M 1^869 "Woensdag 5 Febrn arï. A«. 1902. §eze Courant wordt dagelijks, met aitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Oe Nederlandsche cn de Engelselic uota. jjajs-aawt- '.""rH'S.ktd.°".'°ï Leiden, 5 Februari. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: t Voor Leiden por 8 maanden; S I w pm j \f i.io.' 'i Bniton Laiden, por Iooper en waar agonten gereetigd z|]n 1.80 1.65- Franco per post PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het Incasseeren buiten de stad wordt f 0.06 berekend. fj Vonnis genomen to hebben van de Na kennis g Regeering, om vnj- wcigenng der goven voor de gedelegeerden der ^^^^fteyn» "uftn ander antwoord verwacht had k EnCzou °iedteveèl gX^bbon indien het voorstel aangenomen waal wect +on <yp^n einde gemaakt hebben. De oorlog zou nog maanden voortgezet liin en wat zou intusschcn plaats grijpen Een bespreking tusichen de veracbillende to- ■len der Boerenregeeringcn of ze zich wil •.overgeven op voorwaarden, die geen voor- iW Het^W^acht Chamberlains onverzoenlip 'te hardheid het best voor de toekomst der •Roeren Overgaaf zonder voorwaarden laat Boeren geheel vrij. Gelijk Schalk Burger schreef „ze laat hen ongebonden door eenig i zedelijke verplichting en stelt hen in staat i plannen voor to ebereiden voor herovering Dafchlmtevla'in en Milner dit niet mrten ia geheel in het voordeel van de tookomst ■^^u^^^edoeide tusschenkomst der Nederlan<^he E««eeong I geen onjuiste denkbeelden wekt b,j de stnj 'derndTenZdldlnvoe;dere en regeerders der Boeren gelooven, dat ^t^vere^XLtig I ^°r enUdentoCekomst des lands te verkrijgen belet niets hun zeiven vrijgeleide voor hun ónderhandelaars te vragen, vergunning 1 te vragen om in telegraph.sche verbinding i met vertegenwoordigers in Europa gesteld te W°Maar ze doen het niet, daar zeweten dat onderhandelingen geweigerd worden daton 1 voorwaardelijke overgave bogen dat deze, als ten slotte het hoofd gebogen 'moet worden, beter voor de toekomst der Rc- jpubliekcn is dan de aanneming van armehjko Ivoorwaarden, die wol binden maar mets go- yen. Dc Tijd teekent onder het antwoord van de Engelsche regeering aan: Ongetwijfeld geeft dit antwoord met, wat 'wij en zeker geheel het Nederlandsche volk ,met ons gehoopt hadden Het aanbod van onze Regeering, om tot bemiddelaarster te J strekken, is door Engeland in, weliswaar 1 beleefde, doch tevens stellige bewoordingen van de hand gewezen. Echter komt het ons voor, dat de toon der Engelsche regeermg m dit antwoord in niet geringe mate verschilt van dien, welken wij tot dusver van haar ver- tomen hebben. Het is alsof Engeland de Boeren-zelvcn uitnoodigt tot het openen van onderhandelin- gen; iets wat de Eugelscho ministers, zoo goed als de Boeren hunnerzijds, als een ge- i heel hopcloozc taak moeten beschouwen, zoo lang de eisch van onvoorwaardelijke onder- werping onveranderd wordt vastgehouden, i Naar het schijnt derhalve heeft van Enge- 1 andszijde wel eenige verandering plaats ge- had Zonder ons betref fende de gevolgen van dit antwoord illusien te vormen, willen wij daarom toch de hoop nog niet verloren ge ven, dat het tot aanleiding zal strekken van .verdere onderhandelingen. In elk geval heeft onze Regeermg door deze poging om den afschuwelijken oorlogin Zuid-Afrika in al zijn onmenschclijkheden te doen eindigen, zich recht verworven op de erkentelijkheid der geheele christelijko we- reld en zal dc verantwoordelijkheid voor de gepleegde gruwelen na het afslaan der aan geboden tusschenkomst des to zwaarder op lEngeland drukken. De Residentiebode is de Regeering erkente- lijk voor haar poging, die zij een waardigen i tegenhanger vindt tegen de uitzending van de „Gelderland" onder het ministerie Pier- •B°n. De opzet i9 nobel, de betoogtrant logisch, de ontwikkeling der motieven voorzichtig en toch met zekere schreden op het doel af gaande. De