LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 15 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 19(f2.
PERSOVERZICHT.;
Marktberichten.
No. 12851
De Haagsche correspondent van het Han-
VI'delsbladdie het in den laatsten tijd herhaal-
«lelijk besproken interview met m r. S. van
Bouten publiceerde, heeft nu m r. N. Q.
P i e r s o n eens opgezocht om diens oordeel
te vragen over de mogelijkheid van een c om-
pro m i s in zake kiesrecht tusschen 1 i-
beralcn en vrijzinni g-d c m o c r a ten
op den grondslag: Vrijheid voor den gewo
nen wetgever om het kiesrecht te regelen, zoo_
als die mogelijkheid door de Amhemsclie,
Courant is verondersteld.
Schr. geeft het onderhoud als volgt weer:
„Het heeft u zeker, evenals den heer Van
Houten, verrast, dat de vrijziimig-democra-
ten het niet ccds zijn over de uitvoering van
het beginsel: algemeen kiesrecht?"
„Neen, dat was niets nieuws."
„Maar die gulle bekentenis...
„O ja. Die moest vroeg of laat wel ko
men. Er is bij het kiesrechtvraagstuk zooveel
te regelen, waarover geen communisopi-
n i o heerscht ook onder de vrijzinnig-demo
craten. De evenredige vertegenwoordiging 1
ÏWelk stelsel? In België heeft men daarmee
'ervaringen opgedaan, die gedeeltelijk bemoe
digend zijn, gedeeltelijk niet, die schijnen
.te duiden op het goede van het beginsel,
maar op het onvoldoende van de uitvoering,
'jdaar. Dan het vrouwenkiesrecht. Moet dat
gegeven worden aan alle vrouwen, of alléén
Aan de ongehuwden? En eindelijk de uitslui
tingen, waarover men 't blijkens do Arnhem-
sche Courant nog lang niet eens is."
„U is dus ook van meening, dat men niet
»an een Grondwetsherziening kan beginnen
ivóór men het eens is niet alleen over de be
ginselen maar ook over de uitvoering van die
beginselen V'
„Ja, cn dat is de reden geweest waarom
•ik niet mede kon gaan, bij de laatste verkie
zingen, met de urgentie van de Grondwets
herziening. Niet omdat die herziening zoo-
treel stoornis zou brengen. Dat heeft men als
bezwaar genoemd, maar dat acht ik onjuist,
want die stoornis moet men toch eenmaal
'Jijden. Maar omdat men niet met zekerheid
wist, waar men heen wilde, zoodat er stoor
nis zou zijn, terwijl geenerlei voordeel daar
tegenover stond
„Op een compromis zooals de Arnliemsche
Courant er zich een denkt vrijheid van
kiesrechtregeling voor den gewonen wetge-
tver en dan zullen wij later wel spreken over
het gebruik, dat van die vrijheid is te maken
zoudt u dus ook niet willen ingaan?"
„Neen, ik vind al het ijveren voor het ver
ruimen van de grondwettelijke bepalingen in
'«ake het kiesrecht onpractisch, zoo lang men
het niet met elkander eens is ovér datgene,
wat menjia die verruiming zou doen. Laat
(imen nu eens handelen als met de herzietaing,
indertijd, van de Armenwet. Toen hebben
eenige heeren, de hoeren Borgesius c.s., een
plan ontworpen ,een uitgewerkt ontwerp.
Op dat ontwerp kon de wet worden gebouwd
die nu helaas niet is behandeld. Laat
i men met het kiesrecht ook zoo doen."
„Verlangt men, dat 'de deur wagenwijd
wordt opengezet, dan zegge men ons toch
'eerst, wat men door die opengezette deur
wil binnenvoeren."
j Zooals men ziet: Twee staatslieden van ver
schillende groepen in de liberale partij ge-
fjven op het compromis-denkbeeld van de Am-
[ihemsche Courant gansch eender bescheid:,,Ik
hom niet in uwschuitje vóór ik den koersweot
en het eindpunt van de reis."
