N#. 12874-
Dinsdag 11 Februari.
A0. 1902.
§eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
FEUILLETON.
LEIDSCH
DACrBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
i Voor Loiden por 8 maanden, 1A0.'
7Ruiten Leiden, per looper en waar agenten gerestlgd zijn 1-30
Franco per post o 1-65-
PRIJS DER ADVERTENHËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 11 Februari.
Door do af deeling Leiden van het Al
gemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond
is aan de besturen der leidende vercenigin-
j gen alhier de volgende circulaire, verzonden.
Gedurende den laatsten tijd houdt een
.belangrijk feit veler hoofd en hart bezig: de
jwerkstaking en uitsluiting te Enschcdce.
i Veler hoofd, waar het dc vraag stelt: Zul
len recht en billijkheid hier zegevieren?
Veler hart, waar hot mcdcvoelt, hoe hon
derden gezinnen in een bangen winter dc
risico van een ongolijken strijd 01^ recht
moeten dragen.
En we durven zeggen, hier is het recht aan
de zijde der arbeiders. Ieder leeft dan ook
in hun rechtvaardigen strijd mede ©n is den
stakers en uitgeslotenen goed gezind. Wijzen
wij er slechts op, hoo verschillende richtin
gen, ook dc Ned. R.-K. Volksbond en Pa-
triinonium, het voor hen opnemen. Zóó
treedt deze quaestie op den voorgrond, dat
onze minister-president, dr. A. Kuyper, zijn
bemiddeling aanbood, om den strijd te be
slechten.
De stakers namen haar aan, doch de werk
gevers verwierpen haar en wenschten den
'strijd vol te houden. Nog meer In een dezer
dagen gehouden vergadering der iDdustrièe-
"len uit hot nijverheidsgebied Twen te "ver
klaarden dezen zich solidair.
Een bange strijd dus van oen toch niet zoo
iruim beloonde arbeidersbevolking in een han-
:gen tijd. Een strijd van recht tegen macht.
Al zijn wij machteloos om direct in tc grij
pen, toch kunnen wij liiei* hulp vcrleencn:
d. i. de stakers financieel steunen; helpen
hun gezinnen zooveel mogelijk voor gebrek fce_
behoeden, opdat do angst voor vrouw en
kinderen, de vrees voor ondergang van bet
gezin, den stakers niet dwingen hun recht
vaardigen strijd op te geven.
Door daden kunnen wij hier onze sympa
thie met ben tooncn.
Daartoe doet dc afdeding Leiden van heb
'AIgemcen Nederlandsch Werklieden-Verbond
;een beroep op uw vereeniging, om. krachtig
door samenwei'king, middelen te beramen,
'ten einde den stakers steun te vorleencn.
Maardo staking kan door omstandig
heden van buiten af iodc.ren dag in een nieu-
wen toestand komen. Ook ten nadeele der
'arbeiders, als de verleende steun onvoldoen
de is. Hier is dus spoed -gewenscht.
Helpt ons dus, om met ons allen zoo spoe
dig mogelijk gemeen overleg te kunnen ple
gen, en zendt ons uw antwoord vóór lJt Febr.
a. 8., opdat wij een gecombineerde vergade
ring kunnen beleggen.
Wij rekenen op u aller gewaardeerde me
dewerking, om tot een flink resultaat te kun-
Pen komen."
Dezelfde vereeniging zond dezer dagen ook
een circulaire rond, ten einde van verschil
lende vereenigingen medewerking ie verkrij
gen in zake „Vervroegde Winkelsluiting".
,Een voorloopigc gecombineerde vergadering
izal worden gehouden, ten einde een comité
jte vormen en middelen to beramen, om dat
.'doel te bereiken. De aangeschreven vereeni
gingen zeiden haar steun toe.
I; Heden ontvingen wij het verslag van
de Christelijke Vereeniging voor Zieken
verpleging ,,Hct Diakonessen'nuis" te
■Leiden.
