A°. 1902. §eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van gpn- en feestdagen, uitgegeven. FEUILLETON. tf» f£9.JI Maandag 21 A.pril. IEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leidon per 8 maandenI S l f UO. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30 Franco por .post 1-65 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedore regel meer 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten do stad wordt f 0.05 berekend. £eu laoclbonwkolonie voor «mi slagen gevangenen in ziclit. Het is een bekend verschijnsel, dat men- schcu, die korter of langeren tijd gevangenis straf hebben ondergaan, bij in-vrijheid-stol ling hun leven moeilijk kunnen aanpassen aan do burgcrlijko samenleving. Daarbij komt, dat volen hunner, al zijn ze met de beste voornemens bezield, worden gewan trouwd, dat de schande der misdaad ook na ds boetedoening als een zwarte vlek op hen blijft kleven en dat ze daardoor bezwaarlijk in de oude inaatschappelijko betrekkingen worden opgenomen. Ziedaar een der oorzaken van wederin- slortïng van menig misdadiger, van recidive, die menfohen vrienden veel hoofdbrekens kest. Vooral het Ncderlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der" gevangenen heeft zich het lot der ontslagen gevangenen aan getrokken cn tracht op allerlei wijze hen voor het maatschappelijk leven geschikt te maken. Ook het Genootschap heeft echter te wor stelen met het verschijnsel, dat do ontslagen misdadiger niet geschikt is voor de samen leving en de samenleving niet voor hem. Om dit bezwaar te ondervangen, schijnt ons geen middel heter toe dan de ontslagen gevangene een tijdlang buiten de samenle ving zelve aan de vrijheid te doen gewonnen en hem opnieuw op to voeden voor do grooto men schcn in aatsch ap pij Dat denkbeeld werd reeds sedert geruimon tijd door het altijd practisehc heilsleger ver wezenlijkt in zijn landelijke kolonies. Het doet ons genoegen te kunnen mede- 'declon, dat het Ncderlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen dien weg ook op wil. In de op Donderdag 15 Mei te Amsterdam te-houden algemeene vergadering van boven genoemde vereeniging zal een voorstel van hél hoofdbestuur aan de orde komen lot de oprichting van een landbouwkolonie be stemd voor do tijdelijke opneming van ont slagen gevangenen, waarvoor het een krediet aönvraagt van ten hoogste dertig duizend gïildcn. 'Dat de gedachte aan een zoodanige kolonie oók bij sommige afdcclingen is opgekomen, blijkt o. a. uit een voorstel der Afdceling Botterdam, waarin op hetzelfde doel wordt aangestuu rd. Laat ons hopen dat. de vergadering het voorstel van het hoofdbestuur aanneemt, op dat, onze ontslagen gevangenen eerlang een veilige toevlucht kunnen vindon, een leer school die hen voorbereidt Lot een nieuw en beter leven; hen weder vormt tot nuttige leden der maatschappij. De toestand tran de Koningin. Hot bulletin van Zondag ochtend 9 uren luidde H. M. do Koningin bracht, een tamelijk rustigen nacht door. De koorts behoudt een geregeld verloop. Het bewustzijn is steeds ongestoord. De voedselopname is een weinig vermeerderd. Dr. Roessingh. L. Por. Tiet bulletin van Zondagmiddag 2 uren luidde Tn den toestand van H. M. do Koningin kwam sedert hodenmorgen geen verandering. Dr. Roessingh. L. Pox. Het bulletin van hedenochtend 9 uren luidt H. M. do Koningin bracht den nacht ge deeltelijk slapende door. De voedselopname Is iets vermeerderd. De algemeene toestand is bevredigend Uit Het Loo word teon s hedenochtend ge meld: Nauwelijks was hedenochtend hot consult der doctoren geëindigd en het. bulletin be kend gemaakt, of Prins Hendrik begnf zich uit het Paleis naar do daartegenover lig gende stallen om Aan daar uit eon rit te paard door het park te maken, hetgeeD tot heden tijdens de ziekte der Koningin nog