ff* 12970 LEIDSCH ZATERDAG 7 JUNI. VIERDE BLAD. Anno 1902. FEUILLETON. Bij Corty-Althoffc Er is al heel wat water door den Rijn ge gaan en een ontzaglijk aantal treinen heb ben de weide naast „Zomerzorg" doen dreunen sedert onze gemeente voor de laat ste maal de eer genoot een grooten circus binnen haar grenzen opgericht te zien. In ïlo laatste jaren der vorige eeuw is dat hier ^ict aanschouwd. Thans echter heeft de directie van een met roem bekenden, grooten circus ons de ter en het genoegen aangedaan de stad on zer inwoning weer een bezoek met haar cir- e'us waardig te keuren. Zij heeft haar reuzen- zeil doen spannen en haar stallen en wagens doen plaatsen op het uitgestrekte terrein tusschen „Zomerzorg" en de baan der Hol- laadsche IJzcren-Spoorweg-Maatschappij. De circus beslaat een aanzienlijke opper vlakte gronds, biedt da nook tal van zit- en staanplaatsen aan, waarbij zeer geriefelijke plaatsen, en laat in 't midden ruimte voor een vrij grooto manége. Dc toegang tot den circus was gisteren daaraan kan de direc tie weinig doen; het was de schuld van Jiet weder voor zoover er geen planken la gen, zeer onzindelijk. Men zakte hier cn daar een aardig eindje in de modder maar, echten Leidcnaars overkomt dat wel meer, als ze, feestvierend, zich bevinden op een feestterrein, en dus: daarom niet ge treurd, daarover niet gezeurd; men is 'tal- weer vergeten als men ternauwernood in de lu- ruimte is, gescheiden van het uitspansel en van de omgeving door het hoog opgetrokken zeil, dat geen droppel regen doorlaat; in dc ruimte, goed electrisch verlicht en waarin do mu ziek van een flink orkest u vroolijk tegen- klink en den ganschen avond schalt. 'tWas gisteren, in aanmerking genomen, dat toen de eerste voorstelling gegeven werd en dus de bezoek-aantrckkelijkheid en de reclame nog niet veel hadden kunnen uit werken, in don circus zeer goed bezet. Voor al veel militairen waren ter gala-openings voorstelling opgekomen. Reeds dadelijk trof het, dat de manége omzet was met een ijzeren staketsel. Kennis cemendo van het uitvoerige programma, kwam men al spoedig tot de verklaring van dit verschijnsel: in 'teerste nommer trad op een dierentemmer met roofdieren, 15 ijsberen, die zoo wit zijn als sneeuw, welko al cenige dagen de wolken verlaten en op een straat met niet al te veel passage gele gen heeft, een kraagbeor, 2 eskimo-honden, 2 Russische windhonden en een Shetland- pony. Al die dieren doen inderdaad bewon derenswaardige dingen en na dit nummer zal elkeen het er wel over eens zijn, dat de vele medailles op 's temmers jacquet niet misplaatst zijn. En sterk, dat de man is! Hij draagt zoo maar een beer van 330 pond op een schouder uit de manége. Dan is het. gevaar gewekenHet staketsel verdwijnt stuksgewijze! Men. heeft een vrij uitzicht op de manége. Geen'scheiding meer tusschen menschcn cn dieren En wat ziet men dan of wat hebt .ge daar na nog gezien? zoo liooren wc vragen. Ja, hoort eens, bewoners van Leiden en omstreken, alios kunnen we u niet nauw keurig vertellen en dat heeft dc directie ook niet graag. Ze is met ons eens geestes wat d i t betreft: Wio er zooveel belang in stelt, hij of zij komo en vcrgczelle of zende het kroost.1 Want ook voor dit laatste is er veel aantrekkelijks. In hoofdzaak dus: We zagen er een groot riddersteekspel, twaalf dames en twaalf hoe ren, beschenen door electrisch licht grap pige musici, die uit en