„Mijn laatste woord aan dr. Bronsveld"
luidt het opschrift van het volgend artikel
van dr. J. Th. de. Visser in De Neder-
lander
1 Het was eerst mijn plan niet meer te ant
woorden op wat dr. Bronsveld over mij fn
'dc Kroniek schrijft. Allereerst toch dringt
v'de sympathie voor zijn persoon mij, de klo
ve. die tusschen ons in politicis bestaat, niet
,noodcloos breeder te maken. En ten andere
ligt er voor mij iets zeer pijnlijks in, telkens
jtegenover het groote publick op vergissingen
hij mijn Utrechtschen ambtgenoot te moeten
jwijzen. Reeds tot tweemaal toe moest dr.
(Bronsveld in de Kroniek uitdrukkingen te-
lrugnen\eu, omdat hij voor waarheid had
aamgenpmjirLjfcjit op ..praatjes" bleek te be-
rusten. Én nu cte^fichrijver van de Decem-
ber-Kroniek zich wedè^aan ecn onjuistheid
'.schuldig maakt, had ik maar liever het stil
zwijgen bewaard dan weder voor aller oog
'daarop het licht te doen vallen. Maar ik
word van zoovele zijden verzocht, althans
omtrent één punt opheldering tc geven, dat
ik mij tegenover mijn vrienden daaraan niet
onttrekken mag.
Ik bedoel dc zinsnede in de Stemman:
*,Ook verklaarde dr. De Visser, veel krasser
dan de schrijver dezer regelen, dat „onze
mannen'' niet zouden te bewegen zijn tot het
stemmen op een antirevolutionair, ja zelfs
niet up een vrij-antirevolutionair zoo dobbe
rend tusschen dr. Kuypcr en rar. Lohman
.als dc tegenwoordige voorzitter van de
iTwëede Kamer."
Deze woorden moeten aantooncn, dat ik
an de gecombineerde vergadering met de
TV Chr.-Historischen en Vrij-antircvolu-
tionairen tegen het steunen van-antirevolu
tionairen opkwam, terwijl ik in den verkie
zingsstrijd het tegenovergestelde standpunt
Iheb ingenomen. Er was dus in mijn houding
een tegenstrijdigheid.
Ik zal bewijzen, dat deze voorstelling van
zaken bezijden de waarheid ia cn ik venvacht
van dr. Bronsvclds rechtschapenheid, dat
[bij ten derden male de lezers van de Kro
niek beter zal inlichten.
Wat is de zaak In bedoelde vergadering
stel e een der broeders voor, de zittende
antirevolutionairen te handhaven en verder
onzen eigen weg te gaan. Daarop antwoord
de ik, wi-n erzocht was voor den Uhr.-Hist.
Juczcrsbond het woord £e voeren: „Ia 't
algemeen ben ik daar niet tegen, maar het
is niet onwaarschijnlijk, dat onze mannen
in districten, „waar zij goed georganiseerd
zijn en in 1897 veel kracht hebben ontwik
keld", weder met een eigen candid aal zullen
willen uitkomen. Ik wijs o.a. op Breukelen
en Kampen. Het is daarom voor ons moei
lijk, hier een belofte te doen, die wellicht
door sommige districtsbesturen in woord en
daad zal worden gewraakt".
Van een tegenstand tegen „het stemmen
op een antirevolutionair" was geen sprake.
Daarover liep het debat zelfs in het geheel
niet. Dr. Bronsveld generaliseert hier op
een ongeoorloofde wijze. Van z ij n mogelijke
wenschen maakt hij mij ten onrechte tot
tolk. Tegenover den eisch om alle zittende
antirevolutionairen te handhaven, plaatste
ik het recht van enkele districtsbesturen,
om bij eerste stemming met een eigen man
uit te komen, en wèl van die, wien dc orga
nisatie veel inspanning had gekost.
Zoo sprak ik vóór de verkiezingen en zoo
is tijdens de verkiezingen door mr. Verkou
teren en mij gehandeld. Niet door dr.
