N*. 12985 Woensdag 25 Juni. Ao. 1902. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. LEIDSCH DAGBLAD, PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maandeni t f 1.10.' 'Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln a 1.80 Franco per post1.65- PRIJS DER ADVERTENTIE: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regol meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Burgemeester eD Wethouders van Leiden, in herinnering brengende, dat er, voor zoover de belangen van den dienst toelaten, voor par ticulieren gelegenheid bestaat door den gemeentelijken keuringsdienst kosteloos een onderzoek te doen instellen naar de deugde lijkheid van door hen aan to duiden eet- en drink (varen; brengen ter algemeene kennis: dat formulieren voor do aanvrage van dit onderzoek kosteloos verkrijgbaar zijn ter tiemeente-Secretarie eu bij den Directeur Scheikundige op het 1? h a r- uiaceutisch Laboratorium te Vreewijk. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., loco-Burg. 90 Juni 1902. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 25 Juni. De eerste uitvoering van de Afdeeling Leiden der MU. t. b. d. Toonkunst zal niet, zooals gomeld werd, 28, doch 26 November plaats hebben. Morgen zal ln het Gereformeerd Minne huis der Ned.-Herv. Gemeente, ln de Kaarsen makersstraat alhier, het 76 jarig bestaan dier inrichting met de verpleegden feestelijk her dacht worden. Morgen, Donderdag-avond, zal in „Zomer- zorg" een buitengewoon opera-concert plaat6 bobben. Het zal gegeven wordon door het Hollandsch Opera- en Concert-onsemblo. De namen der modewerkers en -werksters wor den vermeld in een in hot Tweede Blad voor komende advertentie. Met onzen vrcegeren stadgenoot Johan Schmier z(Jn het goede bekenden, die tevens gegrond op de ervaring van vorige gelegenheden een dogeiyken kunstavond waarborgen. Wij ontvingen het verslag der werk zaamheden aan heb wijkgebouw Geloof, Hoop, Liefde", alhier, loopende van Juni 1001 tot Juni 1902. Besbuurdercn zeggen in het begin: Het is nu reeds 8 jaar dat ons Wijkge bouw besbaat en steeds mogen wc het werk zien toenemen, zooals uit het verslag der ver schillende takken van dienst ook nu weer blijkt. Wat we ons bij de oprichting hebben voorgesteld, mogen we langzamerhand ver wezenlijkt zien, dat n.l. ons Wijkgebouw een middelpunt wordt waar de fabrieksomge- ving voor verschillende belangen bevredi ging vindt en menigen goeden en blijden in druk in zich opneemt. Waar de kinderen, die Zondagsschool, naai- en breiclubjes, tee- kenlessen, enz. en een paar l:eor in het jaar ook een blij feest bijwonen, met opgewekte verhalen thuis komen, zullen de ouderen van dagen daarmee van harte instemmen, want ook zij weten hoe gezellig en vriendelijk hot in de groote zaal er uit ziet, wanneer zij op den Donderdagavond of bij andcro gelogen- heden daar te zamen komen. En dit kan ook wol niet anders, daar allen, die in het werk betrokken zijn, het opvatten in dion zin dat zij blijheid willen brengen aan hen, wier be staan vaak zoo kleurloos en droevig is. Een 80-tal kinderen in 6 klassen verdeeld bezocht geregeld de Zondagsschool. Vóór de groote vacantio werden Oud-Testamentische verhalen behandeld, daarna de Nieuw-Testa- mentische. De les wordt steeds besloten met een ge meenschappelijk zingen in een van de groote zalen. Daar zijn naar gelang van het jaar getijde, meer of minder bloemen bijeen ge bracht, waarover met de kinderen wordt ge sproken en die zij daarna mogen bosbommen voor een jarige of voor een zieke. Zoo veel mogelijk tracht men de kindoren, die zoo wei nig oog hebben voor natuurschoon, liofde en zorg voor plant en dier bij te brengen. Een ware verrukking is het Lentefeest, dat ge vierd wordt als seringen en gouden regens, meidoorns, brem enz. in vollen bloei zijn. Dan wordt heb hcele huis als in een bloemhof herschapen. Verdere bijzonderheden omtrent dit feest werden nog onlangs in