N* 12959
.baandag 3*3 Mei.
Qeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 26 Mei.
Uit de „Staatscourant."
FEUILLETON.
Ao. 1902.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
_4-Voor Loiden por 8 maanden, 1.10.
■^Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zyn 1.80
Franco per post1-65-
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1—6 regels 1.05. Iodere regel meer 0.17$. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Gemeentezaken.
Eet adres der gemeente-toerklieden.
In de laatste zitting van den gemeenteraad
Cwam onder de ingekomen stukken voor een
adres van de Gemeente werklleden-vereeniging
#Recht en Plicht", welk adres toen-in handen
van B. en Ws. werd gesteld om praeadvies.
Pit verzoekschrift luidt in zyn geheel als volgt:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekenden,1 Voorzitter en Secretarie
der Gemeente-werklieden-vereeniglng „Recht
en Plicht", daartoe by buitengewone ver
gadering gemachtigd, geven met verschul-
djgden eerbied te kennen
„dat de gemeente-werklieden reeds dd. 1
November 1900 het plan hadden opgevat, om
by request aan den Raad der gemeente te
verzoeken hun een geleidelijke verhooging
hunner verdiensten toe te staan, ten einde
aan de meerdere behoefte hunner gezinnen,
veroorzaakt door de steeds stygende econo
mische toestanderr'Tihen begrypt de bedoeling!
.Bed.) eenigazin8 te gemoet te kunnen komen.
„dat zy na do aanbieding der kopie van
het request aan Heeren Burgemeester en
Wethouders op Hun EdelAcbtbaar advies
hebben besloten het request den Raad niet
aan 'te bieden, daar toch door het intreden
der maximale verhooging van arbeidsloon en
Indeelingdergemeente-werklieden in categorieën
liun door Burg. en Weths. is toegestaan
geworden een percentale verhooging van loon
Daar den volgenden maatstaf: dat een werk
man der gemeente met een wekeiyksch loon
,van 8 een verhooging kreeg van f 0.10 per
week en een werkman op eon wekeiyksch loon
van ƒ10.40 een verhooging ontving van 0.40
per week; deze beslissing werd met dank
baarheid aanvaard.
„dat by het vaststellen van de bydragen
voor hot Weduwen- en Kinderfonds aan onze
verdiensten wederom een verhooging zal
worden toogevoegd> waardoor aan de gemeente
werklieden in 't algomoon een toelage zal
worden gegeven van 0.30 per week, zoodat
deze beide verhoogingen in 't gunstigste geval
te zamon bedragen 0.70 per week, daaren
tegen bedraagt de aanslag in de pensioen-
verzekering voor hen, die in dit gunstigste
geval verkeeren, 0.60 per week, zoodat hy
ever 't geheel genomen zich ƒ0.10 per week
Verbetert.
Het meerendeel der' gemeentewerklieden
verkeert echter niet in dat allergunstigste
geval en zyn in verhouding tot dezo beide
verhoogingen en den aanslag in de pensioens-
verzekoring feitelyk tegenover hun loonont-
vangst achteruitgegaan.
Altemaal redonen, waarom zy terugkomen
*>p het besluit tot indiening van het request
aangenomen op de vergadering der gemeente
werklieden d.d. 1 November 1900 en er op
aandringen, dat het den Raad moge behagen
do loonsverhooging toe to staan indertyd aan
Burg en Weths. bekendgemaakt, of althans
zoodanige loonsregeling te treffen dat de ver
diensten der gemeentewerklieden in overeen
stemming worden gebracht met de tegen
woordige eischen van het sociale leven, de
belangen hunner gezinnen en zy daardoor aan
bun verplichtingen als werkman kunnen biy-
ven voldoen.
't Welk doende requestranten namens de
gemeente-werklieden-vereeniging „Recht en
Plicht"
H. Botermans, voorzitter.
A. J. Leoet, secretaris."
Wat kunnen wy, na de pas ingevoerde
loonsverhooging van dit adres anders zeggen
dan: 't vragen staat vry, maar.... het wei
geren staat er by!