toon is waardig; bescheiden zon der zich te verlagen; hoffelijk maar toch zoo als voegt aan een Regeering, welke zich be wust is te spreken namens een natie, die niet voor de eerste maal „haarstem deed verne men in de Raadszaal der Volkeren van Euro pa", doch daar in eeuwen van vroegere glo rie, ,,als zij haar zwaard of haar olijftak in de schaal wierp, bij wijlen den evenaar deed overhellen." (Potgieter.) Het antwoord van de Engelsche regee ring stelt het blad echter teleur. Behalve die waardeering van de „motie ven van menschelijkheid" der Nederlandsche regeering, zelfs geen dankbetuiging voor 't aanbod harer goede diensten, om het verkrij gen van den vrede te bespoedigen en aan de gruwelen van den oorlog een einde te ma ken. „Wij onderhandelen met de Boeren te vel de cn met niemand anders en het kan ons niet schelen of zij wel of niet weten, waar zij aan toe zijn en wat zij kunnen en niet kun nen, mogen en niet mogen." Hierop komt za kelijk Engelands antwoord neer. Ons dunkt, zonder bepaald stuitend onbe leefd te wezen... koeler had het antwoord van Albion bezwaarlijk kunnen zijn," En ten slotte verbaast het blad zich ook „dat Engeland den treurigen moed heeft voor het aanschijn dor ingespannen verwach ting toeschouwende wereld, tegen de gruwe len van den krijg in verzet te komen on geen termen vindt tot het verleenen va nhet voor gestelde, vrijgeleide... omdat de oorlog anders misschien nog drie maanden zou kunnen ge^ rekt worden." In trouwe zoo besluit De Residentiebode wij moeten aan onze pen beperking op leggen, om niet te komen tot een vergelijking met eeD der bekende figuren van den grooten Franschen blijspeldichter. Toch is er in het Engelsche antwoord eene zaak die ons bemoedigt: De Engelsche re geering schijnt dus te droomen den droom: binnen drie maanden meester te zijn in Zuid-Afrika. Ook in het Oude Testament is ergens spro- ke van een droom, dien een wereldheerscher droomde. Hij meende zijn Rijk te zien als een machtig beeld: het hoofd van goud, de borst van zilver, de lendenen van koper, de schenkels van ijzer1 Maar toen maar toen is er een steen losgeraakt in het gebergte. Hoe, dat weet men niet. Misschien wel door den waterdrop, welke de rots uitholt en eindelijk door de ijdolo vlucht van een vogel, maar in elk ge val zonder dat een menschenhand dien steen beroerde. En toenen toen Toen is gebleken, dat de voeten, waarop die kolussus steunde waren van leem I De Nieuvje Courant schrift o. a. het vol gende: De Nederlandsche regeering heeft een daad gedaan, die wederom als na het aanbod van de „Gelderland" aan den ouden President de aandacht van gansch Europa heeft gespannen en saamgetrokken op dit land. Een oogenblik heeft er toch wel iets getrild in elk Nederlandsch hart. Een oogenblik moet toch wel de verheffende gedachte het hoofd van zelfs den voorzicht igsto onzer landge- nooten doorkruist hebben, dat het niet altijd en overal onze hoogste roem en onze grootste veiligheid ls: vergeten to zyn. De Nederlandsche nota, gisteren in den laten middag te gsiyk met het Engelsche antwoord openbaar gemaakt, heeft ons niet telourgesteld. Zy is een flink gesteld stuk dat, ook tegen de Engelsche regeering, van „oorlogvoerende partyen" durft sproken; dat met gewisheid omschrift welke taak Neder land, mocht zyn aanbod worden aanvaard, zich voorstelt te volbrengen en waarmede die taak zal zyn afgeloopeo. Zy houdt de diplomatieke vormen daarby volmaakt in het oog; ver- mydt het gebruik van alle voor Engeland uitdagende uitdrukkingen of voorstellingen zorgvuldig. Haar taal is die der beste diplo matieke kabinotstukken. Zy is in het Fransch gesteld; slechts ln de Nederlandsche lezing herkennen wy sums (zoo in 7) oen welbe kenden styi. „Op éón punt biedt de Nota stof tot critiek. Er zullen er zyn, die vragen of de ln 3 gegeven voorstelling als ware het wensche- ïyk, dat