfjarigen cursus in Neder-
landsch-Indiö;
e. het eindexameu van het koninklijk in
stituut voor de marine, of een eindexameu
aan de koninklijke militairo academie.
Volgens de mcdcdeelingen der Rcgcenng
zal in of vóór 1905, met hetzij in Nederland
hetzij in Indië opgeleide jongelieden, een ge
tal plaatsen bij den Indischen burgerlijken
dienst moeten worden bezet, dat het getal
beschikbare of reeds in Indio in opleiding
zijnde personen overtreft met omstreeks 50.
De Voreeniging van Onderwijzers en
Onderwijzeressen in het arrondissement
Leiden" houdt haar zeventiende vergadering
op Zaterdag 5 Juli a. s., 'svoormiciuags to
10 uren, in „Zomerzorg" lo Leidon
De punten van behandeling zijn: 1. Ope
ning door den Voorzitter. Lezing der
notulen. 3. Liederen te zingen door een
dubbel mannenquartet onder leiding van den
heer P. van der Hooven. 4. Rekening vai
den penningmeester. 5. Verkiezing van
twee Bestuursleden.
Voor de vacature-J. H. J. Kuypors wor
don voorgedragen do hoeren A. v. Douvoren
te Oegstgcost en W. G. Streefkerk te Zooter-
woude. Voor do vacature-J. G. Vreeswijk do
hecren M. v. Wijk te Leiden en G. v. d. Waa
te Katwijk aan Zee. 6. Mededcelingen aan
gaande do Arrondisscments-Bibliotheck. r
7. Voordracht van den heer Ph. Rank A.Jz.
over Zangonderwijs op de Volksschool."
8 Voordracht van Dr. P. H. Ritter, Hoofd-
red. van ,,Hot Niouw3 van den Dag."
9 Bepaling van samenkomst voor het vol
gende jaar. 10. Omvraag cn sluiting.
In don ouderdom van 2 jaar is t
's-Gravenhagc overleden mr. J. P. Huyser,
griffier bij het kantongerecht aldaar. Gebo
ren te Leiden don 22sten Februari 1840, bo-
noernd tot griffier van hot kantongerecht te
Modcmblik den 17dcn Febr. I860, werd hij
griffier van het kantongerecht te Zaandam
11 October 1867, keerde naar Modcmblik als,
kantonrechter terug om den lsten Mei 1877
tot kantonrechter in het lsto kanton tc Am
sterdam benoemd te worden. Den 5dcn Oc
tober 1883 volgde zijn benoeming tot grif
fier van hot kantongerecht to 'a-Gravonhage,
waar hij sedert onafgebroken werkzaar.
bleef.
Bedankt is voor hot beroep naar de
Gcrcf. Gom. te Watergraafsmeer door ds. J.
L. Schouten, te Hazerswoudo.
Do gemeenteraad van 's-Gravenhago bo
noemde tot leeraren in wiskunde aan een dot
hoogerc burgerscholen met vijf-jnrigon our-
8U8, dr. P.'Molenbroek, directeur eoncr hoo
gerc burgerschool te Amsterdam, A. A. Beek
man, directeur der hoogorc burgerschool to
Schiedam, on G. J. van dc Well, lceraai
aan de hoogcro burgerschool te Delft; tot
Voor God of de WereSd?
Slot) -
Zij dacht en dacht na, zij riep zich Emma's
gedrag der beide laatst© dagen in het ge
heugen terug en toen kwam opeens de ge
dachte bij haar op, dat het meisje voor haar
.verloofde gevlucht was. Schier stond haar
hart stil bij dit denkbeeld, maar de on-
"de»stelling was er eenmaal, en zij kon die
niet meer vero rijven. Zij snelde naar de
kamer harer dochter, en wat zij vermoed
hod, werd haar thans tot zekerheid. Daar lag
een brief aan haar vader, door Emma's hand
geschreven, en in dien brief verklaarde zij,
dat zij hem niet kon of moch'; toebehooren,
dat zij het aan Gcd en zichzelve schuldig
was van hem ar te zien. In roerendo bewoor
dingen smeekte zij hem en haar ouders om
vergiffen ie voor de smart die haar stap
hun aandeed, en bezwoer hen toch geen po
ging te doen haar weer naar huis terug tc
brengenhet zou haar dood zijn. Tjvens deel
de zij mede, dat zij zich voorloopig naar
het klooster had begeven, waarin zij haar
opvoeding genoten hacL
Met een diepen zucht liet mevrouw Lin-
denberg den brief uit haar hand vallen.
Hoe zou Alfred die vreesolijke ontgooche
ling opnemen? Dat was haar eerste ge
dachte, Maar zij herstelde zich en ijlde met
den brief naar haar man, om hem de jobs
tijding over te brengen.
In 't eerst was de fabrikant sprakeloos
van schrik, maar terstond daarop geraakte
hij in toorn en wilde het meisje dadelijk
terughalen. Slechts met moeite bracht Ma-
fchilde hem eindelijk zoo ver dat hij Alfreds
komst afwachtte.
