Kleine Advertenttën.
IK 12891
Maandag 3 Maart.
A". 1902.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAGBLA
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maanden 5 J T 1.10.'
"Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn v 1.30
Franco per post 1.65-
PBUS DER AD VERTEN TIEN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grcotere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Men hoeft ons wel oena gevraagd om ln
de Kleine Advertentiën een advertentie te
plaatsen, meer dan 30 woorden bevattende.
"Wy hebben dat tot nog toe niet gedaan,
«Héén omdat nu eenmaal do bepaling waa
gemaakt: niet meer dan 30 woorden.
Van a. s. Woensdag af stellen wd echter
de gelegenheid open ln de rubriek Kleine
Advortontiën annyncea te plaatsen van
30 woorden 40 Cente.
80—40 60
40—60 60
60—00 70
60—70 80
70—80 90
80—90 één gulden.
Leiden, 3 Maart.
Door ongesteldheid van den heer Jan
C. do Vos 13 er verandering gekomen in de
abonnements-voorstelling, welke hedenavond
in den Schouwburg door de Koninkl. Ver-
eeniging ,,Hct Nederlandsch Tooneel" wordt
gegeven. In plaats van Minnespel" zullen
nu worden opgevoerd twee blijspelen van
Molière: Verliefden-Twist" („Le dépit
amoureus") en Belachelijke Hoofschc Juf
fers" (,,Les précieuses ridicules"). Tot slot;
„Mijn Rembrandt."
De voorstelling is er dus niet minder be
langrijk door geworden I
In een vergadering, uitgeschreven door
de afd. Leiden, Nederl. StudentenAnti-
alcoholbond en afd. Leiden II Nederl. Ver.
tot af8cli. van alcoholhoudende draukon, trad
op de heer D. de Clercq, uit Laren.
Nadat de katheder, „dat lastigo hokje", was
ter zijde gezet, begon do spr. met de opmerking,
dat het toch eigenlijk niet aangenaam is om
over je vijanden te spreken, en dit zou hy
nu toch moeten doen, want de alcoholische
dranken zijn onze vijanden. Maar nu tegen
zulke vijanden te waarschuwen","hun wezen
duidelijk te laten zien, opdat anderen zich
voor hen beter kunnen wachten, dat i§ juist
weer een heel aangename taak. En het kan
wel dadelijk gezegd worden, dat de heer De
Clercq getoond heeft, dat li|J het aangonaam
vond zijn medemenscken togen de gevaren
van het alcoholgebruik te mogen waarschuwen;
Immers hoe opgewekt en frisck was alles,
wat ky den opgekomenen liet hooren. Het
had zeker zyn recht, de gewone matigheids-
uiting te bespreken, de slappe halfheid er van
aan te wyzen, en te doen beseffen, dat wie
zegt: „Het enkelo glaasje, dat Ik drink, wil
ik niet missen", gekeol egoïstisch denkt, en
nog niet genoeg heeft doorgedacht, dat
wy niet als eenlingen op onszelf staan, maar
mede verantwoordelijk zyn voor den Invloed,
die uitgaat van ons op anderen, 't Is dus
gevoel van solidariteit, van naastenliefde, dat
ons brengt tot de geheelonthouding. Voor
menschen, die hun leven ook maar eenlgszins
ernstig opvatten, ls geheelonthouding dus een
noodzakeiyke eisch en daarom Iets heol
gewoons, een natuuriyke, niet te missen
factor ln hun streven naar menschwording.
Allormlnst dus ligt 't in den aard (al ls 't
by sommigen wel zoo geweest), dat geheel
onthouding farizeïsme zou kweeken; men zal
ja dankbaar zyn hierin den weg te zien aan
gewezen, maar zich te geiyk klein gevoelen,
omdat men van af het standpunt der geheel
onthouding veel scherper gaat zien al het
vele, waarin wy te kort komen.
Maar nu zou de spr. eens iemand, die in
alle oprechtheid de matigheid wil, bespreken,
en eens kyken, wat het gevolg is van zoo'n
enkel glaasje por dag.