Bronsveld, maar door mr. Verkouteren is
persoonlijk mr. Doude van Troostwijk in
Breukelen verdedigd, gelijk door mij de heer
Roëll in Amersfoort, beiden tegenover de
antirevolutionaire candidaten. Voor de
zelfstandigheid en de ontwikkeling van den
Kiezersbond hebben mr. Verkouteren en ik
minstens even sterk geijverd als een der an
dere hoofdbestuurders, maar wij hebben ook
duidelijk doen uitkomen, dat wij, uitgezon
derd de godsdienstige liberalen, van dc
mannen der rechterzijde over 't algemeen
meer verwachten dan van het naar het
radicalisme wegvloeiende liberalisme. Daar
in zit ons verschil. Ik steun liever een anti
revolutionair of vrij-antirevolutionair dan
ecn geavanceerd liberaal. Dr. Bronsveld
niet. En juist op di£_alles-beheerschende
punt heb ik de groofce, meerderheid van on
zen Bond aan mijn zijde. Daarop verloor dr.
Br. te Utrecht den slag.
Ten slotte nog dit ééne. Dr. Bronsveld
schrijft: „Ik heb toon (nl. naar aanleiding
van dr. Kuyper's uitingen op de Deputaten-
vergadering) aan dr. De Visser gevraagd of
hij die voorstelling wilde rectificeeren, en
zich openlijk wilde verklaren tegen deze ver
krachting van de waarheid. Dit is niet ge
beurd". Ik verzoek dr. Bronsveld ter hand
te nemen nummer 1237 van Hel Nederland-
sche Dagblad, het hoofdartikel na te lezen
en dan in de volgende Kroniek de woorden
te herroepen: „Dat is niet gebeurd".
Hierbij laat ik het. Alleen kan ik niet ein
digen, zonder de hoop uit te spreken, dat
mijn hooggeachte ambtgenoot en de in ons
vaderland alomgewaardeerde Kroniekschrij
ver bij de behandeling der politiek voortaan
zuiverder ór> onpartijdiger de gebeurtenissen
weergeve dan hij in de laatste maanden bij
de bespreking van de verschillen in den boe
zem van den Chr.-Hist. Kiezersbond heeft
gedaan.
De Tijd bevatte een artikel over vacci-
n e d w a n g waarvan de aanhef aldus luidt:
„Een der schoonste en zegen rijkste ontdek
kingen op het gebied der geneeskunde is in
ons oog die van de koepok-inenting door
Jenncr. Wat in vorige eeuwen pokkenepide
mieën te beteekenen hadden, die duizenden
en nog eens duizenden ten grave sleepten,
leert ons de Geschiedenis. Sinds de uitvin
ding van Jenner meer en meer in de be
schaafde wereld algemeen toepassing heeft
gevonden, zijn dergelijke epidemieën zeldza
mer geworden en ten slotte zoo goed als ge
heel verdwenen."
Het blad brengt dan de«onlangs opgetredein
pokkenepidemie te Londen in verband met
de afschaffing der verplichte vaccinatie.
Het erkent, dat op ecn statistiek van hon
derd duizenden verrichte vaccinatiën er en
kele gevallen zijn aan te wijzen van schadelij
ke gevolgen der inenting; meestal door schuld
van den geneesheer, die geen zuivere lymphe
gebruikte. Maar de bij iets dergelijks valt
waar te nemen toepassing van elk ge
neesmiddel. Altijd zal de statistiek aantoo-
nen, dat op veel duizenden gevallen dc ge
neesheer of de apotheker zich een enkele
maal vergist. Maar de overweging dezer mo
gelijkheid weerhoudt geen verstandig raensch
van het gebruik van geneesmiddelen
„Het eene cn ander leidt o. i. noodwen
dig tot de conclusie, dat tot de mec3t gewone
maatregelen van voorzorg, waartoe ieder in
onze dagen zedelijkerwijze verplicht is, ook
moet geacht worden de zorg, om zichzelveh
en degenen, voor welke men verantwoorde
lijk is (dus in de eerste plaats zijn jeugdige
kinderen), door een geneesheer, in wiens
kunde en nauwgezetheid men vertrouwen
6telt, te bekwamen tijde te doen vaccineeren
en revaccinecren."
Het blad komt dan tot dc tweede vraag:
of de overheid de inenting verplichtend mag
stellen.
Wanneer alle menschen over het nut der
inenting dachten als de redactie, intent zij,
dat in dit geval zonder twijfel Staalsdwang
gewettigd zou zijn. Verzuim van inenting
kan toch voor een groot aantal jonge kinde
ren dood, ontzettend lijden, blindheid, of al-,
thans levenslange mismaaktheid ten gevolge
hebben. ,,De Staat kan zich dus geroepen
achten tot bescherming van hulpelooze kin
deren tegen de schromelijke gevolgen van
verzuim of nalatigheid der ouders".
