No 12841 ^ijdag 3 Januari. A0. 1902. (Deze jouraat wordt dagelijks, met üitzondering van (Zon- en (feestdagen, uitgegeven. Ked.-Zuidafrikaausclie Verconiging. FEUILLETON. De Tweelingbroeders. 'LEIDSCI $SfeM&BL PRIJS DEZER COURANT: a Voor Leiden por 8 maanden. Buiten Leiden, por loopor en waar agenten gevestigd z«n 1.30 j Franco por post I PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere rogel meer 0.17^. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. A/d. Leiden en Omstreken. Ontvangen b(j don Penningmeester, Zoeter- WOUdsche Singel 41: Door bemiddeling van het Leiisch Dagblad: In de fabrieken van de Firma Tieleman Dros werd gedurende de maand December 1901 voor de vrouwenkampen in Zuid Afrika ge collecteerd f 13-6® Van de Dansclub van Antoon van Leeuwen, Lammermarkt 4 n 2.18 Gecollecteerd door Lena Kiyn op het 45 jarig huwelijksfeest van Oom Hein en Tante Bet1-70 Van een Domineerpartljtje op Oude jaarsavond 0 60 Voor de Boeren, van K. V. V. 0.50 Van Greta, Gerard en Cornelia 0.50 Door Cornelia en Truus op Oude jaarsavond opgehaald0.40 Gecollecteerd op Oudejaarsavond in de tamboeryn van Dom Piet. 0.30 Opgehaald door Anna0.12 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester of aan het Bureel van dit Blad. Leiden, 3 Januari. Zooala gisteren reeds in ons blad werd aangekondigd, wordt Maandag a. a. in den Schouwburg opgevoerd: „Laboremus" (Laat ons arbeiden). De beste krachten van do Kon. Vereenlging fHet Nedeilandsch Tooneel" werken in dit veel besproken drama mee, o. a. de heeren Loula Bouwmeester en Royaards, en de dames MannBouwmeoster en Rika Hopper. Maar ook al kwam Louis Bouwmeester tonder de andereü, dan zou toch zeker een groot en enthusiast publiek naar den Schouw burg gaan om deji man toe te juichen, die na een veertigjarige tooneelloopbaan den Moerdijk overging om in Frankryks hoofd stad te laten zien hoe het kleine Nederland groot is in de kunst. Aan Bouwmeester worde Maandag een harteiyke ovatie gebracht! Aan het laatst gehouden examen voor sergeant by het 4de regiment infanterie hebben van de bataljons alhier in garnizoen voldaan de korporaals Burg, v. d. Horn v. d. Cos, Van Meurs en Woïfson. Den 27sten Januari a. 8. zal de rede rijkerskamer „Vondel", onderafdeellng der af J. Leiden van den Ned. Roomsch Katho lieken Volksbond een uitvooring in de groote zaal der Stadezaal geven. Zy heeft de toe stemming van het hoofdbestuur en treedt geheel alleen op, zonder zang-, scherm- of gymnastiek afdeelingen. Opgevoerd zal worden ^Rudolph von Zarnitz", drama in drie bedrijven en een naspel, door P. v. Remundt. Do schrijver is lid van de tooneelafdeeling en aangezien het tooneel in het Bondsgebouw zich niet leent voor het stuk, is men verplicht het stuk in de Stadszaal op te voeren. Het batig saldo der voorstelling wordt gedeeltelijk aan het fonds „Hulp In Nood" afgestaan. |T Onlangs deelden we een en ander mee uit het rapport van de heeren N. W. van Qoesburgh, directeur der Stedelijke Gas fabriek, alhier, en H Doijer, electrotech- uisch ingenieur te Delft, in zake de op richting eener fabriek voor eiectriciteit in deze gemeente, in velk rapport zij tot de conclusie kwamen dat de bouw eener electri- citeitsfabriek voor draaistroom in het belang der gemeente zal blijken te zijn. Niet onwaarschijnlijk is het dat als gevolg daarvan voorstellen de?. Raad zullen berei ken te eeniger tijd tot de oprichting van zoo danige fabriek over te gaam. De raming van inkomsten en uitgaven, als bijlage aan het rapport toegevoegd, is in twee deelen ge splitst. Het eerste deel stelt voor de raming bij een equivalent van 4500 aangesloten gloeilampen en 80 P.K. in motoren, het twee de deel bij een equivalent van 8000 aangeslo ten gloeilampen en 240 motoren. Daarbij is verondersteld dat ieder aangesloten gloei lamp gemiddeld 720 