Ao. 1902.
N*. 12983 Maanda»; S3 Juni.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van ,Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
LEIDSCH HfeDAG-
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon por 8 maandon? l i f 1.10.'
Buiton Leiden, per looper en waar agenten gevestigd z\Jn 1.30
Franco por post1.65-
PRIJS DER ADVERTENTTËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedero regel moer f 0.174. Groetere
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berokend.
Burgemeester en Wethouders van LeideD,
Gezien het adres van H. F. W. MEYERAAN,
houdende verzoek om vergunning tot oprichting
van een herstelplaats van rijwielen in het perceel
Hoogewoerd No 86, kad. bekend Sectie No. 21;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat ge
noemd verzoek met de bjjlagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat
op Maandag 7 Juli a. s., 's voormiddags te
elf uren, op hot Raadhuis, gelegenheid zal worden
gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te
brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, H. C. JUTA, Weth., loco-Burg.
23 Juni 1902. VAN HEIJST, Secretaris.
Vergadering van den Cemeenteraad van Leiden,
op Donderdag den 26sten Juni 1902,
des namiddags te twee aren.
Te behandelen onderwerpen-'
lo. Benoeming van een Commissaris eer
gemeente bij de Leidsche Duinwatermaat-
scliappij.
2o. Verzoek van Prof. Dr. J. F. O. S.
Veit om continuatie in zijn betrekking van
iBtads-vroedmeestor. (158).
3o. Benoeming van een onderwijzer met
verplichte hoofd-akte aan de Jongensschool
2de klasse. (161).
4o. Verzoek van Mr. D. W. K. de Roo
de la Faille om terugbetaling van school
geld, Lager Onderwijs. (110).
5o. Verzoek van C'. van Gulik om terug
betaling van schoolgeld, Lager Onderwijs.
(141).
6o. Verzoek van A. van Tellingen
W.F.zn. om terugbetaling van schoolgeld,
Lager Onderwijs. (141).
7o. Verzoek van J. DijkLof om terugbe
taling van- schoolgeld, Lager Onderwijs.
(141).
8o. Verzoek van Mevr. de wed. G. Liter-
wijk geboren Hoogenstraaten om terugbeta
ling van schoolgeld, Lager Ondoiwijs. (150).
9o. Vorzoek van H. Koning om terugbe
taling van schoolgeld, Lager Onderwijs.
(150).
10. Verzoek van Mevr. P. C. de Quay
Brocx om terugbetaling van schoolgeld, Mid
delbaar Onderwijs. (151).
llo. Verzoek van Mevr. de Wed, B. L.
RepeLius geboren Simon Thomas om onthef
fing van de betaling van schoolgeld, Mid
delbaar Onderwijs. (151).
12o. Suppletoire staat van begrooting,
dienst 1901, van de Stedelijke Werkinrich
ting. (142).
13o. Suppletoire staat van bcgrooting,
dienst 1901, van het H. G. of Arme Wees-
en Kinderhuis. (143).
ldo. Staat van af- en overschrijving op
de bcgrooting, dienst 1901, van het H. G.
of Arme Wees- en Kinderhuis. (143).
15o. Rekening; dienst 1901, van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken. (144).
lGo. Rekening, dienst 1901, van de Stads
bank van Lcening. (1-15).
l7o. Rekening, dienst 1901, van de Stede
lijke Gasfabriek. (165).
l8o. Rekening, dienst 1901, van het
krankzinnigengesticht Endegeest''. (164).
19o. Rekening, dienst 1901, van de ver-
ecniging tot bevordering van den bouw van
werkmanswoningen.
20o. Voorstel tot verhooging van den
post Kosten van vergelijkende examens"
op de loopendo begrooting. (146).
SSlo. Voorstel tot overbrenging van een
bedrag van f 100000.— van den dienst 1901
op dien van 1902, voor betalingen betreffen
de het openbaar slachthuis en liet Sanato
rium „Rhyngeest". (147).