Deze was inmiddels aangekomen en ver
wonderde er zich niet weinig over niemand
huis te vindon. Van de dienstboden had
hij niets te weten kunnen komon, maar toch
hadden hun eigenaardige houding en de ver
legenheid, die zij over zijn vragen aan den
dag legden, hem geen geringe onrust veroor
zaakt.
Toen hij nu uit don mond zijner zuster ver
nam, wat er voorgevallen was, was het,
alsof een zware slag den anders" zoo wils-
krachtigen man getroffen had. Hij was niet
in staat te begrijpen, dat het vurig beminde
meisje hem verlaten kon, dat zij zoo wreed
zijn geluk kon verwoesten en dat misschien
enkel uit een onbedachte opwelling van een
zijdige levensopvatting. Zijn zuster ween
de, de fabrikant raasde en schold, sprak
van jeugdige dwaasheden en zwoer, zich de
zen smaad niet rustig te laten aandoen. Al
fred liet zich het gansche verloop der ziekto
beschrijven, en toen hij alles gehoord had,
zeide hij: ,,Ik zal Emma morgen met den
eersten trein gaan opzoeken."
De fabrikant wilde hem vergezellen, maar
de jonge man verzocht hem, do poging, om
Emma's besluit te doen veranderen, aan
hem alleen over te laten.
„Ik wil uit haar eigen mond vernemen,
wat haar van mij heeft afgetrokken," sprak
hij. „Zoo het mij niet gelukt haar wil te
buigen, dan moet ik van haar afzien, hoe
zeer mijn hart daaronder bloedt. Maar hot
zij verre van mij, eenigen dwang, welken ook
op Emma te willen uitoefenen of dit door
anderen te zien doen."
Tegen den middag van den anderen dog,
kwam Alfred in het klooster aan. Op zijn
verlangen om Emma te spreken, verscheen
de overste zelve en verzocht hom, hierop
toch niet aan te dringen en de rust van het
meisje niet opnieuw te verstoren.
Maar Alfred liet zich niet afwijzen. „Wij
zijn openlijk verloofd", hernam hij, „en ik
heb er recht op, van mijn verloofde opheldo
ring te verlangen over haar gedrag jegens
mij. Ik moet er op aandringen, mejuffrouw
Lindenberg te spreken."
Door zijn beslist optreden gaf do overste
toe, en zij bracht het meisje bij hem. Sidde
rend en met tranen in de oogen stond Em
ma daar, niet in staat een woord uit te"
brengen. In het eerste oogenblik was het Al
fred, alsof hij haar in zijn armen moest slui
ten on haar met zich medevoeren naar hot
ouderlijke huis, maar hij bedwong zich en
stak haar slechte zwijgend de hand toe.
Daarop verzocht hij de overste hen voor kcT-
ten tijd alleen te laten.
Toen de religieuze zich verwijderd had,
schoof Alfred zijn verloofde een stoel too en
ging zelf tegenover haar zitten. Zijn borst
hijgde; hij kon niot dadelijk het rechte woord
vinden, maar de aanblik van hot bedroefde
meisjo trof hem tot in het binnenste zijnor
ziel.
„O, Emma," begon hij eindelijk, „hoe hebt
gij mij dit kunnen aandoen?"
Het meisje snikte luide. „Vergeef mij, Al
fred, ik kon en mocht niet anders handelen.
Als gij wist, wat ik geleden heb, zoudt gij
zachter oordeelcn."
„Wat heeft je dan tot dit plotseling be
sluit gebracht? Bemint ge mij dan niet?"
„God alleen weet het, hoezeer ik je achtte
en liefhad, maar ik mag je niet toebehoo
ren."
„En waarom niet?"
„Ge weet," antwoordde Emma weenend,
„dat ik altijd het voornemen heb gekoesterd
non te worden. Ik maak u er geen verwijt
van, dat ik dit voornemen ontrouw ben ge
worden, neen, ik zelf draag er de verant
woordelijkheid voor. Maar God heeft mij
doen zien, dat ik Hem moet toebehooren.
„Ik begrijp je niet, Emma," zei Alfrod
weemoedig. „Heeft de ziekto jc er misschien
toe gebracht het oude besluit weer op te vat
ton? In de uren van lijden i3 dc geest vaak
niet volkomen helder, cn wij geven ons aan
dwalingen over, waarvan we later berouw
hebben.
„Luister, Alfred, en dan moogt ge zelf be
slissen, of ik recht gehandeld heb."
