Maandao; 20 Januari. A» 1902. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. Leideu, 20 Januari. FEUILLETON. De Tweelingbroeders. 12855 LEIDSCH DAGBLAD <L PRIJS DEZER COURANT: fyVoOT Leidon por 8 maandonf *-10. g "Bulten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd rJJn t 1.80 Franco per post PRIJS DER ADVEBTENTIÈN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. fled.-Znidafrikaansche ïerceuiging. Afd. Leiden en Omstreken. Ontvangen by den PenningmeesterZoeter- froudsche Singel 41 Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad (V. Nf 3.15. Opgehaald door de drie Tiroler meisjes2.79. Op de gezellige fuif van den heer P. v. d. B2.36. Op het 121/,-jarig feest van J. en P. 1.686 Gecollecteerd op een gezellig avondje, georganiseerd door G. v. S. en S. W., cnder het zingen van het Transvaalsch '^Volkslied0.81® Bedragen kunnen worden toegezonden aan ,'^Ien Penningmeester of aan het Bureel van dit {Blad. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres van W. ZAALBERG, houdende verzoek om vergunning tot oprichting van een fimederij in het perceel Janvossensteeg No. 41; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; i Geven bij deze kennis aan heb publiek dat [genoemd verzoek met de bylagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd ia; abmede dat [op Zaterdag 1 Februari a. s., 's voormiddags te Ihalfelf, op het Raadhuis, gelegenheid zal wordon [gegeven om bezwaren tegen dat verzoek ïu te 'brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 18 Jan. 1902. VAN HEYST, Secretaris. Een nieuwe openbare lagere school 3de klasse. Ter voorziening in het gebrek aan plaatsruimte op de openbare lagere scholen jider 3de klasse werd in de gemeenteraadszit ting van 14 November 1.1. besloten tot dc vergrooting van de school in de Hccrenstraat I !door den bijbouw van een tweetal lokalen, in f afwachting van den bouw van een nieuwe, <Bde openbare lagere school, voor 600 leer lingen, waaromtrent den gemeenteraad bin- j ncn niet te langen tijd ccn voorstel van B. ën Ws. werd toegezegd. Ter uitvoering van dat Raadsbesluit is 'door hen een onderzoek ingesteld omtrent de vraag, in welk gedeelte der gemeente de behoefte aan de nieuwe school 3de klasse het grootst moest worden geacht, Werpt men een blik op de kaart van Lei den, dan zou men bij een eersten oogopslag allicht geneigd zijn te meenen, dat ergens in het zuidelijk deel der gemeente dc aangewe- Een plaats voor de nieuwe school zou moeten worden gezocht. Terwijl toch in het noor- j delijk deel de nieuwe school aan den Marc- 1 Bingel, de school aan de Van-der-Wcrf-straat ën de school aan de Mare, alle drie scholen voor 600 leerlingen, bestemd zijn dc minver- I mogende schoolbevolking van dat deel op te Hemen, treffen wij, de school van' den heer De Yan, die slechts voor 200 leerlingen be stemd is, niet medegerekend, in het zujide- lijk deel slechts de school aan het Plantsoen j ën die aan de Langebrug aan, waarvan de eerste slechts aan 450 leerlingen plaatsruim te aambiedt. Oppervlakkig zou men dus ge neigd zijn te meenen, dat bijv. op Vreewijk ,of op het Raamland bij den Hoogen Rijndijk de nieuwe school zou behooren te verrijzen. Gaat men evenwel verder en werpt men ook een blik op den aard der schoolbevolking die thans op de scholen 3de klasse ter school gaat, dan blijkt alras dat ook de nieuwe school voor 600 leerlingen een plaats zal moeten vinden in het noordelijk deel naast de scholen van de heeren Brouwer, Wuyster en Koops. Niet alleen toch, dat die scholen reeds thans het meest bevolkt zijn (B. en Ws. herin neren er aan, hoe zij reeds in hun voorstel van 25 October van verleden jaar er op we zen, hoe zij zich verplicht hadden gezien een gedeelte der bevolking van de scholen Nos. 3 en 5 in het soephuis te brengen), maar boven