Ifc 12971 Maandaa: O Juni. A». 1S02. (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. fied.-Zuidafrikaanscho Vereenigiog. Aan de Leidsche Burgerij! Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. IEIDSCH DA&BLAB. PRIJS DEZER COURANT i Yoor Leidon por 8 maandon1.10. "Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln a 1.80 Franco per post1.65- PRIJS DER ADVERTÜN T1ÜN Van 1 6 regols f 1.05. Iodore regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren buiteu de stad wordt f 0.05 berekend. Afd. Leiden en Omstreken. Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter- woudacben Singel 41: Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad: Van den Ceremoniemeester P. v. d. B. f 1.86. Nu de Boeren het sluiten van den vrede den meest geschikten weg geoordeeld hebben om tot hun doel het bezit van een vol komen onafhankelijkheid te komen en de vredesvoorwaarden geacht kunnen worden nog maar gedeeltelijk bekend te z\jn, oordeelt het Bestuur der Collectanten-Vereeniging „Zuid- Afrika" te Leiden het wenscheiyk voor 't oogenblik met het houden der collecte niet door te gaan, in afwachting van meer licht. Zooveel mag worden aangenomen, dat de Boeren Engeland verplicht hebben in elk geval iets terug te geven van wat men verwoest en geroofd heeft, al zal Engeland nooit ln staat wezen voor een tiende de ellende te herstellen, die door gouddorst en moordzucht Is teweeggebracht. Duidelijk is ook dat er slachtoffers van den 1 oorlog s\jn, die niet door Engeland geholpen I zullen worden, denk aan de zoogenaamde robellen mannen, die jjnze achting en be wondering verdleneD en voor wie hulp van elders noodzakelijk zal volgen. Het zal daarom mogelijk kunnen zfjn, dat wU ons binnenkort nog eens verplicht gevoe len ook in Leiden de gelegenheid aan te bieden om nog meerderen steun aaTT de beroofde slachtoffers te verleenen. In afwachting van de dingen, die komen zullen, verzoeken wU aan de collectanten de bussen te behouden, terwijl binnenkort een vergadering zal belegd worden. W. Phba, Voorzitter. P. van Dm el Bz., Secretaris. W. F. K. Versteeg, Penningmeester. G. B. Z. -SOHLATMANN. o Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien de missive van den Minister van Binnonl. Zaken, d.d. 23 Mei j.L, No. 1253, afd. K. W., waarbij worden toegezonden de stukken, bedoeld hij art. 5 der Hinderwet, betreffende de plaatsing en in werking-stelling van een stoomketel van 6 atmosferen en de verplaatsing van het bestaand stoomwerktuig in het Natuurkundig Laboratorium en Kabi- 'a e t der Rijks Universiteit te Leiden. Gelet op art. 6 der bovengenoemde Wet; Geven bij deze kennis aan het publiek dat de bedoelde stukken op de Secretarie aozer gemeente ter visie nedergelegd zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd: Leiden, 11. C. JUTA, Weth., lpco-Burg. 9 Juni 1902. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 9 Juni. Het steffelyk overschot van wfjlen den heer P. Zillesen zal morgen, Dinsdag, op do begraafplaats aan de Groonesteeg worden ter aarde besteld. De lykstaatsle zal daartoe om halftwaalf het sterfhuis, aan het Rapenburg, verlaten. In de jongst gehouden jaarvergadering der vereeniging „Schoolkindervoeding" to Leiden werden als bestuursleden herkozen de heeron H. de Kier, P. Lcm en D. C. Schuit, en werd gekozen de heer S. K s h Lojenga, die tevens met algemeonc stemmen tot voor zitter werd benoemd. In het op dezelfde vergadering uitgebracht verslag wordt allereerst warme hulde ge bracht aan den in het afgeloopen jaar over leden voorzitter dr. 1. G. Hagen. Toen hij jn de ledenvergadering van 1901 opnieuw als voorzitter werd gekozen cn tot vreugde van zijn medebc:'juursleden, on danks zijn hoogen leeftijd, ondanks de velo gewichtige functiën, die h~ aan tal van andere verecnigingen bonden, deze benoe ming weder aannam, wie had toen kunnen denken, dat wij hem zoo spoedig zouden moe ten missen? Hij