Maandao; 20 Januari.
A» 1902.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Offieieele Kennisgeving.
Leideu, 20 Januari.
FEUILLETON.
De Tweelingbroeders.
12855
LEIDSCH
DAGBLAD
<L
PRIJS DEZER COURANT:
fyVoOT Leidon por 8 maandonf *-10.
g "Bulten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd rJJn t 1.80
Franco per post
PRIJS DER ADVEBTENTIÈN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
fled.-Znidafrikaansche ïerceuiging.
Afd. Leiden en Omstreken.
Ontvangen by den PenningmeesterZoeter-
froudsche Singel 41
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad
(V. Nf 3.15.
Opgehaald door de drie Tiroler
meisjes2.79.
Op de gezellige fuif van den heer
P. v. d. B2.36.
Op het 121/,-jarig feest van J. en P. 1.686
Gecollecteerd op een gezellig avondje,
georganiseerd door G. v. S. en S. W.,
cnder het zingen van het Transvaalsch
'^Volkslied0.81®
Bedragen kunnen worden toegezonden aan
,'^Ien Penningmeester of aan het Bureel van dit
{Blad.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres van W. ZAALBERG, houdende
verzoek om vergunning tot oprichting van een
fimederij in het perceel Janvossensteeg No. 41;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
i Geven bij deze kennis aan heb publiek dat
[genoemd verzoek met de bylagen op de Secretarie
dezer gemeente ter visie gelegd ia; abmede dat
[op Zaterdag 1 Februari a. s., 's voormiddags te
Ihalfelf, op het Raadhuis, gelegenheid zal wordon
[gegeven om bezwaren tegen dat verzoek ïu te
'brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
18 Jan. 1902. VAN HEYST, Secretaris.
Een nieuwe openbare lagere school 3de klasse.
Ter voorziening in het gebrek aan
plaatsruimte op de openbare lagere scholen
jider 3de klasse werd in de gemeenteraadszit
ting van 14 November 1.1. besloten tot dc
vergrooting van de school in de Hccrenstraat
I !door den bijbouw van een tweetal lokalen, in
f afwachting van den bouw van een nieuwe,
<Bde openbare lagere school, voor 600 leer
lingen, waaromtrent den gemeenteraad bin-
j ncn niet te langen tijd ccn voorstel van B.
ën Ws. werd toegezegd.
Ter uitvoering van dat Raadsbesluit is
'door hen een onderzoek ingesteld omtrent
de vraag, in welk gedeelte der gemeente de
behoefte aan de nieuwe school 3de klasse het
grootst moest worden geacht,
Werpt men een blik op de kaart van Lei
den, dan zou men bij een eersten oogopslag
allicht geneigd zijn te meenen, dat ergens in
het zuidelijk deel der gemeente dc aangewe-
Een plaats voor de nieuwe school zou moeten
worden gezocht. Terwijl toch in het noor-
j delijk deel de nieuwe school aan den Marc-
1 Bingel, de school aan de Van-der-Wcrf-straat
ën de school aan de Mare, alle drie scholen
voor 600 leerlingen, bestemd zijn dc minver-
I mogende schoolbevolking van dat deel op te
Hemen, treffen wij, de school van' den heer
De Yan, die slechts voor 200 leerlingen be
stemd is, niet medegerekend, in het zujide-
lijk deel slechts de school aan het Plantsoen
j ën die aan de Langebrug aan, waarvan de
eerste slechts aan 450 leerlingen plaatsruim
te aambiedt. Oppervlakkig zou men dus ge
neigd zijn te meenen, dat bijv. op Vreewijk
,of op het Raamland bij den Hoogen Rijndijk
de nieuwe school zou behooren te verrijzen.
Gaat men evenwel verder en werpt men
ook een blik op den aard der schoolbevolking
die thans op de scholen 3de klasse ter school
gaat, dan blijkt alras dat ook de nieuwe
school voor 600 leerlingen een plaats zal
moeten vinden in het noordelijk deel naast
de scholen van de heeren Brouwer, Wuyster
en Koops.
