f BUITENLAND. Frankrijk. Duitschland. Italië. Spanje. Portugal. Groot-Br itannlê. Oostenn-Hong.-Monareiiie. Rusland. Yereenigde Staten. karavaan werd door een sterk, escorte van bereden Turksche politie beschermd, maar desniettemin viel een bende woestijn- Arabieren naar aan, hakte het escorte in de pan, en ging toen over tot do slachting van de reizi gers en de kamoelen, waarna zy zich meester maakten van den rtyken buit. Slechts weinigen konden naar Nedschd ont komen. Te oordeelen naar hun berichten, schijnen 300 a 500 personen den dood ge vonden te hebben. Het hospitaal voor laders aan dronkenschap van de „St.-Luke's Society" te Chicago Is in den nacht van Maandag op Dinsdag verbrand. Van do zeventig laders, die worden verpleegd, zyn veertien omgekomen, tien bekwamen zware brandwonden en nog een aantal werden licht gewond. Maandag heeft een hevige wer velstorm over een streek, drie Engelsche mij len lang, bjj Lake Park, in Minnesota, alles verwoest. Een kerk en negen boerderijen z'Jn onder de vernielde gebouwen en er moeten een tiental menschen omgekomen zijn. Onthulling van hel monument op hel graf van Dr. H. G. HAGEll Hedennamiddag te twee uren was een groote menigte vrienden en vereerders van wijlen dr. H. G. Hagen bijeengekomen op de begraafplaats aan de Groenesteeg alhier, om tegenwoordig te zijn bij de aanbieding van het monument, aan zijn nagedachtenis gewijd, aan do familie van den overledene. Ds. M. van Kleeff voerde daarbij namens de commissie uit de burgerij het woord en begon met de herinnering, dat een andero stemming ons vervult bij het ervaren van leed, een andere bij het hordenken dier «mart, dan als de tijd reeds zijn invloed heeft doen gelden, de arbeid is hervat, het leven met zijn zorgen en beslommeringen al onze aandacht heeft gevraagd, onze krachten heeft opgeroepen. Als van ons gaan, die onB lief on dierbaar waren en ons, omdat ons hart heeft liefgehad, den vloek der eenzaam heid doen kennen, dan komt een namclooze gedruktheid over ons, een gevoel alsof allo vreugd der aarde voor ons had opgehouden te bestaan. Eerst later, als wij in onzen toestand gewoon zijn geraakt, verandert de snerpende pijn in zachten weemoed, dank bare herinnering, eerbiedige hulde. Dat ie van toepassing op alle gestorvenen, die lief hadden en bemind werden in engeren of in ruimeren kring, maar vooral op hen, die iets beteckonden en veel goeds tot stand brachten in de groote menschenmaatschap- pij. Eerst dan, als do eerste indrukken van schrik en ontzetting voorbij zijn, rijst hun beeld als in verheerlijkten glans voor ons op en wordt ons oog geopend voor al het goede dn groote, het heerlijke en liefelijke, dat wij aan hen te danken hebben. Wel is waar ook onder do met ons levenden ontbreekt het niet aan edelen en uitnemenden. Doch hen, die met ons leven, wij zion ze niet alleen in hun gewijde oogonblikken, maar ook in tij den van afmatting, of wel gewikkeld in allerlei banden van het aardsche en eindige, met al hun beperktheid en al hun gebreken. Zij daarentegen, die bet stof van het tijdelijke reeds hebben afgeschud, staan voor ons, als boven aardsche perken verhe ven en omstraald met het licht der eeuwig heid. Wij vernemen de woorden, die hier in een gezegende ure door een goeden geest op do lippen werden' gelegd, wij aanschouwen de heerlijke werken van toewijding cn lief de in tijden van heilige bezieling door hen gewrocht; en terwijl alzoo een adem van rein menschelijke grootheid ons van hen te ren waait, leeren wij door hen gelooven aan Jiefc goddelijke, zoo in ons zelvcn als in an deren. Een dergelijk gevoel vervult heden allen, die kwamen aan deze plaats, om een hulde te brengen aan de nagedachtenis van oen goed man, die