Daar komt in de tweede plaats bij, dat
inenting niet absoluut tegen besmetting
vrijwaart. Ieder niet-gevaccineerde levert
dus gevaar voor anderen op. Derhalve, met
hetzelfde recht, waarmee de overheid bijv.
bij een bouwverordening maatregelen tegen
brandgevaar voorschrijft, kan zij ook hier
dwang opleggen.
Dit voor het geval alle menschen er over
dachten als de redactie, en nict-inenting dus
slechts aan schuldig verzuim of nalatigheid
te wijten ware.
„Ongelukkigerwijze" is de quaeetie bij ons
echter niet zóó eenvoudig. Er is een minder
heid, „dié bij het tegenwoordige Kabinet
heel wat heeft in te brengen" welke om
trent het nut en de gevaren van vaccinatie
anders denkt.
Waren nu de bedekkingen, welke deze min
derheid aanvoert, alleen van geneeskundigen
aard, het blad zou aan de mogelijkheid,
om beide partijen tot elkander te brengen,
volstrekt niet wanhopen.
„Wat in dergelijk geval behoorde te ge
schieden, dunkt ons, is duidelijk: de Itegee-
ring zou een commissie moeten samenstellen
van de meest bekwame deskundigen en eerste
wetenschappelijke mannen. Deze commis
sie zou, na alle aangevoerde argumen
ten vóór en tegen overwogen te hebben,
een uitvoerig rapport over het nut en de re
sultaten der vaccinatie hebben uit te bren
gen. Zij zou ook de wijze moeten vaststellen,
waarop de inenting moet worden toegepast,
om alle gevaren zooveel mogelijk buiten te
sluiten, en de buitengewone gevallen hebben
aan te wijzen, waarin met de toepassing er
van tot rijperen leeftijd moet worden ge
wacht.
Aan de uitspraak van dergelijke commissie
hoe die ten aanzien van het eerste punt zou
uitvallen zal wel niet twijfelachtig worden ge
acht, on aan de wettelijke bepalingen, op
die uitspraak gebouwd, zou vervolgens van
iedereen onderwerping geëischt kunnen wor
den. En zulks met hetzelfde recht, waarmede
dit geschiedt bij een aantal voorschriften in
onze geneeskundige en andere wetten. Ern
stig bezwaar zou dit niet ondervinden. Ieder
een zou er gemakkelijk in berusten.
Immers moest men, alvorens wettelijke ver
plichtingen vast te stellen, de volstrekte een
stemmigheid afwachten van alle belangheb
benden, of zelfs van alle deskundigen; er
zou van de geheel© wetgeving weinig te recht
komen. Wat do deskundigen aangaat, in de
ze de medici, bestaat reeds omtrent de voor-
deel^n der vaccinatie ecn eenstemmigheid,
een communis opinio», grooter en veel
algemeencr dan onder deskundigen op ander
gebied aangaande veel punten, die in onze
wetgeving tot uitgangspunt hebben verstrekt
van wettelijke voorschriften, waarin straffen
bij overtreding werden opgelegd."
De oppositie komt echter gaat het blad
voort niet of bijna niet van medische zijde,
hoewel haar woordvoerders er van houden,
hun argumenten te ontleenen aan de genees
kundige wetenschap cn de medische statis
tiek. Zij komt van de zijde van leeken. En
nu doet zich het merkwaardig geval voor,
dat de meesten, die zich hier te lande bij deze
oppositie aansluiten, behooren tot eenzelfde
politieke partij, aanhangers zijn van een
zelfde religieuze levensopvatting.
Dit vooral verleent aan de oppositie een ge
heel eigenaardig karakter en maakt hetduide-
lijk dat hier nog andere machten en invloeden
een rol spelen dan alleen argumenten van
bloot geneeskundigen aard. En juist daarin
ligt het ingewikkelde en het lastige van de
vaccineq uaestie.
Het blad zal in een volgend artikel onp^r-
tijdiglijk nagaan, óf en op welke wijze het
publiek belang met de persoonlijke vrijheid
op dit gebied is te vereenigen.