22o. Voorstel tot verhooging van begroo-
tingsposten van het dienstjaar 1901, waar
van de raming te laag is gebleken. (149).
23o. Voorstel tot onderhandsche verhu
ring van het perceel Aalmarkt 5. (153).
24o. Verzoek van de Leidscho Duinwa-
termaatschappij om intrekking of schorsing
van hot raadsbesluit van 20 Maart j.l. waar
bij de aan de maatschappij verleende alge-
meeno vergunningen tot het leveren van
duinwater aan ingezetenen van andere ge
meenten werden ingetrokken. (152).
25o. Voorstel tot aanvulling van do ver
ordeningen voor de Hoogere Burgorschool
voor jongens en de Hoogere Burgerschool
voor meisjes in zake een ovcntueole vrijstel
ling van het toelatings-examen tot de eerste
klasse. (162).
26o. Beslissing omtrent de - jze, waarop
do verbinding tusschcn het Plantsoen en den
Zoeterwoudschen Singel, zal worden tot
stand gebracht. (117).
27o. Voorstel tot ongewijzigde vaststel
ling van de verordeningen rogelende de hef
fing en invordering van een belasting onder
den naam van marktgeld. (156).
28o. Voorstel tot het geven van namen
aan straten die van particulieren in eigen
dom en onderhoud aan de gemeente zijn
overgaan. (163).
29o. Verzoek van M H. van Wavercn om
goedkeuring van een stratenplan voor zijn
terreinen achter de Haarlemmertrokvaart.
(159).
30o. Verzoek van do Wed. J. Verhoef f
gcb. Niemandsverdriet om toekenning van
een geldelijke tegemoetkoming. (157).
31o. Voorstel tot toekenning van een
jaarlijksche uitkeering overeenkomstig de
bepalingen der verordening op hot verleenen
van pensioen aan de weduwen en kinderen
van gemeente-ambtenaren aan Mevr. de
Wed. van Wet turn. (155).
32o. Praeadvies van Buvg. on Wobhs. op
het schrijven van curatoren der Rijks-uni
versiteit in zake de vaststelling der verpleeg-
kosten van Stads zieke armen in hot Aoade-
misch Ziekenhuis. (154).
33o. Motie vamTTe raadsleden K. Sytsma
en A. I. Witmans Mz., strekkende tot het
instellen van een onderzoek omtrent de uit
voerbaarheid van een gemeentelijke brand
verzekering. (160).
34o. Voorstel tot het verleenen van af
schrijving van plaats, directe belasting,
dienst 1901. (118).
De verbinding over den Zoeterwoudschen singel.
Door den heer A. J. van Hoeken J.Jz. is
bij den gemeenteraad de volgende memorie
van toelichting op de aan het slot vermelde
motie ingediend:
Sinds de motie van den heer Drucker in
de vergadering op 9 Januari van dit jaar
waardoor de beslissing op welke wijze de ver
binding over don Zoeterwoudschen Singel
tot stand zou komen werd verdaagd, zijn
de omstandigheden m. i. zooveel veranderd
en van dien aard geworden, dat zij mij no
pen mijn verwondering te kennen te geven,
dat Burg. en Weths. blijven vasbnouden nn
een verbinding van 40,000 gld. en zoo dit
den Raad te hoog mocht zijn, mede te gaan
met hot door den heer Van Dissel geopperde
denkbeeld.
Zoowol het eonc als het andere komt mij
onbegrijpelijk voor, als ik daarbij in aan
merking neem, dat het onzen Voorzitter nog
geen 4 weken geledon goed dacht den Raad
tot zuinigheid te moeten aansporen.
Het deed mij goed die aansporing te hoo-
ron en ik verwachtte dan ook met allen
ernst dat Burg. en Weths. nu daarna zelf
ook blijken zouden gaan gevon de zuinig
heid te willen betrachten. In plaats daarvan
is m. i. juist hot tegenovergestelde te bemer
ken en soliijnt het zuinigheids-argument al
leen te berde te komen, als een of meer
raadsleden een amendement hebben op een
voorstel van Burg. en Wethouders. Tot deze
conclusie moest ik komen na do handelingen
der Raadsvergaderingen te hebben nage
slagen.
