P K 1 de hypermetropische of emmetropische oogen, door het leeren, worden herschapen in myopische, daarop luidt het antwoord ver schillend; om dat aan te tooncn behoef ik u slechte te wijzen op de geschriften van prof. dr. Hoor. Deze uitstekende ophthalmoloog heeft reeds jaren geleden het bestaan der zoogenaam de schoolbijziendhcid ontkend. Hoor heeft als militair arte gedurende vele jaren de ooger onderzocht der militieplichtigen en is daarbij tot de conclusie gekomen, dat het ge tal bijzienden ondar de analphabeten nage noeg evengroot is als onder hen, die lezen en schrijven hebben geleerd. Hij kreeg daar door de overtuiging, dat bij het ontstaan van myopie de erfelijko voorbeschiktheid niet alleen de hooidrol vervult.maar zelfs de uitsluitende motor is. Dr. Bijlsma gaat dan na wat de ervaring in het buitenland en hier te lande op dit ge bied reeds heeft geleerd en komt tot de slot som Een positief antwoord op de vraag „Bchool myopie of Erfelijkheid?" kan dunkt mij nog niet worden gegeven. Maar ieder, die onbe vooroordeeld inzage neemt van de gemeen schappelijke resultaten en zich niet biind gaat turen op eigen conclusie, moet tot de overtuiging komen, dat de beide volgende ge volgtrekkingen juist zijn, De eerste is, dat bij do scholieren het pro cent-getal myopen en de graad der myopie sfijgl naarmate de klas (of 't leerjaar), die men onderzocht, hooger is: de uitzonderin gen, hierop voorkomende, kunnen dezen al- gemeenen regel niet omverwerpen; de twee de is, dab de hereditaire dispositie hierbij een zeer groote rol zoo niet de hoofdrol speelt; de omvang daarvan is achter nog niet te bepalen, omdat in die richting nog' niet genoeg en vooral niet grondig genoeg is onderzocht. Wij hebben dan ook vóór alles behoefte aan een uitvoerige statistiek, waurbij de refrac tie der ouders tevens is vermeld. Dit lijkt misschien heel moeilijk uitvoerbaar, maar het is in waarheid niet zoo, als er maar eerst schoolartsen zijn aangesteld, die 'n dit vraag stuk belang stellen en er wat tijd en moeite aan kunnen geven. Op een zaak moot nog gewezen. Gesteld eens, dat de hereditaire dispositie de hoofd motor is, dan doet dit niets af aan de waar- do der reeds verkregen gegevens. Het ligt voor de hand, dat van de erfelijk belasten ieder jaar een grootor contingent myoop zal worden dat dus de hoogste klas ah rege- er veel meer zal tellen dan de laatste maar al die talrijke kleine zijsprongen zooals anderen en ook ik die vonden zijn er vermoedelijk door te verklaren en dat weil ongedwongen cn welsprekend, terwijl men, „als da school de hoofdbron vormt," daarvoor allicht tot allerlei spitsvondigheden zijn toevlucht moet nemen. Waarom bijv. vond Yan der Meer in de laagste klasse van het gymnasium te Am sterdam slechts 10.71 myopen en in de laagste van de Hoogere Burgerschool aldaar tegenover 19,91 Nu kan men wel beweren, dat de harde werkers zij, die 't meest hun oogen gebrui ken de wiskundige koppen, de aanstaande philosofen en artsen naar de Hoogere Bur gerschool gaan en de meer gemakzuchtigen, do medicinae doctoren, theologen en juristen in Arasterdam naar het gymnasium; of wel dat het toelatingsexamen tot de H. B. S. moeilijker is dan dat tot het gymnasium; of dat misschien de leerlingen van het laatste op goed ingerichte scholen lager onderwijs genoten, terwijl de eersten meorendeels pe cuniae causa zich met minder hygiënische te vreden moesten stellen i om dezelfde rede nen in huis onder min gunstige omstandig heden