niet was voorgekomen. Van Het Loo wordt cW. 19 April ge meld: ,,De beriohlon van heden omtrent den toe- st-nnd dor Koningin hebban dc otngornsthaid een weinig weggenomen. Toch moot men daarop nog niet to groote geruststelling bouwen Zoolang dé mogende dag niob zonder complicaties voorbij is, ver keert men altijd tusschen hoop en vrees. Dat Hare Majesteit, ondanks de t.vpheu- zc koortsen, volkomen bij kennis bleef, daar van ouoot de lijdvres co» trof fond' how ijs heb ben geleverd, toen Zij eenigo hesohakkingen nam cn bevolen gaf met het oog op don ver- jaaidiag van den Prins. Odk gedurende den dag vam hedbn is do normale loop der zhokte niet- gestoord en ovenals gisterenwas hedenavond de toe stand niét onbevredigend to noemeiu Hare Majesteit gebruikt tot dusver uit- ioraard vloeibaar voedsel, zoo als bouillon. Ook heden kwamen de Koningin-Moeder en do Prins niot hui ten het paleis. Na olk bezoek aan dc hoogo pabiëji'hc deelt dr. Roessingh zijn. bevinding onmiddellijk aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder en aan Zijne Koninklijke Hoogheid dor® Prins mede, gezwegen nog van dé afzonderlijke ge vallen, waarin ntoodor cn gemaal met den lijfarts over den staat van zaken eprekam" Op haar verzoek aan een geneeskundige gedaan, om ccnigszins nadere inlichtingen over don aard der ziekte, waaraan do Ko ningin üijdt, ontving de ,,Haarl. Ct." hot volgende an twoord Ecnige deskundige opmerkingon o>v»r de ziekte, die H M. onze zoo geliefde Konmgiin liccft aangetast, to willen maken, is de taak, die u mij opdraagt. Rekening houdende met de zeer weinig zeggende bulletins, die one worden toegezonden cn die ik in volgordfe voor mij heb liggen, zal ik trachten aan uw verzoek te voldoen, indien u vooral daarbij wilt bedenken dat mijn opmerkingen, op af stand (gemaakt, weinig waaide hebben. Wc weten nu dat H. M lijdt aan fob ris typhoidlea cn dat de ziekte een natuurlijk verloop heeft. Verder dat do jonge Vorsbin, die gezond en wel op-Het Loo was aange komen, Zondag 6 April nog een rijtoer doen de, Maandag 14 Aprul vrij plotseling ziek werd met algemeen gevoel van ziek zijn, catarrhale verschijnselen on koorts, welke laatste con afwisselend karakter vertoonde en Woensdag jl. een lioogtc van 40 gr. C. bereikte. Dus allee schijnbaar wijzende op een acute ziekte, bijv. influenza, zoodat bet ons medici niet verwonderde te vernomen, dat dr.'Roes- eingk 17 April een longontsteking vreesde en een oonsullt mot prof. Roeenstem wen- sohelijk achtte. Het bericht, dat H. M. aan föbrds typhoï- dea lijdt en dat nu zekerheid geworden is, wat de goneesheeren sinds hot begin dér ziekte vermoedden, zal menig onder modieus, ovenals ondorgobeekende, met eendge vorwon- dering vernomen hebben. Febris typhoïdea tocb is geen plotseJtiog beginnende ziekte; reeds 2 a 3 weken vóór het uitbreken voelen de patiënten ziob lusteloos an moo, die tong is beslagen, zij lijden aan hoofdpijn on andere verschijnselen, dio op bet bestaan vwo een algemeene infeotjie wij zen. _Dc lichaamstemperatuur kan reeds in dit tijdperk, het. inoubabio-stadium genoemd, nu cn dlan on vooral 's avonds iets verhoogd zijn, terwijl hoesten en f andere catarrhale verschijnselen niot on'tbijfken. Als wij vorder in aanmerking nemen, dat typhus een bacillaire ziekte is, d. i "veroor zaakt door baoillen, dro meestal door onzui ver drinkwater of melk in het maag-darm kanaal goraken err wij dan lezen, dlat het drinkwater aan H. M verstrekt zuiver was en d slechts gepasteuriseerde meüik gebrudk- be, dan is cenige nadere opheldering, van. een medisch standpunt beschouwd, wefl ge- wonscht. Natuurlijk zou H M. do infooli© vóór hot bezoek aan- Het Loo kannen voiikro|gen liob- bqn, en dat zou, aangenomen, dat- fobris typlioïdoa do ju into naam dor wiekte is, ook wol waarschijnlijk