LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 15 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 19(f2. PERSOVERZICHT.; Marktberichten. No. 12851 De Haagsche correspondent van het Han- VI'delsbladdie het in den laatsten tijd herhaal- «lelijk besproken interview met m r. S. van Bouten publiceerde, heeft nu m r. N. Q. P i e r s o n eens opgezocht om diens oordeel te vragen over de mogelijkheid van een c om- pro m i s in zake kiesrecht tusschen 1 i- beralcn en vrijzinni g-d c m o c r a ten op den grondslag: Vrijheid voor den gewo nen wetgever om het kiesrecht te regelen, zoo_ als die mogelijkheid door de Amhemsclie, Courant is verondersteld. Schr. geeft het onderhoud als volgt weer: „Het heeft u zeker, evenals den heer Van Houten, verrast, dat de vrijziimig-democra- ten het niet ccds zijn over de uitvoering van het beginsel: algemeen kiesrecht?" „Neen, dat was niets nieuws." „Maar die gulle bekentenis... „O ja. Die moest vroeg of laat wel ko men. Er is bij het kiesrechtvraagstuk zooveel te regelen, waarover geen communisopi- n i o heerscht ook onder de vrijzinnig-demo craten. De evenredige vertegenwoordiging 1 ÏWelk stelsel? In België heeft men daarmee 'ervaringen opgedaan, die gedeeltelijk bemoe digend zijn, gedeeltelijk niet, die schijnen .te duiden op het goede van het beginsel, maar op het onvoldoende van de uitvoering, 'jdaar. Dan het vrouwenkiesrecht. Moet dat gegeven worden aan alle vrouwen, of alléén Aan de ongehuwden? En eindelijk de uitslui tingen, waarover men 't blijkens do Arnhem- sche Courant nog lang niet eens is." „U is dus ook van meening, dat men niet »an een Grondwetsherziening kan beginnen ivóór men het eens is niet alleen over de be ginselen maar ook over de uitvoering van die beginselen V' „Ja, cn dat is de reden geweest waarom •ik niet mede kon gaan, bij de laatste verkie zingen, met de urgentie van de Grondwets herziening. Niet omdat die herziening zoo- treel stoornis zou brengen. Dat heeft men als bezwaar genoemd, maar dat acht ik onjuist, want die stoornis moet men toch eenmaal 'Jijden. Maar omdat men niet met zekerheid wist, waar men heen wilde, zoodat er stoor nis zou zijn, terwijl geenerlei voordeel daar tegenover stond „Op een compromis zooals de Arnliemsche Courant er zich een denkt vrijheid van kiesrechtregeling voor den gewonen wetge- tver en dan zullen wij later wel spreken over het gebruik, dat van die vrijheid is te maken zoudt u dus ook niet willen ingaan?" „Neen, ik vind al het ijveren voor het ver ruimen van de grondwettelijke bepalingen in '«ake het kiesrecht onpractisch, zoo lang men het niet met elkander eens is ovér datgene, wat menjia die verruiming zou doen. Laat (imen nu eens handelen als met de herzietaing, indertijd, van de Armenwet. Toen hebben eenige heeren, de hoeren Borgesius c.s., een plan ontworpen ,een uitgewerkt ontwerp. Op dat ontwerp kon de wet worden gebouwd die nu helaas niet is behandeld. Laat i men met het kiesrecht ook zoo doen." „Verlangt men, dat 'de deur wagenwijd wordt opengezet, dan zegge men ons toch 'eerst, wat men door die opengezette deur wil binnenvoeren." j Zooals men ziet: Twee staatslieden van ver schillende groepen in de liberale partij ge- fjven op het compromis-denkbeeld van de Am- [ihemsche Courant gansch eender bescheid:,,Ik hom niet in uwschuitje vóór ik den koersweot en het eindpunt van de reis." „Mijn laatste woord aan dr. Bronsveld" luidt het opschrift van het volgend