N#. 12874- Dinsdag 11 Februari. A0. 1902. §eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. FEUILLETON. LEIDSCH DACrBLAD. PRIJS DEZER COURANT: i Voor Loiden por 8 maanden, 1A0.' 7Ruiten Leiden, per looper en waar agenten gerestlgd zijn 1-30 Franco per post o 1-65- PRIJS DER ADVERTENHËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 11 Februari. Door do af deeling Leiden van het Al gemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond is aan de besturen der leidende vercenigin- j gen alhier de volgende circulaire, verzonden. Gedurende den laatsten tijd houdt een .belangrijk feit veler hoofd en hart bezig: de jwerkstaking en uitsluiting te Enschcdce. i Veler hoofd, waar het dc vraag stelt: Zul len recht en billijkheid hier zegevieren? Veler hart, waar hot mcdcvoelt, hoe hon derden gezinnen in een bangen winter dc risico van een ongolijken strijd 01^ recht moeten dragen. En we durven zeggen, hier is het recht aan de zijde der arbeiders. Ieder leeft dan ook in hun rechtvaardigen strijd mede ©n is den stakers en uitgeslotenen goed gezind. Wijzen wij er slechts op, hoo verschillende richtin gen, ook dc Ned. R.-K. Volksbond en Pa- triinonium, het voor hen opnemen. Zóó treedt deze quaestie op den voorgrond, dat onze minister-president, dr. A. Kuyper, zijn bemiddeling aanbood, om den strijd te be slechten. De stakers namen haar aan, doch de werk gevers verwierpen haar en wenschten den 'strijd vol te houden. Nog meer In een dezer dagen gehouden vergadering der iDdustrièe- "len uit hot nijverheidsgebied Twen te "ver klaarden dezen zich solidair. Een bange strijd dus van oen toch niet zoo iruim beloonde arbeidersbevolking in een han- :gen tijd. Een strijd van recht tegen macht. Al zijn wij machteloos om direct in tc grij pen, toch kunnen wij liiei* hulp vcrleencn: d. i. de stakers financieel steunen; helpen hun gezinnen zooveel mogelijk voor gebrek fce_ behoeden, opdat do angst voor vrouw en kinderen, de vrees voor ondergang van bet gezin, den stakers niet dwingen hun recht vaardigen strijd op te geven. Door daden kunnen wij hier onze sympa thie met ben tooncn. Daartoe doet dc afdeding Leiden van heb 'AIgemcen Nederlandsch Werklieden-Verbond ;een beroep op uw vereeniging, om. krachtig door samenwei'king, middelen te beramen, 'ten einde den stakers steun te vorleencn. Maardo staking kan door omstandig heden van buiten af iodc.ren dag in een nieu- wen toestand komen. Ook ten nadeele der 'arbeiders, als de verleende steun onvoldoen de is. Hier is dus spoed -gewenscht. Helpt ons dus, om met ons allen zoo spoe dig mogelijk gemeen overleg te kunnen ple gen, en zendt ons uw antwoord vóór lJt Febr. a. 8., opdat wij een gecombineerde vergade ring kunnen beleggen. Wij rekenen op u aller gewaardeerde me dewerking, om tot een flink resultaat te kun- Pen komen." Dezelfde vereeniging zond dezer dagen ook een circulaire rond, ten einde van verschil lende vereenigingen medewerking ie verkrij gen in zake „Vervroegde Winkelsluiting". ,Een voorloopigc gecombineerde vergadering izal worden gehouden, ten einde een comité jte vormen en middelen to beramen, om dat .'doel te bereiken. De aangeschreven vereeni gingen zeiden haar steun toe. I; Heden ontvingen wij het verslag van de Christelijke Vereeniging voor Zieken verpleging ,,Hct Diakonessen'nuis" te ■Leiden. Daarin lezen wij o. a. bet