LEIDSCH DAGBLAD,
WOENSDAG 8 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1902.
PERSOVERZICHT.:
Burgerlijke Stand.
i
1
it
M
i
6
i
FEUILLETON.
Be TweeIi3gbro8ciers.
f No. 12S45
'Het Sociaal Weekblad wijst op do conolu-
hle waartoe dr. O. D. van Rossom komt in
|]dicns dissertatie over den invloed van de o n-
•gcvallenversekoring op do mvali-
!'d i t c i t n.l. deze, dat de verzekering de ge-
Wczing van den getroffene tegenhoudt; van-
'daar, dat in verhouding tot het aantal onge
vallen het percentage der uitkoeringen we
tens blijvende of voorbijgaande invaliditeit
gestegen.
Betoogd wordt, dat do verzekering in som-
rnige opzichten een remmende uitwerking
;kan hebben op de genezing der gevolgen van
'een ongeval. Na eerst gewezen te hebben op
!'de gevallen van traumatische neurose, wordt
betoogd, dat het recht op de rente den
wensch om te genezen zal verzwakken en
'.voorts wordt er de aandacht op gevestigd,
'dat de nict-verzekerde getroffene als t eenigs
'zins kan, om in zijn onderhoud te voorzie»,
Werkelijk weer aan den arbeid gaat.
Op de vraag: „Kan er niets tegen deze. be-
[jwaron gedaan worden V' antwoordt het So-
Yciaal Weekblad:
Afdoende zou het zijn, den werkman zijn
arbeid tot een behoefte te maken zooals hij
het ia voor menigeen, die werkt onder gun
stige omstandigheden. Maar zoolang de voor-
Lwaarden zijn als tegenwoordig maar al te
'dikwijls, is het hem werkelijk niet kwalijk
te nemen, dat hij een zeker (zij het dan ook
karig) bestaan van een rente meent te moe
ten verkiezen boven den arbeid, die al te
yaak van hem gevorderd wordt.
Voorloopig kunnen wij aanbevelen met- dr.
[Van Rossem: ten eerste, zooveel mogelijk den
"getroffene aan feitelijken arbeid te hel
pen en hem niet in zijn eigen oogen te mo
lken tot een gek, door hem allerlei dwaze be
wegingen te laten doen in een Zanderinrich-
i'fcing. Dr. Van Rossem denkt zich zelfs werk
plaatsen, opgericht door belanghebbenden
(in dezen de Staat, de verzekeringsbank, on
derlinge verzekeringsmaatschappijen vau
werkgevers), waar invalide werklieden zich
oefonen in hun beroep en al produceerend
©en gedeelte der kosten zelf betalen. Zeker
teen gewen8chte maatregel, wanneer niet de
getroffene al spoedig in zijn eigen fabriek,
'lij het dan ook met licht werk, kan bezig
gehouden cn geoefend worden, zooals (ver-
j gissen wij ons niet) zooveel mogelijk o. a.
:feij de Gebrs. Stork gebeurt
En in de tweede plaats, wij herhalen het:
;ïnaak dein duur der procedure over do uit-
keering zoo kort als het eenigszins mogelijk
'lis en begin niet steeds met te gelooven aan
•kwade trouw en simulatie bij den patiënt.
.Geheel sluiten wij ons aan bij de slotwoorden
ffran dr. Van Rossem: „Liever aan enkele
patiënten te veel uitgekeerd, een enkelen
.simulant verrijkt met een onrechtmatig ver-
kregen rente, dan door langdurige en her
haaldelijke onderzoekingen en processen ve-
j lie patiënten bedorven en het ,,X>eli her ante
jisonatuperit Saguhtum" uier toepasselijk ge
haakt.""
Onder het opschrift „Wel... bespraaktheid"
leegt Het Huisgezin:
Nu de hoeren Kamerleden naar huis
jeijn om een welverdiende rust tc genieten,
hmag men wel eens de balans opmaken van
jbun welbespraaktheid, de welspre
kendheid toch wordt hoe langer hoe zeldza
mer aan deze zijde van het Binnenhof.