By de heden gehouden openbare ver-
kooping van cokes in partyen van 10 en
5 H.L., waren de pryzen 4 en ƒ2.
Naar men meldt, is in de ernstige onge
steldheid van jhr. rar. J. W. H. Rutgers van
Rozenburg, lid van de Eerste Kamer, een
gunstige wending gekomen, zoodat zyn herstel
met grond mag worden verwacht. (N. C.)
In een vergadering der Nederlandsche
Studenten-Vereeniging Hollandia te Zurich Is
besloten in verbinding te treden met de
ingeschrevenen aan de Polytechnische School
te Delft.
Tot vertegenwoordiger en correspondent
dier Yereeniging werd gekozen de heer Leonard
Kooyker. Dit besluit is in zeker opzicht
belangryk, omdat verscheidene Ingeschrevenen
by de Polytechnische School na het eindigen
hunner studie zich naar Zurich begeven ten
einde hun kennis te vermeerderen. AE.)
De hoofdredacteur van „De Tyd", mgr.
Eygenraam, seint aan zyn blad, dat hy in
particuliere audiëntie door Z. H. den Paus
werd ontvangen, die hem machtigde mede te
doelen, dat het plan bestaat een der paleizen
te Rome aan te koopen voor de vestiging
van het Hollandsche College.
Op de door curatoren_van het stedeiyk
gymnasium te Utrecht opgemaakte voordracht,
voor de vervulling der met 1 September a. s.
openvallende betrekking van rector van go-
noemde inrichting komen voor (in alphabetische
orde): lo. dr. N. J. Singels, te Utrecht, 2o. dr.
J. J. G. Vürtheim, te Haarlem.
Voor de vervulling der met 1 September
a. 8. openvallende betrekking van leerares iu
de Fransche taal aan de H. B.-S. voor meisjes
aldaar worden aanbevolen: lo. moj. M. W.
Enklaar te Nymegen; 2o. mej. J. Berdenis
van Berlekom te 's-Gravenhage; 3o. mej. M.
E. Loke te Zwolle.
Men moldt uit Amersfoort: De heer H.
C. Tauuay, 1ste luitenant by het lste reg.
huzaren alhier, overleed na een kort, maar
vreeseiyk ïydon, in den leeftyd van ruim 36
jaar, aan hersenvliesontsteking.
De overledene was algemeen geacht en
bemind, zoowel by de burgery als ln het leger.
Het stoomschip „Kronprinz" (uitreis)
vertrok 23 Mei van Napels; de „Sloterdyk"
arriveerde 24 Mei van Rotterdam te Newport-
News; de „Koningin-Regentes", van Amster
dam naar Batavia, arriveerde 25 Mei te South
ampton, de „König" (uitreis) vertrok 28 Mei
van Kaapstad; de „Ryndam", van Rotterdam
naar Niouw-York, passeerde 23 Mei Lizard;de
„Prins Willem II" arriveerde 24 Mei van
West-Indië te Havre; te Havre; de „Timor"
vertrok 23 Mei van Batavia naar Amsterdam;
de „Kedlri" arriveerde 28 Mei van Batavia te
Macassar; de „Oengaran", van Rotterdam naar
Batavia, is 23 Mei Kaap Carvoeiro gepasseerd;
de „Soorabaya" vertrok 24 Mei van Batavia
naar Rotterdam.
Bodegraven. Het zesjarig zoontje van S.,
alhier, geraakte Zaterdagmiddag in een sloot
achter de Emmakade, waaruit het eenlgentyd
daarna levenloos werd" opgehaald.
Hazerswoude. Woensdag 28 Mei a. s. des
voormiddag8 te 10 uren, zal er een openbare
vergadering van den gemeenteraad worden
gehouden. Punten van behandelinglste Me-
dedeeling ingekomen stukken: 2deOnderwya
Ryndyk; 3de Ontheffing schoolgeld.
Bij en voor rekening der Gereformeerde
kerk zal een gebouw worden gesticht tot 't hou
den van vergaderfngen enz. De werkzaamheden
zullen plaats hebben onder toezicht van den
heer A. H. Goldberg, bouwkundige alhier.
