Oe briljanten broche.
©uilleton.
Burgerlijke Stand Tan Lelden.
Anno 100!.
No. 127S8 LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 31 OCTOBER. - TWEEDE BLAD.
ItOLONIEJf,
BATAVIA, 20 Sept.—2 Oct.
De berichten over de chclera luiden nog
toiet gunstiger. Do ziekte woedt het hevigsb
'op de drie hoofdplaatsen van Java, doch
elders vraagt zij helaas cok vele slachtoffers.
Zoo is zij epidemisch verklaard te Krawang.
Te Semarang komen dagelijks een dertigtal
gevallen voor. In die stad zijn gestorven drie
•Europeanen aan de cholera, twee kinderen
en de onderluitenant D. Scholten. Deze ovt--
ledene was ridder der M. W. O., welk eere-
j metaal hij had verdiend in 1894 bij den over-
't Lval op Lombok.
De handel te Semarang ondervindt do el
lende van de heerschonde ziekt». Aan het lia-
[venkanaal, aan den boom,zoowel als elders
zijn haast geen koelies te krijgen voor den
afvoer, het laden en lossen van goederen e-z.-
(De weinigen die er zijn, laten zich duur bo-
ifcalen.
Het aantal choleragevallen te Soerabaia
schommelt om de vijftig per dag.
Te Batavia en Semarang hebben particu
lieren vergaderingen gehouden om maatre
gelen te nemen ter beteugeling der ziekte.
•De Indische regeering doet betrekkelijk wei
nig, klagen de bieden, en kan slechts weinig
'doen, waar de fondsen ontbreken. In de go-
noemde steden nu hebben zich commissies
gevormd, die met lijsten ter teekening rond
gaan. Door middel van do gelden op deze
manier verkregen, zullen maatregelen geno
men wordan in het belang der publieke ge
zondheid en der lijders.
Door don Gouverneur-Generaal van Ned.-In-
'dië zijn de volgende beschikkingen genomen:
CIVIEL DEPARTEMENT. 0 n t s 1 a g e nMet
ingang van 6 Octobor 1901, op verzoek, eervol
uit 's lands dienst, de predikant bjj de Protes-
tnnt8che gemeente te Pekalongan G. C. Klerk de
Reus.
Benoemd: Tot controleur bn het Binnen-
landsch Bestuur op de bezittingen Duiten Java en
Madoera, de ambtenaar op non-activiteit J. W. van
Hille, laatstelijk controleur late kl. bij het Binnen-
landsoh Bestuur op de bezittingen buiten Java
en Madoera.
Voor den tjjd van ze3 maanden of zooveel korter
als zal blijken voldoende te zijn, tot buitengewoon
lid van den Raad van Justitie te Soerabaia, mr.
A. J. C. E. van Beycop ten Ham, laatstelijk voor
zitter van den landraad te Pasoeroean, van verlof
uit Europa terugverwacht.
Bij het op. lager ond. voor Earopeanen:
Benoemd: Tot onderwyzer 8de kl. J. West-
hoff, thans tijdelyk als zoodanig werkzaam.
Belast: Met de waarneming der betrekking
van ouderwijzer 3de kl. J. Stada, van verlof uit
Europa teruggekeerd, laatstelijk onderwyzer '2de kl.
Tydelijk geplaatst: Aan de gemengde
school te Pekalongan, de met de waarneming der
betrekking van onderwyzer 8de kL belaste amb
tenaar op non-activiteit J. Stada voornoemd.
By de Exploitatie der Staatsspoorwegen op Java.
Benoemd: Tot onderopzichter 1ste kl. de
©nderopzichter 2de kl. H. J. A. E. Ondhof, R. N.
W. Bijl, C. P. Ger8en, F. H. van den Berg, Th.
A. B. A. van der Put, W. A. V. N. F. O. N. J. Witner,
W. P. Keyzer, K. Folkeringa, W. M. A. de la Combé,
A. B. Hartman, J. P. Coelen, G. E. Gephart, V.
L. A. Hau8seDs, C. L. C. F. Sommera eu J. E. Soet;
tot onderopzichter 2de kl. de onderopzichters
3de kl. L. A. Voogd, W. L. Leefers, J. G. Voor
molen, L. J. H. Cnabot, H. G. Greuder, D. Ver
hoop, M. J. Lang, J. de Goede, L. W. Jordaan,
J. Pasc-aud, P. van der Weide, E. J. A. Eohter,
H. Hees, J. R. Lemon, M. Th. Phefferkorn, A. A.
de Sera, J. H. G. Soetens, W. L. Scheller, D. J.
