LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 10 MEI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1902.
PERSOVERZICHT.;
FEUILLETON.
No. 12347
gaan- Een zeemijl telegraafkabel berekenend
op 2700 gulden, zou dergelijke kabel op pi.
m. 25 millioen gulden komen.
Op den voorgrond dan stollende de wen-
schelijkheid cener vaa Engeland onafhanke
lijke kabelverbinding met Ned. Oost-Indië,
bespreekt de schrijver achtereenvolgens de
in aanleg of in wording zijnde telegraaf
kabels van andere mogendheden, en de mo
gelijkheid van aansluiting aan die lijnen.
Hij komt dan tot do conclusie, dat een vei
lige, meest onaantastbare verbinding zou
zijn een rechtstrcoksche kabel van Batavia
naar Manilla, ratór dat overigens ook de
aanleg van de kabelverbinding, zooals door
do Regeering wordt bedoeld, hoogst nuttig
is, vooral omdat deze kabel een uitstekende
rcchtstreekscho tolegraphische verbinding
met China vormt, waar wij toch ook grootc
belangen te gemoet gaan, getuigo de instel
ling van een stoomvaartdienst tusschen Java
on China. De schrijver betoogt ten slotte, dat
Nederland do kosten er best voor over kan
hebben om twee kabelverbindingen tusschen
Nederland en Ned.-Indiö to subsidiceron
èn de thans door de Regeering beoogde, èn
oen directe tusschen Batavia en Manilla.
De vrijmaking van het onder wijs
ia een der hoofdpunten: op het programma
der tegenwoordige meerderheid, herinnert
Eet Vaderland. Een lokkend toovorwoord,
maar waaraan geen scherp belijndo voorstel
ling beantwoordt. Het heette, dat in alle ge
ledingen van het onderwijs die vrijmaking
moest worden doorgevoord. Toen gevraagd
werd naar welk stelsel dit zqu geschieden,
luidde het antwoord, ,,dat het tegenwoordig
op onderwijsgebied zoo goed ging, dat hit
maar hot best was do zaken haar loop te
laten."
Raai men naar waarheid zeggen, vraagt
Eet Vaderland dat, als wordt voortge
gaan op den ingeslagen weg, het onderwijs
wordt vrijgemaakt? Hot blad ontkent cüt.
Vrijmaking is, gelijk vanzelf spreekt, ver
slapping van het overheidstoezicht en beper
king van het onderzoek naar de bekwaam
heid der onderwijzers, door do Grondwet (al
thans voor L. en M. O.) govorderd.
Maar de subsiduericflitJing, in 1889 ingesla
gen, workit in togenm-orges tolden zin. Elke
finiandileele steun van den Staat stelt voor
waarden, die de vrijheid inkorten.
In dat opzioht kunmen dus de laboralon
den loop der dingen gefloten afwachten.
Waar eenmaal hot ste>'sol van subsidie erin g
aanvaard is, behoeven zij principieel tegen
uitbneddSng er van geen bezwaar te makten,
anils maar aan elke vomTceddoriiryg van bij
drage verbetering van innerlijk gehalte be
antwoordt. Zoo nliet, dan niet.
Inltussohen: do vraag rijst of hobzeJfdo
étótaefl ook bij hoogor cn middelbaar
onderwijs aal worden doorgevoerd De eigen-
aardigheid doet rich hier voor, dat het openb
hoogor ondcrw. geheel vrij is; liet vrije"
als gebonden aan een korkgon*x>teohap
niet. En do toestanden zijn cl tui- ook al
zóó göloopen, dat men aan an ti-liberalen
kant n'. gaat inzien, dat de vrije ontwi'fcke-
ürug ten glotto nog het best aan do oponibarc
universiteiten gediend ia
Schijnt hot nu. dat de Premier omgaat
met plannen om hot subsidie-stelsel op het
hoogor onderwijs toe te passen,, het is reeds
vrij duidelijk geworden, dat hot moeilijk zal
vallen een regeling uit te donken, dio op
lie ajlgomeene sympathie bij de vonbondbn
partijen kan rekenen-. Do fractiie-Loflnnan
wonsóht geen Vrije Universiteit" te steu
nen, dio een Lehman als apostel dor dwa
ling uitbant; Prof. Noordbzij vreest, dat do
gcsubsddieorcle hoogcschool niet do meest ge-
w onechte broeikas is, om dc kwctik<(\imgon
voor zijn kerken kil aar te stoven; Dr. Sdhaop-
man ziet geen heil in een Roomsche undver-
siiteit, waar hij weet, dat toch de wetenschap
pelijke mannen vooralsnog ontbraken, om do
noodige leerstoelen te bezetten. En van de
liberale zijde zal wel op geen enkele stem te
rekenen zijn voor dergelijke subsidücplan-
nen. Men kan dus ook hier vooralsnog ge
rust zijn-
Met de opmerking, dat het vraagstuk der
subsiïdficcrinjg van middelbaar onderwijs nog
weinig lidlanssteVIling wekt, sluit Eet Vader
land dit artikel.
