|fc 12826 Zaterdao; 14 December. A4. 1901. feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomiuer bestaat uit Viiüt Bladen. 1 Nieuwjaarsbriefkaarten. Hed.-Zoidalrikaanselio Vcrccuigiug. Leiden, 14 December. JPeuilieton. Be Tweelingbroeders. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT l Voor Loiden por 8 maanden 1.10.' iBuiton Leidon, per looper en waar agenten goieatigd zijn 1.30 4 Franco per post S S l-65- PRIJS DER ADVERTENTTÊN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regol meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.06 berekend. Eerste Blad. Wy hebben voor het aanstaand Nieuwjaar, ,*v&arop zoovelen onzer lezers hun gelukwen- •chen aan familieleden, vrienden en bekenden doen toekomen, een getal briefkaarten laten knaken, die, naar wy ons verzekerd houden, longetwyfeld ln den smaak zullen vallen en het groote getal brief kaarten met „Ansichten" of wel prentbriefkaarten op waardige wtJxe *ullen aanvullen. De briefkaarten stollen voor een op de .grootte van een briefkaart verkleinde pagina ivan het „Leidsch Dagblad", terwyi in een opengescheurd gedeelte daarvan tien ver schillende kleine Stadsgezichten zyn opge- Inomen. In een daaronder eveneens openge scheurd gedeelte ls gelegenheid den naam van ;den afzender of de afzendster te vermelden. jDeze briefkaart, alléén met die handteekening ;beschreren, kan verzonden worden met een l-Cents-postzegel. Voor do kleine „Ansichten" hebben wy uitgekozen: Kweekschool voor Zeevaart. Poort der Doelen-Kazerne. Do Waag. Korenbeursbrug. St.-Petruskerk, Langebrug. Ylschmarkt met fontein. Gehoorzaal en Minerva. Teekening ln Academiogebouw. Het Zweetkamertje. Zylpoort. In de vestibule zyn deze briefkaarten to bozlchtlgen. die wy, alléén voor onze Abonnés, verkrijgbaar stellen de 10 Stuks ïoor 10 Ceufs. De dag van uitgifte zal later worden raat- gesteld. DE UITGEVER. Afd. Leiden en Omstreken. Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter- woudsche Singel 41 Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad: Gecollecteerd op de uitvoering van „Uit spanning na Inspanning", te Katwtfk a/Zee, door C. O Jr. en J. v. Df 22.60 Dum, Dum5 Opgehaald op het huwelijksfeest van 'P. en D. 2.06 Burgers van Europa I Iaat den Boycot herleven1.— Van Maartje te Rynsburg 0.40 Bydragon kunnen worden toegozondén aan den Penningmeester of aan het Bureel van dit Blad. Collcete-Vcreeniging Zuid-Afrika, Nog ontvangen van enkele inwoners, die vergeten waren, f 3,86. OCJcieelo Kennisgevingen. Do Havenmeester te Leiden brengt ter kennis van belanghebbenden, dat te zijnen kantore, Rijnkade 6 (by hot Utrechtsche Veer), van af Zaterdag 21 December a. s. tot en met 31 Januari 1902, eiken werkdag 'smorgens van 11 tot 1 en des namiddags van 5'/i tot 6Vj uur gelegenheid zal bestaan om zich op het havengeld te abonneeren. Ter voorkoming van hoogere schatting zy men er op bedacht do nog geldige meet brieven mede te brengen. Na 31 Januari 1902 is het kantoor te dien einde geopend middags van 12 tot 1 uur. De Havenmeester voornoemd, J. ROMANESKO. Door de vereenigdo vergadering van Rynland is heden met algomeene stemmen benoemd tot rentmeester van het Hoogheemraadschap van Rynland de heer H. Melnesz, waarnemend rentmeëster. De Kerkeraad der Ned.-Herv. Gem. alhier heeft benoemd tot godsdienstonderwyzer en krankenbezoeker, in de plaats van wyien den heer J. H. Raabe, den heer G. C. van Dam, godsdlenstonderwyzer te Kage. In de maandelijksche vergadering van do Maatschappij der Nederlandsche Letter kunde bracht prof. dr. J. Verdam een uit voerig rapport uit over eeni:3 aan het be stuur toegezonden op groot perkament ge schrevene MiddelnederL fragmenten. Eene schenking te grooter van waarde, waar z3 gedaan werd door den gemaal van de Ko ninklijke Bescherrr.vrouw der Maatschappij, Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, waarvoor