|fc 12826
Zaterdao; 14 December.
A4. 1901.
feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nomiuer bestaat uit Viiüt
Bladen.
1 Nieuwjaarsbriefkaarten.
Hed.-Zoidalrikaanselio Vcrccuigiug.
Leiden, 14 December.
JPeuilieton.
Be Tweelingbroeders.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT l
Voor Loiden por 8 maanden 1.10.'
iBuiton Leidon, per looper en waar agenten goieatigd zijn 1.30
4 Franco per post S S l-65-
PRIJS DER ADVERTENTTÊN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regol meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.06 berekend.
Eerste Blad.
Wy hebben voor het aanstaand Nieuwjaar,
,*v&arop zoovelen onzer lezers hun gelukwen-
•chen aan familieleden, vrienden en bekenden
doen toekomen, een getal briefkaarten laten
knaken, die, naar wy ons verzekerd houden,
longetwyfeld ln den smaak zullen vallen en
het groote getal brief kaarten met „Ansichten"
of wel prentbriefkaarten op waardige wtJxe
*ullen aanvullen.
De briefkaarten stollen voor een op de
.grootte van een briefkaart verkleinde pagina
ivan het „Leidsch Dagblad", terwyi in een
opengescheurd gedeelte daarvan tien ver
schillende kleine Stadsgezichten zyn opge-
Inomen. In een daaronder eveneens openge
scheurd gedeelte ls gelegenheid den naam van
;den afzender of de afzendster te vermelden.
jDeze briefkaart, alléén met die handteekening
;beschreren, kan verzonden worden met een
l-Cents-postzegel.
Voor do kleine „Ansichten" hebben wy
uitgekozen:
Kweekschool voor Zeevaart.
Poort der Doelen-Kazerne.
Do Waag.
Korenbeursbrug.
St.-Petruskerk, Langebrug.
Ylschmarkt met fontein.
Gehoorzaal en Minerva.
Teekening ln Academiogebouw.
Het Zweetkamertje.
Zylpoort.
In de vestibule zyn deze briefkaarten to
bozlchtlgen. die wy, alléén voor onze Abonnés,
verkrijgbaar stellen de
10 Stuks ïoor 10 Ceufs.
De dag van uitgifte zal later worden raat-
gesteld.
DE UITGEVER.
Afd. Leiden en Omstreken.
Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter-
woudsche Singel 41
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
Gecollecteerd op de uitvoering van „Uit
spanning na Inspanning", te Katwtfk a/Zee,
door C. O Jr. en J. v. Df 22.60
Dum, Dum5
Opgehaald op het huwelijksfeest van
'P. en D. 2.06
Burgers van Europa I Iaat den Boycot
herleven1.—
Van Maartje te Rynsburg 0.40
Bydragon kunnen worden toegozondén aan
den Penningmeester of aan het Bureel van dit
Blad.
Collcete-Vcreeniging Zuid-Afrika,
Nog ontvangen van enkele inwoners, die
vergeten waren, f 3,86.
OCJcieelo Kennisgevingen.
Do Havenmeester te Leiden brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat te zijnen
kantore, Rijnkade 6 (by hot Utrechtsche
Veer), van af Zaterdag 21 December a. s. tot
en met 31 Januari 1902, eiken werkdag
'smorgens van 11 tot 1 en des namiddags van
5'/i tot 6Vj uur gelegenheid zal bestaan om
zich op het havengeld te abonneeren.
Ter voorkoming van hoogere schatting zy
men er op bedacht do nog geldige meet
brieven mede te brengen.
Na 31 Januari 1902 is het kantoor te dien
einde geopend middags van 12 tot 1 uur.
De Havenmeester voornoemd,
J. ROMANESKO.
Door de vereenigdo vergadering van Rynland
is heden met algomeene stemmen benoemd
tot rentmeester van het Hoogheemraadschap
van Rynland de heer H. Melnesz, waarnemend
rentmeëster.