artikel van dr. J. Th. de. Visser in De Neder- lander 1 Het was eerst mijn plan niet meer te ant woorden op wat dr. Bronsveld over mij fn 'dc Kroniek schrijft. Allereerst toch dringt v'de sympathie voor zijn persoon mij, de klo ve. die tusschen ons in politicis bestaat, niet ,noodcloos breeder te maken. En ten andere ligt er voor mij iets zeer pijnlijks in, telkens jtegenover het groote publick op vergissingen hij mijn Utrechtschen ambtgenoot te moeten jwijzen. Reeds tot tweemaal toe moest dr. (Bronsveld in de Kroniek uitdrukkingen te- lrugnen\eu, omdat hij voor waarheid had aamgenpmjirLjfcjit op ..praatjes" bleek te be- rusten. Én nu cte^fichrijver van de Decem- ber-Kroniek zich wedè^aan ecn onjuistheid '.schuldig maakt, had ik maar liever het stil zwijgen bewaard dan weder voor aller oog 'daarop het licht te doen vallen. Maar ik word van zoovele zijden verzocht, althans omtrent één punt opheldering tc geven, dat ik mij tegenover mijn vrienden daaraan niet onttrekken mag. Ik bedoel dc zinsnede in de Stemman: *,Ook verklaarde dr. De Visser, veel krasser dan de schrijver dezer regelen, dat „onze mannen'' niet zouden te bewegen zijn tot het stemmen op een antirevolutionair, ja zelfs niet up een vrij-antirevolutionair zoo dobbe rend tusschen dr. Kuypcr en rar. Lohman .als dc tegenwoordige voorzitter van de iTwëede Kamer." Deze woorden moeten aantooncn, dat ik an de gecombineerde vergadering met de TV Chr.-Historischen en Vrij-antircvolu- tionairen tegen het steunen van-antirevolu tionairen opkwam, terwijl ik in den verkie zingsstrijd het tegenovergestelde standpunt Iheb ingenomen. Er was dus in mijn houding een tegenstrijdigheid. Ik zal bewijzen, dat deze voorstelling van zaken bezijden de waarheid ia cn ik venvacht van dr. Bronsvclds rechtschapenheid, dat [bij ten derden male de lezers van de Kro niek beter zal inlichten. Wat is de zaak In bedoelde vergadering stel e een der broeders voor, de zittende antirevolutionairen te handhaven en verder onzen eigen weg te gaan. Daarop antwoord de ik, wi-n erzocht was voor den Uhr.-Hist. Juczcrsbond het woord £e voeren: „Ia 't algemeen ben ik daar niet tegen, maar het is niet onwaarschijnlijk, dat onze mannen in districten, „waar zij goed georganiseerd zijn en in 1897 veel kracht hebben ontwik keld", weder met een eigen candid aal zullen willen uitkomen. Ik wijs o.a. op Breukelen en Kampen. Het is daarom voor ons moei lijk, hier een belofte te doen, die wellicht door sommige districtsbesturen in woord en daad zal worden gewraakt". Van een tegenstand tegen „het stemmen op een antirevolutionair" was geen sprake. Daarover liep het debat zelfs in het geheel niet. Dr. Bronsveld generaliseert hier op een ongeoorloofde wijze. Van z ij n mogelijke wenschen maakt hij mij ten onrechte tot tolk. Tegenover den eisch om alle zittende antirevolutionairen te handhaven, plaatste ik het recht van enkele districtsbesturen, om bij eerste stemming met een eigen man uit te komen, en wèl van die, wien dc orga nisatie veel inspanning had gekost. Zoo sprak ik vóór de verkiezingen en zoo is tijdens de verkiezingen door mr. Verkou teren en mij gehandeld. Niet door dr. Bronsveld, maar door mr. Verkouteren is persoonlijk mr. Doude van Troostwijk in Breukelen verdedigd, gelijk door mij de heer Roëll in Amersfoort, beiden tegenover de antirevolutionaire candidaten. Voor de zelfstandigheid en de ontwikkeling van den Kiezersbond hebben mr. Verkouteren en ik minstens