dien leert de ervaring dat in het bijzonder in het noordwestelijk stadsgedeelte het accres der bevolking voor deze scholen het grootst is, terwijl met grond mag worden verwacht, dat dit ook in de eerste toekomst niet anders zijn zal. Verschillende omstandigheden werken daartoe mede, Ongetwijfeld is voor een deel de nabijheid van het station der beide Spoor wegmaatschappijen en van de stations der stoomtramwegen naar Katwijk, Noordwijk en Haarlem de reden waarom vele werklie den dit deel der stad verkiezen en ookde aan die ondernemingen verbonden beambten daar hun woning zoeken; voor een ander deel zijn weder de infanteriekazerne en de infir merie oorzaak, dat verschillende mindere militairen zich daar vestigen; ook is het om gekeerd niet onmogelijk dat de toename de zer klasse van bevolking in dit deel der gemeente juist het gevolg is van het feit, dat daar de meeste voor hen geschikte woningen worden gebouwd. Hoe dit echter zij, het is een feit dat in het Noordwesten onzer stad in de latere ja- ren tal van nieuwe straten zijn verrezen, clio aan de bevolking der scholen 3de klasse een groote uitbreiding hebben gegeven. B. onWs. noemen slechts de Paul-Kruger-straat, de President-Steyn-straat, de Joubertstraat, de Cronjéstraat, de Aloèlaan, de Hoflandstraat de Sundermeyerstraat en de Van-der-Spek- straat, welke vermoedelijk spoedig door vele andere zullen worden gevolgd. Blijkens een door het Hoofd der school 3de klasse No. 3 namens de Hoofden der scholen 3de klasse aan B. en Ws. uitgebracht rapport, zijn deze dan ook met B. en Ws van meening, dat in het Noordwesten der gemeente de plaats voor de nieuwe school moet worden gezocht en dat na de stichting dier school een alleszins doelmatige schoeiwijkverdeeling mogelijk zal zijn, waarbij de schoolgaande bevolking na genoeg gelijkelijk over dc 6 scholen zal wor den verdeeld, zonder dat voor de leerlingen uit do verst van de school verwijderde deelen van iedere wijk de afstand een bezwaar zal opleveren. En niet anders denkt hierover de Plaatse lijke Schoolcommissie, wier voorzitter aan B. en Ws. namens haar mededeelde, dat in den omtrek van den Morschwcg de plaats voor den bouw van de nieuwe school zou behooren te worden gevonden. Het is dan ook inzonderheid in het noordwestelijk gedeelte der gemeente dat B, en Ws. naar een geschikt terrein voor de nieuwe school hebben gezocht, en naar zij meenen met het beste resultaat. Achter den Morschwcg, aan het einde der Paul-Kruger-straat, bevindt zich een bijna vierkant terrein ter grootte van 2780 vierk. M. dat aan*nagenoeg alle billijke eischen voldoet. Dit terrein is te bereiken door de 10 meter brecde en plm. 100 meter lange Paul-Kruger-straat en wordt begrensd door de terreinen van de militaire infirmerie, de huizen aan de Plesmanslaan en een ander open terrein. Indien van de oppervlakte 450 vierk. M. worden gereserveerd voor een aan te leggen straat, die de Paul-Kruger- straat eventueel met een westelijk gelegen daaraan evenwijdige straat zal moeten ver binder^ en rekent men dat voor een school met verdieping 600 vierk. M. zullen noodig zijn, dan blijft nog een prachtige ruimte voor speelplaats over. Zoo noodig zal men er zelfs een school plain-pied kunnen bouwen, hoewel dit naar hot inzien van B. en Ws. geen aanbeveling zou verdienen. Dit terrein is in het centrum gelegen der bevolking, waaruit de nieuwe school hare leerlingen zal moeten trekken, het is er rustig en door het geringe verkeer, ook in de omgeving, door de leerlingen gemakke lijk en zonder gevaar te bereiken. De spoor lijn is op genoegzaam verren afstand van het terrein gelegen, dan dat het onderwijs van het verkeer over die lijn eenigen hinder zou ondervinden. Mocht er misschien voor sommigen een bezwaar in gelegen zijn, dat dit terrein, voorloopig althans, slechts