N°. 12825
Vrijdag 13 December.
A0. 1901.
n f mo-
<§eze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
feuilleton.
De Tweelingbroeders.
D
LÏÏDSCH
PRIJS DEZER COURANT t
por 8 maanden
<i Voor Leiden
<7 Buiten Loiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.80
^Franco per post
1.66-
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incassoeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 13 December.
De .Alliance franqalse" Is dit jaar bijzon
der gelukkig in de keuze barer sprekersvóór
esnlge weken dankten w(j haar de onder
houdende voordracht van den heer Bresson,
•n gisteravond heeft zfj haar leden in kennis
gebraoht met een conférencier, die zoowel door
d» keuze en de behandeling van zijn onder
werp als door de voortreffelijkheid van zijn
voordracht alle hulde verdient.
ProL Wilmotte, hoogleeraar te Luik ln de
lomaansche philologie, waa bU de vakmannen
zeeds lang ln groot aanzien, o. a. door z(|n
etudiSn over het Waaleche dialect en over het
eud Fransche theater; gisteravond hebben wij
hem leeren kennen als een talentvol .causeur."
HU bezit in hooge mate de kalmte, de ge
makkelijkheid, den woordenrykdom, die men
missohien door oefening zich voor een deel
kan aanwennen, maar die toch In de oerste
plaats een gave zUn.
„Racine et see critiques." Niet de geschie-
'deuta van het leven van een dichter, niet zUn
werken zelfs zijn voldoende hem in zijn geheel
te doen kennen; het ie noodig na te gaan
l'hoo zijn tUdgenooten en het nageslacht over
hem hebben geoordeeld, welken indruk hy op
de groote mannen, die na hem zjjn gekomen,
heeft gemaakt. De heer Wilmotte nu heeft
ons geleerd hoe LodewUk XIV en zUn hof,
hoe de journalisten van dien tyd over Racine
dachten; maar vooral, hu heeft ons zeer merk
waardige mededeellngen gedaan over de wfize,
waarop groote critici uit lateren tUd, Ste Beuve,
Taine, Sarcey, hem beschouwd hebbenaardig
Iwas het te hooren hoe Ste-Beuve en Sarcey,
in de verschillende perioden van hun leven
hun oordeel over Racine steeds gewUzigd
hebben. De conclusie van den heer W. was,
dat Racine aanhangers heeft gevonden in de
realistische school, tegenstanders onder de
idealisten: en dit lukt paradoxaal, als men
alleen let op de fijnheid en hoofschheid van
iRacine; maar toch is het begrppoUJk, want
(men kent het beroemde gezegde) Racine heeft
;.de menschen geschilderd zooals zy zijn,"
Misschien hadden wU liever iets meer over
|de latere critiek. gehoord, hot ook ton koste
ivan de critiek. der tydgenooten. Maar dat ia
dan ook de eenige aanmerking, die men zou
kunnen maken.
Zondag a. e., 15 Dec., zal het 25 jaar
geleden zyn, dat de heer G. B. Engeltjes,
eerste onderwijzer aan de openbare school
!4de kl. No. 1 alhier, zyn betrekking als onder
wijzer aan genoemde school aanvaardde.
In den loopenden cursus worden door
een tweetal hoogleeraren der medische facul
teit te Leiden colleges gegeven voor niet medicl,
(waarvan vooral door juristen gebruik gemaakt
wordt, Prof. dr. Zaayer heeft zich bereid ver
klaard de medicina forensis te doceeren, terwijl
prof. dr. Jelgersma bereid bevonden is, nu
door het Congres voor Crimineels Anthropo
logie te Amsterdam by velen belangstelling
voor deze jonge wetenschap is gewekt, over
dit vak een uur per week college te geven.
Daar deze hoogleeraar op het gesticht
pEndegoest" gelegenheid heeft het behandelde
op krankzinnigen te demonstreeren, mag ver
wacht worden, dat velen de gelegenheid zullen
aangrepen om over dit grensgebied der atraf-
rechtwetenschap iets te vernemen.
Morgen, Zaterdagavond, zal met den trein
van 11 uur 6 min. aan het Staatsspoorstation
te 's-Gravenhage aankomen de Vorst van
Waldeck, die een paar dagen de gast zal zyn
van H. M. de Koningin-Moeder.