even sterk geijverd als een der an dere hoofdbestuurders, maar wij hebben ook duidelijk doen uitkomen, dat wij, uitgezon derd de godsdienstige liberalen, van dc mannen der rechterzijde over 't algemeen meer verwachten dan van het naar het radicalisme wegvloeiende liberalisme. Daar in zit ons verschil. Ik steun liever een anti revolutionair of vrij-antirevolutionair dan ecn geavanceerd liberaal. Dr. Bronsveld niet. En juist op di£_alles-beheerschende punt heb ik de groofce, meerderheid van on zen Bond aan mijn zijde. Daarop verloor dr. Br. te Utrecht den slag. Ten slotte nog dit ééne. Dr. Bronsveld schrijft: „Ik heb toon (nl. naar aanleiding van dr. Kuyper's uitingen op de Deputaten- vergadering) aan dr. De Visser gevraagd of hij die voorstelling wilde rectificeeren, en zich openlijk wilde verklaren tegen deze ver krachting van de waarheid. Dit is niet ge beurd". Ik verzoek dr. Bronsveld ter hand te nemen nummer 1237 van Hel Nederland- sche Dagblad, het hoofdartikel na te lezen en dan in de volgende Kroniek de woorden te herroepen: „Dat is niet gebeurd". Hierbij laat ik het. Alleen kan ik niet ein digen, zonder de hoop uit te spreken, dat mijn hooggeachte ambtgenoot en de in ons vaderland alomgewaardeerde Kroniekschrij ver bij de behandeling der politiek voortaan zuiverder ór> onpartijdiger de gebeurtenissen weergeve dan hij in de laatste maanden bij de bespreking van de verschillen in den boe zem van den Chr.-Hist. Kiezersbond heeft gedaan. De Tijd bevatte een artikel over vacci- n e d w a n g waarvan de aanhef aldus luidt: „Een der schoonste en zegen rijkste ontdek kingen op het gebied der geneeskunde is in ons oog die van de koepok-inenting door Jenncr. Wat in vorige eeuwen pokkenepide mieën te beteekenen hadden, die duizenden en nog eens duizenden ten grave sleepten, leert ons de Geschiedenis. Sinds de uitvin ding van Jenner meer en meer in de be schaafde wereld algemeen toepassing heeft gevonden, zijn dergelijke epidemieën zeldza mer geworden en ten slotte zoo goed als ge heel verdwenen." Het blad brengt dan de«onlangs opgetredein pokkenepidemie te Londen in verband met de afschaffing der verplichte vaccinatie. Het erkent, dat op ecn statistiek van hon derd duizenden verrichte vaccinatiën er en kele gevallen zijn aan te wijzen van schadelij ke gevolgen der inenting; meestal door schuld van den geneesheer, die geen zuivere lymphe gebruikte. Maar de bij iets dergelijks valt waar te nemen toepassing van elk ge neesmiddel. Altijd zal de statistiek aantoo- nen, dat op veel duizenden gevallen dc ge neesheer of de apotheker zich een enkele maal vergist. Maar de overweging dezer mo gelijkheid weerhoudt geen verstandig raensch van het gebruik van geneesmiddelen „Het eene cn ander leidt o. i. noodwen dig tot de conclusie, dat tot de mec3t gewone maatregelen van voorzorg, waartoe ieder in onze dagen zedelijkerwijze verplicht is, ook moet geacht worden de zorg, om zichzelveh en degenen, voor welke men verantwoorde lijk is (dus in de eerste plaats zijn jeugdige kinderen), door een geneesheer, in wiens kunde en nauwgezetheid men vertrouwen 6telt, te bekwamen tijde te doen vaccineeren en revaccinecren." Het blad komt dan tot dc tweede vraag: of de overheid de inenting verplichtend mag stellen. Wanneer alle menschen over het nut der inenting dachten als de redactie, intent zij, dat in dit geval zonder twijfel Staalsdwang gewettigd zou zijn. Verzuim van inenting kan toch voor