Ko. 12908
LEIDSGH DAGBLAD, ZATERDAG 15 MAART. - VIERDE BLAD.
4nno iyu2.
Finaneieele Kroniek
Gemengd Nieuws.
Kerkelyke berichten.
Ingezonden.
FEUILLETON.
Bet 31 i c li t.j e.
PW—
T~
Over het algemeen toont de markt zich te
genwoordig minder gevoelig voor indruk
ken dan voorheen. Niet zonder oenige span-
D,ng werd afgewacht welke uitwerking de
Jobstijding (voor de Engclschon) der ger
vangenneraing van lord Ilcthuen en de ern
stige nederlaag der Engelsche troepen in
Zuid-Afrika, op de Londcnsche Beurs zou
uitoefenen, doch tegen verwachting was do
schrik niet diep en van korten duur. Met
goed beleid is het bericht van de ramp door
de rcgcering rst Ocopenbaard toen do af
wikkelingen der beurs r:eds hadden plaats
gehad. Het spreekt vanzelf, dat de overige
markten ati Europa zeker niet door de
overwinning de* Boeren in flauwere stem
ming geraakten, al is deze gebeurtenis voor
den fondsenhandel van minder belang.
Hollandse he Staatsfondsen kon
den door de niet onbelangrijke verhooging
van den prolongatiekoers hun hoog stand
punt niet handhaven, doch moesten een ge
voelige reactie ondervinden. Koloniale
fondsen bleven verlaten. De goede resultaten
der Suikerconferentie" vermochten geen
gunstige uitwerking op de afdeeling der
Cultuu r-waarden teweeg te brengen, aan
gezien algemeen wordt aangenomen dat eerst
'in het volgend jaar ed grootc invloed van den
genomen maatregel zal merkbaar worden.
Alleen Wester-suikcrraffinaderij
konden iets verbeteren, doch overigens Lie
ven Indische fondsen stil. De Nederl.-
Amerikaansche Stoomvaar t-M ij.
zal een dividend van 7 pCt. uitkccren, tegen
14 pCt. over 1900. Niet alleen dat de ongun
stige 6tand der Oocdcrenvrachtcn tot het
minder goede resultaat hebben medegewerkt,
maar ook vordert ue nieuwe geldlecning,
welke voor aanvulling van materieel is aan
gewend, zware offers, waartegen de lage
vrachtprijzen niet voldoende opwegen. In-
tusschen wordt nu vernomen dat de direc
teur der Hamburg-Amorika-lijn over zijn be
zoek aan de V. Staten zeer tevreden is, doch
eerst over een paar weken nadere bijzonder
heden kunnen worden medegedeeld. Wel
licht zullen deze bijzonderheden het ucricht
blijken te bevatten, dat een overeenkomst
tusschen de Duitsche en Amerikaansche
Stoomvaartlijnen voor ceu tijdvak van 20
jaren is afgesloten. Mocht dit bewaarheid
worden, dan is ook de vrees voor een on
gunstige vrachbenmarkb geweken.
Tabakswaarden verkeerden ditmaal
in gunstiger stemming. Hoeveel invloed in
'do laatste jaren oc.k van Amerika moge uit
gaan, ditmaal werden de berichten van te
vreezen concurrentie (men herinner© zich de
geruchten van voorgenomen aanplantingen
yan Sumatra-Tabak in de zuidelijke provin
ciën der V. S.) niet ernstig genoeg opge
nomen om reactie te doen ontstaan. Het is
natuurlijk aan te nemen dat in het zuiden
van Amerika tabak zal kunnen worden ge
teeld, maar de gronden van Sumatra zijn in
Amerika ni t te vilden en om den aard en
bet karakter der Sumatra-tabak is het den
Amerikanen juist te doen. Het zal daar
mede gaan even als met de Hollandse' e
bloembollen. Volgens de steeds wederkeeren-
de geruchten zouden onze bollen in verschil
lende deelen van Europa geteeld kunnen
worden. Zeer zeker, zij groeien wel, maar
bloeien niet.