Met genoegen werd door mij kennis ge
nomen, dat in de memorie van antwoord op
do bcgrooting voor 1902 door B. en Ws. word
gezegd dat hefc „hun wcnsch was om bij het
beheer der gemeentefinaneiën met overleg
„te werk te gaan en gepaste zuinigheid te
„betrachten."
Bij die begrooting was het percentage der
plaatselijke directe belasting tegen de 3 pCt.
in uitzicht gesteld on mocht in geen geval
dit bleek bij do behandeling der begrooting
het budget met maar een paar duizend
gulden verhoogd worden of het percentage
moest noodwendig tot boven de 3 pCt.
stijgen.
Nu zou me® mot grond mogen verwachten
dat bij B. cn Ws. zuinigheid en overlog zou
den domineeren, maar wat zion wij in hot
jaar 1902, dat B. en Ws. met verschillende
voorstellen kwamen, die groote sommen
vergden, de uitgaven met circa 16,000 guldon
verhoogden en ten gevolge hadden dat het
percentage met een 1/4 pCt. moest worden
verhoogd.
Dit hoogc prooent had w. i. B. cn Ws. tot
nadenken mooten stemmen; mot hot oog op
onze financiën moesten Burg ca Weths. het
geraden vinden, vooralsnog hun voorstel
niet aan de orde te s! ?llon en hiervoor zou
alleszins reden zfjn, na de woorden door den
Voorzitter in tlo vergadering van den 15dcn
Mei gesproken dat ,,dc voorzichtigheid cisch-
„te eerst af te wachten he dc financicele
toestand in de volgende jaren zal zijn."
Ons jaarlijksch budget is reeds te overbo
last n.et vaste posten en kan dus daardoor
geen verhooging meer velen; elke vaste vor-
hooging zal het percentage der plaatselijke
directe belasting doen stijgen. Ook voor
deze rede nee ring vind ik grond als ik
even citeer wat door den Voorzitter in ant
woord aan den heer Bosch werd gezegd:
dat dc Haads/eden raar zullen opkijken, als
„zij dc begrooting voor het volgende jaar
„zien en wat het percentage van dc inkom-
stenbelasting dan zal moeten worden."
Al dit gesprokene mag geen ijdele klank
zijn on blijven cn de Raad zou tegen beter
weten in handelen indien zij B. on Ws. niet
hielden aan het geschreven woord van over
leg on zuinigheid.
Het komt mij voor dat zoo lang het open
baar Slachthuis en hot Sanatorium „Rhyn-
geost" niet in exploitatie zijn, zuinigheid on
overleg gebieden zeer spaarzaam aan te
doen; dit jaar en het volgend jaar hebben
wij duizenden guldons meer aan rente tc be
talen, zonder dat hier tegenover baton te
stellen zullen zijn. Elke vaste verhooging
van een of twee duizenden guldens die dc
verbinding over den Zoeterwoudschen singel
toch jaarlijks aan rente, aflossing enz. kos
ten zal zal dus noodwendig verhooging
der belasting ten gevolge moeten hebben cn
daarmede hebben wij rekening te houden.
Laat mon tooh vooral voorzichtig zijn en
de belasting niet hoogcr maken dan zij reeds
is. Wil men echter toch doorgaan, welnu ik
heb gewaarschuwd, maar laat men er dan
ook in de toekomst op rekenen dat verhoo
ging van belasting niet straffeloos geschiedt.
Dit alles te zamen doet mij u de volgende
motie voorstellen:
De Raad, van oordcol dat het gowonscht
is alvorens een beslissing t.- neme® op
welke wijze de verbinding over den Zoeter
woudschen Singel tot stand zal komen af
te wachten hoe dc financicele toestand in de
volgende jaren zal zijn,
Besluit de beslissing 24 maanden te ver
dagen.
