No. 12967
leidsch dagblad, woensdag 4 juni. - tweede blad.
Au no 1902.
trekhonden.
FEUILLETON.
PERSOVERZICHT.
L
Wat er tocb omtrent trekhonden zooal zou
kunnen gezegd worden I Zeker weer dat ze
to veel worden afgebeuld, dat honden eigen
lijk tot werken ongeschikt zijn, dat men het
gebruik van trekhonden zou moeten verbie
den en dergelijke dingen meer, die we 6inds
jaren tot vervelens too gehoord en gelezen
hebben
Neen: daarover zal ik het juist nu eens
niet hebben, en wol om do eenvoudige reden,
dat ik er hoegenaamd geen bezwaar in zie
om een hond te laten werken, ik zelf moet
het trouwens ook doendaarenboven ben ik
eon liefhebber van trekhonden en vind het
wat aardig, wanneer ik een goed verzorgden,
tranigen, flinken hond voor of onder een
kar zie loopen en zijn best zie doen om met
meester, voor vrouw en kinderen, het dage-
lijkscli brood to helpen verdienen.
Laat gerust een hond werken, maar beult
hem niet af; laat een hond gerust werken,
maar zorgt er ook voor dat hij den buik vol
krijgt cn dat hij minstens ééns per dag zoo
veel mag eten als Lij lust; laat hem gerust
werken, maar ziet Loe dat ge niet te veel van
hem vergt en dat go zijn krachten niet over
schat; laat hem gerust werken, maar geeft
hem ook do noodige rust, en geeft hem do
noodigo verpleging; dat is overigens even
goed in uw eigen belang, als in dat van uw
hond.
Waar ik het dan over hebben zal? Hoe een
trokhond, oen goede trekhond wel te ver
staan, er uit ziet? Hoe hij behandeld moet
•tvorden of aangespannen? Neen, ook daar
over niet, ten minste niet vandaag, dat is
eeno quaestie van later, heden wil ik u alleen
kennis laten maken met een Bond, waar
van gij zeker nog nooit gehoord hebt, wien9
bestaan gij niet cena vermoedt, van den
t,Boiul tot bescherming van den trekhond in
Nederland."
Wie dien bond hebben opgericht, wat hij
bedoelt cn welke middelen hij voornemens is
te gebruiken om zijn doel te bereiken, daar
over handelt dit eerste trekhonden-praatje.
Een paar jaar geleden kwamen in België
eenigo heeren op do gedachte om den trek
hond, die daar veelvuldig voorkomt, Bel
gië heeft zoo om en nabij tweemaal honderd
duizend trekhonden te veredelen, dat wil
zeggen, pogingen aan to~wcnuen om al wat
te klein, to zwak en tot werken ongeschikt
was, verwijderd te krijgen, daarentegen te
gaan fokken met de beste honden die men
kon vinden en zoo langzamerhand te komen
tot een ras van trekhonden, die, flink ge
bouwd, goed gespierd en recht op de pooten,
berekend zouden zijn voor het werk dat zij
te verrichten hebben.
Het idee dor Belgische heeren, met den
heer Graaf de 't ..erclaes aan het hoofd,
vond "algemeencn bijval en in minder dan
géén tijd was opgericht do Bond tot bescher
ming cn verbetering van den Belgischen
trekhond. De Bond wenddo zich tot de Bel
gische Maatschappij van Landbouw met ver
zoek om trekhonden op haar tentoonstellin
gen toe te laten dat verzoek werd ingewil
ligd; cn werden, nu hier, dan daar, wedstrij
den op touw gezet voor trekhonden on thans,
na nog geen vier jaar, vindt men in België
reeds trekhonden, dio vjor geen twee-, en
ook voor geen driehonderd gulden te koop
zijnhonden die even sterk, ja zelfs sterker
zijn dan een hit, veel vlugger en, wat ook
veel waard is, veel gemakkelijker te onder
houden.