Do Middelburgsche Courant zegt onlangs
een mededeeling te hebben gelezen uit Aim*
sterdam over de oprichting eener Waarborg-
vereeniging .Veredeling door Kunst", mot
het doel uitvoerende gezolschnppcn op vo
caal-dramatisch en dramatisch gebied, die
zich aan haar beginselen cn aan een door
haar te benoemen intendantuur willen on
derwerpen, financieel tc steunen.
Op deze wijze hoopt men van het too-
neol en do tooneclspeclkunst to
maken hetgeen behoorlijkcrwijzc. verwacht
mag worden, want dan alleen zal een bescha
vende, vcrcdelondo invloed geoefend kunnen
worden.
Do Middclburgsehe Courant stolt de vraag
of dit pogen niet is een miskenning van het
vele goede, dat verricht is en nog gedaan
wordt door de Kon. Vereen. ,,Hct Nederl.
Tooneel", door de .Nedcrl. Tooncelverecui*
ging", met haar verzorgde voorstellingen
do eersto van Shakespeare's werken, o.a. nu
weer onlangs van Julius Cesar" do twee
de van Hoyonnan's panne vruchten, om van
andere niet tc spreken en door het Rot
te rdamsche Tooneolgezelschap-Van Eysdon?
Het volmaakte gaven ook zij niet; maar
zouden do thans opgestano horvormers mee»
nen, dat hun dit voorrecht zal beschoren
worden; dat zij niet te strijden zullen hebben
met tegenspoed, met critiek, partijdig en on
partijdig, maar lastig cn vooleischcnd
Nu reeds zij zijn nog niet eens begon
nen wordt do door hen toegezegde leiding
van een ,,Oborregissour" mooi woord voor
een Noderlandsch gezelschap veroordeeld
en do verzuchting geslaakt: bewaar ons voor
de Duitscho romantiek.
Wij hebben zooveel goeds aanschouwd in do
dagen van Albregt, Van Ollefon cn Moor;
van Lo Gras, Haspels en Van Zuylon; van
De Vos cn Van Korlaar; van do Koninklijke
Vorecniging; van het gezelschap-Van der
Horst cm Ctorispijnmaar telkens moest er
wat andere komen; cn telkens had men tc
kampen mot dc onverschilligheid van het pu
blick, dat op zijn beurt ook dikwijls recht
van beklag had, omdat do directies vaak te
eenzijdig waren cn to veel wilden toegeven
aan de eischcn van critici, die lïUn kunst op
den voorgrond wenschten geplaatst te zien.
Maar dat telkens veranderen, dat verbrok
kelen van krachten, hot is ten hadcelo
van ons Vaderlandscli Tooneel.
Het schijnt onvermijdelijk te zijn, vooral
ook in deze mooilijko dagen, dio het tooneel
doorleeft, gevolg van de verflauwende be
langstelling van het publiek, maar dat neemt
niet weg. dat er toch wel eens ernstig ge
dacht mocht worden aan middelen ora dit to
voorkomen, om bij elkaar to houden wat
langen tijd bij elkaar is gebleven en nog
inocst blijven.
