LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 30 APRIL. - TWEEDE BLADr Anno 1902. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. No. 12939 Ill Eet Centrum kwam een verslag voor jan een rede, door d r. S ch a c p m a n te Home gehouden over Nederland. Ont- leenon we aan dat verslag bot een en ander. Eerst over den p o 1 i t i e k e n t o e st a nd. „Wij hebbed Ihans de meerderheid. Wat ,fc a at ona thans te doen. Op de eerste plaat» geldt de wet van zclibehond. Wij zullen trachten niet het offer te worden van onge legen cn ydele twistvragen. Vervolgens moe ten we werken op het gebied van Schoolwet geving. Op de eerste i laats voor i e 1 gero scholen aanvullen wat nog .ontbroekt; den toestond onzer onderwijzers verbeteren door gelijkstelling met die~ der Staatsscholen, Maar wij moeten ook vooral onze aandacht wijden aan middelbaar en hooger onderwijs. Voor het eerste hebben we reeds uitmuntende Vrije scholen; ook hior moeten we gelijkstel ling hebben van onze leeraren met die der Staatsscholen, Met het nog niet lang geleden verkregen ,,jus promovendi", voor enkele onzer gymnasiën, zijn we, ook op dit gebied, reeds flink gevorderd." Over do quacstie v..n een Eoomsclio iünivorsitcit liet de redenaar zich als Volgt uit: „Vervolgons met hoogoro studies, do Uni versiteit. Dit is een zeer lastige quaestie. Zoo het Holl. Episcopaat een Kath. vrije .'"Universiteit wenscht, komt zij tot stand, wijl men op zijn wenk alle krachten zal inspan nen Want hoewel wij Hollanders een groot 'onafhankelijkheidsgevoel bezitten, wij weten 'dat het goed is te leven onder den Kromstaf. Wat mij betroft; voor hot oogenblik houd Ik het voor het meeat praetische, dat wil trachten te verkrijgen naast privaat-docen ten vrije lceraarszetels aan de Universitei ten, vooral voor het Recht, Kerkelijke en al gemeen© geschiedenis. Op die wijze zal men rich een korps bekwame katholieke mannen Vermen, ook geschikt voor Staatsprofesso- 1 ren, cn terwijl men dan te gelegener tijd be kwame mannen hebben voor een eigen Uni versiteit, zullen te thans reeds de groote Chrittelijke beginselen mededeclen aan hun leerlingen." Bij de bespreking van do sociale quaestie wees dr. S. op b e 8 c h c r m o n- de rechten, om geld voor do leeningon van Bocialo nooden te vinden, en zei dan verder: ,,Bij de oplorr'.ng der sociale qu tie heeft men ook ecnigc algamccno regels steeds voor oogon te houden. Voorop dient gezet, dat ons program door do verbonden partijen ite zame-n is bewerkt. Op de rerste plaats moet de Wetgever wet ten maken over hetgeen recht is, niet over wat de taak der liefdadigheid is. Feitelijk natuurlijk, kunnen, zooals de H. Vader cn Kardinaal Rampolla het meermalen uitspra ken, recht en wcldadhVid niet gescheiden worden. Maar alleen wil ik dit zeggen: de liefdadigheid moet men niet regloinonteeron lij moot zijn vrij, autonoom en het is juist dit, wat haar machtig maakt Zeker, do Staat moet haar bevorderen, het particulier initiatief krachtdadig steunen, maar door haar wetten uoet zij fldleon bepalen het strik te recht. Op de tweede plaats is voor sociale wet geving absoluut noodzakelijk, dat men zo niet make geheel buiten den werkman om. Hij moet medewerken met den patroon en do grooto Maatschappijenmaar men rao-t den werkman niet buiten sluiten, hein niet langer beschouwen als iemand, die onder Voogdij staat, aan wion men goed doet zon der zich verder om hem te bekommeren. Die tijden zijn voorbij. D