Niet alleen toch, dat die scholen reeds
thans het meest bevolkt zijn (B. en Ws. herin
neren er aan, hoe zij reeds in hun voorstel
van 25 October van verleden jaar er op we
zen, hoe zij zich verplicht hadden gezien een
gedeelte der bevolking van de scholen Nos. 3
en 5 in het soephuis te brengen), maar boven
dien leert de ervaring dat in het bijzonder
in het noordwestelijk stadsgedeelte het accres
der bevolking voor deze scholen het grootst
is, terwijl met grond mag worden verwacht,
dat dit ook in de eerste toekomst niet anders
zijn zal.
Verschillende omstandigheden werken
daartoe mede, Ongetwijfeld is voor een deel
de nabijheid van het station der beide Spoor
wegmaatschappijen en van de stations der
stoomtramwegen naar Katwijk, Noordwijk
en Haarlem de reden waarom vele werklie
den dit deel der stad verkiezen en ookde
aan die ondernemingen verbonden beambten
daar hun woning zoeken; voor een ander deel
zijn weder de infanteriekazerne en de infir
merie oorzaak, dat verschillende mindere
militairen zich daar vestigen; ook is het om
gekeerd niet onmogelijk dat de toename de
zer klasse van bevolking in dit deel der
gemeente juist het gevolg is van het feit, dat
daar de meeste voor hen geschikte woningen
worden gebouwd.
Hoe dit echter zij, het is een feit dat in
het Noordwesten onzer stad in de latere ja-
ren tal van nieuwe straten zijn verrezen, clio
aan de bevolking der scholen 3de klasse een
groote uitbreiding hebben gegeven. B. onWs.
noemen slechts de Paul-Kruger-straat, de
President-Steyn-straat, de Joubertstraat, de
Cronjéstraat, de Aloèlaan, de Hoflandstraat
de Sundermeyerstraat en de Van-der-Spek-
straat, welke vermoedelijk spoedig door vele
andere zullen worden gevolgd. Blijkens een
door het Hoofd der school 3de klasse No. 3
namens de Hoofden der scholen 3de klasse
aan B. en Ws. uitgebracht rapport, zijn deze
dan ook met B. en Ws van meening, dat in
het Noordwesten der gemeente de plaats voor
de nieuwe school moet worden gezocht en
dat na de stichting dier school een alleszins
doelmatige schoeiwijkverdeeling mogelijk zal
zijn, waarbij de schoolgaande bevolking na
genoeg gelijkelijk over dc 6 scholen zal wor
den verdeeld, zonder dat voor de leerlingen
uit do verst van de school verwijderde deelen
van iedere wijk de afstand een bezwaar zal
opleveren.
En niet anders denkt hierover de Plaatse
lijke Schoolcommissie, wier voorzitter aan B.
en Ws. namens haar mededeelde, dat in den
omtrek van den Morschwcg de plaats voor
den bouw van de nieuwe school zou behooren
te worden gevonden.
Het is dan ook inzonderheid in het
noordwestelijk gedeelte der gemeente dat B,
en Ws. naar een geschikt terrein voor de
nieuwe school hebben gezocht, en naar zij
meenen met het beste resultaat.
Achter den Morschwcg, aan het einde der
Paul-Kruger-straat, bevindt zich een bijna
vierkant terrein ter grootte van 2780 vierk.
M. dat aan*nagenoeg alle billijke eischen
voldoet. Dit terrein is te bereiken door de
10 meter brecde en plm. 100 meter lange
Paul-Kruger-straat en wordt begrensd door
de terreinen van de militaire infirmerie, de
huizen aan de Plesmanslaan en een ander
open terrein. Indien van de oppervlakte
450 vierk. M. worden gereserveerd voor een
aan te leggen straat, die de Paul-Kruger-
straat eventueel met een westelijk gelegen
daaraan evenwijdige straat zal moeten ver
binder^ en rekent men dat voor een school
met verdieping 600 vierk. M. zullen noodig
zijn, dan blijft nog een prachtige ruimte
voor speelplaats over. Zoo noodig zal men
er zelfs een school plain-pied kunnen
bouwen, hoewel dit naar hot inzien van B.
en Ws. geen aanbeveling zou verdienen.