van éëne z'jde zal zijn te bereiken, B. en Ws. hebben gegronde hoop, dat eventueel met het Rijk te voeren onderhandelingen over het maken van een tweeden toegang tot het terrein van de zijde van den Morschsingel, met gunstigen uitslag zouden worden be kroond. Ook de Plaatselijke Schoolcommissie acht dit terrein bij uitnemendheid voor den bouw der nieuwe school geschikt. Trouwens het zou niet mogelijk zijn in het gedeelte der stad, dat in de eerste plaats voor den bouw dier school in aanmerking komt, een ander geschikt terrein te vinden. Over dezen grond nu kan de gemeente zich de beschikking verzekeren tegen beta ling van een koopsom van f 3 per vierk. M., alzoo voor cen^totaal bedrag van 8340 waarin echter door het Rijk voor 1/4 ge deelte wordt bijgedragen. Het komt B. en Ws. voor dat deze bouwgrond in die streek niet te hoog is en dit zeker i. c. allerminst voor de gemeente, wanneer men bedenkt hoe dit stuk grond voor den bouw der nieuwe school als aangewezen raag worden be schouwd. Is eenmaal door den gemeenteraad tot den bouw der nieuwe school en tot den aan koop van het daarvoor benoodigde terrein besloten, 'dan zullen zoo spoedig mogelijk plannen voor den bouw, met bijbehoorende rail ing van kosten worden ingediend, bij wier behandeling nader over den bouw en de inrichting der school zal kunnen worden beslist. Bij schrijven van 21 Mei 1901 werd door den heer A. van der Harst, met ingang van 1 September d. a. v. eervol ontslag ver zocht uit zijn betrekking van lecraar aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen alhier. Toen evenwel spoedig daarop de heer Van Dijk, door wicn eveneens met ingang van denzclfden datum ontslag was verzocht als Directeur der Kweekschool, zich, in verband met de voorgenomen reorganisatie dier in richting, op het verzoek van B. en Ws. wel willend bereid verklaard had nog tot 1 Mei a.s te zullen aanblijven, verklaarde ook do heer Van der Harst zijn krachten gaarne tot dat tijdstip aan de Kweekschool te willen blijven wijden, welk aanbod dankbaar door B. en Ws. werd aanvaard. Vandaar dat de ontslagaanvrage van den heer Van der Harst tot dusverre niet aan den gemeenteraad ter beslissing werd voor gelegd. Nu evenwel het tijdstip, waarop de heer Van der Harst zijn betrekking zal neerleg gen, begint te naderen en eerlang omtrent zijn vervanging een beslissing zal moeten worden genomen, geven B. en Ws. ander maal in overweging, onder verwijzing naar de adviezen van den Districtsschoolopzie ner en van den Directeur der Kweekschool, aan den heer A. van der Harst met ingang van 1 Mei a.s. het door hem gevraagd ont slag op de meest eervolle wijze te verleenen onder dankbetuiging voor de goede diensten, door hem in die betrekking gedurende 40 jaren aan de gemeente bewezen. In de gemeenteraadsvergadering van 24 October j.l. werd naar aanleiding van ver schillende zijden gemaakte opmerkingen be sloten tot uitstel van de behandeling van een voorstel van B. en Ws. tot verhooging der jaarwedden van de leeraren in het En- gelsch en in de wiskunde aan het gymna sium alhier. Curatoren hebben nu nadere voorstellen tot regeling gedaan, waaruit ten eerste blijkt dat zij een vorhooging van wedde van 100 voor den leeraar in de wiskunde niet meer noodig achten, omdat den heer Van Beek, inmiddels tot leeraar in de aardrijkskunde benoemd, het onderwijs in de natuurkundige aardrijkskunde kan worden opgedragen, verder dat curatoren met klem aandringen op de gelijkstelling Van de wedde van den leeraar in het Engelsch met die van de bei de andere leeraren in de nieuwe talen; ein delijk dat zij voor de regeling der leeraren aan het gymnasium gaarne hetzelfde stelsel zouden zien toegepast dat onlangs voor de leeraren der H. B.