ons blr :l medegedeeld. Op dit feest wordt ook meegedeeld welke van de kinderen met de vacantie-kolonie van de Zondagsscholen voor 4 weken naar buiten zullen gaan. Eiken Zondag brengen zij hier voor een cent mee. Het lentefeest moet wel een onvergotelijkon indruk achterlaten bij de schoolkinderen, clic ten slotte met handen vol bloemen naar huis gaan. Het Kerstfeest wordt op plechtige wijze gevierd met. een mooi verlichten boom en met koorzang van enkele jonge meisjes. Met Nieuwjaar konden de onderwijzeres sen, daartoe in staat gesteld door wolkome giften, aan elk der kinderen een klceding- stuk brengen. Het aantal leerlingen bleef onveranderd. 12 verlieten do Zondagsschool voor de cate chisatie, anderen kwamen daarvoor in -c plaats. Voor heb godsdienstonderwijs bedroeg het aantal leerlingen 96, waarvan 51 meisjes en 45 jongens, verdeeld over 10 lesuren. 8 jongelieden deden dit jaar belijdenis en slo ten zich aan bij de Voreeniging der Vrijzin nig-Hervormden. Do maatregel, waardoor de aannomolingen van het vorige jaar niet als lidmaat alhier werden ingeschreven, is oorzaak geweest, dat het aantal dit jaar kleiner was. Toen n.l. dit feit bekend werd, trokken enkele leer lingen zich terug. Het godsdienstonderwijs bleef voor dit jaar opgedragen aan den heer K. Sijtsma. De jongonsolubs tellen 12 en 10 jongens, die des Zondagsavonds van 68 uren in een der lokalen van het Wijkgebouw samenko men, een onder leiding van don heer K. Sijtsma, de andere onder leiding van den onderwijzer G. Beun. De heer Sijtsma maak te met zijn 1618-jarige leerlingen een uit stapje naar Haarlem en Bloemcndaal. De heer Beun met fijn 10 jongens een en ander maal een wandeltocht. Op 2den Paaschdag gaf hot clubje van den heer Sijtsma een too- neeluitvocring in het Wijkgebouw, welke door de ouders en vrienden en ook door eeni- ge leden der Commissie werd bijgewoond. Er weïxl niet onverdienstelijk gespeeld. Sedert Mei 1901 zijn de naaiclubjes met één verminderd wegens vertrek van een dor dames, zoodat 12 meisjes op plaatsing wach ten. Do breiclubjes bleven wat het aantal betreft hetzelfde, 12 met 158 kindoren. Een nieuw clubje werd opgericht voor 12-jarigen, die den eigenlijken leeftijd to boven waren, maar in de breikunst nog niot voldoende bedroven. Mej. Bakker nam de zorg er voor op zich. Het aantal oandidatcn voor de brei les is zeer groot, 16. Jammer dat er zoo wei nig liofde voor dit work onaer onze 6tadgo- nooten is, waardoor velen langer dan een jaar op plaatsing moeten wachten. Van de gedegenheid tot sparon wordt veel gebruik gemaakt. Omstreeks St.-Nioolaas werd hot gewone feest gegeven. De breikinderon ontvingen elk een kleedingstuk en allen werden onthaald op melk en speculaas. Het glanspunt van het feest- was natuurlijk voor den kleinen Sb.- Nicolaas met zijn zwarten knecht. Hartelijk danken wij onze stadgenooten, die ons door hun milde bijdragen in staat stelden aan 250 kinderen zoo'n groot genot te verschaffen. Einde April had de wandeling met de 12- jarigen naar Oegstgeest langs do bollenvel den plaats. Dit uitstapje valt altijd bijzonder in den smaak. Vooral als de jeugd een flink glas melk krijgt en een ruikertje voor do huisgenooton mee gebracht kan worden. Drie naaiclubjes maakten in Juli met hun leidsters uitstapjes naar Katwijk, naar Haarlem en het Kolkje, naar Den Haag cn Schevcningen, waarvoor zij wekelijks enkelo centen hadden medegebracht. Den ganschen winter wordt or nog dikwijls over die tocht jes gesproken cn nieuwe plannon voor den zomer beraamd. De Zangles telde in Mei 1801 12 leerlingen; er werd vóór het aanbreken der zomervacan- tie geen uitvoering meer gegeven (zooals anders meest het geval was), maar wel had don dc meisjes een gezellig samenzijn op een prachtigen avond in den tuin bij mej. v. Bemmolcn. Het grootste genoegen daarbij was dc liederen, die zij in den laatsten tijd geleerd hadden, met elkaar te zingen. In Sep tember kon mej. v. Bemmelen om gezond heidsredenen dc-zangles voorloopig niet voortzetten, maar gelukkig was mej. E. Vos bereid, op voorstel van mej. Knappert, de meisjes tijdelijk op te nemen in een koortje, dat onder hare leiding in het Volkshuis do Kerstcantate van mej. Van Hennes zou in- studeeren. 