Kleine Advertenttën. IK 12891 Maandag 3 Maart. A". 1902. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH DAGBLA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maanden 5 J T 1.10.' "Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn v 1.30 Franco per post 1.65- PBUS DER AD VERTEN TIEN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grcotere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.05 berekend. Men hoeft ons wel oena gevraagd om ln de Kleine Advertentiën een advertentie te plaatsen, meer dan 30 woorden bevattende. "Wy hebben dat tot nog toe niet gedaan, «Héén omdat nu eenmaal do bepaling waa gemaakt: niet meer dan 30 woorden. Van a. s. Woensdag af stellen wd echter de gelegenheid open ln de rubriek Kleine Advortontiën annyncea te plaatsen van 30 woorden 40 Cente. 80—40 60 40—60 60 60—00 70 60—70 80 70—80 90 80—90 één gulden. Leiden, 3 Maart. Door ongesteldheid van den heer Jan C. do Vos 13 er verandering gekomen in de abonnements-voorstelling, welke hedenavond in den Schouwburg door de Koninkl. Ver- eeniging ,,Hct Nederlandsch Tooneel" wordt gegeven. In plaats van Minnespel" zullen nu worden opgevoerd twee blijspelen van Molière: Verliefden-Twist" („Le dépit amoureus") en Belachelijke Hoofschc Juf fers" (,,Les précieuses ridicules"). Tot slot; „Mijn Rembrandt." De voorstelling is er dus niet minder be langrijk door geworden I In een vergadering, uitgeschreven door de afd. Leiden, Nederl. StudentenAnti- alcoholbond en afd. Leiden II Nederl. Ver. tot af8cli. van alcoholhoudende draukon, trad op de heer D. de Clercq, uit Laren. Nadat de katheder, „dat lastigo hokje", was ter zijde gezet, begon do spr. met de opmerking, dat het toch eigenlijk niet aangenaam is om over je vijanden te spreken, en dit zou hy nu toch moeten doen, want de alcoholische dranken zijn onze vijanden. Maar nu tegen zulke vijanden te waarschuwen","hun wezen duidelijk te laten zien, opdat anderen zich voor hen beter kunnen wachten, dat i§ juist weer een heel aangename taak. En het kan wel dadelijk gezegd worden, dat de heer De Clercq getoond heeft, dat li|J het aangonaam vond zijn medemenscken togen de gevaren van het alcoholgebruik te mogen waarschuwen; Immers hoe opgewekt en frisck was alles, wat ky den opgekomenen liet hooren. Het had zeker zyn recht, de gewone matigheids- uiting te bespreken, de slappe halfheid er van aan te wyzen, en te doen beseffen, dat wie zegt: „Het enkelo glaasje, dat Ik drink, wil ik niet missen", gekeol egoïstisch denkt, en nog niet genoeg heeft doorgedacht, dat wy niet als eenlingen op onszelf staan, maar mede verantwoordelijk zyn voor den Invloed, die uitgaat van ons op anderen, 't Is dus gevoel van solidariteit, van naastenliefde, dat ons brengt tot de geheelonthouding. Voor menschen, die hun leven ook maar eenlgszins ernstig opvatten, ls geheelonthouding dus een noodzakeiyke eisch en daarom Iets heol gewoons, een natuuriyke, niet te missen factor ln hun streven naar menschwording. Allormlnst dus ligt 't in den aard (al ls 't by sommigen wel zoo geweest), dat geheel onthouding farizeïsme zou kweeken; men zal ja dankbaar zyn hierin den weg te zien aan gewezen, maar zich te geiyk klein gevoelen, omdat men van af het standpunt der geheel onthouding veel scherper gaat zien al het vele, waarin wy te kort komen. Maar nu zou de spr. eens iemand, die in alle oprechtheid de matigheid wil, bespreken, en eens kyken, wat het gevolg is van zoo'n enkel glaasje por dag. 