met alle ledematen muziek uit de 'vreemdste voorwerpen voort brengen een voortreffclijken pivouetterij- dcr; een prachtige bruin, gedresseerd door mevrouw de directrice Althoff; clowns, waarbij een dommen August, die pogm het publick zooveel mogelijk te doen lachen; een prachtpaard, dat mooie toeren uitvoert op den smallcn rand der manége; een kunst- rijderes, die, evenals een kunstrijder? spron gen uitvoert op het galoppeerendc paard, door hoepels en over linten springt balspc- lende paarden; een acrobatenpaavd. gedres seerd door den directeur, en een kracht- turnster, zonder paard of eenig ander dier.. Voorts deden achtereenvolgens hun intre- de in de manége 6 dames en 6 hoeren, in de uniformen der cavalerie van Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Italië, Duitschland en Nederland; zagen wij een hond met twee clowns alleraardigste toeren verrichten en kon men bewonderen de inderdaad meester lijke dressuur van acht paarden door den directeur Pierre Althoff. Dit nummer bezat een groote aantrekkelijkheid. Daarna ver richtte nog een jongleur te paard eenige meerendeels welgeslaagde toeren en ten slot te werden aan ons oog vertoond acht taferee- lcn uit den oorlog in Transvaal. Deze geven veel interessants te aanschouwen eft het doet blijkbaar allen goed, al is dc vredo nu dan ook geteekend, te zien hoe de Engelschen van de Boeren op hun lichaam hebben ge had en hoe de Boer zelfs zijn loven liet voor zijn land. S r v' *y Menigmaal, dit zij aan deze eenvoudige opsomming nog toegevoegd, geraakte het publiek in verrukking, zoo bijv. toen eenige ijsberen plaats namen op een stoomer, toen een geblindeerde trein binnenliep en door de stoere Transvalere vcrmccsterd werd, toen het hoofd eens clowns in zijn cdeles dik lichaam verdween, cn toen president Kru- gers beeltenis verrees. Aan bijvalsbetuigin gen ontbrak het dan ook geenszins. Ze gol den zoowel de optredende dames cn hecren als dc knappe groote en kleine beesten, on der welke laatsten aardige paardjes cn geleerde honden, Wij meenen te mogen besluiten met als ons oordeel uit tc spreken, dat allen voldaan den circus verlieten. Leaden, 7 Juni. Wy ontvingen het Jaarverslag over den toestand van het -gemeente-archief te Leiden gedurende het jaar 1901. De tegenwoordige archivaris mr. J. O. Overvoorde deelt daarin o. a. medo: Nog slechts weinige dagen telde het afge- loopen jaar, toen mijn geachte voorganger na een slepende ziekte uit den hem zoo ge liefden werkkring werd gerukt, dien hij ge durende veertien jaren met alle toewijding had vervuld. 1) Reeds .werd op andere plaat sen van verschillende zijden hem' een levens schets gewijd en het standpunt besproken door hem in de archiefwereld bekleed; ik behoef daarom hier thans niet nader in te gaan op het verschil in methode, dooh wel acht ik mij verplicht met een kort woord zijne verdiensten te herdenken, tegenover de inrichting tot wier beheer ik thans geroepen ben. Voor een tiental jaren, tocri ik nog slechts enkele maanden praclisch op archicfgebicd werkzaam was, voerde een historisch onder zoek mij ook naar het archief der Sleutel stad, waar ik^door Mr. Dozy op dc hem steeds eigen vriéndelijke wijze werd ontvan gen in het statig vertrek der weeskamer op het stadhuis. Na afloop van mijn onderzoek gunde hij mij "een blik in de bewaarplaatsen op de zolders, waar bergen van bescheiden ia poëtisch, doch voor den dienst zeer on- practisch half duister wegschuilden. Groote kasten met veel donkere hoeken, een massa hout, groot brandgevaar cn een dak met verscholen luchtopeningcn, die wind, regen en sneeuw onvoldoende buiten sloten. Een armzalige woning voor de be langrijke verzameling gedenkstukkon uit Leiden's roemrijk verleden en de rechtstitels van deze gemeente. 