een groot aantal jonge kinde ren dood, ontzettend lijden, blindheid, of al-, thans levenslange mismaaktheid ten gevolge hebben. ,,De Staat kan zich dus geroepen achten tot bescherming van hulpelooze kin deren tegen de schromelijke gevolgen van verzuim of nalatigheid der ouders". Daar komt in de tweede plaats bij, dat inenting niet absoluut tegen besmetting vrijwaart. Ieder niet-gevaccineerde levert dus gevaar voor anderen op. Derhalve, met hetzelfde recht, waarmee de overheid bijv. bij een bouwverordening maatregelen tegen brandgevaar voorschrijft, kan zij ook hier dwang opleggen. Dit voor het geval alle menschen er over dachten als de redactie, en nict-inenting dus slechts aan schuldig verzuim of nalatigheid te wijten ware. „Ongelukkigerwijze" is de quaeetie bij ons echter niet zóó eenvoudig. Er is een minder heid, „dié bij het tegenwoordige Kabinet heel wat heeft in te brengen" welke om trent het nut en de gevaren van vaccinatie anders denkt. Waren nu de bedekkingen, welke deze min derheid aanvoert, alleen van geneeskundigen aard, het blad zou aan de mogelijkheid, om beide partijen tot elkander te brengen, volstrekt niet wanhopen. „Wat in dergelijk geval behoorde te ge schieden, dunkt ons, is duidelijk: de Itegee- ring zou een commissie moeten samenstellen van de meest bekwame deskundigen en eerste wetenschappelijke mannen. Deze commis sie zou, na alle aangevoerde argumen ten vóór en tegen overwogen te hebben, een uitvoerig rapport over het nut en de re sultaten der vaccinatie hebben uit te bren gen. Zij zou ook de wijze moeten vaststellen, waarop de inenting moet worden toegepast, om alle gevaren zooveel mogelijk buiten te sluiten, en de buitengewone gevallen hebben aan te wijzen, waarin met de toepassing er van tot rijperen leeftijd moet worden ge wacht. Aan de uitspraak van dergelijke commissie hoe die ten aanzien van het eerste punt zou uitvallen zal wel niet twijfelachtig worden ge acht, on aan de wettelijke bepalingen, op die uitspraak gebouwd, zou vervolgens van iedereen onderwerping geëischt kunnen wor den. En zulks met hetzelfde recht, waarmede dit geschiedt bij een aantal voorschriften in onze geneeskundige en andere wetten. Ern stig bezwaar zou dit niet ondervinden. Ieder een zou er gemakkelijk in berusten. Immers moest men, alvorens wettelijke ver plichtingen vast te stellen, de volstrekte een stemmigheid afwachten van alle belangheb benden, of zelfs van alle deskundigen; er zou van de geheel© wetgeving weinig te recht komen. Wat do deskundigen aangaat, in de ze de medici, bestaat reeds omtrent de voor- deel^n der vaccinatie ecn eenstemmigheid, een communis opinio», grooter en veel algemeencr dan onder deskundigen op ander gebied aangaande veel punten, die in onze wetgeving tot uitgangspunt hebben verstrekt van wettelijke voorschriften, waarin straffen bij overtreding werden opgelegd." De oppositie komt echter gaat het blad voort niet of bijna niet van medische zijde, hoewel haar woordvoerders er van houden, hun argumenten te ontleenen aan de genees kundige wetenschap cn de medische statis tiek. Zij komt van de zijde van leeken. En nu doet zich het merkwaardig geval voor, dat de meesten, die zich hier te lande bij deze oppositie aansluiten, behooren tot eenzelfde politieke partij, aanhangers zijn van een zelfde religieuze levensopvatting. Dit vooral verleent aan de oppositie een ge heel eigenaardig karakter en maakt hetduide- lijk dat hier nog andere