LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 10 MEI. - TWEEDE BLAD. Anno 1902. PERSOVERZICHT.; FEUILLETON. No. 12347 gaan- Een zeemijl telegraafkabel berekenend op 2700 gulden, zou dergelijke kabel op pi. m. 25 millioen gulden komen. Op den voorgrond dan stollende de wen- schelijkheid cener vaa Engeland onafhanke lijke kabelverbinding met Ned. Oost-Indië, bespreekt de schrijver achtereenvolgens de in aanleg of in wording zijnde telegraaf kabels van andere mogendheden, en de mo gelijkheid van aansluiting aan die lijnen. Hij komt dan tot do conclusie, dat een vei lige, meest onaantastbare verbinding zou zijn een rechtstrcoksche kabel van Batavia naar Manilla, ratór dat overigens ook de aanleg van de kabelverbinding, zooals door do Regeering wordt bedoeld, hoogst nuttig is, vooral omdat deze kabel een uitstekende rcchtstreekscho tolegraphische verbinding met China vormt, waar wij toch ook grootc belangen te gemoet gaan, getuigo de instel ling van een stoomvaartdienst tusschen Java on China. De schrijver betoogt ten slotte, dat Nederland do kosten er best voor over kan hebben om twee kabelverbindingen tusschen Nederland en Ned.-Indiö to subsidiceron èn de thans door de Regeering beoogde, èn oen directe tusschen Batavia en Manilla. De vrijmaking van het onder wijs ia een der hoofdpunten: op het programma der tegenwoordige meerderheid, herinnert Eet Vaderland. Een lokkend toovorwoord, maar waaraan geen scherp belijndo voorstel ling beantwoordt. Het heette, dat in alle ge ledingen van het onderwijs die vrijmaking moest worden doorgevoord. Toen gevraagd werd naar welk stelsel dit zqu geschieden, luidde het antwoord, ,,dat het tegenwoordig op onderwijsgebied zoo goed ging, dat hit maar hot best was do zaken haar loop te laten." Raai men naar waarheid zeggen, vraagt Eet Vaderland dat, als wordt voortge gaan op den ingeslagen weg, het onderwijs wordt vrijgemaakt? Hot blad ontkent cüt. Vrijmaking is, gelijk vanzelf spreekt, ver slapping van het overheidstoezicht en beper king van het onderzoek naar de bekwaam heid der onderwijzers, door do Grondwet (al thans voor L. en M. O.) govorderd. Maar de subsiduericflitJing, in 1889 ingesla gen, workit in togenm-orges tolden zin. Elke finiandileele steun van den Staat stelt voor waarden, die de vrijheid inkorten. In dat opzioht kunmen dus de laboralon den loop der dingen gefloten afwachten. Waar eenmaal hot ste>'sol van subsidie erin g aanvaard is, behoeven zij principieel tegen uitbneddSng er van geen bezwaar te makten, anils maar aan elke vomTceddoriiryg van bij drage verbetering van innerlijk gehalte be antwoordt. Zoo nliet, dan niet. Inltussohen: do vraag rijst of hobzeJfdo étótaefl ook bij hoogor cn middelbaar onderwijs aal worden doorgevoerd De eigen- aardigheid doet rich hier voor, dat het openb hoogor ondcrw. geheel vrij is; liet vrije" als gebonden aan een korkgon*x>teohap niet. En do toestanden zijn cl tui- ook al zóó göloopen, dat men aan an ti-liberalen kant n'. gaat inzien, dat de vrije ontwi'fcke- ürug ten glotto nog het best aan do oponibarc universiteiten gediend ia Schijnt hot nu. dat de Premier omgaat met plannen om hot subsidie-stelsel op het hoogor onderwijs toe te passen,, het is reeds vrij duidelijk geworden, dat hot moeilijk zal vallen een regeling uit te donken, dio op lie ajlgomeene sympathie bij de vonbondbn partijen kan rekenen-. Do fractiie-Loflnnan wonsóht geen