De Kerkeraad der Ned.-Herv. Gem. alhier
heeft benoemd tot godsdienstonderwyzer en
krankenbezoeker, in de plaats van wyien den
heer J. H. Raabe, den heer G. C. van Dam,
godsdlenstonderwyzer te Kage.
In de maandelijksche vergadering van
do Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde bracht prof. dr. J. Verdam een uit
voerig rapport uit over eeni:3 aan het be
stuur toegezonden op groot perkament ge
schrevene MiddelnederL fragmenten. Eene
schenking te grooter van waarde, waar z3
gedaan werd door den gemaal van de Ko
ninklijke Bescherrr.vrouw der Maatschappij,
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden,
waarvoor spreker nogmaals in het operbaar
den eerbiedigen dank herhaalt, reeds aan
stonds na de ontvangst door het bestuur
toegebracht aan den Hoogen Schenker.
De fragmenten behooren tot vijf verschil
lende dichtwerken, waaronder drie van ILair
lant,nl den Spiegel Eistoriacl, der Natu
ren Bloeme en den Rijmbijbel en van twee
didactische werken van dichtere zijner school
van Boendale's Teesteye en de DieUce Doc-
trinale van een onbekenden dichter.
Al zouden wij, zegt spr., in dien wij 7t
voor 't zeggen hadden gehad, liever andere
fragmenten uit het kostbare pakket to voor
schijn hebben zien komen, toch geeft deze
nieuwe aaflfwinst alle reden tot erkentelijk
heid. Vooreerst omdat do f ragmen tón ge
deelten uitmaken van handschriften, die uit
muntende proeven zijn der Middeleeuwscho
schrijfkunst en uit ruime beurs bekostigd. Zij
hebben ongetwijfeld behoord tot één en de
zelfde verzameling, door denzelfden schrij
ver geschreven met een groote en duidelijke
Gothischc letter op groot folio perkament
met drie kolommen ieder van 50 regels per
bladzijde. Niet alleen de eerste lett.r der
eerste kolom, maar ook die van de beide
andere kolommen zijn versierd. Sommige
dier lettere vertoonen een min of meer op
eene caricatuur gelijkend 'mcnschelijk aan
gezicht, niet geheel zeldzaam; maar wel zeld
zaam zijn het formaat en de afmetingen de
zer handschriften. Spr. kent maar één groo
ter nl. het zoogen. Gentsch-Brugsche hs.
van Maorlant'8 Spiegel Historiaeldat op
elke bladzijde yier kolommen bevat, ieder
van 75 regels.
Deze fragmenten zijn nog om eene andere
reden merkwaardig, nl. als getuigen vaa: de
verspreiding onzer Middelnl. letterkunde ,cn
van de waarde daaraan gehecht. Do tijdge-
nooten van den dichter liebben in gen. boe
ken werken gezien van onschatbare waaide
voor de zedelijke volmaking en de verstan
delijke ontwikkeling van het menschdom; zij
hebben ze beschouwd als zuivere bronnen,
waaruit zij kennis en levenswijsheid beide
konden putten.
Ten slotte vestigt spr. nog op één puat de
aandacht nl. hierop, dat de meening, dat
althans sommige der bovengen, wer1 n in
één hs. zijn verecnigd geweest, méér is dan
eene gissing. Eon dor fragmenten beslaat
nl. uit twee aan elkander zittende strooken,
ieder van één kolom van twee verschillende
bladen eener zelfde quatern, en van twee
kolommen bevat de eonc een gedeelte uit het
laatst van den Rijmbijbel en de tweede eeni-
ge versregels uit het begin van Maerlanfc's
Naturen Bloeme. Wellicht is het dus een over
blijfsel van een verzamelhandschrift, zooala
er meer bekend zijn. "Van den omvang is
niets met zekerheid te zeggen.
