Wekeiyksehe Kalender.
Dc geschiedenis van den aardappel.
Stofgoud.
Raadgeving.
ALLERLEI.
ge naar Aken. Toe» zij zou vertrokken, bleek
ialtusschen, clat zc in- kaair handkoffertje nog
wel erAolb voorworpen, als toiildtaiibikdlen e.
cl. g. kon bergen, maar cliat o. a. tw-èe paar
ilaarzen er niet meer in konden. Daarom liet
ze doze laarzen achter en bereikte mot het
andere ongehinderd Aken.
Haar broer tc Napels had op zioh geno
men, do laarzen bij gelegenheid wel eons te
zullen terugzenden, Hij doet sinds jaren za
ken mot zijn zwager Meier, te Aken, bij
wï'on juffrouw Muller ook veel aan budo
komt. Zoodoende is het wel te verklaren, dat
de heer Miller 'to Napels bij zichzelf daotot dart
liet hot gemakkel ijksb was, de laarzen aan
hot adres van zijn zwager te zenden, dlie
zooals hij wist, behalve Italiaan sc-he, ook
Engolsehe, Fransche en Belgische waren
ontving en dus herhaaldelijk aan hot doua
nekantoor verscheen. Hij pakte dif> de laar
zen in, voegde er behalve eenige versehe ci
troenen ook nog een fijne gerookte I tali aan-
schc worst bij, die, zooalls hij begreep, op de
ontbijttafel van zijn zwager zeer wolkom zou
zijn.
De heer Meier, te Aken, ontving nu op
een Donderdag-morgen van het douanekan
toor de officieels medödfcelintg, dat er voor
hom een toezending uit Napels was aange
komen, die op afhaling wachtte.
Do heer Merier zond daarop eon zijner on
dergeschikten, die altijd zijn douanezaken
voor hein behandelde, dee middags naar hot
tolkantoor, maar in plaats van met het ver
wachte pakket, kwam doze terug met de
boodschap, dat de heer Meier zelf moest ko
men-, want in het pakket bevond zich een
worst', die niet mocht worden afgegeven,
maar moest worden vernietigd. De heer
Meier daoh't, dat er een misverstand had
plaats gehad, en snd'de naar het tolkan
toor. Daar weid hem U>t zijn grooto verba
zing medegedeeld, dlab zich in het pakket
'behalve de gebruikte laarzen en versohe ci
troenen ook nog een Italiaansche worst be
vond. Deze laatste mocht op grond van een
wettolijko bepaling, dateerendc van Juni
1000, waarbij invoer van kleinere vlecsch-
waren is verboden niet worden afgogc-
van. Op dc vraag van den verbluften Meier,
die van dó aanwezigheid van deze worst in
hdb laarzenpakikot evenniiin iets bad geweten,
als van de bepaling, waarop men hem -wees,
walt er dan moest gebeuren, was hot ant
woord: „De worst moet óf op de plaats van
aankomst vernietigd worden, óf de ontvan
ger moet zioh verplichten, zc weer uit te
voeren."
Don heer Meier werd daarop duidelijk ge
maakt, op welke wijze dlib 1-aaitote moest
plaats hebben. Op een door hom te bepalen
uur moest hij aan het hoofdkantoor komen;
daar zou hem dc worst worden ter hand ge
steld; een tolbeambte zou hem tot de Ncdcr-
ïanidsoho grenzen naar Vaals geleiden, en
wal hij dan met bót voorwerp wildb begin-
non, was zijn zaak; alleen was hot vorboden
het weer mee naar Duitschland terug bo
nemen.
Teen hij doze verklaring had vernomen,
wist dc heer Meier, in wc-llkc tragiekoma soke
posi-bio hij was gekomen. Maar er was nu
eenmaal niets aan te veranderen en daarom
daobt hij bij ziclxzclven: „Ik breng de worst
morgen kalm naar Vaals in het restaurant
van mijn vriend Sohulzo en Zondagochtend
noodig ik do leden van onze wadi rij dtersolub
op eon ontbijt, waarbij we de worst zuMen
geb ruiken
Hij verklaarde dus aan dón tolbeambte,
clat hij den volgcndbn dag, Vrijdagsmiictdlags
drie uur. de woret naar het buitenland zou
brengen-.