zijn. Maar hoe verklaart men dan dat de jonge Koningin zich vóór 14 April jl. zoo volmaakt wol gevoelde? Zoo ziet u, geachte heer hoofdredacteur, dat ik, in plaats van aan uw verzoek te voldoen, zelf root vragen bij u kom. Laten wij nadoro hoTiidhten afwachten en van harte hopen, dat <lo ziekte van H. M. aanmaal verloopt zoo- als wij gelukkig vernemen cn dat or niets ernstigere achter haar ziekte 6chuiJt. Typhus, lioewel een ernstige en langdurige ziekte heeft een betrekkelijk laag storfte- eijfer, en dit kan door tijdig vooral doelma tig toegepaste koud water-bob omdoling nog belangrijk dalen. P roffesor von Jürgenscn geeft. i)i> zijn leerboek van 1891 een statistiek van 5525 sterfgeval Ion op 24,997 lijders aonJdbr koud- w-alcrbchandeling. cn van 1489 op 19,017 ge vallen ,waar deze boliandofing wél cia nog niot eens nauwkeurig genoeg wemd toege past.; een vermindering dus van de sterfte van 22 tot. ongeveer 8 procent. Prof J. be weert, dat bij juiste en tijdige toepassing dit cijfer nog well töb 4 a 2 pCt. kan dalen. Gelukkig is tegenwoordig ook in ons land, waar zeer wéinig aan hydrothorapie wondt gedaan, heit sterftecijfer bij fob ros typkoïcfda gering Men meldt uit Apeldoorn aan dc „N R.C.": De opwekking van don kerkeraad der Ned. H erv Gemeente aan de leden tot gemeen schappelijk gebed voor H. M. dc Koningin, was bij do voormiddag-godsdienstoefening van gisteren niet onbeantwoord gebleven. Het bedehuis was geheelgevuld. Ds Hat- tink sprak van den kansel. Niet zonder ont roering zeide hij thans voor de gemeento op te treden, die was saamgekomon tot gemeen schappelijk gebed voor onze geliefde Ko ningin. In ernstige krankheid ligt de jeugdi ge Vorstinne neder en met diepe droefheid wordt zij aangestaard door een hartelijk lief hebbend echtgenoot en een tecdcr bomin- nendo moedor. Ds. Hattink zoide, te gevoe len hoeveel er zal omgaan in do harten van elk hunner. Zijn hoorders met hun gedachte bij de sponde verplaatsende, schetste de pre dikant het in dezo dagen hecrschende gevoel van gedruktheid, van beklemdheid, op elks aangezicht te lezen: voorts lioo de ziekte van de Koningin overal het onderwerp is van do gesprekken en hoc met spanning elk bericht omtrent den ziektetoestand verbeid wordt. In dezo omstandigheden ligt er troost in het gebed, bemoediging in het Woord des Heeren. De tekst van gistermorgen was: „Deze krankheid is niet tot den dood, maar tor verheerlijking Gods", Joh. 11 4. Ds Hat tink uitte den innigen wensck voor dc beter schap van de geliefde kranke, wier jong leven wordt bedreigd. Hij sprak van don Echtgenoot, die in zijn zoetste dvoomen wordt beangstigd; van dc. Moeder, wier liefde zoo zwaar wordt beproefdvan hot Nederlandscho volk, dat zijn Oranjevorstin niet missen kau, van deze gemeente, die door zoovele lieflijke banden aan haar Konink lijke Ambaclitsvrouwe is verknocht. Dit woord van 'Jezus beschouwde de pre diker als een verrassende profetie. Ten slotte ging hij voor in een gebed voor de zioke. Do plechtigheid maakte diepen indruk op de talrijk aanwezigen, onder wio do inten dant, do jagermeester-rentmeester van de Koningin, de burgemeester en eenigo loden van het gevolg. Prins Hendrik was in het paleis gebleven. Van Het Loo werd gisternamiddag ge mold Hoewel do toestand der Koningin nog niet geheel zonder zorg is, zijn or toch tcokenen v aar te nemen, die op vooruitgang wijzen. Zoo wekte het groote gerustheid, dat de Prins, terwijl H. M. in diepen slaap was ge vallen, eenige oogenblikken buiten het pa leis werd gezien, met dr. Roessingh een eind- weegs do statigo laan tegenover hel konink lijk lustslot opwandelend, en wat nog meer vertrouwen wekte, was dat 's middags na het consult van twee uren dr. Roessingh zijn collega Pot naar het dorp kon vergezellen, van waar Hr. Ms. lijfarts