Vrije Universiteit" te steu nen, dio een Lehman als apostel dor dwa ling uitbant; Prof. Noordbzij vreest, dat do gcsubsddieorcle hoogcschool niet do meest ge- w onechte broeikas is, om dc kwctik<(\imgon voor zijn kerken kil aar te stoven; Dr. Sdhaop- man ziet geen heil in een Roomsche undver- siiteit, waar hij weet, dat toch de wetenschap pelijke mannen vooralsnog ontbraken, om do noodige leerstoelen te bezetten. En van de liberale zijde zal wel op geen enkele stem te rekenen zijn voor dergelijke subsidücplan- nen. Men kan dus ook hier vooralsnog ge rust zijn- Met de opmerking, dat het vraagstuk der subsiïdficcrinjg van middelbaar onderwijs nog weinig lidlanssteVIling wekt, sluit Eet Vader land dit artikel. Do Middelburgsche Courant zegt onlangs een mededeeling te hebben gelezen uit Aim* sterdam over de oprichting eener Waarborg- vereeniging .Veredeling door Kunst", mot het doel uitvoerende gezolschnppcn op vo caal-dramatisch en dramatisch gebied, die zich aan haar beginselen cn aan een door haar te benoemen intendantuur willen on derwerpen, financieel tc steunen. Op deze wijze hoopt men van het too- neol en do tooneclspeclkunst to maken hetgeen behoorlijkcrwijzc. verwacht mag worden, want dan alleen zal een bescha vende, vcrcdelondo invloed geoefend kunnen worden. Do Middclburgsehe Courant stolt de vraag of dit pogen niet is een miskenning van het vele goede, dat verricht is en nog gedaan wordt door de Kon. Vereen. ,,Hct Nederl. Tooneel", door de .Nedcrl. Tooncelverecui* ging", met haar verzorgde voorstellingen do eersto van Shakespeare's werken, o.a. nu weer onlangs van Julius Cesar" do twee de van Hoyonnan's panne vruchten, om van andere niet tc spreken en door het Rot te rdamsche Tooneolgezelschap-Van Eysdon? Het volmaakte gaven ook zij niet; maar zouden do thans opgestano horvormers mee» nen, dat hun dit voorrecht zal beschoren worden; dat zij niet te strijden zullen hebben met tegenspoed, met critiek, partijdig en on partijdig, maar lastig cn vooleischcnd Nu reeds zij zijn nog niet eens begon nen wordt do door hen toegezegde leiding van een ,,Oborregissour" mooi woord voor een Noderlandsch gezelschap veroordeeld en do verzuchting geslaakt: bewaar ons voor de Duitscho romantiek. Wij hebben zooveel goeds aanschouwd in do dagen van Albregt, Van Ollefon cn Moor; van Lo Gras, Haspels en Van Zuylon; van De Vos cn Van Korlaar; van do Koninklijke Vorecniging; van het gezelschap-Van der Horst cm Ctorispijnmaar telkens moest er wat andere komen; cn telkens had men tc kampen mot dc onverschilligheid van het pu blick, dat op zijn beurt ook dikwijls recht van beklag had, omdat do directies vaak te eenzijdig waren cn to veel wilden toegeven aan de eischcn van critici, die lïUn kunst op den voorgrond wenschten geplaatst te zien. Maar dat telkens veranderen, dat verbrok kelen van krachten, hot is ten hadcelo van ons Vaderlandscli Tooneel. Het schijnt onvermijdelijk te zijn, vooral ook in deze mooilijko dagen, dio het tooneel doorleeft, gevolg van de verflauwende be langstelling van het publiek, maar dat neemt niet weg. dat er toch wel eens ernstig ge dacht mocht worden aan middelen ora dit to voorkomen, om bij elkaar to houden wat langen tijd bij elkaar is gebleven en nog inocst blijven. Er ontbreekt meent dc Middelburgsclit Courant eon onpartijdige scheidsrechter, aan wiens oordcel men geschillen van ern- stigen aard zou kunnen