V Gemeentezaken.
Qemeente-cxploilatie.
Onze gemeente is met de instellingen door
haar in oigen beheer genomen niet onfor
tuinlijk. Dat de Stedelijke Gasfabriek, even
als een lange reeks jaren ook ditmaal een
aanzienlijko bate heeft opgeleverd weten
onze lezers reeds cn kunnen ze ten overvloede
nog lezen in de ingekomen stukkon door ons
elders in dit blad afgedrukt
We mogen er bij opmerken dat dit jaar
bovendien belangrijke sommen zijn besteed
aan dc uitbreiding van do fabriek.
Deze winsten worden niet verkregen ton
koste van de gasverbruikers; immers het ge
leverde gas is van uitstekende qualitcit en
dc prijs lager dan in dc meeste gemeenten
van ons vaderland.
Bijzonder gunstig zijn ook fiuancieclo
uitkomsten van een nog jonge gcmecntolijko
instelling, het krankzinnigenges lit Ende
geest."
De Commissie van Financiën, in wier han
den de Rekening der Ontvangsten cn Uitga
ven van hot krankzinnigengesticht over 1901
was gestold, stelt voor deze goed te keuren
in ontvangst op126057,42 1/2
in uitgaaf opf 103239,65
sluitende mot een batig
slot van f 22,817,77 1/2
Nog een half dozijn van zoo goed rendee-
rende zaken in gemeentelijk bolleer on do
belastingbetalers zullen het op con aangena
me wijze in hunne beurzen gewaarworden.
Met wijs beleid, zooals we van onzen Raad
kunnen vertrouwen ga hij dus op dezen weg
voort.
De Rand cn dc Leidscbc l>uiii-
wnlcrmaatgcliai»pfj.
Nog zeer kort geleden hebben wij naar aan
leiding van een schrijven uit Katwijk betref
fende het raadsbesluit vau 20 Maart 1.1.,
waarbij de aan dc Duinwatermaatschappij
verleendo algemcene vergunningen aan inge
zetenen van andere gemeenten werden inge
trokken, als ons gevoelen uitgesproken, dat
de Raad gaarne bereid zou bevonden worden
het besluit ongedaan te maken, indien hij
de zokerheid verkreeg dat dc Maatschappij
ernstige plannen zou maken tot verbetering
der waterwerken in de duinen en aan die
plannen zoo spoedig doenlijk uitvoering zou
geven, zoodat het gevaar van watergebrek in
de naaste toekomst denkbeeldig zou zijn.
Wo beschouwden dit besluit als een soort I
pressie, op dc Maatschappij uit to oefcuen
om met deze ernstige zank niet to talmen.
Dat dit gevoelen juist is geweest blijkt
thans. Do Maatschappij heeft zich uiot een
verzoek tot intrekking van bedoeld besluit
tot den Raad gewend, harerzijds belovondo
binnen drie maanden behoorlijke plannen tob
uitbreiding der prise d'eau te Katwijk in to
dienen, onderhandelingen betreffende do
goedkeuring dier plannen met bekwamen
spoed te voeren cn, wanneer die goedkeuring
is verkregen, onmiddellijk tot de uitvoering
er van over to gaan. Burg. cn Weths. wen-
echeu op deze voorwaarden aan hot bosluK
van 20 Mrt. geen verdere uitvoering to geven
en 't is te verwachten dat do Raad zich met
dit gevoelen zal vereenigen. Zoo zal het doel
met het besluit beoogd worden borci 1 ca cr
zijn dan ook volstrekt geen redenen n -er het
to handhaven. B. en Ws. hebben hier met
overleg en beleid gehandeld. Do waterver
bruikers kunnen tevreden zijn.
Leiden, 23 Juni.
Onze stadgenoot do heer J. B. B. Dufrenne
is geslaagd voor het oxamon als klork bU
de posterijen en telegraphic, on wordt als
zoodanig tevens goplaat6t.