verkeerden maar zio, dat zijn alle veronderstellingen, die we niet kunnen con troleeren; denken we ochter, dat de heredi taire voorbeschikiheid in het spel ia, dan hebben we ook het controlemiddel in de hand. Dat overigens de inrichting der school tr geen invloed op zou hebben, zooals zon derling genoeg ook een enkele maal ie ge zegd, dat is toch waarlijk ondenkbaar, daar gelaten do vele statistieken, die het tegendeel bewijzen. Welke oogarts zal durven beweTen, dat het voor iemand, met erfelijke voorbo- schiktheid voor myopie belast, onverschil lig is hoeveel en onder welke verlichting en waartoe hij zijn eoren gebruikt, dat lang durige en groote inspanning hem geen kwaad zou doen? Vindt men soms op slechte scho len wel eens minder bijzienden dan op een goede, dan zal er dunkt mij allereerst reden zijn om te vragen of op die goede 6chool de leerlingen niet in hoofdzaak worden geleverd door de betere standen, waarin de erfelijke myopie zoo bijzonder voel voorkomt; dan vooral is het dringend noodig ook eens do refractie der ouders te bepalen en beginne men niet met de school-hygiëne als een over bodige weelde over boord te werpen. Zc gaat zoowel heb ontstaan bij hereditaire disposi tie tegen, als de verergering van een eens bestaande myopie -n ze blijft dus, in ieder geval, óók met het oog op het enorm aantal bijzienden, Aan het allergrootst belang. Bultenlaudüche Zaken, In zijn antwoord op het Yoorloopig Yerslag der Tweede Kamer, zegt do minister van buitenlandsche zaken geen vrijheid te hebben kunnen vinden reeds aanstonds na zijn op treden te beslissen in hoever omtrent aan gelegenheden, die lib zelf niet behandeld had, modedeeling van gewisselde stukken kan ge daan worden, zooals in een Oranjeboek ge bruikelijk is. De zaak hoeft echter z\jn volle aandacht en wanneer daartoe aanleiding gevonden wordt, zal in don loop van hot jaar alsnog in een Oranjobook kunnen worden opgenomen wat daarvoor door hem geschikt mocht worden geoordoeld. Omtrent de gevangenneming van de tweede Noderlandsche ambulance onder leiding van dr. Koster, valt, zegt de Minister, niet veel meer mede te deelen dan door zijn voorganger in de Eerste Kamer is gedaan. Volgens het van de Engolsche autoriteiten ontvangen, be richt (dat deel uitmaakte van de stukkon, welke door den vorigen Minister onder ge heimhouding aan de Kamer zyn medegedeeld) heeft de zaak zich toegedragen als volgt: De leden der ambulance haddon van den Britschon opperbevelhebber in Zuid-Afrika een pas bekomen, om hen in staat te stellen zich door de Britsche voorposten naar de krijgsmacht der Boeren te begeven. Nadat de reis daarheen was aangevangen, word de ambulance op eenigen afstand van Pretoria aangehouden en aan de leden daarvan de vraag gedaan, of zij brieven ln hun bezit hadden. Daarop werden door hen eenige on schuldige brieven aan de Britscho autoriteiten getoond, terwijl verklaard word, dat zij geen andore brieven hadden. Op die verklaring werd de ambulance zonder onderzoek door gelaten. Aan het station Irene gekomen, werd de ambulance ten tweeden male aangehouden en aan hot personeel weder gevraagd, of zy geen papieren of brieven in hun wagens mede voerden. Op het daarop gevolgd ontken nend antwoord werden alle wagens onderzocht. Daarbjj worden in de wagens verscheidene brieven gevonden, gericht aan verschillende voorname aanvoerders der Boeron. Op grond, dat hierdoor de neutraliteit geschonden was, zijn de mannelijke ledeD der ambulance door de Britsche autoriteiten tot krijgsgevangenen verklaard en als zoodanig behandeld, terwijl de verpleegsters naar Europa zijn terugge zonden. Meer dan eens la door de Nederlandsche Regeering tot de Engolsche het verzoek ge richt om dezen gevangenen de vrijheid te hergeven. De Engelsche Regeering heeft echter telkens verklaard dit verzoek niet to kunnen inwilligen. Ten aanzien 7an de quaestie van het ver zoek van de Z.