Ook in Nederland wordt do hond veel als
trekkracht gebruikt; d etoestand, waarin hij
bij ons verkeert, is nagenoeg dezelfde, veel
eer nog slechter, dan dio waarin hij vroeger
in België verkeerde en daarom wil men ook
in ons land doe wat men in België gedaan
heeft en nog doet, namelijk do trekhonden
in. boscherming nemen cn verbeteren, hen
veredelen, evenals men paarden, koeien, var
kens, enz. veredelt, dat wil zeggen, al het
mogelijke doen om ze beter aan hun doel te
doen beantwoorden.
Aan het hoofd dkr beweging plaatste zich
den hoogwelgeb., heer F. W. baron Van
Tuyll van Sorooskerken te Velzen, om wien
zich do eersten van ons land schaarden, en
zoo ontstond de Bond tot bescherming van
De Pleegzuster.
31)
„Ja. H\) biyrt tot morgon. Er deden zich
eonigo moeiiykheden voor by veranderingen
in hot testament, dat ik eenige maanden
gëledon by hem gedeponoerd heb. Morgon
kunnen wy, lioop ik, de zaak afdoen. Daarom
biyft by van nachtNeen, dank u, geen
lectuur meer; ik wou wat vroeger gaan slapen
Eineck kan my myn avonddrankje wel gevon."
Zy bleef aarzelend staan.
„Ik mag u niet aan anderen overlaten,"
Bprak ze zacht.
„Dan moet ik u verzoeken, mydemedicyn
aan myn bed te komen gevon. Ik voel my
zoor vermoeid."
Met vorschenden blik sloeg zy hem gade.
Ja, hy zag er zeer afgemat, verouderd uit.
Zy gaf Eineck, die op het bellen gekomen
was, een wenk en wachtte op hem buiten
de kamer in den corridor.
Na oen poosje kwam de kamerdienaar
by haar.
„Ik vroes, dat we een slochten nacht
krygen," sprak ze snel en gedempt, onderwyl
mevrouw Sonnya vriendeiyk groetend, die
voorby kwam op weg naar de eetkamer.
„Eineck, roep my om éón uur; ik moet hem
zelf de droppels gevon, en ik biyf in elk
geval van nacht op, in de zitkamer van den
baron. Ik ben zeer beangst. Zorg, dat den
geheelen nacht een rytuig klaar staat, om den
dokter to halen, als het noodig is."
Met treurig gezicht beloofde Eineck, alles
te doen, wat ze zoi.
In do eetkamer was het kil, ondanks het
den trekhond in Nederlandwiens oprich
ters zijn, behalve de heer Van Tuyll van Se-
rooskerken, Mevr. Verbrugge, van 's-Gra-
vendeel, Jonkvrouwe J. Roosmalen Nepvcu,
Mr. C. Ridder van Rappard, Mevrouw
Deufcz van Lennep en Mevrouw J Teding
van Berkhout.
Het doel van den Bond is geen ander dan
den trekhond te beschermen en het ras te
veredelen; met andere woorden, alles in het
werk te stellen wat mogelijk is, om te voor
komen, eventueel te verhinderen, maar om
te voorkomen vooral, dat de trekhonden
worden mishandeld en afgebeuld, zooals he
laas nog zoo vaak gebeurd, en er voor te
zorgen dat de eigenaren hunne honden be
handelen en verzorgen zooals het behoort.
Bovendien den trekhond niet alleen bescher
men, maar ook veredelen, dat is, er naar
streven om langzaam maar zeker, het daar
heen te .loiden dat, evenals wij koeien en
paarden hebben van verschillendo rassen,
die zich door hun I ouw un door hun alge
meen voorkomen van andere rassen onder
scheiden, wij ook op den duur een ras van
Hollandsche trekhonden krijgen, dat al de
eigenschappen moet bezitten om to kunnen
beantwoorden aan zijn doel en dat met een
enkelen oogopslag i te onderscheiden van
andere hondenrassen, ook van andere trek
hondenrassen.