De heer R. A. van Sandick merkt op in De
Indische Gids omtrent de opleiding van
Indische ambtenaren, dat de
denkbeelden van het heftig afgekeurde rap
port der commissie dan toch in hoofdzaak
weer in het leven zijn geroepen. En dan be
toogt hij, dat do Minister wel het recht heeft
het ontwerp-Koninklijk besluit niet over te
leggen, maar dat hij nu de Kamers stelt
voor het dilemma: het schijnbaar onschuldig
wetsontwerpje aan te nemen of te verwer
pen, dat wil zeggen den Minister vrij te la
ten binnen de door hem zelf gestelde gren
zen, of de opleiding ongeregeld te laten.
„De tegenwerping van minderwaardig
heid van de candiöaten uit de verschillende
groepen, waaruit zich in hoofdzaak zullen
aanmelden zij, die in de aanvankelijk door
hen gekozen carrière min of meer mislukt
zijn, ondervangt de Minister op twee gron
den: lo. zal de commissie van voorlichting
die minderwaardige elementen wel uitzif
ten. Een typisch argument, waar juist be
weerd wordt, dat zich in hoofdzaak slechts
zulke minderwaardige elementen uit de ver
schillende groepen zullen aanbieden; 2o.
meent de Regeering een beveiliging te vin
den tegen dit euvel in dc leeftijdsgrens van
22 jaar, voor doctoren, artsen en ingenieurs
te verlengen tot 23 jaar, want de Minister
stelt prijs op candidaat-ambtenaren, die
eo«r volledige studie achter den rug hebben.
Yoor dit argument gevoelen wij absoluut
niets. Want de Minister weet evengoed als
wij, dat jongelui, die zóó vlug en zóó goed
afstudeeren, dat zij op 22-, 23-jarigen leef
tijd, doctor, arts, ingenieur zijn, zooveel
aanleg en liefde voor hun vakstudie hebben,
dat hun kans op slagen in de aanvankelijk
gekozen carrière bijzonder groot is. Die uit
verkorenen zullen er heusch niet aan den
ken om een zoo schraal bezoldigd baantje,
met zoo slechte promotie, te ambieeren en
daarvoor nog eens twee jaar geheel vreemde
vakken, te gaan „vossen." Die leeftijdsgrens
kan dan ook niet serieus gemeend zijn.
Trouwens, een Koninklijk besluit verbetert
gemakkelijk een vorig Koninklijk besluit en,
als het blijkt, dat onze beschouwing juist is,
zal de Minister óf door een tweede óf reeds
dadelijk in het eerste K. B. de leeftijdsgrens
verhoogen, als hij prijs blijft stellen op af
gestudeerde lieden. Wij vermoeden echter,
dat de candidaten in de rechten een heele
gooi zullen doen. Nepotisme en protectie,
wering van bakkerszonen zeker, cn van
sinjo's als men durft, zullen welig gaan
bloeien. De tweejarige cursus van Delft was
te kort; men verving ze door een driejari
gen, om thans weer terug te keeren tot een
op zijn langst tweejarigen, 't Is waar, onder
de vakken wordt thans genoemd: „de histo
rie en methode der Zending." Daartegen
over worden „de grondslagen der Indische
wetgeving" een onderdeel van Staatsinstel
lingen, geen hoofdvak, omdat zegt do Mi
nister de onmisbare propaedeusis bij een
deel der candidaat-ambtenaren zal ontbre
ken. Maar vooral omdat er geen voldoende
tijd voor is.
Het is niet van ons te vergen, zegt de
schrijver dat we tegen deze regeling nóg
eens alle argumenten aanvoeren, die in de
laatste jaargangen van De Indische Gids in
zoovele opstellen van zóó verschillende zijde
zijn neergelegd.
Slechts één karakteristieke nieuwigheid
valt ons op: Indische jongelui, die in de ter
men vallen voor aanneming, zijn er niet, be
halve de twee-derde-candidaat-notarisscn.
Maar ook Indische gediplomeerden der H.