Landman, B. van der Kam, N. B. Nix, J. C. W.
Pieplenbosch en J. J. G. Braakman.
Geplaatst: Bq de Oosterlynen, de benoemde
stationschef 2de kl. G. J. Jolly.
By den Waterstaat en 'a lands Borgerlyko
Openbare Werken.
Toegevoegd: Aan den chef der irrigatie-
afdeeling Brantas, de ingenieur late kl. M. IJpelaar.
Ontslagen: Op verzoek eervol uit 'slands
dienst, de klerk bij net post- en telegraafkantoor
te Soerakarta J. F. H. M. O. van Cattenburch en
de verificateur der vyfde klasse by de in- en uit
voerrechten en accynzen te Batavia A. van Hengst,
voor eerstgenoemde met bepaling, dat zijn ontslag
wordt geacht te zijn ingegaan op 17 Sept. 1901.
Benoemd: Tot ambtenaar by de in- en uit
voerrechten en accynzen, de opzieners by die
middelen K. van Pelt en J. van Duyn.
Bij den post- en telegraafdienst:
tot kantoorohef eerste klasse, de kantoorchef
tweede klasse E. Koasberry;
tot kantoorchef tweedo klasse, de hoofdcommies
J. E, Fredriks;
tot hoofdcommies, de commies eerste klasse J.
A. Abel;
tot commies eerste klasse, de commies tweede
klasse W. L. Chevalier;
tot commies tweede klasse, de commiezen derde
9)
Er sprak een zóó ootmoedig vertrouwen
uit deze woorden, dat Rudolf Imberg haar
geroerd beide handen toestak.
„Waariyk, juffrouw Willisen, u zult er geen
berouw van hebben. Houd het hoofd maar
omhoog en u ook, mevrouw l Menachen
kunnen dwalen, maar recht moet ten slotte
toch altjjd recht blijven."
Mevrouw Willisen antwoordde slechts met
1 een diepen zucht, die allesbehalve vertrouwen
uitdrukte, en toen Rudolf Imberg, wiens fijn
i gevoel hem verbood langer te bljjven, do deur
achter zich dicht trok, hoorde hy haar al
weer schreien en jammeren. Hy was door
hetgeen hy hier gezien en gehoord had pyniyk
getroffen, maar hy wist, dat hem nog moeilijker
dingen te wachten stonden. Nog nooit in zyn
1 leven was het hem zoo bitter treurig te moede
geweeat als thans, nu hy don terugweg naar
.zyn vaderlijk huis insloeg.
Op de deur van August Imbergs kantoor
was een briefje geplakt, waarop te lezen stond:
Hedenmiddag tot vyf uren gesloten."
Toen Rudolf de woonkamer binnentrad, zag
,hy zyn vader aan zyn 6chryftafel zitten, ge-
bogen over een boek, dat hy dadeiyk herkende
als een gecomm enteerde uitgaaf van het straf
wetboek. De lombardhouder was zóó verdiept
in de lectuur, dat hy de deur niet eens had
hooren opengaan en by den groet van zyn
loon verschrikt opkeek.
»A, ben jy liet, Rudolfl Neem me nietkwaiyk,
klasse G. S. van Koetsveld en J. H.P. Veekman;
tot oommies derde klasse, de adjnnct-commiezen
L. M. J. Verfloesen, R. V. de Lannoy ©n A. J.
van Olden.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Ontslagen:
Met ingaDg van 2 November 1901, op verzoek
wegens volbrachten diensttijd, eervol en met be
houd van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen
dienst, de majoor der infanterie P. Wiersma.