spreker nogmaals in het operbaar den eerbiedigen dank herhaalt, reeds aan stonds na de ontvangst door het bestuur toegebracht aan den Hoogen Schenker. De fragmenten behooren tot vijf verschil lende dichtwerken, waaronder drie van ILair lant,nl den Spiegel Eistoriacl, der Natu ren Bloeme en den Rijmbijbel en van twee didactische werken van dichtere zijner school van Boendale's Teesteye en de DieUce Doc- trinale van een onbekenden dichter. Al zouden wij, zegt spr., in dien wij 7t voor 't zeggen hadden gehad, liever andere fragmenten uit het kostbare pakket to voor schijn hebben zien komen, toch geeft deze nieuwe aaflfwinst alle reden tot erkentelijk heid. Vooreerst omdat do f ragmen tón ge deelten uitmaken van handschriften, die uit muntende proeven zijn der Middeleeuwscho schrijfkunst en uit ruime beurs bekostigd. Zij hebben ongetwijfeld behoord tot één en de zelfde verzameling, door denzelfden schrij ver geschreven met een groote en duidelijke Gothischc letter op groot folio perkament met drie kolommen ieder van 50 regels per bladzijde. Niet alleen de eerste lett.r der eerste kolom, maar ook die van de beide andere kolommen zijn versierd. Sommige dier lettere vertoonen een min of meer op eene caricatuur gelijkend 'mcnschelijk aan gezicht, niet geheel zeldzaam; maar wel zeld zaam zijn het formaat en de afmetingen de zer handschriften. Spr. kent maar één groo ter nl. het zoogen. Gentsch-Brugsche hs. van Maorlant'8 Spiegel Historiaeldat op elke bladzijde yier kolommen bevat, ieder van 75 regels. Deze fragmenten zijn nog om eene andere reden merkwaardig, nl. als getuigen vaa: de verspreiding onzer Middelnl. letterkunde ,cn van de waarde daaraan gehecht. Do tijdge- nooten van den dichter liebben in gen. boe ken werken gezien van onschatbare waaide voor de zedelijke volmaking en de verstan delijke ontwikkeling van het menschdom; zij hebben ze beschouwd als zuivere bronnen, waaruit zij kennis en levenswijsheid beide konden putten. Ten slotte vestigt spr. nog op één puat de aandacht nl. hierop, dat de meening, dat althans sommige der bovengen, wer1 n in één hs. zijn verecnigd geweest, méér is dan eene gissing. Eon dor fragmenten beslaat nl. uit twee aan elkander zittende strooken, ieder van één kolom van twee verschillende bladen eener zelfde quatern, en van twee kolommen bevat de eonc een gedeelte uit het laatst van den Rijmbijbel en de tweede eeni- ge versregels uit het begin van Maerlanfc's Naturen Bloeme. Wellicht is het dus een over blijfsel van een verzamelhandschrift, zooala er meer bekend zijn. "Van den omvang is niets met zekerheid te zeggen. Spreker gaat daarua over tot een bespro king van de verschillende fragme: en, ee:_t die van den Spiegel Ei foriael, deeb mee, dab van het handschrift, waartoe deze bla den behooren in een geheel ander hoekje van West-Europa een ander blad is gevon den en wol te Douay, door do Vries en Ver wijs bij hunne uitgave van Maerlant'a tel gebruikt, waarvan de uitgever, dc abt Car- nel, in de Ann al es du comité Flamand de France" eene facsimile heeft gegeven, dat eene verrassende overeenkomst vertoont met de Schwerinsche fragmenten. Er zijn onder de andere in do Inleiding van de Vries genoemde fragmenten, nog en kele, waarvan de beschrijving, oppervlak kig beschouwd, eveneens op de Schwerin sche bladen past de Steenbergscho fragmen ten aldaar onder O vermeld, waarvan spr. meent dat ze tot een geheel ander hs. hebben behoord. Voor dit gedeelte bestaan nu vijf hss. a. Het Amstcrdamschc tekst h«. in de boekerij der Koninkl. Academie, b. heat Cheltennan- sche of Thorpe hs., in de Koninklijke Bi bliotheek to Brussel, c. het Cheltenhansche hs. in de Universiteits bibliotheek te Leiden, <L het Zutfenschc-Groningscho hs. in do univorsifceita Bibliotheek te Zutfen en e. het nu aan het licht gekomen Schwerinsche frag ment, in tekst