Dit terrein is in het centrum gelegen der
bevolking, waaruit de nieuwe school hare
leerlingen zal moeten trekken, het is er
rustig en door het geringe verkeer, ook in
de omgeving, door de leerlingen gemakke
lijk en zonder gevaar te bereiken. De spoor
lijn is op genoegzaam verren afstand van
het terrein gelegen, dan dat het onderwijs
van het verkeer over die lijn eenigen hinder
zou ondervinden. Mocht er misschien voor
sommigen een bezwaar in gelegen zijn, dat
dit terrein, voorloopig althans, slechts van
éëne z'jde zal zijn te bereiken, B. en Ws.
hebben gegronde hoop, dat eventueel met
het Rijk te voeren onderhandelingen over
het maken van een tweeden toegang tot het
terrein van de zijde van den Morschsingel,
met gunstigen uitslag zouden worden be
kroond.
Ook de Plaatselijke Schoolcommissie acht
dit terrein bij uitnemendheid voor den bouw
der nieuwe school geschikt.
Trouwens het zou niet mogelijk zijn in het
gedeelte der stad, dat in de eerste plaats
voor den bouw dier school in aanmerking
komt, een ander geschikt terrein te vinden.
Over dezen grond nu kan de gemeente
zich de beschikking verzekeren tegen beta
ling van een koopsom van f 3 per vierk.
M., alzoo voor cen^totaal bedrag van 8340
waarin echter door het Rijk voor 1/4 ge
deelte wordt bijgedragen. Het komt B. en
Ws. voor dat deze bouwgrond in die streek
niet te hoog is en dit zeker i. c. allerminst
voor de gemeente, wanneer men bedenkt hoe
dit stuk grond voor den bouw der nieuwe
school als aangewezen raag worden be
schouwd.
Is eenmaal door den gemeenteraad tot
den bouw der nieuwe school en tot den aan
koop van het daarvoor benoodigde terrein
besloten, 'dan zullen zoo spoedig mogelijk
plannen voor den bouw, met bijbehoorende
rail ing van kosten worden ingediend, bij
wier behandeling nader over den bouw en
de inrichting der school zal kunnen worden
beslist.
Bij schrijven van 21 Mei 1901 werd
door den heer A. van der Harst, met ingang
van 1 September d. a. v. eervol ontslag ver
zocht uit zijn betrekking van lecraar aan de
Kweekschool voor onderwijzers en onderwij
zeressen alhier.
Toen evenwel spoedig daarop de heer Van
Dijk, door wicn eveneens met ingang van
denzclfden datum ontslag was verzocht als
Directeur der Kweekschool, zich, in verband
met de voorgenomen reorganisatie dier in
richting, op het verzoek van B. en Ws. wel
willend bereid verklaard had nog tot 1 Mei
a.s te zullen aanblijven, verklaarde ook do
heer Van der Harst zijn krachten gaarne tot
dat tijdstip aan de Kweekschool te willen
blijven wijden, welk aanbod dankbaar door
B. en Ws. werd aanvaard.
Vandaar dat de ontslagaanvrage van den
heer Van der Harst tot dusverre niet aan
den gemeenteraad ter beslissing werd voor
gelegd.
Nu evenwel het tijdstip, waarop de heer
Van der Harst zijn betrekking zal neerleg
gen, begint te naderen en eerlang omtrent
zijn vervanging een beslissing zal moeten
worden genomen, geven B. en Ws. ander
maal in overweging, onder verwijzing naar
de adviezen van den Districtsschoolopzie
ner en van den Directeur der Kweekschool,
aan den heer A. van der Harst met ingang
van 1 Mei a.s. het door hem gevraagd ont
slag op de meest eervolle wijze te verleenen
onder dankbetuiging voor de goede diensten,
door hem in die betrekking gedurende 40
jaren aan de gemeente bewezen.
