Koloniën. BUITENLAND. België. Italië. Groot-Britannië. Rusland. Vereenigde Staten. De Oorlog in Zuid-Afrika. BATAVIA, 12—18 Februari. Wy hooren van een tekort aan mijninge nieurs, misschien een gevolg van de wyze, waarop tegenwoordig met die ambtenaren wordt omgesprongen. Aan een verzoek om versterking van het wetenschappelijk ge vormde korpa op Banka, ten behoeve der tinwinning aldaar, kon althans niet worden voldaan. De administratieve werkzaamhoden te Batavia schijnen meer en meer technische voorlichting te vorderen. (Bat. Nbld.) De inspecteur W. van der Lee verlaat, na jim veertig jaren dienst, hot lager onder wijs in Indié. Het weekblad „Het Onderwijs" van 15 Februari bevat eenige warm gevoelde woorden van afscheid, in dankbare herinne ring aan den langeü, eervollen dienststaat van den heer Van der Lee. De rechterlijke organisatie in de Vorsten landen zal, naar men ons uit Buitenzorg bericht, ten slotte toch haar beslag krijgen. Het verzet van den soesoehoenan en den resident van Solo blijkt dus weinig te hebben uitgewerkt. Door het hooggerechtshof is thans een voor dracht ingediend voor de benoeming van vier landraadpresidenten, te Djokja, Solo, Sragen en Klaten. (Soer. Bbld.) BORNEO. De „Soer. Ct." meldt: Het ss. „Medan" vertrekt den 19den Februari naar Bandjer- massin, waar het by aankomst ter beschik king van het gouvernement wordt gesteld tor overbrenging van de troepen, bestemd voor de nieuwe vestiging te Prioek Tjahoe. ATJEH. Onder dagteekenlng van 12 Februari is uit Kolta-Radja aan de „Java-Bode" geseind: Bij het oplichten van een vijandelijk hoofd te Panteh Lliong werd de 1ste luitenant der infanterie S. D. Kramers onbeduidend gekwetst door een schot In den schouder: De „Java Bode" teekeut hierby het vol gende aan: De lsto luitenant der infanterie S. D. Kramers, «lie by een, door een gedeelte der bezetting van het bivak te Panteh Lhong gedane poging om een of ander hoofd in de buurt van dat bivak op te lichten, licht gekwetst werd, liep daarbij niet zijn eerste verwonding op. In de eerste dagen van de maand December van het jaar 1900 werd ter Westkust van Atjeh een tocht naar Ajer Mirah en Sipoejoe onder nomen, om de bende van Toekoe Ben Blang Pidié op te sporen. Op dien tocht werd luitenant Kramers, die toen tot de bezetting van Tapa Toean behoorde, ook reeds gewond. Het bivak te Panteh Lhong werd den 23sten November 11. door 4 brigades marechaussee betrokken, om het wtfk der registratie in Peusangan ter hand te nemen. Sedert kwam daar ook een compagnie van het 12de bataljon in bivak. De bevolking is maar matig ingenomen met die registratie, oil het waren ontevredenen over dien maatregel, die in de heuvels van Leuboe Lapehan in Oost-Peusangan een ver sterking oprichtten, die in de eerste dagen van de maand Januari jl. door de colonne Webb, in vereeniging mot brigades mare chaussee en infanterie van Panteh Lhong, stormenderhand werd genomen. Biykbaar was het doel van den tocht, waarby de luitenant Kramers nu gewond werd, om eon der hoofden van het verzet in de omstreken Van het bivak op te lichten. Uit ons telegram valt niet rechtstreeks op te maken, dat dit doel bereikt werd, maar wy meenen zulks toch wel daaruit te mogen afleiden. Eon telegram van 16 Februari uit Kotta- Radja meldt aan de „Java-Bode": De lste luitenant der infanterie G. F. B. Watrin is door een klewanghouw over de dy gewond. De onder-luitenant W. H. Rond is te Meureudoe aan cholera