overlovering het dichtst staan de bij dat van d. Spr. gaat nu over tot eene breedvoerige bespre/king van verschillende lezingen, waaronder zeer goede in het Schwe rinsche fragment worden gevonden, doch weinige, die van eldere niet bekend waren. Op dezen langen weg kunnen we in een zoo kort mogelijk relaas den goleerden spr. niet volgen, hoe interessant voor taalgeleerden zo ook zijn,, terwijl hij dit gedeelte eindigt met eene opgave van al het materiaal, dat onder hem berust, voor een vijfde deel dor uitgave van De Vries en Verwijs, en dat wel 12 verschillende stukken, zullen wo maar zeggen een rijke stof, die voorhanden is. Op de fragmenten zooeven genoemd volgen in belangrijkheid die uit der Nuturen Bloe mevoor een deel reeds lang bekend, en door do Vries gebruikt voor wien evenwel de toezending dezer zelfde fragmenten alleien over geschreven bekend eene aa_ genme ver rassing zou zijn geweest Deze fragmenten dragen volgons De Vries alle blijken van een hooge oudheid en schijnen daarin de meeste ander mnl. h»3. te ovetreffen, is dit misschien volgens spr. wat overdreven, zij behooren toch te worden geteld order do hsa, die de tekstoverlevering het zuiverst hebben bewaard. Zij staan het dichtst bij hot Brusselschc hs. Spr. deelt daarna het be langrijkste mee, dat wij aan de nog onbeken de fragmenten te danken hebben, zooals er twee uit Schwerin door Prins Hendrik zijn toegezonden. Het eene bevat Nat. BI. I, 288 332 aan de vóór en II, 3781 aan de keer zijde; het andere is een doo geknipt folio blad, waarvan beide helften zijn bewaard; hot bevat IV, 7591070. Is in het eerste geen afwijkende lezing, die bijzondere aandacht trekt,o ver het tweede treedt spr. meer in bij zonderheden, voor taalgeleerden heerlijke ver snaperingen, maar minder geschikt voor het publiek. De overige fragmenten werden ten slotte door spr.. alle te zamen behandeld; het frag ment uit den Rijmbijbel levert niets belang rijks op. In Boendale's Teesteye heeft spr. geen bijzonderheden gevonden, eene opzette lijke vermelding waardig. De twee fragmen ten uit de Dietsce Doetrinale bestaan het eerste uit een zeer geschonden dubbelblad, waartusschen in het andere iragment valt, dus twee onmiddellijk op elkaar volgen "3 bladen van dezelfde quatern. Over dit hs.waartoe de Schwerinscho fragmenten behooren, waar 't tot critiek eoni ge belangrijke aanleiding geeft, deelt spr. vervolgens een en ander weer mee en ein digt zijn geloerde bespreking met de mede- deeling, aan dr. do Vooys verscnuldigd, dat zich in de Stadsbibliotheek te Bremen een perkamenten codex bevindt die op 43 folio's met twee kolommen van 40 verzen per bk - zijde ©en tot heden onbekende redac-.e van do Dietsce Doetrinale bevindt, waarschijn lijk 't meest verwant met hs., S. in_ortijd eigendom can Serrure te Gent, v aarschijn- lijk het oudste der tot heden bekende asa. Naar aanleiding van het feit dat mevrouw Schmidt, de soliste op het a. e. concert van „Arlon", 1.1. Woensdag ln Den Haag op het concert van „Cecilia" dezelfde nummers ge speeld heeft, die zy voornemens is, a. 8. Maan dag hier te spelen, laten wy hier volgen wat een Haagsch dagblad, „De Nieuwe Courant", over haar spel zegt. „De soliele van den avond was mevr.Scbmidt, violiste uit Brussel, die met een „Concert" van Tartini, „Fantaisie Ruese" van Rimski Korsa- kow en „air" van Bach op do y-snaar (als toegift) groot succes behaalde. „En geen wonder. Mevr. Schmidt boheerscht haar instrument op benydenswaardlge manier, spoelt zoo door en door muzikaal en zuiver van sentiment. Wel is haar toon niet groot, maar edel en zangryk. Haar voorname tech nische eigenschappen kwamen ln Tartini's Interessant „Concert" en in Korsakow's minder Interessante „Fantaisie" voor den dag. „Zooals gezegd, behaalde mevrouw Schmidt een beslist succeswat nog waardo heeft als men weet dat èn Tartini's èn Korsakow's