IK 12883
"Vrijdag; 31 I^ebruari.
A®. 1902.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
FEUILLETON.
(W*rdU fêr—lgd.)
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COUR ANT:
Voor Loidon por 8 maanden 1-10-
"Buiton Lolden, por looper en waar agenten govostigd ttfn 1.80
Franco per post
1.65-
PRUS DER AD VERTEN TIEN
Van 1-8 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Grooter»
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.06 berekend.
Leiden, 21 Februari.
In een aan B. on Ws. gericht schrijven
i Yan Commissarissen der Stedelijke Gasfa
briek wordt uiteengezet, dat niet langer mag
worden gewacht met de uitvoering van vcr-
fchillcndo werken tot uitbreiding der fa-
I brick, aangezien deze in de maand December
j van het vorige jaar genaderd is tot de afle
vering van de maximum hoeveelheid gas,
die bij de tegenwoordige inrichting kan wor-
I den afgegeven, en in do naaste toekomst een
nog steeds toenemend gasverbruik mag wor-
den verwacht.
Het bedrag, voor de uitvoering der door
i ben noodig geachte werken benoodigd, wordt
door commissarissen geschat op ƒ54,000. Aan-
gezien ovenwei op het Uitbreidings- en Ver-
I nieuwingsfonds voor 1902 nog ƒ14,000 be
schikbaar zijn, zal dit fonds slechts met
B40,000 behoeven te worden aangevuld.
Overtuigd van de noodzakelijkheid der
I Voorgestelde werken geven B. cn Ws. den
I gemeenteraad alzoo in overweging:
lo. te besluiten tot aanvulling van het
Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der gas
fabriek met /40.000, te vinden uit geldleening
'r'onder bepaling dat door de gasfabriek een
rente van 5 pCt. 's jaars aan de gemeente
worde betaald en jaarlijks 5 pCt. worde be
stemd tot aflossing van 6chuld of kapitaal-
belegging, te beginnen met het jaar 1903;
2o. vast te stellen den overgelegden sup-
pletoiren bcgrootingsstaat, dienst 1902, ten
bedrage van ƒ40,000.
Verruiming van de uitlaten der gashou
ders, vervanging van den aanwezigen regu
lateur door een van grootere capaciteit, cn
f verruiming van de buizen, die het gas naar
.de stad voeren (voor zoover deze in het ter-
J rein der gasfabriek liggen), is noodzakelijk
geworden. Een nieuwe regulateurkamer zal
moeten worden gebouwd, waarmede gepaard
kan gaan de aanbouw van een nieuw meter
lokaal. Naar dat lokaal zullen de beide aan-
wezigc fabrieksgasmeters worden overge
bracht, terwijl nog genoeg ruimte zal over
blijven, om in de toekomst een derden fa-
bricksgasmcter bij te plaatsen.
In een der stokerijen zullen twee ovens,
die reeds van 1881 hebben dienst gedaan, ge
heel moeten worden afgebroken. Aangezien de
nieuw te bouwen ovens van grootere capaci-
heit zullen zijn, cn aan bestaande ovens zul
len aansluiten, zal het noodig zijn ook een
'nieuwe fundeering te leggen.
De verschillende waterreservoirs beginnen
'vernieuwing te eischen; het is daarom ge-
(Wenscht een flink nieuw reservoir op een 12
'meter hooge stelling te bouwen.
I Verder is in dezen winter de aanschaffing
Van een tweeden reservoir voor het gecon
centreerd ammoniakwater noodzakelijk ge-
j bleken.
Ook blijft het buizennet in de stad uitbrei
ding en op verschillende plaateen verzwa-
^ring eischen.