naar lichaam en geest nog zoo frisch. n et rijke kennis en ervaring toe gerust, belangstellend in al v .L, leed en hulp noodig had, ieder onder dc bekoring bren gend van zijn opgewektcn geest. Zijn heen gaan is dan ook voor vel», a een groot ver lies, de arme schooljeugd mist in hem een trouwen beschermer, de vereeniging haar voortrcffclijken leider. Zijn naam blijve in dankbare herinnering a^n Schoolkindervoe ding verbonden. Een gebeurtenis van blijder aard vraagt de tweede plaats in het verslag. Voortaan zal de Vereeniging een deel van haar inkom sten putten uit de Gemeentekas. Mogo het gestelde maximum voor allen, die iets voelen voor Schoolkindervoeding,' een prikkel zijn om zooveel leden to werven, dat de 500 Gld. elk jaar in de kas vloeien. Een ieder doe dus zijn best en make dat den volgenden winter elk behoeftig schoolkind 3 dagen in dc weck een voedzaam maal ont vangt. De opwekking om nieuwe leden te werven was zeker niet misplaatst, daar toch in 3 jaar he* ledental met ruim 50 verminderd is. De vereeniging telt nu 299 leden on 53 jaarlijksche bijdragenden. Van 2 December tot 13 Maart heeft het be stuur weder aan een groot aantal kindoren in do spijskokcrij der Vinccntiusvereeniging 2 keer in de week een voedzaam maal kunnen geven. Het Bestuur dor spijskokerij is zoo vriendelijk geweest om verandering in het menu te brengen, hetgeen den kleintjes goed in den smaak is gevallen.. W s het vroeger den geheelen winter door erwtensoep, die opgeschopt werd, dezen keer bracht de rijrte- of vleeschsoep daarin een gewenschte afwis seling. Bij de soep werd steeds een snede voedzaam tarwebrood gegeven, wat nog al tijd zeer op prijs wordt gesteld. In het geheel werden dezen winter 13,680 porties soep cn 108S brooden verstrekt. Het aantal kinderen bedroeg in den aanvang 400door meerdere aanvragen van de hoofden *'-r armenscho len, die ook dit j. ar voortgingen hun ge waardeerde medewerking te verLenen, steeg dit tot 480. Evenredig aan dit buitengewoon groote aantal bedeelden waren natuurlijk de uitgaven. Deze bedroegen f 1260.20, terwijl daartegenover stond als ontvangsten de som van 1104.581/2. Gelukkig zeggen be st uurderen dat we nog een appeltje voor den dorst hadden, dat we nu van f 638.29 1/2 zagen slinken tot 482.68. De buitengewone inkomsten vloeiden dit jaar niet zoo ruim schoots toe als het vorige; geen enkele be langrijke gift valt te vermelden; bestuurdc- ren hopen van harte voor de vereeniging, dat dit slechts tijdelijk is. Achttim Leidsche vereenigingen, waaronder enkele voor het eerst, zonden een bijdrage, waar bestuurde- ren zeer orkentelijk voor zijn .Tot hun spijt misten ze eenige goede bekenden op do lijst, bet volgend jaar hopen ze dezen weder in de gelederen te zien. Hulde cn dank brengende aan allen, die het bestuur in dit afgeloopen voreenigings- jaar met hun steun verblijdden, in hot bij zonder aan de dames en heeron, die bij do maaltijden voor de bediening en het toezicht zorgden, eindigt het verslag met den besten wenseh voor de vereeniging Schoolkinder- vooding uit te spreken. Aan het jaarverslag over den toestand van het Leidsche gemeente-archief geduren de het jaar 1901 is nog het volgende ont leend: De toestand dor verzamelingen is over het algemeen zeer bevredigend, alleen is de on derste verdieping "niet geheel vrij van vocht, hetgeen de gemeente-archivaris grootendeels te wijten aoht aan het gebrek aan verwar ming gedurende do wintermaanden, 's Zo mers wordt zooveel mogelijk gespuid, doch 's winters is dit uitgesloten, daar hot vor- blijf in deze onverwarmde ruimte van steen en ijzer ook met gesloten vensters bij vorst reeds vrijwel onhoudbaar is. Het achterwege laten der centrale verwarming was een on vergeeflijke fout van den bouwmeester, die alleen te verklaren is uit diens vrees om hot budget te overschrijden. Voortdurend werd door den voorganger van den tegenwoordi- gen archivaris op dit