Ko. 12908 LEIDSGH DAGBLAD, ZATERDAG 15 MAART. - VIERDE BLAD. 4nno iyu2. Finaneieele Kroniek Gemengd Nieuws. Kerkelyke berichten. Ingezonden. FEUILLETON. Bet 31 i c li t.j e. PW— T~ Over het algemeen toont de markt zich te genwoordig minder gevoelig voor indruk ken dan voorheen. Niet zonder oenige span- D,ng werd afgewacht welke uitwerking de Jobstijding (voor de Engclschon) der ger vangenneraing van lord Ilcthuen en de ern stige nederlaag der Engelsche troepen in Zuid-Afrika, op de Londcnsche Beurs zou uitoefenen, doch tegen verwachting was do schrik niet diep en van korten duur. Met goed beleid is het bericht van de ramp door de rcgcering rst Ocopenbaard toen do af wikkelingen der beurs r:eds hadden plaats gehad. Het spreekt vanzelf, dat de overige markten ati Europa zeker niet door de overwinning de* Boeren in flauwere stem ming geraakten, al is deze gebeurtenis voor den fondsenhandel van minder belang. Hollandse he Staatsfondsen kon den door de niet onbelangrijke verhooging van den prolongatiekoers hun hoog stand punt niet handhaven, doch moesten een ge voelige reactie ondervinden. Koloniale fondsen bleven verlaten. De goede resultaten der Suikerconferentie" vermochten geen gunstige uitwerking op de afdeeling der Cultuu r-waarden teweeg te brengen, aan gezien algemeen wordt aangenomen dat eerst 'in het volgend jaar ed grootc invloed van den genomen maatregel zal merkbaar worden. Alleen Wester-suikcrraffinaderij konden iets verbeteren, doch overigens Lie ven Indische fondsen stil. De Nederl.- Amerikaansche Stoomvaar t-M ij. zal een dividend van 7 pCt. uitkccren, tegen 14 pCt. over 1900. Niet alleen dat de ongun stige 6tand der Oocdcrenvrachtcn tot het minder goede resultaat hebben medegewerkt, maar ook vordert ue nieuwe geldlecning, welke voor aanvulling van materieel is aan gewend, zware offers, waartegen de lage vrachtprijzen niet voldoende opwegen. In- tusschen wordt nu vernomen dat de direc teur der Hamburg-Amorika-lijn over zijn be zoek aan de V. Staten zeer tevreden is, doch eerst over een paar weken nadere bijzonder heden kunnen worden medegedeeld. Wel licht zullen deze bijzonderheden het ucricht blijken te bevatten, dat een overeenkomst tusschen de Duitsche en Amerikaansche Stoomvaartlijnen voor ceu tijdvak van 20 jaren is afgesloten. Mocht dit bewaarheid worden, dan is ook de vrees voor een on gunstige vrachbenmarkb geweken. Tabakswaarden verkeerden ditmaal in gunstiger stemming. Hoeveel invloed in 'do laatste jaren oc.k van Amerika moge uit gaan, ditmaal werden de berichten van te vreezen concurrentie (men herinner© zich de geruchten van voorgenomen aanplantingen yan Sumatra-Tabak in de zuidelijke provin ciën der V. S.) niet ernstig genoeg opge nomen om reactie te doen ontstaan. Het is natuurlijk aan te nemen dat in het zuiden van Amerika tabak zal kunnen worden ge teeld, maar de gronden van Sumatra zijn in Amerika ni t te vilden en om den aard en bet karakter der Sumatra-tabak is het den Amerikanen juist te doen. Het zal daar mede gaan even als met de Hollandse' e bloembollen. Volgens de steeds wederkeeren- de geruchten zouden onze bollen in verschil lende deelen van Europa geteeld kunnen worden. Zeer zeker, zij groeien wel, maar bloeien niet. Het is opvallend lioz ongeanimeerd het in 'don laatsten tijd in de Petroled m-aan- 'deelen gesteld is. De geheele markt volgt het koersverloop der „Koninklijke", zon der eenige zelfstandigheid te toonen. De jnieuw aangeboorde bron laat nog op gun- etige productieberlchten wachten. E n i m s bleven zeer flauw en liepen in koers terug, terwijl wat onbelangrijkheid betreft, do ■\M ij n w a a r d e n zich daarbij geheel aan sloten. Europeesche Staatsfondsen •hadden voor de meeste soorten een kalm ^verloop. Rusland toont groote activiteit ;in het sluiten van leeningen. Nauwelijks is de eone uitgifte goed van stapel