De Fransche gezant by ons Hof wordt
in het laatst der volgende week van verlof ln
Den Haag terugverwacht.
Te 's-Gravenhage worden weldra ver
wacht een nieuwe Ohineesche gezant en een
nieuwe minister-resident van PerziÖ.
Beroepen ia by de Ned.-Herv. Gem. te
Kage c. a. de heer G. H. Beekenkamp, cand.
Thans is de overdracht van het rectoraat
aan de Theologische School to Kampen door
prof. Noortzy aan prof. Wielenga bepaald op
20 December 'a avonds 7 uren.
Het instructieschip „Nautilus", onder
bevel van den kapitein-luitenant tor zee P.
Scholten, is 11 dezer te Las Palmas aange
komen. (Sfs.-Cü.)
Te Domburg ls overleden de gepeDsion-
neerde officier van gez. lste klasse der marine
J. J. Dekkers.
De late luit. H. C. 0. Clockener Brousson,
van het 6do reg. inf., is voor den militairen
dienst licaameiyk ongeschikt bevonden en zal,
in verband daarmede, den dienst binnenkort
met pensioen verlaten.
De adelborsten van het Kon. Instituut
voor de marine krygen by hun uitrusting een
manteltje (z.g. cape).
Naar de „N. R. Ot." meldt, zal mr. H.
Louis Iaraëls binnenkort ophouden redacteur-
correspondent van het „Handelsblad" te Parys
te zyn en zal hy zich te Amsterdam als
advocaat vestigen, doch biyven medewerken
aan de genoemde courant.
De minister van buitenlandsche zaken
brengt in de „Sts.-Ct." ter kennis van be
langhebbenden, dat mr. T. J. J. van Uye
Pieterse, consul der Nederlanden te Konstan-
tinopel, aan 'e Ministers Departement te spreken
zal zyn op Woensdag 18 December e. kdes
voormiddags van 11 12 en des namiddags
van half 2 tot 3 uren.
Het stoomschip „Gouverneur" (uitreis)
arriveerde 11 Deo. te Mombassa; de „Herzog"
(uitreis) arriveerde 11 Deo. te Durban; de
„Kanzier" (uitreis) arriveerde 11 Deo. te
Durban; de „Kronprlnz" (thuisreis) vertrok
11 Dec. van Zanzibar; do „Kuriürst" (uitreis)
vertrok 11 Dec. van Suez; de „Lawoe," van
Rotterdam naar Java, vertrok 12 Dec. van
Marseille; do „Teucer," van Java naar Amster
dam, passeerde 11 Doe. Gibraltar; de „Titan"
arriveerde 11 Dec. van Amsterdam en Liver
pool te Batavia; de „Statendam" vertrok 12
Doc. van Rotterdam naar Nleuw-York.
Aarlanderveen (Dorp). Voor ondorwyzeres
aan de op. lagere school alhier is, na verge-
lykend onderzoek, het volgende drietal opge
maakt: Mej. A. W. P. Woerlee, te Gouda,
A. Quist, te Tholen, en R. W. Staal, te
Hoogeveen.
Haarlemmermeer. Vergadering van den
gemeenteraad op Donderdag 19 December a. s.,
des voormiddags te halfelf, ten Raadhuize. Te
behandelen onderwerpen: lo. Beëediglng van
den heer H. Apfeld als Raadslid. 2o. Inge
komen stukken en mededeelingen. 3. Bestek
voor het aansteken der lantaarns. 4. Idem
voor het onderhoud der dorpswegen. 5o.
Idem voor het onderhoudswerk aan de scho
len. 6o. Idem voor hot Raadhuis. 7o.
Voorstel tot het vragen van vrystelling van
de verplichting tot het geven van onderwys
in vak j (vrye- en orde-oefeningen). 8 Ont
werp besluit tot gemeenschappelyke regeling
van het schoolgaan van kinderen uit deze
gemeente op de school te Lelmulden. 9o.