Bij gemeenteraadsbesluit van 15 Moi j.l.
werd aan dc wed. van don overleden stads
werkman J. de Vos, geheel overeenkomstig
de bepalingen dor onlangs vastgesteldo ver
ordening op het vcrlccuon van pensioen aan
weduwen en kinderen van gemeenteambtena
ren, een jaarlijksche gratificatie toegekend,
behalve om andere redenen, mede op gron
der overweging dat haar echtgenoot ovorb
den was, nadat dc Raad in beginsel tot he«
toekennen dezer pensioenen had besloten.
Behalve dezo is cr nog slechts éón andere
weduwe van een overleden gomecnl^ambte
naar, die geheel in dozelfdo omstandigheid
verkeert, n.l. de weduwe vau den verdienste-
lijken leeraar in de wiskunde aan de Hooge
re Burgerschool voor Jongens, dr. Th. B.
van Wettura, die op 23 Dcc. 1901 is overle
den, na de gemeente gedurende ruim 17 ja
ren met zijn beste krachten to hebben ge
diend/
Hefc komt B cn Ws. bij nadore ernstige
overwoging rechtvaardig voor, dat ook aan
zijn weduwe die fiuancicolo steun van ge
meentewege worde verleend, welken zij in
gevolge Üe verordening zou hebben ontvan
gen, indien deze had kunnen in werking tre
den op den dag, waarop de beginselen, waar- -
naar aan de weduwen on kinderen van gO'
meentoambtcnaren ponsioon zou worden toe
gekend, door den gemeenteraad zijn vast
gesteld. Immers B .en Ws. herhalen wat zij
reeds in hun praeadvies van 9 April 1.1. ten
aanzien van de woduwe Do Vos to kennen
gaven, ,,het zou hard zijn", en zij voegen or
thans aan too niet rechtvaardig ,,haar nu
dat pensioen to onthouden, omdat tusschcn
het vaststellen der beginselen cn het in wer
king treden der verordening uit don aard
der zaak nog ecnigc tijd moest vcrloopcn."
Intusschen werd in do vergadering van 25
Maart tegen een door don hcor Van Dissel
op het slotartikel der verordening ingediend
amendement, dat geheel dezelfde strekking
had als thuns met het voorstel van B .cn Wh.
wordt beoogd, het bezwaar geopperd dat het
niet aanging bij wijze van gunst pensioen to
verleenen aan de weduwe van een ambte
naar, die het indertijd, toen hem daartoe do
gelegenheid geopend word, niet uoodig ge-
Voor iTdfi of de Wereld?
6)
.,Cc zult. menig belangwekkend gebouw in
do stad vinden," zei mevrouw Lindenberg
„Vooral ons oud raadhuis zal je bevallen."
„Ook de omgeving van onze stad biedt
vele fraaie punten, Alfred, bemerkte Emma
„ge moet zo bepaald gaan zien."
„Maakt toch geen program op," riep de
advocaat uit, „dat mij iederen dag zoo en
zooveel nummers te genieten belooft; daar
mee zou voor mij alle genot ophouden."
„Ge moogt alles zelf bepalen," antwoordde
dc fabrikant; „dit alleen moet ik voor mij
zelf verzoeken, dat ge morgen mijn fabriek
komt zien."
„En overmorgen, Mathildc?" vroeg Alfred
met komische gelatenheid. „En den daarop
volgenden dag, Emma?"
Allen lachten, cn Lindenberg het meest.
Toen de dames Hof hadden genomen-
zich te verwijderen, praatten de beide man
nen nog een uurtje gezellig met elkander.
„Hoe vindt ge Emma?" vroeg Lindenberg,
„Ik vel niet gaarne een oordeel na zoo
korte kennismaking.' antwoordde zijn zwa
ger. „Toch wil ik je wel bekennen dat
haar gansche aard mij zeer toelacht. Is zij
nog altijd van plan naar het klooster te
gaan V'
„Ik weet het waarlijk niet," was het zuch
tend gegeven antwoord van den fabrikant
„Sedert je zuster hier in huis is, sohijnt
zij er minder aan te denken. Gesproken heeft
zij er reeds lang niet meer over. Maar ik ver
trouw dat zwijgen
„Ge hebt het zeker niet graag?"