geloopen, of plannen voor een nieuwe v urden weer over wogen, en de geruchten omtrent een nieuwe leening van 450 millioen vinden reeds be ivestiging in het bericht, dat de afsluiting met de firma Mendelssohn is tot stand ge komen. De regeling der reusachtige Hongaar- iche conversie is nu eindelijk geheel verkregen. In den loop van Mei zal do uit gifte plaats hebben. De conversie loopt over een bedrag van 1100 millioen kronen en om vat de verschiller de 4 1/2 pCtfl. leeningen, waaronder ook de 4 1/2 pCts. goud-leening. In den Spaanschen financieelen toe stand is weinig verandering gekomen. De nieuwe bankregoling neemt nog steeds alle aandacht in beslag, doch de nu ingetreden kabinetscrisis is niet geschikt om de werk zaamheden te bespoedigen. Als er maar niet opnieuw een kink in den kabel komt. Portugeezon waren zeer vast met vraag voor Parijs, alwaar men de defini tieve tot-stand-koming der schuldregeling nogal nabij acht. Het schijnt, dat het voor-, stel allerwegen instemming vindt, ofschoon er geen belangrijke wijzigingen genoemd worden, met het vorige vergeleken. De grond trekken komen hierop neer: De rentevoet der verschillende lecningen zal tot de helft van den nominalen interest worden terugge bracht, terwijl de schuld binnen 99 jaren zou gedelgd orden. Het voornemen bestaat ge heel nieuwe stukken uit te geven, terwijl de wijze vah aflossing voor elke leening af zonderlijk is bepaald. Zoo zullen b.v. voor iedere twee oblig. der 3 pOts. schuld, één nieuwe 1 1/2 pCt. rentegevende worden uitge reikt, aflosbaar a pari. Nadere bijzonderhe den betreffende de te geven waarborgen en mogelijke controle daarop moeten nog wor den afgewacht. Ook Turken waren zoo vast, in verband iuet den loop der conver sieplannen, welke een vasteren vorm begin nen aan te nemen. Men moet echter mede- deelingen omtrent Turksche finaneieele aangelegenheden nimmer zonder groote re serve aanvaarden, g woonlijk kenmerk n. zij zich door groote tegenstrijdigheidtot de zaak om de een of andere oorzaak weer afspringt. Zuidamerika ansche fondsen bleven op den achtergrond, alleen bestond voor Brazilianen eenige belangstel ling, niettegenstaande het gerucht omtrent de mogelijkheid van hervatting der amorti satie al weer in den doofpot is. Wanneer men den handel in een paar soorten uitzondert, ging er op de Ameri kaansche spoorwegmarkt alhier niet veel van beteekenis om. Do omzet in Wallstrect zelf heeft in de laatste weken ook niet veel te beteekenen, en hoewel Holland dik wijls voor van Nieuw-York lager afkomen de koersen als kooper optrad, zoo bestond toch ook hier niet dat ware animode mees te der vroeger geliefkoosde shares zooals Atchison s, Nor folks, So ut horns en Unions waren zoo goed als verlaten, terwijl men slechts belangstelling toonde voor de pas geïntroduceerde Colorado Southerns en Mexican National- waarden. Ook in Kansas City Southern 6hares ging nogal wat om. Eigenaardig is het dat Amerika de beide eerstgenoemde soorten l-tans weder tegen veel hoogeren koers terugkoopt dan zij voor eenige weken geleden hier aan de markt werden gebracht. Men wil dat de rij zing in de Mexican National-waarden in verband staat met de zoo juist opgerichte Maatschappij in Californie, welke bij een kapitaal van 160,000,000 dollars ten doel heeft de zij- en hulplijnen van de Southern Pacific Cnmp. te amalgameeren, terwijl voor de Colorado Southern zoowel de Gould- groep als de Harriman-Kuhn-Loebpartij zich interesseeren. De Kansas City Southern konden zien ondanks eenige tijde lijke afbrokkeling tamelijk wel handhaven op de verhoogde koersen, hoewel de netto ontvangsten ten gevolge van het meerdere verkeer en de grooter handelsbeweging in hout en petroleum in deze streken aanlei ding daartoe gaven. Toch schijnt de laatste rijzing wel een weinig overhaast tc zijn ge weest en meent men te weten dat