in de stad, waar hij jaren lang woonde on werkte, cn ook daarbuiten, zal voortleven in de harten van hen, die hij door zijn woord en zijn leven heeft verkwikt. Spr, herinnerde, dat toen in hot laatst van het vorige jaar do tijding door do stad ging: „Ds. Hagen is ziek" en zeer kort daarna het bericht van zijn dood tot ons kwam, daar een groote verslagenheid was gekomen over de velen, die hem lief hadden en hem vereerden om zijn groote gaven, zijn onvermoeide toewijding, zijn liefhebbend hart, zijn innige vroomheid. In die dagen hebt ook gij, zijn kinderen, broeders of zus ters, het wol moeten opmerken hoeveel sym pathie uw vader, uw broeder, had weten te wekken. Oud en jong. arm en rijk, ge leerden en eenvoudigen, allen beseften dat lnet Hagen een man was heengegaan van groote workkracht en bezielenden invloed, wiens verlies nog lang na zijn verscheiden cn dan eerst goed zal worden gevoeld. Dr. Hagen, doordien hij in zoo tal van kringen werkzaam was, had om zich weten te vor men een kring van vrienden en vereerdors, iie wel niet zooals in de oudheid het geval was, steeds met en rondom hem waren, maar die toch met hun gedachten vaak bij hem vertoefden en door de herinnering van me nig goed woord zich voelden versterkt en vertroost. Die hem vereorden en liefhadden, hadden niet allen hetzelfde in hem.lief, om dat niet aller levensopvatting dezelfde was, vjuaar dat behoefde hior ook niet, omdat Ha gen een veelzijdig man was, en het licht dat van hem uitging, als door een veelkleurig prisma uitstraalde naar vele zijden en zij allen door dat zelfdo lioht werden verkwikt, bewonderden toch ieder voor zich een an dero kleur van dat op hen afstralend licht. En nu, op dezen dag staan die allen, voor bij ziende hun onderling verschil in denken en voelen, in levensopvatting en ideaalvor- rniug, hier vereenigd op Hagens graf, om hemook na zijn dood eon hulde te brengen cn die hulde te stellen in de handen van en aan dc zorg toe te vertrouwen van zijn kin deren. Een gemeenschappelijke hulde en dat kon ook en dat deden zij met grooco I liefde, omdat allen toch een en dezelfde groote eigenschap in hem waardeeren. Hij I toch was wat de Grieken noemden een goed man, een mensch in wiens leven een goede harmonie govonden werd, een deugdelijk mensch, liefelijk in zijn optreden, ernstig in zijn bedoelen, oprecht in zijn vroomheid. Een deugdelijk mensch, een die het goede voorstond en het goed doen als eisch stelde en zoo was hij een kostelijk lid van die groote Maatschappij van Weldadigheid", die als de barmhartige Samaritaan den naaste aan den weg liggend verpleegt, niet vragend naar belijdenis of ras. Liefelijk in zijn optreden, een kindervriend bij uitne mendheid, en daarvan spreken nog velen, die hem kenden en zijn opgewektheid be wonderden. Ernstig in zijn bedoelen, want wat hij zich had voorgenomen en door hem werd erkend als goed on noodig, werd door hem met bezieling en ijver verdedigd. Op recht in zijn vroomheid, waarvoor hij zich nooit schaamde, hetzjj hij stond tegenover hen, die zijn beginsel als goddeloos verfoei den, of zich bevond te midden van degenen, die gebroken hadden met kerk en gods dienst. En het schoonste bewijs van waar deering is wei, dat ook andersdenken den eerbied hadden cn toonden voor de op rechtheid zijner overtuiging. En zij, die dat veelzijdige in den overle dene liefhadden en vereerden, hadden be hoefte dat openlijk uit te spreken, niet in een schrijven slechts, niet in een bloem, die vergankelijk is en verwelkt nog denzelfden dag, waarop zij de groeve versierde, maar in een blijvend gedenkteeken, dat zal blijven spreken, waar andere stemmen zwijgen en dat, naar wij vertrouwen, door U, zijne kin deren, in