Daarin lezen wij o. a. bet volgende:
,,ïn Juni 1897 werd tc Leiden een huis,
gelegen aan het Plantsoen, voor Diakoncs-
senhuis ingericht en aan zijn bestemming
gewijd. Hier begon dc werkzaamheid der
Vereeniging tot ziekenverpleging „Het Dia-
konessenhuis" met een paar zusters. Over
weinig krachten beschikkend, heeft het ge
daan wat in zijn vermogen was, om binnen -
en buitenshuis helpend en verzorgend op
te treden.
In het laatste boekjaar, van 1 Juni 1900
tot 31 Mei 1901, werden in huis verpleegd
23 personen over 763 dagen. Buitenshuis
hadden wij 828 doorloopende vcrplegingen
over 30 personen; 223 dagverplegingen over
18 personen; 278 nachtverplegingen over 26
personen; en hebben wij bovendien 311-maal
hulp kunnen betoonen aan 22 personen, die
geen vaste verpleging behoefden. Een onzer
zusters hielp bovendien in de wijkverple
ging „Phebe".
Hoeveel er geschikt en geplooid moest
worden door onze besturende zuster om zoo
veel mogelijk te voldoen aan de aanvragen
om hulp is tc begrijpen, als men nagaat dat
drie zustors elders in opleiding waren en er
met de voorproefzusters mee slechts zes be
schikbaar bleven. Toch moesten wij nog
meermalen aanvragen om hulp afslaan. Het
is een reden tot dank hierbij to kunnen ver
melden dat de zusters met opgewektheid do
haar aangewezen taak opvatten; nog meer,
dat op dezen arbeid kennelijk zegen rustte.
18 Nov. j.l. verlieten de zusters en de zie
ken bet huisje op het Plantsoen voor liet
ruime gebouw op den Singel.
Maar het oudste kind heeft de eerste
liefde. Daarom zal het niemand bevreemden
dat wij zelfs op dien blijden dag diep ge
voelden „Scheiden thut web". Dit onder
vonden allen die in nauwe betrekking ge
staan hebben tot dat kleine Diakonessen-
liuis, dc besturende zuster, dc zusters, de
zieken, de buren, dc vrienden.
Onze besturende zustor verliet ons om als
gemeentezuster werkzaam te. zijn. Daar wij
vier cn een half jaar lief en leed met haar
hadden gedeeld, viel dit scheiden zwaar.
Veel dank zijn wij haar verschuldigd voor
alles wat zij voor het Huis was en deed.
Een onzer proefzusters moest ons ver
laten om gezondheidsredenen.
En nu behoort de geschiedenis van dit
kleine huis al weder tot het verleden."
Den 19den Nov. j.l. werd het nieuwe ge
bouw tot zijn bestemming gewijd, waarvan
wij toen ter tijd reeds een uitvoerig verslag
gaven.
En dan lezen we verder:
Zuster Bouvin kwam slechts inrichten en
keert in April weer terug tot haar eigen
werkkring. Wie zal „den staf liefelijkheid"
uit hare hand overnemen? Rustig cn opge
wekt doet ieder zijn plicht.
Wat de financiën betreft, hadden bestuur-
deren wei de bouwsom bijeen, vóór zij den
bouw aanvingen; maar op een bij rekening
van bijna f 6000 was niet gerekend. Slechts
een post van ƒ750 was daarvoor uitge
trokken.
En dan een inrichting naar den eisch des
tijds; en dit zegt wafcl
Een enkel woord van oprechten dank
wordt ook gebracht aan de directrices van
verschillende Zusterhuizen, die van raad
dienden, ook waar het gold den eisch van
den tijd met dien der zuinigheid in overeen
stemming to brengen. Een woord van dank
mede aan dr. Bierens dc Haan, die met
groote zorgvuldigheid den inkoop der in
strumenten op zich nam. Maar hoe zorgvul
dig ook alle onnoodigc uitgaven zijn ver
meden, de inrichting alleen komt te staan
oil ongeveer f 16,000. Hiervoor ontving
men aan giften bijna 4500, terwijl een ba
zaar, gehouden in Maart j.L, ruim ƒ1100
opbracht, waarvan 1000 vloeiden in de
kas voor de inrichting. Bestuurderen staan
dus voor een tekort van do bij rekening van
den bouw groot 5000; voor een tekort in
de kas der inrichting van ruim 10,500, tc
zamen 15,500. En zij hadden zoo gehoopt
scbuldvrij te openen.