Spreker gaat daarua over tot een bespro
king van de verschillende fragme: en, ee:_t
die van den Spiegel Ei foriael, deeb mee,
dab van het handschrift, waartoe deze bla
den behooren in een geheel ander hoekje
van West-Europa een ander blad is gevon
den en wol te Douay, door do Vries en Ver
wijs bij hunne uitgave van Maerlant'a tel
gebruikt, waarvan de uitgever, dc abt Car-
nel, in de Ann al es du comité Flamand de
France" eene facsimile heeft gegeven, dat
eene verrassende overeenkomst vertoont met
de Schwerinsche fragmenten.
Er zijn onder de andere in do Inleiding
van de Vries genoemde fragmenten, nog en
kele, waarvan de beschrijving, oppervlak
kig beschouwd, eveneens op de Schwerin
sche bladen past de Steenbergscho fragmen
ten aldaar onder O vermeld, waarvan spr.
meent dat ze tot een geheel ander hs. hebben
behoord.
Voor dit gedeelte bestaan nu vijf hss. a.
Het Amstcrdamschc tekst h«. in de boekerij
der Koninkl. Academie, b. heat Cheltennan-
sche of Thorpe hs., in de Koninklijke Bi
bliotheek to Brussel, c. het Cheltenhansche
hs. in de Universiteits bibliotheek te Leiden,
<L het Zutfenschc-Groningscho hs. in do
univorsifceita Bibliotheek te Zutfen en e. het
nu aan het licht gekomen Schwerinsche frag
ment, in tekst overlovering het dichtst staan
de bij dat van d. Spr. gaat nu over tot eene
breedvoerige bespre/king van verschillende
lezingen, waaronder zeer goede in het Schwe
rinsche fragment worden gevonden, doch
weinige, die van eldere niet bekend waren.
Op dezen langen weg kunnen we in een zoo
kort mogelijk relaas den goleerden spr. niet
volgen, hoe interessant voor taalgeleerden
zo ook zijn,, terwijl hij dit gedeelte eindigt
met eene opgave van al het materiaal, dat
onder hem berust, voor een vijfde deel dor
uitgave van De Vries en Verwijs, en dat wel
12 verschillende stukken, zullen wo maar
zeggen een rijke stof, die voorhanden is.
Op de fragmenten zooeven genoemd volgen
in belangrijkheid die uit der Nuturen Bloe
mevoor een deel reeds lang bekend, en door
do Vries gebruikt voor wien evenwel de
toezending dezer zelfde fragmenten alleien
over geschreven bekend eene aa_ genme ver
rassing zou zijn geweest Deze fragmenten
dragen volgons De Vries alle blijken van een
hooge oudheid en schijnen daarin de meeste
ander mnl. h»3. te ovetreffen, is dit
misschien volgens spr. wat overdreven, zij
behooren toch te worden geteld order do
hsa, die de tekstoverlevering het zuiverst
hebben bewaard. Zij staan het dichtst bij hot
Brusselschc hs. Spr. deelt daarna het be
langrijkste mee, dat wij aan de nog onbeken
de fragmenten te danken hebben, zooals er
twee uit Schwerin door Prins Hendrik zijn
toegezonden. Het eene bevat Nat. BI. I, 288
332 aan de vóór en II, 3781 aan de keer
zijde; het andere is een doo geknipt folio
blad, waarvan beide helften zijn bewaard;
hot bevat IV, 7591070. Is in het eerste geen
afwijkende lezing, die bijzondere aandacht
trekt,o ver het tweede treedt spr. meer in bij
zonderheden, voor taalgeleerden heerlijke ver
snaperingen, maar minder geschikt voor het
publiek.
De overige fragmenten werden ten slotte
door spr.. alle te zamen behandeld; het frag
ment uit den Rijmbijbel levert niets belang
rijks op. In Boendale's Teesteye heeft spr.
geen bijzonderheden gevonden, eene opzette
lijke vermelding waardig. De twee fragmen
ten uit de Dietsce Doetrinale bestaan het
eerste uit een zeer geschonden dubbelblad,
waartusschen in het andere iragment valt,
dus twee onmiddellijk op elkaar volgen "3
bladen van dezelfde quatern.