Voorstel tot het doen v«,n betaling uit de
onvoorzione uitgaven. lOo. Verkoop van
dorpsgrond aan N. J. Dol. llo. Benoeming
van het burgeriyk armbestuur. Aanbevolen
worden: voor wyk' 9 de heeren C. Bos en
en J. Reynders; voor wyk 10 de heeren B.
0. Sliggers on K. Kistemaker; voor wyk 12
de heeren B. Verhulp en D. Molenaar; voor
wyk 14 de heeren J. Splinter en R. Bronk-
horst; voor wyk 18 de heeren J. Rombout
en A. D. Stokman; voor wyk 19 de heeren
J. Kooy en A. de Zeeuw. 12o. Voorstel tot
het verleenen van pensioen aan de weduwe
van den heer J. Eggink. 13o. Idem aan
den veldwachter T. Tit. 14o. Penslonneeren
van gemeente-ambtenaren. 15o. Plaatsgebrek
op de scholen No. 1 en 10. 16o. Idem op
school No. 5. 17o. Suppletoir kohier van
hondenbelasting. 18o. Idem van Hoofdeiyken
Omslag.
Katwijk. Dinsdagavond trad de heer A. J.
Hoogenbirk, van Amsterdam, op in „De Zaal"
te Katwyk-aan-Zee met een lezing over „Raad
selen en Geloof". Do opkomst was niet héél
groot, ongetwyfeld een gevolg van het minder
gunstige weer, doch dat verhinderde niet, dat
zy, die den heer Hoogenbirk hoorden, hebben
genoten.
De heer Hoogenbirk weet zyn hoorders te
boeien en laat ze niet met ledige hoofden en
koude harten huiswaarts gaan, zooals zooveel
andere sprekers in onze dagen.
Spreker wees or op, dat het raaatschappeiyk
leven een aaneenschakeling ls van raadselen,
dat tal van wyzen en edelen zo hebben ge
poogd op te lossen, maar dat de een na den
ander het antwoord moost schuldig biyven.
Waarom? Omdat men den sleutel niet heeft;
die sleutel ls God, de Schepper en Bestuurder
van hemel en aarde. Het grootste raadsel ls
echter: hoe wordt de mensch gelukkig? Dit
kan alleen worden opgelost aan de hand van
Gods Woord. Evenzoo ls het met geloof. Er
ls goen mensch of hy bezit geloof, omdat het
is een weten, dat weder vertrouwen wekt. Men
heeft geloof (krediet) voor iets of iemand,
omdat men weet, dat het bestaat of vertrouw
baar is. Als wy van geloof spreken, dan be
doelen we echter nog iets anders, nl. geloof
in God. Dat ook hierin een weten, een ver
trouwen voorafgaat, is zoo juist gezegd door
Paulus„Dio tot God komt moet gelooren
dat Hy is en een belooner is dergenen, die
Hem zoeken." Hoe komt het nu, zoo ging
sprekor voort, dat men in gewone dingen
zoo spoedig geloof d. i. vertrouwen, heeft,
terwyi men aan Gods bestaan of aan Zyne
beloften zoo vaak twyfelt? Omdat men er
de proef niet van heeft genomen, en omdat
men het ook niet wil doen.
De schoone lezing of liover improvisatie
hier in haar geheel weer te geven zou ondoen-
iyk zyn en te veel plaats rooven; wo willen
dus volstaan met nog mede te deelen, dat de
Chr. Jongeling8voreeniging, op wior Initiatief
de hoer Hoogenbirk optrad, velen een paar
genoegiyke en niet minder leerzamo uren
bezorgde.
NoordwJJk. (Niet van onzen gowonon cor
respondent.) Op den avond van Woensdag
18 December hoopt de gemengde zangver-
•eniging „Noordwyks Zangkoor" (directeur de
heer Joh. Oostelaar) haar tweede uitvoering
te geven ln de zaal van „Het Hof van Holland",
alhier.
Voor deze uitvoering is weder ernstig ge
studeerd, zoodat de vereeniging met een geheel
nieuw programma voor den dag kan komen.
Bovendien is er gezorgd voor aangename af
wisseling in de uitvoering, daar toch de dames
M. van Nes en M. G. Oostelaar (piano) haar
medewerking hebben toegezegd evenals de
directeur, die op zal treden ln een concert
stuk voor fluit.
