ffc 12858 Donderdag S3 Januari. A0. 1902. §eze {jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: /'Voor Loidon por 8 maandon I 2 f Buiten Loidon, per looper en waar agonton gevestigd zijn 9 1.80 i i Franco por post 1.05. PRIJS DER ADVERTENTIËNt Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer/' 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron bulten de stad wordt f 0.05 berekend. fc;.;, De Burgemeester en Wethouders van Leiden /doen te weten, dat door den Raad dier gemeente l in z\jn vergadering van den 14den November 1901, ia vastgesteld de volgende Verordening: VËltORDË.MNG, houdende wijziging van de Verordening van /den 17den Februari 1898 (Gem.-BL No. 7), regelende -de hefling van een plaatselyke belasting voor het gebruik van openbare gemeentewerken en bezit tingen te Leidon. Artikel 1. ln artikel 2 der Verordening van den 17den Februari 1898, regelende de heffing van een Elaalselijko belasting voor het gebruik van open- are gemeentewerken en bezittingen worden de 'woorden „dit tarief' vervaDgen door „het in Artikel 3 vermelde tarief." Art. 2. Jn artikel 3 dier Verordening worden de navol gende wyzigingen gebracht. De aanhef wordt gelezen als volgt: Voor het gebruik van openbare gemeentewerken •n bezittingen wordt een belasting goheven naar het onderstaande tarief: Aan 7o wordt toegevoegd: Voor bet afdammen vau een gedeelto eener gracht, zonder deze over de volle breedte geheel of gedeel lelijk af te 9luiten, voor elke week of ge deelte daarvau, per at.rekkenden meter dam f 1.— 8o wordt gelezen als yolgt: "Voor het hebben van een duiker, een zinker, een buis, eea riool, of een geleiding Inngs een brug, voor een jaar of gedeelto daarvan f5. Voor het hebben van een riool, waardoor uit- nitsluilond faecale stoffen, menagewater of regen water worden afgevoerd, is geen belasting ver schuldigd. 9o wordt gelezen als volgt: Voor bet hebben ten behoeve van een fabriek of ander bedrijf van een loosing, hetzij e$n recbt- etroeksohe of middellijke, van vuil of water in •en gemeenteriool of gomeentewaler, voor een jaar of gedeelte daarvanf 5. Aan lüo wordt toegevoegd Voor het hebben van Joozingskolken i9 geen belasting verschuldigd. 15o wordt gelezen als volgt: Voor hot hebben van een plankijs, bloot- of Spoelbak, steiger of losplaats in het water, per viorkanten ntoter, voor een jaar1 Voor een week of gedeelte daarvan 0.50 Aan 24o wordt toegevoegd: Voor hot hebben van oen brug, welke de eenigo gele genheid aanbiedt om vau een perceel don Apenbaren weg te bereiken, is geen belasting verschuldigd. Uit 26o vervalt het woord „pompen". Aan 28o wordt toegevoegd: Yoor het hebben van over don openbaren weg opendraaiendo deuren, welke ter voldoening aan wet of verordening buitenwaarts openslaand ge maakt zijn, is geen belasting verschuldigd. Achter 38o worden twee nieuwe bepalingen toe gevoegd, luidende: 39o voor het gebruik van gemeentegrond tot elk doel, niet genoemd in de voorafgaande onder- deelen van dit artikel, per vierkanten moter, voor een jaar f 0.25 voor een maand 0.10 voor een week 0.05 40o voor het gebruik van wateroppervlakte tot elk doel, niet genoemd in de vooraigaaude onder deden van dit artikd, per vierkanten meter voor een jaar ƒ0.15 voor een maand „0.06 voor een week „0.03 Art. 3. Deze Verordening treedt iu werking op 1 Januari 1902. Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden, in zjjn Openbare Vergadering van den 14den November 190L De Burgemeester, F. WAS. Do Secretaris, VAN IIETST. Zjjnde de heffing dezer belasting guedgekeurd bij Koninklijk Besluit van den 30sten December 1901, No. 119 waarbij tevens is aangehaald de Verordening, regelende de invordering dier be lasting, van don 17den Februari 1898. En ia hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 22sten Jan. 1902. Burgemeestor en Wethouders voornoemd, F. WAS, Burgemeester. VAN HEYST, Seoretaris. Leidon, 23 Januari. De minister van binnenlandschc zakon heeft de volgende missive gezonden aan de Commissarissen der Koningin in de pro vinciën: Het is mij gebleken, dat de naleving van de voorschriften der arbeidswet en der uit die wet voortgevloeide algemeene maatrege len van bestuur, over het algemeen, nog veel te wenschen overlaat. Voor een deel vindt dat feit zijn verklaring daarin, dat, hoewel in art. 18 der gonoemdo wet ook de ambte naren der gemeente-politie worden belast met het opsporen van de overtredingen der wet en der bedoelde maatregelen, door die ambtenaren over het algemeen slechts in ge ringe mate medewerking wordt verleend bij het opsporen van overtredingen. Toch zijn de bedoelde ambtenaren, mot het oog op hun bekendheid ter plaatse, de aangewezen personen voor het constateercn van overtre dingen, voor welker opsporing goen techni sche kennis wordt gevorderd. In verband hiermede komt het mij wen- schelijk voor om de burgemeesters uit te noodigen om, zooveel in hun vermogen is, te bevorderen, dat voortaan door de ambte naren der gemeente-politie, zooveel mogelijk, worde medegewerkt bij het opsporen van overtredingen van de artikelen 3, 5, 6, 7, 8, 10 en 11 der arbeidswet en van de voorschrif ten van het Koninklijk besluit van 9 De cember 18S9 (Staatsblad No. 176), gewijzigd door de Koninklijke besluiten van 30 Octo ber 1890 (Staatsblad No. 158), 17 October 1891 (Staatsblad No. 172), 10 Juni 1892 (Staatsblad No. 136), 27 Augustus 1896 (Staatsblad No. 151) en 2S November 1201 (Staatsblad No. 226). Het zoude mij aangenaam zijn, indien U.H.E.G. het bovenstaande ter kennis bracht van de burgemeesters van de binnen uw gewest liggende gemeenten. H. M. de Koningin-Moeder beeft gister middag te 3 uren Hare zuster, de Vorstin van Bentheim, aan het Haagscho station der staatsspoorwegen aan den trein verwel komd en in Haar rijtuig naar het paleis be geleid. Bij aankomst was er veel publiek op het perron en aan de buitenzijde van het station. H. M. de Koningin-Moeder en H. D. H. de Vorstin van Bentheim hebben gister avond het Diligentiaconcert in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen bijge woond. Hedenmiddag ontving H. M. de Koningin ten Palcize een bezoek van H. D. H. de Vorstin van Bentheim, die daarbij van H. M. de Koningin-Moeder vergezeld was. H. M. de Koningin-Moeder zal heden avond met Haar Zuster de voorstolling in de Fransche Opera bijwonen. Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft het voornemen een tiental dagen te Schwerin te vertoeven. De minister van koloniën zal gedurende de hem aanbevolen rust geen audiëntie hou den en evenmin zal jhr. v. Asch v. Wijck particulieren over ambtsaangelegcnheden ten zijnen huize kunnen ontvangen. In de buitengewone algemeene verga.de- ring van aandeelhouders dor Maatschappij „Wandelhoofd Schevemngen", ia in de plaats van mr. J. G. Patijn, die als presi dent-commissaris is afgetreden, benoemd jhr. M. J. Huydecoper. Het bestuur deelde voorloopig mede dat de uitkomsten van het eerste jaar boven alle verwachting gunstig zijn geweest. Sedert de opening tot 1 Januari j.l. word de pier be zocht door 796,358 personen, tegen 10 cents of met coupons, en buitendien door 535 ge- abonneerden. Buiten de buffetten bedraagt de bruto-ontvangst uit entrees, verhuring, visscherij- en aanlegsteiger ruim f 91,000. De gemeenteraad te Middelburg be noemde tot leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium den lieer E. Besse, docto randus in de Ned. letteren te 's-Gravenhage. Den len Febr. a.s. za-1 het nieuwe ge bouw van het Rijks Landbouw-Proefstation te Wageningen feestelijk worden geopend; tegelijkertijd zal den directeur prof. dr. Ad. Maijer door den Nederlandschen landbouw een blijk van waardeering voor zijn onver moeide werkkraoht worden aangeboden. Het zal n.l. op bovengenoemden datum 25 jaar geleden zijn dat prof. Maijer zijn ambt als directeur aanvaardde en hem komt de eer