Die balans wijst een heel mooi cijfer aan.
'Gedurende het ruim drieweekschc begroo-
tingsdebat is niet minder dan 1200 kolom
druks der „Handelingen" volgepraat.
In 1898 had men al een behoorlijk cijfer
bereikt met 1050 kolom, in 1899 daalde men
'jechter tot 900, in 1900 zelfs tot even beneden
900, en nu vulde men ineens weer 300 kolom
Itoaeer.
Arme stenografen en arme voorzitter l
Op die 1200 kolom komt heelwat voor,
waar zooals men dat hier zegt de
I lommerd geen geld op geeft: bombastische
'declamaties, kleine bedenkinkjes, verkiezings-
topeechjes, vinnige hatelijkheidjes.
Maar de oratorische parels van zuiver wa
iter waren dun gezaaid, en wat men een
knappe redevoering noemt werd maar zelden
gehoord.
De veoipraterij is nog hot ergste van al,
omdat zij de afdoening van zaken tegen
houdt. En al ia het woord Parlement van
praten afgeleid^ daarom behoeft een Parle
ment zijn tijd nog niet tel verpraten.
Wij willen maar hopen, dat thans de praatr
woede is uitgeziekt, en dat, als de hoeren
Kamerleden in Februari terugkomen, zo
eens flink'aan den slag, d. i. aan het werk
zullen gaan.
Gaat het als in December voort, dan moet
men, als het ministerie niet kan afdoen wat
het heeft beloofd, het daarvan geen verwijt
maken, maar de Kamer, speciaal do groep,
die het Parlement als spreoktribune tot het
volk misbruikt.
Be N ede rl ander heeft een tweetal artikelen
geschreven over den nieuwen koer s.
Het diepe verschil tusschen de christelijke
partijen en de liberalen zal eerst verdwijnen,
zegt het blad aan heit slot van zijn be
schouwing nadat de liberalen zelf het ger
zonde en bruikbare in do anti-revolutionaire
beginselen ingezien en oprecht tot het dem
pen der klove meegewerkt zullen hebben. Het
blad acht dit niet zoo ondenkbaar als de mi
nister van binnenlandsche zaken het wilde
doen voorkomen bij het jongste begrootinga-
debat. Het wijst op teekenen van verschui
ving der partijen: het zitting nemen in het
kabinet-Mackay en het kabinet-Kuyper van
mannen, die niet in den strengen zin des
woords tot de a.-r. of r.-k. partijen kunnen
worden gerekend; cn van öen lid in het vorig
ministerie, die, wat zijn christelijke belijde
nis aangaat, ten minste even goed in het hui
dig kabinet had kunnen optreden; voorts
het verschil in do wijze, waarop de Kamer
dit Kabinet en het kabineLMackay te gemoet
trad.
De verschuiving van partijen, dat samen
werken van menschcn, die tot dusver princi
pieel tegenover elkander stonden, zal ver
haast worden naarmate de sociaal-democra
ten driester en beslister optraden, waardoor
zelfs christenen worden bekoord die het eerst
het slachtoffer zullen worden van eigen kort
zichtigheid
Tusschen de sociaal-democraten, die vijan
dig staan tegenover de „inrichting" dor
maatschappij, en tusschen de partijen der
rechterzijde zal moeten worden gekozen. En
naarmate men zich beter loert verstaan, zal
worden ingezien, dat tegenover een partij,
die wel, evenals in 1789, het volk tot razernij
opwinden, maar niets goeds tot stand bren
gen kan, alleen die partijen kunnen stand
houden, die de beginselen huldigen, welke
thans door de partijen der rechterzijde wor
den beleden.
De Stichtsche Courant (orgaan van het
a.-r. Kamerlid De Waal Malefijt) schrijft
o.m. naar aanleiding van het Katholiek So
ciaal Weekblad:
„Het verblijdt ons zeer, dat men onder de
Rooinsch-Katholieken reeds tot dien stap
heeft kunnen besluite».
Zoo goed als heel het veld der sociale
studiën was oen tijd lang het private jacht
terrein der socialisten.