tegen vier uren ten paleizo terugkeerde. Inderdaad zijn de gemoedoren ten paleizo minder beklemd na de gedrukte stemming in de afgeloopen week. Te 's-Gravenhagc werd gisteravond een bijzondere bidstond in de Groote Kerk ge houden om het herstel der geliefde Koningin af tc smceken. Eeu zeer groote schare ver* eenigdo zich in het gebed, waarbij ds. Gerth van Wijk, ds. Knottneriu6 en de hofprediker dr. Van der Flier voorgingen. Allen smeek ten in diep treffende bewoordingen om be houd van het kostbare leven, en sterkte voor den Prins-Gemaal en do Koningin-Moeder in deze dagen van beproeving. Uit Het Loo werd Zaterdagavond laat nog medegedeeld dat, hoewel het verloop der ziekte van Hare Majesteit zich in gunstige richting blijft bewogen, het ziektegeval voor eerst nog een zorgzame behandeling zal blij ven vereischen, omdat men niet weet welke complicatien zich daarbij kunnen voordoen. De lijfarts dr. Roessingh zal daarom in dtm eersten tijd nog op Het Loo blijven. Do opperrabbijn van Rotterdam heeft be paald dat icdeven dag bij de godsdienstoefe ningen, in allo synagogen, gebeden zal wor den voor het hcretel van H. M dc Koningin. Leiden, 21 April. Aangezien het Heinc-cnsemble slechts in 2 plaatsen van ons land, Amsterdam ca Leiden, het nieuwste stuk van Sudermana ,,Es lebc das Leben" zal opvoeren, is dc ver tooning alhier verschoven van Dinsdag op Wociisdag a. s. In do op 19 dézer gehouden algemeene vergadering van Commanditaire Vaoinootaa dhr Lcidschc Bank vereeniging H. F. C. Gér- lings werden balans én winst- en verlies rekening over liet boekjaar 1901 goedgekeurd terwijl het dividend werd vastgesteld op /6L por aandeel. Dr. A. W. Kroon Jr. aan dé beurt van af treden als commissaris, word als zoodanig (herkozen. Wij ontwingon het verslag dat commis sarissen der Loidsahe Spaarbank vanwege liet Dep. Leidon dér Maatschappij tol Nut van 't Algemcon van do onder hun beheer staande instelling over 1901 hebben uitgo- fonacht Het rerslag kan op alleszins bov recti- gendé uitkomsten wijzen. Moest toch over Iiot jaar 1899 ton gevolge der door 'hot duurdere géld gedrukte koersen dor eerste 'klasse beleggingswaarden een aun- zienfijko afscbrijviug op het effectenbezit dor bank plaat® hebben en daarvoor het reserve fonds worden aangesproken, de verwachting in dat verslag uitgesproken, dal dit slechts tijdelijk zou zijn, on dat de aaa het hoofd kapitaal verstrekte gelden bij verbeterden toesband in dc reserve zouden terugvloeien, is gdheel vervuld terwijl de blijvende voor dooien, door don tijdelijk hoogeren rontcstan- daard verkregen* .hiertoe aanzienlijk hebben bijgedragen. Kon reeds over 1900 een bedrag van ƒ3,110.89 bij 'hot reservefonds gevoegd en daardoor de in 1899 aan ho.t hoofdkapitaal gedane uitkecnimg van ƒ12,121.89 1/2 tot ƒ9,011.00 1/2 teruggebracht worden, thans kan een bedrag van 29,129.60 in het r servc- fonrts worden gestort en is dus het geleden veifics niot alleen volkomen gedekt, maar hot fonds bij l Januari 1899 vorgolekon, zeJfa mot 16,679.71 1/2 vooruitgegaan. Hét bedraagt thans 219,715.96 en dc vcr- houditag tot dc sohuld dor bank 9.636 pOt.; hert gunstigst» cijfer dot in dc laatste 25 ja ren word bereikt, een, resultaat, dot in aan merking genomen den groote aanwas van liet kapitaal dor bank in dio jarom zeker verblij dend mag genoemd worden. Commissarissen hebben dan ook gemeend onder dezo omstandigheden tot een maatre gel te moeten overgaan', diic reeds lang niet alleen wonsche'lijk, maar in het belang dor instelling bepaald noodig weid geoordëeld, nl. dien grondslag te leggen voor een pon- 8ioenfonds voor hare boambtea en oen onckr- steuningsfonds voor hun weduwen en wce- zen. Waar groot vertrouwen moet verleend on liooge eisohen moeten geotekl worden daar is het vaa overwegend belang, dat zij, dde al hun krachten aan de mistelling wijden, hun boekomst verzekerd wéten. De genomen maatregel mocht dan ook, nu dit veilig'koBugosohi oden, niet langer ach ter- wego blijven. De verborgen schat. 