toe de landbouw-proefstations hier tc lande te hebben geïntroduceerd. Voor geruimen tijd vormde zicheen co mité om dit feit te herdonken en als hulde voor zijn streven en zijn werk, zal hem op 1 Fcbr. aanbieding worden gedaan van zijn in marmer door P. Pander uitgevoerd me daillon en van een album bevattende de na men der bijna 400 deelnemers. Ten behoeve van het regiment veld-ar- tillerie in den Haag zullen in gebruik wor den genomen een aantal rijwielen. Met net toevouwbaar rijwiel van hot ITollandsch systeem-kapitein Wagtcndonk, worden proeven genomen aan de Militaire School te Saint-Mainent (Frankrijk). Het jongmensch, dat' een bclecdigendcn brief schreef aan den inspecteur der re gistratie in Den Haag, Werd lieden door de Haagsche rechtbank veroordeeld tot 300 boete of 6 weken gevangenisstraf. In een Dinsdag 23 Januari tc houden vergadering van de afdeeling 's-Gravenhage van de Vereeniging tot bevordering dor ho moeopathic in Nederland zal o. a, worden behandeld een voorstel van het bestuur om ter algemeene vergadering het hoofdbestuur te verzooken pogingen aan te wenden tot het verkrijgen van een homoeopatischcn leer stoel aan een onzer hoogescholen. Wederom stelt de commissie voor de Koninklijko subsidies aan jonge kunstschil ders; Nederlanders van geboorte, de gele genheid open om een subsidie te verkrijgen. Jonge artistcn moeten daartoe hun stu dies of schilderijen, hoogstens vijf, aan de commissie van beoordeeling inzenden van 10 tot en met 14 Febr. a.s., adres gebouw Loge, Fluweolen Burgwal te 's-Gravenhage. De to- rguzending geschiedt francolijsten bchoo- ven er niet om, maar duidelijk adres moet er bij. De heer G. W. J. Becking, sinds 36 jaren ontvanger der gemeente Lochem, vraagt met ingang van 15 Febr. a.s. eervol ontslag. Te Oud-Beierland (Z.-H.) is tot direc teur der gasfabriek benoemd de heer D. Eikelboom, directeur der gasfabriek te Bo degraven. Volgens een der bladen zou H. Ms. pant- eerschip ,,Evertsen" binnenkort naar Algiers vertrekken, tot het verwisselen van eenige officieren en manschappen van Hr. Ms. pantserdekschip Utrecht", welk schip, vol gens hetzelfde bericht, op reis van West- naar Ooet-Indië, daartoe Algiera zou aan doen. De kapt. ter zee Brutel de la Rivière, die den kapt. ter zee Ellis als commandant van de Utrecht" zou opvolgen, zou mede met de „Evertsen" naar Algiers worden over gevoerd. Men verzoekt ons mede te deelen, dat dit berioht van allen grond is ontbloot, en dat zoowel het een als hot ander moet worden be schouwd als uit de lucht gegrepen. (Hbl.) De militaire paardenarts J. O. Nu- mans, in garnizoen te Roermond, is in aan merking gebracht om voor den tijd van 5 jar ren te worden gedetacheerd bij het leger in in Nederlandsch-Indië. De bij het regimeDt grenadiers en jagere overgeplaatste eerste luitenants jonkheer V. E. A. Boreel, J. W. A. Cassa en P. F. W. van Rornondt zijn bestemd, de beide eerstge- noemden voor de bataljons grenadiers on laatstgemelde voor de bataljons jagers. In de naam- on rangiest der officieren van het Nederlandsche leger en van dat ln Ne,1,-Indië, alsmede van de landmacht in West- Indië voor 1902, komt voor de eerste maal voor Z. K. H. de Prins der Nederlanden, her tog van Mecklenburg als generaal-majoor a la suite by de landmacht, zoowol van het leger hier te lande als ln Ned.-Indië. By den Raad van State, afd. Geschillen van Bestuur, waren gisteren ingekomen ver schillende koninkiyke besluiten, waarby o. a. niet ontvankoiyk werd verklaardlo. bet be roep van een Gromngsch slager tegen de voorwaardelUke vergunning, door B. en Ws. van Haren verleend tot het oprichten van een gedeelte van een gebouw voor het slachten Woeien, enz. krachtens plaatselyke politie verordening veii^i daar hiervan geen be roep by de Kroon opensf&n^y 2o* boro0P van denzelfde tegen een voorwaafiMy?0 ,ver' gunning van B. en We. krachtens de Hinder wet om een slachtery voor koeien, enz. op