Wie onzerzijds zich daarop waagde was
wel gedwongen om voor een groot deel af
te gaan op gegevens, door hunne geestver
wanten bijeengebracht, en nep daardoor ge
vaar al spoedig het spoor bijster te raken.
Daarom was het zoo hoog noodig, dat van
christelijke zijde zelfstandig ten deze werd
opgetreden.
Het verblijdt ons, dat onder de Roomsch-
Katholieken die zelfstandige studiën nu
reeds zoo ver zijn gevorderd, dat men tot de
uitgave van een eigen weekblad dorst over to
gaan.
Moge het nieuwe weekblad, dat inderdaad
in een bestaande behoefte heeft te voorzien,
in alle opzichten voldoen aan de verwach
tingen, die het eerste nummer opwekt.
En... moge een Gereformeerd Sociaal
Weekblad spoedig volgen.
De schrijver der „Brieven uit di Hofstad"
in de Arnhemsche Courant brengt nog even
de plechtig opening van het nieuwe j a 1 c i s
van justitie ter sprake om eeu paar gui
tige opmerkingen te memoreeren. die de De
ken der advocaten, mr. Vli?]and?r Hein, bij
deze gelegenheid zich veroorloofde. Hij
bracht geen wanklank in den lof, dien de
Minister van Justitie en de Pren dent van
den Hove hadden doen hooren, maar hij
bracht toch in herinnering, dat do volmaakt
heid niet van deze wereld is. Want. al had
den do voornoemde redenaars ook vriende
lijke woorden tot de Balie gericht, welke na
tuurlijk den Deken tot dankbaarheid stem-
deny de lokalen voor de Balie in het nieuwe
gebouw onderscheiden zich door een eenvoud
die tot nederigheid stemmen moet. Door de
keuze van welluidende namen ontbreekt het
echter niet aan zekero vergoeding. Want als
men een lang en donker doozenmagazijn
(doozenvol toga's) als „kleedkamer der ad
vocaten" bestempelt, dan verraadt dit waar
lijk een optimistische stemming. Indien „de
rol" wat druk is, dan moet d&&r botsing en
wrijving ontstaan, niet zoozeer wrijving der
gedachten als wel wrijving des lichaams, en
zou dit, in de toekomst vooral, niet beden
kelijk worde», wanneer ook het scboone ge
slacht een eigen plaats in de pleitzaal komt
opeisohen
Er is nog iets. De vertrekken voor het
Openbaar Ministerie en zelfs d;o voor do
veldwachters hebben op uct weelderige Voor
hout hun uitzicht. Die der advocaVn en pro-
oureurs zien uit op een binnenplaats en op
de gevangenis. Heeft dit de bedoeling om
aan te toonen, dat eerstgenoemden wel tegen
zekere luchtigheid en wereldschj omgeving
bestand zijn, doch dat do Balie in meer ern
stige en sombere levenssfeer thui* behoort!
Mot weemoed miste de spreker ook de
eeuwenoude klok met het indrukwekkend
woord op de lijst „Imputanturwaarop
raadsheer Kist e. a. somtijds wezen, als de
pleidooien wat lang duurden Imputantur:
„zij zullen u toegorokend worden", namelijk
de uren, die gij met ijdel gepraat verbeu
zelt. Toch kan het verdwijnen van de histo
rische klok een vriendelijke hulde voor de
Balie beduiden. Die waarschuwmg „Impu
tantur" is misschien in een andert zaal van
's Lands dienst meer cn beter op haar plaats.
Bij de vermelding van het interview van
mr. Van Houten mot het Handelsblad had
de Arnhemsche Courant de opmerking ge
maakt, dat aaneensluiting van alle
vrijzinnigen wel mogelijk ie, ,,'t moge
al niet zijn onder de leuze: algemeen kies
recht 1 trouwens over de uitvoering van
het beginsel van algemeen kiesrecht beerscht
zelfs onder de voorstanders geen eenstem
migheid, maar wel op de gemeenschappe
lijke overtuiging van alle vrijzinnige», dat
het bestaande kiesrecht onhoudbaer is."