Het is opvallend lioz ongeanimeerd het in
'don laatsten tijd in de Petroled m-aan-
'deelen gesteld is. De geheele markt volgt het
koersverloop der „Koninklijke", zon
der eenige zelfstandigheid te toonen. De
jnieuw aangeboorde bron laat nog op gun-
etige productieberlchten wachten. E n i m s
bleven zeer flauw en liepen in koers terug,
terwijl wat onbelangrijkheid betreft, do
■\M ij n w a a r d e n zich daarbij geheel aan
sloten.
Europeesche Staatsfondsen
•hadden voor de meeste soorten een kalm
^verloop. Rusland toont groote activiteit
;in het sluiten van leeningen. Nauwelijks is
de eone uitgifte goed van stapel geloopen, of
plannen voor een nieuwe v urden weer over
wogen, en de geruchten omtrent een nieuwe
leening van 450 millioen vinden reeds be
ivestiging in het bericht, dat de afsluiting
met de firma Mendelssohn is tot stand ge
komen.
De regeling der reusachtige Hongaar-
iche conversie is nu eindelijk geheel
verkregen. In den loop van Mei zal do uit
gifte plaats hebben. De conversie loopt over
een bedrag van 1100 millioen kronen en om
vat de verschiller de 4 1/2 pCtfl. leeningen,
waaronder ook de 4 1/2 pCts. goud-leening.
In den Spaanschen financieelen toe
stand is weinig verandering gekomen. De
nieuwe bankregoling neemt nog steeds alle
aandacht in beslag, doch de nu ingetreden
kabinetscrisis is niet geschikt om de werk
zaamheden te bespoedigen. Als er maar niet
opnieuw een kink in den kabel komt.
Portugeezon waren zeer vast met
vraag voor Parijs, alwaar men de defini
tieve tot-stand-koming der schuldregeling
nogal nabij acht. Het schijnt, dat het voor-,
stel allerwegen instemming vindt, ofschoon
er geen belangrijke wijzigingen genoemd
worden, met het vorige vergeleken. De grond
trekken komen hierop neer: De rentevoet
der verschillende lecningen zal tot de helft
van den nominalen interest worden terugge
bracht, terwijl de schuld binnen 99 jaren zou
gedelgd orden. Het voornemen bestaat ge
heel nieuwe stukken uit te geven, terwijl de
wijze vah aflossing voor elke leening af
zonderlijk is bepaald. Zoo zullen b.v. voor
iedere twee oblig. der 3 pOts. schuld, één
nieuwe 1 1/2 pCt. rentegevende worden uitge
reikt, aflosbaar a pari. Nadere bijzonderhe
den betreffende de te geven waarborgen en
mogelijke controle daarop moeten nog wor
den afgewacht. Ook Turken waren zoo
vast, in verband iuet den loop der conver
sieplannen, welke een vasteren vorm begin
nen aan te nemen. Men moet echter mede-
deelingen omtrent Turksche finaneieele
aangelegenheden nimmer zonder groote re
serve aanvaarden, g woonlijk kenmerk n. zij
zich door groote tegenstrijdigheidtot
de zaak om de een of andere oorzaak weer
afspringt.
Zuidamerika ansche fondsen
bleven op den achtergrond, alleen bestond
voor Brazilianen eenige belangstel
ling, niettegenstaande het gerucht omtrent
de mogelijkheid van hervatting der amorti
satie al weer in den doofpot is.
Wanneer men den handel in een paar
soorten uitzondert, ging er op de Ameri
kaansche spoorwegmarkt alhier niet veel
van beteekenis om. Do omzet in Wallstrect
zelf heeft in de laatste weken ook niet
veel te beteekenen, en hoewel Holland dik
wijls voor van Nieuw-York lager afkomen
de koersen als kooper optrad, zoo bestond
toch ook hier niet dat ware animode mees
te der vroeger geliefkoosde shares zooals
Atchison s, Nor folks, So ut horns
en Unions waren zoo goed als verlaten,
terwijl men slechts belangstelling toonde
voor de pas geïntroduceerde Colorado
Southerns en Mexican National-
waarden. Ook in Kansas City
Southern 6hares ging nogal wat om.