volgende: ,,ïn Juni 1897 werd tc Leiden een huis, gelegen aan het Plantsoen, voor Diakoncs- senhuis ingericht en aan zijn bestemming gewijd. Hier begon dc werkzaamheid der Vereeniging tot ziekenverpleging „Het Dia- konessenhuis" met een paar zusters. Over weinig krachten beschikkend, heeft het ge daan wat in zijn vermogen was, om binnen - en buitenshuis helpend en verzorgend op te treden. In het laatste boekjaar, van 1 Juni 1900 tot 31 Mei 1901, werden in huis verpleegd 23 personen over 763 dagen. Buitenshuis hadden wij 828 doorloopende vcrplegingen over 30 personen; 223 dagverplegingen over 18 personen; 278 nachtverplegingen over 26 personen; en hebben wij bovendien 311-maal hulp kunnen betoonen aan 22 personen, die geen vaste verpleging behoefden. Een onzer zusters hielp bovendien in de wijkverple ging „Phebe". Hoeveel er geschikt en geplooid moest worden door onze besturende zuster om zoo veel mogelijk te voldoen aan de aanvragen om hulp is tc begrijpen, als men nagaat dat drie zustors elders in opleiding waren en er met de voorproefzusters mee slechts zes be schikbaar bleven. Toch moesten wij nog meermalen aanvragen om hulp afslaan. Het is een reden tot dank hierbij to kunnen ver melden dat de zusters met opgewektheid do haar aangewezen taak opvatten; nog meer, dat op dezen arbeid kennelijk zegen rustte. 18 Nov. j.l. verlieten de zusters en de zie ken bet huisje op het Plantsoen voor liet ruime gebouw op den Singel. Maar het oudste kind heeft de eerste liefde. Daarom zal het niemand bevreemden dat wij zelfs op dien blijden dag diep ge voelden „Scheiden thut web". Dit onder vonden allen die in nauwe betrekking ge staan hebben tot dat kleine Diakonessen- liuis, dc besturende zuster, dc zusters, de zieken, de buren, dc vrienden. Onze besturende zustor verliet ons om als gemeentezuster werkzaam te. zijn. Daar wij vier cn een half jaar lief en leed met haar hadden gedeeld, viel dit scheiden zwaar. Veel dank zijn wij haar verschuldigd voor alles wat zij voor het Huis was en deed. Een onzer proefzusters moest ons ver laten om gezondheidsredenen. En nu behoort de geschiedenis van dit kleine huis al weder tot het verleden." Den 19den Nov. j.l. werd het nieuwe ge bouw tot zijn bestemming gewijd, waarvan wij toen ter tijd reeds een uitvoerig verslag gaven. En dan lezen we verder: Zuster Bouvin kwam slechts inrichten en keert in April weer terug tot haar eigen werkkring. Wie zal „den staf liefelijkheid" uit hare hand overnemen? Rustig cn opge wekt doet ieder zijn plicht. Wat de financiën betreft, hadden bestuur- deren wei de bouwsom bijeen, vóór zij den bouw aanvingen; maar op een bij rekening van bijna f 6000 was niet gerekend. Slechts een post van ƒ750 was daarvoor uitge trokken. En dan een inrichting naar den eisch des tijds; en dit zegt wafcl Een enkel woord van oprechten dank wordt ook gebracht aan de directrices van verschillende Zusterhuizen, die van raad dienden, ook waar het gold den eisch van den tijd met dien der zuinigheid in overeen stemming to brengen. Een woord van dank mede aan dr. Bierens dc Haan, die met groote zorgvuldigheid den inkoop der in strumenten op zich nam. Maar hoe zorgvul dig ook alle onnoodigc uitgaven zijn ver meden, de inrichting alleen komt te staan oil ongeveer f 16,000. Hiervoor ontving men aan giften bijna 4500, terwijl een ba zaar, gehouden