't Is zeker al niet gemakkelijk voor zoo iemand, om een kouze te doen uit de groote hoeveelheid, uit by v. 887 verschillende soorten sterke dranken, 30 soorten gangbare bieren, 30 40 soorten wyn. Maar goed, 't is hem gelukt; dan gebruikt zoo'n zeer matig mensch 17.3 liter por jaar. „Nu ja, zult ge zeggen, dat lykt een heele plas, maar 't ls dan ook over eon vol jaar." Zeker, maar wat voordeel steekt er in? Immers niets.'t Is enkel nadeel. Zelfs de arbeiders, die noodig zyn, om de 17.3 millioen liter (want wy kunnen toch wel rekenen, dat er in ons land 1 millioen zulke matige menschen zyn), die per jaar in Neder land gebruikt worden, varen er volstrekt niet wel by, want terwyi in de meeste andero industrieön de arbeiders 20 pet. krygen, wordt hun in de alcohollndustrie slechts 14 pet. als loon gegeven. Nog andere sprekende getallen gaf de heer De Clercq. Per jaar wordt in ons land uit gegeven aan sterke dranken 90 millioen, aan bier 24 mill, on aan wyn 9 mill., te zamen dus 123 mill. gld. Tor vergeiyking, om't zich duidelgkor te kunnen voorstellen, diene, dat ln 1898 onze Staatebegrooting bedroeg 140 mill. gld. en dat toen onze oogst aan granen en handelsgewa8seu opbracht 134 mill, gulden. Nu rekende de heer De Clercq den aan wezigen heel duideiyk voor, hoe van die 123 mill. 157,504 hoofden van gezinnen met f 15 per week zouden kunnen leven; neem ieder gezin als bestaande uit D personen, dat wordt dan 787,800 zielen, dus zestien steden zoo groot als Leiden zouden we krygen, met een bevol king die zoo gelukkig zou zyn f 15 per week te verdienen. Maak u dus heusch niet bezorgd over die „arme" arbeiders in de alcohol- industrie, de koopkracht der menschen zal grooter worden, gevolg, dat de andere, nuttiger industrieën meer gaan bloeien. En dan hoeveel gelukkiger én mooier zou het leven van dui zenden onzer zyn, ja van ons allen. Nadat de spr. ook nog interessanto mede- deelingen had gedaan over den invloed van den alcohol op verschillende lichaamsorganeu, haalde hy ook gezegden van bekende mannen aan, zooals byv. van den beroemden staats- mau Gladstone: „De alcohol richt meer ver woesting aan dan pest, oorlog en hongersnood te zamen", of dit andere: „Als iedere borrel een steen werd, zou iedereen in zyn eigen huis kunnen wonen." Wel verre, dat dit een dorre opsomming was, wist de spr. te boeien door zyn opmerkingen. De spr. besloot deze levendige en flinke voordracht met te vertellen, welke de nieuwste ontdekking der wetenschap was, nl. deze: De beste drank ia water. De beste en de goedkoopste. Van de gelegenheid tot debat werd door twee heeren gebruik gemaakt: Ouweleen en Van Ophuyzen. De eerste wilde liever het Gothenburger stelsel dan plaatseiyk verbod. Dan 6cheen hy een vurig verdediger van de leer van Malthus te wezen; vond, dat do heer De Clercq niet neutraal was gebleven, en zou liever in een g. o. vereeniglng drie afdeelingen hebbenvoor matigen, afschaffers, geheelonthouders. De heer Van Ophuysen wilde alleen oen enkele opmerking maken. Met geheelonthou ding moest gepaard gaan het niet-gebruiken van vleesch en een krachtige stryd tegen het kapitalisme. De spr. was dit met hem eens, maar hy had niet de noodzakelijkheid ingezien, hierover ook nog bovendien te handelen. Beperking van stof ia gewenscht. Met den heer Ouweleen moest hy echter nogal verschillen. De heer De C. verwachtte, blykens de ervaring, meer van plaatseiyk ver bod, en liet duideiyk voelen, dat de leer van Malthus vrijwel afgedaan heeft. En hy zou niet neutraal geweest zyn? Goed, maar wie kan dat wezen? Neutraliteit in deze ia immers de dood voor elk betoog, omdat dan de per- eooniykheid wordt gemist. En wat die ver deeling in drieën aangaat, het waa natuuriyk niet moeliyk, om het onuitvoerbare en hope- looze hiervan aan te toonen. Als wy het allen geleideiyk met den alcohol willen pro- beoren, moeten er beslist eenigen V» d601) bezwyken voor de verleiding. Zoo ls de geschiedenis, maar Oarlyle schynt wel geiyk gehad te hebhpn, toen hy zei: De geschiedenis is er om niet opgemerkt te worden. Het luid geapplaudisseer bewees, met hoeveel instemming de vele aanwezigen den spr. hadden govolgd. Gisteravond hield liet „Vrijzinnig