IK 12883 "Vrijdag; 31 I^ebruari. A®. 1902. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. FEUILLETON. (W*rdU fêr—lgd.) LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COUR ANT: Voor Loidon por 8 maanden 1-10- "Buiton Lolden, por looper en waar agenten govostigd ttfn 1.80 Franco per post 1.65- PRUS DER AD VERTEN TIEN Van 1-8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.06 berekend. Leiden, 21 Februari. In een aan B. on Ws. gericht schrijven i Yan Commissarissen der Stedelijke Gasfa briek wordt uiteengezet, dat niet langer mag worden gewacht met de uitvoering van vcr- fchillcndo werken tot uitbreiding der fa- I brick, aangezien deze in de maand December j van het vorige jaar genaderd is tot de afle vering van de maximum hoeveelheid gas, die bij de tegenwoordige inrichting kan wor- I den afgegeven, en in do naaste toekomst een nog steeds toenemend gasverbruik mag wor- den verwacht. Het bedrag, voor de uitvoering der door i ben noodig geachte werken benoodigd, wordt door commissarissen geschat op ƒ54,000. Aan- gezien ovenwei op het Uitbreidings- en Ver- I nieuwingsfonds voor 1902 nog ƒ14,000 be schikbaar zijn, zal dit fonds slechts met B40,000 behoeven te worden aangevuld. Overtuigd van de noodzakelijkheid der I Voorgestelde werken geven B. cn Ws. den I gemeenteraad alzoo in overweging: lo. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der gas fabriek met /40.000, te vinden uit geldleening 'r'onder bepaling dat door de gasfabriek een rente van 5 pCt. 's jaars aan de gemeente worde betaald en jaarlijks 5 pCt. worde be stemd tot aflossing van 6chuld of kapitaal- belegging, te beginnen met het jaar 1903; 2o. vast te stellen den overgelegden sup- pletoiren bcgrootingsstaat, dienst 1902, ten bedrage van ƒ40,000. Verruiming van de uitlaten der gashou ders, vervanging van den aanwezigen regu lateur door een van grootere capaciteit, cn f verruiming van de buizen, die het gas naar .de stad voeren (voor zoover deze in het ter- J rein der gasfabriek liggen), is noodzakelijk geworden. Een nieuwe regulateurkamer zal moeten worden gebouwd, waarmede gepaard kan gaan de aanbouw van een nieuw meter lokaal. Naar dat lokaal zullen de beide aan- wezigc fabrieksgasmeters worden overge bracht, terwijl nog genoeg ruimte zal over blijven, om in de toekomst een derden fa- bricksgasmcter bij te plaatsen. In een der stokerijen zullen twee ovens, die reeds van 1881 hebben dienst gedaan, ge heel moeten worden afgebroken. Aangezien de nieuw te bouwen ovens van grootere capaci- heit zullen zijn, cn aan bestaande ovens zul len aansluiten, zal het noodig zijn ook een 'nieuwe fundeering te leggen. De verschillende waterreservoirs beginnen 'vernieuwing te eischen; het is daarom ge- (Wenscht een flink nieuw reservoir op een 12 'meter hooge stelling te bouwen. I Verder is in dezen winter de aanschaffing Van een tweeden reservoir voor het gecon centreerd ammoniakwater noodzakelijk ge- j bleken. Ook blijft het buizennet in de stad uitbrei ding en op verschillende plaateen verzwa- ^ring eischen. —Onder overlegging van het desbetreffend .Verzoek van de firma J. de Groot en Zonen 1 te Noordwijk en onder verwijzing naar het ■daaromtrent in de Leeskamer ter inzage lig- fgend rapport van de Commissie van Fabri- cage, geven B. en Ws. in overweging over eenkomstig '3 Raads op een dergelijk ver zoek van de firma De Groot genomen besluit van 9 Januari van dit jaar te besluiten aan de firma J. de Groot en Zonen, bloemisten te Noordwijk, tc verkoopen een gedeelte berm van het jaagpad van Leiden naar Haarlem, kadastraal bekend onder sectie L. No. 51, gedeeltelijk, gemeente Noordwijk, groot pl.m. 90 vierk. M. tegen een koopprijs van /0.70 per vierk. M. en tegen betaling van de kosten, op de overdracht vallende. Bij raadsbesluit van 14 November 1901 werd besloten do bovenwoning van het per ceel aan