Er ontbreekt meent dc Middelburgsclit
Courant eon onpartijdige scheidsrechter,
aan wiens oordcel men geschillen van ern-
stigen aard zou kunnen onderwerpen; die,
in 'toog houdend wat do kunst behoeft, bei-
do partijen zou kunnen wijzen op dc zwakko
zijden van hun standpunt, op hun kortzich
tigheid, op de al of niet onrechtvaardigheid
van hun handeling, op hun belang en op al
hetgeen dit meebrengt te doen.
Ons dunkt: dit zou een taak kunnen zijn
voor het hoofdbestuur of de afdcelingsbe-
sturen van het Nederl andsch Tooneel ver
bond." Zij zouden in deze nuttig werkzaam
kunnen zijn èn voor dc directies, èn voor de
tooneeliston, èn voor do kunst in 't. algemeen,
Dc heer VouiLlot in den Pariischon Uui-
vers zich beroepend op do reek' van d!r.
Sohaopman to Roane wii do Fran-
sche Katholiiokon tot jalocrechhoid
wokskon op do N odo ri aiud s c h o. Hij
schrijft:
,.Als liet wane met geweld, hebben on zo
Nederlandscho broeders do amtdrovol uldonrui-
ro Protestanten er langzamerhand toe ge
bracht om een bondgenootschap aan to
gaan. Weigering van. wedortkeerigc goedo
diensten on van samenwerking, hoogharti
ge en onhousohe bejegening, onbillijkheden,
nrietB van dlib alles veamooht dfio kloeke man
nen in hun ferme cn hdlderzienjdo politiek
tc ontmoedigen.
En met voiftoop \ian tijd hebben zij huni
dlool boredkt. Thans is hot boDldgonooteohap
voltooid., geproclameerd on geregeld op bil
lijke grondslagen. Onder dc acht leden van
In het vorig Overzicht maakten we
mehding van een ingezonden, stuk in Eet
Vaderland mat onderschrift der Redactie
van dat Blad, naar aanleiding van de Am-
Bterdamsdio arbitrale uitspraak, dat een
ongeluk of ongeval niet geacht kan
warden aanwezig te zijn, wanneer het per
soon!! ijk letödl gevolg is van het opzettelijk
ingrijpen van een menschel ijken wil, m. a
w. wanneer de gevolgen van een gewilde han
deling den voren aannamen van persoonlijk
letoed.
Hot Sociaal Weekblad bevatte ook een ar-
takol over do uitlegging der Amsterd'amsche
scheidsmannendio het blad ,,vormeldens-
waand voorkomt om haar absurditeit,"
Het Sociaal Weekblad is van oordeel, dat
van een ongevall sprake kan zijn èn bij toe
val èn bij schuld van don door het ongeval
getroffene: ,,Eon onJgeviaE is het to noemen,
wanincor van een automobiel onder het rij
den door een zekere toevallige oorzaak de
machine springt-. Ook wanneer ik als ndét-
vdiieaid chauffeur, door een verkeerde hand
beweging, in plaat© van dc machine te stop
pon zo op groot© snol beid zot on-zo tegen een
boom vliegt. Toch was hier schuld aan mijn
kant: wat deed ik to tuf->buffon, terwijl ik
wist, dat ik do kunst nïot verstond. Maal
ais een hoogmodome zedfmoordenaar zich in
vollen ren mot een automobiel laat verplet
teren tegen een muum, dan sluit het opzet
voor hern hot begrip „ongeval" uit."
Dazo opvatting is, voor zoover liet blad be
kend, in allo oagovullon'wotgevti.njgen gthul-
digd on ,,ook do jurisprudentie in het bui
tenland van do toepassing der ongevallen
wetten stolt deze arbiters in hot ongelijk."
,,In aanrCuiting aan wat. wij vroeger op
merkten o<ver het begrip „ongeval", vooral
tmot het oog op de invoering van de Onge
vallenwet on do Beroepawet, dio straks al
licht menigeen van onze lozere zal roepon om
zrtitnng tc nemen in een raad van beroep,
komt het", sohrijft hot bl&d, „ons wonsohc-
lijk voor tegen zulk een „verbijsterende leer"
(do uitdrukking is van mr. Levy) te waar
schuwen.