de Boeren-gedelegeerden in staat gesteld werden hun geloofsbrieven, in Maart 1900 opgesteld, door hun volk te laten her zien, d. w. z. matigen, aannemoiyk is. Die geloofsbrieven toch bindon hen zoo nauw „aan de onafhankelykheid der repu blieken, dat het hun zelfs niet geoorloofd zou zyn het herstel van den status quo an te b e 11 u m te aanvaardon, indien niet te- geiykertyd de wyze, waarop later opkomende geschillen konden beslecht worden, werd vast gesteld". Er zyn er, die het voor de menschheid, voor het nageslacht, een grooter en ver hevener voorbeeld zouden achtsn, indien het strydende volk zelfs tot den laatsten man werd uitgeroeid dan dat ten slotte al zyn offers, zyn gruweiyk leed van jaren be sloten werd met het verlies van dat hooge goed, om welka behoud het zich zóóveel ïyden had getroost. „Intusschen, die zoo spreken, moeten elke gedachte aan tusschenkomst ln welken vorm ook, uitsluiten. Zy zyn, door hoo edele motie ven ook bewogen, de onverzoenlyken, de oor logsparty. Wy behooren tot deze niet. Maar dit standpunt, mocht het dat der Boeren-gede- legeordeu zUn, kon ook na de Nota door hen worden gehandhaafd. Aan do daad dor Neder landsche regeermg zyn ry tolbomen Troemd gebleven Hot antwoord der Briteche regeering, aldue vereolgt hot blad, ia, by de Nederlandsche Nota vergeleken, xoowel mteriyk als Inner lijk zwak. Het biykt uit bet etuk, dat men zich niet zoo sterk ale vroeger gevoelt. De „Times" - anders"* 1S' 6prak Dog Zat«teag geheel .Zwak la verder, dat ter onderateuning van het op nleta beruatend betoog, dat do Boeren- gedelegeerden geen Invloed meer zouden heb- ben op de leiders ln Zuid-Afrika, het eenlg bijgebracht argument ontleend wordt aan de Nederlandsche Nota zelf: n.L dat au geen geloofsbrieven of metructiSn van later dagtee- kenrng hebben dan van Maart 1900. Het ls bekend, dat meer dan eene brieven van hier uit naar de leiders In Zuid-Afrika en van dezen naar de gedelegeerde zyQ gebracht. De meening 1» due waardeloos. Toch 1. zy de eenige, waarop de ongenelgdhetd van de Briteche regeermg om met de gedelegeerden te onderhandelen, schijnt te berusten; althane de weg om deze regeering te naderen, is hun in de vooraf gaande zinenede, hoe onwillig ook, openge laten Slechte wordt nog aan het eind, ala een dlesoneerend elot-akkoord, tegen een vrll- gelelde naar Zuid Afrika aangevoerd, dat door net daaraan verbonden tydverllee .weUioht noodeloos veel monschelyk lyden zou worden veroorzaakt." Er ls hierin niet veel, dat hoopvol stemt." Intusschen bevat het antwoord toch eenige concessies van beteekenis. „VooreorBt Is het standpunt prijsgegeven, dat enkel met de Boeren-aanvoerdere te velde' elk afzonderlijk, omtrent overgave kan wor den onderhandeld. Zoo lets ale olfloieele ver tegenwoordigers, ala een regeer in g der geannexeerde Oranje-rivier-kolonie" en Trans vaal, BchUneu thans, ten minute tot het be reiken van zeker bepaald doel, te worden erkend ln de personen van Steyn en Schalk Burger. „Met deze mannen te onderhandelen achynt de Brit8che regeering boven het verleenen van een vrijgeleide aan de gedelegeerden, ook op dezer eigen verzoek, te prefereeren. Mocht hot er toe komen, dan zal voortaan niet meer en ziehier een nieuwe winet - Lord Milner de schakel zyn tuaachen Lord Kitchener en het kabinet van SL-James. RechtBtieeka zal de opperbevelhebber zich met de hem ge dane vooretellen tot zyn regeering hebben te wenden." Op de vraag of de maatregel van het Neder- lanech kablnei geiechtvaardigd, of hu goed waa antwoordt het blad met een eerbiedig saluut aan onzo Regeering. .wy kunnen," zegt het blad, .als tydgenoo- ten en ala half Ingewyden, de beteekenis van don door haar gedanen etap In den vollen om- vang nog niet beoordeelen. Veel minder, welke de gevolgen in de toekomst zullen zyn. Maar dit kunnen wy alvast zeggen: „De zaak der Boeren la