15 meisjes woonden de oefeningen van 24 Sept. af bij, terwijl nog 3 jongo dames hun steun verleenden, en op den Zondag vóór Kerstmis werd de cantate met goeden uitslag op een muziekavond in het Volkshuis ben gehoorc gebracht-. Door de welwillende hulp van mej. Vos was het koortje dus in stand gebleven en toen in Januari 1902 mej. Van Bemmelen de leiding weer op zich kon nemen, meldden zich nog eonige nieuwe leerlingen aan, en twee oudleerlingen, die door hun work in het vorig jaar dc les hadden moeten ver laten. Zoo bedraagt hot aantal leerlingen dan nu weder 19, onder welke dienstmeisjes, naai sters, strijksters en meisjes werkzaam op de biscuitfabriek en de zeepfabriek. Haar leef tijd verschilt van 1417 jaar. Met ijver cn genoegen komen dc meisjes weer op Dinsdagavond bijeen in heb Wijk gebouw, om verschillende liederen in te stu- deeren. Aan dr. L. Knappert, te Assen, is, we gens zijn benoeming tot kerkelijk hoogleeraar te Leiden, op verzoek, met ingang van 1 Sept., eervol ontslag verleend als leeraar in het Hcbreeuwsch aan het gymnasium. By koninklijk besluit is: lo. benoemd tot hoogleeraar ln de faculteit der lettoren en "wijsbegeerte aan de rijksuniversiteit te Leiden, om onderwas te goven ln de geschiedenis van Nedorlandschlndiö en in do historie en methode der zending, mr. J. E. Heeres, te Delft, en 2o. de hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan do rijks universiteit te Leiden, dr. C. van Vollenhoven, belast met het goven van onderwijs in de Nederlaodsch- Indische wetboeken. Door dc benoeming van mr. Heeres tot hoogleeraar in de geschiedenis van Nedcr- landsch-Indic (zoo merkt de ,,N. 11. C." op) is een voorloopig einde gekomen aan den ontredderden toestand, waarin zich sinds de opheffing (December 1900) van de gemeente lijke Indischo Instelling te Delft de oplei ding hier te lande van ambtenaren voor den Indischen burgerlijken dienst bevonden beeft. Bestond toch sinds die opheffing nergens in Nederland een geregelde leergang ter voorberoiding van Indische bestuursambte naren, met den ingang van het nieuwe academiejaar zal nu tc Leiden een aaneen sluitend geheel van collegos gegeven worden^ er op berekend om in twee jaar voor tc be reiden tot liet grootambtenaarsexamen, zoo als dat overeenkomstig heb koninklijk besluit van 26 April 1902 (Staatsblad No. 19) dat is: in de zes vakken, die thans het tweede gedeelte van het grootambtenanrscxamon uitmaken in 1903 en volgende jaren zal worden afgenomen, totdat daaromtrent na der zal zijn voorzien bij een definitieve re geling betreffende benoembaarheid tot amb tenaar voor den admmistratieven dienst in Nederlandsch-Indiö. Tot dat examen in 1903 cn volgende jaren zullen alleen zij worden toegelaten, die vol daan hebben aan een der volgende examens: a. een der examens ter vorkrijging van een getuigschrift van bekwaamheid tot de studie aan de universiteit, of een der examens door do faculteiten aan een Nederlandsche uni versiteit afgenomen; b. het bij de wet op middelbaar onderwijs bedoelde eindexamen van de hoogcro burger scholen met vijfjarigen cursus, of van do landbouwschool, of van de polyteclinischo school c. het eindexamen van den cursus voor In dischen landbouw aan de afdool ing „lioogc- re land- cn boschbouwschool" aan dc rijks landbouwschool d. het eindexamen van dc hoogero burger scholen met vijfjarigen cursus in Neder- landsch-Indiö; e. het eindexameu van het koninklijk in stituut voor de marine, of een eindexameu aan de koninklijke militairo academie. Volgens de mcdcdeelingen der Rcgcenng zal in of vóór 1905, met hetzij in Nederland hetzij in Indië opgeleide jongelieden, een ge tal plaatsen bij den Indischen burgerlijken dienst moeten worden bezet, dat het getal beschikbare of reeds in Indio in opleiding zijnde personen overtreft met omstreeks 50. De Voreeniging van Onderwijzers en Onderwijzeressen in het arrondissement Leiden" houdt haar zeventiende vergadering op Zaterdag 5 Juli a. s., 'svoormiciuags to 10 uren, in „Zomerzorg" lo Leidon De punten van behandeling zijn: 1. Ope ning door den Voorzitter. Lezing der notulen. 