't Is zeker al niet gemakkelijk voor zoo
iemand, om een kouze te doen uit de groote
hoeveelheid, uit by v. 887 verschillende soorten
sterke dranken, 30 soorten gangbare bieren,
30 40 soorten wyn. Maar goed, 't is hem
gelukt; dan gebruikt zoo'n zeer matig mensch
17.3 liter por jaar. „Nu ja, zult ge zeggen,
dat lykt een heele plas, maar 't ls dan ook
over eon vol jaar." Zeker, maar wat voordeel
steekt er in? Immers niets.'t Is enkel nadeel.
Zelfs de arbeiders, die noodig zyn, om de 17.3
millioen liter (want wy kunnen toch wel
rekenen, dat er in ons land 1 millioen zulke
matige menschen zyn), die per jaar in Neder
land gebruikt worden, varen er volstrekt niet
wel by, want terwyi in de meeste andero
industrieön de arbeiders 20 pet. krygen, wordt
hun in de alcohollndustrie slechts 14 pet. als
loon gegeven.
Nog andere sprekende getallen gaf de heer
De Clercq. Per jaar wordt in ons land uit
gegeven aan sterke dranken 90 millioen, aan
bier 24 mill, on aan wyn 9 mill., te zamen
dus 123 mill. gld. Tor vergeiyking, om't zich
duidelgkor te kunnen voorstellen, diene, dat
ln 1898 onze Staatebegrooting bedroeg 140
mill. gld. en dat toen onze oogst aan granen
en handelsgewa8seu opbracht 134 mill, gulden.
Nu rekende de heer De Clercq den aan
wezigen heel duideiyk voor, hoe van die 123
mill. 157,504 hoofden van gezinnen met f 15 per
week zouden kunnen leven; neem ieder gezin
als bestaande uit D personen, dat wordt dan
787,800 zielen, dus zestien steden zoo groot
als Leiden zouden we krygen, met een bevol
king die zoo gelukkig zou zyn f 15 per week
te verdienen. Maak u dus heusch niet bezorgd
over die „arme" arbeiders in de alcohol-
industrie, de koopkracht der menschen zal
grooter worden, gevolg, dat de andere, nuttiger
industrieën meer gaan bloeien. En dan hoeveel
gelukkiger én mooier zou het leven van dui
zenden onzer zyn, ja van ons allen.
Nadat de spr. ook nog interessanto mede-
deelingen had gedaan over den invloed van
den alcohol op verschillende lichaamsorganeu,
haalde hy ook gezegden van bekende mannen
aan, zooals byv. van den beroemden staats-
mau Gladstone: „De alcohol richt meer ver
woesting aan dan pest, oorlog en hongersnood
te zamen", of dit andere: „Als iedere borrel
een steen werd, zou iedereen in zyn eigen
huis kunnen wonen." Wel verre, dat dit een
dorre opsomming was, wist de spr. te boeien
door zyn opmerkingen.
De spr. besloot deze levendige en flinke
voordracht met te vertellen, welke de nieuwste
ontdekking der wetenschap was, nl. deze:
De beste drank ia water. De beste en de
goedkoopste.
Van de gelegenheid tot debat werd door
twee heeren gebruik gemaakt: Ouweleen en
Van Ophuyzen.
De eerste wilde liever het Gothenburger
stelsel dan plaatseiyk verbod. Dan 6cheen hy
een vurig verdediger van de leer van Malthus
te wezen; vond, dat do heer De Clercq niet
neutraal was gebleven, en zou liever in een
g. o. vereeniglng drie afdeelingen hebbenvoor
matigen, afschaffers, geheelonthouders.
De heer Van Ophuysen wilde alleen oen
enkele opmerking maken. Met geheelonthou
ding moest gepaard gaan het niet-gebruiken
van vleesch en een krachtige stryd tegen het
kapitalisme.