in Maart j.L, ruim ƒ1100 opbracht, waarvan 1000 vloeiden in de kas voor de inrichting. Bestuurderen staan dus voor een tekort van do bij rekening van den bouw groot 5000; voor een tekort in de kas der inrichting van ruim 10,500, tc zamen 15,500. En zij hadden zoo gehoopt scbuldvrij te openen. Ieder die weet wat een zieke kost, of die wel eens een blik sloeg in de statistieken vaD andere ziekenhuizen, zal gevoelen dat blijvende steun noodzakelijk is tot instand houding der Inrichting. Het verblijdt be stuurderen dan ook zeer mede te kunnen declen, dat er een linnenfonds is opgericht onder presidium van mevrouw Chantepie de la Saussaye, dat zich ten doel stelt dc linnenkast te voorzien van het noodigste. Bij de door den architect den heer D. Veilbricf alhier gehouden aanbesteding voor het verbouwen van bet perceel Boter markt 17 waren de volgende inschrijvingen ingekomen: J. van Riet 3290, J. Th. Bik 3370, J. Zitman 3397, J. van Klaveren 3420, J. Ckristiaan8e ƒ3450, O. J. de Nie ƒ3432, Jacs. Bink ƒ3483 en O. van Egmond 5725, allen te Leiden. De 1ste luit. W. Petfcer, van het 4de reg. inf. te Leiden wordt tijdelijk ter beschikking gesteld van den waarnemenden hoofdofficier voor heb reserve-kader te 's-Gravenhage. Daar heb meermalen is gebleken, dat oud-militairen onkundig zijn, dat zij legen afstand van het hun toekomend militair pensioen in het Invalidenhuis te Leidon kunnen worden opgenomen, hetgeen tot hun betere verzorging kan leiden, verzoekt dc te 's-Gravcnkage gevestigde districts commissie van heb Fonds van den Gewa- penden Dienst, de aandacht van oud-mili tairen hierop te willen vestigen. Het Inva lidenhuis, con in 1815 gestichte inrichting, stelt zich ten doel, om den gewezen militair onder toekenning van een soldij een goeden en aangenamen levensavond te ver zekeren. Aan de opneming' zijn o. a. als voorwaar den verbondenoverlegging van de pen- sioenakte en van een bewijs van goed ge drag, afgegeven door den burgemeester*. Aanvragen tot opneming behooren vracht vrij gericht te worden aan meergenoemde commissie, waarvan secretaris is de heer L. P. van der Heijden, Van-Galen-straat 58, te 's-Gravenhage. Het „Algemeen Ned. Werklieden-Ver bond" zal Zondag 30 en Maandag 31 Maart te Amsterdam zijn algemeen© vergadering houden. Het Centraal bestuur stelt voor, dat de al gemeen© vergadering zal besluiten: lo. Het Alg. Ncd. Werklieden-Verbond plaatst zich op het vrijzinnig-democratisch standpunt; 2o. De vergadering benoemt een commissie voor het ontwerpen van een Beginselverkla ring en een Werkprogram. Verder zullen een aantal andere onderwer pen worden behandeld, o. a.Middelen om tegen te gaan, dat ambtenaren of hun huis- genooten handel drijven en daardoor andere handelaren benadeelen. Wenschelijkheid, dat alle vereenigingen zich zooveel mogelijk ont houden van vergaderen op Zondag; aandrin gen bij de Regeering op staats peneion ncering zonder bijdrage der werklieden, van oude en invalide werklieden. Aan dringen op een wet tot oplegging van de verplichting om bepa lingen op te nemen omtrent maximum-ar beidstijd en minimum-loon in bestekken van aanbestedingen van rijk, provinciën, gemeen ten, zoo mogelijk ook van polderbesturen, waterschappen en dergelijke Openhouden der stembus tot 's avonds 8 uren. Verbod van veldarbeid voor getrouwde vrouwen. Wen schelijkheid van de