„Dien volgenden dag had hij het even-wol
zóó druk, dat hij met geen mogelijkheid aan
het uitstapje naar Vaals kon donken. Bo
vendien werd hot zulk ongunstig weer, regen
en wind, dat hij meende, dat er ook van dat
uitstapje met dc club tegen den volgenden
Zondag weinig zou komen. Tamelijk nijdig
tntwoorddc hij dan ook een zijner kennissen
die niet spottende belangstelling naar zijn
vorst informeerde:
„Voor mijn part kunnen ze haar vernie
tigen! Ik loop om clat ding niet naar Vaals 1"
Zonder te vermoeden wat hem boven het
hoofd hing, zat de heer Meier dies Zaterdags
rustig te weiken, toen hem door een expres-
besteller een ambtelijk schrijven werd over
handigd van dón volgenden inhoud:
„U wordt uitgenoodiigd, de voor u op ons
bureau liggende worst weer naar het buiten
land uit te voeren, bij gebreke waarvan wij
kracihltens de wet van 3 Juni 1900, art. 12,
al. 1, waarbij de invoer van dergelijke
vOjcesobwarcn is verboden, verplicht zijn een
strafrechtelijke vervolging tegen u in te stel
len."
Dit schrijven kwam van heb tolkantoor
en de heer Meier wist niest beter te doen
dan onmiddellijk er heen te snellen en te
vragen, of men toch zijn worst maar wildie
vernietigen. Maar de tolbeambten verklaar
den schouderophalend, dat dit niet meer
mogelijk was, omdat de heer Meier eerst na
drukkelijk had verklaard, do worst weer te
willen uitvoeren. Onder doze omstandighe
den bleef dezen laatate thans niets over clan
te beloven', dat hij den volgendon Maandag
middag te drie uur op hot appel zou zijn om
zijn eigendom naar het buitenland te bren
gen.
Op het vastgestelde uur was hij dus pre
sent om aan zijn verplichtingen te voldoen,
Aan het douanekantoor gekomen, vond hij
daar een der beaanbten gereed1 staan, gekleed
in de voorgeschreven uitrusting, met gela
den geweer, enz., enz., die hom naar Vaals
moest geleiden en er voor zorgen, dat de
worst punctueel op Nedtórlandsch gebied
werd gebracht. De worst werd uit de geslo
ten kast te voorschijn gehaald en, nadat
haar identiteit bewezen was, aan den heer
Meier overgereikt, die haar onder toezicht
van zijn. begeleider in den jaszak stak. Na
dat op deeo wijze alile formaliteiten waren
aangevuld, wandelden de heer Meier en de
beambte den weg naa-r Vaals op.
Op den VaaJsdbon straatweg aangekomen,
deed da eerste dón beambte het voorstel, van
de juiet aankomende train naar Vaals ge
bruik te maken. De beambte wees evenwel
dat vriendelijke aanbod af met de opmer
king, dat hij voor dienst uit wasem dus moest
loopen.
Aan heb tolkantoor bij de Nedorlandsohte
grenzen aangekomen, bad men aldaar geen
bezwaar om den heer Meier met zijn wordt
te laten paseeeren. Nog een klein eind-je ver
gezelde do beambte hom, tot hij eindelijk af
scheid nam, cn do worst met haar drager
nog eendge oogenlblikken bleef nakijken in
hot gevoel van zijn plicht to hebben gedaan;
cle grens lag tussohen Du i'tscb)'and en de I ta
li a a nsche i nJclri ngs-te r.