overtuiging, de histo rie en ook des Pausen woord, hebben don werkman doen ontwaken. Hij heeft het be wustzijn dat ook hij is redelijk schepsel Goda, in zich dragend Diens beeld en gelijkenis. God is zijn Vader, in het menschgeworden Woord erkent hij zijn Broeder. En terwijl deze door ons als de ware Christelijke ideeën worden gepredikt, moe ten wij ze ook op sociaal gebied tot golding brengen. Met recht kan de werkman verlan gen, dat hij i t meer worde bcsohouwd als Iemand, wien men weldaden bewijst zonder meer. Hij is ccn lid van de groote nationale en maatschappelijke huishouding. De sociale .vragen betrefen hem \ooral, hij mag or dus Over mede handelen. In dc laatste Instructie De verborgen schat. £6) Zy had in de laatste dagen meer dan oen» t>U ziehzelvo beredeneord, dat haar handel wijze een dwaasheid was en had in menig moedeloos en eenzaam uur ziehzelvo niet meer begrepen; nu rechtvaardigde dit toevallig mede aangehoord gesprok baar eigen handelwijze en gat haar de ovortuiglng, dat zy niet wille keurig had gehandeld, maar een werktuig van het lot was. En nu begon zij to overwogen, wat zij hot eerst moest doen Haar eerste opwelling was, Prickett deze ontdekking mee te doelen en hem zoo ver te brongen, dat hy haar als het ware do verdiende waardeering schonk. Maar om meer dan óon reden deinsde zij daarvoor terug. De voornaamste daarvan was haar echroom, om zich in deze verkleeding aan hom te vertooner.. Tegenover vreemden had zi) niet het gevoel, dat haar jongenskleeding onbetamelijk was, ja, zy droeg die gaarne en bewoog zich daarin ongedwongen, maar door een kennis gezien te worden, was haar een pijnlijke gedachte. Neen, zy wilde Prickett niet persooniyk spreken, maar hem aan het eind der reis per brief hot gohoorde mee- deelen, dan kon hy dat zeiven beoordeelon, zooals hy wilde. Toon de trein het station naderde, grepen de pelgrims voor Klondyke naar hun spaarzame bagage en de kleine mulattenjongen met zyn liandtascbje plaatste zich, tot den sprong gereed, achter op den wagentrap. Een man met oen rooden baard begroette den naderen den trein met wenken en liep naast den van de Congregatie voor kerkelijke aangele genheden herinnert men aaji de woorden van den Paus over de gilden. Welnu, deze ver- eenigingen waren coöperaties van werklie den, die medewerkten ook in sociale vragen. De burgerlijke wetgever, over hem gaat het hier, inag niet vergeten de coöperatie der werklieden; zooala het mij schijnt, iB coöpe ratie een der economische vormen voor de toekomst, met haar moet men thans rekening houden. Want regeeren is vooruit zien. Voor het overige, in al de werkon zijner schepping, versmaadt de voorzienigheid van den Al machtigen God niet de minste schep selen, zouden wij dan in het sociale werk de aamenwerking van den werkman buiten sluiten 1" Ten slotte wees de redenaar er op, dat onze staatsinstelling en zijn grond wet gebaseerd zijn op de zoogenaamde mo derne vrijheid. ,,Mon weet wat dit beduidt: in zich is zij kwaad noch goed, wijkt niet ter linker- noch ter rechterzijde; zij heelt slechte óén regel: de publieke orde en het heil van den Staat. Dit is niet het ideaal, niet wat de Encycliek noemt een Christelijke Staatsinstelling maar wij staan eenmaal voor het feit. 