de Oude Heerengracht, Sectie A No. 787 te verhuren aan W. J. M. Bakx, verver alhier, tegen een huurprijs van /117 per jaar, onder bepaling dat de huur telkens 3 maan den bij vooruitbetaling zooi worden voldaan, dat de gemeente ten allen tijde bevoegd zou zijn de huur ook tusschentijds te doen eindi gen, mits daarvan 3 maanden te voren aan den huurder kennis gevende en voorts onder de gewone voorwaarden. Aan dit besluit kon evenwel door het te rugtreden van W. J. M. Bakx geen uitvoe ring worden gegeven. Thans heeft zich als huurder aangemeld A. de Mooy, boekdrukker alhier. Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij B. en Ws. bestaat bezwaar hem als zoodanig te aanvaarden. Mitsdien geven zij in overweging: lo. in te trekken het Raadsbesluit van 14 November 1901 tot verhuring van bovenbe doelde woning aan W. J. M. Bakx; 2o. deze woning met ingang van 1 Maart te verhuren aan A. do Mooy alhier onder dezelfde voorwaarden, als bij het sub. lo. vermeld besluit zijn gesteld. In de gemeenteraadsvergadering van den 20sten Juni van het vorige ja>ar werd besloten tot een reorganisatie van de Kweekschool voor Onderwijzers en Onder wijzeressen en van het onderwijs aan de open bare scholen der 2de klasse. Voor zooveel de onderwijsinrichtingen be treft, gehuisvest in het voormalig Nosoco- mium aan de Oude Vest, kwam die reorgani satie in hoofdzaak hierop neer dat de drie jarige cu 1*3 us van de lagere school zou wor den veranderd in een zesjarigen, dat de be trekkingen van directeur der Kweekschool en van hoofd der lagere school niet langer door één en denzolfden pei'soon zouden worden bekleed en dat de lagere school niet langer dienst zou doen als leerschool voor de Kweekschool. De woning thans bij het hoofd der leer school in gebruik, zou ook na vermindering barer localiteit met een tweetal vertrekken, welke bij de lagere school zouden moeten worden gevoegd, groot genoeg blijven om als woning voor het hoofd der school 2de klasse te kunnen dienen. Algemeen was men van oordeel dat aldus op alleszins voldoende wijze in de behoeften van het onderwijs, zoowel aan de Kweek school als aan do lagere school, zou kunnen worden voorzien. Bij de voorbereiding der veranderingen, die deze reorganisatie noodig maakt, en bij een nadere uitwerking der oorspronkelijke plannen is intusschen gebleken, dat het, zoo al niet volstrekt noodzakelijk, dan toch zeker hoogst wensehelijk moet worden geacht, de gehccle localiteit van het voormalige Noso- conmium, met inbegrip van de woning van het hoofd der tegenwoordige leerschool, voor het onderwijs beschikbaar te stellen. Afgescheiden toch van de wonschelijkheid in het algemeen, dat onderwijsinrichtingen zoo worden ingericht, dat zij aan hare be stemming, den geregclden en gooden gang van het onderwijs te bevorderen, zoo veel mogelijk beantwoorden, zijn hot hoofdza kelijk de volgende drie overwegingen, die B. en Ws. tot deze slotsom hebben gebracht: lo. de volkomen ongeschiktheid van een tweetal vertrekken, tot dusverre bij de Kweekschool in gebruik, om langer als leer- lokalen dienst tc doen; 2o. de onmogelijkheid om, al ware het met opoffering van groote kosten, de keuken en de mangelkamer van de woning van het te genwoordig hoofd der leerschool, tot be hoorlijk bruikbare leerlokalen voor de lage re school in te richten; en 3o. de cisch, dat twee onderwijsinrichtin gen, die geheel op zich zelf en tot elkander in geenerlei betrekking staan, indien zij al (wat in beginsel af te keuren is) door de omstandigheden gedwongen worden onder één dak te huisvesten, dan toch in ieder go- val zooveel mogelijk van elkander worden ge scheiden; waaraan men dan nog in de 4de plaats zou kunnen toevoegen» dat het bij iedere veiv andering verstandig is rekening te houden met de behoeften van do toekomst, en zich niet te vergenoegen met hetgeen tot bevredi ging van