de bekende Mr. Gates een handje in het spel heeft, en hij zich meester weet te maten van een groot bedrag dezer waarden, ten einde te herha len wat hij bij de reorganisatie van de Kansas City en Gulf spoor heeft gedaan. De Steelshares leden nogal aanmer kelijk, doch kwamen ten slotte weder wat op; vele ongunstige geruchten waren om trent deze maatschappij in omloop. Het schijnt evenwel dat er toch eenige wrijving in den boezem van het bestuur geweest is, althans de heer Percival Roberts is uitge>- treden en men zeide dat de heer Schwab als president der Corporation zou worden op gevolgd door den heer Tuck; dit laatste gerucht werd door de omgeving van den heer Morgan eenvoudig belachelijk genoemd. Nog spreekt men er van dat een .concur- reerende Steel-Company met een kapitaal van 50,000,000 dollars in wording is, doch bepaalde gegevens hiervoor heeft men nog niet. Het spreekt vanzelf dat dergelijke praatjes niet gunstig op het koersverloop der aandeelen kunnen werken. Wat echter wel waar schijnt te zijn is de finaneieele wij ziging welke het bestuur der Steeltrust wenscht uit te voeren. Men hééft namelijk het plan de uitstaande 510,173,781 dollars preforento aandeelen, waarop nu geregeld driemaandelijksche dividenten ad 1 3/4 pCt. worden betaald, te converteeren in 5 pCts. obligatiën der Maatschappij van welke er 3.03,450,000 dollars uitstaan; deze convcrtie zou een besparing geven van 10,000,000 dol lars, welke aan de gewone aandeelen zou ten goedo komen, die dan wellicht op een 5 pCts- basis zouden gebracht worden. Nu ligt het voor de hand dat dit plan zoo lang de vooruitzichten der Maatschappij gunstig en de ontvangsten bevredigend zijn de pre ferente aandeelhouders niet erg veel schik zullen hebben hun inkomsten met 2 pCt. te zien verminderen. Evenwel i^oet men niet uit het oog verliezen dat verreweg het mce- rondecl der preferente aandeelen in handen is van Morgan, Carnegie cn andere kop stukken der Trust, zoodat zij zich wel de overhand zullen weten te verschaffen over de onwillige houders. Dat deze heeren de meerderheid der preferente aandeelen zou den bezitten geeft eenige uitlegging aan de beweegredenen voor dit plan, want anders druischt het gewoon tegen den regel inhier toch zouden de vaste lasten met 25 millioen dollars worden verhoogd en in den regel tracht men bij eenige rcorganisatio de vaste lasten zoo veel mogelijk te verminderen. Zonder twijfel zouden do gewone aandeelen van een renteverhooging tot 5 pCt. wel pro- fiteeren. Een bekend Nicuw-Yorksch finan cier durfde wel beweren dab een conversie in dien geest de obligatiën zoowel als do gewone aandeelen tot den parikoers zouden brengen. Hoewel men zonder twijfel gaarne zou zien dat deze voorzegging uitkwam, zoo- schijnt toch het grooto publiek hieraan nog niet veel geloof te hechten. Rijnlandsche Bank. Hen schrift ons: Met 1 April zal het 25 jaron geleden zijn, dat de heer C. Berghout, brievengaarder te Noordwyker- hout, In dienst trad by de posteryen. Nadat hy als brievenbesteller te S try en en als postbode te Niemansdorp was werkzaam geweest, werd hy in de laatste functie aan gesteld te Rotterdam. Om gezondheidsredenen werd hy nu byna twee jaar geleden, brieven gaarder te Noordwykerhout. Moge hy met die volle toewijding, hem gegeven, nog lang by de posterijen werk zaam zyn tot genoegen van de gemeente Noordwykerhout en haar bestollers. In het vonnis, waarby do recht- bank te Zieriksee den evangelist Arie Welte vreden heeft schuldig verklaard aan het mis- dryf van opzetteiyke brandstichting, waarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en hem te dier zake heeft veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, wordt o. m. overwogen, dat, vóór den brand, op de gaandery van het Evangelisatie lokaal zyn geplaatst twee toestellen, geiyk aan die, welke in het woon huis zyn