„Ja, wat moot ik daarop zeggen?! Als
het werkelijk haar roeping is, zal ik haar
zeker niet er van terughoudenvan den an
deren kant is tegenwoordig het loven in onzen
kleinen kring zóó aangenaam, dat ik haar
niet zonder smart zal zien vertrekken."
„Het is niet te ontkennen, dat wij heden
ten dage meer dan ooit goede vrouwen cn
moeders noodig hebben en wanneer ee® voor
treffelijke vrouw uit de wereld treedt, be-
teekent dit steeds eon verlies voor de maat
schappij."
„Zeer zeker, maar het geluk laat zich
niet aan een hart vjfstknoopen, on het
schijnt mij zeer moeilijk toe, vrouwcnziele®
volkomen te begrijpen."
„De moeilijkste raadsels, die de man heeft
op te lossen, worden hem door de vrouw
opgegeven, antwoordde Alfred peinzend;
„dat is een ovoroude ervaring."
„Hebt ge er zelf nog geen gevonden, met
wie ge door het leven zoudt willen gaan?
Mij dunkt, ge mocht daar langzamerhand
wel eens aan gaan denken. Ook voortreffe
lijke mannen bcnadeelen de maatschappij,
als zij niet trouwm."
Alfred glimlachte. „Misschien heb ik nog
niet ernstig gezocht," antwoordde hij/ zon
der acht te slaan op het bedekte oomplimont
in Lindonbergs laatste uitdrukking. „Maar
wanneer ik de jonge dames uit onze kringen
beschouw cn zio, hoe zich onder schitte
rende vederen zooveel holheid verbergt, dan
valt liet mij hoe la; hoe moeilijker nader
met haar in aanraking te komen."
„Ik kan je, helaas 1 geen ongelijk geven.
In plaats van haar dochters werkelijk flink
op te voeden naar lichaam en ziel, maken de
moeders er klemmen, van, ola er manden in
te vangen."
„En vangen laten wij ons niet!" zei Alfred
opgeruimd.
IY.
Don volgenden, morgen bezocht Alfred de
fabriek van zijn zwager en liet zich daarbij
ook de verschillende instellingen verklaren,
die do fabrikant voor het welzijn van zijn
arbeiders had in 't loven geroepen.
„Mijn voornaamste zorg is steeds daarop
gericht," zei Lindenberg, „den afzonder
lijken arbeider een zekere zelfstandigheid
te geven. Slaven, ook loontrekkende slaven,
zijn altijd slechte burgers."
„Yan het grootste belang schijnt het mij
toe," antwoordde do rechtsgeleerde, „dat
ge uw werklieden hokvast tracht tc maken,
door hun de gelegenheid tc geven, op een
eigen stuk grond te wonen. Daardoor werkt
ge een stevigon dam op tegen dc verkeerde
stroomingen van onzen tijd...."
„En vorm mij teveDs een vasten voorraad
van arbeiders. De rondtrekkende cn lozse
elementen zijn de achteruitgang onzer in
dustrie."
„Ook dit bevalt me, dat ge cr geen fa-
brieks-maaltijdon op nahoudt en or zoo
doende uitdrukkelijk naar streeft de vrouw
in haar huishouding te laten. Een groot stuk
van de sociale vraag wordt opgelost, als de
vrouw aau haar huis wordt teruggegeven."