Zangkoor" hier ter stede, dat zich. voorname lijk op de beoefening dor gewijde muziek toelegt, haar zevende jaarvergadering in de groöto zaal van het Wijkgebouw „Geloof, Hoop, Liefde." Door den Voorzitter, den heer A J. de la Court, word met een gepast woord de bijeen komst geopend; hij ging in korte trekken de geschiedenis der vereeniging na, wees de leden er op hoe meerdere waardeering van de zij do van Leidens ingezetenen ook zwaar dere verplichting oplegde en sprak den wonsch uit, dat het koor onder leiding van zijn directeur den heer P. Rank steeds in bloei mogo toenemen. Door den penningmeester werd daarna verslag uitgebracht over de geldmiddelen, waaruit bleek dat deze in goeden staat ver- keeren. Hierna werd het bestuur een aangename verrassing bereid. Door een comité uit de leden werd bet namens vele bevriende 6tad- genooten en de leden een fraai bewerkt vaandel aangeboden met een album waarin de namen der gevers zijn vermeld. Het lid De Cler sprak den Voorzitter in- gepaste woorden toe, er op wijzend, dat de overwin ning het vorig jaar op een concours te Rot terdam behaald, en do medaille als een ber innering daaraan de vereeniging geschon ken, de behoefte deed gevoelen een vaandel to bezitten. Het speet hem dat hij niet in de gelegen heid was de vele stadgenootendie door hun bijdragen hadden mogelijk gemaakt, dat het vaandel kon worden aangeschaft, hiervoor thans persoonlijk dank te brengen. Wegens de beperkte ruimte konden zij tot deze bij eenkomst echter niet worden uitgenoodigcL Toch wilde hij hier namens alle leden voor deze blijken van sympathie zijn hartelijken dank uitspreken. De Voorzitter aanvaardde in gevoelvolle woorden het vaandel en de directeur hechtte er met een geestige toespraak de verkregen medaille aan waarna de plechtigheid was afgeloopen. Vervolgens werden door sommige leden een of meer voordrachten ten beste gegeven en bleef men geruimen tijd gezellig bijeen. Morgenavond te acht uren zal vanwege de Vereeniging voor Chrlsteiyk Onderwasten behoeve van On- en Minvermogenden te Lelden een openbare samenkomst plaats hebben in do zaal Noordeinde, waar da. HoogeDraad en ds. De Wolff als sprekers hopen op te treden. De Chri8teiyke zangvereeniging „Zingt den Heer" zal er zich doen hooren. De by het 4de regiment infanterie alhier tot vaandrig benoemde reserve sergeant H. van Poelgeest ie ingedeeld by de 3de compagnie 2de bataljon van het korps. By de Leidsche Spaarbank is in de maand Febr. ingelegd f 75,615.78* en terugbetaald ƒ87,086.43, terwyi zyn afgegeven 103 nieuwe en geheel afgelost 98 boekjes. Hot gezameniyk tegoed der 11,988 inleggers bedroeg einde Februari f 2,220,911.90, waarby nog komt de rente over 1901. Aan het postkantoor Leiden en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende de maand Febr. 1902 in de Rijkspost spaarbank ingelegd f 49,007.46 en terugbe taald f 42,693.12. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 20,152. By de heden alhier gehouden openbare verkooping van cokes in partyen van 10 en 5 H.L. waren de pryzen 5 en 2.50. Ter gelegenheid van den Ö2sten ver jaardag van Z. H. Paus Leo XIII woei gisteren van vele woolngen de vlag met den wit gelen wimpel. Heden vermeerderde het aantal vlaggen nog, daar het thans, 3 Maart, de dag is, waarop het zilveren jubeljaar van 's Pausen kroning aanvangt. Na een kortstondige ziekte is te Amster dam, in den ouderdom van 81 jaren, over leden mr. W. van der Vliet, directeur der Leidsche Duinwatermaatschappy en vroeger eeu der directeuren der Amaterdamsche Duin- waterleidlngmaatschappy, vice-president van den raad van administratie der Hollandsche Spoorwegmaatschappy en president van het bestuur der industrieschool jvoqt de-xro^e- Ifjke jeugd. Voor elke onderneming, waarvan verhooging van den bloei der hoofdstad ver wacht mocht worden, was zyn hart te winnen. Zoo bekleedde hy io 1868 het presidium der tentoonstelling in het Paleis voor Volksviyt, en ln 1900 maakte hy deel uit dor officieele vertegenwoordiging van ons land ter tentoon stelling te Parys. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Het 8toffeiyk overschot zal morgen, Dinsdag, te twaalf uren op „Zorgvliet" ter aarde worden besteld. De toestand van den minister van koloniën, jhr. mr. Van Asch van Wyck, was gisteren weinig veranderd. De nacht van Zaterdag op Zondag was vry rustig en de patiënt kalm. Prof. Narath uit Utrecht achtte een onmid dellijke operatie noodig en wonschte den minister onder zyn behandeling in het Zieken huis te Utrecht te hebben, omdat de operatie niet van zooveel gewicht is als wel de behande ling daarna, vandaar, dat de minister tsrstond naar het Diaconessenhuia te Utrecht is moeten vervoerd worden. Mevrouw Van Asch van Wyck en de pleegzuster hebben den patiënt begeleid, als mede prof. Pel en dr. Koert. H. M. de Koningin on Z. K. H. prins Hendrik woonden giatervoormiddag de gods dienstoefening by ln de Kloosterkerk te 's-Gravenhage, onder gehoor van ds. Van der Flier. H. M. de Koningin-Moeder en de Erfgravln von Erbach waren in do Groote Kerk onder gehoor van ds. Van Nee. De prinses van Albany was tegenwoordig by de godsdienstoefening in de Engelscho Kerk. Naar men ons mededeelt uit goede bron vernomen te hebben, zou H. M. de Koningin- Moeder voornemens zyn dezen zomer een reis te maken naar Jeruzalem en het Heilige land. {Vad.) Do antirevolutionaire „Arnhemmer" deelt mede, dat de toestand van den heer A. S. Talma van dien aard is, dat de doctoren hem minstens twee maanden rust hebben voorge schreven. Naar „De Tyd" verneemt, heeft dr. Schaepman's reis naar Rome onder meer ten doel de overhandiging aao Z. H. den Paus van een hulde adres der Katholieke Kamerclub. Buitengewoon groot was Zaterdag-middag de belangstelling by de installatie van mr. Ph. W. van Heusdo als president, jhr. mr. J. F. Schuurbeque Boeye als vice-president, en mr8. E. R. E. Brants en R. II. A.M.Rommo als rechters der Haagscbe rechtbank. Zes vele dames, en leden der vorschillende rechts colleges, zoomede een zeer groot aantal leden der balie, waren in de zaal voor de strafzit tingen van hot Paleis van Justitie voor dezo pleohtigheid afgestaan tegenwoordig. Na de gebruikelijke formaliteiten, waarby de officier van justitie, mr. E. Z. L. van der Kamp, een woord van groote .'aardeering wydde aan de nagedachtenis van mr. Wove, dien hy schetste als iemand van uitgebreide rechtskennis en buitengewone werkkracht, als iemand, die hoogachting en vriendschap afdwong door zyn persoonlykheid, richtte het O. M. het woord tot do nieuw benoemde titularissen, en wenschte hun geluk met de onderscheiding, hun te beurt gevallen. De nieuwbenoemde voorzitter, mr. Van Heusde, sloot zich aan by de hulde, gebracht aan de nagedachtenis van don maD, in wiens plaats hy als voorzitter dezer rechtbank ia benoemd; den man, diagewerkt heeft zoolang het dag voor hem was. Ook spreker roemdo de groote werkkracht, de rechtskennis, den vriendschappeiyken aangenamen omgaDg van mr. Weve, en schetste diens ambtelijke loop- baah. Hy bracht daarna dank aan 1 M. de Koningin voor zyn benoeming tot president, en aan den minister van justitie voor do daartoe gedane voordracht. Spreker verklaarde te biyven rekenen op den steeds ondervonden steun by de Haagscbe rechtbank en op dien der balie. Met een enkel woord herdacht mr. Van Heusde ook de benoeming van jhr. mr. De Savornin Lobman tot lid van den Hoogen Raad. Al betreurde de rechtbank zyn heen gaan, toch verheugde zy zich in zyn benoe ming, daar hy behoorde tot die personen, die aangewezen zyn om zitting te nemen in ons hoogste rechtscollege, al ware liet wellicht wenschsiyker geweest, dat hy eenige jaren langer in Hof of rechtbank hadde zitting ge nomen, ton einde meer practische kenuis op te doen dan hy in zyn zosjan loopbaan had kunnen doen, daar hy ook ai.