1) Overleden den 12 Januari 1901. Welk een verschil met thans, nu een spe ciaal gebouw geheel naar de eischen der practijk voor den dienst is ingericht, en rui me, luchtige bergruimten, voldoende ver licht on vrijwel brandvrij, do verzamelingen voor het onderzoek toegankelijk maken en hieraan een goede verzorging verzekeren. Deze verbetering werd mogelijk gemaakt, door het ruim legaat van een verdienstelijk stadgenoot, doch dat dit legaat op deze wijze een nuttige aanwending vond, is naast Mr. Was, ongetwijfeld voor een groot deel te danken aan mijn voorganger Mr. Dozy. Met alle hem eigen toewijding heeft hij medcr gewerkt aan de verwezenlijking van zijn ide aal: een waardige en veilige plaats voor-het belangrijke archief,' en toen eenmaal het g«-- bouw kon betrokken "worden, heeft hij de rangschikking en voorloop ige indeeling der uitgebreide verzamelingen tot stond gebracht en met liefde er naar gestreefd de verzame lingen uit te breiden en vollediger te makon. Menig boek in de bibliotheek word door hem uit eigen verzameling aan het archief ge schonken, zondor dab zelfs heb jaarverslag hiervan melding maakte, en bij zijn dood vermaakte hij aan de stad een uitgobreide en zeer belangrijke portefeuille met tcekeningen, die een zeer welkome aanvulling vormt voor de reeds aanwezige collectie. De bibliotheek over Leiden is nagenoeg ge heel door Mr. Dozy, saamgcbracht uit de op do zolders verspreide stukken, uit aankoop eu uit geschenken, die voor een niet gering deel te danken waren aan de persoonlijke be moeiingen van den archivaris. Aan hem komt dan ook de eer toe een groot aandeel ge had te hebben in dc goede berging en afron ding der verzamelingen. Ook hot uiterlijk aanzien der stukken werd door hem steeds goed verzorgd, zoodat d? collectie in het al gemeen in zeer bevredigenden staat verkeert. Het valt te verklaren, dat waar het roods bovengenoemde veel tijd vorderde en ook het stedelijk museum een deel van zijn tijd ver- oischtc, do beschrijving der verzamelingen slechts weinig is gevorderd. Van dc uitge breide bibliotheek was geen bocK beschreven en van de prentverzameling alleen het ge deelte, dat van het museum waa overgeno men. Met de beschrijving van het archief was gleohts een begin gemaakt door die van de papieren van liet- Anna-Hofje, een 14-1-tal van de stads charters ên hot grootste gedeel te, ruim 2000 nummers van do boedels der weeskamer. Van de overige gedeelten is slechts een sommier overzicht saamgestold, dat afgedrukt is achter het jaarverslag van 1897. Aan de baud van dit overzicht werd door mij do archief verzameling nagegaan, waar bij verschillende afwijkingen werden aange troffen Het is echter niet.uitgesloten, dat een deel dezer afwijkingen later terecht komt, daar de vaagheid der besohrijving het soms moeilijk maakt om na te gaan welke stukken hieronder zijn te verstaan. Met 1 Mei 1901 werd door dén heer Over voorde zijn nieuwe betrekking aanvaard .Na zich voorloopig eénigszins vertrouwd ge maakt tc hebben met dc verzamelingen acht te hij hot gewenscht om