-A. Republieken om arbitrage merkt de Minister op, dat, aangezien bfl het verdrag, krachtens hetwelk de Raad van Be heer van het Permanent Hof van Arbitrage in het leven geroepen is, aan dien Raad uit sluitend ia toegekend een administratieve be voegdheid, welke niet toeliet gevolg te geven aan het verzoek der gemachtigden van beide Z.-A. Republieken, om to bevorderen dat de oorlog in Z.-Afrika door middel van scheids rechterlijke uitspraken worde beëindigd, ook de Nederlandsche Regeering de door gezegd verdrag gestelde voorschriften heeft moeten eerbiedigen. Wat betreft de uitzettingen van Nederlan ders uit Zuid-Afrika, zegt de Minister in vervolg op vroeger gedane mededeeiingen, dat gedurende den loop van het onderzoek van de Ingediende vorderingen de desbetref fende commissie de grenzen, binnen welke de aanvraag moest vallen om voor vergoeding in aanmerking te komen, nog enger getrok ken h©9ft. Zoo heeft z|j herhaaldelijk het beginsel uitgesproken, dat personen, die aan den oorlog hadden deelgenomen (belügerento), geen aanspraak op vergoeding haddon. Dit werd onder meer toepasselijk verklaard op de ambtenaren en beambten der. N.Z. A.-S.- Mjj., welke zoowel wegens hunne eigene ver houding tot de genoemde Maatschappij, als wegen8 hunne eigen houding, prima facie tot belligerenten werden verklaard en dus van schadevergoeding verstoken zouden blijven, tenzy zij persoonlijk naar genoegen van de commissie aantoonden, dat zjj het noodlge hadden gedaan tot handhaving hunner neu traliteit. sche administratie zullen worden bemoeilijkt of verhinderd. Tusschenkomst van den consul- generaal te Pretoria werd niet vereischt. De schadevergoeding, door China aan Neder land uit te keeren, omvat: a. schadevergoeding aan de Regeering wegens de vernieling der legatiegebouwen en ter zake van de zending van Nederl. oorlogs schepen naar de Chineesche watoren; b. schadevergoeding aan vereenigingen en particulieren; en c. schadevergoeding aan Chlnooscho be- diendon. De schade eischon der andere regeeringen ztJn op dezelfde wijze ingericht. De Regeering is van oordeel, dat het niet ligt op den weg der Nederlandsche Regee ring het initiatief te nemen wanneer er grond mocht bestaan om bij de Porte op bescherming van persoon en goed der Arme niërs aan te dringen. De feitelijkheden, door grensbewoners op Timor in 1890 gepleegd, bebben geen aan leiding gegeven tot het doen van diploma tieke stappen by de Portugeesche Regeering en wel op advies zoowel van den resident van Koepang als van don Gouv.-Goneraal. Het ontwerp verdrag tot grensregeling cp Timor, hetwelk dezerzijds in 1900 aan de Portugeesche Regeering werd' aangeboden, heeft de goedkeuring dier Regeering nog niet kunnen verwerven; zij heeft een contra project opgesteld en de onderhandelingen wor den voortgezet. RECLAMES, a AO Cents per regel. 