-. professor niet met de practyk in aanraking is geweest. Ten slotte verklaarde mr. v. Heusde zichzelf en de overige titularissen voor geïnstalleerd. De niouwbenoemdo vlce-prestdent, mr. Schuurbeque Boeye, bracht eveneens dank aan H. M. de Koningin en aan don minister van justitie, zoomede aan den oflicior van justitie, voor diens hartoiyk welkomstwoord. Ook hy herdacht de goede eigenschappen en hoedanig heden van mr. Weve, en sprak mede het vertrouwen uit den steeds ondervonden steun FEUILLETON. De joiigc luitenant. 26) „Wat een toevallige samenloop van om standigheden", dacht Jeanne, terwyi zy den oewusten brief aan haar vader ging over handigen. Als alle menschen, die weinig om handen nebben, had de markies veel behoefte aan afwisseling. Reizen en trekken behoorde tot z\jn grootste iiefhebberyen. Het mooie 6eizoen wakkerde dien lust bijna tot een reiswoede aan. „Daar herken ik haar aan; daar zie ik haar goede hart weer. 't Was altyd een aardige vrouw. En dan die goede Broussayel Ik zou hem graag eens terugzien l Wy hobben samen heel wat meegemaakt I Gy zult je mevrouw De Broussaye niet meer herinneren? Gy waart te klein „Ik kan m\J haar nog even voorstellen." De markies dacht even na en vervolgde: „Macon ia een mooi stadjeof liever ge zegd een prottige plaats. Ik ben er oen paar maal geweest op myn doorreis naar Zwitser land. Yan M&con naar Genève is slechts oen sprong." Men kon het den markies aanzien, hoe gaarne hy dien sprong zou wagen. „Als gij wilt, Jeanne, konden wy dat uit stapje wel eens ondernemen." /t Is nogal zoo'n Keulsche reis niet," luidde het antwoord. „Neen, niot waar? Wy brengen een dag door by de familie Do Broussaye en zoeken dan meteen Guy even op. Waai" wilt gy heen, -dat ge uw hoed opiet T*y „Even gaan zien, hoo tante het maakt." „Geef my het spoorboekje maar eens, dan kyk ik onderdehand een3 na, welke trein het geschiktst is." Jeanne begeeft zich op weg naar het dorp en na een halfuur loopens, schelt zy aan de woning haror tante. Na een poosje over koetjes en kalfjes ge praat te hebben, komt zy met het doel van haar bezoek voor den dag en pleit zoo warm voor Guy, dat mevrouw d'Epervans tot de overtuiging komt, dat zy zich vergist en Jeanne Guy nooit heeft liefgehad. 't Kost Jeanne heelwat lieve woordjes, eer zy tante zoo ver krygt, dat zy eindelyk zegt: „Qy kunt hem schryven, dat ik hem aanspra- keiyk stel voor zyn toekomst, hy kan dus naar willekeur handelen.God verhoede, dat het u nimmer zal berouwen, dat ge met hem samengespannen hebt tegen my I" Ze zweeg en staarde met strengen blik voor zich uit, ternauwernood den afscheidsgroet harer nicht beantwoordende. „tk heb myn plicht gedaan," zuchtte Jeanne heengaande. Nog donzelfden avond deelde zy Guy schrif- teiyk den gunstigen uitslag harer pogingen mede. XVII. De wekelyksche Dinsdagsche receptie was voer den generaal en zyn gezin slechts een klein voorproefje, van de groote plaag, die hem geregeld eens In het jaar beschoren was. Mevrouw De Broussaye was gewoon jaarlyks, behalve eenige kleine dansparty tjes, een groot bal to geven. By die gelegenheid vooral toonde zy, dat zy niet kleingeestig of kieschkeurig was in de keuze barer kennissen. Niet alleen de geheel* mhtaire wereld werd zonder uitzon dering genoodigd, doch de uitnoodigingen strekten zich veel verder uit, zelfs tot dood eenvoudige burgermenschen. Dit jaar had het bal niet plaats gehad, ten gevolge van een zware verkoudheid, waarmede mevrouw De Broussaye den geheelen winter opgeknapt was geweest, en waarvan zy pas togen bot voorjaar herstelde. Nochtans bosloot zy haar volen vrienden en kennissen ook dit jaar het gewone pretje niet