Ieder die weet wat een zieke kost, of die
wel eens een blik sloeg in de statistieken
vaD andere ziekenhuizen, zal gevoelen dat
blijvende steun noodzakelijk is tot instand
houding der Inrichting. Het verblijdt be
stuurderen dan ook zeer mede te kunnen
declen, dat er een linnenfonds is opgericht
onder presidium van mevrouw Chantepie
de la Saussaye, dat zich ten doel stelt dc
linnenkast te voorzien van het noodigste.
Bij de door den architect den heer D.
Veilbricf alhier gehouden aanbesteding
voor het verbouwen van bet perceel Boter
markt 17 waren de volgende inschrijvingen
ingekomen: J. van Riet 3290, J. Th. Bik
3370, J. Zitman 3397, J. van Klaveren
3420, J. Ckristiaan8e ƒ3450, O. J. de Nie
ƒ3432, Jacs. Bink ƒ3483 en O. van Egmond
5725, allen te Leiden.
De 1ste luit. W. Petfcer, van het 4de reg.
inf. te Leiden wordt tijdelijk ter beschikking
gesteld van den waarnemenden hoofdofficier
voor heb reserve-kader te 's-Gravenhage.
Daar heb meermalen is gebleken, dat
oud-militairen onkundig zijn, dat zij legen
afstand van het hun toekomend militair
pensioen in het Invalidenhuis te Leidon
kunnen worden opgenomen, hetgeen tot
hun betere verzorging kan leiden, verzoekt
dc te 's-Gravcnkage gevestigde districts
commissie van heb Fonds van den Gewa-
penden Dienst, de aandacht van oud-mili
tairen hierop te willen vestigen. Het Inva
lidenhuis, con in 1815 gestichte inrichting,
stelt zich ten doel, om den gewezen militair
onder toekenning van een soldij een
goeden en aangenamen levensavond te ver
zekeren.
Aan de opneming' zijn o. a. als voorwaar
den verbondenoverlegging van de pen-
sioenakte en van een bewijs van goed ge
drag, afgegeven door den burgemeester*.
Aanvragen tot opneming behooren vracht
vrij gericht te worden aan meergenoemde
commissie, waarvan secretaris is de heer L.
P. van der Heijden, Van-Galen-straat 58, te
's-Gravenhage.
Het „Algemeen Ned. Werklieden-Ver
bond" zal Zondag 30 en Maandag 31 Maart
te Amsterdam zijn algemeen© vergadering
houden.
Het Centraal bestuur stelt voor, dat de al
gemeen© vergadering zal besluiten: lo. Het
Alg. Ncd. Werklieden-Verbond plaatst zich
op het vrijzinnig-democratisch standpunt;
2o. De vergadering benoemt een commissie
voor het ontwerpen van een Beginselverkla
ring en een Werkprogram.
Verder zullen een aantal andere onderwer
pen worden behandeld, o. a.Middelen om
tegen te gaan, dat ambtenaren of hun huis-
genooten handel drijven en daardoor andere
handelaren benadeelen. Wenschelijkheid, dat
alle vereenigingen zich zooveel mogelijk ont
houden van vergaderen op Zondag; aandrin
gen bij de Regeering op staats peneion ncering
zonder bijdrage der werklieden, van oude en
invalide werklieden. Aan dringen op een wet
tot oplegging van de verplichting om bepa
lingen op te nemen omtrent maximum-ar
beidstijd en minimum-loon in bestekken van
aanbestedingen van rijk, provinciën, gemeen
ten, zoo mogelijk ook van polderbesturen,
waterschappen en dergelijke Openhouden
der stembus tot 's avonds 8 uren. Verbod van
veldarbeid voor getrouwde vrouwen. Wen
schelijkheid van de oprichting voor leden
van het Verbond van een ondersteunings
fonds bij overlijden. Aandringen bij de re-
georing op voldoende controle op fabrica
tie en verkoop van levensmiddelen. Bevor
deren, dat de leden-1 andbouwarbeiders be
schikken kunnen over een lapje grond tegen
den minst kostonden huurprijs. Aandringen
bij de regeering op een maximalen arbeids
dag en een minimum-loon. Aandringen op
vermindering van uitgaven voor oorlog en
marine. Aandringen op spoedige invoering
der wettelijke regeling van het arbeidscon
tract. Tegengaan van werken voor particu
lieren in gevangenissen en andere rijksinstel
lingen. Voortgaan met ijveren voor algemeen
kies- en stemrecht en aansluiten bij het Lan
delijk Comité voor algemeen kiesrecht. Nog
maals aandringen op spoedige inwerking
treding van art. 1 der Ongevallenwet. Ver
goeding van overheidswege, zoo noodig, van
loonderving van dc leerlingen der vakscho
len.
