ffc f2953 feze <€ourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Offlcieele Kennisgeving. Aed.-Zuidalrikaausclic Vcrceuiging. PINKSTEREN. Zaterdag TT 3ïei. A°. 1902. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon por 8 maandonI I f 1.10. Buiten Loidon, per looper on waar agenten gevestigd zyn 1.80 Frauco per post1.65 PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moor t 0.17$. Qrootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiton do stad wordt f 0.05 berekend. Wegens liet Pinksterfeest ter- tehijni a. s. Maandag geen I.eidsch Uaglilad. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter algemeeoe kennis, dat het Bureau van den Burgerlijken ötand m de Bevolking op Maaudag 19 Mei a. a. i2den Pinkster.isg) zal geopend zijn van i#e morgens y uren tot des middags 12 oren. Liuigemeesier en'Wethouders voornoemd, Leiden, 11. C. JUTA, W etliloco Burg. 17 Mei 1902. VAN HEYST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ier algemeone kennis dat de passage langs de tl oogewoerd nabij de Vro u w e n s t e e g. wegona het leggen van een gasleiding, op Dinsdag 20 Mei a. a. voor rij- en voei tuigen zal zijn afgesloten. Buigeineesiei en W etliouders voornoemd. Leiden, LI. C. JUÏA, Weth., loco-Burg. 17 Mei 1902. VAN HiSYST, fcecretans. A/d. Leiden cn Omstreken. Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter- woud8che Bingel 41 Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad: Gecollecteerd door Jan op de bruiloft van Eva en Josuaf 1.17s Overgehouden van een limonade-feest van Albei tf 0.30 By dragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester ot aan het Bureel van dit Blad. Ons zomerfeest bij uitnemendheid heeft een belangwekkende geschiedenis. Oorspron kelijk mort het wel zijn plaats hebben inge nomen bij den ccredienst der natuurver schijnselen, als openbaringen van de werk zaamheid der Hoogste Macht, door de vol ken in een ver achter ons liggend bescha vingstijdperk ingesteld en in stand gehou den. Bij een innige betrekking tot de stoffelijke wereld, bij dagclijksch verkeer op veld en akker, en onder den invloed eener geestes richting, die de voorstelling van het onbe- grepene en ongeziene vermengde met de in drukken, door het zichtbare teweeggebracht, kon het niet anders, of dc merkwaardige tijdstippen in de jaarlijks wederkeerende reeks der werkingen, waarvan het levenson derhoud aller schepselen afhangt, moesten wel op bijzondere wijze herdacht worden. Dankbare vreugde bij het intreden van het 6choono tijdperk der volle groeikracht, bij het aanschouwen van den hcerlijkstcn luister in plant en bloem, bij het gonieten reeds van de eerste vruchten, die weldra zouden ge volgd worden door railden overvloed, zij moet de geboorte gegeven hebben aan het feest, dat in latere tijden vele wisselingen heeft ondergaan en rijker van inhoud is ge- wordon, maar toch, aan zijn oorsprong ge trouw, een godsdienstig karakter heeft be houden. In Oud-Israel was Pinksteren een oogst feest, zeer verklaarbaar als men bedenkt dat in Palestina de rijpwording, dank zij het milde klimaat, veel vroeger intrad dan in onze noordelijke 1 -nden, en de gewoonte, om bij dat feest offergaven van veldvruchten te brengen, bleef bestaan, ook sedert er aan was toegevoegd de herdenking van do wet geving op Sinaï, hetgeen eerst na de Babylo nische Ballingschap moet zijn geschied. Deze ontwikkelingsvorm van do feestgedachte gaf er een beslist nationalen toon aau, bracht haar in nauwer verband met den godsdienst, en maakt het begrijpelijk, dat tot de viering uit dc onderscheiden landen Joodsche kolo nisten samenkwamen in de hoofdstad van het moederland, zooals wij dat beschreven vinden in het gewijde verhaal, dat den grondslag uitmaakt van de Pinksterviering der Christenheid. Afgescheiden