overleden. Aan een, door de regeering van den gouver neur van Atjeh ontvangen telegram van 13 Februari, ontleenen wy, dat ln het bivak te Daja een brand ls uitgebroken, waarby de Europee8che sergeant Piret lichte brandwonden opliep; verder, dat by de dekking van de opname voor den tram aanleg in Keureutob de Europeesche fuselier Van der Zande licht gewond werd. - Den luitenant-kolonel der artillerie P. C. van der Willigen is opgedragen de aankoop van 32 Australische pony's te Singapore, welko dieren bestemd zyn voor trek- en plcol- paarden in Atjeh. (J.-B.) Door don Gouvorneur-Goneraal van Ncd.-In- die yjjn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Verleend: wego -s langdurigen dienst een jaar verlof naar Europa, aan den ingenieur der spoor wegen bij de afdecling spoor- en tramwegen en stoomwezen van het departement der Burgerlijke Openbare Werken J. J. Stieltjes. Benoemd: tot controleur bij het binnen- landsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera, de ambtenaar op non activiteit R. A. J. van Delden, laatstelijk controleur der eerste klasse bij het binnen- landsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera; tot griffier van den landraad te Probo- linggo, de ambtenaar ter beschikking van den voorzitter van don landraad te Dj om- bang P. I. Elkeen; tot opzichter der derde klasse bij den wa terstaat en 'e lands burgerlijke openbare werken, A. L. van Wijngaerdt, thans tijde lijk met de waarneming van die betrekking belast. T ij d e 1 ij k belast: met ingang van 8 Maart 1902 gedurende het aan den inge nieur der spooorwegen bij de afdeeling spoor- en tramwegen en stoomwezen van het departement der burgerlijke openbare wer ken J. J. Stieltjes verleend buitenlandsch verlof, met de waarneming dier betrekking, de tijdelijko adjunct-ingenieur der eerste klasse bij den aanleg van staatsspoorwegen J. P. Textor; met de waarneming der oetrekking van 'opzichter der derde klasse bij den water staat en 's lands burgerlijke openbare wer- hon, en 's lands burgerlijke openbare wer- etaat, H. B. Kolling. Ontslagen: uit 's landB dienst, de ge weten commies der derde klasse by den post en telegraafdienst L. J. F. van Krieken. Bij de exploitatie der Staatsspoorwegen op Java. Be n oe m d: tot derden commiee de eerste klerken O. Verkouteren, S. M. Polack en H. Lot*, Verleend: wegens gewichtige redenen zes maanden verlof naar Europa buiten be zwaar van den lande aan den assistent-resi dent van Blora (Rembang) L. B. Paarde- koper; wegens langdurigen dienst een jaar verlof naar Europa aan den controleur bij het Binnenlandsch Bestuur op Java en Madoe ra a la suite J. A. A. van der Ent en aan dep controleur bij het Binnenlandsch Be stuur op de bezittingen buiten Java en Ma doera E. Verbeke. Onthev en: eervol op verzoek wegens ziekte van zijn ter beschikkingstelling van den directeur van binnenlandsch bestuur de ambtenaar Ch. L. Stoll, met bepaling dat deze ontheffing wordt gerekend te zijn in gegaan op 21 Januari 1902. Benoemd: met ingang van 13 Februari 1902: tot inspecteur van het lager onderwijs voor Europeanen in de eerste afdeeling, de onderwijzer der eerste klasse bij het open baar lager onderwijs voor Europeanen W. F. den Broeder; tot onderwijzer der eerste klasse bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen, de onderwijzer der tweede klasse R. Smit. Verlengd: met een maand of zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn, de termijn waarvoor