10682 19 ATJEH. De correspondent te Batavia van de „N. R. C." seint onder dagteekerdng van 26 Nov.: „De colonne Van Daalen is te Goelaboh aangekomen, na tevergeefs getracht te hebbeu, Tjoet Nja Dln gevangen te nemen. De vijand had ln het geheel 46 dooden „Er loopt een gerucht, dat de Sultan ln do Gajoelanden gedood is." Het blad teekent daarbij het volgende aan Majoor Van Daalen vervolgt, gelijk men weet, met 12 brigades marechaussees den Sultan en diens volgelingen in het gebied van de Gajoes. Een maand of drie geleden vernam men van Atjehers en Gajoes, dat de Sultan voer de marechaussees gevlucht was naar het gebied vau den Radja Roeklt, ln do Gajoe landen, met wien hfi in aanraking wenschte te komen. Hy had 80 man in zijn gevolg, Reeds van af 8 October is de passage over de brng aan don Nieuwen Ryn b(J do Kraaier- straat gestremd. Do algemeens gedachte was toen, dat het werk, aan de brug to verrichten, 8 a 9 weken tyds zou vorderen. Thans echter blykt, dat deze berekening, niet gehandhaafd zal kunnen blijven, aan gezien by het afbreken zich nog meer werk zaamheden hebben voorgedaan, welke te voren wellicht maar half verwacht werden. Daar komen nog by, de weinige uren, die men kan vVèrk.on in do donkere dagen voor en na Kerstmis, en Gok wellicht dicht water, zoodat het einde nog verre in't verschiet ligt men spreekt zelfs van einde Maart. Nu is dit voor niemand meer onaangenaam en schadeiyk, dan voor die winkeliers en nering doenden, welke ln den omtrek van genoemde brug woDen. Wel moot hierin looveel mogeiyk een over haal of pont voorzien, doch dit blykt by zoo langen tyd van stoornis in de passage over een brug, geheel onvoldoende, en tevens ge vaarlijk voor kinderen. De eerste weken willen de klanten zich wel eenige moeite getroosten, doch het is begrypeiyk, dat na een paar weken zulks te lastig wordt en meninnaby- geiegen winkels zich voorziet Het gevolg hier van is, dat vele winkeliers en neringdoenden, in den omtrek der brug wonende, financieel voel verlies hebben en soms ook eenige klanten voorgoed kwytzyn. De reden van dit schryven ln uw veel gelezen blad is dan ook deze: Beleefdeiyk de aandaeht te vestigen van de bevoogde autoriteiten op den algeheelen stil stand van het zoo groote werk en op be spoediging aan te dringen, opdat hun nering en hanteering niet al te zeer ïyden door langen duur van het werk ln de* tyd. En in overweging te geven, het plaatsen van een „noodbrug" voor voetgangers, in dit druk begane kruispunt dor stad, voor een werk, dat wellicht 6 maanden duren zal, opdat de in den omtrek wonende particulieren en winkeliers niet al te zeer den last en de schade van dat werk ondervinden. U, Mynheer de Redacteur, onzen harteiyken dank voor de plaatsing van dit stukje: Vele Winkeliers en Neringdoenden. TWEEDE KAMER. Indische begrooting. De Minister, z|jn rede vervolgende, gaf als zyn oordeel te kennen, dat de Staat waar noodig helpend moet optreden voor op richting van landbouw-kredietbanken. Aun den heer Van Kol verzekerde de Minister, dat klachten tegen mynbouw-exploitatio ernstig worden onderzocht. Aan den heei De Visser verklaarde de Minister zich bereid, een geschikt persoon een reorganisatie van het onderwys in de Minahassa op te dragen. De heer De Visser wees er nog op, dat op lossing van *fc onderwys-vraagstuk niet slechts gezocht moet worden ln verhooglng van subsidie. De heer Van Kol betoogde de noodzakeiyk- h'oid om verbetering te brongen in de ergerlyke misstanden onder de inlanders, die thans blootstaan aan de heerschzucht, de willekeur en de knevelarijen van de zjjde der landheeren. Unter der Linclen» De reeds zoo lang aanhangige plannen tot verbetering der voornaamste straat van Boriyn zullen, zeer