3. Liederen te zingen door een dubbel mannenquartet onder leiding van den heer P. van der Hooven. 4. Rekening vai den penningmeester. 5. Verkiezing van twee Bestuursleden. Voor de vacature-J. H. J. Kuypors wor don voorgedragen do hoeren A. v. Douvoren te Oegstgcost en W. G. Streefkerk te Zooter- woude. Voor do vacature-J. G. Vreeswijk do hecren M. v. Wijk te Leiden en G. v. d. Waa te Katwijk aan Zee. 6. Mededcelingen aan gaande do Arrondisscments-Bibliotheck. r 7. Voordracht van den heer Ph. Rank A.Jz. over Zangonderwijs op de Volksschool." 8 Voordracht van Dr. P. H. Ritter, Hoofd- red. van ,,Hot Niouw3 van den Dag." 9 Bepaling van samenkomst voor het vol gende jaar. 10. Omvraag cn sluiting. In don ouderdom van 2 jaar is t 's-Gravenhagc overleden mr. J. P. Huyser, griffier bij het kantongerecht aldaar. Gebo ren te Leiden don 22sten Februari 1840, bo- noernd tot griffier van hot kantongerecht te Modcmblik den 17dcn Febr. I860, werd hij griffier van het kantongerecht te Zaandam 11 October 1867, keerde naar Modcmblik als, kantonrechter terug om den lsten Mei 1877 tot kantonrechter in het lsto kanton tc Am sterdam benoemd te worden. Den 5dcn Oc tober 1883 volgde zijn benoeming tot grif fier van hot kantongerecht to 'a-Gravonhage, waar hij sedert onafgebroken werkzaar. bleef. Bedankt is voor hot beroep naar de Gcrcf. Gom. te Watergraafsmeer door ds. J. L. Schouten, te Hazerswoudo. Do gemeenteraad van 's-Gravenhago bo noemde tot leeraren in wiskunde aan een dot hoogerc burgerscholen met vijf-jnrigon our- 8U8, dr. P.'Molenbroek, directeur eoncr hoo gerc burgerschool te Amsterdam, A. A. Beek man, directeur der hoogorc burgerschool to Schiedam, on G. J. van dc Well, lceraai aan de hoogcro burgerschool te Delft; tot Voor God of de WereSd? Slot) - Zij dacht en dacht na, zij riep zich Emma's gedrag der beide laatst© dagen in het ge heugen terug en toen kwam opeens de ge dachte bij haar op, dat het meisje voor haar .verloofde gevlucht was. Schier stond haar hart stil bij dit denkbeeld, maar de on- "de»stelling was er eenmaal, en zij kon die niet meer vero rijven. Zij snelde naar de kamer harer dochter, en wat zij vermoed hod, werd haar thans tot zekerheid. Daar lag een brief aan haar vader, door Emma's hand geschreven, en in dien brief verklaarde zij, dat zij hem niet kon of moch'; toebehooren, dat zij het aan Gcd en zichzelve schuldig was van hem ar te zien. In roerendo bewoor dingen smeekte zij hem en haar ouders om vergiffen ie voor de smart die haar stap hun aandeed, en bezwoer hen toch geen po ging te doen haar weer naar huis terug tc brengenhet zou haar dood zijn. Tjvens deel de zij mede, dat zij zich voorloopig naar het klooster had begeven, waarin zij haar opvoeding genoten hacL Met een diepen zucht liet mevrouw Lin- denberg den brief uit haar hand vallen. Hoe zou Alfred die vreesolijke ontgooche ling opnemen? Dat was haar eerste ge dachte, Maar zij herstelde zich en ijlde met den brief naar haar man, om hem de jobs tijding over te brengen. In 't eerst was de fabrikant sprakeloos van schrik, maar terstond daarop geraakte hij in toorn en wilde het meisje dadelijk terughalen. Slechts met moeite bracht Ma- fchilde hem eindelijk zoo ver dat hij Alfreds komst afwachtte. Deze was inmiddels aangekomen en ver wonderde er zich niet weinig over niemand huis te vindon. Van de dienstboden had hij niets te weten kunnen komon, maar toch hadden hun eigenaardige houding en de ver