de behoefte van het otfgenblik zou voldoende zijn. Op grond van deze en andere overwegingen komt hot B. en We. voor, dat de woning van het hoofd der leerschool in haar geheel voor het onderwijs zal moeten worden bestemd en aan het te benoemen hoofd der Lagere school vergoeding voor huishuur zal moeten worden toegekend. Mitsdien geven zij in overweging te beslui ten: lo. de woning, thans in gebruik bij het hoofd der leerschool, in haar geheel beschik baar te Btellon voor het onderwijs aan de Kweekschool en aan de nieuwe school der 2de klasse voor jongens en meisjes; 2o. aan het te benoemen hoofd der school 2de klasse voor jongens en meisjes ƒ350 toe te kennen als vergoeding voor huishuur we gens het gemis van vrije woning; 3o. door vaststelling van clcn overgelegden staat van af- en overschrijving een bedrag van ƒ1100 te hunner beschikking te stellen voor <3o ui<r»-oc.x-iii© noodige werken. Op den poet voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog ƒ10,588 beschikbaar. Bij de wet van 24 Juni 1901, Stbl. No. 187, werden, onder meer andere wijzigingen der Wet op het Lager Onderwijs, nieuwo mi nim um-oischen vastgesteld, waaraan de jaar wedden der onderwijzers aan de openbare la gere scholen behooren te voldoen. Het gevolg daarvan was, dat alom in don lande de regeling der wedden van het onder wijzend personeel aan een herziening werd onderworpen. En dit niet alleen in die plaat sen, waar door het niet-voldoon der bestaan de regeling aan de wettelijke eischen, wijzi ging noodzakelijk was, maar ook in andere waar de jaarwedden de wettelijke minima meer of minder belangrijk overtroffen. Do duidelijk uitgesproken bedoeling van den wetgever was dan ook, niet om in het ge wijzigde artikel 26 een nieuwe salaris-rege ling t>e geven, maar om nadrukkelijk te con- statecrcn, dat zelfs in do allerkleinste goed koopste plaatsen in ons land, in plaatsen waar do levensstandaard het laagst is en waar het minst van den onderwijzer gevorderd wordt, do salarissen nooit lager mogen zijn dan do wettelijke minima bedragen. Het was er verro van, als zou hij meenen, dat men ook in grootere duurdere plaateen met die minima zou kunnen volstaan. Het hooger geaag moest er voor waken, dat ook daar de salarissen naar billijkheid en zooals het belang van het onderwijs dit vordert, zouden worden geregeld. Tot die plaatsen, waar door het voldoen der bestaande regeling ook aan de nieuwo minimum-eischen herziening niet aanstonds noodig was, behoort ook de gemeente Lei den. Wèl zijn de aanvangswedden der 3de onderwijzers, hetzij al dan niet in het bezit der hoofdakte, volgens de thans vi- geerende verordening niet hooger dan do nieuwe wettelijke minima bedragen, maar reeds na 1 en 2 jaren worden de verhoogin gen bereikt, die de wet eerst na 5 en 10 jaren eischt, terwijl na 10 en 15 jaar de verhoogingen worden verkregen, bij de wet eerst na 16 en 20 jaar in uitzicht gesteld. Daarentegen is de aanvangswedde der 2de onderwijzers 100 hooger dan het wettelijk minimum, bereiken deze reeds na 2 jaar dienst als zoodanig het salaris, door de wet eerst na 10 dienstjaren vereischt, en komen zij reeds na 4-jarigen dienst als zoodanig in het bezit hunner maximum wedde, welke eveneens ƒ100 hooger is, dan het minimum bedrag door de wet na 20-jarigen dienst toe gekend. Kon er dus van een pcriculum in mora voor onze gemeente geen sprake zijn, dit neemt intusschen niet weg, dat bij de klaar blijkelijke bedoeling van den wetgever, dat de bezoldiging der onderwijzers bij het lager onderwijs in het algemeen een verhooging zou ondergaan, een herziening dier regeling ook voor onze gemeente niet mocht uitblij ven. En daartoe bestond te gereeder aanlei ding, waar B. on Ws. moesten erkennen, dat een salaris van ƒ500 tot ƒ700 voor de 3de on derwijzers zonder hoofdakte, van ƒ600 tot ƒ800 voor die onderwijzers met hoofdakte