onderwerpen; die, in 'toog houdend wat do kunst behoeft, bei- do partijen zou kunnen wijzen op dc zwakko zijden van hun standpunt, op hun kortzich tigheid, op de al of niet onrechtvaardigheid van hun handeling, op hun belang en op al hetgeen dit meebrengt te doen. Ons dunkt: dit zou een taak kunnen zijn voor het hoofdbestuur of de afdcelingsbe- sturen van het Nederl andsch Tooneel ver bond." Zij zouden in deze nuttig werkzaam kunnen zijn èn voor dc directies, èn voor de tooneeliston, èn voor do kunst in 't. algemeen, Dc heer VouiLlot in den Pariischon Uui- vers zich beroepend op do reek' van d!r. Sohaopman to Roane wii do Fran- sche Katholiiokon tot jalocrechhoid wokskon op do N odo ri aiud s c h o. Hij schrijft: ,.Als liet wane met geweld, hebben on zo Nederlandscho broeders do amtdrovol uldonrui- ro Protestanten er langzamerhand toe ge bracht om een bondgenootschap aan to gaan. Weigering van. wedortkeerigc goedo diensten on van samenwerking, hoogharti ge en onhousohe bejegening, onbillijkheden, nrietB van dlib alles veamooht dfio kloeke man nen in hun ferme cn hdlderzienjdo politiek tc ontmoedigen. En met voiftoop \ian tijd hebben zij huni dlool boredkt. Thans is hot boDldgonooteohap voltooid., geproclameerd on geregeld op bil lijke grondslagen. Onder dc acht leden van In het vorig Overzicht maakten we mehding van een ingezonden, stuk in Eet Vaderland mat onderschrift der Redactie van dat Blad, naar aanleiding van de Am- Bterdamsdio arbitrale uitspraak, dat een ongeluk of ongeval niet geacht kan warden aanwezig te zijn, wanneer het per soon!! ijk letödl gevolg is van het opzettelijk ingrijpen van een menschel ijken wil, m. a w. wanneer de gevolgen van een gewilde han deling den voren aannamen van persoonlijk letoed. Hot Sociaal Weekblad bevatte ook een ar- takol over do uitlegging der Amsterd'amsche scheidsmannendio het blad ,,vormeldens- waand voorkomt om haar absurditeit," Het Sociaal Weekblad is van oordeel, dat van een ongevall sprake kan zijn èn bij toe val èn bij schuld van don door het ongeval getroffene: ,,Eon onJgeviaE is het to noemen, wanincor van een automobiel onder het rij den door een zekere toevallige oorzaak de machine springt-. Ook wanneer ik als ndét- vdiieaid chauffeur, door een verkeerde hand beweging, in plaat© van dc machine te stop pon zo op groot© snol beid zot on-zo tegen een boom vliegt. Toch was hier schuld aan mijn kant: wat deed ik to tuf->buffon, terwijl ik wist, dat ik do kunst nïot verstond. Maal ais een hoogmodome zedfmoordenaar zich in vollen ren mot een automobiel laat verplet teren tegen een muum, dan sluit het opzet voor hern hot begrip „ongeval" uit." Dazo opvatting is, voor zoover liet blad be kend, in allo oagovullon'wotgevti.njgen gthul- digd on ,,ook do jurisprudentie in het bui tenland van do toepassing der ongevallen wetten stolt deze arbiters in hot ongelijk." ,,In aanrCuiting aan wat. wij vroeger op merkten o<ver het begrip „ongeval", vooral tmot het oog op de invoering van de Onge vallenwet on do Beroepawet, dio straks al licht menigeen van onze lozere zal roepon om zrtitnng tc nemen in een raad van beroep, komt het", sohrijft hot bl&d, „ons wonsohc- lijk voor tegen zulk een „verbijsterende leer" (do uitdrukking is van mr. Levy) te waar schuwen. In het Maandblad tegen de Ver valschingen bepleit dr. Van Halmei Roos do noodzake lijkheid eonor wetgeving betreffende de aanwending van