gevonden; dat, welke omstandigheid den brand op de gaandery moge hebben doen uitbreken, die door de aldaar geplaatste toe stellen is veroorzaakt, en dat, waar die toe stellen kenneiyk op het veroorzaken van brand waren ingericht, dio brand opzetteiyk is gesticht; dat voor die toestellen zyn gebezigd een aantal wekkers, die de beklaagde zelf had gekocht eu in ontvangst genomen; dat de toestellen zoodanig waren ingericht, dat de samenstelling daarvan veel zorg en tyd moet hebben vereischt; dat de beklaagde, tot enkele' uren vóór den brand, geruimen tyd alleen ln zyn woonhuis en lokaal is geweest; by zyn vertrek op 19 Augustus (den dag van den brand) het huis gesloten on niemand daarin on in het lokaal achtergelaten heeft; dat alzoo de toestellen en verdere voorwerpen, zoowel in het woonhuis als in het Evangeli- satielokaal zyn geplaatst door den be klaagde zeiven. Verder achtte de rechtbank niet voldoende bewezen, dat van den brand levensgevaar voor de buren te duchten was. Dan werd over wogen, dat, ofschoon moeiiyk aan eenig ander oogmerk voor de brandstichting kan worden gedacht, niet wettig en overtuigend is be wezen, dat de beklaagde het oogmerk heeft gehad om zich wederrechteiyk te bevoor- deelen ten nadeele van de Zeeuwsche Brand- waarborgmaatschappy, te Zieriksee. Wat de straf betreft, heeft de rechtbank eenerzyds in aanmerking genomen de ernstige gevolgen, die de brandstichting kon gehad hebben, het daarby door beklaagde gebezigde overleg en zyn daaruit gebleken geraariyk karakter, alsmede het door hem uitgeoefend beroep, hetwelk hem meer dan anderen van misdryf had moeten terughoudenanderzyds den geringen omvang, dien de brand heeft gekregen, alsmede de omstandigheid, dat van geen vroegere veroordeeling van bekl. is ge bleken; waarom zy een gevangenisstraf als boven genoemd evenredig acht aan het gepleegde misdryf en de persooniykheid van den dader. Eindeiyk verklaarde de rechtbank geen termen te hebben gevonden om den tyd, door bekl. voorloopig in verzekerde bewaring door gebracht, by de uitvoering der gevangenisstraf in mindering te doen brengen, omdat de Jange duur dier hechtenis door zyn ontkenning is veroorzaakt. Mr. A. J. F. Fokker, de advocaat van be klaagde, is van dit vonnis onmiddeliyk in hooger beroep gekomen. De heer Vianen, groentenhan- delaar te Loosduinen, verkocht nu nog in Den Haag eenige kilo's Wesllandsche druiven, welke slechts 1/5 in gewicht hadden verloren. Deze druiven worden geprefereerd boven die uit heb buitenland. Voor de vacante betrekking van hoofd der Chr. school te Rinsumageost hebben zich 57 sollicitanten aangemeld. Afgebrand is de boerdery van Van D. te Halfweg. Het vee is gered, anders ia alles verbrand. Men schrijft van de Belgische grenzen: Ofschoon de Belgische minister van landbouw niet erg genegen" schynt om de grenzen te openen voor den invoer van Neder- landsch vee, wil hU toch volgaarno alle mid delen aanwendon om den handel uit Nederland te vergemakkelyken. Thans zullen er aan do Noordbrabantsche grens in do nabyhoid van de Belgische ge meente Weelde weer nieuwe stallen gebouwd worden ten gerieve van den veehandel. Gisteravond ongeveer to 7 uren brak te Arnhem een felle uitBlaando brand uit in het manufaoturenmagazyn hoek Hom- melsche Weg en KJarendalsingel. Het vuur is vermoedelyk ontstaan by hot opsteken van da lampen in de etalagekast. De winkel brandde, mede ten gevolge van groote hoeveel heid licht brandbare stoften, in een minimum van tyd uit. De brandweer was spoedig ter plaatse en tastte het vuur krachtdadig aan. De bewoners wisten zich nog juist bytyds te redden en hun kinderen ia veiligheid te brengen. Men trachtte zooveel mogeiyk goede ren te redden door ze op straat te werpen. Ook de bovenverdiepingen hadden veel van hot vuur te ïyden. De brand bracht een groote m3nigto menschen op de been. Ver- schillende