Mooi, zeer mooi i.ells, hoor ik u zeggen,
maar hoe zal de Bond het zoover kunnen
brengen Trekhonden, zooals hij ze blijkens
het voorgaande hebben wil, komen zoo maar
niet uit de lucht vallen en om zoo'n exem
plaar te koopen, daarvoor zijn. zou ik mee-
nen, zooveel ïjksdaalders noodig dat maar
een zeer enkele trekhondenman er genoeg in
zijn spaarpot heeft om hem to kunnen be
talen.
Volkomen juist, en de Bond, waarover ik
u thans een en ander vertel, heeft dat zelf
zeer goed begrepenmaar, zegt een spreek
woord, wie"het doel wil, wil ook de middelen
cn waar do Bond tot bescherming van den
trekhond in Nederland besloten heeft d:
trekhonden in bescherming to nemen en het
ras te verbeteren, daar gebruikt hij ook de
middelen om tot dat doel te geraken: dio
middelen nu, zijn velerlei, in een volgend
artikeltje zal ik slechts de voornaamste aan
halen.
Het Centrum zegt in een asterisk ,,Romo
en de Waarhei d":
In Dc Hervorming geeft dc Leidschc hoog-
lceraar H. Oordt een korte beschouwing over
,,hct pauselijk C o 11 c ge voor B ij b e 1-
61 u d i c."
Na hieraan eenigo waardccrcncL- woor^n
te hebben gewijd, besluit hij a'Jus:
„Wij, Protestanten, weten gemeenlijk zeer
weinig van wat in Roomsclic kringen omgaat,
en dit is ons tot schade. Het waro te wen-
schen, dat het weekblad der Evangelischo
Maatschappij, Be Protestant, dat zoo trouw
ons op dc hoogte brengt van dc bijgeloovig-
hedon sic) en andere stoutigheden van Ro
me, met evenveel liefst met nog meer
ijver ons inlichtte omtrent het goede, dat in
die Kerk te vinden is. Al was het maar om
ons te versterken in ons geloof aan dc on
weerstaanbaarheid der waarheid. Rome, pro-
testantsche orthodoxie, moderne richting,
allo moeten willens of onwiilons, mede naar
de waarheid, die uit God is Gelukkig wio
daartoe medewerkt 1"
Een behartigenswaardige les, die thans in
het orgaan van den Ned. Protestantenbond
aan De Protestant en dergelijke anti-pa-
pistische bladen ten beste wordt gegeven.
Of ze dair evenwel baten zal, kan alsnog
sterk betwijfeld worden.
Wat blijft or voor Quasten en Zuidema's
te doen over. als zij omtrent het Katholicis
me niet anders dan de waarheid mec-
deelen
Zij hebben een oaricatuur noodig, die
ontstaat in den windmolen hunner geprik
kelde verbeelding, om den strijd tegen „Ro
me" met rustcloozen ijver voort te zetten.
Maar voor wèldenkende Protestanten, die
niet geheel door vooroordeel zijn verblind,
kan de opmerking van professor Oort zeker
van nut zijn.
grooto vuur, dat brandde onder do schouw.
Marie Louise nam aan het gesprek byna geen
deel; zwygend bewonderde ze de pracht van
het oude goud en zilver in do reusachtige
pronkkasten en de familieportretten aan de
wanden. In éón der vakken hing een enkel
portret: oen hooge gestalte in den witten
wapenrok der kurassiers. Ze kon de trekken
in de verte niet onderscheiden,
Sonnya zag haar blik vragend op het beeld
rusten.
„'t Is de baron," zei ze, „drie jaar geleden
ongeveer door Lenbach gedaan."
De notaris, een vriendelyk, oud heertje,
evenals zyn broer de dokter, verzekerde, dat
do geiykenls destijds treffend was geweest,
wat Sonnya mot een melancholiek gezicht
bevestigde.