werk voor het publiek weinig bekoorlyka hebben." Voor de akte Boekhouden K £11 is geslaagd de heer L. P. H. Philppeau, uit Katwyk aan den Ryn. H. M. de Koningin en de Prins-Gemaal dedon gisteren een rit door het dorpje Apel doorn in een open rytuig. De muziekvereenlging „Harmonie" zou heden middag by het vertrek der koninkiyke familie naar den trein eenigo volksliederen spelen. In Den Haag worden pogingen gedaan tot het organiseeren eener Haagsche Orkest- rereeniging, in den trant van de Amsleidam- scho Orkestvereeniging, voornameiyk met het doel om zoogenaamde volksconcerten te geven, concerten tegen matigen toegangsprys toe- gankeiyk. De heer Logcher ontwierp hot plan.' De commissie uit het Nederlandsche Landbouwcomité, belast met het antwoord op de vraag: „Welke maatregelen er te nemen zyn om de gebleken grove vervalschingen van de meelsoorten tegen te gaan", meent ala haar gevoelen te moeten kenbaar maken: Dat hot wonscholUk blyft om geregeld op ongozette' tyden vanwege de Regeering het iu Nederland ingevoerde en gebruikt wordende msel ook op qualiteit te onderzoeken en de resultaten van dat onderzoek zoo mogeiyk openbaar ta maken. De heer F. C. J. v. d. Steen van Ommeren, benoemd tot bouwkundige by de gemeentewerken te 'a-Gravenhago, wordt ge plaatst by de rloleeringsworken tor vervanging van den ingenieur Stoffels, benoemd tot iDspeo- teur van den arbeid. Door de arrondissements reebtbank te Roermond is, ter vervulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de navolgende alphabetlsche ïyet van aanbeveling: mr. R. Ch. G. M. baron de Bieberstein Rogalla Zawadsky, substituut-griffier by gemelde recht bank; mr. E. M. Gompertz, kantonrechter te Oirschot; mr. F. J. A. Vos do Wael, kanton rechter te Weert. De gewone audiëntie van den minister van waterstaat op 17 December zal niet plaata hebben. De Groothertog van Saksen deed een gift toekomen voor de „Vereeniging De Stuera tot het verstrekken van kunstledematen aan behoeltlge verminkten", te 'a-Gravenhage. Donderdagavond vierde de vereeniging Nederland en Oranje" te Berlijn, haar I4den verjaardag. TegeLjlc gaf zij ceif af scheidsfeest aan haren voorzitter prof. Du Bois, die dezer dagen na twaalf jaar aan do Berlijnsche universiteit werkzaam te zijn ge weest, naar Nederland terugkeert. Aan het feestmaal in het ,,Kaiserhof" ging een concert vooraf, waaraan de volgende jeugdige Nederlandsche kunstenaars mee werkten: Mej. Annette Thieme en mej. Ma rie van Beekum, voor zang; mej. Befcy w"- era, voor piano; de heeren Gelsenkamp,viool en J. W. A. Pameijer, piano. Aan tafel bracht de gezant Van Tets eerst een dronk uit op Koningin Wilhelmina. Hij gaf daarin de algemecnc vreugde er over to kennen, dat Zij hare gezondheid ten volle herwonnen had. (Levendig gejuich.) Daarop dronk de gezant op prins Hendrik, 'ons genegenheid de Koningin gelukkig maakt en die zijne gemalin groote liefde toedraagt (Opnieuw gejuich). De gezante'chapsraa'J Rooijaards dronk op de Koningin-Moeder, en toen do ondervoor zitter Cats in een luimigen toost op den ver- trokkenden prof. Du Bois. Deze antwoordde ook met vriendelijkem humor. Hij vlocht in zijn rede eta hulde aan zijn grooten landgenoot Van 't Hoff (die afwezig was), die wel in Berlijn woont, maar onze landgenoot blijft, gelijk ook Röntgen, die althans van geboorte en opvoeding een halve Hollander is. Dank zij de feestcommissie, die uit Simonj, Kampman cn Kocli bestond, liep de avond prachtig af. De secretaris A. N. Polak reikte prof. Du Bois uit naam der vereeniging een diploma als eerelid uit, door Van Tak T-akaner keurig uitgevoerd. Tot vroeg in den morgen hield vervolgens dc dans de feestvierenden bijeen. Op aansporing van prof. Van 't Hoff gaf 11) Na Alison's voroordeeling tot zeven jaar .tuchthuisstraf verdween Darvell, waarschyn- lyk naar het buitenland. Toen hy weer te 'Londen