en van ƒ800 tot ƒ1000 voor de 2de onderwijzers op den huidigen dag niet meer kan worden beschouwd als een billijke en behoorlijke be looning voor de diensten, welke door de on derwijzers worden bewezen. Gebruik makende van den tijd, hun gege ven, hebben B. en Ws. dan ook met al den ernat en al dp nauwgezetheid, die deze ge wichtige aangelegenheid verdient, overwogen welke wijzigingen in de bestaande regeling behooren te worden gebracht, opdat aan de billijke wenschen der onderwijzers naar ver betering hunner maatschappelijke positie naar behooren worde voldaan. Ter vervulling der met lo. Mei a. a ontstaande vacature van hoofd der school 2de klasse voor jongens en meisjes, is do volgen de voordracht opgemaakt: lo. D. J. M. de Hondt, lsto onderwijzer aan de Jongens school 2de klasse; 2o. J. F. L. Rietdijk, 1ste onderwijzer aan de Jongensschool 1ste klasse; en 3o. G. Gesink, lste onderwijzer aan de school 8de klasse No. 3. Den lOden Mei van het vorige jaar werd bij vonnis van de arrondissements rechtbank te 's-Gravenhage in staat van fail lissement verklaard de firma P. L. Hup- pörtz en Co. alhier, aan wie krachtens '8 Raads besluit van den 25stcn Januari 1900 tot 31 December 1905 de levering en de repa ratie werd opgedragen van de laarzen voor de agenten van politie en do brugwachters. Sedert werd door den curator van den fail lieten boedel voor de nakoming der leveran tie zorg gedragen. Thans echter beeft deze aan B. cn Ws. den wensch te kennen gegeven, dat de firma van hare verdere verplichtingen tegenover de ge meente zou worden ontslagen. Aangezien dit ook B. en Ws. regelmatiger voorkomt, kan er, dunkt hun, geen bezwaar bestaan om aan dat verzoek gevolg te geven, en dit te min der, waar do gemeente deze leverantie in het vervolg onder voordeeligcr voorwaarden zal kunnen opdragen, dan in het contract met de firma Huppertz zijn vervat. Bij een nieuw contract zal dan tevens reke ning kunnen gehouden worden met het be sluit. door den gemeenteraad bij de vaststel ling der gemeente-bcgrooting voor het loo- pende jaar genomen, om de winterlaarzen dor agenten van politie door wintorschoenen te vervangen. Mitsdien geven B. en Ws. in overweging: lo. de firma Huppertz cn Co. met ingang van 1 Maart a. s. te ontslaan van de op haar rustende verplichtingen; 2o. met ingang van 1 Maart a. s. tot en met den 31sten December 1905 op te dragen: de levering en de reparatie van do win- terscboenen voor de agenten van politie aan L. Boelen alhier tegen do navolgende prij zen: het paar schoenen ƒ4.05; halve zolen en achterlappen ƒ1.30; voorschoenen cn onder werk ƒ2.50; de levering en de reparatie van de laar zen voor de brugwachters en de haven recher cheurs aan 0. H. de Jong, mede alhier, te gen de navolgende prijzen: het paar laarzen met dubbele zolen ƒ7.75; halve enkele zolen on achterlappen ƒ1.15 ©n voorts onder de be staande voorwaarden, met dien verstande, dat dc zegelkosten der mandaten voor reke-- ning van de gemeente zullen komen. In de Stadszaal had gisteravond de achtste Volksbijeenkomst plaats, een muzi kale avond, georganiseerd door een 34-tal dames cn hcoren, grootendeels dilettanten, onder leiding van den heer J an G. Striening. Waren dc bezoekers en bezoeksters in do maand JaDuari in de gelegenheid met den leider kennis te maken als dirigent van een kinder-orkest, ook ditmaal verschafte hij aan het publiek een genotvollen avond met zijn uitstekend samengesteld orkest. Het programma vermeldde zoowel cenige meer eenvoudige nommere als de namen van Tschaikowsky en Grieg. Van laatstgenoem de werd o. a. ,,der Frühling" levendig toe gejuicht, evenals de ,,Triumfmarsch", een compositie van den dirigent. Als solisten traden op mej. L. Martin (zang) en mej. Hanna Striening (viool). Aan beiden zij onze hartelijke dank ge bracht voor het genotene. Zoowel met ,,la Zingara" en ,,de gefopte