De aangehaalde woorden gaven den heer
Van Houten aanleiding tot het inzenden van
een stuk aan de Arnhemsche waarin o. a.
het volgende voorkomt:
„Ik en zeker velen met mij hebben steeds
aangenomen, dat de geheelo vrijzinnig-demo
cratische afscheiding draaide om den eisch
van Grondwetsherziening, ten oind? te ko
men tot algemeen kiesrecht van mannen en
vrouwen, niet alleen als eerste punt van het
program, maar ook als noodzakelijke voor
waarde van mogelijk partijverband. Zoo wij
hierin dwalen, wees dan zoo goed ons voor
te lichten. Is er wellicht verandering bij de
vrijzinnig-democraten ingetreden of op til!
Voor mij nieuw is zeker de mededeling in de
boven aangehaalde zinsnede, dit de voor
standers van het beginsel van algemeen kies
recht het over de toepassing van dat beginsel
niet eens zijn. Naar mijn en veler opvatting
gold het bij de vrijzinnig-democratische af
scheiding niet het woord algemeen kies
recht", maar een toepassing daarvan, die
geen man of geen vrouw uitfloot- tenzij door
een rechterlijk vonnis. Anders zou er in be
ginsel ook geen verschil bestaan hebt en met
andere, groepen liberalen, zelfs n'et met mijn
kring."
Deze opvatting nu meent de inzender
verdraagt zich niet met de mogelijkheid van
aaneensluiting. Verder vei'klaarfc hij
„Ik geloof, dat het een groot© verbetering
voor onzen' geheel en pol it' eken toestand en
van de kansen van hcrconig ng eer liberalen
tot een tot regeeren bekwame partij is, als
de herecniging van de zijde der vrijzinnig-
democraten gezocht wordt, gelijk het door u
wordt uitgedrukt: „niet onder de leuze alge
meen kiesrecht". Alleen zou ik denken, dat
dan ook in hun kring zal worden gezegd:
Bij erkenning dier mogelijkheid was de go-
hoele afscheiding onnoodig 1 Wat zij ook in
derdaad was. Want wij onzerzijds hebben
nimmer van vrijzinnig-democraten eonig of
fer van overtuiging op dit punt gevraagd;
zij hebben hunnerzijds de partij gemeenschap
opgezegd, omdat wij niet willen medewerken
tot een algemeen kiesrecht, dat ook de armen
insloot."
In hoofdzaak antwoordt de redactie op dit
stuk, dat haar de aaneensluiting mogelijk
dunkt, omdat alle vrijzinnigen om de een of
andere reden het daarover eens zijn, „dat
het grondwettelijk stelsel onmogelijk een be
vredigende oplossing van het kiesrechtvraag-
stuk geven kan, ook al gaan de meening i
uit elkaar omtrent de vraag, welk stelsel het
thans geldende zou moeten vervangen."
Allen zouden dan moeten aansturen op
Grondwetsherziening, ten einde don gewo
nen wetgever op het stuk van kiesrecht vrij
heid te laten. Het blad vervolgt:
.„Voorzeker, de vrijzinnig-democraten zou
den van die vrijheid gebruik gemaakt wen-
schen te zien, om te komen tot algemeen kies
recht voor mannen en vrouwen, en voor hen
is dit do voorwaarde van hun partijverband,
maar het behoeft niet de voorwaarde te zijn
van een samenwerking a d h o c met andere
partijen."
Nog vermelden wij uit het zeer uitvoerige
antwoord, dat het blad meent, zijn „bedoe
ling te moeten verduidelijken ten aanzien
van den tusschcnzin: „trouwens, over de uit
voering van het beginsel van algemeen kies
recht heerscht zelfs onder de voorstandera
geen eenstemmigheid." Eenstemmig denken
zij allen over het verwerpelijke van een at
tributief kiesrecht, maar over de vraag wie,
bij aanneming van het beginsel der kiesbe
voegdheid krachtens het staatsburgerschap,
in 't algemeen belang van de uitoefening
moeten worden uitgesloten, cL i. derhalve
over de uitvoering, bestaat er verschil van
inzicht, bijv. omtrent de leeftijdsgrens, om
trent het al of niet uitsluiten van bedeelden,
en welke categorieën van bedeelden, omtrent
do militairen in werkelijken dienst enz., erz.