De- heer Meier daarentegen wandelde met
vluggen pas verder. Aan de halte der bram
gekomen, zag hij, dat er juist een tramwa
gen voor vertrek gereed stoncL Hij had nog
net clen tijd, op zijn vriend Sohulze, die in
de deur zijnor restauratie stond, toe te snel
len cm hein hot paJkiket mot cle woordón:
„Daar is een worst!" in de hand te druk
ken. Do andór riep den voortsnellende ver
baasd na: „Wat moet ik daarmee doen?"
„Bewaren!" luidde het antwoord, terwijl cle
heer Meier het volgend oogenbóik in de tram
zat en wegreed. Aan het tolkantoor had nog
een roerende ontmoeting plaats tusschen den
heer Meier en clen beambte, die hem had
vergezeld, en het sprak vanzelf, dat deze
kudteto den wagen, waarin de heer Meier
Bïad gezeten, aan een nauwkeurige inspeelde
onderwierp. Tegen vijf uur was de heer
Möier goed en wel van zijn gewichtige on-
derncimling thuis teruggekeerd.
En do onschuldige oorzaak van dat alles;
de worst? Deze geniet vooreerst dc gastvrij
heid van den beer Sohulze en zal zich bij
diens goede verzorging wèl bovenden. Tot
op een mooien morgen de wicilrijdcrs-c/ub
het besluit neemt om aan Sehulzo's inrich
ting een bezoek tc brengen en het Italiaan
sche product aan zijn bestemming te doen
beantwoorden. De heer Muller, te Napels,
zal bij hot vernemen van een cn ander wel
to>t het besluit komen dat bet maar het ver
standigst is zijn broederlijke genegenheid
niet weer door een dergelijke zonding te too-
nen 1
Zondag.
Wie nooit werd toegejuicht, zal een ander
niet licht loven. De vreugde van te bewon
deren is de bedooning voor harten, die geen
nijd kennen.
Maandag.
Tracht zoo sober mogelijk te wezen mdbVer
bieden; ook daaraan gewonnen de kinderen
en gij hebt het aan uzelf te wijten, ibdlien
zij ongezeglijk worden.
Dinsdag.
Laat ons ieders individualiteit eerbiedi
gen en niemand in onze omgeving tot vol
maaktheid veroordeelen. want dit vonnis is
een doodvonnis op zedelijk gebied.
Woensdag.
Menage familie bestaat uit een aantal per
sonen, die voortdurend elkander hinderen
en bestrijden, doch tegenover vreemden on
middellijk partij kiezen.
Donderdag.
De man, die in een belachelijke positie
verbeert, is dan alleen niet belachelijk, als
hij geestig genoeg is het eerst daarom te la
chen.
Vrijdag.
Wat kwam van liegen, moet vervliegen.
Zaterdag.
De luiheid verlamt de kracht van den
geest.
De aardappel is uit Chili of Peru afkom
stig, waar de Spanjaarden hem in het wild
aantroffen en van waar hij ongeveer drie
eeuwen geleden naar Europa werd overge
bracht. Reeds spoedig was liij in Italic cn
Spanjo volksvoödsel geworden, doch in de
andere lanclen ging het niet zoo gemakkelijk
hem burgerrecht te verschaffen. De geleerde
Clusius, die zijn studiën aan de universiteit
hier tc lande begonnen was en later benoemd
werd tot hoogleeraar in de plantkunde aan
de hoogcschool te Leiden, maakte den aard
appel in Duitschland bekend.
Admiraal Drake, die. in Engeland terug
keerde van een expeditie tegen de Spanjaar-
<len. bracht verscheidene ongelukkige kolo
nisten uit Virginia mede,' welke een der va
riëteiten van den aardappel, dien zij den
naam van „potato of Virginia" gaven, in
Engeland invoerden. Eerst veel later maak
te het vasteland van Europa met de Ameri-
kaansche plant kennis.
Dc naam kartoffcls, wolke den aardappelen
in sommige streken in ons vaderland en in
Duitschland gegeven werd, moet ontleend
zijn aan den Italiaanschen naam „tartufoli."