oprichting voor leden van het Verbond van een ondersteunings fonds bij overlijden. Aandringen bij de re- georing op voldoende controle op fabrica tie en verkoop van levensmiddelen. Bevor deren, dat de leden-1 andbouwarbeiders be schikken kunnen over een lapje grond tegen den minst kostonden huurprijs. Aandringen bij de regeering op een maximalen arbeids dag en een minimum-loon. Aandringen op vermindering van uitgaven voor oorlog en marine. Aandringen op spoedige invoering der wettelijke regeling van het arbeidscon tract. Tegengaan van werken voor particu lieren in gevangenissen en andere rijksinstel lingen. Voortgaan met ijveren voor algemeen kies- en stemrecht en aansluiten bij het Lan delijk Comité voor algemeen kiesrecht. Nog maals aandringen op spoedige inwerking treding van art. 1 der Ongevallenwet. Ver goeding van overheidswege, zoo noodig, van loonderving van dc leerlingen der vakscho len. Hef: ccntraal-bestuur van het Alg. Ned. Werklieden-Verbond bestaat uit de heeren B. II. Heldt, voorzitter; C. H. Kouw, vicc-voor- zitter; J. Mussert, 1ste secretaris; J. van Veen Sr., 2de secretaris; G. A. Aalderink, penningmeester; J. J. de Vos, adj. penning meester; J. Kok te Amsterdam; D. Nanning te Appingedam; en D. dc Klerk te Rotter dam. Een correspondent van de „N. R. C." heeft te Bern den nieuw benoemden hoog- lceraar aan de Amsberdamsche universiteit, dr. Otto Lanz, opgezocht en deelt o.m. hot volgende mede: Prof. Lanz is een man in dc kracht van zijn jaren, met een sympathiek en ernstig voorkomen, zooal9 wij dat graag in den me dicus wenschen, een paar schrandere oogen en een langen dunnen lichtbruinen baard. Hij liet mij de keuze tusschen Fransch of Duitsch; Hollandsch verklaarde hij tot zijn spijt niet te kennen. Hij bleek me een aaiv genaam causeur. We spraken over zoowat alles, over Hollandsch, over Hollandscho ge leerden, over Hollandsche kunst. En vooral toen ik den hoogleeraar vertelde dat ik stu dent wae geweest te Amsterdam, geleek ons gesprek: eerder een interview van zijn kant dan van den mijnen. Namen alsHugo deVries, Van der Waals en dergelijke behoefde ik hem natuurlijk niet meer te noemen, terwijl dr. Lanz met enkelen der medische hoogleer- aren zelf kennis had gemaakt. Over dc Hol landers, die hij kende, liet hij zich zeer sym pathiek uit, in 't bijzonder over prof. Rot gans en prof. Korteweg, wiens plaats hij thans gaat innemen. De dokter had het bericht zijner benoe ming geheel onverwacht gekregen. Het offi- ciëele stuk heeft hij nog niet ontvangen, wel een schrijven van de medische faculteit. Offi cieel heeft dr. Lanz dus ook nog niet het aangeboden professoraat aanvaard. Hij denkt over enkele weken naar Amsterdam tc gaan om eens rond te zien en zal dan accep teeren. Hij vroeg me vooral naar de inrich tingen. Toen ik hem vertelde, waarom prof. Korteweg verklaard had Leiden aan te ne men, fronste hij even zijn wenkbrauwen: „Een goede inrichting is voor den chirurg hoofdzaak." Aan het eind van ons onder houd leidde dr. Lanz mij rond in de pri vaat-kliniek, die naar zijn inzichten is ge bouwd. Alles was er keurig. Wat het openbaar verleden van den nieu wen hoogleeraar betreft: Hij werd geboren in 1865. Hij is Zwitser en stamt uit eenc familie van medici. Vader en grootvader wa ren beiden artsen. Zooals in het buitenland gebruikelijk is, studeerde hij aan