Hef: ccntraal-bestuur van het Alg. Ned.
Werklieden-Verbond bestaat uit de heeren B.
II. Heldt, voorzitter; C. H. Kouw, vicc-voor-
zitter; J. Mussert, 1ste secretaris; J. van
Veen Sr., 2de secretaris; G. A. Aalderink,
penningmeester; J. J. de Vos, adj. penning
meester; J. Kok te Amsterdam; D. Nanning
te Appingedam; en D. dc Klerk te Rotter
dam.
Een correspondent van de „N. R. C."
heeft te Bern den nieuw benoemden hoog-
lceraar aan de Amsberdamsche universiteit,
dr. Otto Lanz, opgezocht en deelt o.m. hot
volgende mede:
Prof. Lanz is een man in dc kracht van
zijn jaren, met een sympathiek en ernstig
voorkomen, zooal9 wij dat graag in den me
dicus wenschen, een paar schrandere oogen
en een langen dunnen lichtbruinen baard.
Hij liet mij de keuze tusschen Fransch of
Duitsch; Hollandsch verklaarde hij tot zijn
spijt niet te kennen. Hij bleek me een aaiv
genaam causeur. We spraken over zoowat
alles, over Hollandsch, over Hollandscho ge
leerden, over Hollandsche kunst. En vooral
toen ik den hoogleeraar vertelde dat ik stu
dent wae geweest te Amsterdam, geleek ons
gesprek: eerder een interview van zijn kant
dan van den mijnen. Namen alsHugo deVries,
Van der Waals en dergelijke behoefde ik
hem natuurlijk niet meer te noemen, terwijl
dr. Lanz met enkelen der medische hoogleer-
aren zelf kennis had gemaakt. Over dc Hol
landers, die hij kende, liet hij zich zeer sym
pathiek uit, in 't bijzonder over prof. Rot
gans en prof. Korteweg, wiens plaats hij
thans gaat innemen.
De dokter had het bericht zijner benoe
ming geheel onverwacht gekregen. Het offi-
ciëele stuk heeft hij nog niet ontvangen, wel
een schrijven van de medische faculteit. Offi
cieel heeft dr. Lanz dus ook nog niet het
aangeboden professoraat aanvaard. Hij
denkt over enkele weken naar Amsterdam tc
gaan om eens rond te zien en zal dan accep
teeren. Hij vroeg me vooral naar de inrich
tingen. Toen ik hem vertelde, waarom prof.
Korteweg verklaard had Leiden aan te ne
men, fronste hij even zijn wenkbrauwen:
„Een goede inrichting is voor den chirurg
hoofdzaak." Aan het eind van ons onder
houd leidde dr. Lanz mij rond in de pri
vaat-kliniek, die naar zijn inzichten is ge
bouwd. Alles was er keurig.
Wat het openbaar verleden van den nieu
wen hoogleeraar betreft: Hij werd geboren
in 1865. Hij is Zwitser en stamt uit eenc
familie van medici. Vader en grootvader wa
ren beiden artsen. Zooals in het buitenland
gebruikelijk is, studeerde hij aan verschillen
de universiteiten en wei tc Geneve, Bern,
Leipzig en Berlijn. Promoveeren deed hij
weer in Bern. In '87 werd hij benoemd tol
prosector bij het onderwijs in de anatomie t/
Bazel. Verder was hij eenigen tijd werkzaar
aan een zoölogisch station te Napels cn ging
achtereenvolgens in de leer bij Engelsche,
Fransche cn Russische chirurgen. Zoo werd
hij een bereisd man en keerder in '89 naar
Bern terug als assistent van prof. Kochers.