Koudekerk. Naar wy vernemen, is onze
vroegere dorpsgenoot de heor B. Th. Avenarius,
thans onderwyzer te Vlissingen, benoemd tot
hoofd aan eene school voor M. U. L. O. te
Maassluis, welke benoemiDg door hem is aan
genomen, terwyl bU voor zyn benoemiDg als
lste onderwyzer (waarnemend hoofd) aan een
jongensschool te Leiden heeft bedankt
Het in deze gemeente voorkomend ge
val van febris typhoidea is weder geweken,
zoodat nu niemand meer aan deze ziekte
lydende ls.
Do verpachting van de opbrengst van
het grasgewas van de voormalige Ambachts
kade zal plaats hebben op 28 Mei a.6. dee
voormiddags 11 uur in het Cafó der wed. C.
van Egmond.
Woensdag, 4 Juni a.s. herdenkt de
brigradier J. van Raad, commandant der brigade
ryksvoldwacht te Alfen, don dag, waarop hy
voor 30 jaren tot ryksvoldwachter 3e klasse,
ter standplaats Noordwyk werd aangesteld
na 6 jaar bil het reg. gren. en jagers te heb
ben gedieriT en als korporaal-scherpschutter
te zyn gepasporteerd. Als ryksvoldwachter
diendo by tot 4 April 1884, toen hy wegens
goed gedrag en dlenstyver bevorderd werd tot
brigadier titulair, terwyi hy 10 jaar later, op
1 Augustus 1894, werd bevorderd tot briga
dier, brigade-commandant te Brielle. In dezelfde
qualitoit werd hy op 9 November 1895 over
geplaatst naar Alfen. Het zal den geachten
jubilaris, die 36 jaren trouw en met de meeste
dienstyver den lande diende en in dien dienst
vergrysde op den 4den Juni a.s. niot ontbreken
aan biyken van belangstelling en waardeering.
Voorschoten. Het door Gedeputeerde Staten
goedgekeurde kohier van den hoofd, omslag ls
gedurende 5 maanden ter secretairio tor visie
gelegd. Herinnerd wordt, dat zy, die tegen
hun aanslag reclameeren en door de raads
commissie wenechen te worden gehoord, het
verlangen daartoe in hun verzoek aan den
Raad behooren uit te drukken.
Wassenaar. Daar bestlervon or heel wat
van schrik, gistermorgen op de Kerklaan, toen
ze zagen hoe de oude, vyfentachtig jarige J.
R. viel en onder een rytuig geraakte. Ter
stond werd hy opgenomen en by J. L. binnen
gebracht. By onderzoek bleek, dat het wiel
over zyn voet was gegaan. Na verbonden te
zyn, werd hy per rytuig naar zyn woning
vervoerd.
Mr. Drucker over wettelijke regeling
van deii rechtstoestand der
bnrgerlijke ambtenaren.
Onze stadgenoot mr. H. L. Drucker sprak
te Groningen in een druk bezochte vergadering
voor wetteiyke regeling van den rechtstoestand
der burgeriyke ambtenaren. Dat deze rechts
toestand te wenachen overlaat, werd reeds in
1848 gevoeld door niemand minder dan Thor-
becke, die de noodzakelykheid van een wette-
lyke regeling erkende. Verder wees spr. op
een proefschrift van mr. Krabbe in 18^3 en
op hetgeen In 1890 jhr. Roell in de Tweede
Kamer zelde over de volslagen rechteloosheid
der burgeriyke ambtenaren. De beweging voor
een wettelyke regeling dagteekent eerst van
de laatste jaren, wat spr. heeft bevreemd,
waar het aantal ambtenaren steeds aangroeide.
Voor sommige ambtenaren, zooals die bU
de recbteriyke macht, de officieren en onder-
wyzers bestaat wettelyke regeling; voor
anderen zyn er enkele verspreide regelingen
op bepaaldo punten. Al behoeft de gebrekkige
regeling niet altyd tot verongeiyking aanleiding
te geven en leidt zy daartoe ook niet dikwyis,
toch dient er een regel van orde voor in de
plaats te komen, in het belang der ambtenaren
zelf, maar ook ln het belang van Staat en
gemeente. Hoe nu ln die zaak te voorzien?