uur per jaar zal bran den en dat van de motoren, dio t c g e lij k aangesloten zullen zijn, iedere P.K. gemid deld 1500 uur per jaar stroom zal vragen. Verder is aangenomen, dat de eerste uit bouw na ongeveer drie jaar zal moeten plaats hebben. De rente is aangenomen op 4 pCt., terwijl de aflossing in 20 jaar zal plaats hebben. Als tarief is gesteld, dat de lichtafnemers gemiddeld 28 ets. per kilowattuur zullen be talen en de motoren gebruikers 15.5 cent per kilowat-uur. De inkomsten en uitgaven zijn onder deze omstandigheden a. Inkomsten: 162,000 K.W.U. 26 ets. 42,120; 81,000 K.W.U. 15.5 ets. f 12,555; meterhuur 2100; samen 56,775. Uitgaven 4 pCt. over 520,000 20,800, 243,000 K.W.U. h. 13.2 ets. f 32,076, batig saldo f 3,899, samen 56,775. b. Inkomsten: 288,000 K.W.U. 26 ets. 74,880, 202,500 K.W.U. 15.5 cta. f 31,387.50, meterhuur 4200, samen 110,467.50. Uitgaven 7.4 pCt. over 75,500 55,870, 490,500 K.W.U. 9 85 ets. 48,314.25. batig saldo 6,283.25, samen ƒ110,467.50. Voor zoover de volle belasting niet direct bereikt wordt en dus de inkomsten geduren de de eerste jaren kleiner zijn dan boven ge raamd, mag niet worden vergeten, dat met een kleinere levering gepaard gaat een even wijdig kleinere productie, hetgeen maakt dat de productiekosten zullen dalen. Er mag dus verwacht worden dat de kleinere kosten der eerste jaren spoedig door een batig saldo zullen worden gevolgd, hetgeen deze tekorten binnen eenige jaren zal dekken. Aan het postkantoor Leiden en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende de maand Dec. 1901 in de Rykspost- spaarbank ingelegd 58,827.88s en terugbe taald ƒ39,460.366. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 19,823. Aan het postkantoor Noordwyk en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende het 4de kwartaal 1901 iogelegd ƒ8679.285 en terugbetaald ƒ7721.44. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 968. De Vlissingsche Crt." schrijft het volgende: ,,Met leedwezen zal zeer zeker door zeer velen met ons, vernomen zijn dat de heer A. JL. A. van Unen binnenkort de gemeente Vlissingen gaat verlaten om (gelijk wij bereids gemeld hebben) te Leiden weer een betrekking als ambtenaar ter secretarie te aanvaarden. Vooral als gemeente-ambtenaar deed de heer Van Unen zich te Vlissingen kennen als iemand van buitengewone werkkracht en door zijn voorkomendheid en welwillendheid was hij voor velen een vraagbaak. „Is reeds uit dat oogpunt zijn vertrek een groot verlies, in hoeveel andere commissies cn besturen van vereenigingen is hij niet werkzaam geweest in het belang en het wel zijn van Vlissingen, dat hem zoo na aan heft harte ligt en hoe zullen vooral vele dezer laatsten belangeloozen ijver en voorlichting missen. Want waar do heer Van Unen een taak op zich nam, volbracht hij dezo op een wijze, die hem met volle recht de algemoene tevredenheid deden verwerven. „De vereeniging „Hulp in Nood" verliest door zijn vertrok zijn secretaris en zoo één vereeniging hem dank verschuldigd is, is het wel deze. Bij dc moeilijke tijden die „Hulp in Nood" heeft gekend, verloor de heer Van Unen den moed niet en wist hij de belang stelling voor haar toch levendig te houden en uit de jaarverslagen bleek ten duidelijk ste dat hij steeds met volle toewijding tracht te het goede doel dat deze vereeniging be oogt: „het lenigen van nood. waarin minder bevoorrechte natuurgenooten verkeeren" bij icderen Vlissinger ingang te doen vinden. „Bovendien was de heer Van Unen secre taris van de brandweer, de afdeeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, den Protestantenbond, de vrijmetselaarsloge „L'Astre do 1' Orient" en den kerkeraad der Doopsgezinde gemeente.Bij het leesgezelschap „Vlissingen" had hij als penningmeester zit ting in het bestuur. „Tot vóór enkele jaren had hij noig in ver