In '97 werd hij geneesheer aan do chirurgi
sche kliniek, nadat hij reeds in '94 aan de
universiteit van Bern als privaat-dooent was
toegelaten.
Sinds '99 eindelijk werkt dr. Lanz in zijn
eigen gebouw, een vriendelijke villa in cene
stille buitenbuurt van Bern. Dr. Lanz wil
thans reeds beginnen Hollandsch te leeren,
hij vroeg mij naar een go^dc grammatica.
De Haagsche kroniekschrijver van do
,,N. Gron. Ot." schrijft:
Het trekt zeer do aandacht hoezeer onze
Koningin zich blijft hoeden voor allo ver
moeienissen en hoe weinig H. M. zich bui
ten bot palcis vertoont. Aan commentaren
natuurlijk geen gebrek. Laat mij er eenvou
dig dit van zeggc-n, dat de groote voorzich
tigheid, die de jonge Vorstin op dringende
aanbeveling van de geneesheeren in acht
neemt. zoodat zij zelfs den Prins-Gemaal
bij zijn terugkeer uit Mecklenburg niet af
haalde, zich er mee tevreden stellende hem,
met kinderlijke vreugde cn uitbundige har
telijkheid in den bovencorridor van 't paleis
afwachtende cn te gemoet komende, geen
reden hoegenaamd geeft tot ecnigc bezorgd
heid over haar gezondheid. H. M. neemt in
krachten toe, is opgewekt, houdt zich voort
durend met haar rcgeerings-arbcid bezig en
volgt alleen de adviezen van dc doctoren
'ötipteLjk op om voor alle eventualiteit zich
voor elk zelfverwijt te vrijwaren. Hoezeer
overigens dc Koningin meeleeft in de poli
tieke gebeurtenissen, bleek dezer dagen, to r
do quaestie van de Ned^rlandsch-BrkscbeT
nota's aan de orde was. H. M. werd door dc
Regecring jvan den aanvang af op dc hoogte
gehouden van cn gaf haar volledige in
stemming niet alleen, doch ook haar
oprechte ingenomenheid to kennen met den
stap, dien ik mag het nu wel zeggen, op
initiatief van den premier door den minis
ter van buitenlandscbe zaken namens 't ge-
heelc Kabinet werd gedaan. De Rogeering
wist daarmede niet alleen aan do zaak van
onze stamgenooten in Zuid-Afrika cn aan
de humaniteit een loffelijke-, maar ook aan
dc beminde draagster van Nccrland's kroon,
die onder de gruwelen van den afgrijslijken
oorlog daar ginds werkelijk gebukt gaat.
een welgevallige daad tc verrichten. Met on
geduld wachtte de Koningin alle mcd<xlcp-
lingen af en nog vóór dat de nota der Engel
sche, regcering officieel aan onzen minister
van buitenlandscbe zaken was overhandigd,
had baron Melvil van Lijnden, officieus van
den inhoud op de hoogte gesteld, dezen aan
H. M. medegedeeld. De Koningin was teleur-
De jonge luitenant.
5)
Hij wist, hoezeer zyn moeder gehecht was
,aan goeden toon en ftfne manieren, en de
gedachte, dat hy zich zoo alledaagsch en on
beduidend aan haar voordeed, was hem on
draaglijk en snoerde hem de keel dicht.
Eindelek nam mevrouw d'Epervans, op de
pendule ziende, het woord:
„'t Is negen uur. Gij zult wel vermoeid zijn
van de reis en morgen hebben wij tijd om te
praten."
Zij reikte hem een blaker toe; Guy kwam
naderby om zijn moeder te omhelzen, zij stak
hem haar wang toe, doch gaf hem zijn kus
niet terug. Zeer ontmoedigd ging hij naar zijn
kamer.