—Onder overlegging van het desbetreffend
.Verzoek van de firma J. de Groot en Zonen
1 te Noordwijk en onder verwijzing naar het
■daaromtrent in de Leeskamer ter inzage lig-
fgend rapport van de Commissie van Fabri-
cage, geven B. en Ws. in overweging over
eenkomstig '3 Raads op een dergelijk ver
zoek van de firma De Groot genomen besluit
van 9 Januari van dit jaar te besluiten aan
de firma J. de Groot en Zonen, bloemisten
te Noordwijk, tc verkoopen een gedeelte
berm van het jaagpad van Leiden naar
Haarlem, kadastraal bekend onder sectie L.
No. 51, gedeeltelijk, gemeente Noordwijk,
groot pl.m. 90 vierk. M. tegen een koopprijs
van /0.70 per vierk. M. en tegen betaling van
de kosten, op de overdracht vallende.
Bij raadsbesluit van 14 November 1901
werd besloten do bovenwoning van het per
ceel aan de Oude Heerengracht, Sectie A No.
787 te verhuren aan W. J. M. Bakx, verver
alhier, tegen een huurprijs van /117 per jaar,
onder bepaling dat de huur telkens 3 maan
den bij vooruitbetaling zooi worden voldaan,
dat de gemeente ten allen tijde bevoegd zou
zijn de huur ook tusschentijds te doen eindi
gen, mits daarvan 3 maanden te voren aan
den huurder kennis gevende en voorts onder
de gewone voorwaarden.
Aan dit besluit kon evenwel door het te
rugtreden van W. J. M. Bakx geen uitvoe
ring worden gegeven.
Thans heeft zich als huurder aangemeld
A. de Mooy, boekdrukker alhier.
Noch bij de Commissie van Fabricage,
noch bij B. en Ws. bestaat bezwaar hem als
zoodanig te aanvaarden.
Mitsdien geven zij in overweging:
lo. in te trekken het Raadsbesluit van 14
November 1901 tot verhuring van bovenbe
doelde woning aan W. J. M. Bakx;
2o. deze woning met ingang van 1 Maart
te verhuren aan A. do Mooy alhier onder
dezelfde voorwaarden, als bij het sub. lo.
vermeld besluit zijn gesteld.
In de gemeenteraadsvergadering van
den 20sten Juni van het vorige ja>ar werd
besloten tot een reorganisatie van de
Kweekschool voor Onderwijzers en Onder
wijzeressen en van het onderwijs aan de open
bare scholen der 2de klasse.
Voor zooveel de onderwijsinrichtingen be
treft, gehuisvest in het voormalig Nosoco-
mium aan de Oude Vest, kwam die reorgani
satie in hoofdzaak hierop neer dat de drie
jarige cu 1*3 us van de lagere school zou wor
den veranderd in een zesjarigen, dat de be
trekkingen van directeur der Kweekschool en
van hoofd der lagere school niet langer door
één en denzolfden pei'soon zouden worden
bekleed en dat de lagere school niet langer
dienst zou doen als leerschool voor de
Kweekschool.
De woning thans bij het hoofd der leer
school in gebruik, zou ook na vermindering
barer localiteit met een tweetal vertrekken,
welke bij de lagere school zouden moeten
worden gevoegd, groot genoeg blijven om als
woning voor het hoofd der school 2de klasse
te kunnen dienen.
Algemeen was men van oordeel dat aldus
op alleszins voldoende wijze in de behoeften
van het onderwijs, zoowel aan de Kweek
school als aan do lagere school, zou kunnen
worden voorzien.
Bij de voorbereiding der veranderingen,
die deze reorganisatie noodig maakt, en bij
een nadere uitwerking der oorspronkelijke
plannen is intusschen gebleken, dat het, zoo
al niet volstrekt noodzakelijk, dan toch zeker
hoogst wensehelijk moet worden geacht, de
gehccle localiteit van het voormalige Noso-
conmium, met inbegrip van de woning van
het hoofd der tegenwoordige leerschool, voor
het onderwijs beschikbaar te stellen.