14) Prickott. ging intusscben naar huis en ont dekte dadelijk zfju nieuwen kennis, die in de buurt van z\jn woning op en neer liep. rTs u Hans Harcourt," begon Prickett, nadat hij uitgestapt was, „en bij tijden Jacob Walter of Jokann Hardy?" „Mijn naam is Harcourt," antwoordde de oude heer, in zyn manier van spreken zoowel als in zfjn uiterlijk een beschaafd man, wien Prickett's barsch wezen pijnlijk scheen aan te doen. Beiden traden samen het huis en Prickett's kamer binnen. „Zoo, spreek nu en ik zal luisteren," zeide Prickett. „Een jonge persoon, die zich uw dochter noemt, heeft m\j oen lange geschiedenis verteld." -Dio jonge dame," zeide de gast met nadruk, „ts mijn dochter." „Nu zou ik die geschiedenis ook gaarne van u hooren.1' „Wat wenscht u te weten?" „De jongo dame houdt zich onder een voorwendsel hier op. Zy heeft rnjj de redenen daarvoor opgegeven; nu zou ik gaarne van u hooren, hoe gij de aanwezigheid van uw dochter in dit huis verklaart." „Heelt z\j u van den man verteld, die ra\j vandaag vervolgde en met wion gy spraakt?" „Gy bohoeft er u volstrekt niet om te bekommeren, wat zy rnjj verteld heelt," zeide Prickett op een toon, waarmee men een ondeugend kind tot zwijgen brengt. „Zy is hier en is in gevaar; dat alloen hebt gy te bedenken. Hoe kwam zy hier? Wat wil zy hier?" Hot kostte geruimon tyd om den ouden lieer aan het spreken te krjjgen; maar wat hy ten slotte zeide, stemde geheel met het verhaal zjjner dochter overeen. „Yolgens hetgeen u mfj zegt, wordt gy dus in do Vereenigde Staten door de over heid gezocht?" vroeg Prickett. „Ik wil de waarheid niet verbloemen; het publiek wordt voor m\j gewaarschuwd." „En niet voor Engel?" „Natuuriyk, voor hem ook." „Zoo, zoo, natuurlyk! Gy zyt volgens uw meening onschuldig, maar verbergt u toch en laat u door een algemeen bekenden dief en bedrieger als Engel vervolgen en angst aanjagen?" „Hy heeft zulk oen net van leugens om my heen -gesponnen, dat Ik geheel hulpeloos ben!" riep de arme man. „Ja, hulpeloos zyt gy wel," merkte Prickett ironisch op, „dat behoeft gy my nieU eerst onder den neus to duwen! Hoe zoudt gü het echter vinden, om naar Amerika terug te keeren? Hebt gy de middelen om uw schuld- eiscliers tevreden te stellen?" „Neen, ik bon een bedelaar," zeide Harcourt met zenuwachtig vertrokken golaat en door tranen benevelde oogen. „Van myn goheele vermogen lieb ik vyfhonderd pond gered. Is die som verbruikt, dan weet ik niet, wat er van my zal worden. Aan myzelven is waarlijk j niet veel gelegen. Ik was een zwak, dwaas monsch en moet daarvoor boeten, maar wat i zal er van mijn dochter worden?" „Zoo ik u een raad mag geven," zeide Prickett, „geel u dan zelf by liet gerecht aan on laat het proces zyn loop. Maak een nauw keurig verslag van Engel's handelwijze, dan j behoeft gy ire ton minste niet meer tu ver stoppen." „Dat kan ik niet, dat kan ik nietl" jam merde de rampzalige. „Ik bezit geenerlei bewys- middelon tegen hem. Do man is een duivel van sluwheid, nu zie ik het duidelijk, maar indertyd heb ik hem vertrouwd." Dio woorden kwamen er haperend uit, de stom klonk zóó mat en moedeloos, dat den hoorder iets als medelijden bekroop. „In elk geval ken ik myn plicht," verklaarde Prickett. „Ik heb my'n leven in den dienst der gerechtigheid doorgebracht en weet wat my te doen staat. Ik moet u aangeven," „Zyt gy vader, mynheer Prickett?" vroeg Harcourt eenvoudig. „Godo zy dank, noen," liet. Prickott zich ontvallen. „Ja, gy moogt God daarvoor wol danken," zei de ander met oen zwaron zucht. „Ik weet wat my te doen staat," herbaalde Prickett, maar zijn toon had iets