Sommigen zoekende remedie in administratieve
rechtspraak, maar zal er rechtspraak zyn, zoo
moet er een regel en wet wezen. Zulk een
wettelyke regeling behoort tot stand te komen.
Prof. Drucker trad niet ln byzonderheden over
zoodanig wetsontwerp, maar wilde slechts twee
hoofdvragen behandelen. De eerste vraag, of deze
regeling behoort tot het privaat of hot publiek
recht, kan volgens hem worden uitgemaakt,
nadat een goede practische regeling is ge
maakt. De vraag voor wie de regeling moet
gelden, beantwoordt spreker in dien ziü, dat
zy moet omvatten, zoovelen als eenigszlns
mogelUk ls, omdat iedere grensbepaling moei-
lUkheden meebrengt. De overige details laat
spr. rusten. De Minister van Binnonlandsche
Zaken heeft.gezegd, dat er nog te weinig
aotie is, welnu zegt spreker, actie kan er
worden "gemaakt, dan is aan des Ministers
verlangen voldaan. Het ligt op den weg van
den Bond feiten te verzamelen, waaruit de
noodzakelykheid van een wettelyke regeling
biykt, en eon gedachtenwisseling over onder-
deelon der quaestie voor te bereiden. Er zyn
gunstige omstandigheden voor deze zaak: Ze
is niet een partybelang en er wordt niet on-
middeliyk een offer gevraagd van de schatkist.
Maar toch zal er veel en voortdurend propa
ganda noodig zyn om to zorgen dat ze niet
van de agenda verdwynt.
Na eenig debat met prof. Krabbe werd de
vergadering door den voorzitter van den Bond
gealoteju
Koninkl. beslui ton. Benoemd tot
officier van justitie to Utrecht, mr. G. J.
Ph. graaf SckimmelpennincK, officier to
Leeuwarden; te Zutfen mr. J. C. Roosen
burg, officier te Dordrecht; te Dordrecht
mr. G. J. W. van Tricht, offioier to Win-
sohoten; tot rechter in de rechtbank to Roer
mond mr. F. Jj. A. Vos do Wael, kanton
rechter te Weert, en mr. R. Oh. G. M. baron
De Bieberstein Rogalla Zawadsky, subst.-
griffier bij gemeld college; tot ambtenaar
van het Oponbaar Ministerie bij do kanton
gerechten in het arrondissement Arnhem tor
standplaats Arnhem, mr. P. W. R. Bouman,
thans ambtenaar van het Openbaar Minis
terie te Rotterdam; tot griffier bij het kan
tongerecht to Dordrecht jhr. mr. J. B. Coe-
nen van 's-Gravesloot, thans griffier bij het
kantongerecht to Schoonhoven; tot notaris
tö Zutfen E, Kingma, notaris te 't Zandt;
te Breda H. F. J. N. W. Temminck, candi-
daat to Utrecht; to Helvoirt H. P. A. van
Vlijmen, candidaat te 's-Hertogenbosch; te
Stadskanaal D. G. Westra, notaris te Dok-
kum; to Rotterdam mr. J. H. D. Schonkcn-
borg van Mierop, advocaat aldaar.
Met ingang van 1 Juni 1902. aan den amb
tenaar van het Openbaar Ministerie bij de
kantongerechten in het arrondissement Arn
hem, rar. O. W. Maris, met wijziging in zoo
verre vaji het Koninkb'jk besluit van 12 Juni
1S96 no. 35, als rechtsgebied oungowezen hot
arrondissement Arnhem in zijn geheel.
Min. beschikking. Voor het tijdvak tot
cn met 31 December 1902, benoemd tot assis
tent in het ziekenhuis aan do Rijks-univer
siteit to Groningen, J. A. A. MeualJa van
Schouwenburg.
Do ministers van oorlog, justitio en
waterstaat vorlecncn dezo week geen audiën
tie.