'fc Is wel hard. Met Charlemagne in zijn Chan sons do Roland kunnen wij zeggen: ,,Oh Seigneur Dieu, qeu la vie est dure." Maar wijsgeerigc bespiegeling alleen baat ons niet. Ook in dezo omstandigheden moet gewerkt worden. Maar hoe? Mij komt het voor, dat do Christelijke Regeering op de eerste plaats moet vermijden alles, wat kan bevorderen het laiciseeren van den Staat. Zoo bijv. met den wckclijkschen rustdag. Men wilde hiervoor een willekeurigen dag, maar dit is niet voldoende: de Zondag is en blijft de dag des Heeren. Op de tweede plaats moet men bij de toe passing dezer vrijheid vermijden allen schijn van partijdigheid voor de Christelijke par tijen. Men moet rechtvaardig en onpartijdig zijn. Wanneer men dit niet doet, is het gou vernement een partij regeering en de meer derheid verliest haar kracht en sterkte. Vooral dient vermeden wat ik zou willen noemenhet Htcllcn van te egoïstischo eischen. Bijv. dc examens voor het onder wijs. Er is thans onder de katholieken een beweging, die ik betreur. Men wil, nl. voor zusters vrijstelling van sommige examenvak ken. Ik erken: in vele opzichten zijn deze zwaar cn hard. Maar wat zou gebeuren? Onze tegenstanders zullen zeggen, dat wij Christenen de volksopvoeding willen tegen houden, het volk in domheid en geeslcssla- vernij willen houden. En dat mag niet ge zegd worden van de Kerk. Dio is en blijft de groote onderrichtster van hot volk, die reeds dc kinderen des volks onderwees toen dc grooten en rijken nog geen pen konden hantccren." In Dc Kroniek put do heer T(ak) uit 1 - t gebeurde in B e 1 g ie ,,ecn les". „Onder de redenen, waarom de uitkomst van de Belgische beweging niet in evenredig heid bleek tot de scherpe voorbereiding, mag .wel als een der voornaamste worden gere kend bet bondgenootschap der sociaal-demo craten met de liberalen," zegt de schrijver. Het mag ook overigens worden betwijfeld of het middel der algemeene werkstaking nu al is toe te passen. Maar in alle geval, de krachtige aanloop is mislukt. Dc poging om de arbeiders tegen het gowcldroiddcl der onthouding van kiesrecht in beweging tc zetten is niet tot het uiterste doorgevoerd." En daarbij is-één ding gebleken dat een bond genootschap als dat met do liberalen zijn bezwaren heeft. De algoroeene werkstaking zou een geweldige schade' hebben berokkend aan handel en bodrijf, en nu altijd het hemd r» g nader blijft dan de rok, was het van een politieke partij, dio, wat haar hervormiDgs- zin ook wezen moge, toch staat in het kamp van het kapitalisme, niet to verwachten, dat zij ter wille van dc politieko rechten der ar beiders zoodanige schade zou bevorderen. Hierin is een les ook zegt de schrijver voor dc Nedcrlandsche beweging Het heeft geen zin om n de voorbereiding over leg te plegen als men or zeker van is, dat in do vervulling van den eisch verschillend levensbeginsel der partijen gezamenlijk op treden niet zal gedoogen. Men behoeft bier te lande den invloed der waggon, waarop de mannen met een luid hoera antwoordden. „Hoera, kapiteinI Hoe gaat het? Daar zyn wyi" De volgende seconde schudden zy elkaar de handen. „Nu, jongens," zeide de roodharige man, „alles is kant en klaar. Gy kunt hier drie uur vertoeven, maar dan voorwaarts l Marschl" „In weLke richting?" „Edmonton. Wy trekken naar de Athabaska en naar het groote Slavenmeer en Hy kon niet verder spreken, want de profeet onder de manschappon brak ln een triumf- goscbreeuw over do juistheid zyner vermoedens uit, -wat aller blikken op de kleine groep vestigde. Ook Prickett, die met een bejaarde vreemde stond te praten, keek er heen, liet ook vlug zyn blik over den mulattenjongen giyden, doch zette dadeiyk weer het gesprek met zyn