In het Maandblad tegen de Ver valschingen
bepleit dr. Van Halmei Roos do noodzake
lijkheid eonor wetgeving betreffende de
aanwending van oonservoer-m i d-
dolen. Do belangrijke ïraag, schrijft hij.
of oonsorveenrnoddtflen., e>n mcor speciaal
boo reu ur en salicylzuur, in .goring©-hoe
veelheid al dan niet in voedingsmiddelen
of dranken raag worden aangewend,
is thans beslist.. De Voneenigde Staten
en BrariiLië hebben don invoer van
mot deze conserveermiddelen, behandel
de ötoffen verboden v in Frankrijk en
verschillende andere Latijnsoho Statten is
het gebruik oveneens verboden en thans is
ook in Duïtsoh'land deze vraag aanhangig
gemaakt Hot. verbod om conserveormiddolen
to gebruiken, zou in veie gevallen, uilfc een
industrieel oogpunt beschouwd, een ramp
zijn on alvorens men ook in ons land er toe
kou overgaan, moot hef vóór on togen ern
stig overwogen, worden. -
In protectionistische Slaton is het aan
wezig-zijn van conserveeamiddclcn in geïm
porteerd© voedingsmiddelen een aanleiding,
olm op grond van zoogenaamde hygiënische
voorzorgsmaatregel en, den hajidcl te be
lemmeren, en wij zijn dan ook van meening,
idat aldus fiscale m'aabregek-n onder den
schijn vau hygiënrisohe worden doorgovoord.
Er zijn toch zeer véle autoriteiten, die het
gebruik \an geringe hoeveelheden, boorauur
©n salicylzuuT in sommige voedingsstoffen
en dranken als geheel onschadelijk be
schouwen, ja zelfs hot gebruik hiervan aan
raden-, voornamelijk bij de vlceschspijzon,
daar zij beweren, dat deze geringe hoe Veel
heden veel minder schadelijk zijn dan ten
de oio bedorven waren. Lijnrecht hiermede
dn strijd zijn dc opinies van andere autori
teiten, die het gebruik ten. eenenmale a-er-
boden wonschen to zien, op grond van na-
deeligo werkingen op hart of spijsverte
ringsorganen. Het is daarom voor een re
geering, die uitsluitend de hygiënische zijde
van het vraagstuk in aanmerking neemt.
De Pleegzuster.
6
De deuren der aangrenzende vertrekken
do eetkamer en daarachter het boudoir van
de vrouw des huizes stonden open, zoodat
men het elegante geheel kon overzien, dat
voor het gezellig verkeer ter beschikking stond.
Behalve slaapkamers, bevatte het overige deel
der woning nog slechts een keuken, klein
als m moderne huizen gebruikelijk" is, doch
groot genoeg voor de beboetten; gewoonlijk
at mevrouw alleen, des Zondags met haar
zoon, en enkel bij de gezellige dineetjes was
het er wat gebrekkig en bekrompen.
De luitenant lag op een groote sofa met
een pronkkussen, waarop een pauw naar de
natuur was geborduurd, onder zijn arm ge
schoven, om een beetje gemak te hebben.
In de slap naar omlaag bengelende rechter
hand had by eon sigaar, wier nog gloeiend
uiteinde het nog „bijna nieuwe" tapijt in
gevaar bracht, wat de jonge man immer eergt
dan merkte, wanneer by den lucht van ge
zengde woldraden in den neus kreeg.
„Foei, mama, de hitte en de muffe lucht
van dien leeiyken leliestengel daar werkt op
de zenuwenGooi die plant toch weg 1
„Och kom, er is heel iets anders, dat op
je zenuwen werkt."
„Kyk, kyk, mamaatje, de stiklucht hier
schijnt uw fijnen neus nog niet te hebben
bedorven;" zei hy gedwongen luchtig.
„Kindlief, ik wil my zelf niet voor al te
nederig versiytenmaar zoo'n fijnen neus heeft
zeker elke moeder. Je waart verliefd o,
aoo verliefd zoo echt en waar eigeniyk
zeer moeilijk in deze een juist oordeel be
vellen. En toch is een wet absoluut nood
zakelijk.