nu van de opvattingen, die persoonlijke denkwijze hecht aan do bijzon derheden, vindon wij toch allen in dat ver haal uitgedrukt, welke beteekenis de Pink- steridéc heeft voor het godsdienstig leven. Ook deze is eerst in den loop der tijden ge worden tot hetgeen zij thans i§. Niet vroe ger dan in het begin der negende uuw heeft de Kerk de Pinksterviering vastgesteld: het was in 805, op het Concilie van Elvira (Spanje). Pinksteren legt vooral den nadruk op het propagandistisch karakter van het Chris tendom. Over Jezus' discipelen wordt uitge stort de Heilige Oce9tzij voelen zich geroe pen om te getuigen van hetgeen in hen leeft, voor do schare van geloofsgenootcn uit Ju- da's stam, gedrongen t t aaneensluiting van allen, wien dezelfde bezieling ten deel valt. In de hoofdstad, die den GrooteD Meester verwierp, vormt zich de eerste Christenge meente, uit eenvoudigo lieden, niet uitblin kende door macht of aanzien, evenmin door geleerdheid, maar die in een ruimer begrip van do betrekking der mcnschen tot den Hemelschen Vader en van de broederlijke gezindheid onderling, het brood des levens gevoftden hebben. En van dat oogenblik af vergenoegen zij zich niet mot den schat voor zichzelvcn te behouden, zich in stilte en in kleinen kring er mede te verlustigen. Zij moeten dc wereld in, om aan alle mensohen, aan Joden en Heidenen, te verkondigen de heerlijkheid van het Evangelie der liefde hun geestdrift stijgt naarmate zij moeilijkhe den ontmoeten bespotting noch vervolging houden hen terug. De snelle verspreiding van het Christendom, reeds binnen de gren zen van één eeuw, over alle onder Rornein- sche heerschappij staande gewesten, mag be schouwd worden als een historisch wonder, slechts geëvenaard door een ander wonder, de onverzettelijke volharding door do apos- tclon en hun leerlingen aan den dag gelegd. Pinksteren is het feest der zending. Dit ligt reeds in zijn oorsprong opgesloten. De edelste gavo wordt medegedeeld met on begrensde mildheidwie zij ton deel is ge vallen, spreken er van met anderen, en hun geestdrift plant zich voort, van hart tot hart. En als na korter of langer tijd zich ergens de groepen van belijders hebben ge vormd, die, als de eerste christenkerken, be stemd waren om het ideaal der hoogste liefde in zich op te nemen, te bewaren voor ver duistering, te beschermen in den strijd tegen zelfzucht en geweldenarij, dan zien w'j te vens uit die kerken de gezanten te voorschijn treden, die dc stem der uitnoodiging doen klinken in de verte, die op dc dorre velden der geestelijke verdooving nieuw loven gaan brengen, die licht willen ontsteken in dichte duisternis. Om gerechtigd te zijn, ,het Pinksterfeest te vieren, moeten wij, Christenen, zendingsar- bcid verrichten, ieder naar zijn aard en ver mogen. Slechts enkelen der onzen zijn geroepen om uit te trekken naar c' n vreemde, om er don beschavenden en veredelenden invloed van den christclijken godsdienst te vestigen. Die grootsche arbeid wordt niet naar verdienste op prijs gestelder mag bij gezegd worden, niet altijd op waardige wijze verricht. Min achtende bejegening verdient hij allerminst. Waar zonder politieke cn materieelc bedoe lingen de christelijke propaganda optreedt, waar zij de zedelijke rheffing beoogt ook door verbetering van de levensomstandighe den, brengt zij een w ldadigc omkeering te weeg, geeft zij aan het volkslcvon een rich ting ten goede, verhoogt zij «et maatschap pelijk peil cn vermeerdert zij den welstand Een zeer te waardeeren steun van dezen ar beid cn een medewerking die d,e persoonlijke cenigermatc kan vervangen, ligt in het be reik van allen van »'it werk toch kan te recht gezegd worden» dat ook het penninkske van den minvermogende daarbij vruchten afwerpt. Verder is er propaganda in eigen kringen. De