kwam, zag men hem als vanouds op de renbaan en in do clubs, en er werd ver ondersteld, dat hy werkte voor een geldleener, 'die speculeerde op jongelui, die nu platzak 'waren, maar fortuin te wachten hadden, i Vervolgens trouwde Jack en hy vestigde tich. Zyn vrouw was een weduwe en haar geschiedenis was als volgt: In sportkringen verscheen een nieuw licht ln den persoon van een ryk jongmensoh, George •Mallandaine. Dit ventje was nauwelyks ontsnapt ©an zyn voogden, of hy kocht renpaarden, wedde tot onzinnige bedragen, werd verliefd op en trouwde met een aardige cafó-chantant- zangeres, bekend als Molly Joyco. Niemand kon iets ton nadoele van Molly zeggen. Zij was een echte „bohémienne", levendig en geestig, en trok spoedig de aan dacht. Haar vader was in zyn goede dagen heerenknecht geweest en later tafeldienaar, wat hy ook moest laten varen, wegens do rheumatiek; sedert leefde hy van liet kloino salaris, dat zyn dochter vordiende als koristo by een reizenden troep. Molly ging later in een cafó-chantant on had succes, zoodat ze voor haar vader, een weduwnaar, een gezellig tehuis kon inrichten 'in Camden-Town. Ieder hield van Molly, en als ze 's Zondags een landauer huurde, om met den ouden Tom Joyce naar Richmond of .Hampton-Court te .rijden, werdu er heelwat hoeden afgenomen voor de „ster", die van haar vader hield en zich er volstrekt niet voor schaamde, dat hy een gowoon bediendo was geweest. Toon de jonge Mallandaine op haar verliefd werd en haar tohuis wenschte op te zoeken, gaf ze hem gauw te verstaan, dat ze op het tooneel wel allerlei grapjes maakte, maar buiten het theater een jongedame was, die respect verlangde en verdiende; zoodra hy to kennen gaf, dat hy met haar wou trouwen, werd hy voorgesteld aan papa die met zyn PÜniyk been op de sofa lag in de kleine ont vangkamer, met een pyp in den mond on een glas grog voor zich, dat zoo goed was voor zyn kwaal en aanbevolen door „de faculteit", naar hy beweerde. De jongeling stoorde zich weinig aan papa, maar werd steeds verliefder op de dochter, en op een goeden Zaterdagavond, toen hy met vader en dochter een eenvoudig souper ge noot, door Molly eigenhandig bereid, deed hy aanzoek en werd niet afgewezen. Het liuweiyk had niet in stilte plaats. Het volkje van Molly's gilde verscheen in grooten gotale; papa Joyce droeg een enorme bloem in zyn knoopsgat en oen ontzettende das. By een plechtig dejeuner in Charing-Cross hotel, voor het vertrek van de jongelui naar Parya, was meneer Joyce in zyn volle kracht. Hy hield een mooien speech, die zelfs een komiek tot tranen toe bewoog, en hoewel hy zijn schoonzoon „meneer" noemde en de hand gaf aan twee der keliners, in wie iy oud-collega's ontdekte, verklaarde iedereen, dat Tom Joyce zich kranig had gehouden. Molly verliet het tooneel, naar de jonge echtgenoot verliet de renbaan en zyn vroegere makkers niet. Het vrouwtje kreeg ruimschoots gelegenheid om te ontdekk*^ dat niet alles goud is, wat er blinkt, en dat haar echtge noot in huiselyke zaken niet veel waard was. Maar Molly was practisch, zy zorgde voor zichzelvo, en toen baar man stierf, eon paar jaar na hun huweiyk, had zy een aardig duitje gespaard en mooie juweelen op den koop toe. Doch het testament was een leelyke ver rassing. Er waren geen huweiyksvoorwaarden gemaakt; do oude Tom Joyce had geen ver stand van zulke dingen en Molly had er nooit van gohoord. 