Dit alles echter raakt niet het beginsel, maar
de uitvoering, en het verwondert ons wel
eenigszins, te hooren, dat dit mr. Van Hou
ten „nieuw" was".
De Arnhemsche Courant eindigt met de
bemoedigende veronderstelling, dat zij cn de
heer Van Houten elkaar nu beter verstaan
ter zake van het kiesrecht.
Van do hand des heeren J. H. van Zanten
bevat het Tijdschrift van Nijverheid een ar
tikel, ten betooge der we.nschelijkhe-id eener
hervorming van de Kamers van Ar
beid met het oog op voorkoming en be
slechting van werkstakingen.
Z. i. is de tijd voor een afdoende beant
woording nog niet rijp, zoodat alleen de rich
ting kan worden aangegeven, in welked e op
lossing van het vraagstuk moet worden ge
zocht. Eerst maakt c.o schrijver eon verdee
ling van werkstakingen naar de oorzaken,
waaruit zij voortkomen, t.w. een geschil over
de uitlegging of de toepassi ng van
een bestaand contract, of een geschil betref
fende een verandering in zulk een con
tract en de regeling van do wederzijdsche
verhouding der partijen voor de t oe k o m s t.
Naar zijn oordeel kan de wettelijke regeling
van het fabricksreglement, dat, na overleg
met de werklieden vastgesteld, als een tarief -
overeenkom8t beschouwd kan worden, zeer
veel doen om werkstakingen, zoo al niet te
doen verdwijnen, dan toch sterk te verminde
ren. En in deze regeling kunnen de Kamers
van Arbeid een belangrijke plaats innemen.
Daarbij moet het er niet in de eerste plaats
om te doen zijn alle werkstakingen en v /-
sluitingen uit de wereld te helpen, maar te
zorgen, dat een werkstaking of uitslui
ting slechts dan uitbreekt, wanneer alle
denkbare middelen om de partijoa tot el
kaar te brengen hebben gefaald. De heer
Van Zanten is dus geen voorstander van het
Nicuw-Zeelandsche stelsel, dat de partijen op
straffe verplicht zich bij de uitspraak van
het bemiddelingscollefje neer te leggen. Hij
wenscht alleen, dat het tot een verplichting
zal worden gemaakt, dat de officieel*» colle
ges worden aangenomen als bemiddel ingscol*
leges bij het sluiten der tarief-overeenkomst.
De slotsom van den schrijver is, dat ver-
eisoht worden:
lo. Wettelijke regeling der tariefovereen
komst.
2o. Aanwijzing der Kamer van Arbeid of
wel van den door deze te benoemen verzoo-
ningsroad als bemiddelingscollege daarbij.
3o. Verplichting van elke partij om alvo
rens tot een uitsluiting of een staking over
te gaan, de tusschenkomst van dit soll»ge in
te roepen en daarmee gepaard ga inde ver
plichting van de Kamer van Arbeid' om, zoo
dra zij onecnigheid gewaar worden, de par
tijen voor zich te roepen.
4o. Verplichting van een door een Kamer
van Arbeid of verzoeningsraad opgeroepen
partij, getuige of deskundige om te verschij
nen en getuigenis af te leggen, behoudens
wettelijk verschooningsrecht.
5o. Verplichting om zoo noodig een uit
spraak te publiceeren, waarvan partijen bin
nen een bepaalden tijd moeten vorklaren of
zij er zich aan onderwerpen.
ALKEMADE. Geboren: Anna, d. van
J. Waasdorp en M. Disseldorp. Adnana,
d. van G. van Klink en O. Bijlemecr.
Overleden: Louisa Maria, 2 mnd., d.
van H. Hoogenboom en C. Thuis. Maria,
15 mnd., d. van W. Kerkvliet en P. Turk.