vraag is gedaan, en haar beantwoording is nog altijd op niet of weinig afdoende wijze vernomen, dat in weerwil van dc negen tien eeuwen, gedurende welke de Heilige Geest zich heeft uitgebreid over de mensch- heid, deze zoo ontzaglijk veel zedelijke onvol maaktheid vertoont, dab twijfel aan do ver heffende en louterende werking van dien geest gerechtvaardigd 6chijnt; waar toepas sing van het christelijk beginsel afbreuk zou doen aan stoffelijke belangen, laat men het maar al te vaak op den achtergrond, of, wat erger is, men ontleent aan het christen dom zekere spreekwijzen, waarvan het ge bruik een sluier werpt over de grofste uitin gen van het egoïsme. Daar is alleen van te zeggen, dat do Heilige Ccafc geen ingang heeft gevonden in dc harten, ze althans niet heeft vermeestord. De zegepraal van het licht is nog maar een gedeeltelijke. En, bij de erkenning van wat er al ten goede door is veranderd, mocht wel dc gedachte ons be droeven, dat het zoo oneindig veel beter zou zijn bij con dkomen overwinning. Welnu, dio te helpen bewerkstelligen, dat is onze zonding. Om d ze te volbrengen zijn wij in de wereld. Het begin is: zelf Christen te zijn, en wie dat is, h« tegelijk don weg gevonden om aan zijn roeping ton aanzien van de groote broederschap te voldoen. Als dc apostelen vervuld zijnde van den Heiligen Geest, zullen wij tot allen spreken, een iege lijk in zijn eigen taal, en velen toebrengen tot do gemeense' ap d.-rgencn, die het burger schap van het Godsrijk het hoogste achten, dat biniicm menscbolijk bereik ligt. Dan zal het werkolijk Pinksteren zijn. Uit «1e Tweede Kamer. De vergadering van Vrijdag. Nadat de behandeling van eenige kleinere ontwerpen was voorafgegaan, waarmede de morgen on zelfs een gedeelle van den middag heen ging, kwam het 94ste art van het Militair Strafwotbook weer aan do orde. Hei was nu in tweeön gesplitst, zooals de heer Lohman het had aangeraden. Het tweede art. nu 94l><9, waar het om ging, luidde thans „Do militair, die een geschrift of afbeelding, waarin hy weet dat een beleediging voor eon meerdere voorkomt, verspreidt, ten toon stelt, aanslaat of ter verspreiding in voorraad heeft, wordt gestraft, enz."De Regeeringscominissaris, die de aangebrachte wyzigmg „ter verspreiding in voorraad hebben" toelichtto, verklaarde al dadeiyk, dat de Regeering hiermede had too gegeven, wat zy kon toegeven en daarom geen der andere amendementen kon over nemen. Er had nog een juridisch debat plaats lusschen den hoer Marchant en den Regeerings- commissaris, waarvan wy met durven uit maken wie er geiyk had; het begon velen ledon óok te vervelen, er werd: stemmen I stemmen 1 geroepen. Schaper on Marchant wyzigdon hun amen- dementen nog even, Staalman verdedigde hot zyne nader, en do heer Lohman kwam vor klaren, dat de Oouimissio van voorbereiding 't geheel met "do Regèofing eens is. Nu begon do stemming, 't Amendement Schaper, om te doen vervallen do woorden „ter verspreiding in voorraad heeft" viel met 12 stemmen, voor de sociaal-democraten, do vrijzinnig democraten mot uitzondering van do heoren Drucker en Van Raalto en do heoren De Klerk en Staal man. Het amendement van den heer Staalman ervoer hetzelfde lot, torwyi ten slotte dat. van den heer Marchant word afgekeurd met 45 tegen 20 stemmen. B,| r.'e 12 vorlgen hadden zich nu 8 liberalen gevoegd. Toen ging art. 94bis er zonder verdere strubbeling door en de artikelen 113— 122a eveneens, waarna de heer Idenburg en anderen »en amendement tooi stelden op art. 122b met het doel om een militair, die een mindere uitscheldt, tegen hem vloekt, hem bespot on beschimpt ook met negen maanden strafbaar te stellen. Uit de toelichting bleek, dat zy eigeniyk alleen het vloeken op het oog hadden, wat aanleiding tot Insubordinatie kan geven, waar