door dit optroden, zelfs al leidt het tot geen taetbaar resultaat, ln geen enkei op zicht geschaad; veeleer bevorderd: de dank baarheid waaraan een der gedelegeerden dadelyk na het bekend worden der etukken, zoo on bewimpeld uiting gaf, moge het gotuigen. Aan Engeland is-een diplomatiek succes- een dlenet bewezen, door het de gelegenheid te bieden, zoo duideiyk als het dat kon te verklaren, hoe het zich een mogelyke nadering der oorlogvoerende partyen voorstelt „Nederland elndelyk staat, voor een oogen blik uit de vergetelheid getreden, toegejuicht en geëerbiedigd voor het oog van de beschaafde wereld. Het heelt gedaan wat het kon ter wille van zyn stamverwanten en vandevry held; alles wat het kon en op een goed gekozen oogenblik en met beleid. „Dit woord van erkenning is plicht jegens de regeering. Een woord van dank - jegena den man, die haar bezielde." Do N. Rolt. Cl. wijst er op, dat tot nog toe met bekend waa, dat de gedelegeerden der Boeren alleen bij de Nederlandsche regeermg geaccrediteerd zijn, terwijl men ook niet wist, dat de deputatie, bij mogelijke onderhand^ li ij gen, aan de onafhankelijkheid van de bei de republieken moest vasthouden, dus voor de Zuidafrikaanscho republiek niet in het herstel van den status quo ante helium, den toestand onder do conventie van 18S4, kon toestemmen. Voorts trekt het blad uit do tweede alinea sub 2 van de Nederlandsche nota de con clusie, dat onze Regeering van mecning is, dat de voormannen van de Boeren te velde misschien niet meer zullen vasthouden aan den eisch van onafhankelijkheid als zij van de deputatie te weten komen hoe do 6tand van zaken in Europa is, ml. dat zij op geen tusschenkomst van eenige mogendheid, noch op toegeven van de Engelsche regeermg noch op verandering in de stemming van hot En gelsche volk-te rekenen heeft. Daarentegen is do onderstelling niet uitgesloten, dat de deputatie in Zuid-Afrika van den stand van zaken daar een voor do Boeren hoopvoller indruk zal krijgen dan op het oogenblik in Europa algemeen is. Na er nog op te hebben gewezen, dat onze regeering haar voorstel wel buiten medewe ten van de deputatie heeft gedaan, doch dat dit niet uitsluit, dat zij door gesprekken op de hoogte was van de zienswijze der deputa tie in dit opzicht, besluit het blad zijn be schouwingen over de Nederlandsche nota met op te merken, dat het gebruik van een tele graph isc he code, alleen om te kunnen afspre ken waar de deputatie en de voormannen van de Boeren te veldo elkaar kunnen ont moeten overbodig schijnt. Wat het antwoord der Engelsche regeering betreft, wijst de N. Rott. Ct. er op, dat van een onheuse he bejegening van het Neder landsche voorstel geen sprake is. Aan do af wijzing van het aanbod ia alle schijn van scherpte ontnomen door de herinnering aan een vroeger genomen besluit, waarbij van zelf in de gedachte komt, dat ook een derge lijk voorstel van de Amerikaansche regeering van de hand is gewezen „Of nu de Engelsche regeering het denk beeld om de deputatie naar Zuid-Afrika te laten gaan, geheel verwerpt, is niet duide lijk gaat de N .Rott. Ct. voort. Uit het slot van haar nota zou men dat wel opma ken, maar in den aanvang laat zij de depu tatie vrij om zich met een verzoek als dat van onze regeering aan te komen, al is dat nog geenszins een aanmoediging. „Waaruit de Engelsche regeering het recht put te zeggen, dat zij niet inziet, hoe de deputatie nog eenigen invloed op de verte genwoordigers der Boeren in Zuid-Afrika kan hebben, begrijpen wij niet. Zelfs mag men beweren, dat de deputatie ook met de geloofsbrieven van Maart 1900 tot onderhan delen bevoegd is. „Ten slotte wagen wij de gevolgtrekking, dat de laatste alinea de kracht van do afwij zing van de deputatie als vredesonderhande- laars, in do voorlaatste alinea neergelegd, verzwakt. Als de Engelsche regeering vast besloten is alleen met