Afgescheiden toch van de wonschelijkheid
in het algemeen, dat onderwijsinrichtingen
zoo worden ingericht, dat zij aan hare be
stemming, den geregclden en gooden gang
van het onderwijs te bevorderen, zoo veel
mogelijk beantwoorden, zijn hot hoofdza
kelijk de volgende drie overwegingen, die B.
en Ws. tot deze slotsom hebben gebracht:
lo. de volkomen ongeschiktheid van een
tweetal vertrekken, tot dusverre bij de
Kweekschool in gebruik, om langer als leer-
lokalen dienst tc doen;
2o. de onmogelijkheid om, al ware het met
opoffering van groote kosten, de keuken en
de mangelkamer van de woning van het te
genwoordig hoofd der leerschool, tot be
hoorlijk bruikbare leerlokalen voor de lage
re school in te richten; en
3o. de cisch, dat twee onderwijsinrichtin
gen, die geheel op zich zelf en tot elkander
in geenerlei betrekking staan, indien zij al
(wat in beginsel af te keuren is) door de
omstandigheden gedwongen worden onder
één dak te huisvesten, dan toch in ieder go-
val zooveel mogelijk van elkander worden ge
scheiden;
waaraan men dan nog in de 4de plaats
zou kunnen toevoegen» dat het bij iedere veiv
andering verstandig is rekening te houden
met de behoeften van do toekomst, en zich
niet te vergenoegen met hetgeen tot bevredi
ging van de behoefte van het otfgenblik zou
voldoende zijn.
Op grond van deze en andere overwegingen
komt hot B. en We. voor, dat de woning van
het hoofd der leerschool in haar geheel voor
het onderwijs zal moeten worden bestemd en
aan het te benoemen hoofd der Lagere school
vergoeding voor huishuur zal moeten worden
toegekend.
Mitsdien geven zij in overweging te beslui
ten:
lo. de woning, thans in gebruik bij het
hoofd der leerschool, in haar geheel beschik
baar te Btellon voor het onderwijs aan de
Kweekschool en aan de nieuwe school der
2de klasse voor jongens en meisjes;
2o. aan het te benoemen hoofd der school
2de klasse voor jongens en meisjes ƒ350 toe
te kennen als vergoeding voor huishuur we
gens het gemis van vrije woning;
3o. door vaststelling van clcn overgelegden
staat van af- en overschrijving een bedrag
van ƒ1100 te hunner beschikking te stellen
voor <3o ui<r»-oc.x-iii© noodige werken.
Op den poet voor Onvoorziene Uitgaven
zijn thans nog ƒ10,588 beschikbaar.
Bij de wet van 24 Juni 1901, Stbl. No.
187, werden, onder meer andere wijzigingen
der Wet op het Lager Onderwijs, nieuwo mi
nim um-oischen vastgesteld, waaraan de jaar
wedden der onderwijzers aan de openbare la
gere scholen behooren te voldoen.
Het gevolg daarvan was, dat alom in don
lande de regeling der wedden van het onder
wijzend personeel aan een herziening werd
onderworpen. En dit niet alleen in die plaat
sen, waar door het niet-voldoon der bestaan
de regeling aan de wettelijke eischen, wijzi
ging noodzakelijk was, maar ook in andere
waar de jaarwedden de wettelijke minima
meer of minder belangrijk overtroffen. Do
duidelijk uitgesproken bedoeling van den
wetgever was dan ook, niet om in het ge
wijzigde artikel 26 een nieuwe salaris-rege
ling t>e geven, maar om nadrukkelijk te con-
statecrcn, dat zelfs in do allerkleinste goed
koopste plaatsen in ons land, in plaatsen
waar do levensstandaard het laagst is en waar
het minst van den onderwijzer gevorderd
wordt, do salarissen nooit lager mogen zijn
dan do wettelijke minima bedragen. Het was
er verro van, als zou hij meenen, dat men
ook in grootere duurdere plaateen met die
minima zou kunnen volstaan. Het hooger
geaag moest er voor waken, dat ook daar
de salarissen naar billijkheid en zooals het
belang van het onderwijs dit vordert, zouden
worden geregeld.