Onderwijzers voor Indii.
Ter boschikking van den Gouverneur-Ge
neraal van Nederlandsch-Indié kunnen wor
den gestold achttien onderwijzers, om to wor
den benoemd tot onderwijzer ('er derde kl.
bij het openbaar lager onderwijs voor Euro-
peanon daar to lande.
In aanmerking komen in do volgende
orde:
lo. zij, die in het bezit zijn der hoofdakte
en van de akten voor do Fransche of voor
de Engelsclio taal cn voor do gymnastiek of
de vrijo on orde-oefeningen dor gymnastiek;
2o. zij, die in het bezit zijn dor hoofdakte
cn van de akte voor do Fransche of voor de
Engolsche taal;
3o. zij, dio in het bezit zijn van do akten
voor do Fransche taal en voor do Engolscho
taal;
4o. zij, die in het bezit zijn van do akto
voor de Franscho taal.
Zij, die ter beschikking van den Gouvor-
nour-Gencraal van Ncdorlandsch-Indië wor
den gestold, ontvangen:
a. een gratificatie voor uitrusting ten bo-
dragö van /500;
b. vrijen overtocht naar Batavia als gou-
vernomonts passagier aor eerste klasse, c. q.
ook voor hun wettig gozin;
e. con voorloopig traktement van 100
'a maands, ingaando met don dag van aan
komst te Batavia.
Nadere bijzondorhedon in ao „Sts.-Ct."
van heden.
Melkhandel en besmettelijke ziekten.
De „Nederlandsche Maatschappy tot bevor
dering dor geneeskunst" had aan een com
missie, bestaande uit de hoeren H, W. 0. E
Hofstede, M. W. Pynappel en H. G. Ringeling,
de opdracht gegeven een onderzoek ln te
stellen naar do verbreiding van besmetteiyke
ziokten, door zuivelfabrieken en melkhandel
veroorzaakt. Het rapport van deze commissie
is opgenomen in No. 21 van hot Tyds. v.
Geneeskunde.
De commissie had 2425 vrageniysten rond
gezonden aan geneeskundigen; zy ontving 821
beantwoord terug, waarvan 268 slechts de
modedeeling behelsden dat de achryver nooit
het bedoelde verband had kunnen consta-
teeron. Hoewel de oogst dus niot groot was,
verwondert dit de commissie niot, vooral omdat
het constateeren van een vorband, in 't by-
zonder ten aanzien der zuivelfabrieken, voor
don practicus zoo uiterst mooilyk is. Intua-
schen meent de commissie te mogen conclu-
dooren „dat het ook voor ons vaderland, nu
eens met minder, dan weer met moer waar-
schyniykheid, tot byna absolute zekerheid toe,
gobleken is, dat de verspreiding van besmot-
teiyke ziekte, met name van febris typhëidea,
door den melkhandel een veelvuldig voor
komende gebeurtenis is, die de volle aandacht
onzer Maatschappy verdibnt, opdat door haar
de noodige stappen worden gedaan om aan
het kwaad paal on perk te stellen".
Zy stelt derhalve aan de algemeens verga.
De Pleegzuster.
£2)
Nu, op hem behoef ik niet jaloersch te zyn.
Jiaar in ernst: het is niet kwaad, dat je hem
bevalt; want dat is voor ons immers het
minder ideale, doch zoor practische voordeel
van je verbiyf daar. Zorg er maar voor, je
onmisbaar t^ maken. Mama is ook van plan,
Je een brief met eenige verstandige wenken
te sturen; want jy, myn liefste, ïydt een beetje
aan te grooten eenvoud des harten; je bent
wei „zacht als de duif", maar niet „listig
als de slang". Dat vind ik heel best, en het
maakt my gelukkig; in je tegenwoordige
positie echter ben ik zeer vóór slangenlist, en
daarvan heeft mama genoeg in voorraad, om
ei een beetje van to kunnen missen.