do Boeren te velde te onderhandelen, is het genoemde tijdverlies van geen belang. „Of eindelijk de poging van onze regoering loffelijk in elk geval, om een stap te doen om den vreeselijken oorlog nader tot zijn einde te brengen, vrucht zal dragen, kunnen wij nog niet beoordeelen. Misschien heeft minis ter Kuyper gelijk, als de „Gaulois" goed in gelicht is, en zal deze zaadkorrel nog ont kiemen en vrucht dragen." In een tweede artikel vraagt hetzelfde Rob- terdamsche blad: Zouden nog veel Boeren te velde gelooven aan een Europeesche inter ventie? Het blad kan het niet aannemen. Als zij doorvechten dan zullen zij het doen in het geloof, dat hun zaak toch nog zegevieren zal in het eind, en dat niet alleen in het acht bare vertrouwen, dat God hen niet verlo- ten zal een vertrouwen, zonderling genoeg, in het rechtzinnig Engeland vaak bespot maar ook wel degelijk steunende op dc feiten op do slagvaardigheid hunner commando's en op de zwakheden van hun vijand. „Vergetc men toch niet en bij de v redes- geruchten van den laatsten tijd schijnt deze oude waarschuwing vooral niet overbodig dat het louter Engelsche berichten zijn, waar op de sombere voorstelling van den toe stand der Boeren berust. Wat zij ons vertel len is zeker niet geheel waar en vooral niet de geheele waarheid. Men zou in Engeland zich niet zoo zenuwachtig hebben gemaakt op het gerucht, dat onderhandelingen over den vrede aanstaande waren, als men daar algemeen overtuigd was, dat de tegenstand der Boeren op het punt is ineen te zinken. En waartoe dan al die nieuwe troepen, in Engeland cn zijn koloniën op de been ge bracht? „Men wanhope niet. Hoe eer dc gruwe lijke oorlog, deze vrouwen- kinderen- zoowel als mannen verslindende oorlog ten einde is, hoe beter, en al wie daartoe bijdraagt zij geprezen, maar zoolang Steyn en Schalk Burger en hun strijdend volk nog volhouden mogen wij den vrede niet tot eiken prijs wcnschen." In den afgsloopen nacht is overleden de hoofdopzichter van fortificatiën by het garni zoen alhier, tevens voorzitter der VereeniglDg tot bevordering der Bouwkunst te Leiden, de heer C. R. van Ruyven, in den ouderdom van 59 jaren. Deze in bouwkundige kringen zoo gunstig bekend staande hoofdopzichter was, na in 1864 aangesteld te zyn tot opzichter 3de klasse, achtereenvolgens bevorderd in 1872 tot op zichter 2de klasse, en in 1874 tot lste klasse, in 1876 bevorderd tot hoofdopzichter. De overledene was versierd met de gouden medaille der orde van Oranje-Nassau en met de gouden medaille voor trouwen dienst. De heer P. van den Brande J.Czn., van LeideD, is geslaagd voor het examen in de Handelswetenschap (boekhouden, handelsreke- nen, handelsrecht en inrichtlngsleer) vanwege de vereeniging „Mercurius" te Rotterdam. Hy ls leerling vau den heer A. H. van den Oever. Geiyk gemeld, heeft de gemeenteraad te 'e Gravenhage dr. J. Schoemaker te Nymegen tot opvolger van dr. De Zwaan als genees* heer in het ziekenhuis benoemd. Hy kreeg 26 stemmen tegen 14 op den heer C. W. Vinkhuyzen en 3 op dr. Walter. Vooraf was, naar aanleiding van geruchten omtrent intri ges, die zouden zyn gepleegd ten bate van den heer Vinkhuyzen, een medodeeling gedaan door het Raadslid Snouck Hurgronjs. De praatjes, zoo zeide hy, volgens welke de familie Vinkhuyzen bewerkt zou hebben, dat indertyd een verordening zou zyn aangenonen die, had niet de motie De Wys zulke gekeerd, dr. De Zwaan had moeten dringen tol ontslag, berusten op een misverstand, ontstaan by gelegenheid van een theevisite van dames. De hoer Vinkhuyzen Senior boeit gotracht, blykens brieven, die de heer Snouck Hurgronje voorlas, den verzinner van den laster op te sporen, doch tevergeefs. Nog werd door den wethouder De Wys ter opheldering van de houding van dr. Roeseingh ln de zaak-De Zwaan medegedeeld dat dr. Roessingh alleen had verklaard, dat hy dr. De Zwaan peraooniyk genegen was en hem daarom niet graag een échec zou zleu lyden. Dit is natuurlyk heel wat anders dan het klinkende getuigschrift, dat dr. Van der Hoeven beeft gepubliceerd als gegeven door dr. Roessingh. Benoemd werd: tot leeraar in de natuur* ïyke historie aau de Hoogere Burgerscholen met 5 jarigen cursus, dr. H. van Cappelle te Wageningen. Tot onderwyzer 4de kL aan de openbare school aan den Noordwal de heer J. E. van Zoelen, te Wyk-by-Duurslede. Tot tydeiyk leerares in de wiskunde aan de H. B.