gebrek gewezen en op het aanbrengen van centrale verwarming aangedrongen en in het belang der verzame lingen en in dat der beambten, voor wie do overgang tiisscbfin de goed verwarmde bu reau's cn dc ijskoude bergruimte slechte ten kaste van een reeks verkoudheden is te vor krijgen. Een ongunstige uitzondoring op den toe stand der verzamelingen wordt govormd door de collectie teckeningen en prenten, af komstig van het Stedelijk Museum. Deze collectie heeft veel door vocht geleden en is voor een groot deel slecht opgezet, waardoor velo prenten zijn beschadigd. Ook eenige portefeuilles zullon moeten vernieuwd wor den en andere bijgemaakt, daar de porte feuilles over het algemeen te vol zijn, het geen nadcelig werkt1 voor de daarin gebor gen prenten cn teckeningen. Do op het archief aanwezige collectie om vatte nog slechte dc topographie, terwijl do afdeeling historieprenten en portretten nog "op hot Stedelijk Museum Berust Op voor stel van don' archivaris word besloten om ook deze afdeel in gen naar het archief over te brengen en met do daar reeds aanwezige ver zameling te vereenigen. Deze nieuwe aan winst maakte eenige verandering in de op berging der bescheiden noodzakelijk, daar een plaats moest worden ingeruimd voor de prentenkast. Enkele verbeteringen werden aangebracht met het oog op^de onvoldoende middelen tot beteugeling van brand on tegen hot gevaar van overstrooming der binnen het dak aan gebrachte goten. Voor hot werken in de bergruimte werden vier eenvoudige, samenklapbare tafels ver vaardigd en door hot geheele gebouw werd een elcctrischc sohelgeleiding aangebracht. Om het naslaan der portefeuilles te ver gemakkelijken werd op de Ambachtsschool een portefeuillcstandaard vervaardigd on voor de binderij werden eenige benoodigdho- don, waaronder een bordsnijmachine, aange kocht. De nummering der oharterlaatjes werd dit jaar ten einde gebracht. Voor het bureau werd een groote verbete ring aangebracht door het naar buiten bron gen dor jaloezieën. Te voren waren die bin nen do ramen opgohangen, waardoor gedu rende do zomermaanden op het bureau van den archivaris een tropische hitte heerschte, dio het werken er vrij wel onmogelijk maak te. Ook aan do reeds sinds jaren ondervon den bezwaren van onaangename vorwarming 's winters door gaskachels, word althans ge deeltelijk te gomoet gekomen door hot ver vangen van do gaskachel door een nieuwer on beter model. Toch blijft, als is or werke lijk veel verbeterd, ook hier vervanging door centrale verwarming aan te bevelen. Een reeds sinds jaren erkende noodzake lijke verbetering werd door de oommissio voor het Oud-Archief voorgesteld, doch we gens don bekenden toestand der stadsfinan ciën voor dit jaar weder van do begrooting afgevoerd; met namo hot aanbrengen van een gaanderij langs de boekenkasten op dc ka mer van den archivaris. De zeer onpractischo inrichting van dozo ongeveer 5 1/2 M. hoogo kasten maakt hot voortdurend heen en weder sjouwen noodza kelijk met do zwaro hoogo ladder. Niet slechts wordt hierdoor onnoodig veel tijd verknoeid bij het opzoeken en opborgen der boeken, doch tevens is het gevaar groot voor bosohadiging, daar degene, die do boe ken wegbergt voor dc hoogste rijen hierbij niet de vrijo beschikking heeft over beido handen, waardoor het laten vallen van boe ken niet steeds is te voorkomen. Hot is daar om ten zeerste gewenscht, dat deze niet kost bare verbetering spoedig worde aangebracht, te meer, daar gebrek aan bergruimto hot aanbrengen van nieuwo kasten binnen kor ten tijd dringend noodzakelijk maakt. Door beido werkzaamheden gelijktijdig te doen ge schieden, is eenige besparing in de kosten te verwachten. Hierna volgt een opgaaf van het gebruik, dat van hot archief werd gemaakt, alsmedo van dc aanwinsten voor de a rzamelingen hetzij door schenkingen, hetzij door aan koop Onder de belangrijke aanwinsten is in de eereto plaats to noemen het legaat van