oonservoer-m i d- dolen. Do belangrijke ïraag, schrijft hij. of oonsorveenrnoddtflen., e>n mcor speciaal boo reu ur en salicylzuur, in .goring©-hoe veelheid al dan niet in voedingsmiddelen of dranken raag worden aangewend, is thans beslist.. De Voneenigde Staten en BrariiLië hebben don invoer van mot deze conserveermiddelen, behandel de ötoffen verboden v in Frankrijk en verschillende andere Latijnsoho Statten is het gebruik oveneens verboden en thans is ook in Duïtsoh'land deze vraag aanhangig gemaakt Hot. verbod om conserveormiddolen to gebruiken, zou in veie gevallen, uilfc een industrieel oogpunt beschouwd, een ramp zijn on alvorens men ook in ons land er toe kou overgaan, moot hef vóór on togen ern stig overwogen, worden. - In protectionistische Slaton is het aan wezig-zijn van conserveeamiddclcn in geïm porteerd© voedingsmiddelen een aanleiding, olm op grond van zoogenaamde hygiënische voorzorgsmaatregel en, den hajidcl te be lemmeren, en wij zijn dan ook van meening, idat aldus fiscale m'aabregek-n onder den schijn vau hygiënrisohe worden doorgovoord. Er zijn toch zeer véle autoriteiten, die het gebruik \an geringe hoeveelheden, boorauur ©n salicylzuuT in sommige voedingsstoffen en dranken als geheel onschadelijk be schouwen, ja zelfs hot gebruik hiervan aan raden-, voornamelijk bij de vlceschspijzon, daar zij beweren, dat deze geringe hoe Veel heden veel minder schadelijk zijn dan ten de oio bedorven waren. Lijnrecht hiermede dn strijd zijn dc opinies van andere autori teiten, die het gebruik ten. eenenmale a-er- boden wonschen to zien, op grond van na- deeligo werkingen op hart of spijsverte ringsorganen. Het is daarom voor een re geering, die uitsluitend de hygiënische zijde van het vraagstuk in aanmerking neemt. De Pleegzuster. 6 De deuren der aangrenzende vertrekken do eetkamer en daarachter het boudoir van de vrouw des huizes stonden open, zoodat men het elegante geheel kon overzien, dat voor het gezellig verkeer ter beschikking stond. Behalve slaapkamers, bevatte het overige deel der woning nog slechts een keuken, klein als m moderne huizen gebruikelijk" is, doch groot genoeg voor de beboetten; gewoonlijk at mevrouw alleen, des Zondags met haar zoon, en enkel bij de gezellige dineetjes was het er wat gebrekkig en bekrompen. De luitenant lag op een groote sofa met een pronkkussen, waarop een pauw naar de natuur was geborduurd, onder zijn arm ge schoven, om een beetje gemak te hebben. In de slap naar omlaag bengelende rechter hand had by eon sigaar, wier nog gloeiend uiteinde het nog „bijna nieuwe" tapijt in gevaar bracht, wat de jonge man immer eergt dan merkte, wanneer by den lucht van ge zengde woldraden in den neus kreeg. „Foei, mama, de hitte en de muffe lucht van dien leeiyken leliestengel daar werkt op de zenuwenGooi die plant toch weg 1 „Och kom, er is heel iets anders, dat op je zenuwen werkt." „Kyk, kyk, mamaatje, de stiklucht hier schijnt uw fijnen neus nog niet te hebben bedorven;" zei hy gedwongen luchtig. „Kindlief, ik wil my zelf niet voor al te nederig versiytenmaar zoo'n fijnen neus heeft zeker elke moeder. Je waart verliefd o, aoo verliefd zoo echt en waar eigeniyk zeer moeilijk in deze een juist oordeel be vellen. En toch is een wet absoluut nood zakelijk. Dc industrie heeft behoeft© aan positieve bepalingen, en vele fabrikanten hder te lan de weten niet. hoe, geheel te goeder trouw., te moeten