Vogelaar", als met het met vioolbegeleiding voorgedragen „Panis Angelicus" had mej. Martin veel succes. Het uitstekend spel van dc jeugdige violiste mej. Hanna Striening werd met warme belangstelling door het publick ge volgd. Het podium prijkte wederom met een keu rige plantenverBiering en in de overvolle zaal hecrschtc gedurende de uitvoering de grootste stilte. En hiermede zou de serie dor gewone win- terbijeenkomsten geëindigd zijn, ware het niet dat door de commissie nog een weten schappelijke avond op 27 Februari en een oxtra-avond op 13 Maart worden georgani seerd. B. en Ws. stellen voor aan de Vereeni- glng „Schoolkindervoeding" een gemeentelijk subsidie te verleenen in dier voege, dat de gemeente jaarlijks de helft zal bijdragen van het totaal bedrag, waarop de Vereeniging uit Dc jonge luitenant. :5) Alles om haar heen ademt landelijke rust. i se kippen mogen vrij in den netten, met '•'.lezelstecncn bestrooiden tuin rondloopen. je tuin pronkt evenzeer met zijn mooie ïerkante groentebedden als met zijn bloem werken. Door de openstaande schuurdeuren :t men karren en wagens. De koeien gra il m vredig op het grasperk en een geoefend oor kan het geknor onderscheiden van een <^eer nuttig dan poëtisch dier. De zuster van mijnheer Plantier heeft een i goedig, ietwat buitenachtig oude damesge zicht, zij heeft haar Zondagsche gewaad aan, B een twintig jaren bij de mode ten ach- *s» een v"ijde zwart zijden japon, met .trie strooken gegarneerd. Zij draagt een ge- ^orduurden kraag cn manchetten en op het .oofd een ouderwetsch met bloemen ver sierd mutsje. Nu zij dc karavaan in de verte ziet aanko men, begint zij met haar zakdoek te wuiven. Als kindcrlooze weduwe is het goede mensch bijzonder gehecht aan haars broers kinderen. Sophie evenwel was ontegenzeg gelijk haar lieveling. f Haar overlaadde de oude tante dan ook 1 met licfkoozingen en na de eerste onstuimige begroeting van het gezelschap hield zij het meisje nog wat bij zich. Daar kwam Guy naderbij. „,Ncem me niet kwalijk, mevrouw, dat ik I >00 vry benn iL®* w'6rP e«» ttidertoefcendcn blii op hem den eenigen vreemdeling in den kring en met hartelijke beleefdheid ant woordde zij: Volstrekt niet, meneer, 't doet me veel gonoegenhet is me zelfs een groote eer. Ik ben alleen maar bang, dat ik u niet naar behooren ontvangen kan." De oude dame had intusschen niet beter voor alles kunnen zorgen: de tafel, die in het prieel gedekt stond, zag er met de oud zilveren couverts en het antieke porselein keurig uit, het menu was eenvoudig, doch overvloedig. De manden vol provisie, die mcvlouw Plantier medebracht, werden ongeopend ter zijde gezet. ,,Ge kunt u de moeite wel sparen om uit dc stad kippen mee to brengen," zei haar schoonzuster, een weinig gebelgd. Een prachtige kalkoen dampte op tafel tusschen een blanke fricandeau en een mooie ham. De maaltijd was bijzonder op gewekt. Sophie zat tegenover Guymet haar licht kleedje aan, dat zoo hel afstak tegen den groenen achtergrond, zag zij ©t aardiger uit, dan ooit. De bloemen in den tuin ver vulden de lucht met haar geuren, de vogel tjes zongen; Guy voelde zich zeer gelukkig. Hij had de oude tante, wier goedig gezicht hem beviel, wel willen omhelzen; daar dit echter niet goedschiks ging, vergonoegde hij zich met den grooten huishond te streelen, die kwispelstaartend van hem naar Sophie liep. Aan allee komt een einde, zelfs aan den prettigsten maaltijd. Omringd door haar gasten, verliet tante in haar rolstoel het prieel. De hemel was licht oewolkt. „Zou het weer veranderen 1" vroeg do heer Miton ongerust. „Neen", besliste mevrouw Durochet, „professor Falb heeft bestendig mooi weer voorspeld op den negenden, elfden en der tienden, op den vijftienden veranderlijk." „Wees maar niet ongerust", bracht vader Plantier in het midden, ,'t Is een voorbij drijvende wolk, anders niet. Laten