In de gemeenteraadsvergadering van 24
October j.l. werd naar aanleiding van ver
schillende zijden gemaakte opmerkingen be
sloten tot uitstel van de behandeling van
een voorstel van B. en Ws. tot verhooging
der jaarwedden van de leeraren in het En-
gelsch en in de wiskunde aan het gymna
sium alhier.
Curatoren hebben nu nadere voorstellen
tot regeling gedaan, waaruit ten eerste blijkt
dat zij een vorhooging van wedde van 100
voor den leeraar in de wiskunde niet meer
noodig achten, omdat den heer Van Beek,
inmiddels tot leeraar in de aardrijkskunde
benoemd, het onderwijs in de natuurkundige
aardrijkskunde kan worden opgedragen,
verder dat curatoren met klem aandringen
op de gelijkstelling Van de wedde van den
leeraar in het Engelsch met die van de bei
de andere leeraren in de nieuwe talen; ein
delijk dat zij voor de regeling der leeraren
aan het gymnasium gaarne hetzelfde stelsel
zouden zien toegepast dat onlangs voor de
leeraren der H. B.-S. voor jongens is aange
nomen. B. en Ws. geven nu in overweging
in zake den leeraar in het Engelsch het ad
vies van curatoren te volgen. Ook wat de
regeling in het algemeen aangaat, kunnen
zij zich in hoofdzaak met het-voorstel van
curatoren voreenigen.
B. en W8. wenBchen den conrector f 200
boven hetgeen hem als leeraar toekomt, toe
te kennen, terwijl de leeraren in de nieuwe
talen al bedraagt hun aantal lesuren minder
dan tien toch als gewone leeraren zullen wor
den beschouwd-
Voor den rector zullen de jaren, die hij
elders als zoodanig heeft gediend, meetellen.
In dien geest is door B. en Ws. een concept
verordening, regelende de jaarwedden der
leeraren aan het gymnasium, aangeboden.
Onder overlegging van het desbetreffend
vei zoek. van den heer L. van Oeveren on
van het daaromtrent door het Hoofd der
School uitgebracht advies, geven Burg. en
Ws. in overweging aan adressant op zyn ver
zoek op grond van ongeschiktheid voor de
verdere waarneming zUner betrekking uit
hoofde van lichaamsgebreken met ingang van
1 Februari a. s. eervol ontslag te verleenen
uit zyn betrekking van 2den onderwijzer aan
de Jongensschool 2de klasse.
Ter uitvoering van 's Raads besluit van
20 Juni 1901, waarby besloten werd tot in
voering van een algemeenen keuringsdienst
van eet- en drinkwaron met Ingang van 1
Januari van dit jaar, bieden B. en Ws. den
gemeenteraad ter benoeming van een keur
meester by dien dienst de volgende aan
beveling aan: lo. P. D. Haarmans, reiziger in
koloniale waren alhier; 2o. J. J. Wisse, hande
laar in koloniale waron te Nymegen; en 3o.
H. Kramer, kruidenier te Watergraafsmeer.
In het „Weekblad voor Muziek" van
18 Januari schryft Johanna Veth: „Niemand,
zelfs wie 't niet erkennen wil, kan ongevoelig
biyven voor de bekoring, die er uitgaat,
wanneer men klaar on zonder dialect in zyn
eigen taal hoort zingen." Dit bleek gister
avond op de vferde muziekuitvoering van
dezen winter in het Leidsche Volkshuis. De
Hollandsche en Vlaamsche liedoren, alle Neder-
landsche composities, werden bewust genoten
door-een zeer ernstig luisterend publiek: het
ten volle verstaan van ieder woord, dat ge
zongen werd, heeft zeker deel aan de groote
aandacht.