Daar de zeer gunstige indruk van de eerste
uitvoering nog vorsch ln ons geheugen ligt,
durven wy van de veronderstelling uitgaan,
dat Noordwyks ingezetenen weder een genot
volle avond te wachten staat.
Nader vernemen wy, dat de generale repe
titie op Dinsdag 17 Dec. tegen zeer matige
entree (ook voor niet kelen) toegankeiyk wordt
gesteld.
Wy wenschen dus van harte Noordwyks
Zangkoor veel succes ln zyn onderneming en
volle zalen toe.
Zegwaard-Zoetermeer. De gewone schouw
over alle schoorsteenen, ovens, fornuizen,
stookplaatsen, enz. zal worden gehouden to
Zoetermeer op Donderdag 19 dezer en te
Zegwaard op Woensdag 18, Donderdag 19 en
Dinsdag 24 December a. s.
De gewone inschryving voor de nationale
militie van de jongelingen in 1883 geboren,
zal voor dezen gemeente plaats hebben op
Woensdag 15 Januari a. s. te Zoetermeer des
morgons te 10 uren en te Zegwaard des
namiddags te 4 uren.
Na een rustige rust van bykans een
jaar zyn de beide commissies tot wering van
schoolverzuim ln deze gemeenten wakker
geschud. Eindeiyk heeft do schoolopziener
teoken van leven gegeven en wel door een
heole bezending oproepingen om voor de com
missie te verschynen. Een dertigtal ouders
of verzorgers zyn opgeroepen om op hun plicht
te worden gewezen.
Uit de „Staatscourant."
Koninkl. besluiten. In den Nederland-
sohen adel verheven met de predicaten vun jonk
heer en jonkvrouw George Heuricus van Suchtolon,
te Haarlem, met al ziju wettigo zoo mannelijke
als vrouwelijke afstammelingen.
Benoemd bij het 6de regiment infanterie, tot
luitenant-kolonel, de majoor A. G. van Tricht, van
het korps.
Belast met het bevel over een door den minister
van oorlog aan te wgsen bataljon, by het 2de
regiment, de kapitein jhr. L. O vun den Brandeler,
van het regiment grenadiers en jagers.
Eervol ontslag verleend, met ingang van 1
Januari, op zijn verzoek, aan den majoor der genie
A. J. Doorwan, adjudant van den minister van
oorlog; levens ia de heer A. J. Doorman beuoomd
tot referendaris bg het Departement van Oorlog,
en aangewezen als hoofd van de lUdo afdeelmg
van het Departement van Oorlog.
Benoemd: met ingang van 16 December tot com
mies der postergen en teiegraphie van de 4de klasse
H. J. van do Kleinomulder, thans surnumerair;
tot predikant by do Protesten tsohe Gemeente in
Nederlandsch-Indiü, de heer E. T. K. Steller,
predikant bg do Hervormde Gemeente te Hoek.
Gesteld: ter beechikking van den Gouverneur-
Generaal van Ned.-lndtë in het belang eener
spoodige invoering van de Indisobe Mijnwet mr.
A. Loudon, waarnomend referendaris aan het
Departement van Koloniën.
Eervol ontslag verleendwegens ziekte, met
ingang van 1 Januari, aan de vrouwelijke commies
der teiegraphie van de 8de kl. F. Gauw; op ver
zoek aan J. de Lange, als notaris te Beverwijk.
Audiënties. De gewone audiënties van den
minister van binnenlandsche zaken op 14 dezer,
en van den minister van waterstaat op 17 dezer
zullen niet plaats hebben.
De „Sts.-Ct." bevat het verslag van het ver
handelde in de aohtste zitting van het „Institut
International de Statistique", gehouden te Buda-
Peath, van 28 September tot 5 October, uit
gebracht door de heeren A. Kerdgk en C. A.
Verrgn Stuart,
De electrische Booglamp als Telephoon.
In oen der bovenzalen van de studenten
sociëteit Minerva" hield bot departement
Leiden der Noderlandsche My. tot bev. van
Nijverheid een vergadering, waarin dr. L.
Bleekrode, uit Den Haag, over bovengenoeiu^
onderwerp, opgehelderd met proeven en liebtr
beelden, een voordracht hield.