in cle eerste plaats tc beginnen mot de beschrijving der biblio theek, daar zonder deze dei verzameling vrij wel onbruikbaar is, tenzij men, gelijk de voorganger van den heer Overvoorde, deze grootendcels zelf heeft bijeengebracht, en zioh daardoor met den inhoud geheel heeft ver trouwd gemaakt. Een gedeelte werd door don heer O beschreven, waarna de verdere beschrijvingen weren overgelaten aan den ambtenaar on den concierge, die zich hiermede een groot deel van het jaar onledig hielden, voor zooverre hun me dewerking niet voor. andere werkzaamheden moest worden ingeroepen. Dc beschrijvingen worden daarna door mij met de boeken ver geleken cn in afdeclingon ingedeeld. Op de- zo wijze werd de 'geheeld bibliotheek over Leiden, ruim_7000 stuks, beschreven, waar onder eenc groote verzameling kleincro ge drukte stukken over allerlei onderwerpen, wier regeling vrij veel tijd veroiscktc. Thans moeten hier nog bijgevoegd worden de talrij ke nog in het archief verspreide keuren, waarna de beschrijvingsbrief jee definitief te ordenen zijn en de collectie volgons de nieu we volgorde valt te. plaatsen en te numme ren. Mr. Overvoorde hoopt, dat dit werk in 1802 gereed zal komen cn dat eind 1902 of begin 1903 met het drukken van den catalo gus dor bibliotheek over Leiden kan begon nen worden. Met de beschrijving der tweede afdeeling. die der algemeen e werken cn hulp bronnen werd een begin gemaakt. Deze kwam reeds voor het verschijnen van dit verslag gereed.' De beschrijving der boedel papieren werd voortgezet. 342 boedels werden beschreven waarna het werk gestaakt werd, daar de in het archief aanwezige voorraad beschreven was. Het op liet stadhuis nog aanwezige res tant werd hierna naar het archief overge bracht en wordt thans gereed gemaakt voor de beschrijving. Er resten nog eenige hon derden boedels, waarvan het ineerendeel van zeer grooten omvang, daar bij de besohrij ving te voren steeds de kleinste boedels zyn uitgezocht. Door den oonciorgo word een aantal porte feuilles voor de wecsbocdols vorvaardigd eu worden met de hulp van twee bedienden van den. heer Boekwoit de twee bovenste verdie pingen van hot archief grondig schoonge maakt. Alle deelon en bundels werden hierbij van het overtollige stof bevrijd. De schoon maak van do twee onderste "verdiepingen zal in don volgenden zomer tor Jiand genomen worden. Do heeron P. J. Groen en A. M. E. des Tombe bleven dit jaar als volontairs aan liet archief verbonden. Do heer Groen ver vaardigde op fiches afschriften van de at- tostafcieboeken overjie jaren 17141S11 en de lieer Dos Tombe van hot doopboek der Hoog- landscho kerk over de jaren 163S1643. Bei de heeron vervolgden de werkzaamheden, hun door doiTVoorgaoiger van den heer Overvoor de opgedragen. Dit jaar werd plaatsing als volontair aan gevraagd door dc heeron P. K. van Dussel- dorp en W. J. J. C. Bijloveld. Beiden traden in September in functie, dooh gezondheids redenen noopten den heer P. K. van Dus- sgldorp reeds spoedig om zich terug te trek ken. Ik betreur dit, zegt de archivaris zoowel om do reden, die hora daartoo drong, als om do goede verwachtingen, die ik van hem koesterde en die mij deden hopen later in hem een krach tigen steun te vindon bij do vele werkzaamheden, die op het archief nog te wachten zijn. De heer Bijloveld maakte zich eerst vortrouwd met het oude schrift en de inrichting van het archief en was mij be hulpzaam