De notaris nam een der zware kandelaars
van de tafel op en wilde haar bylichten, om
het portret oens tft. bezien. Doch zy schudde
het hoofd, en spoedig daarna verliet zy met
een stommen groet de kamer.
Do notaris zag haar verwonderd na. Mevrouw
Wengerska wiegde, vreemd lachend, haar
mooie hoofd heen en weer, en zei, dat de
zustor een weinig te teer voor haar beroep was.
Marie Louise kwam zonder gedruisch te
maken om negon uren in de zitkamer van
Albreclit. Haar hart stond byna stil van angst.
Do kamerdienaar zat dicht by de slaapkamer
deur; waarschuwend stak hy do hand op en
fluisterde:
„Nu niet; hy slaapt."
„Dat is onmogelyk.-Zonder de medicyn
„Hy slaapt; maar niet zooals u donkt..."
„Ik wil hem zien."
Snel trok zy haar schoenen uit, en gevolgd
door den kamerdienaar, sloop zy naar het
bed. Onbeweeglijk lag hy op het eenvoudige
Niet zoozeer aan „Rome", als aan de an
dersdenkenden zelvon strekt het tot schade,
3at zij „gemeenlijk zeer weinig afweten van
wat in Roomsche kringen omgaat."
De Katholioke Kerk echter vreest aller
minst een nauwkeurige kennismaking met
haar leer en gebruiken.
Om in don vollen glans van haar schoon
heid te prijken, heeft zij alleen do zuivere,
onvervalsohte waarheid noodig.
ZooaJs J. de Maistre zeide: L'église n'a
besoin que de la véritó."
In het Katholiek Sociaal Weekblad wijdt
dr. A. Borgman, die aan het hoofd staat
der Nederlandsche School voor Nijverheid
en Handel cn der Ambachtschool te Ensche-
dee, aan het vakonderwijs een artikel,
waaraan het onderstaande is ontleend
In bijna elk opzicht dient verbetering to
worden aangebracht. Met onze tegenwoor
dige onderwijs-organisatio is veel tot ver
meerdering cn verbetering van o~s volksge
luk en onze volkswelvaart aan te brengen
doch een wijziging van geheel ons onderwijs
kan niet uitblijven. Mocht het tot een wets
wijziging komen, dan moeten deze wetten
zooveel elasticiteit bezitten, dat zij de ont
wikkeling van ons volk in alle lagen bevor
deren. Die elasticiteit zal des te minder
schade doen aan de juistheid on beslistheid
der wetten, hoe meer alle deelcn van ons on
derwijs één geheel vormen.
Het is duidelijk, dat elk bedrijf van betee-
kenis achteruit en dikwijls te niet gaat, in
dien niet aan het hoofd staat een moreel
man van uitgebreide, algemeeno ontwikke
ling en daarin gewortelde degelijke vak
kennis.
Zoo iemand kan het bedrijf tot bloei bren
gen; zoo iemand slechts durft dc verant
woording dragen voor het welzijn zijner
werknemers en van hun gezinnen. In zoo
iemand stellen dezen vertrouwen.
Maar evenzeer verdient hij in zijn streven
begrepen te kunnen worden door hen, die
krachtens hun aanleg den matorioelen arbeid
verrichten. Evenzeer als de werkgever heeft
de werknomer algemeene kennis en vakken
nis noodig.
Voor onze volkswelvaart en ons volksgeluk
is het noodig, dat ieder zich naar zijn aanleg
kan ontwikkelen, dat zoowel zij, die den
maatschappclijken arbeid verrichten, als zij,
dio dezen zullen vermeerderen of veredelen,
scholen of cursussen vinden voor algemeene
en bijzondere vorming.
Dagelijks ondervind ik, dat het hoogcr en
middelbaar „technisch" onderwijs duizend
voudige vruchten zou dragen, indien het
lager „technisch" onderwijs tevens wordt
behartigd
Hoe moeten wij dan 'tot een organisatie
komen
Wij moeten bij die organisatie niet verge
ten. dat wij rekening moeten houden met
het karakter van ons volk en met de plaats,
die ons land inneemt cn moet blijven inne
men in de rij der beschaafde, landen.