De spr. was dit met hem eens, maar hy
had niet de noodzakelijkheid ingezien, hierover
ook nog bovendien te handelen. Beperking
van stof ia gewenscht.
Met den heer Ouweleen moest hy echter
nogal verschillen. De heer De C. verwachtte,
blykens de ervaring, meer van plaatseiyk ver
bod, en liet duideiyk voelen, dat de leer van
Malthus vrijwel afgedaan heeft. En hy zou
niet neutraal geweest zyn? Goed, maar wie
kan dat wezen? Neutraliteit in deze ia immers
de dood voor elk betoog, omdat dan de per-
eooniykheid wordt gemist. En wat die ver
deeling in drieën aangaat, het waa natuuriyk
niet moeliyk, om het onuitvoerbare en hope-
looze hiervan aan te toonen. Als wy het
allen geleideiyk met den alcohol willen pro-
beoren, moeten er beslist eenigen V» d601)
bezwyken voor de verleiding.
Zoo ls de geschiedenis, maar Oarlyle schynt
wel geiyk gehad te hebhpn, toen hy zei:
De geschiedenis is er om niet opgemerkt te
worden.
Het luid geapplaudisseer bewees, met
hoeveel instemming de vele aanwezigen den
spr. hadden govolgd.
Gisteravond hield liet „Vrijzinnig
Zangkoor" hier ter stede, dat zich. voorname
lijk op de beoefening dor gewijde muziek
toelegt, haar zevende jaarvergadering in de
groöto zaal van het Wijkgebouw „Geloof,
Hoop, Liefde."
Door den Voorzitter, den heer A J. de la
Court, word met een gepast woord de bijeen
komst geopend; hij ging in korte trekken de
geschiedenis der vereeniging na, wees de
leden er op hoe meerdere waardeering van
de zij do van Leidens ingezetenen ook zwaar
dere verplichting oplegde en sprak den
wonsch uit, dat het koor onder leiding van
zijn directeur den heer P. Rank steeds in
bloei mogo toenemen.
Door den penningmeester werd daarna
verslag uitgebracht over de geldmiddelen,
waaruit bleek dat deze in goeden staat ver-
keeren.
Hierna werd het bestuur een aangename
verrassing bereid. Door een comité uit de
leden werd bet namens vele bevriende 6tad-
genooten en de leden een fraai bewerkt
vaandel aangeboden met een album waarin
de namen der gevers zijn vermeld. Het lid
De Cler sprak den Voorzitter in- gepaste
woorden toe, er op wijzend, dat de overwin
ning het vorig jaar op een concours te Rot
terdam behaald, en do medaille als een ber
innering daaraan de vereeniging geschon
ken, de behoefte deed gevoelen een vaandel
to bezitten.
Het speet hem dat hij niet in de gelegen
heid was de vele stadgenootendie door hun
bijdragen hadden mogelijk gemaakt, dat het
vaandel kon worden aangeschaft, hiervoor
thans persoonlijk dank te brengen. Wegens
de beperkte ruimte konden zij tot deze bij
eenkomst echter niet worden uitgenoodigcL
Toch wilde hij hier namens alle leden voor
deze blijken van sympathie zijn hartelijken
dank uitspreken.
De Voorzitter aanvaardde in gevoelvolle
woorden het vaandel en de directeur hechtte
er met een geestige toespraak de verkregen
medaille aan waarna de plechtigheid was
afgeloopen.
Vervolgens werden door sommige leden
een of meer voordrachten ten beste gegeven
en bleef men geruimen tijd gezellig bijeen.
Morgenavond te acht uren zal vanwege
de Vereeniging voor Chrlsteiyk Onderwasten
behoeve van On- en Minvermogenden te Lelden
een openbare samenkomst plaats hebben in
do zaal Noordeinde, waar da. HoogeDraad en
ds. De Wolff als sprekers hopen op te treden.
De Chri8teiyke zangvereeniging „Zingt den
Heer" zal er zich doen hooren.
De by het 4de regiment infanterie alhier
tot vaandrig benoemde reserve sergeant H. van
Poelgeest ie ingedeeld by de 3de compagnie
2de bataljon van het korps.