de ambtenaar P. G. A. Witterland ter beschikking is gesteld van den voorzitter van den landraad te Loemad- jang (Pasoeroean), om met griffierswerk zaamheden bij die rechtbank te worden "ÏÏë1 last. Bij het op. lager ond. voor Europeanen. Benoemd: tot onderwijzer der derde klasse G. IJmker, van verlof uit Europa teruggekeerd, laatstelijk die betrekking be kleed hebbend. Overgeplaatst: van de eerste school te Ambarawa naar de derde school te Soe- rakarta. de onderwijzer der derde klasse D. H. W. Weening van Loon; van de school te Am oe rang (Menado) naar die te Maros (Celebes) de onderwijzer der derde klasse J. O. van Gils. G e p 1 a a»t s t: aan de eerste school B te Semarang de herbenoemde onderwijzer der derde klasse G. IJmker. MILITAIR DEPARTEMENT. Ver leend: een maand verlof wegens ziekte naar Soekaboemi, aan den eersten luitenant bij het eerste depot-bataljon J. J. Vcrbrugh. van-stapel-1 Overgeplaatst: van Palembang naar Padang; de officier van gezondheid der twee de klasse F. de Meijler; van Bandar naar Palembang, de officier van gezondheid der tweede klasse T. A. F. Scharenberg. O ve r ge plaatst: van Padang naar Fort dc Koek, de officier van gezondheid der eerste klasse dr. S. Ujlaki; van Fort de Koek naar Padang, de officier van gezond heid der eerste klasse dr. P. A. H. Rijke- busch; van het garnizoens-bat. van de Oost- kust van Sumatra naar Atjeh, de eerste lui tenant der infanterie F. Darlang, Ie Mc- dan; van Atjeh naar Batavia, de eerste lui tenant der infanterie J. J. Mulder, te Segli. Bevorderd: tot eersten luitenant bij het wapen der cavalerie, de tweede luitenant G. B. F. van der Schoot. Verleend: één jaar buitenlandsch ver lof, wegens langdurigen dienst, aan den ka pitein der artillerie, J. U. von Loon. Overgeplaatst: bij het vijftiende bat. de tweede luitenant bij het vijfde bat. E. P. E Scheffer; bij de troepenmacht in Atjeh ter nadere indeeling, de tweede luitenant bij het twee de garnizoensbataljon van Atjeh, geëvacu eerd naar Padang en ter nadere indeeling overgeplaatst bij het subsistentenkader al daar J. J. Donner; bij het garnizoensbataljon der Zuider- en OosteratfdeelLng van Borneo, de onderluite nant bij het negentiende bataljon O. A. Kramers. MARINE DEPARTEMENT. Benoemd: tot tweeden machinist bij de gouvernements marine de derde machinist O. F. W. Town- send. Passagierslijst van het s.s. Koning Wil lem I", vertrokken van Batavia den lOden Februari aangekomen te Genua den 12den Maart: F .W. Wissel*, H. A. de Graaff en echtg*, D. H. van der Hoek, echtg. en 2 kind*, W. Buijs en echtg. mej. O. M, van Ooij*, J. van Stijgeren*, T. Rust*, mevr. J. S. B. Cohen en kind*, mevr. Schlimmer*, H. J. Weyland* W. H. A. G. baron Van It- tersum en echtg.*, jhr. O. T. L. Holmberg de Beckfelt*, ds. A. J. Westhoff echtg., ©n 4 kind.*, M. de Haas en echtg.*, J. B. van Deventer en echtg.J. R. de Vries echtg. en 3 dochters*, mevr .dr. Nic. dc Haan en zoontje*, jongeh. F. E. van Haaf ten*, mevr. D. Ebbink*, J. Ruijgrok*, A. J. Salm en 2 kind*, A. J. baron Quarles de Quarles*, H. K. Wotselaar*, H. J. W. Grimberg*, A. Bruinsma, mej. G Steenbergen*, M. J. Meijer*' F. W. J. G dc Vries*, H W. A. van Karnebeek*, O. G. Heyer, F .A. Blon de, benevens Hr. Ms. troepen en schepelin gen. Ontscheping Genua. De heftige tooneelen, die Donderdag in de Kamer plaats vonden, geven ook vreem de beoordeelaars den indruk, dat ze ernstige gevolgen kunnen hebben. De „Kölnischo Zeitung" geeft