bij de beschrijving van de biblio theek en bij onkelo kleinere onderzoekingen. Door hem werd begonnen met de beschrij ving der klooster-charters. Een niet onbelangrijk gedeelte van den tijd van den gemeente-archivaris werd ver- eischt voor hulp aan het groot aantal be zoekers en tor beantwoording van de vragen om inlichtingen. Doze tijd en die voor het nagaan van het door de beambten verrichte wordt ontnomen aan dien voor het weten schappelijk boschrijvingswerk, hetgeen to moer valt te betreuren bij de groote hoeveel heid werk, die hier nog valt te verrichten. Het waro daarom dan ook wenschelijk een wetensohappclijk adjunct-archivaris aan dit archief te verbinden, aan wien een gedeelte van het loopende werk kon worden overge dragen, waardoor voor den archivaris meer tijd voor dc beschrijving beschikbaar zou blijven. Aan de stads archieven van gelijken omvang in Nederland zijn overal een of meer wetenschappelijke beambten voi-bonden. Wordt vervolgd.) Gemeenteraad van Haarlemmermeer. Voorzitter do Burgemeester. Tegenwoor dig 15 loden. Afwezig de heeren Biesheuvel pn Timmermans. De notulen der vorige ver gadering worden goedgekeurd. Nadat do heer Bultman wijziging der agenda had gevraagd, waaraan de verga dering hare gyedkeuring hechtte, wordt aan de orde gesteld: lo. Verzoek van H. C'. van Evordingen om ontslag als onderwijzer aan de school No. 1. Dit ontslag wordt eervol verleend cn ge rekend te.zijn ingegaan dcu laten Juni 1902. 2o. Omtrent den bouw van lokalen bij dc scholen Nos. 1 en 10, wordt door den voor zitter medegedeeld, dat zooveel mogelijk aan de deswege door den distriets-schoolopziener gemaakte bedenkingen is te gom o et gekomen, doch dat B. en Ws. het oordeel van den Raad wenschcn te vernemen omtrent aan lo bren gen afscheidingen van steen in de te bouwen lokalen Enkele, leden wonschen houten af scheidingen, andere leden sluiten zich aan bij het gevoelen vand en school opziener om steenon afscheidingen te doen maken. De voorzitter brengt in stem ming het voorstel van den schoolopziener, hetwelk wordt aangenomen. 3o. Dc heer Evelein maakt dc vergade ring indachtig, dat in dc vorige Raadszit ting, de benoeming van een onderwijzeres aan de school No. 10 is geschiedt op verkeer de inlichtingen omtrent het aantal dienst jaren cn verlangt voortaan inzage en voor- lezing der omtrent do sollicitanten in gewon non berichten. 4o. Aan do vergadering wordt medege deeld: a. Wef Qed. Staten, dd. 23 April 3P02, ten geleido van een goedgekeurd be sluit tot het doen van af- on overschrijving, dienst 1901; b. brief van alsvoron, dd. 23 April 1902, waarbij voor don tijd van 3 jaren vrijstelling wordt verleend van de verplich ting tot het geven van onderwijs iuvak j; c. proces-verbaal van gedane opneming der boeken en kas van don gemeente-ontvanger. Een en onder wordt voor kennisgeving aan genomen. 5o. Wort aangeboden hot verslag omtrent den toes! and der gemeente ovor 1901. 6o. Een verzoek van hot bestuur dor Huis houd- en Industrieschool te Haarlem om een subsidie, znl op voorstel van do hoeren 't Hooft en Evelein in handen van B. en Ws. worden gesteld om advies. 7o. Op daartoo gedaan verzoek wordt aan ïucj. A. Timmer eervol ontslag verleend !s onderwijzeres aan dc school No. 11 mot in gang van 1 Juli a. s. 8o. Tot leden dor commissie voor do schutterij worden benoemd de heoren Bies heuvel en Timmermans. 