welwillendheid zal worden aan vaard. Nu werd het doek weggenomen en de spreker vervolgde: Wat wij U hior aanbieden, gij ziet het, het is eenvoudig van stijl, streng van ka rakter, Wij meenden, het was in overeen stemming met geheel dejU aard uws vaders. Eonvqud was ook bij hem kenmerk van ge heel zijn wezen en ondanks al zijn liefelijk heid was ook hij bij het opbouwen van zijn levensideaal streng, zich houdende aan de cischen, die door dat ideaal hem gesteld werden. Geen weidsch opschrift op zijn graf steen. Alleen zijn naam %en dat achtten wij ook voldoende, omdat bij het lezen van dien naaro als vanzelf zijn beeld voor ons wordt opgeroepen. De witte kleur van het marmer werd door ons verkozen boven de leikleur van het hardsteen, want wit is het symbool der reinheid en als iemand wilde wandelen in de voetsporen' zijns Meesters, dan was hij het, die het zich zelvcn en anderen steeds voor oogen hield: Zalig de reinen van harte." Een opengeslagen bijbel met takken omgeven toont het midden van het monu ment en wij lieten het boek, ook door hem zoo hoog vereerd, openvallen op dat hoofd stuk uit den Isten Kor. brief, dat hem dc samenvatting was van het Evangelie, eindi- I gende met dat grootsche slot: ,,Zoo blijft clan geloof, hoop en liefde, doch do meeste van deze is de liefde." En nu, geachte familie Hagen, is onze taak afgeloopen. Aanvaard uit onze hand dit gedenkteeken, als een bewijs van de hoog achting, vriendschap en vereering, die wij voor uwen vader gevoelden, en dankt God dat zulk een man uw jeugd heeft geleid en u heeft lief gehad tot aan zijn einde toe." Na deze rede, welke op velen en ook op de familieleden blikbaar diepen indruk maakte, verklaarde de oudste zoon yan den overledene, mr. H. G. Hagen Jr., werkzaam aan liet departement van koloniön, namens de familie, met aandoening in de stem, het gedenkteeken te aanvaarden, tevens in het byzonder aan ds. Yan Kleeff on vervolgens aan allen harte- lyk dank zeggende voor de hulde, aan de nagedachtenis van den lieven, onvorgeteiyken vader belezen. Behalve de kinderen, waren ook de overige genoodigde mannelijke en vrouwelijke ver wanten van den overledene naar deze plechtig heid opgekomen. Het monument is geheel van wit marmer en verrijst op broeden voet. In het midden vertoont het tusschon twee kruislings over elkaar geslagen takken een opon bijbel, waarop I Kor. XIII. Daaronder alleen: Dr. H. G. hagen. Aan den voet op den rand leest men Geboren don 9den Januari 1831, overleden den 238ten Novomber 1901. De vervaardiging er van was opgedragen aan den heer P. J. van Yenetie, steenhouwer alhier. By de bezichtiging na afloop der plechtig heid viel op te merken, dat h{j zich naar aller genoegen van de hem toevertrouwde taak had gekweten. De Parysche gemeenteraad lieeft deze week weder van zich doen spreken. Een der leden, nog wel van de nationalistische meerderheid, deed het voorstel, dat de Raad den wenseh zou uitspreken, dat het nieuwe ministerie van de Kamer binnen den kortst mogeiyken tyd zou vragen niet enkel de gemeenteiyko auto nomie voor Parys, maar ook de volgende hot vormingenalgemeene inkomstenbelasting, de naasting der spoorwegen, de scheiding van Kerk en Staat, de opheffing van de begrooting voor de eerediensten en de intrekking van het gezantschap by het Vaticaan. Het baatte niet of men tegenwierp, dat een gemeenteraad zich niet met landszaken heeft in te laten, de meerderheid sprak éón voor óón al die wenschen uit. De voorzitter leverde de beste critiek, door zeor geestig na elke stemming te zeggen „Nu is de inkomstenbelasting erl" „Nu zyn de spoorwegen genaast 1" - „Nu zyn Kerk en Staat gescheiden 1" enz. De Rijksdag keurde gisteren hot voorstel tob verdaging tot 14 