-8. voor meisjes mej. E. Botman te Haarlem. Men schryft uit 's-Gravenhage: De aan komst van Hertog en Hertogin Jan Albert van Mecklenburg Schwerin werd gisteravond ln de Konlnkiyke wachtkamer aan het Staats- spoorstation afgewacht door een talryken kring, aan het hoofd waarvan Z. K. H. Prins Hendrik in klein tenue der marine zich had gesteld en waarin verder zich bevonden de kamerheer ceremoniemeester jhr. Van de Pol! in ambtskostuum en de kapitein graaf Schim- melpenninck, adjudant van Hare Majesteit, beiden belast met den eeredienst by de Vorstelyke Gasten; de Duitsche Gezant met den Raad en Secretaris der Legatie; de burgemeester en zyn gade; de generaai- majoor Froger, tydens de huweiyksfeesten van het vorige jaar aan den Hertog toegevoegd. Verder 's Prinsen adjudant, kapitein Van Suchlelen en de particulier secretaris baron Van Eugelde adjudant der Konmgin, kapitein Van Hoogstraten; de kunstschilder Bisschop en de directeur van het Konmkiyk echildeiye kabinet dr. Bredlus. De Hertogin, dochter van wyien de Neder landsche prinses Sophie, sprak, nauwelyks uit den salon wagen gestegen, nadat zy door den Prins verwelkomd was, Z. K. H. in onze moedertaal aan, waarvan Prins Hendrik zich eveneens bediende. De gemaliu van den Hertog was zichtbaar verheugd verschillende uit haar vroeger veol- vuldig verbiyf in Don Haag bekende personen, thans terug te zien. Na voorstelling der autoriteiten aan den Hertog, werden de Vorstelyke Gasten Daar het hofrytuig geleid door den Prins, met wien zy naar het Paleis reden, alwaar de vorsteiyko logeergasten van het Koninkiyk Echtpaar het Pnnseukwartler zullen betrekken. Zoowel op het perron ala by den uitgang van de Koninkiyks wachtzaal was een talryke menigte by deze aankomst tegonwoordig. De uitslag van den declamatiewedstrijd (afdeeling luim) vanwege dc Koninklijke Harmonie „Apolloe Lust" te Eindhoven, isv als volgt: lste prijs dc lieer Ed. Kuiper, to Amsterdam; 2de prijs, de heer Gegrgo van der Werf, te Leiden; 3de prijs de heer Jac. Melkert, te Tiel; 4de prijs de heer Constant van de Ven, te Utrecht. Dc gemeenteraad van Rotterdam heeft zonder beraadslaging cn bij acclamatie zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel tot het aangaan cener 3 1/2 pets lecning van' /4,000,000. In de maand Januari jl. zijn bij het Koloniaal Werfdepót voor den Indischen dienst aangonomen: 69 Nederlanders 12 Duit- schers cn 2 Zweden, totaal 83; van de ver schillende korpsen van het leger werden overgenomen 8 soldaten, zoodat het totaal der werving 91 bedroeg. Aan deze personen werd aan handgeld betaald een- som van /18,200. Najft Oost-Indië vertrokken 2 deta chementen, onder 4 officieren, tor gezamen lijke sterkte van 4 onderofficieren en 60 minderen. Uit O.-I. kwamen terug 3 mili tairen, één daarvan werd daags na terug komst naar zijn korp3 gezonden, één ging met groot verlof, terwijl de derde den dienst met paspoort verliet. Naar West-Indië gingen geen detachemen ten en slechts één soldaat repatrieerde wegen* dienstcindiging, herkomstig van Suriname.. Volgens een telegram uit Madrid heeft daar een banket plaats gehad in het paleis, tér eere van den vertegenwoordiger van Ne derland, die den Koning de Orde van den Leeuw had gebracht. De gezant kreeg hot grootkruis van Isabella de Katholieke.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1