Lang nog hoorde hjj zijn moeder door hot
,huis drentelen met de zenuwachtige gejaagd
heid van menschen, die niet kunnen slapen.
Boven zyn hoofd snorkte de oude dienstbode
onder de dakpannen. Hij stak een sigaar op
en bleef een halfuurtje rooken. Dit wekte hem
i wat op, hij schreef zyn neerslachtigheid toe
aan zijn physibke vermoeidheid, hij begaf zich
derhalve ter ruste en sliep weldra in.
Den volgenden morgen was het weder even
guur, de regen hield acht dagen aan; waagde
Guy het een loopje in den tuin te doen, dan
,2onk hij tot aan do enkels in de modder. De
rozen ontbladerden door de geweldige stort-,
Buien en de reseda verloor haar geur.
Behalve de pastoor kwam er niemand en
toen de week om was, bedacht Guy met
«duik, dat er nog twee weken waren, die hy
op dezelfde wijze zou moeten doorbrengen.
Zjjn 6chuldeischers, die wisten, dat hij thuis
was, wilden deze gelegenheid, om aan geld te
komen, niet voorbij laten gaan en maanden
hem telkens dringender aan; reeds eenmaal
had mevrouw d'Epervans onheilspellend de
wenkbrauwen gefronst, toen do postbode ver
schillende brieven voor Guy bracht, wat weinig
goeds beloofde, nu hy zich .gedwongen zag
met zijn geheim voor den dag te komen.
Op zekeren morgen nam hy zich voor niet
langer te dralen, doch zyn moeder over de
bewuste zaak te spreken.
Juist, toen hy tot dit besluit gekomen was,
ontmoette hy haar in den tuin.
Met gebogen hoofd, do oogen neergeslagen,
sprak hy haar aan en deelde haar mede, wat
hy op het hart had.
Mevrouw d'Epervans zei geen woord; maar
toen haar zoon uitgesproken had, nam ze
plaats op een bank aan den ingang van
den tuin.
Haar breedgeranden tuinhoed had zy diep
over de oogen getrokken, zoodat Guy van
haar gelaat niets dan den mond met de dunne,
opeengeperste lippen kon onderscheiden. Haar
kleine magere handen rustten op haar knieön
en met bewogen stem, biykbaar met inspan
ning, zeide zo schier fluisterend: „Ik zal be
talen. Nog dezen avond kunt ge het geld per
post zenden. Ik zeg u enkel, dat gy het nimmer
weer behoeft te probeeren; gy kunt er op
rekenen, dat ik u nimmer weer helpen zou."
„Ik beloof u, moeder, het niet weer te zullen
doen ik dank u
Hy wilde meer zeggen, maar de woorden
stierven op zyn lippen.
Mevrouw d'Epervans was opgestaan on met
haastige schreden liep zy naar huis,
Beschaamd volgde Guy haar. Zy liep het
salon door, keerde zich plotseling om en zei
byna ruw: „Biyf daar. Ik ga halen wat gy
noodig hebt."
„Vandaag behoeft het echter niet," stamelde
Guy. „Ik zou u niet gaarne in ongelegenheid
brengen
„My in ongelegenheid brengen 1" riep zy
spottend uit. H't Biyft precies geiyk of ik het
vandaag of morgen doe."
„Zoo'n haast heeft het niet."
„Men moet zich altyd haasten zyn schulden
te betalen, als raon het ongeluk gehad heeft
ze te maken."
Guy beproefde te glimlachen en waagde te
zoggen: „De meeste jongelui doen het."
„Ryke jongelui", zei mevrouw d'Epervans,
terwyl zy de deur achter zich sloot.
„Dat ik niet ryk ben, komt omdat men
my niets geeft", dacht hy onwillekeurig. My n
vader moot toduvel eenig vermogen nagelaten
hebben want zyn broer, myn oom, is ryk.
Men heeft my nooit over myn vaderlyk erf
deel gesproken."
Voor de eerste maal kwam die gedachte
in hem op, juist in dit oogenblik. Hy maakte
zichzelf een verwyt over zyn ondankbaarheid.
Zyn moeder kwam binnen en reikte hem
eenige bankbiljetten toe.