Men kan aannemen, dat de aardappel te-
gon het einde der zestiende eeuw reeds in
een groot deel van Europa werd aange
kweekt. Olivier do Serres voerde hem in
Frankrijk in, nadat de noord-oostelijke pro
vinciën Franche-Comté en Bourgogne reeds
kennis met cle Amerikaansche plant gemaakt
hadden. Men beschouwde den aardappel
daar als do oorzaak van dc lepra.
Het schijnt, dat men in 1689 in Frankrijk
nog alleen maar met den blauwen aardap
pel had kennis gemaakt, wat uit een ge
schrift van dien tijd blijkt. Overigens breid
de do aardappelteelt zich in zoo korten tijd
uit, clat men op onderscheidene plaatsen de
tienden er mede betalen ging, wat men ze
ker ten opzichte van Frankrijk aan de slim
heid van Parmentier kan toeschrijven. Men
weet het, wat Parmentier deed om den aard
appel bij de mindere klassen als voedsel be
kend te maken en zoo het vooroordeel weg
te nemen, dat er tegen bestond. Hij liet op
een uitgestrekt met aardappelen bepoot
land borden plaatsen, waarop het verbod te
lezen stond om cle aardappelen te stelen, om
dat zij voor de tafel des Konings waren be
stemd. Weldra was het geheelo land geplun-
der<^, doch Parmentier had zijn doel be
reikt; de aardappelen waren volksvoedsel
geworden.
Een ander staaltje wordt verhaald van de
eerste Engelschen, die met den aardappel
kennis maakten. Sir Drake had zijn familie
aardappelplanten overgestuurd. De men-
schen, geheel onbekend met de wijze, waar
op dat nieuwe voedsel moest klaar gemaakt
worden, kookten de bitterachtige zaadbol
len. Geen wonder, dat hun de Amerikaan
sche lekkernij niet beviel, cn de gebecle
plant naar den mesthoop verhuisde. Door
een toeval werd later de vergissing ontdekt
en bemerkte men, dat men de knollen had
moeten koken.
Alle bezwaren, die men vroeger tegen den
aardappel als voedsel had, zijn opgeheven.
Niemand denkt er meer aan om, evenals
vroeger, een geschrift de wereld in te stu
ren, waarin wordt betoogd, dat de aardap
pel niet vergiftig en niet schadelijk is.
Vooral voor de lagere standen is hij onmis
baar geworden cn men kan zich bijna geen
tijd voorstellen, waarin een dampende scho
tel aardappelen op de middagtafels werd ge
mist.
Ieder mensoh is van natuur dichter.
Neean een rnensch, die op een of ander punt,
waarin hij belang steót, opgewekt wordt en
vuur vat, do gedaohte-n zullen zich verme
nigvuldigen, zich op nieuwe, puntige, ver
rassend© wijze combineeren, c-n het natuur
lijk taalvermogen, door de aandrift op ge
voel, verstand en verbeelding bezield en ver
hoogd, gaat werken, zich uitstorten; orde
lijk on harmonisch zich uitstorten naar de
wet van maat en rijm, klank en weerklank.
F r a o d' r c h B o n t e r w e r k.
Het is een armhartig spraakgebruik onder
poczio alleen te verstaan de poëzie van donk-
heelden en woorden, want naar den oor-
epronkëldjken zin des wooixls, is er poëzie,
schoppend vermogen in elke sohoone kunst,
hétzij zij werken met het licht, met kleuren,
tinten en omtrekken gelijk de schilderkunst,
of met de melodie cn harmonie der klanken
gelijk de muziek, of de lijnen en ovenr&-
digheden, die op de ruwe stof het werk zet
ten van een geest gelijk de bouwkunst. Door
zijn intelligentie ondorsoheidt de mensoh, als
zijnde van Gods geel acht, het ware; en door
■höt hom ingeplant scheppingsvermogen, me
de het toeken zijner goddahjke afkomst,
geeft de men-sch ook den passenden, uiter-
Qijken vorm aan het ware. God zelf is Poëet,
Wo-ndorwerkmeester; en uit hom is de macht
om te schoppen in do mensoh.