do mindere, daardoor in zyn gemoeds overtuiging en eigenwaarde aangetast, licht wordt geprikkeld tot een protest. Het kwam niet verder dan tot de toelichting. Wanneer Woensdag de vergadering weer aanvangt, zal he' o. i. er wel doorgaan. Zcoils wy zelden, vooraf gingen eenige kleine ontwerpen en daarvan bracht alleen hot voorstel tot bekrachtiging van oen nadere overeenkomst met do Exploitatie maafscbappy omtrent het voormalige Rynspoorweg-peiso- neel de tongen in beweging. Een aantal be ambten van do vroegore Rynspoonvog moat- schappy zyn by overgang dier lynon aan deu Slaat, thans m dienst gekomen by de Exploi tatie maat schappq Deze wuikheden verkregon uit een ondoisteumngsfonds eon pensioen, zooals ook hunno weduwen on weezon. Met do opheffing dier maats happy is dit fonds onder de werklieden verdeeld. Aan do Exploi tatie maatschappy is ook een bepaald pensioen fonds verbonden en de ambtenaren, die nu overkwamen, konden zich mkoopen in het nieuwe fonds. Dit kon geschieden van de som, •tie hun uit het oude fonds was toegewezen. Aangezien die som in elk geval ulot vol doende was, verbond de Slaat zioh hot ont brekende by te passen. Maar wat is nu gebleken? Dat velon der voormalige Rynspoor-beambten de goldon reeds hadden verbruikt of zich niet wilden onder werpen aan -de bepalingen van het nieuwe fonds. Het govolg daarvan werd, dat dezo werklieden mot tol het vaste porsonoel werden gerekend en daardoor niet pensioengerechtigd *4Jn. Om aan dion toestand oon einde to makon hoeft de Staat met de Expioitatie-maalschappy een overeenkomst gesloton, waarhy is bepaald dat deze werklieden onder hol vaste personeel worden opgenomen, zonder de verplichting aan hot pensioenfonds deel to nemen. Dezen zouden dus op hun ouden dag, en by overiyden hun weduwen en kinderen onver zorgd zyn. Om daaraan nu een einde te maken, is de Regeering er toe overgegaan uit de schat kist do noodige middelen beschikbaar to stellen, om dien lieden ten minste aan hal f peneioen te helpen. Biykene een adres zyn do moesten daarmede tevreden, anderen niet. Deze moenon recht te hebben op vol pensioen, welk recht zy ontleenen aan de aansprakon, die zy by do voormalige Rynspoor-My. konden doen geldea op het onderstonningsfonds. Voor bon kwamen gisteren vooral do hoeren Melchora en Heldingen op, de eerste sprak zelfs van geschonden rechten, waarop de Minister aan toonde dat daar allerminst sprako van kon zyn. De heer Helsdingen nam het op voor den machinist Wyers, dis door do S. S. ont slagen werd wogons vei zwakking van gezichta- vei mogen, zonder te zyn gepensionnoord. Vol gens den Minister had die Wyers, by liquidatie van de Rynspoor-MU echter f 1630 ontvangen, terwyi zyn inkoopsom In het ponsioonfonds der S-S. f 1180 zou hebben bedragen. Hy had er zich dus gomakkeiyk kunneu inkoopen. De socialistische sprekers hadden geen succes. De overeenkomst werd ongewyzigd goedge keurd. De andere aaugenomen wetsontworpon geven ons geen aanleiding de byzondere aaudachl er op to vestigen. Leiden, 17 Mei. Naar ons wordt medegedooid, heeft het collogo van Gedeputeerdo Staten, na een drietal jaren in andoren zin te hebben beslist, zich thans vereenlgd met het gevoelen van den gemeenteraad van Leiden, omtrent de belaatingplichtlgheid der meerderjartgo stu denten ton aanzien van de stedeiyko inkom stenbelasting en dientengevolge afwijzend beschikt over de door dezen togen hun aanslag over het jaar 1901 ingediende reclames. Hollandsch Vocaal-kwartet. Het hooren van een- of meerstemmigen zaDg, zonder begeleiding, het hooren dus van de menscfieiyke stem alleen, Is my, wanneer de executanten een goed orgaan hebben en er een voldoend - gebruik van maken, altyd een genot. En wanneer hot gezang begint, komt altyd over my een trilling van sterke aandoening