By de Leidsche Spaarbank is in de maand
Febr. ingelegd f 75,615.78* en terugbetaald
ƒ87,086.43, terwyi zyn afgegeven 103 nieuwe
en geheel afgelost 98 boekjes.
Hot gezameniyk tegoed der 11,988 inleggers
bedroeg einde Februari f 2,220,911.90, waarby
nog komt de rente over 1901.
Aan het postkantoor Leiden en de daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd ge
durende de maand Febr. 1902 in de Rijkspost
spaarbank ingelegd f 49,007.46 en terugbe
taald f 42,693.12.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 20,152.
By de heden alhier gehouden openbare
verkooping van cokes in partyen van 10 en
5 H.L. waren de pryzen 5 en 2.50.
Ter gelegenheid van den Ö2sten ver
jaardag van Z. H. Paus Leo XIII woei
gisteren van vele woolngen de vlag met den
wit gelen wimpel.
Heden vermeerderde het aantal vlaggen nog,
daar het thans, 3 Maart, de dag is, waarop
het zilveren jubeljaar van 's Pausen kroning
aanvangt.
Na een kortstondige ziekte is te Amster
dam, in den ouderdom van 81 jaren, over
leden mr. W. van der Vliet, directeur der
Leidsche Duinwatermaatschappy en vroeger
eeu der directeuren der Amaterdamsche Duin-
waterleidlngmaatschappy, vice-president van
den raad van administratie der Hollandsche
Spoorwegmaatschappy en president van het
bestuur der industrieschool jvoqt de-xro^e-
Ifjke jeugd. Voor elke onderneming, waarvan
verhooging van den bloei der hoofdstad ver
wacht mocht worden, was zyn hart te winnen.
Zoo bekleedde hy io 1868 het presidium der
tentoonstelling in het Paleis voor Volksviyt,
en ln 1900 maakte hy deel uit dor officieele
vertegenwoordiging van ons land ter tentoon
stelling te Parys.
De overledene was ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw.
Het 8toffeiyk overschot zal morgen, Dinsdag,
te twaalf uren op „Zorgvliet" ter aarde worden
besteld.
De toestand van den minister van koloniën,
jhr. mr. Van Asch van Wyck, was gisteren
weinig veranderd. De nacht van Zaterdag op
Zondag was vry rustig en de patiënt kalm.
Prof. Narath uit Utrecht achtte een onmid
dellijke operatie noodig en wonschte den
minister onder zyn behandeling in het Zieken
huis te Utrecht te hebben, omdat de operatie
niet van zooveel gewicht is als wel de behande
ling daarna, vandaar, dat de minister tsrstond
naar het Diaconessenhuia te Utrecht is moeten
vervoerd worden.
Mevrouw Van Asch van Wyck en de
pleegzuster hebben den patiënt begeleid, als
mede prof. Pel en dr. Koert.
H. M. de Koningin on Z. K. H. prins
Hendrik woonden giatervoormiddag de gods
dienstoefening by ln de Kloosterkerk te
's-Gravenhage, onder gehoor van ds. Van der
Flier.
H. M. de Koningin-Moeder en de Erfgravln
von Erbach waren in do Groote Kerk onder
gehoor van ds. Van Nee.
De prinses van Albany was tegenwoordig
by de godsdienstoefening in de Engelscho Kerk.
Naar men ons mededeelt uit goede bron
vernomen te hebben, zou H. M. de Koningin-
Moeder voornemens zyn dezen zomer een
reis te maken naar Jeruzalem en het Heilige
land. {Vad.)
Do antirevolutionaire „Arnhemmer" deelt
mede, dat de toestand van den heer A. S.
Talma van dien aard is, dat de doctoren hem
minstens twee maanden rust hebben voorge
schreven.
Naar „De Tyd" verneemt, heeft dr.
Schaepman's reis naar Rome onder meer ten
doel de overhandiging aao Z. H. den Paus van
een hulde adres der Katholieke Kamerclub.