W .G. Brill.
Op den weg naar het graf sleept de mensoh
een keten mede van vervlogen illusien.
B o s s u e t.
Gdlijk er heel wat planten kwijnen dbor
te grooten toevoer van vocht, en lampen
walmen door to grooten toevoer van olie,
zoo verspreiden de denkers onder ons nogal
eens duisternis, wijl ze to veel in zich opge
nomen hebben.
Montaigne.
Nesten voor kanarievogels.
De beste en tevens goedkoopste stof, waar
van men de kanarievogels hun nesten kan
laten bouwen in don broeitijd, is wit, grof
linnen, dat men met een schaar in lapjes
knipt van 3 en 4 centimeters breedte en long-
te. Deze lapjes rafdlt men in draden uit.
Mot langere draden kunnen de vogels moei
lijker overweg, on dikwijls ook blijven ze or
met hun teenen in zitten, waardoor de nes-
ton noodeloos worden vernield.
„Volstrekt niet. Buiten kijf was hij van
plan, mij met een of andere taak to belasten,
doch van welken aard deze was, kan ik mij
moeilijk voorstellen."
Thans kwam dc beurt aan mij.
„De heer John Allen is niet aan een hart
kwaal gestorven," begon ik met te zeggen.
Dr. Fleming en ik stelden een onderzoek in,
cloch vonden op het lijk niets, dat ons eenig
licht over cle zaak schonk. Alle organen wa
ren volkomen normaal, weldoorvoed en in
geheel gavoü toestand."
„Zoo, dokter," merkte do lijkschouwer op,
die zijn groote verbazing schijnbaar niet kon
verzwijgen, ,,en welke is dan uw meening
over het schielijk afsterven, m. a. w.Is hior
con- misdaad in het spel?"
„Ja, er kan slechts aan moord of zelf
moord gedacht, worden," antwoordde ik.
„Het eerste komt mij nog net meest aanne
melijk voor. Zeker blijft het nochtans, dat
er aau een natuurlijken dood niet te denken
valt."
Et\ nu verhaalde ik wat mij omtrent pro
fessor Milvill's vergif uit „The Lancet" ge
bleken was cn hoe cle kleinste hoeveelheid
reeds toereikend bleek om oen oogonblikke-
lijkcn dood to veroorzaken. Voorts voegde ik
er aan toe, dat door aanwending van dit
middel het lichaam niet dc minste verande
ring ondergaat. Een tevreden uitdrukking
op het gelaat van een vermoorde of zelimoor-
denaar en een aangename geur op de geslo
ten lippen zijn, dus gaf ik te kennen, de
eenige tcekenqn, welke kunnen doen vermoe
den, dat het nieuw uitgevonden vergif inder
daad werd aangewend. Ik meende bij het
verhoor niet te mogen verzwijgen, dat gc-
meldo teekencn bij John Allen's lijk aanwezig
waren en hoe tevens het couvert van den ge
sloten brief don zooeven beschreven geur be
zat. Toon ik met mannelijken ernst on be
daardheid, een geneesheer eigen, deze mede-
declingen verstrekt had, verzocht ik mijn
ondervrager het schrijven van miss Allen op
luiden toon voor te lezen.
Mijn woorden wekten ongetwijfeld de hoog
ste belangstelling onder alle aanwezigen, cn
zonder dat hiertegon eenige bedenking werd
ingebracht, opende men John Allen's laat-
sten brief, welks inhoud als volgt luidde:
„Dierbare kleino nicht!
Jo briefje is, na een onverklaarbare ver
traging van eenige dagen, in mijn bezit ge
komen. Het verwijt, daarin tot je oom ge
richt, is geheel ongegrond, kind, want op
mijn eerewoord, ik heb tot heden nog nooit
een lettertje van je onder mijn oogon gehad.