kennis voort. Mario geloofde een oogenblik, dat haar het hart moest stilstaan, want zy had oen byna bygeloovig idee van Prickett's scherpzinnigheid, en hield elke poging, om hem te misleiden, voor hopeloos. Haar opgewonden phantasie spiegelde haar voor, dat zy ontdekt was, maar haar angst verdween, toen de vreemde een sjouwerman, een neger, naderby wenkte, aan wien Prickett zyn bagage aanwees. Daarop zag zy hem met een onbekende in een droschke stappen, zag haar eigen reisgenooten, die van zooveel be lang voor haar -waren, hun bundels op den schouder nemen en de stad Intrekken Een weemoedig gevoel van verlatenheid en hulpe loosheid maakte zich van den mulattenjongen meester, die nu ook met zyn valiesje de onbekende stad introk. Deze was zeer fraai en netjes voor deze landstreek, maar het kwam Marie voor alsof zy nog nooit zulk een ver- burgerlijke voorstanders van algemeen kies recht niet gering te schatten, om den wensch uit te drukken, dat de sociaal-demooratie haar campagne voor dat recht alleen en zon der afspraken met anderen zal voeren. Waar do vrijzinnig-democraten en straks wellicht in hefc gevolg van de heeren Oppcnheim en Borgesius een deel der „Liberale Unie" voor het kiesrecht zullen ijveren, kunnen wij dat met waardeering on genoegen aanzien. Maar wc kunnen met hen niet samen optrek ken, omdat wij vrije beweging noodig heb ben voor onze eigen mofciveering en vrije be weging voor onze eigen actie. Hefc verbond eischt wcderzijdsche inschikkelijkheid, en dozo, die in don eersten aanloop nog wel te oefenen is, zal onmogelijk i lijken als hefc oogenblik van krachtig optredeD is ge komen. Terecht merkte Eet Volk op, dat voor het plan van prof. Oppenheim van den li beralen kant geen steun is te wachten. En hefc laat er op volgen: „Zoolang do vrijzinni^-democraton, ja zelfs het Alg. Ned. Werkl.-Verbon niet bij hefc comité voor alg. kiesrecht is aangeslo ten, is van deze bondgenooten in de werke lijks propaganda voor het algemeen kies recht ook weinig te verwachten." Maar de schrijver in De Kroniek zou het toch nog erger vinden als zij zich wèl aan sloten. Er zou dan spoedig botsing komen ten opzichte van de tactiek, cf men zou tot dio woderzijdschc inschi! kelijkheid geraken, die da actie zal verslappen. Daarom ware het z i. geraden zoodanige toetreding nu al onmogelijk te maken door do opheffing van hefc comité. Ook daarin zit ten nog best-anddeelen, die hun aparte eischen van tactiek hebben, zooals de Ver- ceniging \oor Vrouwenkiesrecht. Daarom eindigt de 1 :er T. dan ook aldus: „Wij moeten een nieuwe les is het ons ko men leeren in onzo politieke actio olk oogenblik zelf meester zijn over het bepalen onzor daden. Geen „saai occoord" met wion ook." De Provinciale Groninger Courant heeft een artikel in antwoord op de verschillende uitlatingen van geestverwante bladen over het denkbeeld van een liberale concen tratie ter zake van Algemeen Stem recht. Ziehier een on ander uit het arti kel: „Als het Handelsblad betoogt, dat nog ur- g nter hervormingen dan dio van het kies recht op afdoening wachten wij spraken niet tegen en doen het nog niet. Maar dat hefc kiesrecht ook ccn plaats behoort in te nemen „op I et hervormingsplan der ge heel linkerzijde," wordt wij nemen er acte van door het Handelsblad uitdrukke lijk, tot tweemalen toe, erkend. En De Nieu we Courant laat doorschemeren, dat zij or o*. _zoo over denkt. Welnu: het is een feat, dat door do onecnigheid over deze grond vraag