legenheid, die zij over zijn vragen aan den dag legden, hem geen geringe onrust veroor zaakt. Toen hij nu uit don mond zijner zuster ver nam, wat er voorgevallen was, was het, alsof een zware slag den anders" zoo wils- krachtigen man getroffen had. Hij was niet in staat te begrijpen, dat het vurig beminde meisje hem verlaten kon, dat zij zoo wreed zijn geluk kon verwoesten en dat misschien enkel uit een onbedachte opwelling van een zijdige levensopvatting. Zijn zuster ween de, de fabrikant raasde en schold, sprak van jeugdige dwaasheden en zwoer, zich de zen smaad niet rustig te laten aandoen. Al fred liet zich het gansche verloop der ziekto beschrijven, en toen hij alles gehoord had, zeide hij: ,,Ik zal Emma morgen met den eersten trein gaan opzoeken." De fabrikant wilde hem vergezellen, maar de jonge man verzocht hem, do poging, om Emma's besluit te doen veranderen, aan hem alleen over te laten. „Ik wil uit haar eigen mond vernemen, wat haar van mij heeft afgetrokken," sprak hij. „Zoo het mij niet gelukt haar wil te buigen, dan moet ik van haar afzien, hoe zeer mijn hart daaronder bloedt. Maar hot zij verre van mij, eenigen dwang, welken ook op Emma te willen uitoefenen of dit door anderen te zien doen." Tegen den middag van den anderen dog, kwam Alfred in het klooster aan. Op zijn verlangen om Emma te spreken, verscheen de overste zelve en verzocht hom, hierop toch niet aan te dringen en de rust van het meisje niet opnieuw te verstoren. Maar Alfred liet zich niet afwijzen. „Wij zijn openlijk verloofd", hernam hij, „en ik heb er recht op, van mijn verloofde opheldo ring te verlangen over haar gedrag jegens mij. Ik moet er op aandringen, mejuffrouw Lindenberg te spreken." Door zijn beslist optreden gaf do overste toe, en zij bracht het meisje bij hem. Sidde rend en met tranen in de oogen stond Em ma daar, niet in staat een woord uit te" brengen. In het eerste oogenblik was het Al fred, alsof hij haar in zijn armen moest slui ten on haar met zich medevoeren naar hot ouderlijke huis, maar hij bedwong zich en stak haar slechte zwijgend de hand toe. Daarop verzocht hij de overste hen voor kcT- ten tijd alleen te laten. Toen de religieuze zich verwijderd had, schoof Alfred zijn verloofde een stoel too en ging zelf tegenover haar zitten. Zijn borst hijgde; hij kon niot dadelijk het rechte woord vinden, maar de aanblik van hot bedroefde meisjo trof hem tot in het binnenste zijnor ziel. „O, Emma," begon hij eindelijk, „hoe hebt gij mij dit kunnen aandoen?" Het meisje snikte luide. „Vergeef mij, Al fred, ik kon en mocht niet anders handelen. Als gij wist, wat ik geleden heb, zoudt gij zachter oordeelcn." „Wat heeft je dan tot dit plotseling be sluit gebracht? Bemint ge mij dan niet?" „God alleen weet het, hoezeer ik je achtte en liefhad, maar ik mag je niet toebehoo ren." „En waarom niet?" „Ge weet," antwoordde Emma weenend, „dat ik altijd het voornemen heb gekoesterd non te worden. Ik maak u er geen verwijt van, dat ik dit voornemen ontrouw ben ge worden, neen, ik zelf draag er de verant woordelijkheid voor. Maar God heeft mij doen zien, dat ik Hem moet toebehooren. „Ik begrijp je niet, Emma," zei Alfrod weemoedig. „Heeft de ziekto jc er misschien toe gebracht het oude besluit weer op te vat ton? In de uren van lijden i3 dc geest vaak niet volkomen helder, cn wij geven ons aan dwalingen over, waarvan we later berouw hebben. „Luister, Alfred, en dan moogt ge zelf be slissen, of ik recht gehandeld heb." „Dadelijk na je vertrek werd ik ziek en had reeds spoedig het gevoel, alsof ik sterven moest. Een zware moedeloosheid overviel mij; ik had mij het leven aan je zijde zoo rooskleurig afgeschilderd, dat 'n:t mij zwaar, zeer zwaar viel, mij ook maar in gedachte van liet beeld te scheiden, dat ik mij zelve had voorgespiegeld. De koortsen kwamen, mijn geest begon te dolen, doch uit alle ijlen de koortsen, die mij omvangen hielden, doemde al