waarschijnlijk, eindeiyk tot een oplossing komen en wel in den geest als door Keizer Wilhelm wordt gewenscht. De commissie uit den Gemeenteraad heeft verleden week/ in een slagregen, nog een plaatselijke opneming gehouden en daarna in haar vergadering met 9 tegen 2 stemmen zich verklaard voor het plan, waarvan de Keizer gezegd had, dat hy dat en geen ander kon goedkeuren, met de byvoegiug: „Ik kan wachteD." Volgens dit plan, dat vermoedelijk in de eerstvolgende Raadsvergadering zal worden aangenomen, worden de verhoogde voetpaden aan weerszyden 2 tot 3 meter verbreed, krijgen de ry wegen, aan weerskanten, een breedte van 10 en 13 meter en vervalt de afzonderlijke ryweg voor vrachtwagens. De wandelweg in het midden biyft bestaan, met fraaiere afpaling en met twee ryen hoornen, die ln een grasrand van 3.50 komen, waartegen nisvormig baoken worden geplaatst. Langs elk verhoogd voetpad komt ook e6n ry boomen. De ruiterweg vrordt van 7 tot 4 meter versmald. Voorts wordt het dwarsprofiel en de afwatering verbeterd. De uitvoering van dit plan zal 800,000 mark kosten. Het onderzoek der commissie vorderde zoo langzaam, dat het einde daarvan niet was te overzien en daarom kwam men op hot denk beeld, dat do Britsche Regeering aan de regoe- riDgen der Staten, waarvan onderdanen vor deringen tot schadevergoeding hadden inge diend, ieder een ronde som zoude betalen ter verdeeling onder de belanghebbenden, zooals zy zulks biliyk zouden oordeelen. Over de uitvoering van dit denkbeeld zyn door de betrokken regeeringen elk voor zich onderhandelingen met de Britsche Regeering gevoerd, welke, voor zoover betreft Nederland, nog niet goheol zyn afgeloopen. Ter zake van de belangen van de aandeel houders der Z.-A. S.-M., trad de Regeering reeds kort na het uitbreken van den oorlog met die van Groot-Britannië in corresponden tie ter bescherming van die belangen. Later word getracht directie en commissarissen in verbinding te stellen met het „Colonial Office", torwyi er tevens een poging werd gedaan om met Doitschland samen te gaan. Verbeurdverklaring van genoomden spoor weg heeft niet plaats gehad. De spoorweg is door de Britsche autoriteiten in bezit geno men; daarna is aan „The Concessions Com mission" opgedragen der Engelscbe Regeering van advies te dienen en by die Regeering is thans de te nemen beslissing in overweging. De belangen der Nederlandsche aandeel houders, die als bona-flde-houders moeten worden beschouwd, zullen zooveel mogeiyk door de Regeering worden behartigd. De Regeering heeft geen reden om te ver moeden, dat geldzendingen ten behoeve der concentratiekampen voortaan door de Engel- grootendeels mot gsweren gewapend, boven dien een zestigtal vrouwen en kinderen, onder wie de vrouw van Polim en andere voorname vrouwen. Te Tjaloeng had zich by den Sultan aangesloten Tjoet Nja Din, de weduwe van Toekoe Oemar, met haar zoon Radja Batta en 30 met geweren gewapend# volgelingen. Yermoedeiyk hadden onze troepen aanwijzing gekregen, waar Tjoet Nja zich met haar bende bevond, maar voor hot oogenblik is zy ontsnapt. DJA5IBL De correspondent te Batavia van de „N. R C." seint onder dagteekening van 26 Nov. „Overste Chrietan ia, zonder verzet ontmoet te hebben, te Sieulangun (Soeroelangoen aangekomen.M Er zfin twee Soeroetengoen's, een in het Palembangsche, aan den bovenloop van de Rawas, en een noordeiyker, in het Djambische, aan den bovenloop van de Tambesi. Den 21sten October vertrok uit Palembang een stoomsohip om een