't Bleek, dat Mallandaine geloefd bad van zyn kapitaal en dat er voor do woduwe niets overschoot dan de rente van 20,000 pond. De notaris, die het testament had gemaakt, had dit zoo geschikt, in haar eigen belang, opdat zy het kapitaal niet kon opmaken. Toen twee jaar later Molly doodeiyk ver liefd werd op den knappen Jack Darvell, was zy weer aan het tooneel en verdiende knap geld; maar nu ze voor de tweede maal in het liuweiyk trad, dacht zy er niet aan, „by het vak" te blyven. Het jonggetrouwde paar betrok dus een aardig huis, dat ze meubi leerde van het gereede geld, dat onder hun bereik was. Doch Molly's bescheiden rente was in de vorste verte niet voldoende om op eon goeden voet te leven, en Jack, die tot dusver nooit iets had uitgevoerd, begreep, dat hy zelf moest gaan „financieren", wildo hot goed blyven gaan. Hy pruttelde niet, omdat zyn vrouw haar salaris liet glippen, on hy raakte zelfs niet uit zyn humeur, toen hy ontdekte, dat Tom Joyce, de ex-kellner, zyn huisgenoot zou zyn. Mallandaine was soms zeer ruw geweest en had den ouden man en Molly boos ge maakt met spottende aanmerkingen op zyn eigenaardige manieren en spreek wy ze, doch Jack Darvoli nam het zoo nauw niet. Hy liet den ouden heer zyn lango pyp rookon on gaan staan waar hy wilde, onder voorwaarde, dat hy in zyn oigon kamer bleef, als schoon zoon „fijne lui" te dineeren had. Joyce was echter, ondanks zyn rheumatiek, zeer beweegiyk, en als er gasten waren, kon hU niet laten, naar de keuken te gaan en een oog in 't zoil te houden. Molly vond het prettig, dat Jack zoo goed voor haar vader was; ze wist niet te voel van zyn verleden en gevoelde zich golukkig. Ze wist, dat hy veel in de renbaan verkeerd had en dikwyis „hard" geweest was. Doch Molly vond, dat dit den beste wel kon over komen; aan het tooneel was het voor de meesten de normale toestand. En nu was Jack Darvell begonnen te „finan cieren". Hy had een paar van de oude vrienden opgezocht, waaronder Bampson Gaygold, de geldschieter. Met dezen braven man had hy een plannetje bedacht, welks ontdekking later een belangryko nieuwigheid in de annalen der misdaad zou vormen. Zo hadden echter oen helper noodig, een man, die een deftigon indruk maakte en het deel van hot work kon doon, dat zy geon van beiden aandurfden. De ontmoeting met Stephen Aiison in don restaurant had de moeilijkheid opgelost. Hy was de man voor dat werk; by was arm, pas uit de gevangenis, niet ln staat, een fatsoenlyke broodwinning te krygen, en buitendien gewond aan een royaal leven, dat hy gaarne zou willon hervatten. Hy had dat wisselzaakje dostyds handig opgeknapt; ailoon door een onverwacht tooval was hy er in geloopon. Wie had kunnen denken, dat de jonge man, dien men op weg achtte aan delirium te sterven, plotseling tot inkeer zou komen en den moed hebben, de hulp der justitie in te roepen? Alison was do man, dien do bondgenooioi noodig haddon voor den „coup", waarvoo het plan gereed was. Darvell had wol een brief gezonden naa. het aangegeven adres, doch geen gold inge sloten: als Alison geld had, mocht hy oona in de verzoeking komen, ooiJjk te zynl Darvell noodigde in don brief zyn ouden vriend uit, dien morgen by hern te komen. De morgen was echter by na voorby, on Alison was niet komen opdagen. Jack word ongeduldig. Hy stond op en beldo. In plaats van den knecht kwam zyn schoonvader binnen. „Pardon, meneer Darvell, maar Martin is naar de tappory aan den overkant om een schoono pyp voor my te halen; daarom kom ik zelf maar even. Wat was er* van uw dienst?" Darvell had veel lust om boos to worden, doch hy bedwong zich. 't Was een aardjg Idee vau zyn schoonvader, den knecht, die natuurlyk „babbelde", naar een kroeg te sturen om eon lange pyp; hy was echter aan de eigenaardigheden van schoonpapa gewend en hechtto vorder geen gewicht aan het incident. /tSpyt mo, dat ik u moeite veroorzaak, meneer Joyce," antwoordddo hy; „ik wou graag, dat Molly oven bier kwam." „Best, meneerl Ik denk, dat ze in het sal o® is; ik zal het haar evon gaan zeggen." Joyco slofte de kamer uit; hy droog altyd pantoffels, dio hem eenige nummers to groot waren. Weldra kwam mevrouw Darvoli, een refrein zingend, waarmee zy vroeger stormenderhand de harten van hot publiok veroverd had. (Wordt vervolg ij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1