Welk een geliefd Instrument de viool is,
kwam opnieuw uit. Zelfs stukken van langen
duur als de Sonate van Handel boeiden van de
eerste tot de laatste noot. Ons volk luistert
wel gaarne naar zuivere, goede muziek.
By de heden alhier gehouden openbare
verkoop ing van cokes in partyen van 10 en
5 H.L. waren do pry zon f 6 en f 3.
H. M. de Koningin-Moeder woondo gister
voormiddag de godsdienstoefening by in de
Kloosterkerk te 'e-Gravenhage, onder gehoor
van ds. Vermeer.
De hoor H. J. Horweyer, onderwyzer te
Noordwyk, komt voor op de voordracht voc
onderwyzer vierde klasse aan de school aan
de Badhuiskade te Scheveningen.
Uit Hannover ontvangen w\j bericht,
dat aldaar het examen voor dipl. ingenieur
in de electroteohniok met goed gevolg werd
afgelegd door de heeren J. Carbasius, uit
Oosterbeek, en H. 0. van Oordt, uit Valken
burg (Z.-H.). Laatstgenoemde behaalde cuwf
laude. i
Do „Unie collecte" bracht, biykens de
laatste opgave in de „Standaard" f 85.477 op,
of f 1317 meer dan het vorige jaar.
Door wylen den heer Postma, te Ex-
morra overleden, is aan de Weesinrichting te
Neerbosch een legaat van f 1000 vermaakt,
vry van successierechten.
De rusttijd door den minister van ko
loniën, den heer Van Asch van Wijck, tot
herstel van zijn gezondheid genomen, heeft
niet geleid tot het effect dat men daarvan
hoopte. Een nieuwe rustperiode zal voor
den heer Van Asch van Wijck noodig zijn.
Wegens eenige onvoorziene beletselen
is de overbrenging van het stoffelijk over
schot van baron Galvagna in den Haag
naar Italië, dat gisteren zou plaats hebben,
uitgesteld tot Dinsdag.
Door Teyler's tweede genootschap
wordt, voor het jaar 1902, de volgende prijs
vraag uitgeschreven:
„Een geschiedenis van Nederland t'jdena
de inlijving bij Frankrijk (1810Nov. 1813),
waarbij gebruik gemaakt is van dc over dat
tijdvak in bet Rijksarchief to 's-Gravcn-
hage aanwezige papieren (in de eerste
plaats de verzameling Van Manen) en van
die in de Archives Nationales te Parijs".
De vorige weck overleed to Arnhem in
den leeftijd van 73 jaar, mevr. C. W. J. van
Ollefen, weduwe van Jöh. M. Coenen, een
actrice die bij vele schouwburgbezoekers nog
niet zal zijn vergeten. (A. G.)
Met het oog op de veelomvattende werk-
zaamheden, verbonden aan hot reserve
kader en aan de vrijwillige oefeningen in
den wapenhandel, maakt het bij het leger-
bestuur een punt van ernstige overweging
62)
Weer zag hy het gezicht, weer hoorde hy,
dat de ander vertelde van een „groot karwei",
waarby het er op aan kwam, iemand de
deur te helpen openenEn eensklaps
wist Alison nu, welk spoor hy te volgen had.
|Hy sprong op, sloeg driftig met de vuist op
de tafel en riep:
„„De hertogl" 't Is „dehertog" geweest 1"
XXXV.
Sergeant Verity was even komen aanloopen,
om te zien, hoe het ging met zyn broeder
Tom, die een zware kou gevat had by de
uitoefening van zyn zwervend beroep, ter
gelegenheid van een wedren.
Tom was al zoo goed als beter; maar zyn
vrouw had hem overreed, een paar dagen
thuis te blyven.