mr. Oil. M. Dozy, bestaande uit een groot aantal teckeningen en een verzameling oantee- keningen, door hem bijeengebracht voor een voorgenomen beschrijving van Lei den. Deze reeds zeer Wblangrijko ver zameling aanteekeningen doet het dub bel betreuren, dat hot den ijvorigen onderzoeker niet gegeven was deze tot een geheel to bearbeiden. Onder de prenten cn teokeningen vallen te vermelden: een teeke- ning in zwart krijt, buste, door Lucas van Leyden. Deze teckening is later overgebracht naar het Stedelijk Museum cn thans aldaar geëdposcerd. Het Rijks-Ethnographisch Museum al- hior heeft van den heer kapitein A. Schück, to Hamburg, ten geschenke ontvangen een exemplaar van diens werk: „Die Stabkarten dor Marshall-Insulaner", Hamburg 1902. In dit work wordt voor het eerst een be schrijving gegeven van allo exemplaren van .de merkwaardigo, van rietstaven vorvaar-? digdo zoogenaamde zoilkaarten van do' Marshall-eilanders, die in Europcescko cn, andere Musea zich bevinden; alsmede con overzicht van al hetgeen over deze hulpmid delen voor het vinden van den weg op zeo» bekend is geworden. Aan den schenker is de dank der Rcgco* ring betuigd. Van 16—19 Juni a. s. zal by do firms* Burgeredyk on Niermans, alhier, oen boek- verkooping plaats kobbou, waarvan de cata- logus reeds verschenen ia. Beschreven zijn daarin ruim 2000 werken over allo weten schappen, vormende de bibliotheek van wyien mr. A. F. Lr Gregory, advocaat-generaal by den Hoogen Raad te 's-Gravenhage, de uit gebreide boekerij van ssn Noderlandsoh-Indisch arts, de vorzameling van dr. G. F. Steen- hulsen, arts te Overschie, en andoron. De voillng bestaat uit oen verzameling van 457 werken on tydschriften op hot goblodi dor genees- en hoelkundo, worken over pharmacie en scheikunde, wis- en natuurkunde, oen fraaie collectie van degeiyko uitgavon der Qrieksche on Romelnsche klossiokon en werken ovor oudhoidkunde, verder werkon en tijdschriften over wijsbegeerte en godge leerdheid, Een bijzonder belangryko afdeeling is dio dor staats- on rechtswetenschappen,^ waarin de moest bokondo tydschriften en handboeken, vooral betreffende Nederland en zyn Kolonlön, voorkomen. Een kleine, maar uitgezochte yerzamoling van workou ovor geschiedenis en aardrUkskundo, taal- en lettor- kunde, benovens schoone kunsten, komt. aan hot slot; ook bookenkaston on chemische' balansen komen ton verkoop. Al!oa is dezo woek Vrijdag en Zatordag to zien. De Koningin heeft bekrachtigd de be- nooming van do professoren d'Aulnls do' Bourouill, to Utrecht, Conrat J. V. do Groot en Woltjor, to Amsterdam, J. J. Hartman^ J. Oppenheira on dr. D. C. Htssellng, to Leiden, tot gewone leden dor Letterkundige Afdeeling, van prof. Vf. Einthoven, teLoidon, tot gewoon lid, en van de lieeren dr. A. W. Nieuwenhuis, tydoiyk in Nedorland, en dr.' W. van Bsmmelen, te Batavia, tot corres-' pondenlen der natuurkundige afdeeling van de Koninklijke Academio van Wetenschappen.. In hot bslang hunner geoefendheid zullen1 de vrywilligere van het Reservokador bU do' infanterie en de vosting-artillerio, die in 1900 voor de laatste maal onder de wapenen zyn geweoet on toen roods 8 maanden onder de wapenen hadden doorgebracht, ln 1902 voor' vier weken ln werkoiykon dienst mooton komen, indion door hen nlot reeds is, of vóór I Juli a. b. wordt aangevraagd om in dit jaar vrywilltg ondor de wepenon to komen, oq Indien hun dienstverbintenis niot eindigt vóór' of op 80 Juni a. s. of hun niet is vergund,', zich op te houden buiten Europa. De data van opkomst zullon door de korpscomman- daiïten worden bepaald. Beroopen is by do Goref. Gemeente Watergraafsmeer ds. J. L. Schouten, te Ha- zerewoude, Door het Ccntr..al-Conrité der lichtin gen 1895, '96 cn '97 werd gisteren to Utrecht onder voorzitt rschap van den heer Moin- liardt uit Amsterdam, ccn congres gehouden. Na hot uitbrengen van het verslag van den ccntraal-secrctaris, kwam in behande ling een voorstel van do afdeeling Amster dam luidende: ,,Na dc koninklijke bckrach- De PBeegzuster. 