handelen. Aan den éénen kant staat verlies van reputatie, aan den anderen kant financieel voi'lies of grootere uftgaven. In dien de eeno fabrikant deze stoffen wèl ge- bruikit, moeten de anderen, door concurren tie gedwongen, volgen. Het zou dus, o. i., wensoheJijk zijn, indien door onze Regeering eeD commissie werd benoemd bestaande uit genees- en scheikundagen, benevens indus- itrieolen (evenals) in Engeland de Royal Commission") om deze hoogst belangrijke -vraag tot klaarheid to brengen, en bot voor lichting te dienen voor eventueel© wetten in deze dringende aangelegenheid. Nu op het zevende Node ri andsch Congres voor Openbare Gezondfheidsregeling, op 6 Juni te Zwolle to houden, naar aanleiding van eén beslissing van het vorige Congres, de vraag van de al of niot wenscholijikhead van insbellrnjg van Staatsapothekon weer ber sprake zal komen, heeft de heer dr. G. W. Bruinsma in Vragen de-s Tijde daar over een „ongevraagd praeridviee" geschre ven, Hij wijst daarin er op, hoe hij reeds in 1886 oprichting van Staatsapotteken aan beval. Toen was men met dit denkbeeld al- leitmriast i'ngenomen; maar dia» tijden zijn veranderd. Hot woord S ba atsapo theken 1 reeft thans zijn geminachte en roode tint geheel verloren. Op het jongste Conjgrcs verklaarden zich twee of drie inspecteurs van het geneeskundig staatstoezicht, dc re ferendaris van het departement van binnen- landschc zaken, belast met do afdecling ge neeskundige aangelegenhedenbenevens ver- schili'endo geneeskundigen van alle politieke richting, zich voor Staafsapobhokon. De w e n sc ho 1 ij k k e i d staat bij velen reeds vast, de m o g e 1 ij k h e i d van invoe ring moet nu overwogen en ten slotte zuil dc groote strijd gevoerd molton worden tus schen algoheele vrijheid van uitoefening der arteenijboreidkunst of Staateapofchcken. Dir. Bruinsma zet dan nu nog eens dc quaosbie uiteen. Vroeger, toon do geneesmid delen u>t allerlei organische en anorganische best anddie <y!en> bereid moesten worden, was dat een bepaafrd vak, en kwamen do rogeor'n- gen er toe bepaalde kundigheden to oisohen van alle personen, die zich daarmede boz'g hief den. Het bepoallde boraldfcfn van geneesmid delen wordt nu echter niet meer dOor d? apothekers, maar door de ohemisaho fabrie ken gedaan. De apothekers wegen de genees middelen in do hoeveelheden, dloor de ge- neeeiveeren aangegeven, af cn mengen ze. De kundigheden, daarvoor noodlig, zijn van ge ringe beteokenis. Huisg>efnoaten van genees kundigen, die zelf geneesmiddelen leveren, doen liet, en apothekersbedienden», die een weinig beteekenend examen aflegden. De wetenschap pel ijko apothekers verlang den voor hun studie en examens evenredige belooning cn de geneessmi'ddolem bleven hoog in prijs. Hierover werd hot publiek ontevre den en ging e>r boo over geneesmiddelen te kcopen. bij gewone winkeliers, scans nog met ap othek ersfoedi en-donklli fplomawaar men goddkooper berecht kon. Hiervan was scha de voor de apothekers het gevolg; deoen wer den ook ontevreden en vroegen een wette lijke re-gilling, waarbij zij alleen bevoegd wor den verklaard voor dën verkoop. De clandestiene-verkoop van geneesmid delen of bestanlideelen daarvan is echter reeds zoo ijn. Ncdc-rlanli' doorgedrongen, de voordooien en gemakken er van zijn zoo groot en de gevaren zijn zoo gering in de praotijk, dat geen regeering generigd of in ©baat zal zijn, meent sclir.ziidh mot