Buitengewoon groot was Zaterdag-middag
de belangstelling by de installatie van mr.
Ph. W. van Heusdo als president, jhr. mr. J.
F. Schuurbeque Boeye als vice-president, en
mr8. E. R. E. Brants en R. II. A.M.Rommo
als rechters der Haagscbe rechtbank. Zes
vele dames, en leden der vorschillende rechts
colleges, zoomede een zeer groot aantal leden
der balie, waren in de zaal voor de strafzit
tingen van hot Paleis van Justitie voor
dezo pleohtigheid afgestaan tegenwoordig.
Na de gebruikelijke formaliteiten, waarby
de officier van justitie, mr. E. Z. L. van der
Kamp, een woord van groote .'aardeering
wydde aan de nagedachtenis van mr. Wove,
dien hy schetste als iemand van uitgebreide
rechtskennis en buitengewone werkkracht,
als iemand, die hoogachting en vriendschap
afdwong door zyn persoonlykheid, richtte het
O. M. het woord tot do nieuw benoemde
titularissen, en wenschte hun geluk met de
onderscheiding, hun te beurt gevallen.
De nieuwbenoemde voorzitter, mr. Van
Heusde, sloot zich aan by de hulde, gebracht
aan de nagedachtenis van don maD, in wiens
plaats hy als voorzitter dezer rechtbank ia
benoemd; den man, diagewerkt heeft zoolang
het dag voor hem was. Ook spreker roemdo
de groote werkkracht, de rechtskennis, den
vriendschappeiyken aangenamen omgaDg van
mr. Weve, en schetste diens ambtelijke loop-
baah. Hy bracht daarna dank aan 1 M. de
Koningin voor zyn benoeming tot president,
en aan den minister van justitie voor do
daartoe gedane voordracht. Spreker verklaarde
te biyven rekenen op den steeds ondervonden
steun by de Haagscbe rechtbank en op dien
der balie. Met een enkel woord herdacht mr.
Van Heusde ook de benoeming van jhr. mr.
De Savornin Lobman tot lid van den Hoogen
Raad. Al betreurde de rechtbank zyn heen
gaan, toch verheugde zy zich in zyn benoe
ming, daar hy behoorde tot die personen, die
aangewezen zyn om zitting te nemen in ons
hoogste rechtscollege, al ware liet wellicht
wenschsiyker geweest, dat hy eenige jaren
langer in Hof of rechtbank hadde zitting ge
nomen, ton einde meer practische kenuis op
te doen dan hy in zyn zosjan loopbaan
had kunnen doen, daar hy ook ai.-. professor
niet met de practyk in aanraking is geweest.
Ten slotte verklaarde mr. v. Heusde zichzelf
en de overige titularissen voor geïnstalleerd.
De niouwbenoemdo vlce-prestdent, mr.
Schuurbeque Boeye, bracht eveneens dank aan
H. M. de Koningin en aan don minister van
justitie, zoomede aan den oflicior van justitie,
voor diens hartoiyk welkomstwoord. Ook hy
herdacht de goede eigenschappen en hoedanig
heden van mr. Weve, en sprak mede het
vertrouwen uit den steeds ondervonden steun
FEUILLETON.
De joiigc luitenant.
26)
„Wat een toevallige samenloop van om
standigheden", dacht Jeanne, terwyi zy den
oewusten brief aan haar vader ging over
handigen.
Als alle menschen, die weinig om handen
nebben, had de markies veel behoefte aan
afwisseling. Reizen en trekken behoorde tot
z\jn grootste iiefhebberyen. Het mooie 6eizoen
wakkerde dien lust bijna tot een reiswoede aan.
„Daar herken ik haar aan; daar zie ik haar
goede hart weer. 't Was altyd een aardige
vrouw. En dan die goede Broussayel Ik zou
hem graag eens terugzien l Wy hobben samen
heel wat meegemaakt I
Gy zult je mevrouw De Broussaye niet
meer herinneren? Gy waart te klein
„Ik kan m\J haar nog even voorstellen."