machten en invloeden een rol spelen dan alleen argumenten van bloot geneeskundigen aard. En juist daarin ligt het ingewikkelde en het lastige van de vaccineq uaestie. Het blad zal in een volgend artikel onp^r- tijdiglijk nagaan, óf en op welke wijze het publiek belang met de persoonlijke vrijheid op dit gebied is te vereenigen. De heer R. A. van Sandick merkt op in De Indische Gids omtrent de opleiding van Indische ambtenaren, dat de denkbeelden van het heftig afgekeurde rap port der commissie dan toch in hoofdzaak weer in het leven zijn geroepen. En dan be toogt hij, dat do Minister wel het recht heeft het ontwerp-Koninklijk besluit niet over te leggen, maar dat hij nu de Kamers stelt voor het dilemma: het schijnbaar onschuldig wetsontwerpje aan te nemen of te verwer pen, dat wil zeggen den Minister vrij te la ten binnen de door hem zelf gestelde gren zen, of de opleiding ongeregeld te laten. „De tegenwerping van minderwaardig heid van de candiöaten uit de verschillende groepen, waaruit zich in hoofdzaak zullen aanmelden zij, die in de aanvankelijk door hen gekozen carrière min of meer mislukt zijn, ondervangt de Minister op twee gron den: lo. zal de commissie van voorlichting die minderwaardige elementen wel uitzif ten. Een typisch argument, waar juist be weerd wordt, dat zich in hoofdzaak slechts zulke minderwaardige elementen uit de ver schillende groepen zullen aanbieden; 2o. meent de Regeering een beveiliging te vin den tegen dit euvel in dc leeftijdsgrens van 22 jaar, voor doctoren, artsen en ingenieurs te verlengen tot 23 jaar, want de Minister stelt prijs op candidaat-ambtenaren, die eo«r volledige studie achter den rug hebben. Yoor dit argument gevoelen wij absoluut niets. Want de Minister weet evengoed als wij, dat jongelui, die zóó vlug en zóó goed afstudeeren, dat zij op 22-, 23-jarigen leef tijd, doctor, arts, ingenieur zijn, zooveel aanleg en liefde voor hun vakstudie hebben, dat hun kans op slagen in de aanvankelijk gekozen carrière bijzonder groot is. Die uit verkorenen zullen er heusch niet aan den ken om een zoo schraal bezoldigd baantje, met zoo slechte promotie, te ambieeren en daarvoor nog eens twee jaar geheel vreemde vakken, te gaan „vossen." Die leeftijdsgrens kan dan ook niet serieus gemeend zijn. Trouwens, een Koninklijk besluit verbetert gemakkelijk een vorig Koninklijk besluit en, als het blijkt, dat onze beschouwing juist is, zal de Minister óf door een tweede óf reeds dadelijk in het eerste K. B. de leeftijdsgrens verhoogen, als hij prijs blijft stellen op af gestudeerde lieden. Wij vermoeden echter, dat de candidaten in de rechten een heele gooi zullen doen. Nepotisme en protectie, wering van bakkerszonen zeker, cn van sinjo's als men durft, zullen welig gaan bloeien. De tweejarige cursus van Delft was te kort; men verving ze door een driejari gen, om thans weer terug te keeren tot een op zijn langst tweejarigen, 't Is waar, onder de vakken wordt thans genoemd: „de histo rie en methode der Zending." Daartegen over worden „de grondslagen der Indische wetgeving" een onderdeel van Staatsinstel lingen, geen hoofdvak, omdat zegt do Mi nister de onmisbare propaedeusis bij een deel der candidaat-ambtenaren zal ontbre ken. Maar vooral omdat er geen voldoende tijd voor is. Het is niet van ons te vergen, zegt de schrijver dat we tegen deze regeling nóg eens alle argumenten aanvoeren, die in de laatste jaargangen van De Indische Gids in zoovele opstellen van zóó verschillende zijde zijn neergelegd. Slechts één karakteristieke nieuwigheid valt ons op: Indische jongelui, die in de ter men vallen voor aanneming, zijn er niet, be halve de twee-derde-candidaat-notarisscn. Maar ook Indische gediplomeerden der H. B.