October goed en naro in derde lezing het suiker-belastingontwerp en het ontwerp op zoete stoffen aan. Bij do beraadslaging over de Brusselsche conventie kwam een voorstel ter tafel, dat ter rechter tijd voor 1 September 1908 het verdrag opgezegd zou moeten worden, indien de Rijksdag niet voorai toestemming tot ver lenging geeft". Presidoni Ballast rein verklaarde dat niet kan woerden toegelaten dat aan de aanne ming van het ontwerp voorwaarden worden verbonden en weigerde derhalve het voorstel in stemming te brengen. De rijkskanselier verklaarde uit naam van de bondsregeeringon het voorstel voor on aannemelijk, Wanneer de regeeringen zou den toestemmen in zulk een voorstel, dan zou een dergelijke eisch gesteld kunnen wor den bij alle opzegbare international overeen komsten. Men moet aan de regeeringen over laten hot geschikte oogenblik te kiezen om den bestaanden toestand te wijzigen. Het spreekt vanzelf dat bij de keuze van het tijd stip voor de opzegging van verdragen, welke h'et belang van den landbouw raken, de re geeringen in het bijzonder met deze belan gen rekening zullen houden. De aanneming van het voorstel zou voor de regeeringen ge lijk staan met de verwerping van de conven tie. De Brusselsche Conventie werd vervolgens met 209 tegen 103 stemmen aangenomen. Verder werd in derde lezing aangenomen het ontwerp op de brandewijnbelaeting. Daarop ging de Rijksdag tot 14 October uiteen. De toestand van den Koning van Saksen biyft vrywel hetzelfde met een tendenz tot verbetering. Dinsdag kon de koning enkele regeerlngszaken afdoen en onder meer honderd gratie-verzoeken teekenen. Volgens den correspondent der ,,Times" te Rome zou minister Prinetti wellicht nog een tweede duel moeten aangaan, cn wel met ba ron Borsarelli, een lid van de commissie van Erythrea, die tegenwoordig was op het oogenblik, dat Prinetti woorden sprak, be- leedigend voor zijn collega's. Volgens de Figaro" zal de Koning van Italië in overleg met den Keizer van Rusland' een voorstel tot ontwapening doen. De 8enaat nam heden mot 70 tegen 7 stemmen het ontwerp aan tot creëering van een nieuwen 3 1/2 pCfc. geconsolideerden schuldbrief, benevens de te nemen maatrege len betreffende de afkoopbare sohulden. Koning Alfonsus XIII wcnscht in het voet spoor te treden van keizer Wilhelm Dit maakt men te Madrid ten minste op uit een voorval, dat de militaire autoriteiten diep geschokt heeft en alle vrienden van de eti quette en het precedent bedenkelijk het hoofd doet schudden. Ziehier wat gebeurd is: Zaterdagmorgen om halfnogen kregen de prins van Asturië en twee adjudanten des Konings bevel te paard te stijgen en Z. M. te volgen. Een half uur later begaf de Koning zich met hen naar de artilloriekkzerne, waar hij een regiment liet uitrukken voor do inspectie. Een kwar tier later trok het regiment dan ook, met den Koning aan het hoofd, uit, naar de Plaza de Oriente De Koning stelde zich on der het balkon van het paleis, waar de ko ninklijke familie verzameld was en liet de troepen do revue passeeren. Daarna liet hij een extra-ontbijt aan de manschappen opdis- sehen en gaf een fiksche geldsom uit zijn privé-middelen, als prijs voor de compag nie, die het eerst strijdvaardig was geweest. De bevolking van Madrid en van geheel Spanje is in de wolken over het optreden van den Koning en men juicht zijn activiteit en flinkheid toe. Yele hooggeplaatste personen, waaronder de minister van oorlog, generaal Weyler die dergelijke onvoorbereide bezoeken altijd Het slot Schaumburg. Koningin Wilhelmina op don Schaumburg. In een particuliere correspondentie van het ,,N. v. d, D." wordt dd. 10 J"uni gemeld: Dezen morgen heeft Holland op den Schaumburg op zijn kop gestaan: De Hol- landscke