schillende andere vereenigingen zitting, o. a. als penningmeester van de vrijzinnige kiesver- ceniging. Hij zag zich toen echter genoopt we^ gens de toenemende werkzaamheden, voor en kele te bedanken. „Het bovenstaande toont echter ten duide lijkste aan hoezeer zijn vertrek een ledige plaats zal openlaten en het zal zeker niet ge makkelijk gaan voor al deze betrekkingen ge schikte plaatsvervangers te vinden. „Wij zijn overtuigd dat alleen het belang van de verdere opvoeding zijner kinderen den heer Van Unen geleid heeft tot het be sluit om Vlissingen te verlaten. Wij wen- schem hem dan ook volgaarne een aangena- men werkkring in de aloude Sleutelstad toe en wij twijfelen er niet aan dat hij Vlissin gen en de Vlissingers hem niet zullen ver geten." De heer Van Unen zal zijn nieuwe betrek king óf den löden Januari óf den lstcn Fe bruari aanvaarden en te Leiden in het bij zonder belast worden met de afdeeling be treffende sociale aangelegenheden. Dr. C. Hofstede de Groot te 's Graven- hage heeft aan het KoninklUk Kabinet van Schilderyen ten geschenke aangeboden een zeer merkwaardige schildery, voorstellende een winterlandsohap, gemerkt A. V. S. 1603, dat een unicum ls van een nog onbekenden schilder en ook uit een kunsthistorisch oog punt belangryk mag heeten. Aan den schenker is de dank der Regoering betuigd. Herhaaldeiyk wordt teruggaaf gevraagd van het invoerrecht voor werktuigen (byv. dynamo's, electrische motoren e. awaarvan eerst na den invoer wordt aangetoond, dat zy als fabriekswerktuigen worden gebezigd en dus vry van rechten zyn. Daarvoor is het evenwel noodig, dat de identiteit van het ingevoerde werktuig en dat, waarvan de bestemming later meestal door andere ambtenaren wordt onderzocht, vol doende vaststaat. Ten einde den twyfel, die hieromtrent kan ryzen, zooveel mogeiyk weg te nemen, zullen de vlsiteerende ambtenaren voortaan by invoer van werktuigen, waarvoor het invoerrecht wordt betaald, doch waarvan bekend is of vermoed wordt, dat dit zal worden terugge vraagd, aanteekening houden van datum en nummer van het betrekkeiyk paspoort, als mede van zoodanige kenmerken (afmetingen, nummers, enz.), als waaruit later, zoo noodig, de eenzelvigheid kan worden afgeleid. Niet, zooals „Het Centrum" meldde, prof. Spronck te Utrecht, maar diens hoogbejaarde vader, by den hoogleeraar in huis woonachtig, is met de laatste Sacramenten voorzien. (N. G Naar wy vernemen, is do heer W. de Lom, referendaris, chef der afdeeling Compta biliteit aan het ministerie van bultenlandsche zaken, benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. (N. R. C.) De schout-by-nacht Tadema, benoemd commandant der zeemacht in Ned.-Indiö, waarheen hy omstreeks de helft dezer maand zal vertrekken, heeft gisteren als oud-chef van den marinestaf afscheid genomen van de ambtenaren aan het departement van marine. De minister van marine, vice-admiraal Kruys, is hersteld en heeft zyn werkzaam heden aan het departement weer hervat. Naar het „H. Dbl." verneemt, zal mr. A. A. Weve, wegens ziekte, zUn functie van president der Haagsche rechtbank neerleggen. De l6te luit.-adjudant K. G. A. Muller van het 2de reg. infanterie is overgeplaatst bij de Koloniale Reserve te Nijmegen. Op'ruim 28-jarigen leeftijd is te Venloo overleden de voor het leger in Oost-Indic be stemde 2de luit. der infanterie J. H. Rogge. Deze officier genoot zijn opleiding aan de militaire school te Batavia en den hoofdcur sus te Kampen en werd 5 October jl. tot 2dcn luitenant benoemd. Op ncn-activiteit is gesteld, op zijn ver zoek, de luitenant-kolonel R. de Jongh, van don staf der genie. Het hoofdbestuur van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap heeft zich met een acTres gewend tot H. M. de Koningin, met het doel zioh aan te sluiten bij het adres van de Vereeniging Volksonderwijs