Over dit hs.waartoe de Schwerinscho
fragmenten behooren, waar 't tot critiek eoni
ge belangrijke aanleiding geeft, deelt spr.
vervolgens een en ander weer mee en ein
digt zijn geloerde bespreking met de mede-
deeling, aan dr. do Vooys verscnuldigd, dat
zich in de Stadsbibliotheek te Bremen een
perkamenten codex bevindt die op 43 folio's
met twee kolommen van 40 verzen per bk -
zijde ©en tot heden onbekende redac-.e van
do Dietsce Doetrinale bevindt, waarschijn
lijk 't meest verwant met hs., S. in_ortijd
eigendom can Serrure te Gent, v aarschijn-
lijk het oudste der tot heden bekende asa.
Naar aanleiding van het feit dat mevrouw
Schmidt, de soliste op het a. e. concert van
„Arlon", 1.1. Woensdag ln Den Haag op het
concert van „Cecilia" dezelfde nummers ge
speeld heeft, die zy voornemens is, a. 8. Maan
dag hier te spelen, laten wy hier volgen wat
een Haagsch dagblad, „De Nieuwe Courant",
over haar spel zegt.
„De soliele van den avond was mevr.Scbmidt,
violiste uit Brussel, die met een „Concert" van
Tartini, „Fantaisie Ruese" van Rimski Korsa-
kow en „air" van Bach op do y-snaar (als
toegift) groot succes behaalde.
„En geen wonder. Mevr. Schmidt boheerscht
haar instrument op benydenswaardlge manier,
spoelt zoo door en door muzikaal en zuiver
van sentiment. Wel is haar toon niet groot,
maar edel en zangryk. Haar voorname tech
nische eigenschappen kwamen ln Tartini's
Interessant „Concert" en in Korsakow's minder
Interessante „Fantaisie" voor den dag.
„Zooals gezegd, behaalde mevrouw Schmidt
een beslist succeswat nog waardo heeft als
men weet dat èn Tartini's èn Korsakow's
werk voor het publiek weinig bekoorlyka
hebben."
Voor de akte Boekhouden K £11 is
geslaagd de heer L. P. H. Philppeau, uit
Katwyk aan den Ryn.
H. M. de Koningin en de Prins-Gemaal
dedon gisteren een rit door het dorpje Apel
doorn in een open rytuig.
De muziekvereenlging „Harmonie" zou heden
middag by het vertrek der koninkiyke familie
naar den trein eenigo volksliederen spelen.
In Den Haag worden pogingen gedaan
tot het organiseeren eener Haagsche Orkest-
rereeniging, in den trant van de Amsleidam-
scho Orkestvereeniging, voornameiyk met het
doel om zoogenaamde volksconcerten te geven,
concerten tegen matigen toegangsprys toe-
gankeiyk. De heer Logcher ontwierp hot plan.'
De commissie uit het Nederlandsche
Landbouwcomité, belast met het antwoord
op de vraag: „Welke maatregelen er te nemen
zyn om de gebleken grove vervalschingen van
de meelsoorten tegen te gaan", meent ala
haar gevoelen te moeten kenbaar maken: Dat
hot wonscholUk blyft om geregeld op ongozette'
tyden vanwege de Regeering het iu Nederland
ingevoerde en gebruikt wordende msel ook
op qualiteit te onderzoeken en de resultaten
van dat onderzoek zoo mogeiyk openbaar ta
maken.
De heer F. C. J. v. d. Steen van
Ommeren, benoemd tot bouwkundige by de
gemeentewerken te 'a-Gravenhago, wordt ge
plaatst by de rloleeringsworken tor vervanging
van den ingenieur Stoffels, benoemd tot iDspeo-
teur van den arbeid.
Door de arrondissements reebtbank te
Roermond is, ter vervulling eener vacature
van rechter in dat college, opgemaakt de
navolgende alphabetlsche ïyet van aanbeveling:
mr. R. Ch. G. M. baron de Bieberstein Rogalla
Zawadsky, substituut-griffier by gemelde recht
bank; mr. E. M. Gompertz, kantonrechter te
Oirschot; mr. F. J. A. Vos do Wael, kanton
rechter te Weert.