KATWIJK. Geboren: Geertruida Jo
hanna, d. v. H. van Rijn en G. van der
Zalrn. Arie, z. v. A. Hus en KI. van dor
Meij. Geertje, d. v. R. Varkevi6ser en A.
van Rijn. Leendert, z. v. J. van Rijn en
N. Schaap.
Overleden: Neeltje, oud 10 d., d. v.
C. van Rijn en G. W. J. Taat. Maria
Steijger, 62 j.echtg. v. H. Dijkers.
Go trouwd: O. Schaap jm. cn G. van
Duijn jd. J. Plug jm. en J. van der Plas
jd. P. L. Guijt jm. en A. den Haas jd.
LISSE. Geboren: Gcrrit, z. v. A
Schellingerbout en T. Korpershoek. Ma-
rijtje, d. v. G. van Houten en T. Z indam.
Marinus en Wilhelmus Johannes, z. v.
P. van Stein en P. W. Hoogendoorn. Ja
cobus, z. v. P. Vrijburg en A. Kostor.
Overleden: Maria van Ruiten, eebtg.
van J. Wassenaar, 58 j.
LEIDERDORP. Bevallen: M. Mol geb.
Van Varick, z. N. G. Janssen, geb. Ver
mazen, z. M. Berkhof, geb. Doornink, d.
Ovorleden: M. Kuperus, 10 mnd.
NOORDWIJKERHOUT. Geboren:
Alida, d. van R. Jansen en P. van den Berg.
RIJNSBURG Geboren: Karei, z. v.
N. Zandbergen en D. Haasnoot. Cornells
Hendrik, z. v. G. Vos en O. M. v. d. Kwaak
SASSENHEIM. Geboren: Prycia
Adriana, d. v. J. Hoogstrate en E. Oiggaar.
WOUBRUGGE. Geboren: Helena" Jo
hanna, d. van L. Hoogeveen on P. M. van
der Salm.
Gehuwd: H. Brunt jm. 23 j. cn 0. W.
van Iperen jd. 19 j.
ZOETERWOUDE. Geboren: Leen
dert, z. van J. Hulsbos en O. van Tol.
Overleden: Elis Ma Angevaare, 20
jaren, ongehuwd. Leonardus v. d. Berg,
8 mud zoon van W. v. d. Berg en (J. 31.
Sobolten.
Trausvnal en Oranje-Vrj(Jataa(.
Commandant Steenekamp, die op dit oogen-
blik In Moppel vertoeft, deelt aan „DeNiouwe
Meppelor Courant" mede, dat h() sedert 11
October onafgebroken werkzaam ls geweest
in het belang der concentratie- kampen, door
als spreker op te treden i 9 maal in Zeeland,
24 maal in Drente en 14 maal ia Overhel.
In Drente en 0 vormsel bracht hy ongeveer
f 13,000 bijeen.
Verliezen van hei Engelsche leger,
zooals dit voorkomen in dt Daily Graphic"
-c
3
O
a
O
CD
o a
i
o 3
2 Jan.
12
21
8
27
3
3
18
4
45
10
84
18
4
52
1
20
2
5
10
8
Totaal
*9)
Aangemoedigd door het succes, waarmee
tot dusver deze afzetterij was bekroond, was
hij stouter geworden en ingegaan op het
plannetje met lord Charlton, dat Darvell,
fdie in dit geval als lokvink had gefungeerd,
'hem aan de hand deed.
j Toon Cecil Halford bij hem kwam op een
rjoogenbiik, dat de jonge man dringend ver-
I degen was om een 150 pond, welke som bij
piot spelen verloren bad, terwijl hij buiten-
..dien door een paar andere sebuldeischers
\tverd gekwold, nam Gaygold van hem een
ftacoept ten bedrage van 200 pd. en bewoog
Incm, op de keerzijde zijns vaders paam en
Jadres te schrijven, zooals wij hebben gezien.
