N* 12959 .baandag 3*3 Mei. Qeze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 26 Mei. Uit de „Staatscourant." FEUILLETON. Ao. 1902. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: _4-Voor Loiden por 8 maanden, 1.10. ■^Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zyn 1.80 Franco per post1-65- PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1—6 regels 1.05. Iodere regel meer 0.17$. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Gemeentezaken. Eet adres der gemeente-toerklieden. In de laatste zitting van den gemeenteraad Cwam onder de ingekomen stukken voor een adres van de Gemeente werklleden-vereeniging #Recht en Plicht", welk adres toen-in handen van B. en Ws. werd gesteld om praeadvies. Pit verzoekschrift luidt in zyn geheel als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. Ondergeteekenden,1 Voorzitter en Secretarie der Gemeente-werklieden-vereeniglng „Recht en Plicht", daartoe by buitengewone ver gadering gemachtigd, geven met verschul- djgden eerbied te kennen „dat de gemeente-werklieden reeds dd. 1 November 1900 het plan hadden opgevat, om by request aan den Raad der gemeente te verzoeken hun een geleidelijke verhooging hunner verdiensten toe te staan, ten einde aan de meerdere behoefte hunner gezinnen, veroorzaakt door de steeds stygende econo mische toestanderr'Tihen begrypt de bedoeling! .Bed.) eenigazin8 te gemoet te kunnen komen. „dat zy na do aanbieding der kopie van het request aan Heeren Burgemeester en Wethouders op Hun EdelAcbtbaar advies hebben besloten het request den Raad niet aan 'te bieden, daar toch door het intreden der maximale verhooging van arbeidsloon en Indeelingdergemeente-werklieden in categorieën liun door Burg. en Weths. is toegestaan geworden een percentale verhooging van loon Daar den volgenden maatstaf: dat een werk man der gemeente met een wekeiyksch loon ,van 8 een verhooging kreeg van f 0.10 per week en een werkman op eon wekeiyksch loon van ƒ10.40 een verhooging ontving van 0.40 per week; deze beslissing werd met dank baarheid aanvaard. „dat by het vaststellen van de bydragen voor hot Weduwen- en Kinderfonds aan onze verdiensten wederom een verhooging zal worden toogevoegd> waardoor aan de gemeente werklieden in 't algomoon een toelage zal worden gegeven van 0.30 per week, zoodat deze beide verhoogingen in 't gunstigste geval te zamon bedragen 0.70 per week, daaren tegen bedraagt de aanslag in de pensioen- verzekering voor hen, die in dit gunstigste geval verkeeren, 0.60 per week, zoodat hy ever 't geheel genomen zich ƒ0.10 per week Verbetert. Het meerendeel der' gemeentewerklieden verkeert echter niet in dat allergunstigste geval en zyn in verhouding tot dezo beide verhoogingen en den aanslag in de pensioens- verzekoring feitelyk tegenover hun loonont- vangst achteruitgegaan. Altemaal redonen, waarom zy terugkomen *>p het besluit tot indiening van het request aangenomen op de vergadering der gemeente werklieden d.d. 1 November 1900 en er op aandringen, dat het den Raad moge behagen do loonsverhooging toe to staan indertyd aan Burg en Weths. bekendgemaakt, of althans zoodanige loonsregeling te treffen dat de ver diensten der gemeentewerklieden in overeen stemming worden gebracht met de tegen woordige eischen van het sociale leven, de belangen hunner gezinnen en zy daardoor aan bun verplichtingen als werkman kunnen biy- ven voldoen. 't Welk doende requestranten namens de gemeente-werklieden-vereeniging „Recht en Plicht" H. Botermans, voorzitter. A. J. Leoet, secretaris." Wat kunnen wy, na de pas ingevoerde loonsverhooging van dit adres anders zeggen dan: 't vragen staat vry, maar.... het wei geren staat er by! By de heden gehouden openbare ver- kooping van cokes in partyen van 10 en 5 H.L., waren de pryzen 4 en ƒ2. Naar men meldt, is in de ernstige onge steldheid van jhr. rar. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, lid van de Eerste Kamer, een gunstige wending gekomen, zoodat zyn herstel met grond mag worden verwacht. (N. C.) In een vergadering der Nederlandsche Studenten-Vereeniging Hollandia te Zurich Is besloten in verbinding te treden met de ingeschrevenen aan de Polytechnische School te Delft. Tot vertegenwoordiger en correspondent dier Yereeniging werd gekozen de heer Leonard Kooyker. Dit besluit is in zeker opzicht belangryk, omdat verscheidene Ingeschrevenen by de Polytechnische School na het eindigen hunner studie zich naar Zurich begeven ten einde hun kennis te vermeerderen. AE.) De hoofdredacteur van „De Tyd", mgr. Eygenraam, seint aan zyn blad, dat hy in particuliere audiëntie door Z. H. den Paus werd ontvangen, die hem machtigde mede te doelen, dat het plan bestaat een der paleizen te Rome aan te koopen voor de vestiging van het Hollandsche College. Op de door curatoren_van het stedeiyk gymnasium te Utrecht opgemaakte voordracht, voor de vervulling der met 1 September a. s. openvallende betrekking van rector van go- noemde inrichting komen voor (in alphabetische orde): lo. dr. N. J. Singels, te Utrecht, 2o. dr. J. J. G. Vürtheim, te Haarlem. Voor de vervulling der met 1 September a. 8. openvallende betrekking van leerares iu de Fransche taal aan de H. B.-S. voor meisjes aldaar worden aanbevolen: lo. moj. M. W. Enklaar te Nymegen; 2o. mej. J. Berdenis van Berlekom te 's-Gravenhage; 3o. mej. M. E. Loke te Zwolle. Men moldt uit Amersfoort: De heer H. C. Tauuay, 1ste luitenant by het lste reg. huzaren alhier, overleed na een kort, maar vreeseiyk ïydon, in den leeftyd van ruim 36 jaar, aan hersenvliesontsteking. De overledene was algemeen geacht en bemind, zoowel by de burgery als ln het leger. Het stoomschip „Kronprinz" (uitreis) vertrok 23 Mei van Napels; de „Sloterdyk" arriveerde 24 Mei van Rotterdam te Newport- News; de „Koningin-Regentes", van Amster dam naar Batavia, arriveerde 25 Mei te South ampton, de „König" (uitreis) vertrok 28 Mei van Kaapstad; de „Ryndam", van Rotterdam naar Niouw-York, passeerde 23 Mei Lizard;de „Prins Willem II" arriveerde 24 Mei van West-Indië te Havre; te Havre; de „Timor" vertrok 23 Mei van Batavia naar Amsterdam; de „Kedlri" arriveerde 28 Mei van Batavia te Macassar; de „Oengaran", van Rotterdam naar Batavia, is 23 Mei Kaap Carvoeiro gepasseerd; de „Soorabaya" vertrok 24 Mei van Batavia naar Rotterdam. Bodegraven. Het zesjarig zoontje van S., alhier, geraakte Zaterdagmiddag in een sloot achter de Emmakade, waaruit het eenlgentyd daarna levenloos werd" opgehaald. Hazerswoude. Woensdag 28 Mei a. s. des voormiddag8 te 10 uren, zal er een openbare vergadering van den gemeenteraad worden gehouden. Punten van behandelinglste Me- dedeeling ingekomen stukken: 2deOnderwya Ryndyk; 3de Ontheffing schoolgeld. Bij en voor rekening der Gereformeerde kerk zal een gebouw worden gesticht tot 't hou den van vergaderfngen enz. De werkzaamheden zullen plaats hebben onder toezicht van den heer A. H. Goldberg, bouwkundige alhier. Koudekerk. Naar wy vernemen, is onze vroegere dorpsgenoot de heor B. Th. Avenarius, thans onderwyzer te Vlissingen, benoemd tot hoofd aan eene school voor M. U. L. O. te Maassluis, welke benoemiDg door hem is aan genomen, terwyl bU voor zyn benoemiDg als lste onderwyzer (waarnemend hoofd) aan een jongensschool te Leiden heeft bedankt Het in deze gemeente voorkomend ge val van febris typhoidea is weder geweken, zoodat nu niemand meer aan deze ziekte lydende ls. Do verpachting van de opbrengst van het grasgewas van de voormalige Ambachts kade zal plaats hebben op 28 Mei a.6. dee voormiddags 11 uur in het Cafó der wed. C. van Egmond. Woensdag, 4 Juni a.s. herdenkt de brigradier J. van Raad, commandant der brigade ryksvoldwacht te Alfen, don dag, waarop hy voor 30 jaren tot ryksvoldwachter 3e klasse, ter standplaats Noordwyk werd aangesteld na 6 jaar bil het reg. gren. en jagers te heb ben gedieriT en als korporaal-scherpschutter