en levendig wordt dan telkens weer het besef in my, wat toch de mensche- lyke stem prachtig kan zyn, dat door de natuur gegeven instrument, onovertroffen door alle maaksel vau menschenhand. Of de ODt- roerlng niet te sterker is, omdat in ons land mooie stemmen niet dikwyis worden gehoord? Het laatste Is werkeiyk waar; en even waar is het, dat het anders zou kunnen zyn; het hoeft waariyk hier niet meer te worden uiteengezet op hoeveel manieren stemmen bedorven worden. Hoe dikwyis treft het je op straat, wanneer je een kind eenvoudig Iets hoort roepen, wat een mooie stem het heeft; en hoe zelden zal het er later pleizier van hebben en genot mee geven. Wie zal er voor zorgen, dat zoo'n stem niet bederft? Men ia geneigd, hiervoor den schoolmeester aan te wyzen, die op de lagere school de kinderen in het zingen onderwyst. Maar op hem vertrouwe men niet te veel; het ls een bekend treurig feit, hoe weinig onderwyzers daartoe bekwaam zyn; zy moeten zooveel weten, zooveel capa citeiten bezitten, dat de examencommissies fn dezen niet te strenge eischen durven stellen; doch in hunne verslagen kan men lezen, hoe bedroevend slecht over het algemeen de examinandi berekend biykeD te zyn voor de taak, om do kinderen te leeren zingen. Zeer interessante mededeelIngen daaromtrent geeft Mej. Berdenis van Berlekom ln het Weekblad voor Muziekvan 8 en 15 Maart IJ. in een artikel: „Wat moet bet doel zyn van het zang- onderwys op de Volksschool en hoe kan dit doel worden barelkt?" Weinig hoort men mooi zingen. Wat meer zegt, weinig hoort men goed met heldere, harmonische stem 6preken. Herinner u b.v. slechts de lezing van Mevr. Ypes Speet 18 Maart 1.1., ln Amsterdam, over „het methodisch spreken en stemvorming". Hoeveel valt hier op dat gebied nog niet te doen I Hoe zou alleen al hat genot van den dageiyksohan omgang verhoogd worden, wan neer men meer mooie stemmen om zich been hoorde. Verre zyn ons de Duitschers, waar het betreft de ontwikkeling van den zang by alle klassen van de bevolking, vooruit. Laat ons het tot troost zeggen, hun stadium heeft ook zyn nadoelen; het is waar wat Ernst Gystrow („von Singen und Sch&uen", in Münchener Jugend, 1901 No. 2) daarover zegt: Er wordt zooveel gezongen, dat het afbreuk doet aan het vermogen van den mensch, om te kyken naar het mooie om zich heen. „Der Germane zegt de schryver—- hört viel mehr, als er sieht. Nicht die Farbenpracht und Farbenan- muth einer Muschel entzückt ihn, sondern ihr eintöniges Raunen vor dem Ohre; nicht das Bild sturmgepeitschter B&ume packt lhn, aber die gewaltige Melodie des Sturms selbst..." Waar hy tot het zingen vooral onder wandelin gen komt, zegt hy o. a.,Der Deutsche wandert zu allermeist in Vereinen, und w&hrend er wandert, singt er. Ein-, zwei- oder vierstim- mig, wie 'a trifft. Er singt die wunderbare Stille elnea Herbstmorgens,die blüthen- welese Jungfraulichkeit elner Frühlingsfrühe unentwegt in Grund und Boden. Er streift nicht durch die Welt, er marschirt hindurch, nach den Marschtempo seiner Wanderlieder Wer durch die Welt mit Gesang marschirt, der gelit blind hindurch. Er preist unausge- 8etzt Bflchlein, Lerchen, Wald und Feld, aber er sieht sie nicht". Ik ben, als de Duitschers, gedacht aan het „Wandern" geraakt; want ik ben in Duitsch- land terecht gekomen, waar ik te schryven heb over het Hollandsch vocaal-kwartet en ik weidde uit over slecht zangonderwys, waar ik zou vertellen van een viertal zangeressen en zangers, met goede en goed ontwikkelde stemmen. Aan klankschoonheid en klankeenheid heeft het kwartet my veel meer gegeven, dan ik, wetende, dat het nog niet lang samen zingt, my had voorgesteld. Zooals het meestal ls en ook moet zyn: de sopraan en bas traden het meest op den voorgrond: de sopraan als leidster van de melodie, de