autoriteiten, o. a. de burgemeester en de wethouder van openbare werken, waren ter plaatse. Het Nederlandsolie gezantschap by Z. II. den Pans. De bladen, die te Rome verschynen, bevat ten nog enkele byzonderheden omtrent de ont vangst van het Nederlandsch gezantschap door den Paus. Evonals de andere gezantschappen werden ook de Nederlandsche buitengewone gezanten afzonderiyk door den Paus ontvangen, die hun by hun binnenkomst zyn zegen gaf. Na het overhandigen hunner geloofsbrieven I en na overhandiging van de gelukwenscben van H. M. de Koningin verhief zich de Paus van zyn zetel en verzacht in korto woorden aan graaf Dumonceau, om H. M. zyn dank over te brengen voor de harteiyke zegenwen- schen. Na afloop der audiëntie werden graaf Dumonceau en baron Van Voorst tot Voorst in buitengewoon gehoi^ ontvangen door den kardinaal-staatssecretaris Rampolla. Luitenant generaal graaf Dumonceau, chef van Hr. Ms. militaire huis, on de hem ver- gezellende luitenant baron Van Voorst tot Voorst zyn gisternamiddag te 's Gravenhage teruggekeerd uit Rome. Leiden. Door ongesteldheid van ds. Holster zal morgen-voormiddag te tien en 's avonds te vyf uren in de Geref. Kerk Heerengracht gesproken worden door den hoer Vroiyk, van Scheveningen. Katwyk aan don Ryn. Zondag-voorm. halftieri Leeskerk/s av. zeven uren ds. Ronkema, van Rynsburg. Noordwykerhout. Zondag-voorin. Ie tien uren, ds. G. Van Wybe, pred. te Voorhout. Aangekomen vreemdelingen fe Katwijk. Hotel „De Zwaan": de heeren H. Lugt en J. Pollones. Zuidstraat 55de heer Arthur Feudel. Hotel „Do Roskam": do hoor Joh. Mulié en familie. Geachte lieer Redacteurl In uw Dagblad van heden lees ik een adres aan den Gemeenteraad van den hoer Andries Spyker, „gepensionneerd opzichter by' de Fabricage der gemeente Leiden". Hierin staat te mynen aanzien een onwaarheid, die voor my de zaak van het Pensioenfonds voor weduwen en weezen van gemeente ambtenaren in een geheel verkeerd spoor zou kunnen brengen. Gaarne gun ik den heer Spyker het voorrecht van alsnog aan dat fonds te mogen deelnemen, doch ik ontzeg hem het recht van zyn aanval tegen den rector van het gymnasium, die zoo goed als ieder ander tegenwoordig ambtenaar der Gemeente in alle opzichten aanspraak heeft op hetgeen door het Dagelyksch Bestuur wordt voorgesteld. De blijkbare bedoeling van den heer Spyker of lief er van zyn raadsman, om mya opneming in het te stichten Pensioenfonds als gunst betoon voor te stellen, laat ik voor hotgeon zy ia. Ziehier de waarheid. In lb7ö, by de invoering dor nieuwe wet op het Hooger Onderwijs, werd bepaald, dat de leeraren dei gymnasia voortaan, voor zoover liet Pensioenfonds betreft, ryksambtenareu waren, doch dat die leeraren, welke reeds voor een stedelijk Pensioenfonds bydroegen, de keus hadden tusschen ds beide fondsen. Nu was in Leiden reeds eenige jaren te voren een Pensioenfonds tot stand gekomen, en ik was er dadeiyk lid van geworden. De deelneming was toen nog vrijwillig. Zooals dus vanzelf sprak, en allen die in hetzelfde geval verkeerden eveneens deden, hield Ik my aan het stedeiyke fonds. Immers niemand tor wereld kon toen nog vermoeden dat reeds 14 jaren later oen Rykspensioenfonds voor weduwen on weezen zou opgericht worden. Wie zal ontkennen, dat men ons by die gelegenheid blllykerwyze, wegens de geheel veranderde omstandigheden, opnieuw in da gelegenheid had kunuen on moeten steller* om tusschen de beide Pensioenfondsen te kiezen? Dit is echter niet gebeurd, tot myn schrikkeiyke spijt. Ik zeg dit volstrekt niet als klacht tegen den wetgever, want de mant dio door een wet aan do wenschen van. alle betrokken personen voldoet, moet nog geboren worden, doch door de valscho voorstelling van den heer Spijker gedrongen verklaar ik: dat het gevoel van gemis aan eenig uitzicht op pensioen voor mijne vrouio mij jaren lang als een Alp op het hoofd heeft gedrulct. Zoo weinig waar is da bewering van den heer Spyker, dat ik „indutyd vrijwillig heb gebruik gemaakt van do aangeboden gelegenheid om van het recht op Rykspensioen voor myne weduwe en weezen afstand te doen." De ruim 67-jarige rector van het gymnasium Dr. H. W. van der Mey. Leiden, 14 Maart 1902. 