-8. met 5-jarigen cursus, die zich 2 jaar op de bureaux hebben onderscheiden, wil de Minister aannemen als candidaat-ambte- naar. En dat noemt Zijn Excellentie „do weg der praktijk" De heer Yan Sandick citeert ten slotte deze woorden uit een particulier schrijven van een Indisch specialiteit, vurig politiek geestverwant van don Minister: „Wanneer^de rechterzijde der Tweede Ka mer niet geheel ontrouw wordt aan de hou ding, in Mei 1901 tegenover de adviseeren- de commissie van het voorstel Cremer aan genomen, moet zij als één man stemmen te gen het thans voorgestelde formeele systeem van nepotisme en protectie. Het spijt mij, dat een dergelijk voorstel van een mijner po litieke geestverwanten is uitgegaan." Wij lezen in De Maasbode over Protec tie: MeD wil de in Duitechland ontstane, nij verheidscrisis wel losweg voorstellen als het noodlottig gevolg van zijn beschermend stel sel. Men vergeet daarbij, al even losjes, dat de crisis niet minder heerscht in hét vrij heidlievend Engeland. Frankrijk daarentegen, eveneens een pro tectionistisch land, lijdt zoo weinig onder de crisis, dat de machinefabrieken een jaar en drie maanden tijd vroegen om aan een bestel ling door een spoorwegmaatschappij van 60 locomotieven te kunnen voldoen. Er was haast bij het werk en dus moest het ten deele elders besteld worden. Viel het nu, om de goedkoopte aan een vrijhandelsland, Engeland bijv., ten deel? Nocl, het protec tionistische en „dus" dure Duitschland verwierf het En het resultaat? Dat de 20 in Duitschland vervaardigde locomotie ven samen een kwart-millioen francs goed- kooper waren dan ze in Frankrijk zelf zou den geweest zijn. Zoo ook: toen de Fransche Regeering, loco motieven noodig had en in het buitenland moest bestellen, kocht ze niet bij den vrij handel, maar bij het meest protect! nistische land ter wereld: dc Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Wel een bewijs dus, dat „het meest protectionistische" niet gelijklui dend is met „het meest dure". Deze gegevens putten we uit onverdachte bron nl. uit dc oeconomische rubriek der.... Nieuwe Rotterdamsche Courant. Hoe het blad deze sprekende feiten in over eenstemming brengt met zijn Manchester- doctrine Losjes, en goedkoop. De N. R. Ct. plaatst boven het bericht 't opschrift: „O ndanks de protectie" en schijnt daarmee haar standpunt wetenschap pelijk zeer gefundeerd te achten Dat hier door vélen gelezen zal worden: „juist door de protectie", dat komt niet bij haar op. Haar vertrouwen zijn vast in de leer. Eenige vragen slechts: c Waarom is de armoede hier te lande groo ter dan in Duitschland,Frankrijk, België en Amerika? Waarom gaan jaarlijks duizenden onderda nen van het vrijbandelend Nederland hun „duur brood" over de Oostergrenzen verdie nen? Waarom verdient in het meest protectio nistische land dc werkman het (ook relatief) hoogste loon bij den kortsten arbeidsduur, en overvleugelt de Amerikaaimche industrie speciaal tóch de nijverheid van Engeland? Alles ook „ondanks" de protectie? Maar dan zijn de uitzonderingen zeer vele, en zouden we gaarne ook den regel eens zien toegepast 1 Gemeenteraad van Usso. Tegenwoordig al de leden. Voorzitterde Burgemeester. De