Yoor de geheele organisatie» zooals ik dio
voor het gansche land, dorp cn stad wcnsche-
lijk en uitvoerbaar acht, is noodig, dat ons
onderwijs aldus worde georganiseerd:
Algemeen plan van ondcrwijzersorgani
satie.
lo. De gewone lagero school (a-k) moet
blijven algemeen ontwikkelend. De lichame
lijke, intellectucelo en moreele ontwikkeling
van het kind moet zooveel mogelijk ccn orga
nisch geheel worden.
2o. Op die gewone lagere school moeten
volgen en daarbij aansluiten
a. Algemeen ontwikkelend en vormend,
voortgezet onderwijs tot pl.rn. zestien jaar,
b. Lagere vakscholen.
Beido scholen, sub 2a. cn 2b, worden ver
deeld in dag- cn avondscholen.
3o. Bij dat voortgezet onderwijs tot pl.rn.
zestien jaar sluiten aan:
a. Middelbaar en Hooger Onderwijs voor
algemeene vorming.
b. Middelbare vakscholen.
4o. Aan die middelbare scholen en gymna
sia sluiten aan
a. Universiteiten.
b. Hoogero vakscholen.
Ofschoon uit dit verband reeds blijkt, dat
do Universiteiten niet door mij worden be
schouwd als vakscholen, hoewel er verschil-
yzeren ledikant, aan het boveneinde door oen
baldakijn van roode zyde beschut. Ze boog
zich over hem' heen. GoddankHy ademde,
kalm, regelmatig, in diepen slaap.
Zij wisselde een vragenden, verbaasden blik
met Eineck, die in de slaapkaraor bleof, terwyi
zij in do woonkamer op de canapé ging rusten.
Ze bleef wakker; geen slaap bekroop haar
oog, en toen uren waren verloopen, zonder
dat mon een geluid vernam, gleed zij nog
maals zacht naar het slaapvertrek. Hy
ademde hy sliep en steeds vorbaasder
werd de blik, dien zy wisselde met den knecht,
dio geduldig by de deur zat.
Toen de rozenvingeren van den dag het
gordyn der duisternis wegtrokken, knielde do
zuster naast het doovende vuur van den
haard, het gezicht verborgen in het kussen
van den divan, de handen omboog, gevouwen,
in vurig gebed.
XVII.
Een paar uren later kreeg Marie in haar
kamer door Eineck bericht, dat ze dien voor
middag den zieke niet moest bezoeken. Hy
bevond zich vry wèl en zou met den notaris
sproken. Ook was om dokter Philippi ge
stuurd.
Toen de notaris, die wegens drukke bezig
heden niet lang kon wachten, vertrok, had
hy in zUn portefeuille het ontwerp voor een
testament, dat de bepalingen van het vroegere
aanmerkoiyk veranderde.
Een groot kapitaal, eerst aan vereenigingen
en museums toegekend, werd nu overge
schreven op mejuffrouw Marie von Rohr-
moister, d. w. z.het vruchtgebruik, terwyl
het kapitaal zóó belegd werd, dat zy noch
haar gemaal het konden aanroeren.
lende vakken theoretisch en practisch wor
den beoefend, wil ik toch even opmerken,
dat de universiteiten blijven, wat ze zijn, de
hoogo vormscholen ter vrije ontwikkeling
van denken en gevoelen, ter vorming van
de intelligenten van geest.
Evenwel, dit moet gezegd en eorbiedigd
worden, dat zij, die daar zijn krachtens hun
energie, straks evenveel, zoo niet meer zullen
bijdragen tot kracht en steun van ons volk,
dan zij, die daar behooren krachtens hunne
natuurlijko intelligentie.
Dikwijls begint immers do energie, waar
het genie ophoudt.