verschillen de universiteiten en wei tc Geneve, Bern, Leipzig en Berlijn. Promoveeren deed hij weer in Bern. In '87 werd hij benoemd tol prosector bij het onderwijs in de anatomie t/ Bazel. Verder was hij eenigen tijd werkzaar aan een zoölogisch station te Napels cn ging achtereenvolgens in de leer bij Engelsche, Fransche cn Russische chirurgen. Zoo werd hij een bereisd man en keerder in '89 naar Bern terug als assistent van prof. Kochers. In '97 werd hij geneesheer aan do chirurgi sche kliniek, nadat hij reeds in '94 aan de universiteit van Bern als privaat-dooent was toegelaten. Sinds '99 eindelijk werkt dr. Lanz in zijn eigen gebouw, een vriendelijke villa in cene stille buitenbuurt van Bern. Dr. Lanz wil thans reeds beginnen Hollandsch te leeren, hij vroeg mij naar een go^dc grammatica. De Haagsche kroniekschrijver van do ,,N. Gron. Ot." schrijft: Het trekt zeer do aandacht hoezeer onze Koningin zich blijft hoeden voor allo ver moeienissen en hoe weinig H. M. zich bui ten bot palcis vertoont. Aan commentaren natuurlijk geen gebrek. Laat mij er eenvou dig dit van zeggc-n, dat de groote voorzich tigheid, die de jonge Vorstin op dringende aanbeveling van de geneesheeren in acht neemt. zoodat zij zelfs den Prins-Gemaal bij zijn terugkeer uit Mecklenburg niet af haalde, zich er mee tevreden stellende hem, met kinderlijke vreugde cn uitbundige har telijkheid in den bovencorridor van 't paleis afwachtende cn te gemoet komende, geen reden hoegenaamd geeft tot ecnigc bezorgd heid over haar gezondheid. H. M. neemt in krachten toe, is opgewekt, houdt zich voort durend met haar rcgeerings-arbcid bezig en volgt alleen de adviezen van dc doctoren 'ötipteLjk op om voor alle eventualiteit zich voor elk zelfverwijt te vrijwaren. Hoezeer overigens dc Koningin meeleeft in de poli tieke gebeurtenissen, bleek dezer dagen, to r do quaestie van de Ned^rlandsch-BrkscbeT nota's aan de orde was. H. M. werd door dc Regecring jvan den aanvang af op dc hoogte gehouden van cn gaf haar volledige in stemming niet alleen, doch ook haar oprechte ingenomenheid to kennen met den stap, dien ik mag het nu wel zeggen, op initiatief van den premier door den minis ter van buitenlandscbe zaken namens 't ge- heelc Kabinet werd gedaan. De Rogeering wist daarmede niet alleen aan do zaak van onze stamgenooten in Zuid-Afrika cn aan de humaniteit een loffelijke-, maar ook aan dc beminde draagster van Nccrland's kroon, die onder de gruwelen van den afgrijslijken oorlog daar ginds werkelijk gebukt gaat. een welgevallige daad tc verrichten. Met on geduld wachtte de Koningin alle mcd<xlcp- lingen af en nog vóór dat de nota der Engel sche, regcering officieel aan onzen minister van buitenlandscbe zaken was overhandigd, had baron Melvil van Lijnden, officieus van den inhoud op de hoogte gesteld, dezen aan H. M. medegedeeld. De Koningin was teleur- De jonge luitenant. 