Het denkbeeld, dat hij hiermee valschheid
(pleegde, was geen oogenblik bij Cecil op-
gekomen. Hij had die woorden, op verzoek
(Van den geldschieter, in diens tegenwoor-
digheid op het papier gezet; er was geen
(teprakc dus van eenig bedrog of poging
"daartoo
Doch het was de eerste stap. Gaygold re
kende er op, dat, als de schuldbekentenis
jjverviel, de jonge Halford onmachtig of on
willig zou zijn om te betalen. Jongelui, die
jhorgen tegen hoogen interest, hebben nooit
(•haast, in contanten te betalen, als hun de
(gelegenheid wordt geboden, h§t af te doen
S:*net een velletje gezegeld papier. Cecil Hal-
ord, dacht de woekeraar, zou wel kornet
uitstel vragen. Gaygold zou dan voor
stellen, hem nog een kleinigheid te lcenen,
en hem een papier laten teekenen voor aan
merkelijk hooger bedrag. Hij wist wel, dat
Cecil niet naar zijn vader zou gaa.i om diens
handteekening te vragen, maar zooals
hij den eersten keer ook bad gedaan diens
naam zelf wel schrijven zou. Dan zou hij
het slachtoffer in zijn klauwen hebben en
de rest zou heel gemakkelijk gaan. Als de
jongeling zelf het geld niet kon vinden, om
de vordering van den geldschieter te vol
doen, kon zijn vader dat wel. Menschcn als
kapitein Halford stellon hun zoons niet
bloot aan de schande en het gevaar van een
proces, als zij rijk genoeg zijn om dat te
verhinderen.
Doch de woekeraar had gezien, dat zijn
slachtoffer niet bereid was, hem in do hand
te werken. Hij was volstrekt niet bang ge
worden bij een wenk over gerechtelijke ver
volging, en hij gaf ook niet om vernieuwing
van de schuld. Al wat hij gezegd had, was:
„U zult nog een beetje moeten wachten; dan
zal ik betalen, met de rente er bij."
Gaygold begreep, dat hij heft beet zoudoen
met de troeven, die hij in de hand had, da
delijk uit te spélen, te halen wat hij halen
kon van kapitein Halford en Ban een oliënt
te laten loopen, die geen melkkoe voor hem
wilde worden.
Daarom had hij den brief geschreven, wel
ke veroorzaakt had, dat do kapitein, in dui
zend vreezen, op staanden voet naar Londen
was gereisd, vergezeld door May Alison.
Er werd geklopt aan de deur, welke Gay-
golds heiligdom soheidde van het klerken-
kontoor.
„Binnen 1... Wat is e» meneer B1is3?"
Een jongeling van ongeveer zeventien of
achttien jaar, met een gunstig uiterlijk en
eerlijke blauwe oogen, trad binnen.
„Pardon, meneer: kapitein Halford wou
u graag spreken."
„OIs hij alleen!"
„Neen, meneer; hij heeft een jongedame
bij zich. Kan ik den kapitein hier laten!"
„Neen... laat hem wachten. Zeg, dat ik
het druk heb en dat ik hem eerst over een
minuut of tien ontvangen kan. Geef hem zoo
lang een krant; vouw die open bij het poli
tienieuws. Begrepen V'
De klerk ging heen, om de bevelen ten uit
voer te brengen, en Gaygold zag hem bewon
derend na.
„Aardige jongen 1" Het ziet er door en door
fatsoenlijk uit. Ik moet nog een paar van
dat soort zien te krijgen."
Gaygold zorgde er steeds voor, dat hij twij
felachtige individuen of volkje van zijn
eigen slag buiten zijn kantoor hield. Hij wil
de fatsoenlijke gezichten, om vertrouwen te
wekken en de oliënteele den indruk te geven,
dat ze te doen had met een welwillend man,
wiens eenige wensch was, haar uit de verle
genheid te helpen.
De jongeling, die nu den rang van cerste-
klerk innam was de zoon van een scheeps-
gezagvoerder. Gaygold had den vader geruï
neerd en den zoon in dienst genomen tegen
een klein salaris. Daarvan hield hij elke week
de helft in om de nog resteerende schuld van
den vader af te betalen.