te zyn gepasporteerd. Als ryksvoldwachter diendo by tot 4 April 1884, toen hy wegens goed gedrag en dlenstyver bevorderd werd tot brigadier titulair, terwyi hy 10 jaar later, op 1 Augustus 1894, werd bevorderd tot briga dier, brigade-commandant te Brielle. In dezelfde qualitoit werd hy op 9 November 1895 over geplaatst naar Alfen. Het zal den geachten jubilaris, die 36 jaren trouw en met de meeste dienstyver den lande diende en in dien dienst vergrysde op den 4den Juni a.s. niot ontbreken aan biyken van belangstelling en waardeering. Voorschoten. Het door Gedeputeerde Staten goedgekeurde kohier van den hoofd, omslag ls gedurende 5 maanden ter secretairio tor visie gelegd. Herinnerd wordt, dat zy, die tegen hun aanslag reclameeren en door de raads commissie wenechen te worden gehoord, het verlangen daartoe in hun verzoek aan den Raad behooren uit te drukken. Wassenaar. Daar bestlervon or heel wat van schrik, gistermorgen op de Kerklaan, toen ze zagen hoe de oude, vyfentachtig jarige J. R. viel en onder een rytuig geraakte. Ter stond werd hy opgenomen en by J. L. binnen gebracht. By onderzoek bleek, dat het wiel over zyn voet was gegaan. Na verbonden te zyn, werd hy per rytuig naar zyn woning vervoerd. Mr. Drucker over wettelijke regeling van deii rechtstoestand der bnrgerlijke ambtenaren. Onze stadgenoot mr. H. L. Drucker sprak te Groningen in een druk bezochte vergadering voor wetteiyke regeling van den rechtstoestand der burgeriyke ambtenaren. Dat deze rechts toestand te wenachen overlaat, werd reeds in 1848 gevoeld door niemand minder dan Thor- becke, die de noodzakelykheid van een wette- lyke regeling erkende. Verder wees spr. op een proefschrift van mr. Krabbe in 18^3 en op hetgeen In 1890 jhr. Roell in de Tweede Kamer zelde over de volslagen rechteloosheid der burgeriyke ambtenaren. De beweging voor een wettelyke regeling dagteekent eerst van de laatste jaren, wat spr. heeft bevreemd, waar het aantal ambtenaren steeds aangroeide. Voor sommige ambtenaren, zooals die bU de recbteriyke macht, de officieren en onder- wyzers bestaat wettelyke regeling; voor anderen zyn er enkele verspreide regelingen op bepaaldo punten. Al behoeft de gebrekkige regeling niet altyd tot verongeiyking aanleiding te geven en leidt zy daartoe ook niet dikwyis, toch dient er een regel van orde voor in de plaats te komen, in het belang der ambtenaren zelf, maar ook ln het belang van Staat en gemeente. Hoe nu ln die zaak te voorzien? Sommigen zoekende remedie in administratieve rechtspraak, maar zal er rechtspraak zyn, zoo moet er een regel en wet wezen. Zulk een wettelyke regeling behoort tot stand te komen. Prof. Drucker trad niet ln byzonderheden over zoodanig wetsontwerp, maar wilde slechts twee hoofdvragen behandelen. De eerste vraag, of deze regeling behoort tot het privaat of hot publiek recht, kan volgens hem worden uitgemaakt, nadat een goede practische regeling is ge maakt. De vraag voor wie de regeling moet gelden, beantwoordt spreker in dien ziü, dat zy moet omvatten, zoovelen als eenigszlns mogelUk ls, omdat iedere grensbepaling moei- lUkheden meebrengt. De overige details laat spr. rusten. De Minister van Binnonlandsche Zaken heeft.gezegd, dat er nog te weinig aotie is, welnu zegt spreker, actie kan er worden "gemaakt, dan is aan des Ministers verlangen voldaan. Het ligt op den weg van den Bond feiten te verzamelen, waaruit de noodzakelykheid van een wettelyke regeling biykt, en eon gedachtenwisseling over onder- deelon der quaestie voor te bereiden. Er zyn gunstige omstandigheden voor deze zaak: Ze is niet een partybelang en er wordt niet on- middeliyk een offer gevraagd van de schatkist. Maar toch zal er veel en voortdurend propa ganda noodig zyn om to zorgen dat ze niet van de agenda verdwynt. Na eenig debat met prof. Krabbe werd de vergadering door den voorzitter van den Bond gealoteju Koninkl. beslui ton. Benoemd tot officier van justitie to Utrecht, mr. G. J. Ph. graaf SckimmelpennincK, officier to Leeuwarden; te Zutfen mr. J. C. Roosen burg, officier te Dordrecht; te Dordrecht mr. G. J. W. van Tricht, offioier to Win- sohoten; tot rechter in de rechtbank to Roer mond mr. F. Jj. A. Vos do Wael, kanton rechter te Weert, en mr. R. Oh. G. M. baron De Bieberstein Rogalla Zawadsky, subst.