er als volgt verslag van: Dc socialist Van der Velde had gezegd: Ik bezweer de anti-liberalen zich, met het oog op de vastbesloten houding der oppositie, te verheffen boven hun partijbelangen, en ik wil hopen, dat nog voor het sluiten van deze discussie een woord van verzoening van de ministersbank zal gesproken worden (Bijval links). Daarop zeide de minister-president: De regeering verwerpt het voor allen ge- liikc stemrecht zonder meer, omdat zij over tuigd is, dat het niet in overeenstemming is te brengen met den goeden gang van onze staatsinstellingen (Toejuichingen rechts). Van der Velde: Gij vreest dus, mijnheer de min., dat de meerderheid zich ten gunste van de republiek zal uitspreken! Gij hebt, door het uitspreken van uw vrees, de zaak, die gij moet verdedigen, een slechten dienst bewe zen (Toejuichingen links). Uw laatste ver klaring is een rechtstreekschc uitdaging, een oorlogsverklaring aan den werkmansstand (Levendige bijval van de socialisten en libe ralen, groote opschudding). De minister-president: Ik heb gezegd, dat gij ons dc grondwetsherziening, die gij met middelen gelijk struikroovers die plegen te gebruiken, wilt afdwingen... Bij deze woorden springen de socialisten als geëlectriseerd van hun banken op, en loopen _naar de ministerstafel, waarop zij onder onbeschrijflijk geschreeuw met de vuis- „Meteor" onmiddellijk na het te Nieuw-Tork. ten slaan. De voorzitter heft haastig de ver gadering op, en laat de tribunes ontruimen. Twintig bedienden plaateen zich voor de ministers, terwijl de socialisten en radicalen voortgaan met de ministers te beschimpen en te dreigen. Eerst tien minuten later ver laten de anti-liberalen, door politie be schermd, de zaal. De correspondent der „Kölnisohe Zei tung" zegt nog: De hierboven verhaalde gebeurtenissen hebben een zeer groote bcteekenis. De Smet de Naeyer heeft door zijn gebrek aan koel bloedigheid en voorzichtigheid een politie ke fout begaan, en zijn woorden hebben een Btorm ontketend, die in de tegenwoordige omstandigheden ook buiten de Kamer zal opsteken, en de aan kalm overleg weinig ge wende werklieden een voorwendsel voor on geregeldheden aan de hand zou kunnen doen. De socialistische afgevaardigden zijn, zooals zij zelf verklaren, niet meer in staat, hun aanhangers in de industrieele districten behoorlijk in toom te houden. De regecring had dus elk tartend woord zooveel mogelijk moeten vermijden. Al wordt zij ook door de geheele rechterrijde gesteund, al hebben de ministers van oorlog en binnenlandsche za ken, naar ik verneem, geheime bevelen uit gevaardigd voor de mobiliseering van de troepen, de gendarmerie en dc burgerwacht; het zou toch een oiach der voorzichtigheid geweest zijn, eerst op het uiterste oogenblik te zeggen, dat de regeering niets van de voorgestelde hervormingen wil weten. Dat heden te doen, was onverstandig en nutte loos, en kan slechts verklaard worden uit den te voort varenden aard van den minis- ter-presideat» die andere, waar hij met di plomaten te doen heeft, kalmer pleegt op te treden. In de Kamer antwoordde gisteren de heer Giolitti op de beschuldigingen, welke tegen zijn houding als minister van binnenland sche zaken zijn uitgebracht. Hij zeide dat do quaestie uitvoerig be sproken werd in Juni 1901 naar aanleiding van de landbouw-werkstakingen. Destijds evenals nu voorzag men ernstige ongeregeld heden, maar zij zijn niet voorgevallen en de oogst had or niet onder te