De gewone audiëntie van den minister
van waterstaat op 17 December zal niet plaata
hebben.
De Groothertog van Saksen deed een
gift toekomen voor de „Vereeniging De Stuera
tot het verstrekken van kunstledematen aan
behoeltlge verminkten", te 'a-Gravenhage.
Donderdagavond vierde de vereeniging
Nederland en Oranje" te Berlijn, haar
I4den verjaardag. TegeLjlc gaf zij ceif af
scheidsfeest aan haren voorzitter prof. Du
Bois, die dezer dagen na twaalf jaar aan do
Berlijnsche universiteit werkzaam te zijn ge
weest, naar Nederland terugkeert.
Aan het feestmaal in het ,,Kaiserhof" ging
een concert vooraf, waaraan de volgende
jeugdige Nederlandsche kunstenaars mee
werkten: Mej. Annette Thieme en mej. Ma
rie van Beekum, voor zang; mej. Befcy w"-
era, voor piano; de heeren Gelsenkamp,viool
en J. W. A. Pameijer, piano.
Aan tafel bracht de gezant Van Tets eerst
een dronk uit op Koningin Wilhelmina. Hij
gaf daarin de algemecnc vreugde er over to
kennen, dat Zij hare gezondheid ten volle
herwonnen had. (Levendig gejuich.) Daarop
dronk de gezant op prins Hendrik, 'ons
genegenheid de Koningin gelukkig maakt
en die zijne gemalin groote liefde toedraagt
(Opnieuw gejuich).
De gezante'chapsraa'J Rooijaards dronk op
de Koningin-Moeder, en toen do ondervoor
zitter Cats in een luimigen toost op den ver-
trokkenden prof. Du Bois.
Deze antwoordde ook met vriendelijkem
humor. Hij vlocht in zijn rede eta hulde aan
zijn grooten landgenoot Van 't Hoff (die
afwezig was), die wel in Berlijn woont, maar
onze landgenoot blijft, gelijk ook Röntgen,
die althans van geboorte en opvoeding een
halve Hollander is.
Dank zij de feestcommissie, die uit Simonj,
Kampman cn Kocli bestond, liep de avond
prachtig af.
De secretaris A. N. Polak reikte prof. Du
Bois uit naam der vereeniging een diploma
als eerelid uit, door Van Tak T-akaner
keurig uitgevoerd.
Tot vroeg in den morgen hield vervolgens
dc dans de feestvierenden bijeen.
Op aansporing van prof. Van 't Hoff gaf
11)
Na Alison's voroordeeling tot zeven jaar
.tuchthuisstraf verdween Darvell, waarschyn-
lyk naar het buitenland. Toen hy weer te
'Londen kwam, zag men hem als vanouds op
de renbaan en in do clubs, en er werd ver
ondersteld, dat hy werkte voor een geldleener,
'die speculeerde op jongelui, die nu platzak
'waren, maar fortuin te wachten hadden,
i Vervolgens trouwde Jack en hy vestigde
tich. Zyn vrouw was een weduwe en haar
geschiedenis was als volgt:
In sportkringen verscheen een nieuw licht
ln den persoon van een ryk jongmensoh, George
•Mallandaine. Dit ventje was nauwelyks ontsnapt
©an zyn voogden, of hy kocht renpaarden,
wedde tot onzinnige bedragen, werd verliefd
op en trouwde met een aardige cafó-chantant-
zangeres, bekend als Molly Joyco.
Niemand kon iets ton nadoele van Molly
zeggen. Zij was een echte „bohémienne",
levendig en geestig, en trok spoedig de aan
dacht. Haar vader was in zyn goede dagen
heerenknecht geweest en later tafeldienaar,
wat hy ook moest laten varen, wegens do
rheumatiek; sedert leefde hy van liet kloino
salaris, dat zyn dochter vordiende als koristo
by een reizenden troep.