Tot die plaatsen, waar door het voldoen
der bestaande regeling ook aan de nieuwo
minimum-eischen herziening niet aanstonds
noodig was, behoort ook de gemeente Lei
den. Wèl zijn de aanvangswedden der
3de onderwijzers, hetzij al dan niet in het
bezit der hoofdakte, volgens de thans vi-
geerende verordening niet hooger dan do
nieuwe wettelijke minima bedragen, maar
reeds na 1 en 2 jaren worden de verhoogin
gen bereikt, die de wet eerst na 5 en 10
jaren eischt, terwijl na 10 en 15 jaar de
verhoogingen worden verkregen, bij de wet
eerst na 16 en 20 jaar in uitzicht gesteld.
Daarentegen is de aanvangswedde der 2de
onderwijzers 100 hooger dan het wettelijk
minimum, bereiken deze reeds na 2 jaar
dienst als zoodanig het salaris, door de wet
eerst na 10 dienstjaren vereischt, en komen
zij reeds na 4-jarigen dienst als zoodanig
in het bezit hunner maximum wedde, welke
eveneens ƒ100 hooger is, dan het minimum
bedrag door de wet na 20-jarigen dienst toe
gekend.
Kon er dus van een pcriculum in mora
voor onze gemeente geen sprake zijn, dit
neemt intusschen niet weg, dat bij de klaar
blijkelijke bedoeling van den wetgever, dat
de bezoldiging der onderwijzers bij het lager
onderwijs in het algemeen een verhooging
zou ondergaan, een herziening dier regeling
ook voor onze gemeente niet mocht uitblij
ven. En daartoe bestond te gereeder aanlei
ding, waar B. on Ws. moesten erkennen, dat
een salaris van ƒ500 tot ƒ700 voor de 3de on
derwijzers zonder hoofdakte, van ƒ600 tot
ƒ800 voor die onderwijzers met hoofdakte en
van ƒ800 tot ƒ1000 voor de 2de onderwijzers
op den huidigen dag niet meer kan worden
beschouwd als een billijke en behoorlijke be
looning voor de diensten, welke door de on
derwijzers worden bewezen.
Gebruik makende van den tijd, hun gege
ven, hebben B. en Ws. dan ook met al den
ernat en al dp nauwgezetheid, die deze ge
wichtige aangelegenheid verdient, overwogen
welke wijzigingen in de bestaande regeling
behooren te worden gebracht, opdat aan de
billijke wenschen der onderwijzers naar ver
betering hunner maatschappelijke positie
naar behooren worde voldaan.
Ter vervulling der met lo. Mei a. a
ontstaande vacature van hoofd der school 2de
klasse voor jongens en meisjes, is do volgen
de voordracht opgemaakt: lo. D. J. M. de
Hondt, lsto onderwijzer aan de Jongens
school 2de klasse; 2o. J. F. L. Rietdijk, 1ste
onderwijzer aan de Jongensschool 1ste klasse;
en 3o. G. Gesink, lste onderwijzer aan de
school 8de klasse No. 3.
Den lOden Mei van het vorige jaar
werd bij vonnis van de arrondissements
rechtbank te 's-Gravenhage in staat van fail
lissement verklaard de firma P. L. Hup-
pörtz en Co. alhier, aan wie krachtens
'8 Raads besluit van den 25stcn Januari 1900
tot 31 December 1905 de levering en de repa
ratie werd opgedragen van de laarzen voor
de agenten van politie en do brugwachters.
Sedert werd door den curator van den fail
lieten boedel voor de nakoming der leveran
tie zorg gedragen.
Thans echter beeft deze aan B. cn Ws. den
wensch te kennen gegeven, dat de firma van
hare verdere verplichtingen tegenover de ge
meente zou worden ontslagen. Aangezien dit
ook B. en Ws. regelmatiger voorkomt, kan
er, dunkt hun, geen bezwaar bestaan om aan
dat verzoek gevolg te geven, en dit te min
der, waar do gemeente deze leverantie in het
vervolg onder voordeeligcr voorwaarden zal
kunnen opdragen, dan in het contract met
de firma Huppertz zijn vervat.