De markies dacht even na en vervolgde:
„Macon ia een mooi stadjeof liever ge
zegd een prottige plaats. Ik ben er oen paar
maal geweest op myn doorreis naar Zwitser
land. Yan M&con naar Genève is slechts oen
sprong."
Men kon het den markies aanzien, hoe
gaarne hy dien sprong zou wagen.
„Als gij wilt, Jeanne, konden wy dat uit
stapje wel eens ondernemen."
/t Is nogal zoo'n Keulsche reis niet,"
luidde het antwoord.
„Neen, niot waar? Wy brengen een dag
door by de familie Do Broussaye en zoeken
dan meteen Guy even op. Waai" wilt gy heen,
-dat ge uw hoed opiet T*y
„Even gaan zien, hoo tante het maakt."
„Geef my het spoorboekje maar eens, dan
kyk ik onderdehand een3 na, welke trein het
geschiktst is."
Jeanne begeeft zich op weg naar het dorp
en na een halfuur loopens, schelt zy aan de
woning haror tante.
Na een poosje over koetjes en kalfjes ge
praat te hebben, komt zy met het doel van
haar bezoek voor den dag en pleit zoo warm
voor Guy, dat mevrouw d'Epervans tot de
overtuiging komt, dat zy zich vergist en
Jeanne Guy nooit heeft liefgehad.
't Kost Jeanne heelwat lieve woordjes, eer
zy tante zoo ver krygt, dat zy eindelyk zegt:
„Qy kunt hem schryven, dat ik hem aanspra-
keiyk stel voor zyn toekomst, hy kan dus
naar willekeur handelen.God verhoede,
dat het u nimmer zal berouwen, dat ge met hem
samengespannen hebt tegen my I"
Ze zweeg en staarde met strengen blik voor
zich uit, ternauwernood den afscheidsgroet
harer nicht beantwoordende.
„tk heb myn plicht gedaan," zuchtte Jeanne
heengaande.
Nog donzelfden avond deelde zy Guy schrif-
teiyk den gunstigen uitslag harer pogingen
mede.
XVII.
De wekelyksche Dinsdagsche receptie was
voer den generaal en zyn gezin slechts een
klein voorproefje, van de groote plaag, die
hem geregeld eens In het jaar beschoren was.
Mevrouw De Broussaye was gewoon jaarlyks,
behalve eenige kleine dansparty tjes, een groot
bal to geven. By die gelegenheid vooral toonde
zy, dat zy niet kleingeestig of kieschkeurig was
in de keuze barer kennissen. Niet alleen de
geheel* mhtaire wereld werd zonder uitzon
dering genoodigd, doch de uitnoodigingen
strekten zich veel verder uit, zelfs tot dood
eenvoudige burgermenschen.
Dit jaar had het bal niet plaats gehad, ten
gevolge van een zware verkoudheid, waarmede
mevrouw De Broussaye den geheelen winter
opgeknapt was geweest, en waarvan zy pas
togen bot voorjaar herstelde.
Nochtans bosloot zy haar volen vrienden en
kennissen ook dit jaar het gewone pretje niet
te onthouden. Het seizoen was wel wat ver
gevorderd, maar de jeugd hield nu eenmaal van
dansen, dus daarop zou minder gelet worden.
„'t Is gekheid," bromde de generaal, „een
bal to geven in de maand Juni; ik zou het
maar uitstellen tot het volgend jaar."
Verontwaardigd kwam zyn vrouw daar
tegen op.
„Ge spreekt naardat je verstand hebt; het
zou wat moois zyn, om al die menschen
teleur te stellen l Jjj houdt nu van rooken,
en oen ander van dansen. Gun nu den luite-
nantjes hun polka en hou jy je pyp en je
grogje. Ga maar eens mee, -dan kunt ge eens
zien hoe aardig ik je kantoor in een kleed
kamer veranderd heb, dan kunt ge meteen
de lyst der genoodigden eens inkijken."