9o. Tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim wordt benoemd dc heer t'. J. Verbeek. lOo. Wordt goedgekeurd een ontwerp-bo- sluit tot het doen vau af- cu overschrijvin gen in dc begrooting, dienst 1901. llo. Wordt goedgekeurd eon ontwerp-be- sluit tot het doen van betaling uit dc on voorziene uilgaven, dienst 1902. 12o. Worden goedgekeurd staten van res tanten en oninbare posten wegens hoofdclij- ken omslag on hondenbelasting. Dc heer Faas stolde nog dc vraag of do vervolgings- koston niet zouden kunnen vervallen, waar op do voorzitter ontkennend antwoordde. 13o. De heer Bos vraagt of de bestekke» voor den bijbouw aan de scholen 1 en 10 reeds zijn vastgesteld en of daarin bepalingen zijn opgenomen omtrent verplichte verzekering tegen ongelukken. De voorzitter antwoordt, dat bcdoeldo bepalingen, zoo noodig, nog zullen worden opgenomen. 14o. Dc heer Van Zij ver don vraagt of hot contract omtrent het schoolgaan van kinde ren te Lei muidon is opgezegd. Do voorzitter antwoordt neen, maar dat voor enkele kinde ren de verleende vergunningen zijn inge trokken, omdat die wonen binnen den be paalden afstand van 4500 M. an oen o. 1. school. Dc heer Vorkuyl licht dc zaak nader toe en zegt dat de Gcd. Staten als hun gevoe len hebben te kennen gegeven, dat het ge meentebestuur mot betrekking t-ot deze /.aak correct heeft gehandeld. 15o. Op voorstel van den heer Lammerts, wordt besloten aan H. M. de Koningin een telegram to zondon, daarbij den gelukwonsch van don Raad aanbiedende met Hnror Ma jesteit* horstel. 16o. Do heer Van Zijvorden dool nog do vraag of men al iot» naders weet van spoor wegplannen. De voorzitter antwoordt ont kennend. De vergadering wordt hierna gesloten Alkemudo. Aan hot hier to Oud-Ado ge houden „vogelseb'eten" namen 20 schuttere deol, o. a. 9 leden van de voor oenigo maanden to Sandpoort opgerichte schtetclub „Ons Ver maak", mot den volgenden uitslag: lste vogel: J. Dillewfin, vlag on romp; H. do Vries, lsto vlougel; H. Snijders, 2de vleugel, staart en kop. 2do vogel: P. Rletmoyer, vlag; H. Snijdors, romp on staart; H. do Vries, lsto vleugel; J. Dodeinont, kop; 0. Slobbo, 2do vlougel. 8de vogelJ. Dlllowyn, roiupP. Rletcoyer, staart; J. Bakker, 2do vleugol; P. v.... dor Voort, lsto vlougel; H. Casseo, kop en vlag; 4de vogol: J. Dillewijn, lsto vlougel; H. IddiDg, romp; J. van dor Lans, staart; J. Bakkor, vlag; C. Slobbo, 2do vleugel. Er werd buiteDgowoon goed gotrolïen; oen aangename toon kenmerkte zich den ganschen dag, en do kastelein Van dor Hulst, op wiens erf do wedstrijd plaats had, maakto con goeden dag. Door den Rijks veearts D. van Gruting, te Leiden, zijn hier 51 varkens getint togen de vlekziekte volgons de methode van dr. Lorone. De Pleegzuster. 85} Een woord bezorgen viel hem op; en hij barstte uit: „Wie weet! Waarom niet? Uw vriendin Erika is schatrijk; wat boteekenen vóórhaar vijftien duizenJ mark? Voor een weldadig doel, dat een mensch van deir dood redt, weet ik hetl Maak er maar wat van; dat is mijn verstandig oudje wel toevertrouwd 1Haar aangebeden mevrouw von Wahlbeck kan ze niets weigeren." „Schaam jel Zoo'n flauwe grap staat je mooi in dit oogenblikl" Zij was ernstig verontwaardigd; liy haalde do schouders op. „Weet u, mamax het kan my allemaal niets echelon, als er maar spoedig hulp komt D heeft zeker geen duidelijke voorstelling er van, wat het beteekent voor een officier, als er wissols van hem tot zulk