Bij een nieuw contract zal dan tevens reke
ning kunnen gehouden worden met het be
sluit. door den gemeenteraad bij de vaststel
ling der gemeente-bcgrooting voor het loo-
pende jaar genomen, om de winterlaarzen
dor agenten van politie door wintorschoenen
te vervangen.
Mitsdien geven B. en Ws. in overweging:
lo. de firma Huppertz cn Co. met ingang
van 1 Maart a. s. te ontslaan van de op haar
rustende verplichtingen;
2o. met ingang van 1 Maart a. s. tot en
met den 31sten December 1905 op te dragen:
de levering en de reparatie van do win-
terscboenen voor de agenten van politie aan
L. Boelen alhier tegen do navolgende prij
zen: het paar schoenen ƒ4.05; halve zolen en
achterlappen ƒ1.30; voorschoenen cn onder
werk ƒ2.50;
de levering en de reparatie van de laar
zen voor de brugwachters en de haven recher
cheurs aan 0. H. de Jong, mede alhier, te
gen de navolgende prijzen: het paar laarzen
met dubbele zolen ƒ7.75; halve enkele zolen
on achterlappen ƒ1.15 ©n voorts onder de be
staande voorwaarden, met dien verstande,
dat dc zegelkosten der mandaten voor reke--
ning van de gemeente zullen komen.
In de Stadszaal had gisteravond de
achtste Volksbijeenkomst plaats, een muzi
kale avond, georganiseerd door een 34-tal
dames cn hcoren, grootendeels dilettanten,
onder leiding van den heer J an G. Striening.
Waren dc bezoekers en bezoeksters in do
maand JaDuari in de gelegenheid met den
leider kennis te maken als dirigent van een
kinder-orkest, ook ditmaal verschafte hij
aan het publiek een genotvollen avond met
zijn uitstekend samengesteld orkest.
Het programma vermeldde zoowel cenige
meer eenvoudige nommere als de namen van
Tschaikowsky en Grieg. Van laatstgenoem
de werd o. a. ,,der Frühling" levendig toe
gejuicht, evenals de ,,Triumfmarsch", een
compositie van den dirigent.
Als solisten traden op mej. L. Martin
(zang) en mej. Hanna Striening (viool).
Aan beiden zij onze hartelijke dank ge
bracht voor het genotene. Zoowel met ,,la
Zingara" en ,,de gefopte Vogelaar", als met
het met vioolbegeleiding voorgedragen
„Panis Angelicus" had mej. Martin veel
succes. Het uitstekend spel van dc jeugdige
violiste mej. Hanna Striening werd met
warme belangstelling door het publick ge
volgd.
Het podium prijkte wederom met een keu
rige plantenverBiering en in de overvolle
zaal hecrschtc gedurende de uitvoering de
grootste stilte.
En hiermede zou de serie dor gewone win-
terbijeenkomsten geëindigd zijn, ware het
niet dat door de commissie nog een weten
schappelijke avond op 27 Februari en een
oxtra-avond op 13 Maart worden georgani
seerd.
B. en Ws. stellen voor aan de Vereeni-
glng „Schoolkindervoeding" een gemeentelijk
subsidie te verleenen in dier voege, dat de
gemeente jaarlijks de helft zal bijdragen van
het totaal bedrag, waarop de Vereeniging uit
Dc jonge luitenant.
:5)
Alles om haar heen ademt landelijke rust.
i se kippen mogen vrij in den netten, met
'•'.lezelstecncn bestrooiden tuin rondloopen.
je tuin pronkt evenzeer met zijn mooie
ïerkante groentebedden als met zijn bloem
werken. Door de openstaande schuurdeuren
:t men karren en wagens. De koeien gra
il m vredig op het grasperk en een geoefend
oor kan het geknor onderscheiden van een
<^eer nuttig dan poëtisch dier.