den sterken arm der web daartegen te verzetten. Men zal nu z. i. tusschen twee richtingen to kiezen hebben. Of vrijverklaring van cbon verkoop van geneesmiddelen, óf invoering van StaatsapothekonHet eerste is, g«i/'.ooi.b schr., niet zoo dadelijk te veiwaehten. Een groot gedeelte van het publiek zou er zich tegen verzetten en ook schr .zelf is er togen, omdat onnauwkeurigheidqid afievonng in ve- le gevallen of tot gemis van de verlangde uifc- voor het eerst van je leven is het niet?" spotte zij. „Zeker, maar „Nooit hadt je zulk een wezen ontmoet zoo ideaal zoo geheel naar je smaak —zoo schoon en goed „Als u dat soms ontkennen wilt...." „De Hemel beware my er voorl Ik spreek voorloopig slechts van jou. Je hadt het geluk van je leven gevonden en zy ook want jy waart ook haar ideaal „Dat schy'nt u te verbazen!" sprak hy geraakt. „Ja, eigeniyk verbaast het my. Kortom, je waart zalig in je hoop en je kon geen dag langer wachten want zonder haar te leven was eenvoudig dood vertwyfeling. „Zeg eens, mama, u heeft een onaangename manier, iets, dat bittere ernst is, schertsend te behandelen." „Ik spreok volmaakt in ernst, 't Zal aan myn toon liggen. Ik ben trouwens al gereed met myn verklaring van je overspannen zenuwen: jo ging heen, vroeg haar en kreeg een blauwtje." „Waariyk niet van haarl" „Nu, dan van den ouden heer. 't Komt op hetzelfde neer." „Pardon, dat is heel wat anders. De oude heer is vyf en zeventig jaar; hoe lang kan hy nog leven?" „Minstens nog tien jaar; die Rohrmeisters zyn beroemd taai. En als hy dood is, ben jy kapitein eerste klasse en kunt trouwen; zy telt dan hoogstens vyf en dertig jaar." Frits maakte een ongeduldige beweging. „'t Verwondert my toch," vervolgde de moeder, „dat jy, die anders nogal op den vasten grond en practisch blyft, den moed vondt, want ik merk, dat ik goed geraden heb.'* werking óf bot schade aan geaondhoid en le ven zai kunnen lijden. Blijft dus de invoering va® Staatsapothe- ken en schr. zou die in daeor voege vorwecen- iijkt willen zien, dat do Staat oprichtte een twintigtal laboratoria of fabrieken voor den aanmaak der geneesmiddelen en verder op elke 10,000 inwoners een apotheek stichtte. Uitvoerig rekent schr. voor aat zulk een inrichting den Staat niet op kosten zou ja gen, maar integendeel een niet onbelangrij ke bate zou afwerpen. Hij meent-, dat 600 apotheken noodtg zouden zijn, elke beheerd door een apothe ker, bijgestaan door twee assistenten en twee knechts, en dot- de laboratoria een voldoend personeel zouden hebben aan een dirooteur, twee assistenten en een tiental knechts. Voor apothekers zouden in de eerste plaats in aanmerking moeten komen do nu bestaan de, waarvan velen zeker een vaste positie wol zouden willen aannemen, in ruil tegen hun wisselvallige zaak. De ouderen en zij, die geen staatsbetrekking zouden willen aan vaarden, zouden moeten wedden afgekocht biji'. door een lijfrente. Do -geneesmiddelen zouden ondanks ai de ze maatregelen toch goedkooper worden. Al leen zou men. allies k contant moeten bctaflen. N-iet. alle© zou verder op recept geleverd behoeven te worden. Tot handverkoop vaan sommige stoffen zou ook vrijheid moéten be staan, maar dan, in een afzonderlijk lokaal. Ik ben- mij bewust, zoo eindigt schr. zijn opstel, waarvan wij hier alleen een ru we schet© konden geven dat ik door het afdalen in zoovele bijzonderheden bij het hernieuwd bespreken van dit