te richten, als zynde dit beroep te vroeg in gesteld. De gowono audiëntie yan den minister van koloniën zal a. s. Vrydag niet plaats hebben. Het stoomschip „Prins Frederik Hendrik" vertrok 21 Jan. van Nieuw-York naar West- Indië; do „Prins Hendrik" vertrok 22 Jan. van Batavia naar Amsterdamde „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, ver trok 22 Jan. van Suez; de „Koningin Wil- helmina", van Amsterdam naar Batavia, ver trok 21 Jan. van Southampton; de „Prins Willem II", van Paramaribo naar Amsterdam, passeerde 20 Jan. St. Michaels; de „Timor", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 21 Jan. Kaap del Armlde „Flores", van Amster- naar Ned. Indiö, vertrok 22 Jan. van Middlesbro do „Prinses Amalla", van Batavia naar Amster dam, passeerde 22 Jan. Kaap Carvoeiro; de „Ardjoeno" arriveerde 21 Jan. van Rotterdam te Batavia; de „Kedlrl", van Batavia naar Rotterdam, is 21 Januari Sagrea gepasseerd; de „Morapi", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 21 Jan. van Port-Said; de „Pollux" arriveerde 21 Jan. van Malta te Piraeus. Bodegraven. Woensdagavond trad alhier op prof. P. Biesterveld, van Kampen, in een openbare vergadering, belegd door de Christelijke jongelings' ieeniginy-n ,,Elië- zer" en ,,Lidia". In een keurig gestelde rede behandelde de spreker het onderwerp ,,Twij-' fel of Zekerheid." Spreker liet uitkomen, dat in don tegenwoordigen tijd de twijfel zucht in vele vormon voorkomt cn gaf do oorzaken daarvan aan. Het materialisme en het naturalisme brougen tot twijfel, maar het zoeken naar de Goddelijke waarheid, een vaste rots, waarop een geloovig Chrizten bouwt, verbant den twijfel en voert tot ze kerheid. De heer D. Eikelenboom Wz., alhier, thans geëmployeerde aan de gasfabriek al hier, is benoemd als waarnemend directeur- boekhouder aan de gasfabriek te Oud- Beierland. llaxerswoude. Dinsdagavond vierde de Christelijke Jongelingsvereeniging „Fila- delfia" haar 30-jarig bestaan op feestelijke wijze in het gebouw der Christelijke school,. Uit de rede van den voorzitter, den heer J. Bol, bleek, dat gedurende dien tijd bij afwisseling 200 personen lid dor vereeniging zijn geweest, 80 haar door het huwelijk heb ben verlaten, 4 buitenslands vertoeven en één, n.l. de heer C. de Bruyn, als zendoling in Insulinde werkzaam is. De heer A. Dekker, vroeger voorzitter, doch sedert 8 jiar eere-voorzitter, was tot' zijn leedwezen door ongesteldheid verhin derd ter vergadering te komen; doch gaf schriftelijk van zijn sympathie blijk. De secretaris, de heer I. van der Loo, en de penningmeester, de heer W. van der Spek, brachten samen hun gecombinor verslag uit. Thans telt de vereeniging leden en heeft een .batig saldo in kas van f 16.94 1/2. Verschillende afgevaardigden brachten dot groeten hunner vereoniging over, n 1. van, Leiderdorp, Benthuizen, Koudekerk, Bos koop, ,,Eerc zij God" alhier en namens de Christelijke meisjesvereeniging .jDorkas", voerde de heer K. van den Borg het woord. Verscheiden voordrachten werden op meer of minder verdienstelijke wijze ten gehoorö gebracht, o.a. een door den voorzitter zelven - -'ligdo samenspraak over Transvaal., vervaai Voor do TTbü-r™ e.n .k'ndere" \n c°ncon- tratie-kampen wei!? 7 Kcco,lcc„tc,crd' Ten slotte eindigde ds. J. L. J'. 011 een indrukwekkende toespraak, waarin vooral op beginsel vastheid" aandrong, en sloot do vergadering met dankzegging. De vereeniging ,,Dorkas", gesteund door enkele leden van ,,Filodelfia", voerde tot afwisseling in do rij dor toespraken en tot opwekking en stichting eenige goedgekozen f zangnummers uit, die blijkbaar in don smaak violen. Ook mag gen woord van lof niet onthouden worden aan den dichter dor feestliederen, den heer J. Bol, die op dit gebied, in onze gemeente althans, geen on bekende is. A. s. Vrijdagavond zal de vereeniging tot verbetering van ziekenverpleging in 'fc gezin een algemeene vergadering houden in de zaal van den kastelein J. Rodenburg. Bij deze vergadering, die te 7 uur aanvangt, wordt trouwe opkomst verzocht. Hoe men door trouwe zorg, nauwgezet heid en inspanning anderen de loef kan af steken, heeft de heer J. G. Cok op proefon dervindelijke wijze aangetoond. Hij heeft n.l. een tak van zijn suikerpereboom afge broken en in een flesch met water in zijn woonkamer geplaatst. Door eiken morgen een scheutje warm water in de flosch te gie- ten en zoo het water op een bepaalden v. .1 na- Be ïwesuagbroeüers. 