Eigenaardig is het dat Amerika de beide
eerstgenoemde soorten l-tans weder tegen
veel hoogeren koers terugkoopt dan zij
voor eenige weken geleden hier aan de
markt werden gebracht. Men wil dat de rij
zing in de Mexican National-waarden in
verband staat met de zoo juist opgerichte
Maatschappij in Californie, welke bij een
kapitaal van 160,000,000 dollars ten doel
heeft de zij- en hulplijnen van de Southern
Pacific Cnmp. te amalgameeren, terwijl
voor de Colorado Southern zoowel de Gould-
groep als de Harriman-Kuhn-Loebpartij
zich interesseeren. De Kansas City
Southern konden zien ondanks eenige tijde
lijke afbrokkeling tamelijk wel handhaven
op de verhoogde koersen, hoewel de netto
ontvangsten ten gevolge van het meerdere
verkeer en de grooter handelsbeweging in
hout en petroleum in deze streken aanlei
ding daartoe gaven. Toch schijnt de laatste
rijzing wel een weinig overhaast tc zijn ge
weest en meent men te weten dat de bekende
Mr. Gates een handje in het spel heeft, en
hij zich meester weet te maten van een groot
bedrag dezer waarden, ten einde te herha
len wat hij bij de reorganisatie van de
Kansas City en Gulf spoor heeft gedaan.
De Steelshares leden nogal aanmer
kelijk, doch kwamen ten slotte weder wat
op; vele ongunstige geruchten waren om
trent deze maatschappij in omloop. Het
schijnt evenwel dat er toch eenige wrijving
in den boezem van het bestuur geweest is,
althans de heer Percival Roberts is uitge>-
treden en men zeide dat de heer Schwab als
president der Corporation zou worden op
gevolgd door den heer Tuck; dit laatste
gerucht werd door de omgeving van den
heer Morgan eenvoudig belachelijk genoemd.
Nog spreekt men er van dat een .concur-
reerende Steel-Company met een kapitaal
van 50,000,000 dollars in wording is, doch
bepaalde gegevens hiervoor heeft men nog
niet. Het spreekt vanzelf dat dergelijke
praatjes niet gunstig op het koersverloop
der aandeelen kunnen werken. Wat echter
wel waar schijnt te zijn is de finaneieele wij
ziging welke het bestuur der Steeltrust
wenscht uit te voeren. Men hééft namelijk
het plan de uitstaande 510,173,781 dollars
preforento aandeelen, waarop nu geregeld
driemaandelijksche dividenten ad 1 3/4 pCt.
worden betaald, te converteeren in 5 pCts.
obligatiën der Maatschappij van welke er
3.03,450,000 dollars uitstaan; deze convcrtie
zou een besparing geven van 10,000,000 dol
lars, welke aan de gewone aandeelen zou ten
goedo komen, die dan wellicht op een 5
pCts- basis zouden gebracht worden. Nu
ligt het voor de hand dat dit plan zoo lang
de vooruitzichten der Maatschappij gunstig
en de ontvangsten bevredigend zijn de pre
ferente aandeelhouders niet erg veel schik
zullen hebben hun inkomsten met 2 pCt. te
zien verminderen. Evenwel i^oet men niet
uit het oog verliezen dat verreweg het mce-
rondecl der preferente aandeelen in handen
is van Morgan, Carnegie cn andere kop
stukken der Trust, zoodat zij zich wel de
overhand zullen weten te verschaffen over
de onwillige houders. Dat deze heeren de
meerderheid der preferente aandeelen zou
den bezitten geeft eenige uitlegging aan de
beweegredenen voor dit plan, want anders
druischt het gewoon tegen den regel inhier
toch zouden de vaste lasten met 25 millioen
dollars worden verhoogd en in den regel
tracht men bij eenige rcorganisatio de vaste
lasten zoo veel mogelijk te verminderen.