Als je weer schryft, lieve, gryp dan niet
weer by vergissing naar je oude opstellen-
boek, maar deel my dan eens wat interes
sants mee: over deD stand der landeryen,
de kostbare voorwerpen in het slot, de ge
bouwen, den veestapel, enz., voor zoover je
dat beoordeelen kunt. Dien ouden heer Michael
vind ik erg deftig en feudaal; die mag biyven,
als ik daar de teugels in handen neem. Voor
pet overige zal er wel
Poodig zyn.
En nu voor ditmaal genoeg. Word niet
melancholiek en bly'f frisch en gezond. Mama
aa je hartoiyk groeten. Hier is niets nieuws.
Jelui woning is nog niot verhuurd; de oude
meld doet zich daar flink te goed. Mama
heeft haar werkelyk een dienst bezorgd, of
liever haar „beste vriendin," welke waardig
heid tegenwoordig bekleed wordt door de
cenige^opruiming
corpulente Juno, mevrouw Erika Holdbach.
Want je moet my beloven, dat je niet den
roerend-sentimenteelen inval krygt, die Kuni-
gunde als pendant van den ouden getrouwen
Michael naar ons slot over te brengen; dan
wordt het my wat te vol feudale kostgangers.
Ik omhels je duizendmaal 1
Frits Karl."
Ongeveer acht dagen na haar komst te
Saloschin had Marie dit schryven ontvangen,
en dit was nu alweer een dag of tien geleden.
Het was haar rusttyd, tusschen twee en
vyf uur in den namiddag, als de zieke alleen
wenechte to blyven en zy met mevrouw
Sonnya in de kamer der huishoudster dineerde.
Daarna was zy in haar eigen kamer gegaan
en had nogmaals den brief gelezen; eenige
passages had zy nog eens herhaald, schaduwen
waren over haar gelaat gegleden, en ze had
gebloosd.
Een poosje bleef zy stilzitten met den brief
op haar schoot en tuurde naar de kronen der
oude lindeboomen, waarlangs de regen neer-
ritselde. Het was nu erg herfstachtig buiten.
Wat was die brief geheel anders dan zy
verwacht had! Ze had gehoopt op zyn lof,
misschien bewondering voor haar uitvoerig
heid, haar opvatting - en nu had hy geen
ander antwoord dan spot en blaam, en nog
iets anders, dat haar diep griefde: de toe
speling op hun beider voordeel, dat zy moest
in het oog houden by dien stervende
Hoe kon hy denken, dat zy daarvoor ook
slechts het geringste zou doen?
En hoe kon zy hem „interessante" dingen
schryven? Als ziekenverpleegster kwam zy
immers niet in aanraking met het landbouw-
bedryfl Wat ging het haar aan, of er veel
voorwerpen yan waarde ln het slot waren?
Zonderling I Was haar beminde ineens zóó
veranderd, dat zy hem in het geheel niet
meer begreop en dat zelfs zyn wyze van
uitdrukking haar zeer antipathiek was? Even
antipathiek als hem de hare I En zy had zich
zoo verheugd op dat langzamerhand met
elkaar vertrouwd en bekend raken, juist door
hun brievenZe had slecht* gewacht op zyo
antwoord om spoedig weer te schryven: ze
had hem zooveel belangwekkends te vertollen 1
Nu echter aarzelde zy; ze vroeg zicb af,
of het voor hem wel interessant zou zyn;
misschien zou hy veel sentimenteel en ver
velend vinden. Wat bleef er dan te doen
over? Een korten brief te zenden met veel
feiten.
Zy staarde voor zich heen en dacht na. Zy
droomde zich terug in menig uurtje, door
Frits by haar grootvader doorgebracht voor
hun verloving. Hy moest zich toen wel dwang
hebben aangedaan om zich in het gesprek te
voegen; waarschyniyk had hy inwendig er
mee gespot, terwyi hy met deftig gezicht aan
een ernstige gedachtenwisseling deelnam, 't
Was waar: ze herinnerde zich ge6n enkel
woord van hem, dat op haar den indruk ge
maakt had van diepgaande belangstelling, en
het was ook gebeurd, datrhy over een boek
op haar aanraden ter lezing meegenomen
eigeniyk niets wist te vertellen dan eenige
zeer algemeene woorden van lof; hy had het
zeker niet gelezen. Hy had haar toen maar
wat voorgelogenFoei, hoe kwam ze op
dat leelyke woord? 't Was haar bang te moede
on wee om het hart.