„Dadelijk na je vertrek werd ik ziek en
had reeds spoedig het gevoel, alsof ik sterven
moest. Een zware moedeloosheid overviel
mij; ik had mij het leven aan je zijde zoo
rooskleurig afgeschilderd, dat 'n:t mij zwaar,
zeer zwaar viel, mij ook maar in gedachte
van liet beeld te scheiden, dat ik mij zelve
had voorgespiegeld. De koortsen kwamen,
mijn geest begon te dolen, doch uit alle ijlen
de koortsen, die mij omvangen hielden,
doemde al krachtiger en krachtiger de be
schuldiging op, dat ik God een offor ont
roofde, hetwelk ik Hem boiooid had. In mijn
heldere oogenblikkcn dacht ik daar verder
over na, en vrees on angst beving mij. Nog
kon ik van het niouwc loven, welks poort de
liefde voor mij ontsloten had, geen afstand
doen, maar dreigender dan ooit te voren
veïtoonde de dood zich aan mijn legerstede;
zwaarder dan ooit kwam mij mijn schuld
voor. Als ik nu stierf, zoo dacht ik, dan was
je hoop ook verwoest; zou ik leven voor God
alleen, dan zoudt ge dit offer misschien
liehter dragen, dewijl wij het dan vrijwillig
brachten. In mijn tweestrijd nu logde ik op
een avond de plechtige gelofte af, mij aan
den dienst van God te wijden, en van u af
to zien, als Hij mij de gezondheiu wedergaf.
Indien het echter Zijn heilige wil was, dat
ik sterven zou, dan zoo smeekte ik
mocht Hij me een genadig rechter zijn.
Nauwelijks had ik die gelofte inwendig uit
gesproken, of ik voelde, dat nieuwe kracht
door mijn aderen stroomde, in mijn ziel werd
het helder, de vrees voor den dood verdween
ik werd dadelijk gezond.
Zeg nu zelf: is mijn leven niet een ge
schenk uit Gods hand, gebonden aan do
voorwaarde, dat ik voortaan mijn geheelc
bestaan aan Hom alleen t ijd? Moet
ik niet vreezon, dat Hij het mij ontneemt,
zoodra ik mijn woord breek? Kunt ge zelf
het wenschen mij in zoo'n toestand te bren
gen? O neen, dat kunt ge niet, Alfred, dat
zult ge niet doen Ik zou mij immers over
geen enkel uur van mijn leven meer kunnen
verblijden, als ik weder in de wereld moest
terugkeeren. O, laat mij hier, Alfred, breng
het offer van je liefde aan den Heer, gelijk
ik het doe, in volle berusting; Hij zal je
daarvoor zegenen."
Kalm !i.id Alfred haar woorden aagehoord
geen trek op zijn gelaat verried den zwar-n
kamp, dien hij in deze ure streed. Maar hij
overwon.
Toen Emma haar bekentenis voleindigd
had, stond hij op en reikte haar de hand.
„Het zou zondig en misdadig zijn," sprak
hij met bewogen scem, „zoo ik thans mijn
hand naar u wilde uitstrekken, om u voor
mij te behouden. Ik geef je de vrijheid
voor God."
Mot een vreugdekreet sprong En.ma op cn
omhelsde liem voor dat woord, dat zij z~
cn gevoelde hot uit volle overtuiging, mm
algeheele gelatenheid gesproken werd. „O,
hoe damk ik je, edele man 1" riep zij uit.
En hij sloot hot beminde mc'aje voor da
laatste maal in zijn armen on drukte een
laatsten kus op haar voorhoofd Toen ver
liet hij met vasten stap het gebouw.
VI.
Jaren waren voorbijgegaan. Emma was
ziekenzuster geworden, on Alfred had haur
nooit weergezien. Do fabrikant was gestor
ven, zijn vrouw had zich in haar vorige woon
plaats teruggetrokken. Alfred zelf had al
lengs de smart over zijn vorwo.sfc levensge
luk overwonnen en in de eohtvcreeniging
mot een voortreffelijke vrouw cenig horstel
voor het geledon verlies van het beminde
meisje gevonden. Hij bekleedde lang een
hoogen post bij do regeering van zijn land
en word om zijn wetenschappelijke bekwaam
heid en zijn bominnelijkcn cn voorkomenden
aard zeer geaoht.
Na den dood zijnor vrouw, terwijl zijn kin
deren allen verzorgd waren, bracht hij een
lang gekoesterd plan ten uitvoer.
Op het voorbeeld van Emma. die zich aan
de verpleging der lijdende monschhcid had
toegewijd, liet hij zich daaraan ook veel go-
legen liggen En zoo werd het beschikt, dat
hij liet voorwerp zijner eerste liefde nog een
maal zou wederzien. Dij een epidemie, dio
in dc stad heerechte, waar hij met eenigo
kloosterbroeders werd heengezonden, trof hij
aan het ziekbed cener lijdcrcs in een der
gasthuizen een ziekenzuster aan, terwijl aan
hem de verpleging van een andoren zieke
was opgedragen. Een beeld uit lang vervlo
gen dag n i-eg tc gelijk in beider ziel op,
zij herkenden elkander, maar slechts eon
zwijgende groet was alles, waarmee zij dat
w domen herdachten.
Op den weg naar hun eeuwigheid hadden
zij elkaar teruggevonden.