van allo politieke ontwijdingen de breuk in de liberale gelederen is teweegge- brao' cn voortduurt. Wat is dan logischer meer aangewezen, dan dat mpn daarover vóór al het andere elkander aan den tand voelt?" Het advies, door De Nieuwe Courant go- geven om herceniging te zoeken op grond van wat aan de verschillende groepen ge meen is, en niet op ceD punt, waar verdeeld heid bestaat, acht de Prov Groninger Cou rant struisvogel politiek: „Het ware struisvogelpolitiek elkander de h«md der verzoening te reiken, zonder over het hoofdgesch.l in het reine te komen met elkaar. Juist dot wegdoezelen van hetgeen, waarop het vooral aankwam, heeft de con centratie van 1897, van welker voorberei ding wij weten mode te spreken, tot verval en dood gedoemd. Neen: zachte heelmeesters zijn de waren niet Daarenboven: is er onder de fraetiën der liberale partij, behalve juist op het punt van het kies recht, geen diep gaand verschil. Ten aanzien van do kracht en betcekenis der grondwettige rechten en vrijheden is bij allen het besef heteelfde in nige De vrije handel is bij al haar groepen voilig. En de tred op het punt der sociale horvormingen mag een verschillende zijn, over die, welke in een afzienbaar tijdperk aan de orde moeten komen en over de rioh- fcing, waarin zij tot stand komen moeten, laten oord had gezien. Zy vroeg naar den weg en haar zachte altstem, zoowel als het beschaafde Engolsch, vielen de vrouw, tot wie zy zich gewend had, biykbaar op Zy vernam echter toch het noodigste en belandde in een straat met winkels, waar zy velletjes papier, couverten, een Inktpotje, een pen en een postzegel kocht Do deftige hotels wekten oen onbehaagiyk gevoel by haar op, ook moest zy immers bang zyn, dat zy in deze kleeding niet aangenomen zou worden, en dus ging zy verder op zoek naar een bescheidener logement, waar zy iets gebruiken en baar brief schryven kon. Eindeiyk vond zy dan ook Iets geschikts en trad oen vry grooto gelagkamer binnen, waar twee negers koud gebraad en bier verslonden. Haar eigen maal tyd viel goedkoop en rykeiyk, ofschoon niet bepaald uitlokkend uit, en nauwelyks had zy een paar happen gegeten of zy schoof het bord weg en begon te schryven: „Waarde mynheer PrickettI Ik zoide tegen u, dat ik alles in het werk zou stellen, om uw goede meening omtrent my te herwinnen, en hoop, dit doel nu bereikt te hebben, want het is my gelukt, een ontdekking van het groot ste belang te maken. Myn eerste daad was een misgreep, des te meer wil ik nu trachten geen tweeden te begaan. Maar ik verzoek u dringend, geen oogenblik te aarzelen; als gij in de eerstvolgende dagen een telegram van my krygt, zal dat niets bevatten dan de woorden: „Gelukkig aangekomen, Harcourt" doch het zal u zeggen, dat ik minstens een van de gezochten gevonden heb K u nlot, waar en waarom ik u ii -op te ontmoeten, wyi ik niet gaarne u van uw heerscht geen verdeeldheid, die iets om het lijf heeft. Neen: do moeilijkheid begint als het om het kiesrecht gaat. Welnu: zie dio coder de oogen: kloek, met den wil om ern stig naar de fin aio regeling te sturen". En ziehier, o. a. de reden, waarom de schrijver de sociaal-democrat u wil buiten sluiten: „Wij zouden (zelfs) geen „blanco" artikel 80 bogeeren, door Van Houten trouwens reeds in 1887 verlangd. De Grondwet schijnt aan gewezen om daarin de uitsluitingen van het kiesrecht te blijven omschrijven en men be hoeft niet te wanhopen aan de mogelijkheid eoner formule, die de werkelijke