krachtiger en krachtiger de be schuldiging op, dat ik God een offor ont roofde, hetwelk ik Hem boiooid had. In mijn heldere oogenblikkcn dacht ik daar verder over na, en vrees on angst beving mij. Nog kon ik van het niouwc loven, welks poort de liefde voor mij ontsloten had, geen afstand doen, maar dreigender dan ooit te voren veïtoonde de dood zich aan mijn legerstede; zwaarder dan ooit kwam mij mijn schuld voor. Als ik nu stierf, zoo dacht ik, dan was je hoop ook verwoest; zou ik leven voor God alleen, dan zoudt ge dit offer misschien liehter dragen, dewijl wij het dan vrijwillig brachten. In mijn tweestrijd nu logde ik op een avond de plechtige gelofte af, mij aan den dienst van God te wijden, en van u af to zien, als Hij mij de gezondheiu wedergaf. Indien het echter Zijn heilige wil was, dat ik sterven zou, dan zoo smeekte ik mocht Hij me een genadig rechter zijn. Nauwelijks had ik die gelofte inwendig uit gesproken, of ik voelde, dat nieuwe kracht door mijn aderen stroomde, in mijn ziel werd het helder, de vrees voor den dood verdween ik werd dadelijk gezond. Zeg nu zelf: is mijn leven niet een ge schenk uit Gods hand, gebonden aan do voorwaarde, dat ik voortaan mijn geheelc bestaan aan Hom alleen t ijd? Moet ik niet vreezon, dat Hij het mij ontneemt, zoodra ik mijn woord breek? Kunt ge zelf het wenschen mij in zoo'n toestand te bren gen? O neen, dat kunt ge niet, Alfred, dat zult ge niet doen Ik zou mij immers over geen enkel uur van mijn leven meer kunnen verblijden, als ik weder in de wereld moest terugkeeren. O, laat mij hier, Alfred, breng het offer van je liefde aan den Heer, gelijk ik het doe, in volle berusting; Hij zal je daarvoor zegenen." Kalm !i.id Alfred haar woorden aagehoord geen trek op zijn gelaat verried den zwar-n kamp, dien hij in deze ure streed. Maar hij overwon. Toen Emma haar bekentenis voleindigd had, stond hij op en reikte haar de hand. „Het zou zondig en misdadig zijn," sprak hij met bewogen scem, „zoo ik thans mijn hand naar u wilde uitstrekken, om u voor mij te behouden. Ik geef je de vrijheid voor God." Mot een vreugdekreet sprong En.ma op cn omhelsde liem voor dat woord, dat zij z~ cn gevoelde hot uit volle overtuiging, mm algeheele gelatenheid gesproken werd. „O, hoe damk ik je, edele man 1" riep zij uit. En hij sloot hot beminde mc'aje voor da laatste maal in zijn armen on drukte een laatsten kus op haar voorhoofd Toen ver liet hij met vasten stap het gebouw. VI. Jaren waren voorbijgegaan. Emma was ziekenzuster geworden, on Alfred had haur nooit weergezien. Do fabrikant was gestor ven, zijn vrouw had zich in haar vorige woon plaats teruggetrokken. Alfred zelf had al lengs de smart over zijn vorwo.sfc levensge luk overwonnen en in de eohtvcreeniging mot een voortreffelijke vrouw cenig horstel voor het geledon verlies van het beminde meisje gevonden. Hij bekleedde lang een hoogen post bij do regeering van zijn land en word om zijn wetenschappelijke bekwaam heid en zijn bominnelijkcn cn voorkomenden aard zeer geaoht. Na den dood zijnor vrouw, terwijl zijn kin deren allen verzorgd waren, bracht hij een lang gekoesterd plan ten uitvoer. Op het voorbeeld van Emma. die zich aan de verpleging der lijdende monschhcid had toegewijd, liet hij zich daaraan ook veel go- legen liggen En zoo werd het beschikt, dat hij liet voorwerp zijner eerste liefde nog een maal zou wederzien. Dij een epidemie, dio in dc stad heerechte, waar hij met eenigo kloosterbroeders werd heengezonden, trof hij aan het ziekbed cener lijdcrcs in een der gasthuizen een ziekenzuster aan, terwijl aan hem de verpleging van een andoren zieke was opgedragen. Een beeld uit lang vervlo gen dag n i-eg tc gelijk in beider ziel op, zij herkenden elkander, maar slechts eon zwijgende groet was alles, waarmee zij dat w domen herdachten. Op den weg naar hun eeuwigheid hadden zij elkaar teruggevonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1