De zuster van mijnheer Plantier heeft een
i goedig, ietwat buitenachtig oude damesge
zicht, zij heeft haar Zondagsche gewaad aan,
B een twintig jaren bij de mode ten ach-
*s» een v"ijde zwart zijden japon, met
.trie strooken gegarneerd. Zij draagt een ge-
^orduurden kraag cn manchetten en op het
.oofd een ouderwetsch met bloemen ver
sierd mutsje.
Nu zij dc karavaan in de verte ziet aanko
men, begint zij met haar zakdoek te wuiven.
Als kindcrlooze weduwe is het goede
mensch bijzonder gehecht aan haars broers
kinderen. Sophie evenwel was ontegenzeg
gelijk haar lieveling.
f Haar overlaadde de oude tante dan ook
1 met licfkoozingen en na de eerste onstuimige
begroeting van het gezelschap hield zij het
meisje nog wat bij zich.
Daar kwam Guy naderbij.
„,Ncem me niet kwalijk, mevrouw, dat ik
I >00 vry benn
iL®* w'6rP e«» ttidertoefcendcn blii
op hem den eenigen vreemdeling in den
kring en met hartelijke beleefdheid ant
woordde zij: Volstrekt niet, meneer, 't
doet me veel gonoegenhet is me zelfs
een groote eer. Ik ben alleen maar bang,
dat ik u niet naar behooren ontvangen
kan."
De oude dame had intusschen niet beter
voor alles kunnen zorgen: de tafel, die in
het prieel gedekt stond, zag er met de oud
zilveren couverts en het antieke porselein
keurig uit, het menu was eenvoudig, doch
overvloedig.
De manden vol provisie, die mcvlouw
Plantier medebracht, werden ongeopend ter
zijde gezet.
,,Ge kunt u de moeite wel sparen om uit
dc stad kippen mee to brengen," zei haar
schoonzuster, een weinig gebelgd.
Een prachtige kalkoen dampte op tafel
tusschen een blanke fricandeau en een
mooie ham. De maaltijd was bijzonder op
gewekt.
Sophie zat tegenover Guymet haar licht
kleedje aan, dat zoo hel afstak tegen den
groenen achtergrond, zag zij ©t aardiger
uit, dan ooit. De bloemen in den tuin ver
vulden de lucht met haar geuren, de vogel
tjes zongen; Guy voelde zich zeer gelukkig.
Hij had de oude tante, wier goedig gezicht
hem beviel, wel willen omhelzen; daar dit
echter niet goedschiks ging, vergonoegde hij
zich met den grooten huishond te streelen,
die kwispelstaartend van hem naar Sophie
liep.
Aan allee komt een einde, zelfs aan den
prettigsten maaltijd.
Omringd door haar gasten, verliet tante
in haar rolstoel het prieel.
De hemel was licht oewolkt.
„Zou het weer veranderen 1" vroeg do
heer Miton ongerust.
„Neen", besliste mevrouw Durochet,
„professor Falb heeft bestendig mooi weer
voorspeld op den negenden, elfden en der
tienden, op den vijftienden veranderlijk."
„Wees maar niet ongerust", bracht vader
Plantier in het midden, ,'t Is een voorbij
drijvende wolk, anders niet. Laten we maar
wat gaan visschen."
De rolstoel bewoog zich terstond in do
richting der rivier, die langs den tuin
stroomde en hield onder een schaduwrijken
noteboom stil.
Vader Plantier ging de vischhengels ha
len, die hij daarna ronddeelde.
De gasten gingen allen aan den water
kant zitten.
Guy verveelde zich geweldig. Sophie zat
wel vijftig meter van hem af en mijnheer Mi-
ton, zijn naaste buurman, sprak geen woord,
uit vrees, dat hem een vischje zou ont
snappen.
,,'t Haalt niet veel uit, vandaag," zei
mijnheer Plantier tot de overige hengelaars,
„me dunkt, wij moesten ginds eens gaan
kijken of we ook wat kikvorschen kunnen
vangen."