paupers zij, dio, naar het Montesquieusohe woord, „sont répufcéa n'avoir point de volonté pro- pre" buiten de gelederen houdt; een for mule, die een „gezond algemeen stemrecht" binnen leidt. Juist, wijl het onze meening is, dat het kiesrecht niet is een natuurlijk reent, waarop door een mensch als zoodanig aanspraak kan worden gemaakt; dat hot moet blijven eon t rust, een, in het alge meen belang toevertrouwde, functie, zoodat ook onder- het regime van algemeen stem recht zij, wien iedere schaduw van zelfstan digen wil en onafhankelijkheid vreemd is, moeten uitgesloten blijven, juist daarom rie den en raden wij bot overleg buiten do eo- oiaal-domooroten om, die op dit punt on verzoenlijk zijn. Zoude Het Vaderlanddat zoo sympathiek zich uitliet over ons denk beeld, maar daarin do uitsluiting van do sociaal-democraten tot hefc overleg slecht ge dacht rekende, niet iete voelen voor den grond, die ons exclusivisme voortbewoog? Met het hoofd tegea den muur to loopon, is nu niet juist noodig." Hot Handelsblad had nog gewaarschuwd, dat een invoering van het Algemeen Stem recht misschien wel de clerical© meerder heid" zou kunnen versterken. En dat be geerde toch zokor do schrijver uit Gronin gen niet? „Neen," zegt deze, „dat wenschen wij al lesbehalve. Maar het minst van alles bogee ren wij hefc kiesrecht onthouden tc zien aan hen, wien het naar rechtvaardigheid toe komt, en die terecht over hun uitsluiting zich verongelijkt gevoelen cn ontevreden worden. Als rechtvaardigheid en landsbe lang de uitbreiding eischen, verstomt iede re redeneering, opgetrokken p do vermoe delijke uitkomst, waarvan trouwens geen sterveling van te voren iets zeggeD kan. On ze overtuiging is, dot de rechtvaardigheid voorschrijft tot de uiterste grens te gaan en dat het landsbelang er door gediend wordt." Het blad zegt ten slotte, dat het libero- lisme alleen bestaan zal en opbloeien, als het blijken zal, dat het vertrouwen stelt in hefc volk; is het ernst met don wil om zich op dit punt te verstaan, dan zal men omtrent de oplossing stoEig tot overeen stemming kunnen komen. Te Utrecht hot is voor een paai dagen in ons blad vermeld is besloten tot het oprichten van een nieuwe vereeniging tot handhaving van het Christel ij k- historiach karakter der natie. „Zij staat tegenover de revolutie in haar miskenning lo. van dc souveroiniteit Goda ais bron van alle gezag; 2o. van de Heiligo 8chrift als richtsnoer en toetssteen der waarheid; 3o. van a. het wezen der Kerk, als openbaring van het lichaam van Chris tus, plaatselijk, gewestelijk, binnen dc gr n- zen van een land en algemeen, b. de roe ping dier Kerk, om de waarheid te belijden, die belijdenis aan het Woord van God te to«6een, dat Woord in het openbaar tc bedie nen, en het licht van dat Woord óók op het terrein van hefc openbare leven to laten schijnen. Mitsdien verwerpt zij de leer: 1. van de volksöouvereinitcifc, 2. van dc al genoegzaam heid der redo, 3. van de neutraliteit ten aan zien van den godsdienst en de Kerk. Maar beperkt, tegelijkertijd, het terrein van de overheid, het overheidsgezag en de over heidsbemoeiing tot het werk, dat God haar heeft toevertrouwd en waarop haar dwin gende macht zich als zodanig kan laten gelden. Zij zoekt een hervorming van onze staats inrichting cn onze staatsinstellingen, in oigen pad zou willen^afbrengon. Gy kunt er u op verlaten, dat ik geen tweeden misgreep maken, en evenmin oen tweede maal horkond zal worden. Uw toegenogen Marib