- griffier bij gemeld college; tot ambtenaar van het Oponbaar Ministerie bij do kanton gerechten in het arrondissement Arnhem tor standplaats Arnhem, mr. P. W. R. Bouman, thans ambtenaar van het Openbaar Minis terie te Rotterdam; tot griffier bij het kan tongerecht to Dordrecht jhr. mr. J. B. Coe- nen van 's-Gravesloot, thans griffier bij het kantongerecht to Schoonhoven; tot notaris tö Zutfen E, Kingma, notaris te 't Zandt; te Breda H. F. J. N. W. Temminck, candi- daat to Utrecht; to Helvoirt H. P. A. van Vlijmen, candidaat te 's-Hertogenbosch; te Stadskanaal D. G. Westra, notaris te Dok- kum; to Rotterdam mr. J. H. D. Schonkcn- borg van Mierop, advocaat aldaar. Met ingang van 1 Juni 1902. aan den amb tenaar van het Openbaar Ministerie bij de kantongerechten in het arrondissement Arn hem, rar. O. W. Maris, met wijziging in zoo verre vaji het Koninkb'jk besluit van 12 Juni 1S96 no. 35, als rechtsgebied oungowezen hot arrondissement Arnhem in zijn geheel. Min. beschikking. Voor het tijdvak tot cn met 31 December 1902, benoemd tot assis tent in het ziekenhuis aan do Rijks-univer siteit to Groningen, J. A. A. MeualJa van Schouwenburg. Do ministers van oorlog, justitio en waterstaat vorlecncn dezo week geen audiën tie. Onderwijzers voor Indii. Ter boschikking van den Gouverneur-Ge neraal van Nederlandsch-Indié kunnen wor den gestold achttien onderwijzers, om to wor den benoemd tot onderwijzer ('er derde kl. bij het openbaar lager onderwijs voor Euro- peanon daar to lande. In aanmerking komen in do volgende orde: lo. zij, die in het bezit zijn der hoofdakte en van de akten voor do Fransche of voor de Engelsclio taal cn voor do gymnastiek of de vrijo on orde-oefeningen dor gymnastiek; 2o. zij, die in het bezit zijn dor hoofdakte cn van de akte voor do Fransche of voor de Engolsche taal; 3o. zij, dio in het bezit zijn van do akten voor do Fransche taal en voor do Engolscho taal; 4o. zij, die in het bezit zijn van do akto voor de Franscho taal. Zij, die ter beschikking van den Gouvor- nour-Gencraal van Ncdorlandsch-Indië wor den gestold, ontvangen: a. een gratificatie voor uitrusting ten bo- dragö van /500; b. vrijen overtocht naar Batavia als gou- vernomonts passagier aor eerste klasse, c. q. ook voor hun wettig gozin; e. con voorloopig traktement van 100 'a maands, ingaando met don dag van aan komst te Batavia. Nadere bijzondorhedon in ao „Sts.-Ct." van heden. Melkhandel en besmettelijke ziekten. De „Nederlandsche Maatschappy tot bevor dering dor geneeskunst" had aan een com missie, bestaande uit de hoeren H, W. 0. E Hofstede, M. W. Pynappel en H. G. Ringeling, de opdracht gegeven een onderzoek ln te stellen naar do verbreiding van besmetteiyke ziokten, door zuivelfabrieken en melkhandel veroorzaakt. Het rapport van deze commissie is opgenomen in No. 21 van hot Tyds. v. Geneeskunde. De commissie had 2425 vrageniysten rond gezonden aan geneeskundigen; zy ontving 821 beantwoord terug, waarvan 268 slechts de modedeeling behelsden dat de achryver nooit het bedoelde verband had kunnen consta- teeron. Hoewel de oogst dus niot groot was, verwondert dit de commissie niot, vooral omdat het constateeren van een vorband, in 't by- zonder ten aanzien der zuivelfabrieken, voor don practicus zoo uiterst mooilyk is. Intua- schen meent de commissie te mogen conclu- dooren „dat het ook voor ons vaderland, nu eens met minder, dan weer met moer waar- schyniykheid, tot byna absolute zekerheid toe, gobleken is, dat de verspreiding van besmot- teiyke ziekte, met name van febris typhëidea, door den melkhandel een