De vergadering werd geopend door de'
voorzitter, den heer W. F. Verhey van Wyk^
die begon met het bestuur en de leden der
sociëteit Minerva" harteiyk dank te zegge/
voor de bereidwilligheid waarmede zy huff
zaal voor deze lezing toegankeiyk hadden
gesteld, en waardoor in Leiden deze voor
dracht ook mogeiyk was geworden.
Vervolgens gaf hy het woord aan den heer
Bleekrode.
Spr. begon met te wijzen op het opzien
barende van gezegde vinding, welke voor
bet oogenblik nog wel niet voor toepassing'
vatbaar is, doch wellicht nog e- .i schoono'
toekomst heeft.
Men wist reeds lang dat gassen, tot ccn
hooge temperatuur gebracht, geluid kunnor
voortbrengen, zooals de z.g. zingende vla?
men bewijzen, xieeds in 1777 werden door W.
Higgins op dit gebied proeven geleverd
Waar destijds echter het steenkooVkas nc^
niet bekend was, moet liij daarvoor een ander,
soort gas gebruikt hebben.
Door verschiUende proeve.: verduide
lijkte 6pr. het verschijnsel, zooals door het
schuiven van een glazen buis over een zeer
kleine gasvlam, waarbij hij er on wee 6, dat
men door het bezigen van buizem van vor-(
schillende afmeting ook verschillende tonen
verkrijgt. Interessant was ook do proet, door
sprekers vroegoren leermeester prof. Rijko
het eerst vertoond: geluiden te verkrijgen
als men een luchtstroom laat gaan door een
glazen buis, waarin een gaas zich bevindt,
nadat dit gaas vooraf gloeiend gesmaakt ia.
Langs dezen weg nu krijgt men wel fconc^
on door het kiezen van verschil' ïdc buizej|\
ook gamma's, maar toch geen wedergeve van
het gesproken woord.
Wel echter bij electrisch licht. Dat vrd
ook weder, zooals men dat noemt bij toeval
ontdekt, doch spreker wees er op dat als
heeft men zulke ontdekkingen aan liet toeval,
te danken zij toch gewoonlijk geschieden
door mannen die er niet b,j stilzittan, maar
zich met hart en ziel aan de studie wijden.
Het is, ongeveer twee jaren geleden dat
het verschijnsel wr.argenomen erd en wei
door prof. Simon te Göttingen. Hij cchreef
er ieta over in een wetenschappelijk tijd-1
schrift, doch aanvankelijk, werd er geen'
aandacht aan gewijd, tot in het begin vail i
dit jaar deze zaak de bijzondere aandacht
trok van een Engelschman, die er ooa dc op-
merkzaamheid van anderen op vestigde.
Toon in 1813 door Davy de eloctrischb
booglamp was uitgevonden, bemerkte raeiï
al spoedig, dat do boogvlam soms knetterde
en knarste. Men schreef dit aanvankelijk 1
toe aan de mindere deugdzaamheid deir ^ooL
spitsen, doch later bleek, dat do oorzaak or
van gezocht moest worden in de inwerking
van inductie-stroomen. Aantooncaide, door
proeven, hoe de inductie werkt, wees spr*
er tevens op dat dit ook heo beginsel i« waar
op het tolcgrapheeren zonder draad berust.
Prof. Simon kwam tot zijn ontdekking
doordat toevallig oen draad liep oicht langs
do draden der booglamp en bij nader onder* j
zoek kwam hij tot do slotsom dat de olectri-
scho booglamp niet alleen geluid (geeft, maat
ook tonen kan opnemen en teruggeven,
lijk een telephoon.
Door proeven toonde epr. aan dat do boog
lamp zelf goen toon voortbrengt; eerst als
Lobelia was zeer getroffen geweest door
de verechyning van hun bovenbuur, toen ze
hem op een avond gerokt had zien uitgaan.
Het groote, gladgestreken overhemd en de
(witte das hadden een sterken Indruk op haar
gemaakt; dlo kenmerken herinnerden dadeiyk
aan do lords Algernon en lords Aubrey, die
^paradeerden op den gelllustreorden omslag
der afleveringen van„Verhalen voor jonge
meisjes."