B.-8. met 5-jarigen cursus, die zich 2 jaar
op de bureaux hebben onderscheiden, wil de
Minister aannemen als candidaat-ambte-
naar. En dat noemt Zijn Excellentie „do
weg der praktijk"
De heer Yan Sandick citeert ten slotte deze
woorden uit een particulier schrijven van
een Indisch specialiteit, vurig politiek
geestverwant van don Minister:
„Wanneer^de rechterzijde der Tweede Ka
mer niet geheel ontrouw wordt aan de hou
ding, in Mei 1901 tegenover de adviseeren-
de commissie van het voorstel Cremer aan
genomen, moet zij als één man stemmen te
gen het thans voorgestelde formeele systeem
van nepotisme en protectie. Het spijt mij,
dat een dergelijk voorstel van een mijner po
litieke geestverwanten is uitgegaan."
Wij lezen in De Maasbode over Protec
tie:
MeD wil de in Duitechland ontstane, nij
verheidscrisis wel losweg voorstellen als het
noodlottig gevolg van zijn beschermend stel
sel. Men vergeet daarbij, al even losjes, dat
de crisis niet minder heerscht in hét vrij
heidlievend Engeland.
Frankrijk daarentegen, eveneens een pro
tectionistisch land, lijdt zoo weinig onder de
crisis, dat de machinefabrieken een jaar en
drie maanden tijd vroegen om aan een bestel
ling door een spoorwegmaatschappij van 60
locomotieven te kunnen voldoen.
Er was haast bij het werk en dus moest het
ten deele elders besteld worden. Viel het nu,
om de goedkoopte aan een vrijhandelsland,
Engeland bijv., ten deel? Nocl, het protec
tionistische en „dus" dure Duitschland
verwierf het En het resultaat? Dat de
20 in Duitschland vervaardigde locomotie
ven samen een kwart-millioen francs goed-
kooper waren dan ze in Frankrijk zelf zou
den geweest zijn.
Zoo ook: toen de Fransche Regeering, loco
motieven noodig had en in het buitenland
moest bestellen, kocht ze niet bij den vrij
handel, maar bij het meest protect! nistische
land ter wereld: dc Vereenigde Staten van
Noord-Amerika. Wel een bewijs dus, dat
„het meest protectionistische" niet gelijklui
dend is met „het meest dure".
Deze gegevens putten we uit onverdachte
bron nl. uit dc oeconomische rubriek der....
Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Hoe het blad deze sprekende feiten in over
eenstemming brengt met zijn Manchester-
doctrine
Losjes, en goedkoop.
De N. R. Ct. plaatst boven het bericht 't
opschrift: „O ndanks de protectie" en
schijnt daarmee haar standpunt wetenschap
pelijk zeer gefundeerd te achten
Dat hier door vélen gelezen zal worden:
„juist door de protectie", dat komt niet
bij haar op. Haar vertrouwen zijn vast in de
leer.
Eenige vragen slechts:
c Waarom is de armoede hier te lande groo
ter dan in Duitschland,Frankrijk, België en
Amerika?
Waarom gaan jaarlijks duizenden onderda
nen van het vrijbandelend Nederland hun
„duur brood" over de Oostergrenzen verdie
nen?
Waarom verdient in het meest protectio
nistische land dc werkman het (ook relatief)
hoogste loon bij den kortsten arbeidsduur,
en overvleugelt de Amerikaaimche industrie
speciaal tóch de nijverheid van Engeland?
Alles ook „ondanks" de protectie?
Maar dan zijn de uitzonderingen zeer vele,
en zouden we gaarne ook den regel eens zien
toegepast 1
Gemeenteraad van Usso.
Tegenwoordig al de leden.
Voorzitterde Burgemeester.
De Voorzitter doet raedcdeeling van de na
volgende ingekomen stukken
a. Missive van Ged. Staten ter begelei
ding van een goedgekeurd Raadsbesluit tot
wijziging van de Begroeting voor 1901.
b. Proces-verbaal der op 27 December
plaats gehad hebbende opneming der boeken
en kas van den gemeente-ontvanger.
Beide stukken voor kennisgeving aange
nomen.
c. Missiw van Ged. Staten, houdende te
rugzending der Verordening op de heffing
van een hoofd, omslag, onder mededeeling
dat de Regeering bezwaar heeft tegen de be
paling dat inkomens van 50 en minder on
belast zullen blijven.