veelvuldig voor komende gebeurtenis is, die de volle aandacht onzer Maatschappy verdibnt, opdat door haar de noodige stappen worden gedaan om aan het kwaad paal on perk te stellen". Zy stelt derhalve aan de algemeens verga. De Pleegzuster. £2) Nu, op hem behoef ik niet jaloersch te zyn. Jiaar in ernst: het is niet kwaad, dat je hem bevalt; want dat is voor ons immers het minder ideale, doch zoor practische voordeel van je verbiyf daar. Zorg er maar voor, je onmisbaar t^ maken. Mama is ook van plan, Je een brief met eenige verstandige wenken te sturen; want jy, myn liefste, ïydt een beetje aan te grooten eenvoud des harten; je bent wei „zacht als de duif", maar niet „listig als de slang". Dat vind ik heel best, en het maakt my gelukkig; in je tegenwoordige positie echter ben ik zeer vóór slangenlist, en daarvan heeft mama genoeg in voorraad, om ei een beetje van to kunnen missen. Als je weer schryft, lieve, gryp dan niet weer by vergissing naar je oude opstellen- boek, maar deel my dan eens wat interes sants mee: over deD stand der landeryen, de kostbare voorwerpen in het slot, de ge bouwen, den veestapel, enz., voor zoover je dat beoordeelen kunt. Dien ouden heer Michael vind ik erg deftig en feudaal; die mag biyven, als ik daar de teugels in handen neem. Voor pet overige zal er wel Poodig zyn. En nu voor ditmaal genoeg. Word niet melancholiek en bly'f frisch en gezond. Mama aa je hartoiyk groeten. Hier is niets nieuws. Jelui woning is nog niot verhuurd; de oude meld doet zich daar flink te goed. Mama heeft haar werkelyk een dienst bezorgd, of liever haar „beste vriendin," welke waardig heid tegenwoordig bekleed wordt door de cenige^opruiming corpulente Juno, mevrouw Erika Holdbach. Want je moet my beloven, dat je niet den roerend-sentimenteelen inval krygt, die Kuni- gunde als pendant van den ouden getrouwen Michael naar ons slot over te brengen; dan wordt het my wat te vol feudale kostgangers. Ik omhels je duizendmaal 1 Frits Karl." Ongeveer acht dagen na haar komst te Saloschin had Marie dit schryven ontvangen, en dit was nu alweer een dag of tien geleden. Het was haar rusttyd, tusschen twee en vyf uur in den namiddag, als de zieke alleen wenechte to blyven en zy met mevrouw Sonnya in de kamer der huishoudster dineerde. Daarna was zy in haar eigen kamer gegaan en had nogmaals den brief gelezen; eenige passages had zy nog eens herhaald, schaduwen waren over haar gelaat gegleden, en ze had gebloosd. Een poosje bleef zy stilzitten met den brief op haar schoot en tuurde naar de kronen der oude lindeboomen, waarlangs de regen neer- ritselde. Het was nu erg herfstachtig buiten. Wat was die brief geheel anders dan zy verwacht had! Ze had gehoopt op zyn lof, misschien bewondering voor haar uitvoerig heid, haar opvatting - en nu had hy geen ander antwoord dan spot en blaam, en nog iets anders, dat haar diep griefde: de toe speling op hun beider voordeel, dat zy moest in het oog houden by dien stervende Hoe kon hy denken, dat zy daarvoor ook slechts het geringste zou doen? En hoe kon zy hem „interessante" dingen schryven? Als ziekenverpleegster kwam zy immers niet in aanraking met het landbouw- bedryfl Wat ging het haar aan, of er veel voorwerpen yan waarde ln het slot waren? Zonderling I Was haar beminde ineens zóó veranderd, dat zy hem in het geheel niet meer begreop en dat zelfs zyn wyze van uitdrukking haar zeer antipathiek was? Even antipathiek als hem de hare I En zy had zich zoo verheugd op dat langzamerhand met elkaar vertrouwd en bekend raken, juist door hun brievenZe had slecht* gewacht op zyo antwoord om spoedig weer te schryven: ze had hem zooveel belangwekkends te vertollen 1 Nu echter aarzelde zy; ze vroeg zicb af, of het voor hem wel interessant zou zyn; misschien zou hy veel sentimenteel en ver velend vinden. Wat bleef er dan te doen over? Een korten brief te zenden met veel feiten. Zy staarde voor zich heen en dacht na. Zy droomde