De jonge Bliss was bepaald een vondst
voor hem. Jongelui, die in het kantoor kwa
men en het open, eierlijk gezicht zagen, lieten
hun vrees voor den geldschieter varen; en
oudere klanten voelden zich bijna beschaamd,
als zij om uitstel kwamen vragen.
Taan Gaygold don kapitein ru£m een
kwartier had laten wachten, belde hij en ge
lastte Bliss, meneer binnen te laten
Hij stond op en ging met den rug naar het
vuur staan, op zijn gemak, vriendelijk glim
lachend, de welwillendheid in persoon.
Halford kwam,n og slechts ter been, hot
kantoor binnen, leunende op May's arm.
Gaygold; die zeer gevoelig was voor vrou
welijk schoon, zag May bewonderend aan en
vond, dat zij heel mooi wos.
„Zeer aangenaam, u hier to zlon, kapitein",
zei hy; „gaat u zitten I Maar daar wy nu
over zaken moeten spreken, Is het misschien
beter, als de dame
„Deze dame is m(jn nicht", antwoordde de
kapitein. „Zy kent 'tdoel van m(jn bezoek hier."
„El zoo! Ja, het spijt my, dat ik u moest
aanspreken voor het bedrag, dat uw zoon
my schuldig is; maar aangezien u het accept
heeft geteekend, was u zeker niet onvoor
bereid."
„Genoeg, meneer! Ik heb van morgen myn
zoon gesproken, en hy vertelde my, dat u
hem 150 pond hebt geleend op zyn schuld
bekentenis."
„Ik heb een schuldbekentenis, groot 200
pond, en van uw naam voorzien
„Myn naam, raeneor, is een
„0, kapitein", riep Gaygold, met een blik
op May, „u zult mu toch niet willen ver
tellen, dat het niet uw handteekening is
Dat zou my meer spyten, dan ik u zeggen
kan. Uw zoon is zoo'n sympathiek jong-
mensch zeer sympathiek!"
De kapitein, die mot toegeknepen vuisten
naar den kerel geluisterd had, was op het
punt, lucht te geven aan zyn gemoed; dooh
May legde haar hand op 2yn arm.
„Ooml" vermaande zy.
„Wees maar niet bang, kind. Ik weet, met
wien lk te doen heb. Ik heb genoeg van dlo
praatjes, meneer I Geef my dat accept, dan
zal lk u gold geven."
Hy stak de hand in den zak en haalde
een pakje bankpapier er uit.
„Laten we eens kyken", zol de woekeraar
honingzoet; „wy zijn verscheiden dagen ovor
den termijn. Dan komer. de onkosten er nog
bynotaris, zegol en correspondentie. Ik moet
220 pond hebben."
Nu barstte de kapitein los.
„Schurk 1" riep hy; „myn zoon beeft my
alios verteld. Je hebt hem 150 pond gegeven
en jo bewoog hem, myn naam op het papier
te schryven. Hy schreef in Jouw tegon-
woordigheid, op je eigen verzoek en nu
heb je de onbeschaamdheid, my geld te vragon,
omdat ik getoekend heb 1"
Gaygold sloeg de handen samen en richtte
de oogen naar het plafond, ontsteld ovor
zoovfp' - •■•lilhoid.
„0. had zoo iets gedacht van zoo'n
net joiiginenschl" riep hy uit. „Hy bracht
my de c iidbekonteni8 met uw handteekening
en /.ei, dat hy u daartoe had bewogen. Daarom
gat ik hem bereidwillig het geld. Maar nu u
my vertelt, dat het bedrog is, kan ik uw
geld niet aannemen, meneerNeem dat terug:
ik wil geen schurkenstreek begaan."
„Wat!" brulde de oude heer, bevend van
woedo, „je durft zoo Iets zeggen? Ik ga naar
de politie l Ik zal je in de gevangenis laten
gooien, schurk 1Ik zalik zal
May, doodeiyk verschrikt, zag haar oom
•meekend aan.
(Wordi vervolgd