we maar wat gaan visschen." De rolstoel bewoog zich terstond in do richting der rivier, die langs den tuin stroomde en hield onder een schaduwrijken noteboom stil. Vader Plantier ging de vischhengels ha len, die hij daarna ronddeelde. De gasten gingen allen aan den water kant zitten. Guy verveelde zich geweldig. Sophie zat wel vijftig meter van hem af en mijnheer Mi- ton, zijn naaste buurman, sprak geen woord, uit vrees, dat hem een vischje zou ont snappen. ,,'t Haalt niet veel uit, vandaag," zei mijnheer Plantier tot de overige hengelaars, „me dunkt, wij moesten ginds eens gaan kijken of we ook wat kikvorschen kunnen vangen." Guy, die een levendagen afkeer voor ge noemde beestjes had, bleef met mijnheer Miton achter. Beiden naderden den boom, waar tante met haar nichtje 8ophie gezeten was. „Gij srijt geen liefhebbers, heeren?" vroeg de oude dame glimlachend. „Ik kan het best begrijpen. Maar om hier nu zoo te blijven staan, dat is ook saai I Toen ik nog jong was deed ik niets liever daa roeien. Sophie hield er trouwens vroeger ook van." „Ik doe het nog heel graag," antwoordde Sophie, „maar met wien zal ik het doen? Papa zegt, dat hij van het roeien blaren krijgt aan zijn handen, zoodat hij in geen twee dagen schrijven kan. Alice is bang. Met Maxime Durochet hob in onlangs een tochtje gemaakt maar die kan er niet veel van'tscheelde niet veel of het bootje was gekanteld." „Zullen wij het eens probeeren, juf frouw?" vroeg Guy. „Dat is een goed idee," sprak tante. „Het bootje ligt onder dat afdakje, So- hio, gij kunt het wel losmaken." Sophie bloosde en antwoordde niet. Guy raadde de oorzaak barer verlegenheid. „Mijnheer Miton houdt zeker ook wel van een tochtje op het water met dit warme weer?" zei Guy. Miton maakte geen bedenkingen. Nu aarzelde Sophie niet langer, zij omhelsde haar tante en zei opgeruimd Heerlijk, wij kunnen een mooi tochtje maken; ik zal zien, dat ik wat waterlelies krijg. Zij spoedde zich reeds voort en handig maakte zij het bootje los. Met één sprong zat het jonge meisje cr in, terwijl Guy mijnheer Miton hielp bij het in stappen en daarna de roeispanen ter hand nam. Sophie zat aan het roer. 't Was voor de eerste maal, dat zij zich alleen bevonden, want men kon den heer Miton, die voorin zat, zich krampachtig vasthoudend en bij den minsten schok vcr- bleekend, niet meetellen. Eenzame weiden strekten zich langs den steilen oever uit en de geheele rivier was met riet en planten omzoomd. Hier en daar glinsterde do goudgele plompen op de zilve ren vlakte van het stille water. Sophie gaf een wenk on dadelijk was het bootje tot den oever genaderd. Guy liet do roeispanen een oogenblik rusten en met be- hendigen greep, die aan den heer Miton me nige© angstigen zucht ontlokte, haalde hij do mooiste bloemen naar zich toe cn wierp zo aan Sophie's voeten. Zonder zich te bekom meren, dat haar kleedje nat werd, nam het jonge meisje ze alle op. Guy had niet alleen waterlelies geplukt, doch allerlei vreemd soortige witte en gele bloempjes bijeenge gaard, waarover Sophio letterlijk verrukt was. „Wat prachtig toch," riep zij uit; „kijk die bloem eens en die daar..." Hij glimlachte, overgelukkig da thij haar een pleizier had kunnen doen. „Wat is het hier toch een mooie streek; jammer, dat wij er zoo zelden van kunnen genieten," sprak Sophie. „Mooten wc nog niet weerom kecren?" waagde mijnheer Miton eindelijk te vragen. Men antwoordde hem ternauwernood, bij na werktuiglijk keerde men om en weldra was men aan het uitgangspunt genaderd, waar do oude tante, omringd van haar be zoekers, nog steeds in haar rolstoel zat. „Zijt ge daar eindelijk?" riep men een parig. Het roeitochtje had langer geduurd dan de jacht op kikvorschen. ,Ik was bang, dat ge een ongeluk gekregen hadt," zuchtte mevrouw Plantier, haar doch ter omhelzend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1