De schryfmappe, die ze al te voorschyn
had gehaald, borg ze weer wegze deed haar
mantel om en ging naar beneden in het park.
Daar, in het regenachtige herfstweer, werd
se nog ernatiger gestemd.
Melancholiek worden mocht ze echter niet.
Een weemoedig glimlachje kwam op haar
gelaat, nu zy zich betrapte, dat ze verlangde
naar het uur, waarop zjj naar den zieke terug
moest, alsof het een aangename verstrooiing
was. Eigeniyk had zy zich de zaak juist
andersom gedacht: de brieven van haar ver
loofde hadden haar verstrooiing en opwekking
moeten brengen vóór en na den droeven, ver-
moeienden plicht by den zioko.
,'t Is lief, dat u al komt," zei Albrecht
von Wahlbeck, toen zy binnentrad en een
weinig aarzelend bleef staan. Hy lag op don
divan, die uit het licht stond, tusschen orgel
en piano, dicht by den haard, waarin een
flink vuur vlamde.
Inderdaad, ze kwam te vroeg, een kwartior
wel, zooals de groote staande klok haar wees.
„Wil ik liever nog even weggaan? Wilt u
nog wat rusten?" vroeg zy.
„Neen. Integendeel. Ik dacht er juist aan,
u te vragen, voortaan wat vroeger te komen.
Myn tyd is kort, en om hem wat langer te
doen scbynen, tel ik by uren. Dat zyn voor
my zoo goed als jaren, en elk vreugdeloos
uur i3 een zwaar verlies."
Hy stak baar de band toe.
Door de wandeling in de frisscbo herfst
lucht waren haar wangen licht gekleurd, het
haar was een beetje verwaaid onder het
stemmige mutsje en kroesde bevallig over
het voorhoofd; in haar oogen straalde weer
die warme, gouden zomerdag, welka bekoring
zoo groot was voor ioder, die haar begreep.
Zy stond nu naast den divan. De kranke,
klamme hand omvatte de hare, vol levens
warmte; zyn oogen waren gericht op de
hare, die van hem afgewend waren, in den
flikkerenden gloed van het vuur.
vHet is een genot, u te zien, zuster,"
sprak hU peinzend; „inderdaad, professor
Labach is eon groot psycholooghy wist wel,
wat den kranken zenuwen, den moedon oogen
goeddoet en do nadorendo duisternis van don
nacht met een zachten schyn bestraalt. Ip
plaats van een dier sombere gestalten, wior
trekken spreken van teleurstelling en ellende,
wier gelaat de sporen draagt van al het ïyden,
dat zo hebben ondergaan, zond hy my u, zus
ter Marie, en het grynzende skelet met do zeis
verandeft in een ongel der barmhartigheid,
als do PietA daar."
Hy wees met de baad naar hot beeld boven
het orgel.
Zy boog het hoofd; ze kon zyn zookenden
bUk niet ontmoeten; want de lichtvaardig
spottende woorden van haar geliefde gleden
als het ware tusschen de zyne, die als erns
tige muziek in haar ziel weerklank vonden.
Dieper rood steeg naar de wangen, als het
schynsel van het vuur, waarvoor ze stond.
Of hy het daarvoor hield Do rimpel op zyn
voorhoofd groefde sterker en een bitter trok-T
ken deed zyn lip beven; hy liet haar hand
108-
„U houdt er niet van, dat men u pry sten
bewondert. Ik weet het; ik kan hot my be
grypen. Maar ach, laat voor my de bandon
der conventie niet meer golden slechts een
6chaduw meer, een licbaamlooze geest. Zou
't u moeiiyk vallen, my daarvoor aan te zien
Moet ik nog myne woorden op een goud
schaaltje leggen, om uw bescheidenheid niet
te kwetsen?"
(Wordt vervolgd.)