een bedrag circuleeren. Dus als u niets in voorraad heeft dan edele verontwaardiging, dan blyft my niets anders over danHy maakte een veelbeteekenend gebaar, als hanteerde hy een pistool. „Jongenlief, laten we met die redevoerin gen ophouden eu aan de zaak zelf beginnen. Jo wilde dadelijk naar Saloschin, om Marie Louise tot haar plicht terug te brengen?" „In elk geval hi or terugbrengen!" „Zoo! Als je dat nu gelukt is, en ze is f^ler- ^aarschynlyk toch weer in het zieken huis ais verpleegster - wat dar. verder? Jelui viert een lieeijjik wederzien, de liefde ontvlamt opnieuw boei mooi, en dan?" „Wat dan?" - „Ja, wat verder? Niets'! Jaren lang njots dan verliefde toonoeleu, by maaneffoct, zooals zy gaarno heeft, tot zo een heel rijpen loeftyd bereikt. Dan. trouwen, 'niet kapiteinstrakle- ment, in een achterhoek. Dit beeld behoef ik niet verder uit te werken; je kent het by ervaring „Ja; afscbuwelykl" „Dat alles kau echter alleen gebeuren, in geval jo dekking voor die wissels vindt, al is het maai'' geleend geld. Vindt je dat niet, dan is het natuurlyk onmogelyk te biyven dienen. Je staat dan zonder een cent; hoogstens kan je politie-officier wordenmaar daar is, geloof ik, nog een examen voor noodig. By my zal je toch niet willen inwonen, om myn kleine inkomen op te eten?" Hy huiverde. „Luister nu, wat ik je raad; je kunt dat overwegen, zoolang je nog tyd hebt. Eerst geef je Mario Louise haar woord terug. Je bent gelukkig I nog niet publiek mot haar geëngageerd; dus liet hindert haar in gófen geval, ook al trouwt zy niet met den Baloschiner, wat ik echter vast goloof. Wordt hy gezond, dan trouwt hy toch, haar of een andere; hy kan nog kinderen krygen en het majoraat is voor jou verkeken. Zoodra je vry bent, trouw je, zoo spoedig raogelyk, met Erika. Hoe enorm rijk zo is, weetje. En wat er nu nog niet voornaam genoeg aan haar is: haar gekke toiletten en malle manie ren, dat zullen wy wel verhelpen; elk woord van my is haar een evangelie. En dat ze jou werkeiyk liefheeft, weet ik zeker. Overleg alles eens goed. Dat Mario Louise een aange name vrouw voor je zou zyn, houd ik bepaald voor onmogelyk. Ik ben overtuigd, dat ze je binnen liet jaar ai zou vervelen met haai" gouvername-aclitigheid en xlaar komt nu nog de liefdezuster atmosfeer by I Ik ken je, myn jongen, en ik zio je al wanhopig by my binnen stormen. „Mama, -ik houd hot niet meer uit. Ik "verveel my' in dat kleine garnizoen doodely'k met myn brave huisvrouw V' Dat is niets voor joul Met Erika valt er zoo iets niet te vioezen. Die boheersch jo geheel, en wat jou niet gelukt, zal ik wol in orde brengen, verlaat je daarop! Je bont dan oen rijk man, neomt je ontslag, koopt een mooi huis, huurt je een groote villa te ClausdorfT, je neemt oen renstal en leeft op grooten voet. Ik geel de leiding aan in je huishouding, en van Erika heb je geen senlimentalitoiten te vreezen." Een mat lachje vloog ovor zyn gezicht, een spotlachje flikkerde in zyn oog; maar het was tocli lachen, toch licht 1 Het oude, hot laatste middel: een ryke vrouw 1 Hoe velen, dio by kende, hadden dat niet. gevonden, door bloeÜ ver wanten, door bemiddeling; bet was toch beter dan „bet hoekje om te gaan." Waarom zou hy het niet doen? Erika was een dame, die in don kring zijner moeder verkeerde; en ze had hem lief. Kon hot beter? Ja, als er een andere uitweg bestond! Zou hy zich toch niet liever eerst eens tot