in zake het onderwijs aan achterlijke kinderen Het be stuur dringt er bij H M. op aan, zoodanige maatregelen te nemen, dat aan op te richten afzonderlijke scholen of klassen voor achter lijke kinderen op denzelfden voet als aan do gewone lagere scholen Rijkssubsidie worde verleend, ten gevolge waarvan de oprichting van dergelijke scholen eon klassen zal worden bevorderd in het belang zoowel van het on derwijs aan die kinderen, als van heb lager onderwijs in zijn geheel. Ingevolge Koninklijk besluit van 31 December jl. wordt met 16 Januari 1902 Hr. Ms. schoener „Suriname", liggende te Hel- levoetsluis, in dienst gesteld, en het bevel over genoemden bodem opgedragen aan den kapt.-luit-ter-zee P. S. R. Wolterbeek. Voorts worden aau boord van genoemden bodem geplaatst de luit.-ter-zee lste kl. E. Coenen, als eerstc-officier, do luitenants ter-zee 2do kl. A. C. van Braam Houckgeest, R. H. van Meerlant en F. A. de Koning, de officier van gezondh. 2de kl. S. Ovordiep en dc officier van admin. 2de kl. G. A. Daey Ouwcns. De heer G. Visser, sedert 40 jaren direc teur der gasfabriek te Heerenveen, heeft tegen 1 Maart eervol ontslag aangevraagd. De heer P. J. Hagens, hpofdvorificateur by de plaatsoiyke belastingen te Rotterdam, herdacht gisteren onder vele biyken van be langstelling den dag waarop hy vóór 25 jaren in dienst dier gemeente trad. H. M. de Koningin Moeder schonk aan de Vereeniging tot Bevordering der Pyenteelt in Nederland 100 als biyk barer belangstelling. De lste luit. D. N. van Nes, van het 8ste reg. inf, wordt eerstdaags bevorderd tot kapitein. (Fad.) De 2de luitenants der inf. van het O. I. leger E. R. Byieveld en F. G. de Veer moeten vóór of op 8 Februari a. s., met een dr- stoomschepen van de „Rotterdamsche Lloy of Maatscbappy „Nederland", hun bestemmi. naar Oost Indië volgen. Tusschen de betrokken departementen van algemeen bestuur heeft overleg plaats, in hoeverre in tyden van oorlog, onlusti en dergeiyken, ln de koloniën is te beschikken over de daar aanwezige verlofgangers der miiitie te land en kaderreservisten. Ten gevolge van het niet ontslaan in dit jaar der miliciens van de lichting van 1895, is de organieke oorlogssterkte by de treinafdeelingen der veld artillerie overschreden en zal in 1902 geen lichting miliciens der cavalerie, by de treinafdoelingen worden over geplaatst. De voor Suriname bestemde 2de luite nant V. F. J. Boumeester zal den lsten Februari a. s., met een der stoomschepen van den Kon. W.-L Maildienst, derwaarts ver trekken. Met ingang van 16 Januari a. s. wordt de 2de luit. der infantorio, bestemd voor hot leger in Oost-Indië, H. H. Stieltjes, voor ééne maand gedetacheerd by het Koloniaal-Werf depot te Harderwyk. Met het stoomschip „Koningin Wilhel- mina", van de MaatschappU „Nederland", ver trekken 18 JaDuarl a. s. naar Oost-Indië de 2de luit. der inf. K. W. Boogaard on do 2de luit.-kwartiermeester J. do Vos, .7, A. H. Rynders, J. A. Dykland en H. C. Scholten, allen herkomstig van den hoofdcursus te Kampen. Het stoomschip „Koning Willem I", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 2 Jan. van Genua. Noordwykerhoul. Ook by de aanbesteding van het schoonhouden der rioleering in 1902 was P. v. d. Raadt de laagste inschry ver, n.l. voor 42.50. Ook dit werk is hem opgedragen. Oudshoorn. De loteling P. van Tol, van lichting 1902, is door God. Staten by herkeuring ongeschikt voor den militairen dienst verklaard. Tor-Aar. De lotelingen voor de lichting der nationale militie van 1902, die voor vol ledige oefening by de militie te land zouden worden ingelyfd en verlangen by de zeemilitie te dienen, worden uitgenoodigd zich vóór 1 Februari a. s., ter gemeente secretarie aan te melden en meer byzonder op Dinsdag 28 Januari a. s. 