Harcourt." Zy adresseerde den brief aan den Inspecteur Prickott op het politiebureau van Vancouver en merkte nu, opziende, dat de beide negers by bet zien van haar, eton on drinken hadden vergeten. Ontsteld dacht zy er over na, wat hun wel aan haar zoo had kunnen opvallen, toen de een haar dat met een vriendelyken grynslach ophelderde. „Handige jongen, zyt ge," zeide hy, zyn verblindend witte tanden toonend, „zeker op school gewoest, hè?" Dus slechts haar vastberaden, haastig schryven had do eenvoudige zwarten gein terresseerdl Gerustgesteld knikte zy hsm glimlachend toe, doch daarop schoot haar te binnen, dat zy immers een jongen voorstelde en dat haar handschrift bepaald dat van oen vrouw was, en zoo verborg zy onwillekeurig het adres van den brief. Daarmee was een zeer onbeteekenend intermezzo afgedaan, dat haar zenuwen echter zeer van streek had gebracht. Nu betaalde zy haar gelag,'waarby zy moeite deed, niet veel van haar gezicht te laten zieü, maar kreeg weer een schrik, wyi de man, die het geld in ontvangst nam, nieuwsgierig met een zydelingschcn blik naar haar handen keek. Voor een jong meisje en voor haar figuur waren zy wel niet buiten gewoon klein, maar voor een jongen en nog wel voor een jongen uit den stand, waartoe •ir-ens haar kleeding en haar teint moest houli, zeker zeer opvallend. Zy waren goed onderhouden, ofschooQ niet meer dan voor overeenstemming met de in voren aangowe- »en beginselen. Zij verzet zich tegen allo principicolc gelijkstelling van geloof en on geloof, Christendom en heidendom. Zij tracht het Hervormd karakter van onze na tie in stand tc houden en aan tc werken op ecu grondwetsherziening in Ncderlnndsohen zin, waardoor het volk in onderscheiding van de Regoering in staat worde gesteld zijn onderscheidene belangen bij de overheid fo bepleiten, deze representatie zoo zuiver mo gelijk te maken, waarborgen tc zoeken voor de vrijheid van volk en overheid tegenover Rome en het geweld van de massa, cn het be ginsel toe tc passen, dat Israel het recht heeft op een oigen volksbestaan." Deze vereeniging stelt zich zegt De Ne derlander tegenover de anti revoluti on ai- re partijen, zoowel tegenover de ohristelijk- historische of vrij-anbirevolutionaire partij", als tegenover de „antirevolutionaire partij", al wil zij geen „partij" vormen. Men vraagt zich af waarin de-zo vu?» .eni- ging dan toch van beide genoemde partijen verschilt? Vruchteloos zoeken wij naar eon principieel onderscheid. Of zit het 'm in de slotwoorden? Maar wij meenden, dat die waarborgen voor de vrijheid van volk on overheid tegen over Rome evenals die tegenover het gewold van de massa reeds in de Grondwet staan, en dat. indien Israël „recht heeft op e«, eigen volksbestaan" (due twee volken in e a! zelfden staat, op heteelfde grondgebied?^, men wel mot de bostudeering dier quacstie kon wachten totdat Israël dat recht opvor dert. Moet op zuüko gronden verbrokkeling vat» krachten worden bovordord? In het Sociaal Weekblad heeft rnr. Korxiijk, sprekende over De Nieuwe Cou rantdit blad con werkgever s-o r g a u a gcnoeuid. De hoer D. W. Stork, president van den raad van commissarissen der ven nootschap, welke De Nieuwe Courant uit geeft, heeft in het Sociaal Weekblad een te genspraak doen opnemen, waarin hij togon de qualifioatie van mr. Kerdijk opkomt. „Het is waar", schrijft de heer Stork, „dat in de oprichting van het blad naast vele andere ook verschoidpno werkgevers do hand hebben