Dc industrie heeft behoeft© aan positieve
bepalingen, en vele fabrikanten hder te lan
de weten niet. hoe, geheel te goeder trouw.,
te moeten handelen. Aan den éénen kant staat
verlies van reputatie, aan den anderen kant
financieel voi'lies of grootere uftgaven. In
dien de eeno fabrikant deze stoffen wèl ge-
bruikit, moeten de anderen, door concurren
tie gedwongen, volgen. Het zou dus, o. i.,
wensoheJijk zijn, indien door onze Regeering
eeD commissie werd benoemd bestaande uit
genees- en scheikundagen, benevens indus-
itrieolen (evenals) in Engeland de Royal
Commission") om deze hoogst belangrijke
-vraag tot klaarheid to brengen, en bot voor
lichting te dienen voor eventueel© wetten in
deze dringende aangelegenheid.
Nu op het zevende Node ri andsch Congres
voor Openbare Gezondfheidsregeling, op 6
Juni te Zwolle to houden, naar aanleiding
van eén beslissing van het vorige Congres,
de vraag van de al of niot wenscholijikhead
van insbellrnjg van Staatsapothekon
weer ber sprake zal komen, heeft de heer dr.
G. W. Bruinsma in Vragen de-s Tijde daar
over een „ongevraagd praeridviee" geschre
ven,
Hij wijst daarin er op, hoe hij reeds in
1886 oprichting van Staatsapotteken aan
beval. Toen was men met dit denkbeeld al-
leitmriast i'ngenomen; maar dia» tijden zijn
veranderd. Hot woord S ba atsapo theken
1 reeft thans zijn geminachte en roode tint
geheel verloren. Op het jongste Conjgrcs
verklaarden zich twee of drie inspecteurs
van het geneeskundig staatstoezicht, dc re
ferendaris van het departement van binnen-
landschc zaken, belast met do afdecling ge
neeskundige aangelegenhedenbenevens ver-
schili'endo geneeskundigen van alle politieke
richting, zich voor Staafsapobhokon.
De w e n sc ho 1 ij k k e i d staat bij velen
reeds vast, de m o g e 1 ij k h e i d van invoe
ring moet nu overwogen en ten slotte zuil dc
groote strijd gevoerd molton worden tus
schen algoheele vrijheid van uitoefening der
arteenijboreidkunst of Staateapofchcken.
Dir. Bruinsma zet dan nu nog eens dc
quaosbie uiteen. Vroeger, toon do geneesmid
delen u>t allerlei organische en anorganische
best anddie <y!en> bereid moesten worden, was
dat een bepaafrd vak, en kwamen do rogeor'n-
gen er toe bepaalde kundigheden to oisohen
van alle personen, die zich daarmede boz'g
hief den.
Het bepoallde boraldfcfn van geneesmid
delen wordt nu echter niet meer dOor d?
apothekers, maar door de ohemisaho fabrie
ken gedaan. De apothekers wegen de genees
middelen in do hoeveelheden, dloor de ge-
neeeiveeren aangegeven, af cn mengen ze. De
kundigheden, daarvoor noodlig, zijn van ge
ringe beteokenis. Huisg>efnoaten van genees
kundigen, die zelf geneesmiddelen leveren,
doen liet, en apothekersbedienden», die een
weinig beteekenend examen aflegden.
De wetenschap pel ijko apothekers verlang
den voor hun studie en examens evenredige
belooning cn de geneessmi'ddolem bleven hoog
in prijs. Hierover werd hot publiek ontevre
den en ging e>r boo over geneesmiddelen te
kcopen. bij gewone winkeliers, scans nog met
ap othek ersfoedi en-donklli fplomawaar men
goddkooper berecht kon. Hiervan was scha
de voor de apothekers het gevolg; deoen wer
den ook ontevreden en vroegen een wette
lijke re-gilling, waarbij zij alleen bevoegd wor
den verklaard voor dën verkoop.
De clandestiene-verkoop van geneesmid
delen of bestanlideelen daarvan is echter
reeds zoo ijn. Ncdc-rlanli' doorgedrongen, de
voordooien en gemakken er van zijn zoo
groot en de gevaren zijn zoo gering in de
praotijk, dat geen regeering generigd of in
©baat zal zijn, meent sclir.ziidh mot den
sterken arm der web daartegen te verzetten.