De generaal keek vluchtig de lange naani-
lyst in.
„Er zyn menschen by, die ik in 't geheel
niet ken."
„Dat dacht ik well Als ik ook alleen
menschen wilde vragen, die jy kent, dan had
ik niet veel te verzoeken."
„Daar zal ik niets van zeggen, maar ik zie
allemaal zulke vroemde namen. Miton byv.
Wie is dat?"
„Een leeraar van het gymnasium, een vriend
van kapitein Pacaud. Vindt ge hem som3 te
min om in je salon te verschijnen?"
„Maar ik zeg er immers niets van, ik wil
me alleen maar wat op de hoogte stellen,
daar ik anders misschien een gek figuur maak."
Mevrouw De Broussaye verwaardigde zich
nu, hem eenige verdere uitleggingon te geven.
„Plantier is chef de bureau, een heel net
mensch, een gewezen officierhy is do schoon
vader van Miton. De Durochets zyn ook zeer
respectabele lui, zy hebben wel zaken gedaan,
maar zy leven nu toch al lang stil en zy
zitten er warmpjes in."
„Maar waar wilt ge al die menschen laten?"
„Bekommer je daar niet om; dat zal zich
best schikken. Als zy pleizier hebben, zien
ze zoo nauw niet, al moeten zy zich wat
behelpen. En zo kunnen bovendien in den
tuin gaan."
„Eu als 't regent?"
„'tZal niet regenen. Qy bobt er by zonder
slag van, om altyd allerlei onaangename ver
onderstellingen te doen."
„Wie zal het bal openen en den cotillon
leiden?"
„Daarvoor heb ik Guy d'Epervans gekozen."
„En wie zal zyn dame zyn?"
„Dat zal ik u morgen zeggen," zei mevrouw
geheimzinnig.
Den volgenden morgen kreeg de generaal
werkeiyk do oplossing van den rebus, toen
zyn vrouw hem een brief met postmerk Tours
ter hand stelde.
„Watl" riep hy uit, „hebt gy d'Epervans
uitgenoodigd?"
„Gy hebt het gezegd."
„En hebben zy het aangenomen?"
„Dat ziet ge; ik dacht er u een p'eizier
meo te doen."
„'tDoet my ook veel genoegen, maar ik
was er in 't geheel niet op voorbereid. Die
goedo d'Epervans l"
„Maar zy willen slechts óón dag biyvon;
wy moeten ze hier houden tot na het bal.
Dan kan Jeanne met Guy een cotillon leiden."
„Laat gy haar daarvoor komen? Dat vind
ik bespotteiykl"
„O heilige eenvoud 1" riep mevrouw uit. „Wat
ben je toch kortzichtigI Vertel me eens:
waarvoor dient een bal eigenlijk?"
„Om te dansen," hernam de goneraal dood
leuk.
„Je bent er niet achter."
„Om met de toiletten te pronken."
„Jo praat als een kozak. Ik zal je eens ver
tellen, wat een bal eigenlijk is. Een bal is een
soort strydperk, waarin men zyn best doet
een hart te verovoron. Behaalt men do over
winning, dan volgt or in den regel een huwe-
lyk. En nu begrypt ge misschien, waarom Guy
aanstaanden Zaterdag «len cótillon zal leidon
met freule d'Epervans. A propos, ik moot nog
300 francs hebben voor don bloemist."
Verbluft staarde de generaal zyn vrouw
aan! „Ge zet wat op touw! Daar zou ik nooit
aan gedacht hebben, Guy mot Jeannol Hier
hobt ge don sleutol van de socretaire,"
XVIIL.
„We moesten, dunkt my, maar gauw schry
ven, dat wy komen," zei de markies, toen hy
andermaal een dringende uitnoodigmg van
mevrouw De Broussaye kreeg. Zy heeft zich
dat nu in het hoofd gezet on daar is niets
aan te doqn; ik ken haar, zy laat ons toch
niet eer met rust."
(WordL vêrvolgd.)