vlag bad men verkeerd geheschen. Plet rood-wit-blauw was omgekeerd in blauw-wit-rood. Spoedig heeft men do dwa ling hersteld. En nu wappert in den zachten wind, van den hoogsten toren van den Schaumburg, het vroolijke rood-wit-blauw. Mijlen in den omtrek ziet men nu in het Nassauscho land „de schitterende kleuren van Nederlandsch vlag" fier wapperen. Schilders strijken den laatsten kwast aan do opschildering van het station. In de Vorstenontvangkamer zijn azalea's geplaatst en palmen. In den uitgang prijken oranje- boomen, de bakken omwonden met rood, wit on blauw. Voor de ontvangkamer is een baldaquin van rood, wit cn blauwe banen, dat het perron overhuift tot aan den Ko ninklijken trein. Van het perron tot aan don dorpsweg ligt een looper. Hollandsche en Waldecksche vlaggen en de Pruisische stan daard, de spoorwegvlag, sieren het geheel en geven er het karakter aan. Volgens voorschrift mag niemand op het perron. Ook do toegang tot den Schaum burg is verboden. In het slot is ieder in de weer om een laatsten blik over alles te laten gaan. In do kamer der Koningin, gelegen aan de zon zijde, op het Zuiden op de tweede verdie ping, en over 'tpalmenhuis een verrukkelijk schoon on vredig uitzicht hebbende op heu vels on bergen, over beuken- en eikenwoud tot ver over Cramberg, wordt aan teedo- re, lichte en roode rozen een plaats gegeven, uit Ems ter verwelkoming gezonden. Kalm en rustig is deze kamer met do schoono eikenhouten meubelen en heb geschilderd be hangsel en de kroon met wel zestig kaarsen. Een conversatie-kamer scheidt de kamer dor Koningin van Hare moeder, Koningin Emma. Ook een rustig vertrek: witte moubclen met blauw bekleed. In en voor do stallen hee recht de grootste drukte. Rijtuigen worden uitgehaald, paar den gezadeld, koetsiers en palfreniers ma ken zich waardig en mooi. Alles is gereed en daalt langzaam den berg af, om zich te plaatsen voor het station. Langs een binnenweg zijn we er vóór dc rijtuigen. Op het perron staat, in het volle besef van zijn waardigheid, de vriendelijke stations chef, in feest-uniform, den degen op zij andere hoogere spoorwegambtenaren, do re- georende Vorst van Waldcek, Prins Georg Victor, aan wien de Schaumburg behoort, de landraad, do Burgemeester vap Balduin- stoin, de heer Rotho, „Schlossambtmann", en nog vele andere hoogwaardigheidsbekle ders. Een paar Engelsche dames hebben, zoo waar, het hart van den Oberwachtmeis- ter verteederd en een mooi hoekje om te zien, gekregen. Ver tusschen de bergen hoort men reeds het doffe dreunen van den Ko ninklijken trein. Weldra is hij in het gezicht, alles zet zich in postuur, het gewichtig oogenblik is daar. De trein, om 4 uur 10 uit Oberlahnstein vertrokken, waar de heer Klemberg zelf het besturen op zioh heeft genomen, komt pre- oies op de minuut, te 5 uur binnen. Alle hoeden gaan af. De Koningin-Moedor ver schijnt op het balcon van den Koninklijken wagen. Haar broeder, do regeerende Vorst van Waldeok, snelt gelukkig lachend op H. M. toe, verwelkomt en kust haar op het har telijkst en biedt haar een handbouquet van donkerroode rozen aan, met afhangend breed Oranje-lint. Enkele hceren worden voorgostold. H. M. de Koningin-Moedor is vol atten ties. Een voetenbankje wordt aangebracht voor Koningin Wilhelmina. Koningin Em ma acht een draagstoel beterde draagstoel komt De Vorst van Waldeck begroet nu ook Koningin Wilhelmina en heet haar welkom thuis met lichtroode rozen, door breed oranjelint saamgebonden. Onder diepe, doo- delijkc en aandoenlijke stilte zet Koningin Wilhelmina zich op den draagstoel. Voor zichtig wordt Hare Majesteit er uit getild. Op het perron rijst H. M. er uit op. Alle zoo diep- en ernstig-zwijgenden buigen eer biedig. De