Zonder twijfel zouden do gewone aandeelen
van een renteverhooging tot 5 pCt. wel pro-
fiteeren. Een bekend Nicuw-Yorksch finan
cier durfde wel beweren dab een conversie
in dien geest de obligatiën zoowel als do
gewone aandeelen tot den parikoers zouden
brengen. Hoewel men zonder twijfel gaarne
zou zien dat deze voorzegging uitkwam, zoo-
schijnt toch het grooto publiek hieraan nog
niet veel geloof te hechten.
Rijnlandsche Bank.
Hen schrift ons: Met 1 April
zal het 25 jaron geleden zijn, dat de heer
C. Berghout, brievengaarder te Noordwyker-
hout, In dienst trad by de posteryen.
Nadat hy als brievenbesteller te S try en en
als postbode te Niemansdorp was werkzaam
geweest, werd hy in de laatste functie aan
gesteld te Rotterdam. Om gezondheidsredenen
werd hy nu byna twee jaar geleden, brieven
gaarder te Noordwykerhout.
Moge hy met die volle toewijding, hem
gegeven, nog lang by de posterijen werk
zaam zyn tot genoegen van de gemeente
Noordwykerhout en haar bestollers.
In het vonnis, waarby do recht-
bank te Zieriksee den evangelist Arie Welte
vreden heeft schuldig verklaard aan het mis-
dryf van opzetteiyke brandstichting, waarvan
gemeen gevaar voor goederen te duchten is
en hem te dier zake heeft veroordeeld tot een
gevangenisstraf van vier jaren, wordt o. m.
overwogen, dat, vóór den brand, op de gaandery
van het Evangelisatie lokaal zyn geplaatst twee
toestellen, geiyk aan die, welke in het woon
huis zyn gevonden; dat, welke omstandigheid
den brand op de gaandery moge hebben doen
uitbreken, die door de aldaar geplaatste toe
stellen is veroorzaakt, en dat, waar die toe
stellen kenneiyk op het veroorzaken van brand
waren ingericht, dio brand opzetteiyk
is gesticht; dat voor die toestellen zyn
gebezigd een aantal wekkers, die de beklaagde
zelf had gekocht eu in ontvangst genomen;
dat de toestellen zoodanig waren ingericht,
dat de samenstelling daarvan veel zorg en
tyd moet hebben vereischt; dat de beklaagde,
tot enkele' uren vóór den brand, geruimen tyd
alleen ln zyn woonhuis en lokaal is geweest;
by zyn vertrek op 19 Augustus (den dag van
den brand) het huis gesloten on niemand
daarin on in het lokaal achtergelaten heeft;
dat alzoo de toestellen en verdere voorwerpen,
zoowel in het woonhuis als in het Evangeli-
satielokaal zyn geplaatst door den be
klaagde zeiven.
Verder achtte de rechtbank niet voldoende
bewezen, dat van den brand levensgevaar voor
de buren te duchten was. Dan werd over
wogen, dat, ofschoon moeiiyk aan eenig ander
oogmerk voor de brandstichting kan worden
gedacht, niet wettig en overtuigend is be
wezen, dat de beklaagde het oogmerk heeft
gehad om zich wederrechteiyk te bevoor-
deelen ten nadeele van de Zeeuwsche Brand-
waarborgmaatschappy, te Zieriksee.
Wat de straf betreft, heeft de rechtbank
eenerzyds in aanmerking genomen de ernstige
gevolgen, die de brandstichting kon gehad
hebben, het daarby door beklaagde gebezigde
overleg en zyn daaruit gebleken geraariyk
karakter, alsmede het door hem uitgeoefend
beroep, hetwelk hem meer dan anderen van
misdryf had moeten terughoudenanderzyds
den geringen omvang, dien de brand heeft
gekregen, alsmede de omstandigheid, dat van
geen vroegere veroordeeling van bekl. is ge
bleken;
waarom zy een gevangenisstraf als boven
genoemd evenredig acht aan het gepleegde
misdryf en de persooniykheid van den dader.
Eindeiyk verklaarde de rechtbank geen
termen te hebben gevonden om den tyd, door
bekl. voorloopig in verzekerde bewaring door
gebracht, by de uitvoering der gevangenisstraf
in mindering te doen brengen, omdat de Jange
duur dier hechtenis door zyn ontkenning is
veroorzaakt.