's voormiddags te elf uren, alwaar nadere inlichtingen te verkrUgen zyn. Gedurende het jaar 1901 zyn aan het rykstolephoonkantoor in deze gemeente be handeld 1529 telegrammen, aangekomen 1007 en verzonden 522, terwyl 1379 telegrammen behandeld zyn in het jaar 1900, l'.zoo het vorig jaar 150 meer. Naar men verneemt, is de loteling J. H. Esveldt in deze gemeente, die wegens lichaamsgebreken herkeuring by God. Staten had aangevraagd, door dat College ongeschikt voor den dienst bevonden en aldus afgekeurd; waardoor lotingsnommer 11 nu aan de beurt 32) „Dat is zoo", bevostigde Lobelia. „Meneer Alison gaat ook eiken avond uit, en al doed hy het niet, dan hindert het nog niets; hy heeft zyn sleutel en belt 's avonds nooit. Ja, ik denk wel, dat ik mee ga; ik heb wel wat afleiding noodig." „Afgesproken", zei Liza. „Kom tegen zeven uren hier maar op den hoek; vader behoeft jo- niet te zien; je kunt nooit weten: als je tante er eens achter kwam en by hem navraag deed Juffrouw Chipchase vloog heen en weer door haar huis, stofte en boende en vond van allerlei te doen; zy deed alles achter slot, wat maar in een kast of lade kon, en maakte inderdaad een beweging, of ze voor een jaar van huis moest. Eindèlyk was zy tevreden en had de zeker heid, dat ze had gedaan, wat er gedaan kon worden; ze dronk thee en vond daarna weer nieuw werk; doch ten slotte trok ze een goede japon aan, zette haar hoed op, deed een mantel om en gaf Lobelia uitvoerige instructies voor haar gedragingen gedurende tden tyd, dat zy alleen zou te waken hebben er de huisgoden der Chipchases; toen ver- ik zy. Nauwelyks was haar tante de straat uit veilig en wèl op een omnibus, of Lobelia snelde de trap op naar haar hokje. Ze trok Ifcar Zondagsche jurk aan, smeerde wat inkt over de barsten in de schoenen, welke haar beste heetten, overtuigde zich in het spiegeltje, dat haar gezicht schoon was, en was toen gereed voor het geheime uitstapje met Liza naar een tot dusver ongekond vermaak. Ze ging naar beneden en was al aan de huisdeur, toen ze iets hoorde, dat haar bloed byna deed stilstaan. Ze hoorde duideiyk iemand de trap afkomen. Maar ze begreep spoedig, dat het de man van boven-vóór was, en dat stelde haar gerust. Hy sprak nooit met een van de huisgenooten en was „erg op zichzelf", zooals dat in hospita jargon heet; er was hoegenaamd geen gevaar, dat hy zou vorklappen, wat hy gez^n had: Lobelia, die in haar beste spullen de haar toevertrouwde veste in den steek liet. Stephen Alison zag Lobelia in de gang. „Pardon," zei hy, met de vriendeiyke be leefdheid, welke van het eerste oogenblik af Lobelia's bewondering had gewekt. „Ik ga van avond niet uit, en ik moet iets schry ven; daarom wou ik wol wat meer licht hebben. Heeft u ook een paar kaarsen voor my?" „Zeker," antwoordde Lobelia; „ik zal ze dadelyk krygen." Ze ging naar de keuken en haalde uit een kast twee kaarsen, die ze den huurder over handigde. Toen kreeg ze een schitterend idee. Ze zou hem in vertrouwen nemen. „Ik ga van avond uit", zei ze, „maar dat is geheim en ik wou niet graag, dat oom en tante er iets van vernamen. U zult immers niets zeggen?" Stephen Alison glimlachte. „Weineen", antwoordde hy; „wees daar voor niet bang." „En als er soms iemand komt, niet, dat ik iemand verwacht! zou u dan misschien even willen opendoen?" „Mot pleizier", zei Stephen. Hy herinnerde zich verschillende kleine diensten, welke het meisje hem bewezen had, en hy stak do hand in zyn zak. „Als u toch van avond uitgaat, koop u dan een klein cadeautje." Hy liet een halven kroon vallen in de hand van het verbaasde meisje, en eer zy een passende dankbetuiging kon uitspreken, was hy al weer de trap op naar zyn kamer. Lobelia boet eens op het geldstuk, om zich te ver zekeren, dat het echt was, en spoedde zich toen voort om Liza te ontmoeten. In het volle gevoel van haar plotselingen rykdom nam zy een beschermenden toon