Men zal nu z. i. tusschen twee richtingen
to kiezen hebben. Of vrijverklaring van cbon
verkoop van geneesmiddelen, óf invoering
van StaatsapothekonHet eerste is, g«i/'.ooi.b
schr., niet zoo dadelijk te veiwaehten. Een
groot gedeelte van het publiek zou er zich
tegen verzetten en ook schr .zelf is er togen,
omdat onnauwkeurigheidqid afievonng in ve-
le gevallen of tot gemis van de verlangde uifc-
voor het eerst van je leven is het niet?"
spotte zij.
„Zeker, maar
„Nooit hadt je zulk een wezen ontmoet
zoo ideaal zoo geheel naar je smaak —zoo
schoon en goed
„Als u dat soms ontkennen wilt...."
„De Hemel beware my er voorl Ik spreek
voorloopig slechts van jou. Je hadt het geluk
van je leven gevonden en zy ook want
jy waart ook haar ideaal
„Dat schy'nt u te verbazen!" sprak hy
geraakt.
„Ja, eigeniyk verbaast het my. Kortom,
je waart zalig in je hoop en je kon geen dag
langer wachten want zonder haar te leven
was eenvoudig dood vertwyfeling.
„Zeg eens, mama, u heeft een onaangename
manier, iets, dat bittere ernst is, schertsend
te behandelen."
„Ik spreok volmaakt in ernst, 't Zal aan
myn toon liggen. Ik ben trouwens al gereed
met myn verklaring van je overspannen
zenuwen: jo ging heen, vroeg haar en kreeg
een blauwtje."
„Waariyk niet van haarl"
„Nu, dan van den ouden heer. 't Komt op
hetzelfde neer."
„Pardon, dat is heel wat anders. De oude
heer is vyf en zeventig jaar; hoe lang kan
hy nog leven?"
„Minstens nog tien jaar; die Rohrmeisters
zyn beroemd taai. En als hy dood is, ben jy
kapitein eerste klasse en kunt trouwen; zy
telt dan hoogstens vyf en dertig jaar."
Frits maakte een ongeduldige beweging.
„'t Verwondert my toch," vervolgde de
moeder, „dat jy, die anders nogal op den
vasten grond en practisch blyft, den moed
vondt, want ik merk, dat ik goed geraden heb.'*
werking óf bot schade aan geaondhoid en le
ven zai kunnen lijden.
Blijft dus de invoering va® Staatsapothe-
ken en schr. zou die in daeor voege vorwecen-
iijkt willen zien, dat do Staat oprichtte een
twintigtal laboratoria of fabrieken voor den
aanmaak der geneesmiddelen en verder op
elke 10,000 inwoners een apotheek stichtte.
Uitvoerig rekent schr. voor aat zulk een
inrichting den Staat niet op kosten zou ja
gen, maar integendeel een niet onbelangrij
ke bate zou afwerpen.
Hij meent-, dat 600 apotheken noodtg
zouden zijn, elke beheerd door een apothe
ker, bijgestaan door twee assistenten en twee
knechts, en dot- de laboratoria een voldoend
personeel zouden hebben aan een dirooteur,
twee assistenten en een tiental knechts.
Voor apothekers zouden in de eerste plaats
in aanmerking moeten komen do nu bestaan
de, waarvan velen zeker een vaste positie
wol zouden willen aannemen, in ruil tegen
hun wisselvallige zaak. De ouderen en zij,
die geen staatsbetrekking zouden willen aan
vaarden, zouden moeten wedden afgekocht
biji'. door een lijfrente.
Do -geneesmiddelen zouden ondanks ai de
ze maatregelen toch goedkooper worden. Al
leen zou men. allies k contant moeten bctaflen.
N-iet. alle© zou verder op recept geleverd
behoeven te worden. Tot handverkoop vaan
sommige stoffen zou ook vrijheid moéten be
staan, maar dan, in een afzonderlijk lokaal.
Ik ben- mij bewust, zoo eindigt schr.
zijn opstel, waarvan wij hier alleen een ru
we schet© konden geven dat ik door het
afdalen in zoovele bijzonderheden bij het
hernieuwd bespreken van dit onderworp, de
critiek een gemakkelijke gelegenheid open
om de onderdeden te bestrijden, ook waar
zij liet eens mocht zijn met de hoofdzaak.