Het oenige minder romantische aan den
moneer van boven was zyn leeftyd. In alle
Romans, die bereid worden naar den smaak
van het groote boekenverslindend publiek, is
de held nooit ouder dan twee-, of hoogstens
drie en twintig jaar, en men weet al in het
eerste hoofdstuk op wie hy verliefd is (zy is
'nooit boven de achttien). Bovon den leoftyd
van drie en twintig jaar zyn de mannelijke
romanfiguren, die verschynen in avondkteeding,
gemeenlyk afgewezen minnaars van de heldin,
Uit woede en spyt schurken geworden.
Lobelia bleef voor de deur van hun huurder
staan, om even het haar glad te stryken en
[met haar boezelaar over het gezicht te wreven.
Toen klopte zy zacht. Er kwam geen antwoord,
sn denkende, dat meneer was uitgegaan, zondor
dat ze het bemerkt had, opende zy de'den».
De bewoner der kamer zat aan het venster
sen brief te lezen. Hy keek op, toen Lobelia
binnenkwam, en zy merkte op, dat tranen
wngs zyn wangen vloeiden.
Lobelia had nog nooit een volwassen man
*ten weenen; zy werd er naar van.
„O, neem my niet kwaiyk, meneerl" sta
melde zy, „maar u moet de complimenten
hebben van tanto, of u haar de huur wou
geven; want oom heeft een paard gekocht
en moet dat vandaag betalen."
Dat paard was een verzinsel van de fijn
voelende Lobelia. Zy wist, dat by den aan
koop van een paard alle spaarduitjes der
Chipchases byeengescharreld moesten worden,
en zy meende, dat dit excuus alle idee van
verdenking jegens den huurder zou weg
nemen.
Stephen Alison stak de hand in zyn binnen
zak, haalde er een gouden sovereign uit en
overhandigde dat geldstuk aan Lobelia.
„Zog aan uw tante, dat het my erg spyt
ik was gisteren van plan, te betalen, maar
ik moest de stad uit en kwam eerst na
middernacht thuis."
Het meisje nam bet geld aan en vloog de
trap afze nam twoe treden te geiyk. Zy vond
het „lekker", dat haar tante zoo ln het ongelyk
werd gesteld.
Ze smeet het goudstuk op tafel met zege
vierend gebaar.
„Daar sta je nu, tante 1" riep ze. „Hy
betaalde, zoodra ik maar gekikt had; hy
haalde de goudstukken uit zyn zak of 't
koperen stuivers waren, een handvol."
„Een handvol goud!" herhaalde juffrouw
Ohipchase, die wel een beetje het land had,
dat haar vermoedens omtrent den huurder
zoo werden gelogenstraft door de feiten. „En
waar zou hy dat vandaan gehaald hebben?
Ik denk, dat hy gisteren niet veel goeds
heeft uitgevoerd; daarom is hy ook in het
holle van den Dacht thuisgekomen."
„Nu, 't was misschien niet bepaald een
handvol", zei Lobelia, wier poging om den
huisgenoot in do hoogde te steken hem juist
verlaagd had in de oogen harer tante; „het
waren een stuk of drie sovereigns."
„Dat komt er niet op aan. Daar is iets
niet ln den haak met dien knaap; dat geloof
ik zeker. Hy is een dief of een roover. Hy zal
ons huis ln een kwaden reuk brengen, en op
een goeden nacht worden we nog allemaal
in ons bod vermoord. Als hy er niet zoo
fateoeniyk had uitgezien, toen hy kwam, en
gesproken als een meneer, en oen week vooruit
betaald, zou hy nooit over myn drompel
gekomen zyn."
„O, tante, wat bent u hard voor heml U
zei, dat hy niet fatsoeniyk was, omdat hy
zyn huur niet betaalde, en nu zegt u, dathy
een dief is, omdat hy het wel deed."
„Houd je mondt" riep juffrouw Ohipchaso,
opvliegend. „Een nest van een meid ais jy
heeft my niet te vertellen, hoe ik te handelen
heb tegenover een huurder in myn eigen huis.
Je bent veel te rap mot je tong, en het
scheelt een beetje, of...."