Niets zou mij aangonamer zijn, dan clat je
eens kwaamt overwippen, ora je van mijn
goede gezindheid jegens je moeder on u te
vergewissen. *Had jc kunnen ve.rmoeden,
Kate, hoe je oom alle pogingen in 't werk
heeft gesteld om te weten tc komen, waai
de weduwe van zijn eenigen cn helaas! zoo
vroeg ontslapen broeder met haar kind
verblijf hield, clan zou je mij geen oogen-
blik van onmenschelijkhcid beticht hebben.
Eerst heden vernam ik uit je brief, in welke
kommervolle omstandigheden mijn broeder
zijn vrouw en zijn kind heeft achtergelaten.
Doch troost jc, van nu af zullen alle zorgen
een einde nemen. Ik ben, gelijk je zegt, een
zeer rijk man; on ga zonder eenig verwijl
goed maken, wat ik, hoewel onwetend, ver
zuimd heb. Bovendien krijg jc na mijn dood
al hetgeen ik bezit. Kom toch spoedig, kind,
en geloof mij in tusschen, je hartelijk lief
hebbenden oom,
John Alle n."
Nauwelijks was dit schrijven, tot aller
diepe ontroering, voorgelezen, of er ver
scheen een inspecteur met de medcdeeling,
dat tijdens de huiszoeking bij Clement Eyre
niet slechte de drie verloren brieven van
Kate Allen waven gevonden, doch ook een
fleschje poeder, hetwelk in een uitknipsel
van,,The Lancet" gowikkelcl was.
John Allen's neef werd doodsbleek cn sid
derde over alle ledematen. Mijn vermoedens
waren nu ten volle bewaarheid geworden.
En toen dc leugenaar en booswicht thans
opnieuw ter verantwoording geroepen werd,
viel hij spoedig door de mand, m. a. w. h;j
legde een volledige bekentenis af Clement
Eyre was reeds lang met het voornemen be
zield geweest-, zijn oom uit den weg te mi
men, ten einde in het bezit van diens goede
ren te geraken.
In den morgen van de misdaad zag hij
zijn oom met Kate Allen's brief voor zich,
en wel wetende, hoeveel moeite John Allen
reeds gedaan had, om aan de weduwe van
zijn broeder een gedeelte van zijn vermogen
over te dragen, achtte hij thans het geschikte
oogenblik gekomen, om zijn onzalig plan ten
uitvoer te leggen. En de gelegenheid bood
zich daartoe als vanzelf aan. John Allen
trok aan de bel, ora zijn neef de portefeuille
met schrijfbehoeften te laten brengen. Aan
RECEPT.
Aardappelen met Gruyère-kaas.
De aardappelen worden d'aarvoor goed go*
wassohen, doch ongeschild op een plaat int
den oven gebracht en gedurende een tm(
goed warm gehouden. Men snijdt den kn*i
dan middendoor en wrijft dezen door een'.-
zeef. OndeT toevoeging van 10 gram zout, 5
gram suiker en 100 gram boter woikt men
door de fijne aardappelen heen een geslas
gen ei, het geel van fcwee andere en 1/2 deci
liter room of molk met een weinig peper ca'
muskaatnoot, zoomede 60 gram kaas in poe-
dei-vorm. Dit mengsel wordt opgediend in'
een vuurvast sohoteltjc, op de gewone wijze
eerst voorzien en met paneermeel gedokt-'
Gedurende 10 a 12 minuten laat men dit nog
in den oven.
Op het perron van een spoorwegstation!
kwam, juist toen er een trein vertrekken)
zou, een jongen hard naar den stationschef
loopen.
„Chef! Er zijn twee mannen in den treiü%
die geen kaartje hebben riep hij.
De trein moest nog even wachten en do
kaarten werden nagezien. Maar alles bleeds
in orde te wezen.