Voorzitter doet raedcdeeling van de na volgende ingekomen stukken a. Missive van Ged. Staten ter begelei ding van een goedgekeurd Raadsbesluit tot wijziging van de Begroeting voor 1901. b. Proces-verbaal der op 27 December plaats gehad hebbende opneming der boeken en kas van den gemeente-ontvanger. Beide stukken voor kennisgeving aange nomen. c. Missiw van Ged. Staten, houdende te rugzending der Verordening op de heffing van een hoofd, omslag, onder mededeeling dat de Regeering bezwaar heeft tegen de be paling dat inkomens van 50 en minder on belast zullen blijven. Na breedvoerige discussie wordt op voor stel van den heer Pijnacker besloten de vol gende wijzigingen in het besluit tot heffing te brengen: lo. de eerste klasse, van 400 tot 450, te doen vervallen; 2o. den aftrek voor levensonderhoud, zoo wel voor hoofden van gezinnen als ongehuw den vast te stellen op f 400, en 3o. den aftrek voor kinderen te bepalen tot den 15-jarigen leeftijd in plaats van 13 jaar. d. Verzoek van H. J. Eilers, makelaar te Sassenheim, om concessie voor het oprichten en exploiteeren cencr gasfabriek. Wordt I algcmcene stemmen afgewezen. e. Voorstel van de heeren Pijnacker, Prins cn Van der Veld, tot invoering van een salarisregeling voor het ond x wijzend personeel aan de Openbare Lagere School alhier. Dit voorstel houdt in: le. Jaarwedde van het hoofd der school met minder dan 5 dienstjaren f 1000, meer dan 5 doch minder dan 10 dienstjaren 1050, meer dan 10 doch minder dan 15 dienstjaren f 1100, meer dan 35 doch minder dan 20 dienstjaren 1150, meer dan 2Ü dienstjaren 1200, benevens vrije woning of bij gemis daarvan een vergoeding van 200. 2e Jaarwedde van dc onderwijzers met minder dan 5 dienstjaren 550.- meer dan 5 doch minder dau 10 dienstjaren (jUO, meer dan 10 doch minder dan 15 dienstjaren 650, meer dan 15 doch minder dan 20 dienstjarcr f 700, meer dan 20 dienstjaren- 750 Voor het bezit dei hoofdakte f 100 meer en b ijverplichte hoofdakte 200 meer. De vergoeding wegens huishuur aan ge huwde onderwijzers, die den -S-jarigcu leeftijd bereikt hebben, f 65. Dit voorstel wordt na een breedvoerige discussie aangenomen met 6 tegen 5 stem men. Tegen de heeren Blokhuis, Van der Zaal, Van der Mcij, Tromp en Var Stockum. Nadat nog op voorstel van den Voorzitter besloten is aan do Gemeente- en R'jaspolitio een gratificatie te vcrleencn wegens buiten gewone diensten bij gelegenheid der kermis, werd de vergadering verdaagd tot ns namid dags 2 uren. Alsdan kwam het eerst in behandeling ecn schrijven van den Inspecteur van bet Ge neeskundig Staatstoezicht in verband met de aan Halfwegstecg gelegen sloot, in welk schrijven de Inspecteur aandringt op rio- leering. In verband met dit schrijven besluit do Raad in de Halfwegsteeg een riool te ïeggen on wat de sloot betreft deze nog verderop schoon te laten maken. Daarna wordt ter tafel gebracht een ont- werp-verordening op het bouwen. Na artikelsgcwijze behandeling en nadat hier en daar eenigo verandermgen zijn aan gebracht, wordt dezelve vastgesteld. Daarna deelt de Voorzitter mede dat dr. C. M^tzlar aan de gemeente te koop aan biedt zijn Ziekonfonds voor de som van 500. De Raad besluit echter op dit aanbod niet in te gaan. Eindelijk wordt op voorstel van den heer Van der Zaal besloten aan Jac. van der Laan alhier te vergoeden de schade aan zijn kippenhok toegebracht bij gelegenheid van den brand op 22 December. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. N. B. In de morgenzitting was nog inge komen een adres van de afdeeling „Lisse" van de Vereeniging voor Bloembollencul tuur, houdende verzoek tot plaatsing van lantaarns bij het Brandspuithnis en Vree wijk en vermeerdering van het aantal lan taarns aan den Stationsweg, naar aanlei ding van welk adres besloten werd het aan tal lantaarns aan den Stationsweg met 3 te vermeerderen en bij het brandspuithuis een lantaarn te plaatsen, terwijl wat Vreewijk betreft afwijzend op het verzoek werd be schikt. Bodefrarou, 14 Jan. Kaas. A anger. 85 wagenr U tarnen 4072 stuks, wegend* 81416 KG. Prtja lata soort Goudsche 28.60 a f iwaardere a 2da aoort 24.60 a 26. Derbykaas, prjjs lata aoort u 2da aoort a Edammar Kaas, prya lata aoort 29.a f 2ds aoort 24.a wagons Lsidsoha Kaas, fa fhat aohippond. üandsl matig. itetlerdam, 14 Jan. Op da raamarkt warsn aangavoard: 6*3 paardan, veulan, asal, 1217 magsrs rundaran, 670 ratte rondarsn, 190 ratta ao graakalvaran, 141 nuobtsrs kalveren, 4 aohapon. of lammsrsn, varkan, 95 biggan, 1 bok. Rao uotaart; Vatta Kundsrsn prima lata qual. a lata qual. 68 a I'd a qual. 62 a Ida qual. 56 a oantfOasen lata qual. 66 a 2de qual. 60, 3de qual. 66 oanta, Stiaren lata qual. 65 a 2da qual. 46 a3de qua! oanta. Kalrersn 1# qual. 86, 2de qual. 76 a 60, 3da qual. oanta. l)oor den grooten aanvoer, liaDdel traag. Malkkoaian f 240 a f 120, Kaifkoeisn f 260 a f 120, btiaran ƒ200 a 70, Pinkan fa f Graakalvaren f 40 a f 20, Vaanan ƒ110 a 60, Paarden 125 a 26. Handel vlug. Poter. Aanvoer: 33/8 en 40/16 ton en 436 stukken van kilo. Da pryzsn warsn als volgt: lata quAl. ƒ68, 2ds oual. ƒ64 an 3da qual. ƒ60. Voor atukkan van '/t Kilo ward 70 a 66 ota. bataald. Rotterdam, 13 Jan. Granen. Mi) zeer ruimen toevoer moes! Witte Zeeuwsche, Vlaamache en Overmaasscbe Tarwe lager afgegeven, inlnndsche Kegge, Winter- on Zemergerst, zoomede Haver onveranderd. Witteboonon ruim prijshoudend. Bruiueboonen als voren. Blauwe Kookerwten lager. Kanariezaad stil als vi. e t nitenlandsche grauen trang. Witte Zeeuwstne, Yiuuiuaclie eu Uvermuussche Tarwe ƒ6.a ƒ7.26, dito Zoeuwache, Ylaarosche on Overmaasscbe Tarwe f a Zeeuwache, Vlaainacbe en Ovormaaaache Kogge 4.90 a 6.60, dito Wintorgerat 4.25 a /'5.26, dito Zomergerat f 4.a 5.2l>, Haver ƒ3.a 4.—, Witteb>.on&B ƒ10.— a ƒ11.40, Bruineboonen ƒ6.a ƒ7.76, Blauwe Kookerwten S.10 a f fl.'.'O, Kanariozaad ƒ6.50 a 7.—. Al* volgt i» veikoclit: Amenk. Mixeii Maïs ƒ148 bezorgd, dito dito ƒ146 a148 langa lichter, dito dito 146 atoomend, alle3 per 2000 kilo v. a. b. Mouw-York, 13 Jan. Kollie opende hooger, ouder den invloed van betere Europeeacho markt berichten dan verwacht waren en door koopordera. Be rnavkt bleef tot even voor het slot prijshoudend, maar toon flauw door buifoclandsche verkooporders. Afleveringen van Brazielkollie in do Yer. Staten bedroegen Je laatste week 195,000 balen. Be zicht bare An-erikaanache voorraad bedraagt 2,430,000 balon Braziel. Telegrammen uit Santoa melden dat de nog te oatvangou Kotlie voor dit seizoen 2Va tot 2ZU millioen balen zal bedragen. Tarwe lager door opruimingen. Er ia betere vraag voor export. Maia. Toevoeren zijn klein met goede vraag. Verliezen van liet tngelsclie leijer, zooals die voorkomen in de „buiig Graphic". a 3 rt "O s 1 "O a o k o •z> a 3 a 5 a i S3 o 2 M Is - co 9 Jan. 13 26 10 7 19 3 29 11 3 89 16 13 9 12 27 u 1 6 24 Totaal 1 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5