Koningin neigt minzaam. Haar Oom, de regeerende Vorst van Waldeck, biedt Haar den arm. Geluk spreekt van zijn gezicht En nu gaat Koningin Wilhelmina langzaam aan zijn arm door de ontvangka mer naar het open rijtuig. Voorzichtig wordt ingestegen, en dan klinkt van de ber gen en uit de dalen een welgemeend „Hochl" De voorrijder zet zijn paard in be weging en ietwat in draf gaat 't door het dorp naar den Schaumburg. Overal weer klinkt een eerbiedigHoch 1 en daar, waar zich vele Hollanders uit Ems en Nassau op gesteld hebben, een allerhartelijkst: „Hoe ra 1" De Koningin ziet er buiten verwachting goed uit en heeft een weinig kleur. Aller vriendelijkst was do ontvangst; maar hoe minzaam was Hare Majesteit ook 1 Het oogenblik, dat Hare Majesteit in den draagstoel voor hét eerst zichtbaar werd, de zorg van Hare Moedor, die alles leidde en bestuurde, was aandoenlijk. Dat veelzeggend doodelijk zwijgen van allen tot Hare Ma jesteit blijde oprees en gemakkelijk voort schreed, is onvergetelijk. Tranen kwamen zoowel Hollanders als Duitschers in do oogen En nog een poosje er na stokte de stem. De draagstoel voorspolde zoo weinig goeds 1 Maartoen dat veerkrachtig op rijzen, het vriendelijk-ernstig lachen en het goede uitzioht van Hare Majesteit deed al les in blijdschap verkeeren. De Koningin was zeer eenvoudig gekleed: grijze japon, grijze mantel, grijze hoed. En nu rijden Vorstinnen en gevolg door het dorp langs den schooncn, kronkelenden, hoogstijgenden weg naar don Schaumburg. In het eerste rijtuig, met vier paarden van den bok gereden, hebben plaats geno men: Hare Majesteit Koningin Wilhelmina en Hare doorluchtige moeder, Koningin Emma; in het tweede: Graaf Dumonceau met freule Van Ittersum; in het derde: de lijfarts Pot met twee hofdames; in het vier de: kamerheerenin het vijfde: de lectrice van H. M. dc Koningin; en dan volgen nog vele rijtuigen met dienstpersoneel, waaron der kameniers, werkmeisjes, enz. als zijn specialiteit heeft beschouwd daarentegen lang niet met het optreden van Alfonsus ingenomen. De „Morning Leader" verneemt uit Lissa*'1 bon: De studenten van de hoogeschool zullen^f een feestmaaltijd houden ter cere van geney raai Pienaar en andere krijgsgevangen BoQp ren, die van plan zij Portugcesch te wor-) den. f Een groot ..antal Anglicaanschc geestelijk ken verklaren ope.-lijk, dat zij op den kro^ ningsdag in hun kerk het voorgeschreven formulier niet zullen volgen, omdat de Aa<£ glikaansche kerkleer in zake den kroninga» eed er niet mede overeenkomt, en het Pro-/ testantisme in dien ccd zullen handhaven. Te Armagh in Ierland is het Zondag- avond tot een hevige botsing gekomen tus* schen het volk dat de onthulling bijwoonde van een gedenkteeken voor zekeren Carber*. ry, aan de zijde der Boeren bij Modderspruit^ gesneuveld, en de politie die een officieelen. verslaggever wilde beschermen. Het voilé, drong den man en de agenten weg van den. omtrek der tribune waarop Davitt het woord voerde, toen kwam een sterkere politiemacht? te hulp en drong met de bajonet op de me* nigt-e in, maar deze behield de overhand* I Van gekwetsten spreekt het bericht niet Bij de behandeling van de wet op de middelen werd door het Lagerhuis gisteren'' aangenomen een clausule, waarbij spdiritua») liën, te gebruiken in fabrieken, worden vrij-» gesteld van rechten. Het doel van deze 'bepa^ ling is de Britsdie fabrikanten in de gele*' gonheid te stellen mede te umgen met he# buitenland in de vervaardiging van zekcret soorten van ontplofbare stoffen en anderq artikelen. Te Lissabon gaat het gerucht, dat Groote Britannië wederom onderhandelingen heeft aangeknoopt over den aankoop van Lorenzo Marquez. Aan het eind van de Oostenrijksche Ka-' merzitting