Toch hob ik gemeorid-, dat, om ccn juist
inzicht te geven ook aan hen, d e vorfaeeran
buiten, de medische en pharmaceaittscho we
reld, zud-k cone ged efoaiMeerdo uiteenzetting
de voorkeur verdiende boven olgemec-ne be
schouwingen, die reeds meermalen zijn ge
hoord.
In de 4de cn 5dfe aflevering van het Tijd
schrift voor Nede^land-sch-Indië komen arti
kelen voor van mr. D. Fock en C. J. Beelon-
kamp over de ontworpen nieuwe stoom
vaartverbinding tusschen Java, Chi
na en Japan en voor een niouwe kabel
verbinding van Nederland met zijn b<^
zittingen in Oost-Azië. Het artikel van don
heer Bcelenkamp geeft ccn belangwekkend
overziclri van het tegenwoordig intcrnat:o-
naal telcgraafkabelverkeer Engelands heer
schappij over het-mccrendeel dor wereld-telc-
graafkabelverbindingcn heeft reeds gerui-
men tijd allerwegen de behoefte doen gevoe
len om zich van dit hinderlijke kabelmono
polie vrij te makon. Hoe het met dit mono
polie gesteld is, de heer Beelenkamp geeft
daarvan een interessant overzicht in een
tweetal kaartjes, die bij zijn opstel zijn ge
voegd. Volgens den stand van 20 Maart
1900 was het internatioaal telegraafkabelnet
329,040 K.M. lang, waarvan 36,930 K.M.
staatskabeis on 292,110 ix.M. in particulier
bezit. Van dit laatste behoorden 205,387
K.M. aan Britecho kabelmaatschappijen.
Daarbij valt intusschen aan te teekenen, dat
ondanks de enorme uitgebreidheid van 't En-
golsche kabelnet, nochtans Engelands positie
op tclegraafkabelgebied zwak is te noemen,
in zoover dit land bij verwikkelingen juist
gevaar loopt van sommige zijnor koloniën te
worden geïsoleerd, omdat do verbindingen
daarheen leiden over niet Engelsch gebied,
m deze dus gemakkelijk kunnen worden af
gesneden.
De schrijver betoogt, dat voor ons wel het
meest verkieselijk zou zijn het leggen van een
eigen telegraafkabel tusschen Nederland en
O.-Indic, doch dit is, zoowel uit een tech
nisch als een financed oogpunt onmogelijk.
In de eerste plaats missen wij de 'noodige
steunpunten om dezen kabel op e i g o n ge
bied te doen landen, terwijl het wel hoogst
bezwaarlijk zou zijn landingsrechten voor de
zen kabel to verkrijgen, waar daaraan be
hoefte bestaat. Een kabel zonder steunpun
ten over een afstand van 9025 mijlen (Rot
terdamBatavia) behoort tot de technische
onmogelijkheden. Doch waren deze bezwaren
al te overwinnen, dan nog zouden do aan-
legkosten boven onze financieele krachten
„Ivond den moed, omdat ik wist, dat de
oudo heer Rohrmeister niet geheel zonder
vermogen is en ik een niet te versmaden
party ben als erfgenaam van een der schoonste
majoraatsgoederen, wat Salo"Schin ongetwy-
feld is."
„Lieve hemoll De Wahlbeck van Saloschin
is een man van nog geen veertig jaar! Ik
kan my begrypen, dat de oude Rohrmeister
dat vooruitzicht wel wat ver in de toekomst
vond voor zyn kleindochter, dio aanbidders
heeft, welke iets positievers kunnen aanbie
den En wie staat jo er voor in, dat hy
te Saloschin niet trouwt?"
„Dat geloof ik niet Ik heb er van hooren
fluisteren, dat hy 2yn oogen oen beetje fo
hoog had gericht."
„Maak je zelf niets wys. Ik heb ook iets
hooren fluisteren. Toen hy destyds met zyn
paard gevallen was en jouw papieren zoo
hoog stonden, dat je al op champagne trak
teerde, omdat je elk oogenblik het telegram
met zyn doodbericht wachtte, herstelde hy
weer, ging op reis, werd zoo gezond als een
visch en
„En? Wat heeft u voor een klokje hooren
luiden
„Dat hy uit dankbaarheid en edelmoedig
heid op weg was, zyn hospita of verpleegster
te trouwen, en dat hy ze mee naar Saloschin
genomen heeft."