65) Jlm moest nu de geheele historie vertellen; maar van den brief wilde hy niet meer zeggen dan het hoogst noodzakolyke; want dat was ©en particuliere zaak. Juffrouw Chipchase liet zich verzoenen, en zy vroeg, wat die meneer Hansoll voor een man was. „Ja, wat zal ik je zeggen?" zei Jim. tIk kan dat zoo niet beschry ven. 't Is net zoo'n soort man, als als die van hierboven vras. Ik heb dien Alison maar eenmaal 'a avonds i Id den gang gezien, maar naar wat Ik my yan hem herinner, ïykt die meneer Hansell veel op hem, behalve dat hy een knevel had." „Dien bad hy niet moer, toen hy stierf," zei Lobelia, die hier een kansje zag om het gesprek te brengen op baar interview, dat juffrouw Jones wel zou imponeeren. „Hy moet z.yn knevel hebben afgeschoren, nadat ik uitging." „Ja, een poosje later, naar ik hoorde van de lui in de tappery hierover, waar ik gisteren even was. De buffetjuffrouw zei my, dat de politie by baar was geweest. Ei moet laat op dien bewusten avond een man daar zyn geweest om brandewyn. Hy bad veel haast, en naar de beschry ving te oordeolen moet het die van boven-vóór zyn geweest. Maar toen had hy zyn knevel nog, zei de juffrouw." XXXVII. Boor het gerechteiyk onderzoek was Darvel oveiluigd, datr Stephen Alison de man was «hen men dood in Exton-street hhd gevonden1 Eer hy dat zeker wist, had hy veel angst gehad; doch nu liet boven allen twyfel ver heven wa3, behoefde hy niet meer te vreezen. Buiten dien doode wist er niemand van het plannetje, dat hy met den woekeraar had gemaakt. Hy schreef Gaygold een briefte, waarin hy hem verzocht, de zaak met Halford uit de wereld to helpen. Zoolang het lot van Stephen Alison onzeker was, had hy een vaag idee gehad, dat het goed was, May Alison en haar oom in du stad te houden; hun be wegingen konden allicht den samenzweerders een wenk gegeven hebben. Maar nu achtte hy het beter, dat Gaygold zoo spoedig mogeiyk van hen af was. Er viel nu een veel belang- ryker zaak te beëindigen: de 20,000 pond, waarop Gaygold aanspraak kon doen gelden na Charltons dood. De geldschieter zocht don kapitein op in het hotel en gaf hem CecllB schuldbekentenis m ruil voor 200 pond. Op elk aüder tydstip zou deze uitslag den kapitein zeer verheugd hebben gemaakt. Nu bleef er te veel anders over, dat hem drukte; in elk geval was het een verlichting, dat deze zaak was afgedaan; want in de stemming van verslagenheid, waarin de geheele familie verkeerde, zou de kapitein alles gedaan hebben, wat do schuldeischer vroeg, alleen maar om te voorkomen, dat hun naam nogmaals op straat-werd gebracht. Doch Sampson Gaygold had op het oogenblik zelf geen behoefte aan publiciteit; hy wilde zorgvuldig alles vermyden, wat aanleiding kon geven tot ©enigen argwaan, in verband met de polis. Cecil gevoelde na de ontmoeting met Dennis Avory weer hoop in zyn hart. De connecties met een Zuidafrikaanschen miilionnalr, die van de omstandigheden der familie afwist en toch bereid was, hem te ontvangen en voort te helpen, konden voor hem van groot nut zyn. Stophen Alison, overtuigd, dat mot het „karwei", waarover „de hertog" hem ge sproken had, toen zy elkaar toevallig op do straat ontmoetten, de juweelendiefstal by den graaf van Powick bedoeld werd, zon op middelen om de politie een wenk te geven zonder de aandacht op zichzelven te vostigen. Een ongeteekenden brief vertrouwde hy niet; want dien moest hy zelf schryven, en er zou zeker