Mr. A. J. F. Fokker, de advocaat van be
klaagde, is van dit vonnis onmiddeliyk in
hooger beroep gekomen.
De heer Vianen, groentenhan-
delaar te Loosduinen, verkocht nu nog in
Den Haag eenige kilo's Wesllandsche druiven,
welke slechts 1/5 in gewicht hadden verloren.
Deze druiven worden geprefereerd boven die
uit heb buitenland.
Voor de vacante betrekking van
hoofd der Chr. school te Rinsumageost hebben
zich 57 sollicitanten aangemeld.
Afgebrand is de boerdery van
Van D. te Halfweg. Het vee is gered, anders
ia alles verbrand.
Men schrijft van de Belgische
grenzen: Ofschoon de Belgische minister van
landbouw niet erg genegen" schynt om de
grenzen te openen voor den invoer van Neder-
landsch vee, wil hU toch volgaarno alle mid
delen aanwendon om den handel uit Nederland
te vergemakkelyken.
Thans zullen er aan do Noordbrabantsche
grens in do nabyhoid van de Belgische ge
meente Weelde weer nieuwe stallen gebouwd
worden ten gerieve van den veehandel.
Gisteravond ongeveer to 7 uren
brak te Arnhem een felle uitBlaando brand
uit in het manufaoturenmagazyn hoek Hom-
melsche Weg en KJarendalsingel. Het vuur
is vermoedelyk ontstaan by hot opsteken van
da lampen in de etalagekast. De winkel
brandde, mede ten gevolge van groote hoeveel
heid licht brandbare stoften, in een minimum
van tyd uit. De brandweer was spoedig ter
plaatse en tastte het vuur krachtdadig aan.
De bewoners wisten zich nog juist bytyds
te redden en hun kinderen ia veiligheid te
brengen. Men trachtte zooveel mogeiyk goede
ren te redden door ze op straat te werpen.
Ook de bovenverdiepingen hadden veel van
hot vuur te ïyden. De brand bracht een
groote m3nigto menschen op de been. Ver-
schillende autoriteiten, o. a. de burgemeester
en de wethouder van openbare werken, waren
ter plaatse.
Het Nederlandsolie gezantschap by
Z. II. den Pans.
De bladen, die te Rome verschynen, bevat
ten nog enkele byzonderheden omtrent de ont
vangst van het Nederlandsch gezantschap door
den Paus. Evonals de andere gezantschappen
werden ook de Nederlandsche buitengewone
gezanten afzonderiyk door den Paus ontvangen,
die hun by hun binnenkomst zyn zegen gaf.
Na het overhandigen hunner geloofsbrieven
I en na overhandiging van de gelukwenscben
van H. M. de Koningin verhief zich de Paus
van zyn zetel en verzacht in korto woorden
aan graaf Dumonceau, om H. M. zyn dank
over te brengen voor de harteiyke zegenwen-
schen. Na afloop der audiëntie werden graaf
Dumonceau en baron Van Voorst tot Voorst
in buitengewoon gehoi^ ontvangen door den
kardinaal-staatssecretaris Rampolla.
Luitenant generaal graaf Dumonceau, chef
van Hr. Ms. militaire huis, on de hem ver-
gezellende luitenant baron Van Voorst tot
Voorst zyn gisternamiddag te 's Gravenhage
teruggekeerd uit Rome.
Leiden. Door ongesteldheid van ds. Holster
zal morgen-voormiddag te tien en 's avonds
te vyf uren in de Geref. Kerk Heerengracht
gesproken worden door den hoer Vroiyk, van
Scheveningen.
Katwyk aan don Ryn. Zondag-voorm.
halftieri Leeskerk/s av. zeven uren ds. Ronkema,
van Rynsburg.
Noordwykerhout. Zondag-voorin. Ie
tien uren, ds. G. Van Wybe, pred. te Voorhout.
Aangekomen vreemdelingen fe Katwijk.
Hotel „De Zwaan": de heeren H. Lugt en
J. Pollones.
Zuidstraat 55de heer Arthur Feudel.