aan, zoodat juffrouw Simmons, nog vóór zy het tooverpaleis be traden, uitriep: „'tls net, Lobelia, of ik met jou uitga, in plaats van jy mot m(j I" Een half uur later bevond de heer Clement Hansell zich in Exton street, in het duister de nummers der huizen trachtende te lezen, wat niet gemakkelyk ging, daar ze op de meeste oude deurposten byna niet meer zicht baar waren. Doch eindelyk vond hy, wat hy zocht; een oogenblik stond hy besluiteloos op de stoep, or&- al zyn moed te verzamelen voor het tooneel, dat hem wachtte. Hy had een flauwe hoop, dat men hem op zyn vraag naar Stephen Alison zou antwoorden, dat deze niet thuis was. Hy klopte eenmaal, zacht, en kreeg geen antwoord. Toen klopte hy nog eens, luider, en hy hoorde voetstappen; een oogenblik daarna werd de deur geopend. „Woont hier....?" Hy voltooide de vraag niet; want Stephen Alison zelf had de deur geopend en staarde in de uiterste verbazing den bezoeker aan. Hy tag zyn eigen levend beeld voor zich, zooals hy er had uitgezien, toen hy de ge vangenis verliet met geheel gladgeschoren gezicht; hy wist, dat er maar één man op de wereld was, die zoo sprekend op hom kon gelyken. Hy boog zich een weinig voorover en zag scherp in de oogen van den persoon, die zenuwachtig bevend voor hem stond. De ex-veroordeelde en de broeder, die hem ten val had gebracht, stonden tegenover elkaar eindelyk! XXII. 's Morgens tien uren klopte de kamerdienaar van lord Charlton aan de deur van zyns meesters kamer; daar hy geen antwoord kreeg, ging hy zacht naar binnen, om de kleederen van den jongen lord te nemen, ton einde ze af te borstelen. De kamer was echter leeg. De knecht vond dit vreemd; want hy wist, dat zyn meester voornemens was, naar een wedatryd te gaan. Doch hy dacht er niet lang over na. Zyn lordschap kon in een hotel zyn gebleven, of by een vriend, of misschien aan de speeltafel den nacht hebben doorgebracht. Het laatste kwam hem nog het waarscbynlykste voor; het zou de eerste keer niet zyn, dat het ge beurd o. Onder het dienstpersoneel baarde het vol strekt geen verwondering, dat de „jongeheer" niet thuis was. Den graaf liet het eveneens onverschillig; die had al lang opgehouden, zich te verbazen over iets, wat zyn zoon deed. De buitensporig heden van zyn erfgenaam hadden hem al leed en angst genoeg veroorzaakt, en het was voor hem een verlichting, toen hy vernam, dat het jongmensch voornemens was, een lange buitenlandsche reis te doen en in het Rotsgebergte te gaan jagen. Aan zyn gezondheid zou het zeker geen kwaad doen; de lucht, die hy in het A'meri- kaansche bergland zou inademen, was stellig voor lichaam en geest beter dan de atmosfeer der Londenscho gelegenheden, waar hy placht te verkeeren. De graaf van Powick had in den beginne telkens ruzie gehad met zyn zoon, toen deze groote schulden maakte en by papa kwam om hulp. Hot was zóó ver gekomen, dat de oude graaf gezegd had, geen penning meer le zullen geven. Lord Charlton had een mooi jaargeld, en hy moest daarmee maar zien rond te komen. Elke hulp was voor hem 6lechts een prikkel, om den stapel rekeningen steeds hooger te maken. Lord Charlton liet echter den ouden heer maar wat praten; toen hy een groot voor schot van zjjn papa boet had, deed hy eenigo der moest dringende schulden af en be gon nieuwe te maken. Spoedig kwam hy weer by zyn vader; doch tot zyn verbazing en teleurstelling vond hy dezon onverbiddelijk, en in de verlegenheid wendde hy zich nu tot woekeraars, die hun slachtoffers maakten onder de jonge aristo cratie. Het duurde niet lang, of hy raakto er hoe langer hoe dieper in, tot hy Jack Darvell ontmoette, die hem by Gaygold bracht. Deze verschafte hem een betrekkeiyk kleine som, maar eischte daarvoor als pand de polis, welke hy nog te zyner beschikking had. (Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1