„Zeer juist; daarom leiden wij de dochters
onzer arbeiders in alle huiselijke bezigheden
op en ontzien ons in dit opzicht niet zelfs een
zekeren dwang toe te passen. Ge kunt je
niet voorstellen hoe zegenrijk zulks op de
mannen werkt
„Dat begrijp ik zeer goed. Een man, wien
een gezellig tehuis wacht, waarin een be
kwame huisvrouw regeert en voor hem zorgt,
vervalt niet gemakkelijk aan het leven in de
herberg. Hier echter ligt do kiom der hui
selijke ellende. Hoe hebt ge het n.et do gees
telijke verzorging van je werklieden?"
„Ik heb een vrij omvangrijke bibliotheek
in de fabriek, waarin wel is waar de uit-
spanningslectuur do eerste plaats inneemt,
maar toch ook worken van wetenschappe
lijke richting op allerlei gebied in voldoend
aantal voorhanden zijn. Ook heb ik verschil
lende politieke bladen, die elk in een klei
nen kring van familiën circulcereu. Voor dc
ongehuwde arbeiders liggen ze in de lees
zaal ter beschikking."
„Bij zoodanige inrichting hebt ge zeker
nog nooit muiterijen onder de werklieden te
bestrijden gehad
„Nu, er komen toch tijden, dat de jon
geren door aanstoken van buiten onructig
worden. In zulke gevallen roep ik mijn
oudere voorwerkers bijeen, bespreek met hen
de aan de orde van den dag zijnde vraag
stukken, hoor hun meeningen en voorslagen
en heb steeds de voldoening, dat zij zolven
dè orde weer herstellen. Een volwassen
mensoh wil ook zelf wol eens een meening
uiten, en ik bon niet kortzichtig genoeg,
om daar niet op te letten."
„Niets is natuurlijk vorkeerder dan te ge-
looven, dat men een man stc. ds aan den lei
band van zijn eigen opvatting der dingen
moet houden. De stille, verstandige leiding
verdient steeds de voorkeur boven een be
paald uitgespi'oken voogdijschap Maar hoe
doet ge bij verkiezingen
„Vóór de verkiezingen laat ik den lui in
bijzondere vergaderingen opheldering geven
over den politieken toestand; maar daarna
laat ik hun de volle vrijheid der beslissing."
„Zoo is hot goed! Niots troft eon halfzelf
standig man zwaarder dan wanneer hom z^Jn
staatsburger! <]ko rechten ontnomen worden."
„Ik ben er dan ook nooit slecht bij ge
varen," zei de fabrikant.
Nadat Alfred co de beide volgende dagen
onder leiding van Lindenberg de beziens
waardigheden der stad bezocht had, begon
hij uitstapjes in den omtrek te maken. Daar
do fabrikant hem daarbij slechts zelden i on
begeleiden, cn Mathilde niet genoeg eb
de streek bekond wus, nam Emma hefc op
zich hem op die uitstapjes to vergezellen.
Beiden trokken dus dagelijks naar buiten,
door veld cn bosch, beklommen de hoogten,
die de stad in een halven cirkel insloten
en verkwikten zich aan de genietingen van
Gods vrije natuur.
Voor Emma waie die gemeenschappelijke
wandelingen ongemeen aantrekkelijk. Met
een haar zelve schier merkwaardig voorko
mende opgewektheid liep zij naast den jon
gen man voort, schertste en lachte en opeiido
voor hem alle schuilhoeken van haar ziel
met geheel kinderlijke ongekunsteldheid
Hij kwam haar in alle dingen zóó zeker en
sterk, zóó mannelijk vast en flink voor,
dat zij een onbegrensd vertrouwen in hem
begon tc stellen. Hoezeer juist die openhar
tigheid en natuurlijke eenvoud van haar
wezen Alfred aantrek, daarvan werd zij zich'
allerminst bewust. Voor hem echter was
het een zaligheid in die kuische meisjes
ziel een blik te slaan en naar het kos
telijk gekeuvel te luisteron, waarmede zij
hem bezighield. Hoe langer hoe meer voelde
hij zich gevangen in do betoovoring, die van
haar uitging; al meer en meer ontkiemde
in zijn hart de liefde voor dit aanminnig
wezen. Wordt vervolgd.)