bas als basis voor den klank vaQ het geheel, en beideD, mej. Georgine Kloppenburg en de heer Soutendyk, hebben die taak mooi vervuld. De diepe stem van den baszanger heeft aan klank en expressie, dunkt ons, gewonnen. Ik verheel niet, dat de sopraan wei eens iets te laag zong, ook dat do party haar op enkele plaatsen klaarbiykelyk wat hoog lag, maar toch heeft haar zang op my den grootsten indruk gemaakt; haar stem is niet zoo helder, week, als die van de alt, mej. JeDDy Bakels, maar heeft een, zooals men zegt, wat metaalach- tigen klank, die my zeer sympathiek aan deed haar wyze van zingen gaf my de biykan van zoo'n fijn, muzikaal talent, dat ik er naar verlang, deze zangeres spoedig weer te hooren. De alt en de tenor hebben goed ra het ensemble meegewerkt; do alt zou iets sterker en expressiever kunnen zyn; do tenor zetto, waar hy op den voorgrond moest treden (voorn, in Morgengebet van Mendelssohn), zyn stem te sterk uit en bracht in die oogen- blikken met een wat vulgair pathos de oen heid van styl, over 't algemeen zoo goed bewaard, in gevaar. Uit den schat van a capella zangen was een mooie keus gedaan, ik noem de werkjes van Valerius (byzonder mooi gezongen), Rossini het allerbekoorlUkste „Quando corpus"), Prae- torius en Löwe. Niet ln alle workon was men even gelukkig, speciaal liet de onderlinge zuiverheid wel eens ieta te wenschen over (o. a. in de composities van Naninl, Pitori en Klein), maar men heeft toch, mot muzikaal, ernstig, zorgvuldig ge nuanceerd zingen, mooie Indrukken gewekt en bewyzen gegeten, dat deze creatie van Maurice Hageman alle reden van bestaan heeft en nog veel goeds zal kunnen tot 6tand brengen. A. Het Monument voor Koningin Emma. De commissie voor de oprichting van het monument, ter herinnering aan hot gezegend Regentschap tan Hare Majesteit de Koningin- Moeder, op het Regentesseplein te 's Graven- hage, bestaande uit de heeren mr. A. E. H. Goekoop, voorzitter; J. F. R. van de Wall, secretaris; M. Zanen, penningmeester, mocht het resultaat verkrygen, dat de oprichting van dit monument, wat het financieele gedeelte betreft, verzekerd is. Het monument is ont worpen door den beeldhouwer Odé, in vereeni- ging met den architect Gips. De commissie heeft, om aan veler wen3chen te voldoen, de gelegenheid tot uitgebreider deelneming openge steld. De thans inkomende bydragon zullen wor- don bestemd om gebruik te kunnen raakon van een edeler grondstof voor de samen stelling van het gedonkteeken. Hot godenkteekon bestaat volgons do tee- kening uit een obelisk op voetetuk, op do frontzydo waarvan de naam vau Hare Majesteit Emma staat gegrift, terwyi eon vrouwenbeeld, den vrede voorstellend, den vredespalm om hoog heft naar de welgoiykondo buste van H. M., in een schild, geplaatst onder een bal dakyn met de Koninkiyko kroon en spits. „Kouingiu-ltegenlcs". De bemanning en de roizigors van hot stoom schip „Koningin-Rbgeutos", kapt. Kotting, 2 April van Batavia naar Amsterdam ver trokken, hebben bange uren doorleefd. Vyf dagen na het vertrek kwam or een ongemak aan de vlampypen, waardoor met halve kracht moest gestoomd worden. Den volgenden dag geraakten do zonnetenten ln brand, door vallend root; het vuur doelde zich mede aan de trosson, stuurkast en sloepen. De kruitkamer, waarboven eon ge opend rooster lag, liep gevaar; maar door het overwerpen van oon zeil en het nat houden, werd, door do vastberadenheid van den kapitein en de beinanning, alles gebluscht. Den daarop volger, don dag viel een man uit den mast en werd zwaar gewond. (iV. v. d. D.) Weerbericht van 17 Mei. (Vu. dol Xon. JloUforolo.-li'.-U ln»tltuul (o UlrccUL) Verwaohting: Matige westeiyke wind. Bswolkte lucht. Buiig weer. Geringe toe neming in temperatuur. DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1