De Hollander ia niet afkeerig van hot
denkbeeld van De Standaard om een
congres van antirevolutionaire
raadsleden uit heel ons land bijeen te
roepen. Of do vlieger zal opgaan, hangt af
van de instemming, waarmedo belangheb
benden het ontvangen. Maar wordt een zoo
danig congres gehouden, dan zou cr zeer wel
ccn gemeenteprogram uit kunnen voortvloei
en, geen program van beginselen, daar toch
in don gemeenteraad, dio gebonden is door
de wetten do6 Rijks, vanzelf de politieke be
ginselen niet of zeer weinig cn don voor
grond kunnen treden, maar dan tocb een
program, dat een leiddraad zou kunnen ge
ven voor het standpunt, dat onze mannen in
den Raad hebben in to nemen ten opzichte
van een reeks vraagstukken van gemeente
lijk beleid. De Hollander geeft daarvan eon
lijstje, om aan te tooncn, dat het aan f
voor een program niet zou ontbreken.
Dc Telegraaf nam over wat Flanor dezer
dagen in De Sjscctator schreef, en voegt er
aan toe, dat hieruit blijkt, „dat er nog men-
schon zijn, welko durven doordenken, zelf
standig, consequent, al verschillen zij daar
door in meening van de groote massa."
Flanor schreef o. a.:
„Want als de Boer on hun onafhan
kelijk h e id moeten prijsgeven, cn ik
kan begrijpen, dat dat gebiedend kan zijn,
dan is ons gevoel voor recht billijk
heid voor altijd geschokt.
Dan zal geen dominee cn g<»en pastoor
meer kunnen sprekon a an de rechtvaardig
heid Gods. Men kan dio qualitcit Godcs don
wel schrappen uit de catechisatioboekjes.
Waar nu al jaren lang door alle beschaafde
volken de onrechtvaardigheid van deoi Zuid-
af rikaanschcn oorlog is geproclameord, zou
de overwinning dor Engolschcn een débaiclo
zijn voor de gevoelens van heel do woreld."
Wij kunnen zegt De Nederlander mot De
Telegraaf niet instemmen, dat dit een bewijs
van „doordenken" is. Wij zien er eor in de
eerste, meest oppervlakkige uiting van een
mensoh, die nog gehéél niet gedacht heeft.
Wanneer mon toch maar een oogonblik na
denkt,, kan men begrijpen, dat wij, onweten
de cn kortzichtige menschen van één dag,
niet in 6taat zijn do bodoelingon tc door
schouwen van den eeuwigen c ahvofcenden
God, voor Wien duizend jaren zijn als een
onkele dag en Die in Zijn ondoorgrondelijke
wijsheid alleen weet wat dienstig ie aan do
volvoering van Zijn wereldplan.
„God kent alleen het naaste pad, Dat uit
loopt op de Hemelstad", dit geldt zoowel
voor volken als voor individuen.
In den 73stcn Psalm teekent Asaf op tref
fende wijzo, hoe hij, door al wat hij in do
wereld rondom zich zag, twijfelde aan Gods
rechtvaardigheid... „totdat ik in Gods
hoiligdommen inging". M. a. w. totdat hij
ging „doordenken" in den verhevensten ziu
van het woord.
De Asafs van allo eeuwen hebben golijko
ondervinding opgedaan, en het is een getui
genis van buitengewono geestelijke ondiepte,
wanneer men, zij het maar in spot, meent,
dat Gods rechtvaardigheid verdonkerd
wordt door den uitslag van den Boeren
oorlog.
Do grootste triomf, dien het onrecht ooit
op deze wereld behaald heeft, was do krui
siging op Golgotha.
En het was diezelfde kruisiging, dio de
redding werd der wereld.
Wanneer in dien tijd volgelingen van Jezus
gedacht hebben als thans deze schrijver, dan
zien wij nu hun groote dwaling in. Zoo zal
do eeuwigheid tooncn, wat God gewild heeft
Do wagen, om doktor Philippi gezondeD,
kwam leeg terug; de dokter was naar oen
verren buitenpatiënt en zou niet vóór den
avond thuis komen.