5) Hij wist, hoezeer zyn moeder gehecht was ,aan goeden toon en ftfne manieren, en de gedachte, dat hy zich zoo alledaagsch en on beduidend aan haar voordeed, was hem on draaglijk en snoerde hem de keel dicht. Eindelek nam mevrouw d'Epervans, op de pendule ziende, het woord: „'t Is negen uur. Gij zult wel vermoeid zijn van de reis en morgen hebben wij tijd om te praten." Zij reikte hem een blaker toe; Guy kwam naderby om zijn moeder te omhelzen, zij stak hem haar wang toe, doch gaf hem zijn kus niet terug. Zeer ontmoedigd ging hij naar zijn kamer. Lang nog hoorde hjj zijn moeder door hot ,huis drentelen met de zenuwachtige gejaagd heid van menschen, die niet kunnen slapen. Boven zyn hoofd snorkte de oude dienstbode onder de dakpannen. Hij stak een sigaar op en bleef een halfuurtje rooken. Dit wekte hem i wat op, hij schreef zyn neerslachtigheid toe aan zijn physibke vermoeidheid, hij begaf zich derhalve ter ruste en sliep weldra in. Den volgenden morgen was het weder even guur, de regen hield acht dagen aan; waagde Guy het een loopje in den tuin te doen, dan ,2onk hij tot aan do enkels in de modder. De rozen ontbladerden door de geweldige stort-, Buien en de reseda verloor haar geur. Behalve de pastoor kwam er niemand en toen de week om was, bedacht Guy met «duik, dat er nog twee weken waren, die hy op dezelfde wijze zou moeten doorbrengen. Zjjn 6chuldeischers, die wisten, dat hij thuis was, wilden deze gelegenheid, om aan geld te komen, niet voorbij laten gaan en maanden hem telkens dringender aan; reeds eenmaal had mevrouw d'Epervans onheilspellend de wenkbrauwen gefronst, toen do postbode ver schillende brieven voor Guy bracht, wat weinig goeds beloofde, nu hy zich .gedwongen zag met zijn geheim voor den dag te komen. Op zekeren morgen nam hy zich voor niet langer te dralen, doch zyn moeder over de bewuste zaak te spreken. Juist, toen hy tot dit besluit gekomen was, ontmoette hy haar in den tuin. Met gebogen hoofd, do oogen neergeslagen, sprak hy haar aan en deelde haar mede, wat hy op het hart had. Mevrouw d'Epervans zei geen woord; maar toen haar zoon uitgesproken had, nam ze plaats op een bank aan den ingang van den tuin. Haar breedgeranden tuinhoed had zy diep over de oogen getrokken, zoodat Guy van haar gelaat niets dan den mond met de dunne, opeengeperste lippen kon onderscheiden. Haar kleine magere handen rustten op haar knieön en met bewogen stem, biykbaar met inspan ning, zeide zo schier fluisterend: „Ik zal be talen. Nog dezen avond kunt ge het geld per post zenden. Ik zeg u enkel, dat gy het nimmer weer behoeft te probeeren; gy kunt er op rekenen, dat ik u nimmer weer helpen zou." „Ik beloof u, moeder, het niet weer te zullen doen ik dank u Hy wilde meer zeggen, maar de woorden stierven op zyn lippen. Mevrouw d'Epervans was opgestaan on met haastige schreden liep zy naar huis, Beschaamd volgde Guy haar. Zy liep het salon door, keerde zich plotseling om en zei byna ruw: „Biyf daar. Ik ga halen wat gy noodig hebt." „Vandaag behoeft het echter niet," stamelde Guy. „Ik zou u niet gaarne in ongelegenheid brengen „My in ongelegenheid brengen 1" riep zy spottend uit. H't Biyft precies geiyk of ik het vandaag of morgen doe." „Zoo'n haast heeft het niet." „Men moet zich altyd haasten zyn schulden te betalen, als raon het ongeluk gehad heeft ze te maken." Guy beproefde te glimlachen en waagde te zoggen: „De meeste jongelui doen het." „Ryke jongelui", zei mevrouw d'Epervans, terwyl zy de deur achter zich sloot. „Dat ik niet ryk ben, komt omdat men my niets geeft", dacht hy onwillekeurig. My n vader moot toduvel eenig vermogen nagelaten hebben want zyn broer, myn oom, is ryk. Men heeft my nooit over myn vaderlyk erf deel gesproken." Voor de eerste maal kwam die gedachte in hem op, juist in dit oogenblik. Hy maakte zichzelf