„Gekheid, mamal"
„Men vertelt, dat hy met haar getrouwd i s I"
Frits Karl sprong uit zfln luie houding op,
staarde zyn moeder met groote oogen aan
en riep:
„Maar dat zou gewoon krankzinnig zynl"
„Ja, hy moet wat vreemd zyn," meende
mevrouw, onverschillig de schouders ophalend.
„Ik waarschuw je in elk geval: steun niet
te vast op dat majoraat; die bodem is te
wankelbaar, on een verstandig man als generaal
Rohrmeister zal er zeker geen huls op willen
bouwen voor zyn kleindochter."
De luitenant, die begonnen was, ongeduldig
op en neer te loopen, bleef staan en mompelde
„Dat is hot.... Weet u, het komt my
voor, dat de oude heer ook zoo iets wildo
zeggen."
„Hoe zoo?" vroeg de moedor, nu meer
nieuwsgierig.
„Toen ik hem uitlegde, misschien wat meer
overtuigd, dan ik zelf ben, dat de Saloschiner
Wahlbeck in geen geval trouwen zou, omdat
hy zyn hart aan een zeer hooge dame had
verloren, merkte hy op„Wat hem niet zal
weerhouden, byvoorbeeld met zyn hulshoud
ster te trouwen"
„Zoo, zoo! Weet je, wat je wel eens doen
mocht? Spoedig een visite op Saloschin
maken."
„Dat is juist het ergst©. Ik gaf al twee
maal het voornemen daartoe te kennen en
och, ik wilde er eigeniyk niet met u over
spreken."
„Ah.... en wees hy je af?"
„Heel ronduit."
„Omreden?"
„Hy stond op 't punt, op reis t© gaan..."
„En den tweeden keer?"
„Hy gevoelde zich niet wèl."
Er ontstond een pauze in het gesprek.
Frits trok de gordynen open; do zon was
verdwenen en het werd donker in de kamer.
Verwyderd rommelen spelde een naderend
onweer.
„Zet de ramen open, dat er wat frissche
lucht binnenkomt l Ik wil den donder hooren
en den bliksem zien. En kom dan eens hier
ik moet met je spreken. Je weel wel, myn
jongen, dat je oudo moeder dikwyis voorge
voelens hoeft, die later uitkomen."
Hy knikte en zetto zich vlak by haar nóer.
Hy wist van die voorgevoolens on deelde eon
beetje in haar bygoloof, al wilde hy het niet
ronduit bokonnen.
„Ik bon overtuigd, Frits, dat je van uit
Saloschin zeer onaangonamo vorrassinger»
dreigen De geschiedenis met juffrouw Rohr
meister is uit."
„Dat spreekt vanzelf."
„Je moet voor je toekomst zorgen. Een
mooie militaire loopbaan is jo verzokerd; maar
daar behoort geld by en een geschikte vrouw,
die weet te representeoren Je moet trou
wen met Erika Holdbach."
„Maar, mamal Een woduwo, die de lini©
gepasseerd is! Ze is byna zoo oud als ul"
„Wat hindert dat? Ze ziet er nog heel
goed uit en dat komt ook pas in de tweode
plaats in aanmerking. Zy is beslist ryk, on
ze heeft geen familieaanhang, die lastig kan
worden."
„Dat is niet te loochenen," zei do luitenant,
glimlachend en aan zyn knevel draaiend.
Erika Holdbach was de weduwe van een
grondeigenaar, die haar een onorm vermogen
bad nagelaten, ©n ze had ook oen mooi kapi
taal van haar vader geöerfd. Zy woonde de»
winters te Beriyn, ging 's zomers op rei»
of naar haar prachtig landgoed Clausdorf, in
Brandenburg.
Dit alles ging den jongen man snol door
het hoofd, terwyi hy zyn best deed, zich het
beeld voor den geest te roepen van mevrouw
Holdbach, die hy slechts oen onkele maal
ontmoet bad.
(Wordt vervolgd.)