zonderling weifelonds, „wat ik ten minste had moeten doen, wanneer ik twee maanden vroeger van de zaak had gehoorddoch neenDat zou toch geon verandering gebracht hebben. Het is de plicht van elkon burger, de wet te helpen vervullen, dus in de eerste plaats van deD man, dio zoolang haar brood gegeten heeft. Mynheer Harcourt. ik moet de Londensche politie met uw verblijf in kennis stellen en van de beschuldiging, welke, volgens uw eigen verklaring, u boven het hoofd hangt, mede- deeling doen. Ik ben daartoe nu vast besloten, maar ik geel u nog eenmaal den raad: Geef u zeiven bij het gerecht aan. Ik zal met u gaan, voor u in de bres springen, en er voor zogen, dat Engel in de volgende vier en twintig uron in hechtenis genomen wordt. Dat is een welgemeende, eerlyke raad." „Mag ik myn dochter spreken?" vroeg Harcourt. Hy was bleek en beefde evenals to voren, maar de raad van Prickett scheen toch een zekere manneiykheid in hem te doen ontwaken en hy maakte niot meer zoo goheel den indruk van een lafaard. Prickett belde en Mario Harcourt kwam zelve, om naar zyn bevelen te vragen. Haar haastig verschynen verried, dat zy biykbaar voor de deur moest gestaan hebben. Haar eerste woorden gaven ook dui- delyk to kennen, dat zy geluisterd had. Mynheer Prickott heeft volkomen golyk," zeide zy namelyk, „én u weet, hoe dikwyls ik u reeds hetzelfde heb geraden. Ga met hem mee, laat u dezen last van het gemoed nemen. Wat er ook van moge komen, alles zal ge- makkolyker te dragen zyn dan dit vernede rend verstoppen." „Het is immers slechts om uwentwil „Dat was van het begin af verkeerd ge dacht," antwoordde zy zonder vorwyt in haar toon, „gy hadt op niets anders bedacht moe ten zyn dan op uw eorlyken naam." „Maar wat zal er dan van jou worden?" riep Harcourt klagend. „Mynheer Prickott 1 U sprak er van, dat myn dochterTn gevaar was; zy schreef my immers op uw aanwyziging van ernstige gevaren. Ach! De trouw jegens haar erbarmelyken vader zal haar te gronde richten! Wat zy ook gedaan moge hebben, zy deed het immers slechts ter wille van my „Ik beloof u, geon beschuldiging tegen uw dochter in te stellen," zeide Prickett aarzelend. „Maar zoo ik door u en haar voor den gek word gehouden, zult gy het duur moeten boeten." De zwakke man zonk by'na ineen; dat Prickett zyn dochter beloofde te ontzien, vervulde hem met zulk een dankbaarheid, dat hy hem de handen wilde kussen. „Onzin!" riep Prickett hoftig, en wel dos te heftiger, wyi hy niet half zoo boos op den ouden man kon zyn, als liy eigenlyk voor gepast vond. Hy hield diens ontroering voor waar et eeriyk en geloofde, zyn oordeel en zyn ervaringen daarin to mogen vortrouwen. Ook boezemdo hem dezo ontroering op zichzelvo achting in, zoolang die met mannelyko kracht werd getemperd, maar hot luide uiten daarvan vond hy pfjniyk, en pyniyk vond hy ook, dat hy, de inspecteur Prickett, zich niet nog meer daardoor voelde afgostooton. „Houd toch met dat gejank op," snauwde hy hem toe, „en beschouw u zei ven als oen man, niet als een zuigeling! Is uw verhaal waar, dan zal myn raad goede vruchten dragen; hebt gy my belogen, dan zult gy daarvoor uw verdiende loon krygen. Gy hebt u zelvon een leelyko kool gestoofd en moet die nu verorberen." „Och, nMjnheer Prickett," zeide Marie smee- kend. „uScan zich immers niet voorstellen, wat m(jn vader doorgemaakt heeft, niet be- grypen, hoe dezo maandenlange angst en spanning hom terneergedrukt hebben!" Dat zeggende sloeg zy haar armen om de gebroken gestalte, welke schokte van het snikken, en drukte zyn hoofd aan haar borst, alsof hy werkeiyk een „zuigeling" ware geweest „Beste papal Vadertje! Bedaar toch wat!' „Als gij elkaar nog iets te zeggen hebt, moet gy den tyd gebruiken," bracht Prickett in het midden. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1