Hotel „Do Roskam": do hoor Joh. Mulié en
familie.
Geachte lieer Redacteurl
In uw Dagblad van heden lees ik een adres
aan den Gemeenteraad van den hoer Andries
Spyker, „gepensionneerd opzichter by' de
Fabricage der gemeente Leiden". Hierin staat
te mynen aanzien een onwaarheid, die voor
my de zaak van het Pensioenfonds voor
weduwen en weezen van gemeente ambtenaren
in een geheel verkeerd spoor zou kunnen
brengen. Gaarne gun ik den heer Spyker het
voorrecht van alsnog aan dat fonds te mogen
deelnemen, doch ik ontzeg hem het recht van
zyn aanval tegen den rector van het gymnasium,
die zoo goed als ieder ander tegenwoordig
ambtenaar der Gemeente in alle opzichten
aanspraak heeft op hetgeen door het Dagelyksch
Bestuur wordt voorgesteld.
De blijkbare bedoeling van den heer Spyker
of lief er van zyn raadsman, om mya opneming
in het te stichten Pensioenfonds als gunst
betoon voor te stellen, laat ik voor hotgeon zy ia.
Ziehier de waarheid.
In lb7ö, by de invoering dor nieuwe wet
op het Hooger Onderwijs, werd bepaald, dat
de leeraren dei gymnasia voortaan, voor zoover
liet Pensioenfonds betreft, ryksambtenareu
waren, doch dat die leeraren, welke reeds
voor een stedelijk Pensioenfonds bydroegen,
de keus hadden tusschen ds beide fondsen.
Nu was in Leiden reeds eenige jaren te
voren een Pensioenfonds tot stand gekomen,
en ik was er dadeiyk lid van geworden. De
deelneming was toen nog vrijwillig. Zooals
dus vanzelf sprak, en allen die in hetzelfde
geval verkeerden eveneens deden, hield Ik
my aan het stedeiyke fonds. Immers niemand
tor wereld kon toen nog vermoeden dat reeds
14 jaren later oen Rykspensioenfonds voor
weduwen on weezen zou opgericht worden.
Wie zal ontkennen, dat men ons by die
gelegenheid blllykerwyze, wegens de geheel
veranderde omstandigheden, opnieuw in da
gelegenheid had kunuen on moeten steller*
om tusschen de beide Pensioenfondsen te
kiezen? Dit is echter niet gebeurd, tot myn
schrikkeiyke spijt. Ik zeg dit volstrekt niet
als klacht tegen den wetgever, want de mant
dio door een wet aan do wenschen van.
alle betrokken personen voldoet, moet nog
geboren worden, doch door de valscho
voorstelling van den heer Spijker gedrongen
verklaar ik: dat het gevoel van gemis aan
eenig uitzicht op pensioen voor mijne vrouio
mij jaren lang als een Alp op het hoofd heeft
gedrulct. Zoo weinig waar is da bewering van
den heer Spyker, dat ik „indutyd vrijwillig
heb gebruik gemaakt van do aangeboden
gelegenheid om van het recht op Rykspensioen
voor myne weduwe en weezen afstand te doen."
De ruim 67-jarige rector van het gymnasium
Dr. H. W. van der Mey.
Leiden, 14 Maart 1902.
8)
Zy zag ook hem aan, als een ouden be
kende, met vnendeiyk oog en de lippen
bereid tot een glimlach. Zy had hem immers
den vorigen dag ontmoet en zyn werk be
wonderd l Zyn naam kende zy.niet, en hy
•waarschynlyk evenmin den haren, maar zo
hadden een paar beleefde woorden gewisseld
en daarmee was de kennis gemaakt. Het
minste, wat zy doen kon, was dus, hem
vriondelyk aan te zien, in afwachting van
een groet; het minste wat hy doen kon was,
zijn hoed af te nemen.
Hy had geen bediende, die zyn bagage
droeg; maar het was alles aan ebn riem over
den schouder bevestigd; hij had dus behoor
lijk de hand vry om te doen, wat de markiezin
van hem verwachtte.