Na breedvoerige discussie wordt op voor
stel van den heer Pijnacker besloten de vol
gende wijzigingen in het besluit tot heffing
te brengen:
lo. de eerste klasse, van 400 tot 450, te
doen vervallen;
2o. den aftrek voor levensonderhoud, zoo
wel voor hoofden van gezinnen als ongehuw
den vast te stellen op f 400, en
3o. den aftrek voor kinderen te bepalen tot
den 15-jarigen leeftijd in plaats van 13 jaar.
d. Verzoek van H. J. Eilers, makelaar te
Sassenheim, om concessie voor het oprichten
en exploiteeren cencr gasfabriek.
Wordt I algcmcene stemmen afgewezen.
e. Voorstel van de heeren Pijnacker,
Prins cn Van der Veld, tot invoering van
een salarisregeling voor het ond x wijzend
personeel aan de Openbare Lagere School
alhier.
Dit voorstel houdt in:
le. Jaarwedde van het hoofd der school
met minder dan 5 dienstjaren f 1000, meer
dan 5 doch minder dan 10 dienstjaren 1050,
meer dan 10 doch minder dan 15 dienstjaren
f 1100, meer dan 35 doch minder dan 20
dienstjaren 1150, meer dan 2Ü dienstjaren
1200, benevens vrije woning of bij gemis
daarvan een vergoeding van 200.
2e Jaarwedde van dc onderwijzers met
minder dan 5 dienstjaren 550.- meer dan 5
doch minder dau 10 dienstjaren (jUO, meer
dan 10 doch minder dan 15 dienstjaren 650,
meer dan 15 doch minder dan 20 dienstjarcr
f 700, meer dan 20 dienstjaren- 750
Voor het bezit dei hoofdakte f 100 meer en
b ijverplichte hoofdakte 200 meer.
De vergoeding wegens huishuur aan ge
huwde onderwijzers, die den -S-jarigcu
leeftijd bereikt hebben, f 65.
Dit voorstel wordt na een breedvoerige
discussie aangenomen met 6 tegen 5 stem
men. Tegen de heeren Blokhuis, Van der
Zaal, Van der Mcij, Tromp en Var
Stockum.
Nadat nog op voorstel van den Voorzitter
besloten is aan do Gemeente- en R'jaspolitio
een gratificatie te vcrleencn wegens buiten
gewone diensten bij gelegenheid der kermis,
werd de vergadering verdaagd tot ns namid
dags 2 uren.
Alsdan kwam het eerst in behandeling ecn
schrijven van den Inspecteur van bet Ge
neeskundig Staatstoezicht in verband met de
aan Halfwegstecg gelegen sloot, in welk
schrijven de Inspecteur aandringt op rio-
leering.
In verband met dit schrijven besluit do
Raad in de Halfwegsteeg een riool te ïeggen
on wat de sloot betreft deze nog verderop
schoon te laten maken.
Daarna wordt ter tafel gebracht een ont-
werp-verordening op het bouwen.
Na artikelsgcwijze behandeling en nadat
hier en daar eenigo verandermgen zijn aan
gebracht, wordt dezelve vastgesteld.
Daarna deelt de Voorzitter mede dat dr.
C. M^tzlar aan de gemeente te koop aan
biedt zijn Ziekonfonds voor de som van
500.
De Raad besluit echter op dit aanbod niet
in te gaan.
Eindelijk wordt op voorstel van den heer
Van der Zaal besloten aan Jac. van der
Laan alhier te vergoeden de schade aan zijn
kippenhok toegebracht bij gelegenheid van
den brand op 22 December.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
N. B. In de morgenzitting was nog inge
komen een adres van de afdeeling „Lisse"
van de Vereeniging voor Bloembollencul
tuur, houdende verzoek tot plaatsing van
lantaarns bij het Brandspuithnis en Vree
wijk en vermeerdering van het aantal lan
taarns aan den Stationsweg, naar aanlei
ding van welk adres besloten werd het aan
tal lantaarns aan den Stationsweg met 3 te
vermeerderen en bij het brandspuithuis een
lantaarn te plaatsen, terwijl wat Vreewijk
betreft afwijzend op het verzoek werd be
schikt.
Bodefrarou, 14 Jan. Kaas. A anger. 85 wagenr
U tarnen 4072 stuks, wegend* 81416 KG.
Prtja lata soort Goudsche 28.60 a f
iwaardere a 2da aoort 24.60 a 26.