Onrustig bracht Marie Louise den dag door.
Elk oogenbhk verwachtte zy, geroepen te
worden, en ze verliet haar kamer slechts oen
halfuurtje, om te middagmalen.
Sonnya verklaarde schouderophalend, dat zo
ook niet wist, hoo de baron het maakte: ze
was in diens kamer niet geweest. Maar ze
begreop wel, dat er iets buitongowoons aan
de hand moest zyn, daar notaris en doktor
beiden geroepen waren.
Met biydschap begroetto Marie het klokje
van vyf uren, dat haar vergunde, weer by
den zieke to komen. Zacht trad zy dekainor
binnen; het was er alles als gewooniyk.
Hy lag op zyn divan, hot schaaktafeltje
stond daarnaast, vuur en lampen brandden.
Het dekkloed was van do vleugelpiano geno
men en het deksel geopend.
„Hoe gaat het u?" vroeg zy bewogen, toen
Albrecht haar zyn hand toostak.
„Ik weet het zelf niet, zuster. Ik gevoel
my vreomd, en heb al om den dokter ge
stuurd. Ik geloof, dat er een verandering
is ingetreden; ik bob het gevoel, of ik van
nacht van do eeno flauwte in de andere ben
gevallon."
„Neen, dat is niet mogeiyk; u heeft ge
slapen. Ik was den geheelen nacht hier en
ben tweemaal aan uw bed geweest I" ant
woordde zy snel.
Hy zweeg en gaf na eenigo seconden e*n
andere wending aan het gesprek. Op do piano
wyzend, zei hy:
„Ik wou wel graag wat muziek hooren.
"Wilt u wat voor my spelen, of nog liever
zingen, zuster? Ik weet, dat u het kunt,"
met al het onrecht cn de smart dezer voorbij',
gaande wereld.
Do geschiedenis der monschhcid is als een
groot borduurwerk. Wij zien den verkeerden
kant, en zooveel lijkt ons verward, raadsel-*
achtig. hopeloos donker. Wij kunnen er geen
wijs uit worden, en do bittero ,,Waaroms"
dringen uit hart en lippen. Maar ééns wordt
het borduurwerk omgekeerd. Dan zien wij
Gods kant. En alleen een eeuwigheid zal vol»
doende zijn, om de heerlijkheid en pracht
daarvan to loven.
- Tooh zijn or nu en dan reeds enkele hoofd»
trekken, dio wij. altijd maar weer starende
naar meer helderheid, meenon tc kunnen
ontdekken. Daartoe behoort zeker de les van
het „door kruis tot kroon"; do les, dat ook
op geestelijk gebied alleen uit den nacht do
morgen verrijst; de les juist van Golgotha,
dat do via dolorosa do weg is ter ccuwigo
heerlijkheid.
En juist deze les der geschiedenis doet do
geestelijke aVmocdc cn zinledigheid van een
uiting, als welke wij citeerden, nog tc meer
uitkomen.
De Tijd zegt:
Wij zullen aan deze lichtvaardige haal,
waartegen De Spectator niet opziet, geen
racovdoro aandacht schenken dan zij waard
is. Waar sommige „dominees" van kunnen en
waar zij eventueel van zullen sproken,
daar valt moeilijk voor ih te staan. Wel
durven wij vorzekeren. dat do pastoors er
nimmer ann zullen denken, de icehtvaardig»
heid als een eigenschap Gods nit het cate»
chismusbockje to schrappen.
Daar zijn trouwens in dc historie al meer
schrikwekkende onrechtvaardigheden, zooals
het vernietigen der Boeren-nationalitoit zijn
zou, opgeteekend, zonder dat men er aan go-
dacht heeft Gods rechtvaardigheid in twij
fel to trekken, laat staan weg to cijferen.