compagnie Amboineezen uit het Rawasche Soeroelangoen af te halen, die buiten-om over Djambl naar Moeara Tambesi zou varen om, onder bevel van overste Christen, van daar het Djambische Soeroelangoen te bereiken. Was dat geschied, dan zou, meende men, de gemeenschap langs de Tambesi in alle opzichten open zyn. Geachte Redactie Mogen we ook over eonigc beschikken in uw blad? üimte De heer Pynacher Hordijk verdedigde het amendement-Fock, betreffende het hoofdgold- excodent, togen de bezwaren van den heer Cromer. De Minister bleef opkomen tegen do be schuldiging, dat de contracten met de Minahassa vervalscht zyn, en hy waarschuwt, voorzichtig to zyn met het uiten van grieven. Do heer Fan Kol betoogde, dat wy onzo handen moeten terugtrekken van Nieuw- Gulnea en beotree-d ons direct gezag daar. Spreker stolde de volgende motie voor: „De Kamer, eiken landroof, onder elk voor wendsel en onder eiken vorm, dus ook dien van Nieuw-Guinea, veroordeelando, gaat over tot de orde van den .dag." Deze motie kwam óadeiyk in behandeling. De Minister betoogde, dat onze rechten onbetwistbaar zyn en dat wy oné gezag in Nieuw-Guinea moeten handhaven. De motie-Van Kol werd verworpen met 74 tegen 6 stemman. Vóór stemden de heoren v. d. Zwaag, Lieftinck, Van Kol, Beladingen, Hugonholtz en Schaper. D# heer Fock lichtte vervolgens zyn amende ment toe om Let hoofdgeld-excedont op de begrooting te houden. Hy wilde den post behouden, zoolang met biykt, dat het over schot verbruikt ia. Het amendemoni-Fock werd verworpen met 48 tegen 80 stemmon. By het verder debat verzekerde te Minister aan den heer Van Limburg Stirum, dat hot de bedoeling is, naast het contracten-systeem, de vry willige koffiecultuur te bljjven aan moedigen; De Minister ontraadde uit een economisch oogpunt, in te grypon in de thans met goed gevolg werkende kina-ondernemingen, wier welvaart z. 1. In de waagschaal zou gesteld worden door Invoering van een monopolie, door den hoer Van Kol aangeprezen. B(J de afdeeling Inlandsch Onderwys drong do heer Idenburg aan op verbetering vau het inlandsch onderwys. De hoer Hug&nhoite sloot zich hierbfl aan, en beval aan a&nsehouweiyk onderwijs of een soort van „wandeiondoa-wys". Do Minister wees er op, dat hot door den heer Hugenholtz gewonschte onderwysplan voel meer onderwyskrachten zal vorderen. Do heer Hugenholtz meende, dat daarvoor de inlandsche schryvers kondon worden opgeleid, en hy hield vol, dat wy thans voor vele millioonen geen onderwee hebben, terwyi wy voor veel minder geld practisch onderwys konden krygen. Rijnspoorwegmaatschappij-personeel. Ingekomen is by de Tweede Kamer eon wetsontwerp tot bekrachtiging van eou naders overeenkomst met de Ma&tsohappy tot Exploi tatie ran Staatsepoorwogen, betreffende per soneel, weleer in dienst by de voormalige Nederlandsche Rynspoorwegmaatsohappy. In de Memorie van Toelichting wordt betoogd, dat de overeenkomst tosschen den Staat en de Expiokatiemaatschappy ia 1890 betreffende dit personeel gesloten &U niet geslaagd moet worden beschouwd. Een groot deel van het vroegere Nederiaodeche Ryn- spoorwegpersoneel la ondanks die regeling zonder uitzicht op pensioen gebleven. Door de voorgestelde regeling zal het hoofdbezwaar van dit personeel, het onverzorgd biyvan a* ontslag en Let onverzorgd achterlaten van vrouw en kinderen by overly den thans definitief worden weggenomen, tarwyi de Exploitatie-maatschappy er ia heeft toegestemd, de gelegenheid om tot haar gewone personeel over te gaan open