een verwyt over zyn ondankbaarheid. Zyn moeder kwam binnen en reikte hem eenige bankbiljetten toe. Hy nam ze aan en wilde haar nogmaals bedanken, doch mevrouw d'Epervans viel hem in de rede: „Laten wy er niet meer over spreken, ge kunt my uw goede voornemens toonen door zo in practyk te brengen. Denk er wel aan, dat men, als men zich na de eerste fout niet verbetert, onverbeteriyk is." „Ik geloof, dat ik voorgoed genezen ben", zuchtte hy, nog huiverende van den door- geBtanen angst. In het byzyn van zyn moeder deed hy het geld in een couvert, adresseerde dat aan een zyner vrienden, wien hy de betaling opdroeg, en ging zelf den brief naar de post brengen. IV. Toen hy terugkwam om te ontbyten, had hy de beste voornemens gemaakt en boy verde hy zich zyn moeder allerlei kleine oplettend heden te bewyzen. Zy scheen een weinig opgeruimder en op byna vriendelyken toon zeide zy: „Uw oom en uw nicht, als ik ze zoomaar noemen mag, komen van middag met den trein van óón uur terug; ik heb hun rytuig zien voorbykomen, dat naar het station ging om hen te halen." „Waariyk", riep Guy uit, „dat doet me pleizier. 'tls wel honderd jaar geleden, dat ik ze gezien heb. Komen zy dikwyis op Epervans?" „Tegonwoordig zyn zy er byna altyd. Jeanne's grootmoeder, by wie zy zoo dikwyis logeerde, is dezen winter overleden. Al weer een mooie erfenis voor haar." Het gelaat van movrouw d'Epervans betrok, doch Guy lette er niet op. Het kasteel bewoond lDan kwam er toch wat leven, wat opgewoktheid de een tonigheid verbreken 1 Niet, dat Jeanne aangename herinneringen by hem had achtergelaten, och neen, by kon zich haar niet eens meer precies voorstellen. Daar zy de voordochter was van de tweede vrouw van zyn oom, had hy eerst later kennis met haar gemaakt. Nadat zy haar moeder had verloren, had men het kind op een kostschool gedaan en zy kwam eerst voorgoed thuis, toen Guy de wereld in ging. Slechts éón- of tweemalen hadden zy elkaar later ontmoet, hy was destyds nog een echte lummel, terwyl zy reeds een jonge dame was. „Ziet u myn nicht dikwyis?" „Dat gaat nogal. Zy is heel aardig voor my, zy zal nooit in het dorp komen, zonder even hier aan te wippen." „Is zy lief?" „Ik kan haar niet anders dan pryzenhaar stiefvader althans is nooit zoo hartoiyk voor my geweest." „Is zy mooi?" „Niet mooi, ook niet leelyk. Zy is niets veranderd." „Maar zy moet nog lieel jong zyn?" „Zy is zea maanden ouder dan gij." „Dan ia zy byna drie en twinlig. Maar waarom is zy niet getrouwd?" „Daar weet ik niets van. Ik denk, dat zy geen party naar haar zin heeft kunnen doen." „Ik dacht, dat dit vanzelf kwam als men ryk is." „Als men daarby veeleischend is, dan wordt het lastiger." „Is zy zoo veeleischend?" „Ik veronderstel hotMaar zy heeft my nooit vertrouwelyke mededeelingen gedaan en wy zyn niet op zoo'n intiemen voot, dat ik my om haar toekomst bekommoren zou." „Waarom is u niet zoo intiem met haar? Wy zyn nu toch familie, al is het maar aan getrouwd." Verrast over deze vermetele vraag, keek mevrouw d'Epervans haar zoon streng aan en zeide op bitteren toon: „Met sommige bloed verwanten i3 men minder thuis dan met vreemden, en het is dikwyis beter, dat men zich op een afstand houdt, als men veroor deeld is, om in hun nabyheid te leven, terwyl men arm en zy te uwen koste ryk zyn." {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1