Hy nam inderdaad den hoed af, en ze zag
con heel blank voorhoofd, omgeven door een
waar bosch van zwarte, kroeze harenzy zag
nu ook, dat zyn gezicht edel van lynen en
fijn van tint was. Hy was wat men noemt
een knappe jongen, en dat kan nooit kwaad,
lietzy men schilder is of iets anders. Alleen
had hyeen gebrek, als men het zoo mocht
noemen: hy was te ernstig, te melancholiek
voor zyn leeftyd, die niet hooger kon zyn dan
tusschen de vyf en twintig en dertig jaar.
Blandina beantwoordde don groet, en ze
gevoelde, dat ze een kleur kreeg. Waarom
ze verlegen werd, is niet recht duideiyk;
misschien wijl ze zich tegenover hem ver
toonde als kunstzuster en gelyke. Het hinderde
liaar verschrikkelijk.
„Hy is een echt artist, on daarom moet
ik respect voor hem hebben," dacht zy. „Maar
ik dien toch ook myn waardigheid als vrouw
en dame van stand op te houden. Als oom
Alossandro my nu zag, zou hy zeggen
ja, de Hemel weet, wat hy zeggen zou, die
onbescheiden opmerker 1"
Gedurende verscheidene dagen, meer dan
een week, had de markiezin niet weer het
geluk, den schilder te ontmoeten. Misschien
eindigde hy zyn werk vroeger of later;
misschien ook was hy niet meer in deze buurt
bezig en elders aan het schilderen. Zy begon
nu zeer te verlangen, hem weer te zien;
want ze wilde hem om raad vragen omtrent
haar werk. De tweede studie naar de natuur,
met meer overleg aangepakt, gelukte beter.
Zoo dikwyis zy van het veldstoeltje opstond
en wat achteruit trad om haar werk beter
to kunnen opnemen, knikte zy tevreden met
het blonde kopje en zei:
„Niet slecht! Werkeiyk, niet slecht 1"
„Als ze je zoo eens zagen 1" vermaande
gravin di Villanova, die haar vergezelde en
dicht by haar zat met een handwerkje.
„Wie zou my hier kunnen zien?"
„Ik zou zeggen, dat je ydel wordt, Blandina l"
„Dat is voldoening over myn werk, tantel
Kent u dat niet? Als uw haakwerk af is..."
„Een mooie vergelykingl"
„Dat is maar een quaestie van opvatting.
Alles, wat wy doen, kan ons al of niet
bevredigen. Myn werk vlot nu goed. Als de
schilder eens hier was om het te zlenl"
„Stil!...." zei mevrouw Costanza. „Als
je van den duivel spreekt
„Wat zegt u?" riep Blandina, verschrikt
en nieuwsgierig. „Waar?"
„Daar I" zei de tante, wijzende in de richting,
waar mea het kerkje en de eerste huizen
van Carcaro, zag; een lange populieren laan
liep van daar tot de beek, aan welks oever
zy zaten; en langs dien weg bedaard voort-
kuierend, naderde de jonge schilder, zonder
zyn gereedschap, de handen in de zakken,
nu en dan even stilstaande om rond te zien.
Blandina had naar hem verlangd, naai* hem
en zyn oordeel over haar werk, en nu ze hem
dichtby zag, werd zy er geheel door in de
war gebracht. Zy wierp een blik op het
tafereel voor haar, toen op het doek en haar
schildery leek haar volstrekt niet mooi meer.
„Ach Hemelt" mompelde zy verlogen; „als
hy dit geknoei ziet, wat zal hy dan wel van
my denken?"
„Hy zal je een goeden raad geven," meende
Costanza, om haar moed in te sproken.
„Geloof het niet, tant Hy zal er een
minuut naar kyken en dan zeggen, dat het
goed is. Och, zoo zyn al die heeren schilders I
Voor een armen dilettant hebben ze een
hoofdknikje over en een paar nietszeggende
syllaben; voor ons, vrouwen, eenige compli
mentjes, die al even weinig beteekenen. Een
eerlijken raad behoeft men nooit te verwachten.