lijden. Nu begin nen de werkstakingen opnieuw, hetgeen be wijst dat men hier te doen heeft met een be weging die niet van politieken aard is; het is een sociale beweging van ile klassen die betere levensvoorwaarden verlangen. De beweging zon gevaarlijk en heftig worden, als de regeering haar met geweld wilde on derdrukken. De regeering moet onpartijdig blijven en de rechten van i_Jer eerbiedigen; zij moet het recht van staken eerbiedigen, zoolang er geen aansporing tot geweld is; do regeering moet verzoenend optreden. Wat de werkstakingen in den openbaren dienst betreft, daarin moet de regeering tusschenbeide komen, want voor eiken open baren ambtenaar is de werkstaking een mis daad. Het onder de wapenen roepen van het personeel der spoorwegen was een wettige maatregel, want stilstand van den spoorweg dienst zou een ramp zijn. De regeering is verplicht tusschen beide te komen in de on derhandelingen over de loonen, want de wet tige verlangr s van slecht betaalde werklie den moeten bevredigd worden. De minister besloot met te zeggen, dat zijn program is geweest handhaving, der orde en volkomen eerbiediging der vrijheid; als de regeering blijft, zal zij daaraan getrouw blijven. De minister werd levendig gelukgewenscht door vele afgevaardigden. Het afzeggen, „op advies zijner ministers", van Koning Eduards bezoek aan Ierland wordt, geiyk gemeld, door de „Times" verklaard als een straf voor het juichen van Methuens nederlaag door Iersche leden over 't Lagerhuis. Maar het blad verheelt ook niet, dat de tegenwoordige gisting op het eiland er geen gering deel aan heeft. Kenschetsend is de ergernis der conservatieve „Standard", welke uitroept: „Welk een vernedering, welk een ellendige bekentenis van Engelands machteloosheid, ten aanhoore der gansche wereld kond te doen, dat de Koning in 't jaar zyner kroning zich op Ierschen grond niet wagen kanl" Het bericht, dat do Russische kolonel Grimm te Warschau gerechtelijk is doodge schoten, biykt voorbarig te zyn geweest. Hy werd echter verleden Vrijdag gearresteerd, nadat generaal Poetsyrefski, chef van den stat in het militair bewind van Warschau, tele- graphiscli naar zyn post terugontboden en de minister van oorlog, generaal Koeropatkin, in eigen persoon te Warschau was aangekomen. Het is een zaak van zeer grooton omvang. Grnnm moet al zeven jaren lang militaire geheimen aan 't buitenland verkocht hebben. Zyne nauwe betrekkingen met den staf kwa men hem hierby te stade. By de huiszoeking in zyn woning ia zyn correspondentie met zyne buitenlandsche agenten, onder wie man nen van bekenden naam, voorden dag gekomen. Ook werden in een b6igplaats onder den vloer een groot aantal rekeningen van het loon voor zyn verraad ontdekt. Even vóór hy in hechtenis werd genomen, had hy nog 25,000 rbl. ontvangen. De politie is op grond der ontdekte stukken de meening toegedaan, dat Grimm in oie zeven jaar meer dan 400.000 rbl. getrokken heeft. Behalve kolonel Grimm zyn verder aange houden een subaitern-offlcier en diens yrouw en twee dames, Blumenthal en Traohtenberg, die tot de hoogste kringen der stad behooren en gewoon waren do door Grimm ontvreemde gehoime stukken naar de plaats van bestem ming te brengen. Zy liepen in den kykei doordat xy by na voortdurend van Warschau Daar Beriyn en de Riviera heen en weer reisden. In verband met het ontdekte schandaal wordt gemeld, dat de gouverneur-generaal van Polen Tsjertkof, die den Polen een zeer goed hart