Molly ging later in een cafó-chantant on
had succes, zoodat ze voor haar vader, een
weduwnaar, een gezellig tehuis kon inrichten
'in Camden-Town. Ieder hield van Molly, en
als ze 's Zondags een landauer huurde, om met
den ouden Tom Joyce naar Richmond of
.Hampton-Court te .rijden, werdu er heelwat
hoeden afgenomen voor de „ster", die van
haar vader hield en zich er volstrekt niet
voor schaamde, dat hy een gowoon bediendo
was geweest.
Toon de jonge Mallandaine op haar verliefd
werd en haar tohuis wenschte op te zoeken,
gaf ze hem gauw te verstaan, dat ze op het
tooneel wel allerlei grapjes maakte, maar
buiten het theater een jongedame was, die
respect verlangde en verdiende; zoodra hy to
kennen gaf, dat hy met haar wou trouwen,
werd hy voorgesteld aan papa die met zyn
PÜniyk been op de sofa lag in de kleine ont
vangkamer, met een pyp in den mond on een
glas grog voor zich, dat zoo goed was voor
zyn kwaal en aanbevolen door „de faculteit",
naar hy beweerde.
De jongeling stoorde zich weinig aan papa,
maar werd steeds verliefder op de dochter,
en op een goeden Zaterdagavond, toen hy met
vader en dochter een eenvoudig souper ge
noot, door Molly eigenhandig bereid, deed hy
aanzoek en werd niet afgewezen.
Het liuweiyk had niet in stilte plaats. Het
volkje van Molly's gilde verscheen in grooten
gotale; papa Joyce droeg een enorme bloem
in zyn knoopsgat en oen ontzettende das. By
een plechtig dejeuner in Charing-Cross hotel,
voor het vertrek van de jongelui naar Parya,
was meneer Joyce in zyn volle kracht. Hy
hield een mooien speech, die zelfs een komiek
tot tranen toe bewoog, en hoewel hy zijn
schoonzoon „meneer" noemde en de hand gaf
aan twee der keliners, in wie iy oud-collega's
ontdekte, verklaarde iedereen, dat Tom Joyce
zich kranig had gehouden.
Molly verliet het tooneel, naar de jonge
echtgenoot verliet de renbaan en zyn vroegere
makkers niet. Het vrouwtje kreeg ruimschoots
gelegenheid om te ontdekk*^ dat niet alles
goud is, wat er blinkt, en dat haar echtge
noot in huiselyke zaken niet veel waard was.
Maar Molly was practisch, zy zorgde voor
zichzelvo, en toen baar man stierf, eon paar
jaar na hun huweiyk, had zy een aardig
duitje gespaard en mooie juweelen op den
koop toe.
Doch het testament was een leelyke ver
rassing. Er waren geen huweiyksvoorwaarden
gemaakt; do oude Tom Joyce had geen ver
stand van zulke dingen en Molly had er nooit
van gohoord. 't Bleek, dat Mallandaine geloefd
bad van zyn kapitaal en dat er voor do woduwe
niets overschoot dan de rente van 20,000 pond.
De notaris, die het testament had gemaakt,
had dit zoo geschikt, in haar eigen belang,
opdat zy het kapitaal niet kon opmaken.
Toen twee jaar later Molly doodeiyk ver
liefd werd op den knappen Jack Darvell, was
zy weer aan het tooneel en verdiende knap
geld; maar nu ze voor de tweede maal in
het liuweiyk trad, dacht zy er niet aan, „by
het vak" te blyven. Het jonggetrouwde paar
betrok dus een aardig huis, dat ze meubi
leerde van het gereede geld, dat onder hun
bereik was. Doch Molly's bescheiden rente
was in de vorste verte niet voldoende om op
eon goeden voet te leven, en Jack, die tot
dusver nooit iets had uitgevoerd, begreep, dat
hy zelf moest gaan „financieren", wildo hot
goed blyven gaan.
Hy pruttelde niet, omdat zyn vrouw haar
salaris liet glippen, on hy raakte zelfs niet
uit zyn humeur, toen hy ontdekte, dat Tom
Joyce, de ex-kellner, zyn huisgenoot zou zyn.