Wat haar tante wilde doen, vernam Lobelia
niot; want op dat oogenblik werd er aan de
voordeur geklopt, en toen Lobelia opende,
stond zy voor oen dik heerschap, met een
rood gezicht, die vroeg, of eon zekere Alison
hier woonde.
„Ja", zei Lobelia, „op de bovenkamer."
„Zool" zei de dikke mao, „Is hy thuis?"
„Ja, meneer; hy is in zyn kamer".
„Mooi. Wys my den weg dan maar eens".
Lobelia, haar tante toeroepende, dat er
iemand was voor meneer Alison, ging vlug
de trap op en de heer volgde meer op zyn
gemak.
Stephen Alison had den brief, die tranen in
vyn oogen bracht, gelezen en herlezen, en nog
hield hy hem in de hand,
't Was de laatste, dien hy had ontvangen
van May, een brief, dien zyn vrouw hem had
gezonden toen hy zyn vonnis afwachtte. Aan
May had men verteld, dat haar vader ziek
was, en zy had hem een lief, kinderlyk briefje
geschreven, vol harteiyke liefdesbetuigingen.
Er stond in, hoe zy papa miste en God
smeekte, hem beter te maken en terug te
brengen by haar en mama.
En nu had hy kleine May weergezien; hy
had gezien, dat zy niet langor een lief kind
was, maar een mooi meisje, byna een vrouw.
Hy had haar gezien, doch niet gewaagd haar
toe to spreken. Hy had er naar gesmacht,
haar in zyn armen te sluiten en te roepen:
„May, myn lieveling I" Maar hy had niet dur
ven te voorschyn komen van achter het groepje
boomen, dat hem voor haar verborg.
Hy had haar op den weg zien aankomen
met een knappen, jongen man; die had haar
de hand gegeven ten afscheid en haar „juf
frouw Alison" genoemd. Eerst had 8tephen
ieta gevoeld, dat op jaloerschheid leek; hy
had zich reeds voorgesteld, hoe in baar hart
de liefde voor een man was ontwaakt, on dat
deze haar aanbidder was. Maar het afscheid
was zeer vormelyk geweest, en uit de woor
den, die ze wisselden, bleek hem, dat zyn
dochter on die man enkel kennissen waren.
Hy had den geheelen dag op den uitkyk
gestaan om zyn vrouw te zien te krijgen.
Eens meende hy, dat hy haar aan een venster
ontdekte, maar zekor was hy daarvan niet.
Toen kapitein Halford uit do boerenkar
geholpen werd, had Alison zich in bot bosch
teruggetrokken, uit vrees, dat zyn zwager
hem zou herkennen; hy vergat, dat het
afscheren van zyn baard hem geheel ver
anderd had.
Op een oogenblik dacht hy er aan, stout-
weg op het huls af te gaan en te vragen
om zyn dierbaren. Maar hy herinnerde zich
de belofte, welke hy had gedaan; hy herin
nerde zich, dat men zyn dochter had gezegd,
dat haar vader dood was
Hy ging heen, toen het donker werd, naar
het station, en aanvaardde de terugreis naar
Londen, 's Nachts sliep hy byna niet; hy
was vroeg opgestaan en had uit het pakje,
dat hem teruggegeven was by zyn ontslag
uit de gevangenis, den brief gezocht, welken
zyn vrouw hom gezonden en waarby zy het
briefje van zyn kind ingesloten had.
Eindeiyk ontrukte hy zich met inspanning
aan zyn droef gepeins, kuste den brief, vouwde
dien op en borg hem weg.
„Ik heb hciatr gezien, goddank!" zol by,
,en nu moot ik tevreden heengaan. Ik ga
Darvell vandaag opzoeken. Er zal wel oen
brief van hem z(Jn by Kelly; hy zal my geld
geven om naar Amerika te gaan, en daar,
waar niemand my kent, kan Ik van v.oren af
aan beginnen."
Op dit oogenitik noodde hy voetstappen
op het portaal; cie deur werd geopend en de
dikke man stapte binnen.
„Goeden morgen," sprak hy op zacbten
toon; „*t spyt my, dat ik u storen moet,
meneer Alison. Ik ben sergeant Verity, be
ambte van Scotland Yard."
Wordt vervolgd,)