gehad, omdat zij h t grooto ge vaar inzagen, dat bij dc ongebreidelde toe passing van de tegenwoordige govoels-poli- tiek onze handel cn industrie zou kunnen lijden. Het blad is niet opgericht om spe ciaal de belangen der werkgevers te dienen, maar alleen cn uitsluitend om daar, waar het pas geeft, het Nedcrlandsche volk voor te houden, dat de vrijheid van beweging een kostbaar goed is, dat vooral voor den bloei van handel en nijverheid een ontzaglijk groote waarde heeft en slechte mag worden aan banden gelogd, indien dit in het alge meen belang volstrekt noodzakelijk is. Toen het plan bot het uitgeven van een dagblad wend gevormd, begrepen de oprichters, dat de invloed van hun blad voornamelijk zou afhangen van de talenten en vooral van het karakter van den hoofdredacteur. Wij moee ten niet hebben een broodschrijver, maar een man, die uit eigen overtuiging in hoofdzaak eensgezind was met onze denkbeelden om trent hetgeen het belang van handel cn in dustrie, en dus ook het belang van ens land, vorderde. Voorte moeet hij zijn vro men onafhankelijk en zijn blad niet het or gaan van hemzelf. In de overeenkomst, dio de oommissie van voorbereiding met den heer Plemp van Duiveland, al hoofdredac teur van De Nieuwe Courant sloot, werd die onafhankelijkheid dan ook, zonder eonig voorbehoud, gewaarborgd. Hij werd voor go- ruimon tijd ais on afzetbaar hoofdredacteur aangesteld." De heer 8tork acht dc qualificatie van den heer Kerdijk ongerechtvaardigd, omdat zij in den grond is een ongegronde verdacht making van dc argumenten cn een aanval op dc onafhankelijkheid van den hoofdredac teur der Nieuwe Courant; hij acht zo in een man, bekend met de goede manieren in de journalistiek, ongepast, omdat de heer Plemp van Duiveland in het eerste nummer der Nieuwe Courant zijn programma duide lijk heeft uiteengezet en daarbij tevens heeft aangegeven, welke band hem met de werkge vers verbond. een dame vanzelf spreekt, en dat zy niet aan grof werk gewoon waren, was onmiskenbaar. Of de man dat workoiyk alles had opge merkt, óf dat zU het zich slochts verbeeldde, genoeg, de uitwerking was dezelfde. Verlegen cn angstig verliet Maric het lo gement en toon zij op eenigen afstand een bli -chtorom wierp, inocet zij ook nog ont dokken, dat do drie mannen in Je voordeur stonden en haar nakeken. De angst, door do politie gewolgd te worden, greep haar in die mate aan, dat zij met knikkende knieën weg snelde; alle vertrouwen en onbevangenheid had haar verlaten on voor eiken toev&lligcn blik beefde zij. Hoe vreeselijk deze toestand echter ook was, zij had zichzoiro nu eenmaal een taak gesteld en moest J.c volbrengen. Ha r hart bloedde voor haar vader en kwam in opstand tegen dien schurk, die hein had verraden en nu beroovcn wilde en in haar verbeelding nam de zoo onzekere schat een reusachtige afmeting aan Hij w baars va ders eigendom en hij moest hem alleen heb ben. Deze en dergelijke gedachten versterk ten haar wilskracht ©n wekten haar moed op. XV. Weer stoomde Marie Har3cu.1t in n ianJ- verhuizerswaggon naar bet Westen. Toen do trein het vlakke land had verat- n en zich te gen de hoogte van Selkirko opwerkte kw.-un men midden in den winter. Bergen en heuvels waren van onder tot boven met sneeuw be dekt, slechts de reusachtige boomen vorm den diepgroene punten in het eentonige wifc en dc bergstroomen voerden-bruisend hun water nog ongestoord naar het dal (Wordt re djd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5