alle mogelijke moeite gedaan worden om den auteur te ontdekken. Ook stuitte het denkbeeld van een anoniem schryven hem tegen de borat, zelfs in een zaak, waar hy de gerechtigheid diende. Zooals hy uit de kranten begreep, was men van moening, dat hy medeplichtigen had gehad, die de juweelen hadden meegenomen, 't Was best mogeiyk, dat de politie reeds „den hertog" verdacht, maar het zou heel moeilyk zijn, bewyzen tegen hem te krygen, daar geen sporen van inbraak te vinden waren. Zelfs de brandkast was gewoon met een sleutel geopend. Niets hadden de dieven achtei gelaten. Zelf „den hertog" te gaan opzoeken, om hem in handen der politie te spelen, ging ook niet. Daarmee waagde hy te veel. AJles hing er van af, dat hy zyn vryhoid en zyn fortuin behield; een misstap kon argwaan wekken en hem noodlottig worden; hy had nog altyd een sprekende gelijkenis met den doode, dien men als Stephen Alison had moonen te herkennen. Er bleef één kans over: als hy iemand kon vinden, by wien zyn geheim veilig was, kon hy dien persoon van alles op de hoogte houden. Deze kon dan aan de politie inlichtingen gaan brengen. Kon hy zulk oen man vinden, dan zou hy misschien niet alleen zyn eigen onschuld kunnen bewyzen, maar ook Darvell en Gaygold beletten, het loon voor hun schurkenstreek te oogsten. Maar waar vond hy dien man? Sinds Dennis Avory hem had meegedeeld, dal Cecil Halford het aanbod, om hem by Clement Hansell te introduceeren, aannam, had Stephen een zenuwachtig verlangen, zyn nesf te zien en van hem misschien meer omtrent de familie-omstandigheden te vernemen dan Avory kon vertollen. Het was een verlichting voor hem, toen elndeiyk het uur voor hom gekomen was. Avory stolde den jongen Halford voor en liet hem toen met den milJionnair alleen Stephen, die zyn neef niet gezien had, sinds deze een jongen was, kreeg dadeiyk een gunstigen indruk. Hy w&b overtuigd, dat deze welke zyn fouten ook mochten geweest zyn een goed karakter moest hebben, en hy trachtte terstond Cecils vertrouwen te winnen. Dit ging gemakkelyk genoeg, daar de jonge Haiford zeer dankbaar was voor de sym pathieke ontvangst on de aangeboden hulp, welke zoo goed van pas kwam. Zonder terughouding vertelde hy kort en duideiyk, hoe zyn zaak stond. Het noemen van Gaygolds naam ontlokte aan Stephen eeiv gobaav van verbazing; doch hy bedwong zich spoedig. Toen Cecil geëindigd had. zag hy eenigs- zins verlegen den mlllionnair aan en zeir „Nu weet u alles. U zult hot wel met my eens zyn, dat het boter is, de studie op te geven en rond te zien naar een middel om dadeiyk wat te verdienen. Ik mag niet van myn vader vergen, dat hy mftn schulden betaalt en my nog onderhoudt ook." „Neen," zei Hansell, „te meor, daar naar ik vau u verneem hot inkomen van den kapitein niet zoo groot meer is als vroeger." „Ik vrees van niet. En hy moet natuurly'k voor myn tante en nicht blyvon zorgen." „Ja, natuuriykl" bevestigde de ander, met een warmte in zyn toon, wolke Cecil ver baasde. „Daar u toch don naam noemde van dien ongelukkigen man, dien dien Hy aarzelde, alsof hy niet zeker was van den naam, „Stephen Alison." „O ja. Ik heb natuuriyk de zaak ia de bladen gelezen. Mag ik u openhartig oen 7raag doen „Zeker." W „Gelooft u, dat uw oom betrokken wa9 in die treurige zaak?" Cecil dacht even r.a; toen antwoordde hy: „Eerst geloofde ik het wei. Kan het ook anders? Maar ik heb nu eenige hoop, dat hy toch onschuldig was." „Hoe zoo?" vroeg Stephen haastig. „Ik ik heb iets gehoord." „Wat heeft u gehoord?" „Och, meneer Hansell, u wilt, dat ik open hartig zal zyn, r.ietwaar? Woinu, ik moot ui een geheim vertollen. Een poos geloden maakte ik konuis mot osn jongedame; zy is oen' nicht dat wist ik toen niet van een politiebeambte, sergeant Voruy." „Jaen?" „Ik heb haar gisteren weor ontmoet; zy vertelde my, dat haar oom aan de onschuld van Stephen Alison g* loofde." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1