-S. voor jongens is aange nomen. B. en Ws. geven nu in overweging in zake den leeraar in het Engelsch het ad vies van curatoren te volgen. Ook wat de regeling in het algemeen aangaat, kunnen zij zich in hoofdzaak met het-voorstel van curatoren voreenigen. B. en W8. wenBchen den conrector f 200 boven hetgeen hem als leeraar toekomt, toe te kennen, terwijl de leeraren in de nieuwe talen al bedraagt hun aantal lesuren minder dan tien toch als gewone leeraren zullen wor den beschouwd- Voor den rector zullen de jaren, die hij elders als zoodanig heeft gediend, meetellen. In dien geest is door B. en Ws. een concept verordening, regelende de jaarwedden der leeraren aan het gymnasium, aangeboden. Onder overlegging van het desbetreffend vei zoek. van den heer L. van Oeveren on van het daaromtrent door het Hoofd der School uitgebracht advies, geven Burg. en Ws. in overweging aan adressant op zyn ver zoek op grond van ongeschiktheid voor de verdere waarneming zUner betrekking uit hoofde van lichaamsgebreken met ingang van 1 Februari a. s. eervol ontslag te verleenen uit zyn betrekking van 2den onderwijzer aan de Jongensschool 2de klasse. Ter uitvoering van 's Raads besluit van 20 Juni 1901, waarby besloten werd tot in voering van een algemeenen keuringsdienst van eet- en drinkwaron met Ingang van 1 Januari van dit jaar, bieden B. en Ws. den gemeenteraad ter benoeming van een keur meester by dien dienst de volgende aan beveling aan: lo. P. D. Haarmans, reiziger in koloniale waren alhier; 2o. J. J. Wisse, hande laar in koloniale waron te Nymegen; en 3o. H. Kramer, kruidenier te Watergraafsmeer. In het „Weekblad voor Muziek" van 18 Januari schryft Johanna Veth: „Niemand, zelfs wie 't niet erkennen wil, kan ongevoelig biyven voor de bekoring, die er uitgaat, wanneer men klaar on zonder dialect in zyn eigen taal hoort zingen." Dit bleek gister avond op de vferde muziekuitvoering van dezen winter in het Leidsche Volkshuis. De Hollandsche en Vlaamsche liedoren, alle Neder- landsche composities, werden bewust genoten door-een zeer ernstig luisterend publiek: het ten volle verstaan van ieder woord, dat ge zongen werd, heeft zeker deel aan de groote aandacht. Welk een geliefd Instrument de viool is, kwam opnieuw uit. Zelfs stukken van langen duur als de Sonate van Handel boeiden van de eerste tot de laatste noot. Ons volk luistert wel gaarne naar zuivere, goede muziek. By de heden alhier gehouden openbare verkoop ing van cokes in partyen van 10 en 5 H.L. waren do pry zon f 6 en f 3. H. M. de Koningin-Moeder woondo gister voormiddag de godsdienstoefening by in de Kloosterkerk te 'e-Gravenhage, onder gehoor van ds. Vermeer. De hoor H. J. Horweyer, onderwyzer te Noordwyk, komt voor op de voordracht voc onderwyzer vierde klasse aan de school aan de Badhuiskade te Scheveningen. Uit Hannover ontvangen w\j bericht, dat aldaar het examen voor dipl. ingenieur in de electroteohniok met goed gevolg werd afgelegd door de heeren J. Carbasius, uit Oosterbeek, en H. 0. van Oordt, uit Valken burg (Z.-H.). Laatstgenoemde behaalde cuwf laude. i Do „Unie collecte" bracht, biykens de laatste opgave in de „Standaard" f 85.477 op, of f 1317 meer dan het vorige jaar. Door wylen den heer Postma, te Ex- morra overleden, is aan de Weesinrichting te Neerbosch een legaat van f 1000 vermaakt, vry van successierechten. De rusttijd door den minister van ko loniën, den heer Van Asch van Wijck, tot herstel van zijn gezondheid genomen, heeft niet geleid tot het effect dat men daarvan hoopte. Een nieuwe rustperiode zal voor den heer Van Asch van Wijck noodig zijn. Wegens eenige onvoorziene beletselen is de overbrenging van het stoffelijk over schot van baron Galvagna in den Haag naar Italië, dat gisteren zou plaats hebben, uitgesteld tot Dinsdag. Door Teyler's tweede genootschap wordt, voor het jaar 1902, de volgende prijs vraag uitgeschreven: „Een geschiedenis van Nederland t'jdena de inlijving bij Frankrijk (1810Nov. 1813), waarbij gebruik gemaakt is van dc over dat tijdvak in bet Rijksarchief to 's-Gravcn- hage aanwezige papieren (in de eerste plaats de verzameling Van Manen) en van die in de Archives Nationales te Parijs". De vorige weck overleed to Arnhem in den leeftijd van 73 jaar, mevr. C. W. J. van Ollefen, weduwe van Jöh. M. Coenen, een actrice die bij vele schouwburgbezoekers nog niet zal zijn vergeten. (A. G.) Met het oog op de veelomvattende werk- zaamheden, verbonden aan hot reserve kader en aan de vrijwillige oefeningen in den wapenhandel, maakt het bij het leger- bestuur een punt van ernstige overweging 62) Weer zag hy het gezicht, weer hoorde hy, dat de ander vertelde van een „groot karwei", waarby het er op aan kwam, iemand de deur te helpen openenEn eensklaps wist Alison nu, welk spoor hy te volgen had. |Hy sprong op, sloeg driftig met de vuist op de tafel en riep: „„De hertogl" 't Is „dehertog" geweest 1" XXXV. Sergeant Verity was even komen aanloopen, om te zien, hoe het ging met zyn broeder Tom, die een zware kou gevat had by de uitoefening van zyn zwervend beroep, ter gelegenheid van een wedren. Tom was al zoo goed als beter; maar zyn vrouw had hem overreed, een paar dagen thuis te blyven. 1 Zoodra Tom zyn broeder zag, begon hy 'nieuwsgierig te vragen naar het drama van 'Grosvenor-PIace. De muzikant stelde buiten gewoon veel belang In de zaak, sinds hy uit de berichten had ontdekt, dat Stephen Alison, wiens naam in deze zaak telkens werd ge 1 noomd, een zwager van kapitein Halford was. Hy dacht terstond aan zyn zonderlinge ontmoeting met den kapitein en diens schoone nicht in bet bosch by Patterdale, toen de oude heer zoo vol van de somberste voorge voelens was. „Arme man!" zei Tom tegen zyn vrouw. ,Hy had allerlei verschrikkingen voor zich- zelven bedacht, maar op zooveel akeligheid had hy toch niet gerekend I" „Zeker, het is hard ,voor hem," stemde juffrouw Verity (oe; „maar denk eens aan die vrouw en dochter: dat lieve meisje, waarvan jy zoo dikwyis gesproken hebt, en waarmee je broer ook zooveel op heeft." "Er klonk muziek door het huls; Jenny zat in haar kamer aan de piano. „Luister -eensl" zei juffrouw Verity; „Jenny speelt tegenwoordig altyd dezelfde muziek; die maakt my treurig. Ik had liever een vrooiyk mopje nu en dan; maar dat past zeker niet by de Koninkiyke Academie." Tom schudde het hoofd. „'tl3 niet de schuld van de Academie", zei hy, „dat haar muziek treurig is. Ik vrees, dat Jenny zelf- verdriet heeft. Er is bepaald iets, dat haar kwelt. Zou ze 't jou niet willen bekennen?" „Ik heb het al geprobeerd, Tommaar ik kan niets uit haar krygen. De dokter zegt, dat het niets is. 'tZal komen van de drukke studie en Hier werden zy gestoord -door de komst van den sergeant. „Zoo, Tom, al weer op? Hoe gaat het er mee?" vroeg hy. „O, ik ben weer in orde, jongen. Ik ben biy, dat je gekomen bent. Wy hadden het daar net over je groots zaak en de Alisons. Is er nog nieuws?" „Neen; we zyn nog net zoo ver als we waren. Jack Gannett hoeft zyn idees over Stephen Alison, en ik de myne." „Gelooft u, dat hy onschuldig is, oom?" vroeg Jenny, die ongemerkt in de kamer was gekomen. „Ja, kindlief," zei de sergeant. Hy stond op, om haar een kus te geven on staarde toen ernstig in haar bleek gelaat. „Ja, kind lief, hoewel Gannett om zoo te zoggen alle argumenten in zyn voordeel heeft. Zelf heb ik „den hertog" je weet wel, Tom, dien beruchten dief met Alison zien Bpreken, en wy zyn overtuigd, dat „do hertog" er tusschen zit. En over dien meneer Darvell hebben we ook onze eigen idees." „Maar zie jU Alison dan aan voor iemand, die samen zou doen met gewone inbrekers vroeg Tom. „Neen, en dat geloof ik nog niet, hoewel alles tegen hem is. Er zijn een paar dingen, die in zyn voordeel pleiten. 