toedroeg, ontslagen en vervangen zal worden door generaal Poetsyrefski. Prins Heinrich van Pruisen heeft zijn reis door de Vereenigde Staten volbracht en tracht op de terugreis, aan boord van de „Deutschland", wat te bekomen van het overladen menu met ovaties, toejuichingen, eere-burgerschapsaanbicdingen, banketten en het verdere officieele feestbetoon dat over hem is uitgestort. Terwijl het schip zijn weg door den Oceaan vervolgt, heeft keizer Wilhelm president Roosevelt ook in naam van zijn volk telegraphisch dank gezegd voor de schitterende en hartelijke gastvrij heid, zijn broeder door allo standen van het Amerikaansche volk bewezen. ,,De door mij toegestoken hand," seindo Z. M., „is op krachtige, manlijke en vriendschappelijke wijze aangenomen. Moge de Hemel onze be trekkingen zegenen, vrede en goeden wil tusschen de twee groote volkeren besten digen." Z. M. besloot met zijn groeten en beste wenschen aan de dochter des Presidents. Dc heer Roosevelt antwoordde: „Het bezoek uws broeders in dit land heeft veel gedaan door het innige van het harte lijk gevoel tusschen de twee natiën te doen uitkomen en heeft op allerlei wijs geluk kige gevolgen gehad. „Is het mij geoorloofd u tevens geluk te wenschen met dc bewonderenswaardige wijze waarop de Prins lijn zending heeft vervuld Hij heeft aller oprechte genegenheid gewon nen. Wij hebben hem welkom gekeeten, niet alleen om zijns zelfs wil, maar hartelijker nog als uw vertegenwoordiger en die van het machtige Duitsche volk. Ik dank u in naam van het Amerikaansche volk voor het geen gij gedaan hebt en dank- u bovendien persoonlijk voor de welwillende wijse, waar op gij u hebt uitgedrukt." Te Washington loopt het gerucht en volgens de „Globe" hecht men er geloof aan dat de Duitsche gezant Von Holleben, die in den loop der volgende week naar Duitsch- land vertrekt, niet zal terugkeeren. De nieuwe gezant zou met de Amerikaansche regcering onderhandelen over vraagstukken^ met het reciprociteitstaricf verband houdon- do; deze kwestie heeft, vindt men, onder Von Holleben te weinig voortgang gemaakt.: De correspondent van de „Manchester Guardian" te Nieuw-York beweert echter* dat dc ware reden van Von Holleben's terug roeping gelegen zou zijn in de kuiperijen van Von Holleben tegen president Roo sevelt. Winston Churchill heeft weer eene in het LagerhuiB gevraagd, of de regeering nu uiet Indische troepen (inlander») in Zuid-Alrika zou gebruiken. Ce minister van oorlog ant- woordde: Neen. Ook heeft Norman den minister van oorlog gevraagd of hy er niet voor kon zorgen, dat voortaan in openbaar gemaakte officieel» telegrammen niet zulke grove aardrijkskundige fouten gemaakt worden als met het schry ven van Wynberg in plaats van Vryburg. Minister Brodrick verontschuldigde zich met te zeggen, dat het een scbryffout was, die ongelukkigerwys onopgemerkt was gebleven. Voorts vroeg Norman of het wel goed was geweest het telegiam van Kitchener van den Sden bekend to maken, meldende, dat Methuen van Vryburg naar Llchtenburg zou trekken om te trachten den vyand te onderscheppen. Brodrick antwoordde, dat dit nieuws deel uitmaakte van Kitchener's weekoverzicht, en er was geen reden dat te verheimelijken. Volgens een opgave van Brodrick heeft het Engelsche departement van oorlog in 1900 en 1901 in het Vereenigde Koninkryk 60,059 paarden gekocht, waarvan ongeveor 85 pCt. naar Zuid-Afrika zyn gezonden. De „Britannic" is met 652 invaliden en 123 