Hy nam ze aan en wilde haar nogmaals
bedanken, doch mevrouw d'Epervans viel hem
in de rede: „Laten wy er niet meer over
spreken, ge kunt my uw goede voornemens
toonen door zo in practyk te brengen. Denk
er wel aan, dat men, als men zich na de
eerste fout niet verbetert, onverbeteriyk is."
„Ik geloof, dat ik voorgoed genezen ben",
zuchtte hy, nog huiverende van den door-
geBtanen angst.
In het byzyn van zyn moeder deed hy
het geld in een couvert, adresseerde dat aan
een zyner vrienden, wien hy de betaling
opdroeg, en ging zelf den brief naar de post
brengen.
IV.
Toen hy terugkwam om te ontbyten, had
hy de beste voornemens gemaakt en boy verde
hy zich zyn moeder allerlei kleine oplettend
heden te bewyzen.
Zy scheen een weinig opgeruimder en op
byna vriendelyken toon zeide zy:
„Uw oom en uw nicht, als ik ze zoomaar
noemen mag, komen van middag met den
trein van óón uur terug; ik heb hun rytuig
zien voorbykomen, dat naar het station ging
om hen te halen."
„Waariyk", riep Guy uit, „dat doet me
pleizier. 'tls wel honderd jaar geleden, dat
ik ze gezien heb. Komen zy dikwyis op
Epervans?"
„Tegonwoordig zyn zy er byna altyd.
Jeanne's grootmoeder, by wie zy zoo dikwyis
logeerde, is dezen winter overleden. Al weer
een mooie erfenis voor haar."
Het gelaat van movrouw d'Epervans betrok,
doch Guy lette er niet op.
Het kasteel bewoond lDan kwam er
toch wat leven, wat opgewoktheid de een
tonigheid verbreken 1
Niet, dat Jeanne aangename herinneringen
by hem had achtergelaten, och neen, by kon
zich haar niet eens meer precies voorstellen.
Daar zy de voordochter was van de tweede
vrouw van zyn oom, had hy eerst later kennis
met haar gemaakt.
Nadat zy haar moeder had verloren, had men
het kind op een kostschool gedaan en zy kwam
eerst voorgoed thuis, toen Guy de wereld in
ging. Slechts éón- of tweemalen hadden zy
elkaar later ontmoet, hy was destyds nog een
echte lummel, terwyl zy reeds een jonge
dame was.
„Ziet u myn nicht dikwyis?"
„Dat gaat nogal. Zy is heel aardig voor
my, zy zal nooit in het dorp komen, zonder
even hier aan te wippen."
„Is zy lief?"
„Ik kan haar niet anders dan pryzenhaar
stiefvader althans is nooit zoo hartoiyk voor
my geweest."
„Is zy mooi?"
„Niet mooi, ook niet leelyk. Zy is niets
veranderd."
„Maar zy moet nog lieel jong zyn?"
„Zy is zea maanden ouder dan gij."
„Dan ia zy byna drie en twinlig. Maar
waarom is zy niet getrouwd?"
„Daar weet ik niets van. Ik denk, dat zy
geen party naar haar zin heeft kunnen doen."
„Ik dacht, dat dit vanzelf kwam als men
ryk is."
„Als men daarby veeleischend is, dan wordt
het lastiger."
„Is zy zoo veeleischend?"
„Ik veronderstel hotMaar zy heeft my
nooit vertrouwelyke mededeelingen gedaan en
wy zyn niet op zoo'n intiemen voot, dat ik
my om haar toekomst bekommoren zou."
„Waarom is u niet zoo intiem met haar?
Wy zyn nu toch familie, al is het maar aan
getrouwd."
Verrast over deze vermetele vraag, keek
mevrouw d'Epervans haar zoon streng aan en
zeide op bitteren toon: „Met sommige bloed
verwanten i3 men minder thuis dan met
vreemden, en het is dikwyis beter, dat men
zich op een afstand houdt, als men veroor
deeld is, om in hun nabyheid te leven, terwyl
men arm en zy te uwen koste ryk zyn."
{Wordt vervolgd.)