te stellen zonder voor de iDgaande personen deelneming in het pensioenfonds van haar gewone personeel ver plichtend te stellen. Zy, die van deze gelegen- held gebruik willen maken, sullen zich daar-' omtrent vóór 1 Decomber 1902 moeten ven klaren en den 36 jarigen leeftyd hebben bereikt* Artikel 2 der ontwerp-ovoreenkomat verze kert ailen, die nog geen afstand van bon rech ten en aanspraken, ontleend aan artikel 6 der overeenkomst van 21 Januari 1890, gedaan hebbeD, onverschillig of zy al dan niet wen- schen 07er te gaan, een pensioen ten laste van het Ryk. Dit pensioen bedraagt de helft van het bodrag, dat verkregen zou zqjn, zoo de bedoelde personen leden vau het pensioenfonds van het personeel der Exploitatie-maatschappy geworden waren. Artikel 8 verleent een geiyk pensioen aan de beambten, die in het tydvak van 1 April 1897 af tot de invoering dezer nieuwe rege ling wegens invaliditeit of ouderdom zyn ont slagen of aan hun nagelaten betrokkingen en aan de nagelaten betrekkingen vau sta 1 April 1897 in den dienst overleden beambUc. Ook aan de destyds uitgestotenen w-eardt by deze nieuwe regeling het halve peneioea toegekend, alsmede aan hen, die op boogaren leeftyd datj 60 jaar ntv minstens 26 jaar dienst oervol zUu ontslagen. Op 1 Juli 1900 bedroeg het getal der per sonen, behoorende tot het bedoelde personeel, die nog geen afstand van hu* reohlen hadden gedaan, nog 441. De later uit te kaeron pensioenen zullen vermoedelijk een contante waarde van f 825,000 vertegenwoordigen. Nadere berekening van wege de Exploitatiomaatechappy wordt echter door den minister van waterstaat iagewach^ Verschillende klerken in dl en at by de ryksbelastiDgen te Delft zyn de dupe ge worden van een 26 jarig jongmenseh Hij gaf zich uit voor klerk by de registratie te Amster dam en kwam eens kennis maken. Per slot van rekening had mynheer zfia portemonnai® verloren en trachtte va» zy?i oohega*e geht los te krijgen. De kerkvoogd <A©ï 1^4-S^reI Gemeente te Hoornsterxwaag, de heer J. H,, heeft by de justitie een klacht iog-odtond tegen ds. v. Lpredikant by die gemeente, wegens beleediging in hot openbaar. In een vergade ring van het kiescollege beschuldigde desa predikant den kerkvoogd do financiën der Gemeente niet richtig te beboeren, doch dezt ten eigen bate aan to wenden. Te Oosterhout is in befcbosoh hot lyk gevonden van een man, pas alt een rykswerkinrichtlDg onUlageo. De man Is ven, gebrek omgekomes. Te Norg, by Assen, is de hofdet-ed* van den landbouwer G. M. geheel afgebrand^ de bewoners konden zich, met Aohterlatiog van alles, slechts mot moeite redden, terwyl zeven stuks vee verbranddök De bcand ia. ontstaan door het omvahea. ©ener petroleum* lamp. Vermoedelijk door het spelen met lucifers door kinderen, is te "Wolvega tot den grond afgebrand de boerenbehnizinge,j eigenaar de heer H. S.f te Amsterdam, en bewoond door D. H. de V. Het vee ls rast moeite gered, al het hooi, boerengereedschap* pen on meubelen zyn verbrand. Te Doventer is een felle brand uitgebroken in de aarde weefcr e» terraeotta-i fabriek van Je firma Korteëctg. Do fabriek la' totaal uitgebrand. Te veel zegen. Te B e r t a Is da vrouw van een landbouwer van twee meisje®, en een joDgen bevallen. Te Muntendam 1® d-e 5 0 - j a r i g-€ D. K. in den drank, geetürt. Qeriiezen van bel EngelseSw leger, tooo.lt die voorhomm m in „Daöy Sn 2 o a a B s O 8 m *4 Q O O 25 Nov. 3 10 10 26 3 2 6 27 28 29 80 Totaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6