te onthouden. Het seizoen was wel wat ver gevorderd, maar de jeugd hield nu eenmaal van dansen, dus daarop zou minder gelet worden. „'t Is gekheid," bromde de generaal, „een bal to geven in de maand Juni; ik zou het maar uitstellen tot het volgend jaar." Verontwaardigd kwam zyn vrouw daar tegen op. „Ge spreekt naardat je verstand hebt; het zou wat moois zyn, om al die menschen teleur te stellen l Jjj houdt nu van rooken, en oen ander van dansen. Gun nu den luite- nantjes hun polka en hou jy je pyp en je grogje. Ga maar eens mee, -dan kunt ge eens zien hoe aardig ik je kantoor in een kleed kamer veranderd heb, dan kunt ge meteen de lyst der genoodigden eens inkijken." De generaal keek vluchtig de lange naani- lyst in. „Er zyn menschen by, die ik in 't geheel niet ken." „Dat dacht ik well Als ik ook alleen menschen wilde vragen, die jy kent, dan had ik niet veel te verzoeken." „Daar zal ik niets van zeggen, maar ik zie allemaal zulke vroemde namen. Miton byv. Wie is dat?" „Een leeraar van het gymnasium, een vriend van kapitein Pacaud. Vindt ge hem som3 te min om in je salon te verschijnen?" „Maar ik zeg er immers niets van, ik wil me alleen maar wat op de hoogte stellen, daar ik anders misschien een gek figuur maak." Mevrouw De Broussaye verwaardigde zich nu, hem eenige verdere uitleggingon te geven. „Plantier is chef de bureau, een heel net mensch, een gewezen officierhy is do schoon vader van Miton. De Durochets zyn ook zeer respectabele lui, zy hebben wel zaken gedaan, maar zy leven nu toch al lang stil en zy zitten er warmpjes in." „Maar waar wilt ge al die menschen laten?" „Bekommer je daar niet om; dat zal zich best schikken. Als zy pleizier hebben, zien ze zoo nauw niet, al moeten zy zich wat behelpen. En zo kunnen bovendien in den tuin gaan." „Eu als 't regent?" „'tZal niet regenen. Qy bobt er by zonder slag van, om altyd allerlei onaangename ver onderstellingen te doen." „Wie zal het bal openen en den cotillon leiden?" „Daarvoor heb ik Guy d'Epervans gekozen." „En wie zal zyn dame zyn?" „Dat zal ik u morgen zeggen," zei mevrouw geheimzinnig. Den volgenden morgen kreeg de generaal werkeiyk do oplossing van den rebus, toen zyn vrouw hem een brief met postmerk Tours ter hand stelde. „Watl" riep hy uit, „hebt gy d'Epervans uitgenoodigd?" „Gy hebt het gezegd." „En hebben zy het aangenomen?" „Dat ziet ge; ik dacht er u een p'eizier meo te doen." „'tDoet my ook veel genoegen, maar ik was er in 't geheel niet op voorbereid. Die goedo d'Epervans l" „Maar zy willen slechts óón dag biyvon; wy moeten ze hier houden tot na het bal. Dan kan Jeanne met Guy een cotillon leiden." „Laat gy haar daarvoor komen? Dat vind ik bespotteiykl" „O heilige eenvoud 1" riep mevrouw uit. „Wat ben je toch kortzichtigI Vertel me eens: waarvoor dient een bal eigenlijk?" „Om te dansen," hernam de goneraal dood leuk. „Je bent er niet achter." „Om met de toiletten te pronken." „Jo praat als een kozak. Ik zal je eens ver tellen, wat een bal eigenlijk is. Een bal is een soort strydperk, waarin men zyn best doet een hart te verovoron. Behaalt men do over winning, dan volgt or in den regel een huwe- lyk. En nu begrypt ge misschien, waarom Guy aanstaanden Zaterdag «len cótillon zal leidon met freule d'Epervans. A propos, ik moot nog 300 francs hebben voor don bloemist." Verbluft staarde de generaal zyn vrouw aan! „Ge zet wat op touw! Daar zou ik nooit aan gedacht hebben, Guy mot Jeannol Hier hobt ge don sleutol van de socretaire," XVIIL. „We moesten, dunkt my, maar gauw schry ven, dat wy komen," zei de markies, toen hy andermaal een dringende uitnoodigmg van mevrouw De Broussaye kreeg. Zy heeft zich dat nu in het hoofd gezet on daar is niets aan te doqn; ik ken haar, zy laat ons toch niet eer met rust." (WordL vêrvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1