En lk verlang juist zoo naar waarheid, ronduit
gezegd; al die halve woorden maken my
zenuwachtig en die complimenten razend."
„Daar kan je neef Sant-Evasio van mee
praten l* merkte mevrouw di Villanova droogjes
op. „Die arme jongen 1"
Intusschen had de schilder, naderend, de
dames in het gezicht gekregen. Eerst, toen
hy het witte zonnescherm zag, dacht hy, dat
het een der gewone manneiyke of vrouwelyke
collega's was, met wie hy een paar woorden
praatte, als ze elkaar aantroffen; toen hy
echter de dames herkende, die hy eenige
dagen geleden had ontmoet, bleef hy staan,
als aarzelde h|j deu weg te vervolgen.
De oude dame merkte dit het eerst op, en
zacht voegde zy Blandina toe:
„Hy heeft ons gezien; hy wil zeker om-
keeren en een zypaadje inslaan, om hier niet
langs te komen."
Dit viel in het geheel niet in den smaak
van het markiezinnetje, dat elke seconde van
meening veranderde, beurtelings hopende en
vreezende, dat hy zou komen. Op dio woorden
van haar tante wendde zy het hoofd en
keek vastberaden naar den schilder. Deze,
nog besluiteloos, wat te doen, merkte, dat
hy werd gadegeslagen, 't Was nu te laat,
om te keeren of een anderen weg te zoeken
hy wapende zich dus met moed en kwam
nader. Hy kon niet ontwyken, hy moest haar
voorby.
„Het groote oogenblik is gekomen 1" zei
Costanza lachend.
„ïk wou, dat ik met myn schildery honderd
uren van hier wasl" mompelde Blandina.
En zy boog het hoofd over haar werk, als
door yver bezield; doch ze durfde geen penseel
streek doen, daar ze voelde, dat haar handen
beefden.
V.
De jonge man was nu vlak by haar en op
het punt, voorby te gaan met een groet, toen
de dames het hoofd naar hem wendden en
vriondelyk knikten.
De gravin zei:
„Goeden morgen, meneer! Van morgen niet
aan 't werk?"
Dat was goed gemikt; hy moest nu biyven
staan.
„Neen, mevrouw," antwoordde hy, nog op
een eerbiedigen afstand. „Ik ben op weg naar
het station om een pakje verf af te halen,
waaraan ik behoefte had. De jonge dome, die
ook schildert, zal wel weten, hoe men ver
legen kan zyn om sommige kleuren."
„Als ik u soms dienen kan?'' vroeg nu
Blandina. „Ik heb van alles nog voorraad
genoog. Onder collega's geen complimenten.
Dat wil zoggen," voegdo zy er by, hem goon
tyd latend om te antwoorden, „in zooverre
men oen meester den collega mag noemen
van een arme dilettante."
De jonge man schudde droevig hot hoofd
by dit compliment.
„Wat zegt u daar?" riep hy uit. „De
kunst is eeuwig, en tegonover de ryke ver
scheidenheid van do natuur is niemand een
meester."
„O, dat is mooi gezegd 1" hernam de
markiezin. „Wie meent, de geheimen der
natuur te hebben doorgrond
„Is nog maar aan het a, b, c; dat is waar!"
vulde de schilder aan.
Al sprekende was by ter zyde biyven
staan, en hy had ook geen oog gericht op
haar schildersezel. Blandina vond, dat hy zeer
fijngevoelig moest zyn of zeer sceptisch.
„Neemt u dus de verf van my aan?"
vroeg ze.
„O neen, dank u. Ik heb twee dagen ge
leden al getelegrapheerd, cn van morgen
kreeg ik bericht, dat het pakketje was aan
gekomen."
„U hoeft zeker don laatsten tyd druk ge
werkt?" vroeg Blandina weer.
„Wat moet men hier al anders doen? En
ik ben op den goeden tyd gekomen."
„Hooft u bet stuk af, dat wy de vorigs
week bewonderden?"
„Neen; en ik geloof ook niet, dat ik hot
zal kunnen voltooien; het is een heel moeiiyk
motief,"
Wordt vervolgd.)