van Dinsdag riohtte dc radicale Tsjechische afgevaardigde Klofatsj een hef» tigen aanval tegen koizor Wilhelm naar aani leiding van de passage tegen de Polen in|' diens rede te Marienburg. Hij noodigde den president uit den minister-president om een antwoord te vragen. Klofafcsj werd tweemalen tot de orde ge roepen. Bij don aanvang van de zitting van giste*,) ren betuigde de minister-president zijn diepq-1 spijt over de gebeurtenissen van Dinsdag, welke aan de waardigheid van do Kamer' ernstig schaden. (Toejuichingen, protest van'/ de radicale Tjsechen.) Spr. zeide do gebeur-' teniasen van Dinsdag met droefheid in lioöj hart te desavoueeren; de bedrijvers vergaten/ zioh tegenover het rijk, zonder evenwel aan zijn positie naar buiton iets te kunnen ver- anderen. Hij wil zelfs niet in herinnering/ brengen, dat beleedigingen werden gericht tegen don vorst, die een brouw bondgenoot van Oostenrijk is, en weigerde te antwoor-» den op de interpellaio. (Haverondo toejui* ohingen. Rumoerig protest van de Tsjechen.) Over de interpellatie van den Tsjechischen 1 afgevaardigde Klofafcsj in de Oostenrijksche Kamer nuar aanleiding van Keizer Wil- helm's rede te Marienburg wordt in de Duite sche bladen gemeld dat Klofafcsj den Keizer j beleedigde en hoonde. Tijdens zijn toespraak' gaven zijn vrienden luide hun goedkeuring te kennen en dikten zij zijn beleedigingon' nog wat aan. Bovendien scholden zij do Oos- 1 tenrijksche regeering voor lafaards en sla- ven van den Duitschen Keizer. De voorzitter maakte aan dit tooneel een einde door de zite ting op te hefffen, onder de rumoerige pro* testen van de Tsjechen De Jong-Tsjechen, de Polen en de overige Slavische afgevaardigdon bleven gedurende de rede van Klofafcsj volkomen lijdelijk. De Tsaar heelt gisteren in het paleis van Peterhof het bezoek van den vorst van Bul-^ garye beantwoord. Daarna is de vorst een bezoek gaan brengen aan de Keizerin-weduwe, aan de grootvorsten Konstamyn Konstanti- nowltsj en Michael Nikol&jewitsj. By den maaltyd ten palelze zat vo«-st Ferdinand mede aan. f Behalve op de offloioale feesten te zyne? eere, is aan vorst Ferdinand oen harteiyk welkom toegeroepen door de meeste Russische persorganen. Het „Journal de Saint Póterabourg^ schryffc, dat de pogingen van vorst Ferdinand, om de j nauwe betrekkingen tusschen Bulgarye en Rusland in stand te houden en nog te ver- beteren, door Rusland zeer worden op pry«T. geBteld. Z. K. H. voegt bot orgaan van den i minister van buitenlandsche zaken er aan toe zal zich heden evenals by vroegere gelegen-f heden er van kunnen overtuigen, dat de ge voelens, die men hem en zyn land in Rusland toedraagt, duurzaam zyn. De „Novoie Vremja" en veie andere bladen beschouwen dit bezoek als- een nieuw bewys van de goede betrekkingen, die bestaan tus* achen beide landen. De St.-Petersburgsche „Vjedomosti" en ds „Beurscourant" geven uitvoerige beschou wingen ten beste over de Balkan-politiek, en trachten den Balkanstaten te bewijzen, dat Rusland hun wsaraohtige vriend Is en niet Oostenryk. v De toestand van grootvorst Konstantyn is in de laatste dagen veel verbeterd. Hy heeft J echter zyn gewone bezigheden nog niet hervat» f Hot Amerikaansohe Huis van Afgovaap-, digden beeft do anarchistenwet aangenomen met 175 tegen 38 stemmen. Een amendement om het artikel te schrappen waarbij aansla gen tegen vreemde getanten met den dood strafbaar worden gesteld, word verworpen. Verbeterde opgave van het landbouw- departement omtrent den oogst in de V. S. De oppervlakte beplant met voor jaarstar we) bedraagt 17,144,000 aores; volgena Brown'» statistiek wordt ds opbrengst geraamd op 360,734,000 bushela.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 2