„Wol, waar zijn nu die reizigers zonde*
kaartjes?" riep de chef den jongen toe, d£_J
hij nog za,g staan, vlak bij den uitgang.
„Op de looomotief! riep de kwajongen
en liep heen, zoo hard hij kon.
Voorzichtig medegedeeld. Iemand krijgt
op zijn bureau de mededeciing, dat zijn
schoonmoeder plotseling overleden is. Hij
spoedt zioh naar huiis om zoo voorzichtig
mogelijk zijn vrouw-op het droevag bericht
voor te bereiden en vindt haar aan de pian
no zittend. Woedend roept hij uit:
„Hoe kan nu toch in 's hemeSfemaami
iemïamd kalm piano gaan zitten spelen, wan
neer zoo juist haar moeder gestorven isP*
Hij was bij papa, om haar hand te vra
gen. Angstig wachtte zij in de gang, en toen 1
hij uit de kamer kwam, snelde zo naar hean,
toe.
Zij: „Nu, wat heeft papa gezegd?"
Hij (handelsman): ,,0 hemel, dat is waaJB
ookIk heb je papa een partijtje cognac en
dudzen'd sigaren verkocht, en ik heb heelm
in aal vergeten over jou te praten."
Afgetroefd. Blufferig auteur tot oudex;
uitgever: „Wat zoudt u iemand aanraden^
die zijn tijd vooruit is?"
Uitgever: „Ik zou hem aanraden, stilletje*
te wachten tot zijn tijd gekomen is-"
Een goed middel. „En wat heb jc go*
daan, om mijn vrouw weer bij te brengen*
toen ze in onmacht lag?"
Dienstmeisje: „Ik fluisterde haar in het
oor, dat u mij beloofd hadt, haar een nieu
wen hoed te koopen."
Uitlegging. Zoon: „Wat is een impres
sionistische schilderij, vader?"
Vader: „Dat is een schilderij, mijn- zood^
die op u den indruk maakt van een koeór
en <Jan ziet ge in den cataloog en daar bo*
merkt ge, dat het een watermolen is."
Hbldv. Antw.)
OPGAVE.
Van een uit vier cijfers bestaand1, bekend
jaartal is de som van al de cijfers zoo groot
als toet getal, dat de beide laatste cijfers vor
men. Voorts is de som der beide laatste cij-
fers de helft van het. tweede cijfer, en is da
som der twee eerste cijfers driemaal zoo groot
als liet laatste.
Welk is dat jaartad.
[Oplossing volgende week].
s
Oplossing oan liet Raadsel der vorige week.
De woorden zijn: ZZaken. inland, Leveat^
J/olm, EiJen, ftüaapj jSlijk. Do naam vaii
dfen bekenden dichter is dus: Hélmers.
dit verzoek werd gevolg gegeven, maar do
schurk had ongemerkt het bovenste eouverfi
met een gevaarlijk poeder bestrooid, en weï
ter plaatse van de gom.
Thans, Walford, zal het overige je wel dui
delijk zijn." i
„Op één ding na," antwoordde hij. „Je
begint met te zeggen, dat John Allen's dood
een aangename lichtzijde voor je had, en dit
heb je alsnog vergeten aan je droevig ver
haal toe te voegen."
„Je hebt gelijk, Walford. Welnu, Joha
Allen liot een olographisch testament na,
waarin zijn nichtje Kate tot eenige en alge-
hcele erfgename werd gesteld en aan mij
de taak van executeur werd opgedragen."
„Is dat alles?"
„Nog niet. Ik leerde Kate natuurlijk kon-
iien en droeg haar slechts voor korten tijd
de haar ten deel govallen nalatenschap overÉ
want na verloop van ruim zes maanden werd
ik niet slechte bezitter van John Allen's aan
zienlijk vermogen, maar ook de gelukkige
echtgenoot van het voortreffelijke en mei
hoogst zeldzame hoedanigheden begaafd*
meisje."