zich terug in menig uurtje, door Frits by haar grootvader doorgebracht voor hun verloving. Hy moest zich toen wel dwang hebben aangedaan om zich in het gesprek te voegen; waarschyniyk had hy inwendig er mee gespot, terwyi hy met deftig gezicht aan een ernstige gedachtenwisseling deelnam, 't Was waar: ze herinnerde zich ge6n enkel woord van hem, dat op haar den indruk ge maakt had van diepgaande belangstelling, en het was ook gebeurd, datrhy over een boek op haar aanraden ter lezing meegenomen eigeniyk niets wist te vertellen dan eenige zeer algemeene woorden van lof; hy had het zeker niet gelezen. Hy had haar toen maar wat voorgelogenFoei, hoe kwam ze op dat leelyke woord? 't Was haar bang te moede on wee om het hart. De schryfmappe, die ze al te voorschyn had gehaald, borg ze weer wegze deed haar mantel om en ging naar beneden in het park. Daar, in het regenachtige herfstweer, werd se nog ernatiger gestemd. Melancholiek worden mocht ze echter niet. Een weemoedig glimlachje kwam op haar gelaat, nu zy zich betrapte, dat ze verlangde naar het uur, waarop zjj naar den zieke terug moest, alsof het een aangename verstrooiing was. Eigeniyk had zy zich de zaak juist andersom gedacht: de brieven van haar ver loofde hadden haar verstrooiing en opwekking moeten brengen vóór en na den droeven, ver- moeienden plicht by den zioko. ,'t Is lief, dat u al komt," zei Albrecht von Wahlbeck, toen zy binnentrad en een weinig aarzelend bleef staan. Hy lag op don divan, die uit het licht stond, tusschen orgel en piano, dicht by den haard, waarin een flink vuur vlamde. Inderdaad, ze kwam te vroeg, een kwartior wel, zooals de groote staande klok haar wees. „Wil ik liever nog even weggaan? Wilt u nog wat rusten?" vroeg zy. „Neen. Integendeel. Ik dacht er juist aan, u te vragen, voortaan wat vroeger te komen. Myn tyd is kort, en om hem wat langer te doen scbynen, tel ik by uren. Dat zyn voor my zoo goed als jaren, en elk vreugdeloos uur i3 een zwaar verlies." Hy stak baar de band toe. Door de wandeling in de frisscbo herfst lucht waren haar wangen licht gekleurd, het haar was een beetje verwaaid onder het stemmige mutsje en kroesde bevallig over het voorhoofd; in haar oogen straalde weer die warme, gouden zomerdag, welka bekoring zoo groot was voor ioder, die haar begreep. Zy stond nu naast den divan. De kranke, klamme hand omvatte de hare, vol levens warmte; zyn oogen waren gericht op de hare, die van hem afgewend waren, in den flikkerenden gloed van het vuur. vHet is een genot, u te zien, zuster," sprak hU peinzend; „inderdaad, professor Labach is eon groot psycholooghy wist wel, wat den kranken zenuwen, den moedon oogen goeddoet en do nadorendo duisternis van don nacht met een zachten schyn bestraalt. Ip plaats van een dier sombere gestalten, wior trekken spreken van teleurstelling en ellende, wier gelaat de sporen draagt van al het ïyden, dat zo hebben ondergaan, zond hy my u, zus ter Marie, en het grynzende skelet met do zeis verandeft in een ongel der barmhartigheid, als do PietA daar." Hy wees met de baad naar hot beeld boven het orgel. Zy boog het hoofd; ze kon zyn zookenden bUk niet ontmoeten; want de lichtvaardig spottende woorden van haar geliefde gleden als het ware tusschen de zyne, die als erns tige muziek in haar ziel weerklank vonden. Dieper rood steeg naar de wangen, als het schynsel van het vuur, waarvoor ze stond. Of hy het daarvoor hield Do rimpel op zyn voorhoofd groefde sterker en een bitter trok-T ken deed zyn lip beven; hy liet haar hand 108- „U houdt er niet van, dat men u pry sten bewondert. Ik weet het; ik kan hot my be grypen. Maar ach, laat voor my de bandon der conventie niet meer golden slechts een 6chaduw meer, een licbaamlooze geest. Zou 't u moeiiyk vallen, my daarvoor aan te zien Moet ik nog myne woorden op een goud schaaltje leggen, om uw bescheidenheid niet te kwetsen?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1