den Saloschinor wenden? Die had toch eigenlijk de schuld, dat hy nu zoo in het moeras zat, met zijn malion brief Frits verbeeldde zich werkeiyk, dat hy zondor riten brief nooit aan schulden-maken zou gedacht hebben. Hy vergat voor een oogenblik, dat hy reeds vóór dien t ij. 1 eenige beertjes had. Marie Louise kon liy dan echter toch niet trouwen, al raakte hy van den schuldenlast af; de Saloschiner, die wist, dat hy zich, speculee- reud op diens dood, met eon arm meisje had verloofd, zou zich niet geroepen achten, hem eon vermogen to schenkon. Lang nadat zyn moeder hoengegaan was, zat hy nog by den cognac zijn kamer vol te dampen; en hy kwam-tot het besluit, een mooieu brief aan zyn jioof saam te flansen, of liever door zyn mama to laten samenflan sen, en het resultaat af to wachten, oer hy don weg naar mevrouw Erika insloog Want zich iu de armen dor ryke weduwe te werpen, hy schrikte er toch een beetje van terug, als oen sprong in het water op een kouden wintermorgen. Kon het niot anders, dan in vredesnaam! Het plan, naar Saloschin te gaan, liet hy varen. Dat Marie Louise of de zieke neef nu reeds liefdes- on huweiyksgodachten zouden hebben, was eon echt vrouwelijke hersen schim van mama. Dat was niet denkbaar, vooral niot van een rein, hoog karakter als Marie. Frits sloot den cognac weg, rekto zich eens uit, of hy een vorinooienden velddienst achter den rug had, keek op zyn horloge en besloet, nu eerst eous wat te gaan eten. Hy viel om van den honger. Dan kon men verder zien. XX. Van den blauwen hemel lachte op Nieuw jaarsmorgen een gouden zon over .Saloschin. Hot bad 's nachts gesnoouwd, en hot van briljanten fonkelend witte dons kaatste het Ucht kwistig terug. Albrecht lag niet meer in den ziekenstoel alleen bleeke, stervende man; hy zat nu in de bibliotheek, nog zwak en vermoeid, maar weder op een gowonen stoel, zonder kuisen onder het hoofd, ea bezig de brieven en apdevo poststukken na te zien, die Emcck hem zooeven gebracht had mot zyn twoodo ontbyt, eiorou en een glas krachtigon portwijn. Op de tafel 'stond oon vaasje mot viooltjes eu gele krokussen, uit do trekkassen, en door do kant der gordynon, kwam een zonnostraal de vroogo lenteboden grooten. Ja, Albrecht von WahlbGck was oen andere man geworden. Na3at zyn Uzoron gosffel een maal in den bardnokkigon strijd mot den dood had gezegeviord, was hy van dag tot dag storkor gowordon. Do vaste, onvorzottoiyke wil kwaui de natuur to hulp, naast oen ver standig overleg en oen bewonderenswaardige zolfbeheorsching. De hoop, do heerlijke, zaligo hoop, hielp zenuwen en spieren mede stalen. Het edele, maunelUke gelaat uiet bet hooge voorhoofd, do golvondo blonde haren on don zachten, vollen baard, kwain schilderachtig uit op het fijne, bruin-fluwoelen huisjasje. Een blos kleurde het blooke gezicht, toen' hy een brief oponde mot eon wapen op het couvert, zyn eigen famjliowapon. 't Waa onnoodig bfina, nog naar het onderschrift te zien, om te woten, dat dit schrijven van zyn neef kwam. Hy had reeds by zicbzelven er ovor nage dacht, hoe hy Mario Louise's vorloofdo schade loos kon stollen; want hy kon zich zeer goed de positie van den jongen man deuken; buitendien dreef innige dankbaarheid voor zyn :ot hem, een goede daad te vorrichten, in de eerste plaats jogens hem, wien hy zelf een hoop had gegeven, die nu vervliegen moest. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 11