'L Is best mogeiyk, dat Darvell8 verhaal waar is en dat lord Charlton werkeiyk Alison wilde helpen om er weer bovenop te komen. De lord kan hem de twee bankbiljetten gegeven hebben. Als hy ze gestolen had en betrokken was in de moordgeschiedenis, zou hy wel geprobeerd hebben, ze te wisselen zonder naar de Bank van Engeland to gaan, en in elk geval zou hy, dat wagende, wel beide noten te geiyk gewisseld hebben: dan liep hy maar eenmaaL de risico. Maar men vond het tweede biljet by hem. Zou een moordenaar zulk een over tuigend bewys van zyn schuld by zich ge houden hebben?" „Maar hy moet toch in elk geval dien nacht by den lord in huis geweest zynanders kon hy die bankbiljetten niet hebben", meende Tom. „Zeker, hy is er geweest; dat staat vast, en dat is misschien de oorzaak van zyn plotselingen dood." Tom Verity zag zyn broeder verwonderd aan. Die redeneering kon hy niet volgen. „Kyk eens", vervolgde de politie beambte; „een ontslagen gevangene, iemand, die steeds onder verdenking Hgt, komt op den laten avond in een huis en ontvaDgt er geld. Den volgenden avond hoort by plotseling, dat de man, wiens naam op zyn bankpapier staat, vermoord is. Voor iemand, die aan een hart kwaal ïydt, is die schok genoeg om hem te dooden." „Weet je sekuur, dat hy van den moord gehoord had?" „Ja; een krant, waarin het Nieuws stond, vonden wy in zyn kamer." „En die kerel, dien jelui „den hertog" noomt, waarom wordt die nu niet gearres teerd?" „Er wordt op hem gelet; maar hy is slim en geeft ons weinig kans. Hy is getrouwd met een fatsoeniyk vrouwtje, dat een wasschery heeft te Hornsey. „De hertog" houdt zich nu heel braaf; hy brengt met een karretje het waschgoed naar de klanten van zyn vrouw. Drinken doet hy niet veel, en hy Is ook wel zoo wys, niet met het geld te strooien." „Is er niets ontdekt van de gestolen juweelen?" „Neen; ik denk, dat nu de steen en al buitenslands zyn. Het eeDige, wat we hebben, is het horloge, waarvan je wel gelezen hebt. De man, die het verpandde, behoorde niet tot het komplot; hy vond het op straat, by Westminster-bridge; de dieven moeten het verloren hebben." Jenny had aandachtig geluisterd naar het geen de sergeant meedeelde. Zy kwam naar hem toe, sloeg haar armen om zyn hals en zei; „Oom, ale die man onschuldig is, zult u toch alles doen, om dat te bewyzen, nietwaar? Denk eens aan de schande, welke zulk een beschuldiging over zyn familie brengt I" „Ja, Jenny," antwoordde de sergeant Toen hy zag, hoe diep de saak haar trol^ herinnerde hy zich den avond, toen zy plot seling onwèl geworden en van tafel opgestaan was. Hij had toen over de Alisons en Halfordp gesproken. Toen Jenny Verity dien namiddag baar woning verliet, om naar de Academie te gaan, zag z\j een jongmensch aan het eind van de straat. Eon diepe blos klourde haar wangon; zy herkende Cecil Halford, maar niet flink en opgewekt als vroeger. Hy was bleek en onrustig. „Juffrouw Verity Jennyl"'sprak hy; „ik heb myn belofte verbroken; maar ik kon Engeland niet verlaten, zonder u vaarwel te zeggen." „'t Spyt my ik begripstamelde Jenny, niet wetende, wat zo zeggen moest. „Heeft u het gehoord? Heeft u gelezen?" „Ja." „'t Is verschrikkelijk, nietwaar? Ik had al verdriet genoeg, eor ik de schandelijke waarheid vernam", zei Cecil; „en ik wilde het land verlaten om elders een betrokking to zoeken. Ik heb nu geheel het plan opgegeven, advocaat te worden; maar deze treurige geschiedenis heeft, vrees ik, mijn taak nog moeilijker ge maakt. Iedereen k»nt nu den naam Halford. Door myns vaders verklaring voor do jury weot ieder, dat die Stephen Alison myn oom was." „O, hot sp'Jt my zoo om u. Ik heb zoo dikwijls aan u ge-jacht, sindssinds 11c het nieuws vernam." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1