8) Zy zag ook hem aan, als een ouden be kende, met vnendeiyk oog en de lippen bereid tot een glimlach. Zy had hem immers den vorigen dag ontmoet en zyn werk be wonderd l Zyn naam kende zy.niet, en hy •waarschynlyk evenmin den haren, maar zo hadden een paar beleefde woorden gewisseld en daarmee was de kennis gemaakt. Het minste, wat zy doen kon, was dus, hem vriondelyk aan te zien, in afwachting van een groet; het minste wat hy doen kon was, zijn hoed af te nemen. Hy had geen bediende, die zyn bagage droeg; maar het was alles aan ebn riem over den schouder bevestigd; hij had dus behoor lijk de hand vry om te doen, wat de markiezin van hem verwachtte. Hy nam inderdaad den hoed af, en ze zag con heel blank voorhoofd, omgeven door een waar bosch van zwarte, kroeze harenzy zag nu ook, dat zyn gezicht edel van lynen en fijn van tint was. Hy was wat men noemt een knappe jongen, en dat kan nooit kwaad, lietzy men schilder is of iets anders. Alleen had hyeen gebrek, als men het zoo mocht noemen: hy was te ernstig, te melancholiek voor zyn leeftyd, die niet hooger kon zyn dan tusschen de vyf en twintig en dertig jaar. Blandina beantwoordde don groet, en ze gevoelde, dat ze een kleur kreeg. Waarom ze verlegen werd, is niet recht duideiyk; misschien wijl ze zich tegenover hem ver toonde als kunstzuster en gelyke. Het hinderde liaar verschrikkelijk. „Hy is een echt artist, on daarom moet ik respect voor hem hebben," dacht zy. „Maar ik dien toch ook myn waardigheid als vrouw en dame van stand op te houden. Als oom Alossandro my nu zag, zou hy zeggen ja, de Hemel weet, wat hy zeggen zou, die onbescheiden opmerker 1" Gedurende verscheidene dagen, meer dan een week, had de markiezin niet weer het geluk, den schilder te ontmoeten. Misschien eindigde hy zyn werk vroeger of later; misschien ook was hy niet meer in deze buurt bezig en elders aan het schilderen. Zy begon nu zeer te verlangen, hem weer te zien; want ze wilde hem om raad vragen omtrent haar werk. De tweede studie naar de natuur, met meer overleg aangepakt, gelukte beter. Zoo dikwyis zy van het veldstoeltje opstond en wat achteruit trad om haar werk beter to kunnen opnemen, knikte zy tevreden met het blonde kopje en zei: „Niet slecht! Werkeiyk, niet slecht 1" „Als ze je zoo eens zagen 1" vermaande gravin di Villanova, die haar vergezelde en dicht by haar zat met een handwerkje. „Wie zou my hier kunnen zien?" „Ik zou zeggen, dat je ydel wordt, Blandina l" „Dat is voldoening over myn werk, tantel Kent u dat niet? Als uw haakwerk af is..." „Een mooie vergelykingl" „Dat is maar een quaestie van opvatting. Alles, wat wy doen, kan ons al of niet bevredigen. Myn werk vlot nu goed. Als de schilder eens hier was om het te zlenl" „Stil!...." zei mevrouw Costanza. „Als je van den duivel spreekt „Wat zegt u?" riep Blandina, verschrikt en nieuwsgierig. „Waar?" „Daar I" zei de tante, wijzende in de richting, waar mea het kerkje en de eerste huizen van Carcaro, zag; een lange populieren laan liep van daar tot de beek, aan welks oever zy zaten; en langs dien weg bedaard voort- kuierend, naderde de jonge schilder, zonder zyn gereedschap, de handen in de zakken, nu en dan even stilstaande om rond te zien. Blandina had naar hem verlangd, naai* hem en zyn oordeel over haar werk, en nu ze hem dichtby zag, werd zy er geheel door in de war gebracht. Zy wierp een blik op het tafereel voor haar, toen op het doek en haar schildery leek haar volstrekt niet mooi meer. „Ach Hemelt" mompelde zy verlogen; „als hy dit geknoei