onderworp, de critiek een gemakkelijke gelegenheid open om de onderdeden te bestrijden, ook waar zij liet eens mocht zijn met de hoofdzaak. Toch hob ik gemeorid-, dat, om ccn juist inzicht te geven ook aan hen, d e vorfaeeran buiten, de medische en pharmaceaittscho we reld, zud-k cone ged efoaiMeerdo uiteenzetting de voorkeur verdiende boven olgemec-ne be schouwingen, die reeds meermalen zijn ge hoord. In de 4de cn 5dfe aflevering van het Tijd schrift voor Nede^land-sch-Indië komen arti kelen voor van mr. D. Fock en C. J. Beelon- kamp over de ontworpen nieuwe stoom vaartverbinding tusschen Java, Chi na en Japan en voor een niouwe kabel verbinding van Nederland met zijn b<^ zittingen in Oost-Azië. Het artikel van don heer Bcelenkamp geeft ccn belangwekkend overziclri van het tegenwoordig intcrnat:o- naal telcgraafkabelverkeer Engelands heer schappij over het-mccrendeel dor wereld-telc- graafkabelverbindingcn heeft reeds gerui- men tijd allerwegen de behoefte doen gevoe len om zich van dit hinderlijke kabelmono polie vrij te makon. Hoe het met dit mono polie gesteld is, de heer Beelenkamp geeft daarvan een interessant overzicht in een tweetal kaartjes, die bij zijn opstel zijn ge voegd. Volgens den stand van 20 Maart 1900 was het internatioaal telegraafkabelnet 329,040 K.M. lang, waarvan 36,930 K.M. staatskabeis on 292,110 ix.M. in particulier bezit. Van dit laatste behoorden 205,387 K.M. aan Britecho kabelmaatschappijen. Daarbij valt intusschen aan te teekenen, dat ondanks de enorme uitgebreidheid van 't En- golsche kabelnet, nochtans Engelands positie op tclegraafkabelgebied zwak is te noemen, in zoover dit land bij verwikkelingen juist gevaar loopt van sommige zijnor koloniën te worden geïsoleerd, omdat do verbindingen daarheen leiden over niet Engelsch gebied, m deze dus gemakkelijk kunnen worden af gesneden. De schrijver betoogt, dat voor ons wel het meest verkieselijk zou zijn het leggen van een eigen telegraafkabel tusschen Nederland en O.-Indic, doch dit is, zoowel uit een tech nisch als een financed oogpunt onmogelijk. In de eerste plaats missen wij de 'noodige steunpunten om dezen kabel op e i g o n ge bied te doen landen, terwijl het wel hoogst bezwaarlijk zou zijn landingsrechten voor de zen kabel to verkrijgen, waar daaraan be hoefte bestaat. Een kabel zonder steunpun ten over een afstand van 9025 mijlen (Rot terdamBatavia) behoort tot de technische onmogelijkheden. Doch waren deze bezwaren al te overwinnen, dan nog zouden do aan- legkosten boven onze financieele krachten „Ivond den moed, omdat ik wist, dat de oudo heer Rohrmeister niet geheel zonder vermogen is en ik een niet te versmaden party ben als erfgenaam van een der schoonste majoraatsgoederen, wat Salo"Schin ongetwy- feld is." „Lieve hemoll De Wahlbeck van Saloschin is een man van nog geen veertig jaar! Ik kan my begrypen, dat de oude Rohrmeister dat vooruitzicht wel wat ver in de toekomst vond voor zyn kleindochter, dio aanbidders heeft, welke iets positievers kunnen aanbie den En wie staat jo er voor in, dat hy te Saloschin niet trouwt?" „Dat geloof ik niet Ik heb er van hooren fluisteren, dat hy 2yn oogen oen beetje fo hoog had gericht." „Maak je zelf niets wys. Ik heb ook iets hooren fluisteren. Toen hy destyds met zyn paard gevallen was en jouw papieren zoo hoog stonden, dat je al op champagne trak teerde, omdat je elk oogenblik het telegram met zyn