1 Zoodra Tom zyn broeder zag, begon hy
'nieuwsgierig te vragen naar het drama van
'Grosvenor-PIace. De muzikant stelde buiten
gewoon veel belang In de zaak, sinds hy uit
de berichten had ontdekt, dat Stephen Alison,
wiens naam in deze zaak telkens werd ge
1 noomd, een zwager van kapitein Halford was.
Hy dacht terstond aan zyn zonderlinge
ontmoeting met den kapitein en diens schoone
nicht in bet bosch by Patterdale, toen de
oude heer zoo vol van de somberste voorge
voelens was.
„Arme man!" zei Tom tegen zyn vrouw.
,Hy had allerlei verschrikkingen voor zich-
zelven bedacht, maar op zooveel akeligheid
had hy toch niet gerekend I"
„Zeker, het is hard ,voor hem," stemde
juffrouw Verity (oe; „maar denk eens aan die
vrouw en dochter: dat lieve meisje, waarvan
jy zoo dikwyis gesproken hebt, en waarmee
je broer ook zooveel op heeft."
"Er klonk muziek door het huls; Jenny zat
in haar kamer aan de piano.
„Luister -eensl" zei juffrouw Verity; „Jenny
speelt tegenwoordig altyd dezelfde muziek;
die maakt my treurig. Ik had liever een
vrooiyk mopje nu en dan; maar dat past
zeker niet by de Koninkiyke Academie."
Tom schudde het hoofd.
„'tl3 niet de schuld van de Academie",
zei hy, „dat haar muziek treurig is. Ik vrees,
dat Jenny zelf- verdriet heeft. Er is bepaald
iets, dat haar kwelt. Zou ze 't jou niet willen
bekennen?"
„Ik heb het al geprobeerd, Tommaar ik
kan niets uit haar krygen. De dokter zegt,
dat het niets is. 'tZal komen van de drukke
studie en
Hier werden zy gestoord -door de komst
van den sergeant.
„Zoo, Tom, al weer op? Hoe gaat het er
mee?" vroeg hy.
„O, ik ben weer in orde, jongen. Ik ben
biy, dat je gekomen bent. Wy hadden het
daar net over je groots zaak en de Alisons.
Is er nog nieuws?"
„Neen; we zyn nog net zoo ver als we
waren. Jack Gannett hoeft zyn idees over
Stephen Alison, en ik de myne."
„Gelooft u, dat hy onschuldig is, oom?"
vroeg Jenny, die ongemerkt in de kamer was
gekomen.
„Ja, kindlief," zei de sergeant. Hy stond
op, om haar een kus te geven on staarde
toen ernstig in haar bleek gelaat. „Ja, kind
lief, hoewel Gannett om zoo te zoggen alle
argumenten in zyn voordeel heeft. Zelf heb
ik „den hertog" je weet wel, Tom, dien
beruchten dief met Alison zien Bpreken,
en wy zyn overtuigd, dat „do hertog" er
tusschen zit. En over dien meneer Darvell
hebben we ook onze eigen idees."
„Maar zie jU Alison dan aan voor iemand,
die samen zou doen met gewone inbrekers
vroeg Tom.
„Neen, en dat geloof ik nog niet, hoewel
alles tegen hem is. Er zijn een paar dingen,
die in zyn voordeel pleiten. 'L Is best mogeiyk,
dat Darvell8 verhaal waar is en dat lord
Charlton werkeiyk Alison wilde helpen om
er weer bovenop te komen. De lord kan hem
de twee bankbiljetten gegeven hebben. Als
hy ze gestolen had en betrokken was in de
moordgeschiedenis, zou hy wel geprobeerd
hebben, ze te wisselen zonder naar de Bank
van Engeland to gaan, en in elk geval zou
hy, dat wagende, wel beide noten te geiyk
gewisseld hebben: dan liep hy maar eenmaaL
de risico. Maar men vond het tweede biljet
by hem. Zou een moordenaar zulk een over
tuigend bewys van zyn schuld by zich ge
houden hebben?"