ziet, wat zal hy dan wel van my denken?" „Hy zal je een goeden raad geven," meende Costanza, om haar moed in te sproken. „Geloof het niet, tant Hy zal er een minuut naar kyken en dan zeggen, dat het goed is. Och, zoo zyn al die heeren schilders I Voor een armen dilettant hebben ze een hoofdknikje over en een paar nietszeggende syllaben; voor ons, vrouwen, eenige compli mentjes, die al even weinig beteekenen. Een eerlijken raad behoeft men nooit te verwachten. En lk verlang juist zoo naar waarheid, ronduit gezegd; al die halve woorden maken my zenuwachtig en die complimenten razend." „Daar kan je neef Sant-Evasio van mee praten l* merkte mevrouw di Villanova droogjes op. „Die arme jongen 1" Intusschen had de schilder, naderend, de dames in het gezicht gekregen. Eerst, toen hy het witte zonnescherm zag, dacht hy, dat het een der gewone manneiyke of vrouwelyke collega's was, met wie hy een paar woorden praatte, als ze elkaar aantroffen; toen hy echter de dames herkende, die hy eenige dagen geleden had ontmoet, bleef hy staan, als aarzelde h|j deu weg te vervolgen. De oude dame merkte dit het eerst op, en zacht voegde zy Blandina toe: „Hy heeft ons gezien; hy wil zeker om- keeren en een zypaadje inslaan, om hier niet langs te komen." Dit viel in het geheel niet in den smaak van het markiezinnetje, dat elke seconde van meening veranderde, beurtelings hopende en vreezende, dat hy zou komen. Op dio woorden van haar tante wendde zy het hoofd en keek vastberaden naar den schilder. Deze, nog besluiteloos, wat te doen, merkte, dat hy werd gadegeslagen, 't Was nu te laat, om te keeren of een anderen weg te zoeken hy wapende zich dus met moed en kwam nader. Hy kon niet ontwyken, hy moest haar voorby. „Het groote oogenblik is gekomen 1" zei Costanza lachend. „ïk wou, dat ik met myn schildery honderd uren van hier wasl" mompelde Blandina. En zy boog het hoofd over haar werk, als door yver bezield; doch ze durfde geen penseel streek doen, daar ze voelde, dat haar handen beefden. V. De jonge man was nu vlak by haar en op het punt, voorby te gaan met een groet, toen de dames het hoofd naar hem wendden en vriondelyk knikten. De gravin zei: „Goeden morgen, meneer! Van morgen niet aan 't werk?" Dat was goed gemikt; hy moest nu biyven staan. „Neen, mevrouw," antwoordde hy, nog op een eerbiedigen afstand. „Ik ben op weg naar het station om een pakje verf af te halen, waaraan ik behoefte had. De jonge dome, die ook schildert, zal wel weten, hoe men ver legen kan zyn om sommige kleuren." „Als ik u soms dienen kan?'' vroeg nu Blandina. „Ik heb van alles nog voorraad genoog. Onder collega's geen complimenten. Dat wil zoggen," voegdo zy er by, hem goon tyd latend om te antwoorden, „in zooverre men oen meester den collega mag noemen van een arme dilettante." De jonge man schudde droevig hot hoofd by dit compliment. „Wat zegt u daar?" riep hy uit. „De kunst is eeuwig, en tegonover de ryke ver scheidenheid van do natuur is niemand een meester." „O, dat is mooi gezegd 1" hernam de markiezin. „Wie meent, de geheimen der natuur te hebben doorgrond „Is nog maar aan het a, b, c; dat is waar!" vulde de schilder aan. Al sprekende was by ter zyde biyven staan, en hy had ook geen oog gericht op haar schildersezel. Blandina vond, dat hy zeer fijngevoelig moest zyn of zeer sceptisch. „Neemt u dus de verf van my aan?" vroeg ze. „O neen, dank u. Ik heb twee dagen ge leden al getelegrapheerd, cn van morgen kreeg ik bericht, dat het pakketje was aan gekomen." „U hoeft zeker don laatsten tyd druk ge werkt?" vroeg Blandina weer. „Wat moet men hier al anders doen? En ik ben op den goeden tyd gekomen." „Hooft u bet stuk af, dat wy de vorigs week bewonderden?" „Neen; en ik geloof ook niet, dat ik hot zal kunnen voltooien; het is een heel moeiiyk motief," Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 13