Wat ons evenwel bedenkelijk voorkomt is,
dat bovenstaande onzin door Dc Telegraaf
wordt overgenomen met de lofspraak, dat
het is „een van die krachtige, opgewekte
en opwekkende stukjes, dio cr aan herinne
ren. dat er nog menschen zijn, wolko durvctf
doordenken, zelfstandig, consequent, al ver
schillen zij daardoor ook in mccning van dé
massa" cn dat die overname, juist met het
oog op do pas ontvangen berichten, ge
schiedt ..mct dubbel genoegen."
Er zijn lieden, die nogal iets ophebbert
met do zoogenaamde neutraliteit van De Te-
legraaf. Zij mogen uit dezo lofspraak lec-
ren, hoe gevaavlijk het is, ?ls do voorlichting
van hot publiek geschiedt door formeel ori^»
kundigon in do zakon van het hoogste be
lang, wier opinio omtrent d<» goddcllijkö
eigenschappen zou kunnen weerlegd worden
in Zuid-Afrika zelf door den eersten Boer
den besten.
Do ïrerkstaklug to Eusckodoo.
Naar wij vernemen, is door den Minister
van Binncnlandscho Zaken aan do nieuwo
arbeiders van de hteren Van Heek cn Co.,-
dio zich over do houding der politio to hun
nen aanzien hadden beklaagd, to kennen gc-
gevon: dat het door den Commissaris der
Koningin in dc provincie Ovcrijscl op Zr.
Es. verzoek mot don Procureur-Generaal bij
het Gerechtshof te Arnhem persoonlijk in
gesteld onderzoek naar do gegrondheid dier
klachten cn dc bij het verslag hunner be
vindingen overgelegde rapporten van
den Officier van Justitie tc Almeloo en
van do Districts-Coriimandantcn dor rijks-
veldwacht en der maréchaussee volgens hot'
eonparig oordeel, waanm»do do Minister
zich vercenigt, hebben aangetoond dat hoo-
wel do politie uit don aard dor zaak niet bij
machte is bij een gespannen houding, als
sedert maanden te Enschcdee tusscheu par
tijen bestaande, clko mindere aangename
bejegening op straat te voorkomen, hun
klachten als schromelijk overdreven zijn to
beschouwen, dat met name do in hun schrij
ven tegen do Rijks- cn gemeento-politic ge
uite ernstige beschuldiging van partijdig
heid door geen enkel feit is gestaafd, en dat
aan do betrokken autoriteiten in geen en
kel opzicht plichtverzuim kan worden ten
laste gelegd.
„Gaarne," anlwooiddo zy vorheugd; want
reeds horhaaldo malen had zo or naar vor-
langd, zich voor den heöriyken Bochstein to
kunnen nederzetten on haar govool uit ta
storten in klanken, waardoor hot liebtor om
haar heen werd.
Zy trad aan de piano on logdo byna
beschroomd de vingers op do toetsen. Zacht
vloeiden de ociittf accoordon; on woldra
ruischte er eon van Mendelssohn's „Liedor
ohne Worte", een lentelied, vol zoeten klank
en ingehouden lust, vol tranon en lachen
on vogelengokwoel en dan wogstervond,
als eon herinnering, mat een zacht, vragend
accoord.
Het lied was uit; zy zag om naar don
zieke. Hy lag stil, on dit maaklo haar weer
beangst.
„0, houd nog niet op," fluistordo hy;
„vordor, verdorl 0, wat g30f je mU voel,
Mario!"
Stil zette zy zich weer op hot piano»
stoeltje.
„Zing nu eens wat voor myi Kont u leta
van buiten?"
„Ja," zeide Mai:c; „mag ik my oveu bo
denken?" K
Zy dacht even na, Jat haar een klein,
oud liedje inviel, dat zo in het schemeruur
dikwyi8 had gezongen: grootvader mocht het
zoo gaarne.
Wordt vervolgd.)