uitgedienden uit Zuid-Afrika te Southamp ton aangekomen. Lady Methuen heeft haar voornemen, om dadeiyk naar Zuid-Afrika terug te keeron, opgegeven. Zy reist door naar Southampton en zal, zoo noodig, van daar naar Kaapstad vertrekken. De „Standard" verneemt uit Brussel, dat de trek van Botha naar het Zuiden en de aanval van generaal De la Rey moesten dienen om den druk op De Wet te verlichten. Dat is natuuriyk slechts een onderstelling, maar merkwaardiger is dat de correspondent meent te kunnen verzekeren, dat Botha met de koningin der Swazi's verleden jaar een geheim verdrag heeft gesloten, waarby aan het Boerenleger vergunning wordt gegeven om door Swaziland te trekken. Hy verwacht dan ook dat Botha, als hy wordt aangevallen, zich in Swaziland zal terugtrekken. Laffan seint uit Brussel dat daar uit goed» bron bericht is ontvangen dat generaal De la Rey onmiddeliyk na zyn overwinning ge polst is of hy wenschte dat nieuwe stappen zouden worden gedaan in den zin van inter ventie, maar dat er geen twyfol bestaat of de Boeren-afgevaardigden in Europa zullen biy- ven weigeren, zich met het vraagstuk van vrede bezig te houden, zoolang Engeland geen stellige waarborgen heeft gegeven voor onafhankelijkheid der republieken, want fat de aanvoerders der Boeren duideiyk te ver staan hebben gegeven dat zy den stryd tot het einde rekenen voort te zetten. Onder de militaire deskundigen in Lagerhuis vraagt mon zich af, volgens de de „Daily Mail", waarom de regeering gien inlandsche troepen uit Indiè zou gebruik** als bezetting in de blokhuizen, om zoodoende Engelsche regimenten vry te krijgen voor de. krygsverrichtingen te velde. Deze heoran: moesten toch weten dat Kitohener, als gekleurde troepen wil gebruiken voor de blokhuislinies, 'de Kaffers in Zuid-Afrika maar voor het grypon heeft. (N. R. 0.) Een uitvoeriger telegram van Reuter uit Middelburg (Kaapkolonie) stelt het gev^hfc van don lOden, waarin Odendaal en Van oer Walt van Fouché's commando gesneuveld heoten te zyn, te Buffelshoek, ongeveer halver wege tusschen Pearston en Cradock. Er zou nog een derde Boer gesnouveld zyn en twee gewond. De Boeren trokken yiiDgs terug op de Plaatrivier en verdeelden zich daar. Kolonel Price, de aanvoerder der Engelschen, houdt nog voeling met hen. Verder meldt dat bericht, dat kolonel Doran te Middlemount den lOden met ongeveer 70 man van Malan's commando slaags is geweest.' Te Worcester zyn weer drie rebellen tot levenslang veroordeeld. Do „N. R. C." verneemt: Uit de dezer dagen door den gezant der Z.-A. Republiek te Brussel uit Zuld-Afrika ontvangen rappor- ten, gaande tot half Februari, bleek, dat de} talryke in Transvaal te veld staande com*! maudo's op alleszins bevredigende wijze uit*) gerust en telkens met den vyand slaag*, waren. Zoo had op 15 Januari een treffen plaats, waarby van Boerenzyde onder gone-' raai Christiaan Botha drie dooden en ze* gewonden voorkwamen, terwijl do Engelschen' verloren: 46 dooden, 92 gewonden, 150 ge- vangenen, 15,000 klein-goweerpatronen en 200 paarden. Op 3 Februari behaalde com mandant-generaal Louis Botha een belangryke overwinning op den vyand. De omvang der; Bóeren-verliezen aan gesneuvelden en go won-j den biyft voortdurend gering, vevgelekon by! de aan Britschen kant geleden verliezen. D« geest onder de burgers liet niets te wenschen, over. [Van die gevechten wae tot nu toe geen bericht ontvangeD.J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 14