Mallandaine was soms zeer ruw geweest
en had den ouden man en Molly boos ge
maakt met spottende aanmerkingen op zyn
eigenaardige manieren en spreek wy ze, doch
Jack Darvoli nam het zoo nauw niet. Hy liet
den ouden heer zyn lango pyp rookon on
gaan staan waar hy wilde, onder voorwaarde,
dat hy in zyn oigon kamer bleef, als schoon
zoon „fijne lui" te dineeren had.
Joyce was echter, ondanks zyn rheumatiek,
zeer beweegiyk, en als er gasten waren, kon
hU niet laten, naar de keuken te gaan en
een oog in 't zoil te houden.
Molly vond het prettig, dat Jack zoo goed
voor haar vader was; ze wist niet te voel
van zyn verleden en gevoelde zich golukkig.
Ze wist, dat hy veel in de renbaan verkeerd
had en dikwyis „hard" geweest was. Doch
Molly vond, dat dit den beste wel kon over
komen; aan het tooneel was het voor de
meesten de normale toestand.
En nu was Jack Darvell begonnen te „finan
cieren". Hy had een paar van de oude vrienden
opgezocht, waaronder Bampson Gaygold, de
geldschieter. Met dezen braven man had hy
een plannetje bedacht, welks ontdekking later
een belangryko nieuwigheid in de annalen der
misdaad zou vormen. Zo hadden echter oen
helper noodig, een man, die een deftigon
indruk maakte en het deel van hot work kon
doon, dat zy geon van beiden aandurfden.
De ontmoeting met Stephen Aiison in don
restaurant had de moeilijkheid opgelost. Hy
was de man voor dat werk; by was arm,
pas uit de gevangenis, niet ln staat, een
fatsoenlyke broodwinning te krygen, en
buitendien gewond aan een royaal leven, dat
hy gaarne zou willon hervatten. Hy had dat
wisselzaakje dostyds handig opgeknapt; ailoon
door een onverwacht tooval was hy er in
geloopon. Wie had kunnen denken, dat de
jonge man, dien men op weg achtte aan
delirium te sterven, plotseling tot inkeer zou
komen en den moed hebben, de hulp der
justitie in te roepen?
Alison was do man, dien do bondgenooioi
noodig haddon voor den „coup", waarvoo
het plan gereed was.
Darvell had wol een brief gezonden naa.
het aangegeven adres, doch geen gold inge
sloten: als Alison geld had, mocht hy oona
in de verzoeking komen, ooiJjk te zynl
Darvell noodigde in don brief zyn ouden
vriend uit, dien morgen by hern te komen.
De morgen was echter by na voorby, on
Alison was niet komen opdagen. Jack word
ongeduldig. Hy stond op en beldo. In plaats
van den knecht kwam zyn schoonvader binnen.
„Pardon, meneer Darvell, maar Martin is
naar de tappory aan den overkant om een
schoono pyp voor my te halen; daarom kom
ik zelf maar even. Wat was er* van uw
dienst?"
Darvell had veel lust om boos to worden,
doch hy bedwong zich. 't Was een aardjg
Idee vau zyn schoonvader, den knecht, die
natuurlyk „babbelde", naar een kroeg te
sturen om eon lange pyp; hy was echter aan
de eigenaardigheden van schoonpapa gewend
en hechtto vorder geen gewicht aan het
incident.
/tSpyt mo, dat ik u moeite veroorzaak,
meneer Joyce," antwoordddo hy; „ik wou
graag, dat Molly oven bier kwam."
„Best, meneerl Ik denk, dat ze in het sal o®
is; ik zal het haar evon gaan zeggen."
Joyco slofte de kamer uit; hy droog altyd
pantoffels, dio hem eenige nummers to groot
waren.
Weldra kwam mevrouw Darvoli, een refrein
zingend, waarmee zy vroeger stormenderhand
de harten van hot publiok veroverd had.
(Wordt vervolg ij