Guy, die een levendagen afkeer voor ge
noemde beestjes had, bleef met mijnheer
Miton achter.
Beiden naderden den boom, waar tante
met haar nichtje 8ophie gezeten was.
„Gij srijt geen liefhebbers, heeren?" vroeg
de oude dame glimlachend. „Ik kan het
best begrijpen. Maar om hier nu zoo te
blijven staan, dat is ook saai I Toen ik nog
jong was deed ik niets liever daa roeien.
Sophie hield er trouwens vroeger ook van."
„Ik doe het nog heel graag," antwoordde
Sophie, „maar met wien zal ik het doen?
Papa zegt, dat hij van het roeien blaren
krijgt aan zijn handen, zoodat hij in geen
twee dagen schrijven kan. Alice is bang.
Met Maxime Durochet hob in onlangs een
tochtje gemaakt maar die kan er niet veel
van'tscheelde niet veel of het bootje
was gekanteld."
„Zullen wij het eens probeeren, juf
frouw?" vroeg Guy.
„Dat is een goed idee," sprak tante.
„Het bootje ligt onder dat afdakje, So-
hio, gij kunt het wel losmaken." Sophie
bloosde en antwoordde niet. Guy raadde de
oorzaak barer verlegenheid.
„Mijnheer Miton houdt zeker ook wel van
een tochtje op het water met dit warme
weer?" zei Guy.
Miton maakte geen bedenkingen. Nu
aarzelde Sophie niet langer, zij omhelsde
haar tante en zei opgeruimd
Heerlijk, wij kunnen een mooi tochtje
maken; ik zal zien, dat ik wat waterlelies
krijg. Zij spoedde zich reeds voort en handig
maakte zij het bootje los.
Met één sprong zat het jonge meisje cr in,
terwijl Guy mijnheer Miton hielp bij het in
stappen en daarna de roeispanen ter hand
nam.
Sophie zat aan het roer.
't Was voor de eerste maal, dat zij zich
alleen bevonden, want men kon den heer
Miton, die voorin zat, zich krampachtig
vasthoudend en bij den minsten schok vcr-
bleekend, niet meetellen.
Eenzame weiden strekten zich langs den
steilen oever uit en de geheele rivier was
met riet en planten omzoomd. Hier en daar
glinsterde do goudgele plompen op de zilve
ren vlakte van het stille water.
Sophie gaf een wenk on dadelijk was het
bootje tot den oever genaderd. Guy liet do
roeispanen een oogenblik rusten en met be-
hendigen greep, die aan den heer Miton me
nige© angstigen zucht ontlokte, haalde hij do
mooiste bloemen naar zich toe cn wierp zo
aan Sophie's voeten. Zonder zich te bekom
meren, dat haar kleedje nat werd, nam het
jonge meisje ze alle op. Guy had niet alleen
waterlelies geplukt, doch allerlei vreemd
soortige witte en gele bloempjes bijeenge
gaard, waarover Sophio letterlijk verrukt
was.
„Wat prachtig toch," riep zij uit; „kijk die
bloem eens en die daar..." Hij glimlachte,
overgelukkig da thij haar een pleizier had
kunnen doen.
„Wat is het hier toch een mooie streek;
jammer, dat wij er zoo zelden van kunnen
genieten," sprak Sophie.
„Mooten wc nog niet weerom kecren?"
waagde mijnheer Miton eindelijk te vragen.
Men antwoordde hem ternauwernood, bij
na werktuiglijk keerde men om en weldra
was men aan het uitgangspunt genaderd,
waar do oude tante, omringd van haar be
zoekers, nog steeds in haar rolstoel zat.
„Zijt ge daar eindelijk?" riep men een
parig.
Het roeitochtje had langer geduurd dan
de jacht op kikvorschen.
,Ik was bang, dat ge een ongeluk gekregen
hadt," zuchtte mevrouw Plantier, haar doch
ter omhelzend.