6) Hy las het schryven van Frits Karl. „Waarde en geachte NeefI Met een onwillekeurigen uitroep van vreugde begroette ik de tyding, dat u door 's Hemels zegen het leven en de gezondheid terugge schonken werden. Iets heoft, naar ik hoop, ook de goede verpleging door myn verloofde daartoe bygebraclït, en dat is my een zeer aangename gedachte. Ik bied u dus in de eerste plaats mijn oprechten gelukwensch aan en wil u niet verder met een lange inleiding kwellen, eer ik tot de tweede aanleiding van myn 8chryven kom; want ik ken uw grootmoedigheid uit de brieven van myn meisje, welke steeds geestdriftige schilderingen van uw persoon bevatten, die my byna jaloersclr zouden maken, zoo de aanleiding ~tot haar komst op Saloschln Diet zoo diep treurig was goweest. Om kort te gaan, waarde Neef, ik ben in een vroesclijke financieel© ongelegenheid en heb niemand op de vrercld, tot wien ik mij zou kunnen venden om de betrekkelijk hooge som van een m onverantwoordelijke licht zinnigheid aangegane wisselschuld".,. Al- brecht Wahlbeck fronste het voorhoofd bij het lezen van die ,,in onverantwoordelijke lichtzinnigheid" aanvaarde schuld. Toen kwam echter een weemoedig lachje om zijn lippen en ?ht sprak hij Onverantwoordelijke lichtzinnigheid" is wat sterkDe arme jongen heeft den wissel getrokken op«mijn dood, met het gegronde vooruitzicht, dien over een jaar ongeveer te kunnen los--n. Onverantwoordelijke licht zinnigheid zou ook wat te erg zijn voor Ma rie Louise's loekomstigen echtgenoot, voegde hij er bij, met een onrustigen blik op het laatste zijd je van den brief. ,,U zult natuurlijk schrikken, als u de som hoort; üs verzoek u echter vriendelijk, mij toch te helpen het is 15,000 mark, en als ik niet binnen veertien dagen betalen kan, ben ik gedwongen, de uniform uit te trekken en den dienst tc verlaten, wat een naamloos ongeluk voor mij zou zijn, daar ook mijn innig geliefde Marie Louise er door wordt getroffen. Wij moeten immers op mijn bevordering wachten om to kun nen trouwen. U ziet, dat ik openhartig tegenover U ben, in het vaste vertrouwen, dat Ge mij niet in den steek zult laten. U verzoekende mijn verloofde do hartelijke groeten van mij en mama over te brengen, noem ik mij Uw zeer toegenegen neef Frits Karl Wahlbeck." Albrecht deed den brief in een portefeuille, nam papier en schreef aan zijn bankier, da delijk 15,000 mark tc zenden aan den eersten luitenant Frits Karl baron von Wahlbeck, Schadowstrasso 12, Berlijn. Daarna verviel hij in ernstige overpein zing. „Ja, ja," dacht hij; „dat jongmensch heeft een wissel getrokken op mijn dood, die hem geluk moest aanbrengen. Daarop heeft hij zich ook verloofd.^Hij heeft zich haastig van dat schoone hart verzekerd... Dat was ver standig van hem! Ware het niet zoo, ik zou met hem om dat bezit gekampt hebben, en wie weet, of ik geen overwinnaar zou geble ven zijn, of ik niet beter er in geslaagd zou zijn, haar gelukkig tc maken. Nu moet het op een andere manier gebeuren. Op zijn pro motic willen ze nu wachten, wijl ik geen plaats maak, hier. Dat duurt in het gun stigste geval eenige jaren. Een kwelling voor beiden, ook voor haar. Ik moet raad schaf fen; dat ben ik hun schuldig." Dan dacht hij echter aan den morgen, toen zo gezegd had: „Ik sta alleen op de wereld 1" Hij had aan haar geheele manier van doen gemerkt, dat do man, met wien zij verloof-! was, niet de sleutel tot haar geest -m hart bezat. Daarom wildo hij ook, in geval enkel armoede haar tot een huwelijk dwong, een aanzienlijk inkomen als erfenis aan haar vermaken. Ook dacht hij aan do laatste ontmoeting met zijn neef, toon dezo zich, onder den in vloed van den wijn, in zijn ware gedaante had getoond. Was dat de man, aan wien hij die lieve, goede vrouw mocht toevertrou wen?... Neen, dat kon niet, dat mocht niet gebeuren Smartelijk