„Maar hy moet toch in elk geval dien
nacht by den lord in huis geweest zynanders
kon hy die bankbiljetten niet hebben", meende
Tom.
„Zeker, hy is er geweest; dat staat vast,
en dat is misschien de oorzaak van zyn
plotselingen dood."
Tom Verity zag zyn broeder verwonderd
aan. Die redeneering kon hy niet volgen.
„Kyk eens", vervolgde de politie beambte;
„een ontslagen gevangene, iemand, die steeds
onder verdenking Hgt, komt op den laten
avond in een huis en ontvaDgt er geld. Den
volgenden avond hoort by plotseling, dat de
man, wiens naam op zyn bankpapier staat,
vermoord is. Voor iemand, die aan een hart
kwaal ïydt, is die schok genoeg om hem te
dooden."
„Weet je sekuur, dat hy van den moord
gehoord had?"
„Ja; een krant, waarin het Nieuws stond,
vonden wy in zyn kamer."
„En die kerel, dien jelui „den hertog"
noomt, waarom wordt die nu niet gearres
teerd?"
„Er wordt op hem gelet; maar hy is slim
en geeft ons weinig kans. Hy is getrouwd
met een fatsoeniyk vrouwtje, dat een wasschery
heeft te Hornsey. „De hertog" houdt zich nu
heel braaf; hy brengt met een karretje het
waschgoed naar de klanten van zyn vrouw.
Drinken doet hy niet veel, en hy Is ook wel
zoo wys, niet met het geld te strooien."
„Is er niets ontdekt van de gestolen
juweelen?"
„Neen; ik denk, dat nu de steen en al
buitenslands zyn. Het eeDige, wat we hebben,
is het horloge, waarvan je wel gelezen hebt.
De man, die het verpandde, behoorde niet
tot het komplot; hy vond het op straat, by
Westminster-bridge; de dieven moeten het
verloren hebben."
Jenny had aandachtig geluisterd naar het
geen de sergeant meedeelde. Zy kwam naar
hem toe, sloeg haar armen om zyn hals
en zei;
„Oom, ale die man onschuldig is, zult u
toch alles doen, om dat te bewyzen, nietwaar?
Denk eens aan de schande, welke zulk een
beschuldiging over zyn familie brengt I"
„Ja, Jenny," antwoordde de sergeant
Toen hy zag, hoe diep de saak haar trol^
herinnerde hy zich den avond, toen zy plot
seling onwèl geworden en van tafel opgestaan
was. Hij had toen over de Alisons en Halfordp
gesproken.
Toen Jenny Verity dien namiddag baar
woning verliet, om naar de Academie te gaan,
zag z\j een jongmensch aan het eind van de
straat. Eon diepe blos klourde haar wangon;
zy herkende Cecil Halford, maar niet flink
en opgewekt als vroeger. Hy was bleek en
onrustig.
„Juffrouw Verity Jennyl"'sprak hy; „ik
heb myn belofte verbroken; maar ik kon
Engeland niet verlaten, zonder u vaarwel te
zeggen."
„'t Spyt my ik begripstamelde
Jenny, niet wetende, wat zo zeggen moest.
„Heeft u het gehoord? Heeft u gelezen?"
„Ja."
„'t Is verschrikkelijk, nietwaar? Ik had al
verdriet genoeg, eor ik de schandelijke waarheid
vernam", zei Cecil; „en ik wilde het land
verlaten om elders een betrokking to zoeken.
Ik heb nu geheel het plan opgegeven, advocaat
te worden; maar deze treurige geschiedenis
heeft, vrees ik, mijn taak nog moeilijker ge
maakt. Iedereen k»nt nu den naam Halford.
Door myns vaders verklaring voor do jury weot
ieder, dat die Stephen Alison myn oom was."
„O, hot sp'Jt my zoo om u. Ik heb zoo
dikwijls aan u ge-jacht, sindssinds 11c
het nieuws vernam."
Wordt vervolgd.)