Derbykaas, prjjs lata aoort u 2da
aoort a Edammar Kaas, prya lata
aoort 29.a f 2ds aoort 24.a
wagons Lsidsoha Kaas, fa fhat
aohippond. üandsl matig.
itetlerdam, 14 Jan. Op da raamarkt warsn
aangavoard: 6*3 paardan, veulan, asal, 1217
magsrs rundaran, 670 ratte rondarsn, 190 ratta ao
graakalvaran, 141 nuobtsrs kalveren, 4 aohapon.
of lammsrsn, varkan, 95 biggan, 1 bok.
Rao uotaart; Vatta Kundsrsn prima lata qual.
a lata qual. 68 a I'd a qual. 62 a
Ida qual. 56 a oantfOasen lata qual.
66 a 2de qual. 60, 3de qual. 66 oanta, Stiaren lata
qual. 65 a 2da qual. 46 a3de qua! oanta.
Kalrersn 1# qual. 86, 2de qual. 76 a 60, 3da qual.
oanta. l)oor den grooten aanvoer, liaDdel traag.
Malkkoaian f 240 a f 120, Kaifkoeisn f 260 a
f 120, btiaran ƒ200 a 70, Pinkan fa f
Graakalvaren f 40 a f 20, Vaanan ƒ110 a 60,
Paarden 125 a 26. Handel vlug.
Poter. Aanvoer: 33/8 en 40/16 ton en 436
stukken van kilo. Da pryzsn warsn als volgt:
lata quAl. ƒ68, 2ds oual. ƒ64 an 3da qual. ƒ60.
Voor atukkan van '/t Kilo ward 70 a 66 ota. bataald.
Rotterdam, 13 Jan. Granen. Mi) zeer ruimen
toevoer moes! Witte Zeeuwsche, Vlaamache en
Overmaasscbe Tarwe lager afgegeven, inlnndsche
Kegge, Winter- on Zemergerst, zoomede Haver
onveranderd. Witteboonon ruim prijshoudend.
Bruiueboonen als voren. Blauwe Kookerwten lager.
Kanariezaad stil als vi. e t nitenlandsche grauen
trang.
Witte Zeeuwstne, Yiuuiuaclie eu Uvermuussche
Tarwe ƒ6.a ƒ7.26, dito Zoeuwache, Ylaarosche
on Overmaasscbe Tarwe f a Zeeuwache,
Vlaainacbe en Ovormaaaache Kogge 4.90 a 6.60,
dito Wintorgerat 4.25 a /'5.26, dito Zomergerat
f 4.a 5.2l>, Haver ƒ3.a 4.—, Witteb>.on&B
ƒ10.— a ƒ11.40, Bruineboonen ƒ6.a ƒ7.76,
Blauwe Kookerwten S.10 a f fl.'.'O, Kanariozaad
ƒ6.50 a 7.—.
Al* volgt i» veikoclit: Amenk. Mixeii Maïs
ƒ148 bezorgd, dito dito ƒ146 a148 langa lichter,
dito dito 146 atoomend, alle3 per 2000 kilo v. a. b.
Mouw-York, 13 Jan. Kollie opende hooger,
ouder den invloed van betere Europeeacho markt
berichten dan verwacht waren en door koopordera.
Be rnavkt bleef tot even voor het slot prijshoudend,
maar toon flauw door buifoclandsche verkooporders.
Afleveringen van Brazielkollie in do Yer. Staten
bedroegen Je laatste week 195,000 balen. Be zicht
bare An-erikaanache voorraad bedraagt 2,430,000
balon Braziel. Telegrammen uit Santoa melden
dat de nog te oatvangou Kotlie voor dit seizoen
2Va tot 2ZU millioen balen zal bedragen.
Tarwe lager door opruimingen. Er ia betere
vraag voor export.
Maia. Toevoeren zijn klein met goede vraag.
Verliezen van liet tngelsclie leijer,
zooals die voorkomen in de „buiig Graphic".
a
3
rt
"O
s
1
"O
a
o
k
o
•z>
a
3 a
5
a i
S3
o 2
M
Is
- co
9 Jan.
13
26
10
7
19
3
29
11
3
89
16
13
9
12
27
u
1
6
24
Totaal 1
1