verborg hij het gtlaat in de handen en lang zat hij zoo, in bitteren twee strijd. Wat moest hij doen voor die twee menschen, die hun geluk hadden wiHen grondvesten op zijn dood? Zou hij haar ronduit, eerlijk vragen: „Heb je dien man lief boven alles? Hoop je met hem waarlijk gelukkig te worden?... Neen, neen Hij dat vragen aan h d a r 1 Ondenk baar Hij zou de kracht niet hebben, oog en stem voldoende in bedwang te houden, kalm, als een vader of broeder te spreken, terwijl zij haar wonderbare oogen tot hem opsloeg. Ja, wat zeiden toch die oogen?... Neen, dat kon hij niet; dat mocht hij niet; want ze was toch eens anders verloofde. Scliryven?. Hot. zou hetzèlfde geweest zyn l Plotseling kreeg hij eon gedachte. Een vrouw, een verstandige, fijn-voelende vrouw, met den noodigen tact, zou de diepte van dat vrouwenhart kunnen peilen, ten vollo ver trouwen kunnen winnen. Mevrouw Sonnya, die met haar zachte, moederlijke manieren het jonge meisje voor zich had ingenomen, zou dat wol het beste kunnen. Misschien wist zij al, wat hij zoo gaarne vernomen wilde. Maar... zou zij, die zoo slim en scherpzin nig was, niet dadelijk zijn eigen hart door gronden, don vurigen, misdadigen wensoh raden, die het bezit van zijn neef dat meisje gold? En Sonnya zelve had hom liefgehad, had hem misschion nog lief I Ofschoon ze er sedert dien avond niets meer van had laten merken... in ©lk goval bleef zulk een verzoek aan die vrouw een lastig ding. Hij overwoog het vóór en tegen cn kwam tot de conclusie, dat zij bij al haar harts tochtelijkheid die hem in een vrouw van haar leeftijd verrast had toch nooit een laag, bekrompen karakter had getoond; zij had moedig haaf eigen hart in bedwang ge houden en Mario Louise bereidwillig dc eer ste plaats naast hem gegund, gevoelig voor do voortreffelijke eigenschappen van het bekoorlijke meisje. Ja, hij zou met Sonnya spreken, open cn eerlijk, heden niet meer, daar hij reeds op winding genoeg had, maarzorgen. Hij wil de klaarheid, en toen hij dat besluit eenmaal gonomen had, voolde hij zich verlicht en ver blijd. Hoop vervulde hem; hij had bijna do zekerheid, dat Mario's hart niet aan dien ander-geboeid was; dat zij sinds lang die banden had losgemaakt, zonder dat hij zelf daartoe het geringste had gedaan. Dat Marie zich thans meer op een afstand hield, ernstiger en koeler, niets meer uitte, van die weekheid, welke zij had geopen baard, toen zo hem een stervende v/aande, dat sprak voor hem niet tegen zijn hoopvolle opvatting. Het hinderde hem niet; want het viel hem niet in, dat zij reeds nu aan hem* had gedacht als aan een man, dien men kon' liefhebben op die eenige wijze, welke hij van, haar begeerdehij was een ongeiukkigo, ter flood veroordeelde man voor haar geweest, die haar heilig medelijden opwekte. Dio liefde, welke zich vol zaligheid toever trouwt aan des geliefden arm cn beschcr-' ming, had tot dusver in haar hart niet kun nen groeien; doch de kiem kon er in verbor gen zijn; uit die kiem zou misschien ccn wondere bloem kunnen bloeien. Doch alleen, ol8 zij vrijwillig den anderen band brak, zonder drang, zonder eon wenk zelfs van hem, slechts dkn kon hij naar haar liefde dingen. Eén ding verontrustte hora: nu zijn krachten toenamen on daarmee het vermogen, zichzelvcn bozig te houden, kon. mogelijk Bpoedig het oogenblik komen, dat zc sprak: „Nu voel ik mij hier overbodig; ik kan anderen nuttiger zijn. Heden of mor gen keer ik terug naar hot sanatorium in de nabijheid van mijn verloofde." „Lieve mevrouw," sprak Albrecht tofc Sonnya, die hij had verzocht, bij hem in ds bibliotheek te komen, ,,ik moet u een dienst' vragen, die verstand cn fijngevoeligheid eisoht." Ernstig zag ze hem aan cn ze antwoordde zacht ,,'t Is veel eer, dat u iets van rnij vraagt,' wat twee eigenschappen cischt, die ik eigen-4 lijk geen van beide heb getoond." (Wordt vervolgd.')

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1