doodbericht wachtte, herstelde hy weer, ging op reis, werd zoo gezond als een visch en „En? Wat heeft u voor een klokje hooren luiden „Dat hy uit dankbaarheid en edelmoedig heid op weg was, zyn hospita of verpleegster te trouwen, en dat hy ze mee naar Saloschin genomen heeft." „Gekheid, mamal" „Men vertelt, dat hy met haar getrouwd i s I" Frits Karl sprong uit zfln luie houding op, staarde zyn moeder met groote oogen aan en riep: „Maar dat zou gewoon krankzinnig zynl" „Ja, hy moet wat vreemd zyn," meende mevrouw, onverschillig de schouders ophalend. „Ik waarschuw je in elk geval: steun niet te vast op dat majoraat; die bodem is te wankelbaar, on een verstandig man als generaal Rohrmeister zal er zeker geen huls op willen bouwen voor zyn kleindochter." De luitenant, die begonnen was, ongeduldig op en neer te loopen, bleef staan en mompelde „Dat is hot.... Weet u, het komt my voor, dat de oude heer ook zoo iets wildo zeggen." „Hoe zoo?" vroeg de moedor, nu meer nieuwsgierig. „Toen ik hem uitlegde, misschien wat meer overtuigd, dan ik zelf ben, dat de Saloschiner Wahlbeck in geen geval trouwen zou, omdat hy zyn hart aan een zeer hooge dame had verloren, merkte hy op„Wat hem niet zal weerhouden, byvoorbeeld met zyn hulshoud ster te trouwen" „Zoo, zoo! Weet je, wat je wel eens doen mocht? Spoedig een visite op Saloschin maken." „Dat is juist het ergst©. Ik gaf al twee maal het voornemen daartoe te kennen en och, ik wilde er eigeniyk niet met u over spreken." „Ah.... en wees hy je af?" „Heel ronduit." „Omreden?" „Hy stond op 't punt, op reis t© gaan..." „En den tweeden keer?" „Hy gevoelde zich niet wèl." Er ontstond een pauze in het gesprek. Frits trok de gordynen open; do zon was verdwenen en het werd donker in de kamer. Verwyderd rommelen spelde een naderend onweer. „Zet de ramen open, dat er wat frissche lucht binnenkomt l Ik wil den donder hooren en den bliksem zien. En kom dan eens hier ik moet met je spreken. Je weel wel, myn jongen, dat je oudo moeder dikwyis voorge voelens hoeft, die later uitkomen." Hy knikte en zetto zich vlak by haar nóer. Hy wist van die voorgevoolens on deelde eon beetje in haar bygoloof, al wilde hy het niet ronduit bokonnen. „Ik bon overtuigd, Frits, dat je van uit Saloschin zeer onaangonamo vorrassinger» dreigen De geschiedenis met juffrouw Rohr meister is uit." „Dat spreekt vanzelf." „Je moet voor je toekomst zorgen. Een mooie militaire loopbaan is jo verzokerd; maar daar behoort geld by en een geschikte vrouw, die weet te representeoren Je moet trou wen met Erika Holdbach." „Maar, mamal Een woduwo, die de lini© gepasseerd is! Ze is byna zoo oud als ul" „Wat hindert dat? Ze ziet er nog heel goed uit en dat komt ook pas in de tweode plaats in aanmerking. Zy is beslist ryk, on ze heeft geen familieaanhang, die lastig kan worden." „Dat is niet te loochenen," zei do luitenant, glimlachend en aan zyn knevel draaiend. Erika Holdbach was de weduwe van een grondeigenaar, die haar een onorm vermogen bad nagelaten, ©n ze had ook oen mooi kapi taal van haar vader geöerfd. Zy woonde de» winters te Beriyn, ging 's zomers op rei» of naar haar prachtig landgoed Clausdorf, in Brandenburg. Dit alles ging den jongen man snol door het hoofd, terwyi hy zyn best deed, zich het beeld voor den geest te roepen van mevrouw Holdbach, die hy slechts oen onkele maal ontmoet bad. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5