Bevorderd: Bij het wapen der infanterie,
tot eersten luitenant, de tweede luitenants P. te
Wechel, F. J. M. H. Koen, J. E. Scheffer en J-
H. A. Polaok;
by het wapen der oavalerie tot ritmeester, de
eerste lnitenant P. A. Scbrassert Bert;
tot eersten luitenant, de tweede luitenant EL
Pbilippi;
bjj ae militaire administratie, tot kapitein-kwar
tiermeester, de eerste luitenant-kwartiermeester
J. van de Winkel;
tot eersten luitenant-kwartiermeester, de tweede
laitenants-kwartiermeester H. J. van Yeen, A. R.
H. Braun en L. Verboon;
tot magazijnmeester tweede klnsso (eerste luite
nant), de magazijnmeesters derde klasse (tweede
luitenant), M. de Wit, W. J. Struyk en K. EL
Jager (mot verlof in Nederland).
Overgeplaatst: By de tweede afdeeling
van het departement van oorlog (hoofdbureau der
infanterie) de e eerste luitenant bn het eerste
garnizoensbataljon van Atjeh S. H. Schutatal van
Woudenberg;
bij de troepenmacht in Atj$h ter nadere indee
ling de eerste lnitenant by het veertiende bataljon,
geëvacueerd van Atjeh naar Padang en ter nadere
Lndeeling overgeplaatst bij het subsistentenkader
aldaar F. J. Bleeker;
by het twintigste bataljon te Batavia, de eerste
luitenant bij bet twaalfde bataljon, geSvaoueerd
van Atjeh naar Padang en ter nadere indeeling
overgeplaatst by het oubsistentenkader aldaar H.
H. Bila.
BEVALLEN: Ch. Chaudron geb. Roosendaal
D. I. Hogewoning geb. v. d. Deijl D. J. C.
de Water geb. Kling Z. J. Hakkaart geb.
Schouten D. J. Piket geb. Sirag D. W.
Lokker geb. Blöte Z. L. Warmond geb- Roos
Z. M. J. S. J. Metselaar geb. Lafeber D.
E. Hoppenbrouwer geb. v. d. Linden D. A.
v. d. veer geb. De Coster Z. K. J. Key geb.
Bruning Z. J. S. Selier geb. De Bruyn D.
L. v. lilden geb. Prins Z. H. J. Schimmel geb.
v. d. Krozt D. M. Krul geb. Piket Z. J.
Lancel geb. v. Strien Z. E. M. Gordijn geb.
Segaar Z. M. Meyers geb. De Bruin Z. M.
Kreft geb. v. d. Laan Z. G. M. Montanus geb.
Hoogeveld Z. J. v. Bellen geb. Kraan Z.
C. Betgen geb. v. Weerlee D. S. Neuteboom
feb. Ober 2. B. de Jast geb. Vermeer Z.
Breyer geb. Vreeswijk D. J. J. Crama gob.
Oudshoorn Z. J. v. Bruggen geb. v. Rrjn D.
L. Benning geb. Visser Z. A. Mazurel geb.
Kloots Z. A. E. v. Ryn geb, Biesot D. F.
Offerman geb. Smits D.
GEHUWD: P. J. Knynenburg jm. en J. H.
Dobbe jd. J. L. Brouwer jm. en C. Stekweg
jd. C. J. Wassenaar w. en M. A. P. Bolstier
jd. N. J. Vavïer jm. en M. Slyk jd. 0. R.
van Os jm. en M. Mens jd. S. Prins jm.
en Q. C. van Iterson w. D. Blansjaar jm. en
J. Regeer jd.
OVERLEDEN: C. den Hoed geb. De Fey V.
57 j. - R. L. L. de Beer Z. 81 j. M. W. C.
v. Mastrigt D. 8 m. H. Vijlbrief Z. 4 j. E.
Smit D. 5 j. J. van Lochem Z. 68 j. J. J.
Huij Z. 1 m. H. Goedhart M. 49 j. J.
Mioremet Z. 1 m. A. van Werkhoven Z. 81
j. L. de Bomijn M. 80 j. C. Scbolte Z. 2
j. H. O. A. Swarts Z. 6 m. J. Turk W.
60 j. S. Nieuwenbarg W.82j, C. W. Sneldors
Z. 9 m. H. van Heat Z. 1 m.
HAZERSWOUDE. Bevallen: M. Verhorik
geb. Onderwater Z. N. Hoogendoorn geb. Yor-
oom Z.
Overleden: H. M. Ballering Z. 11 m.
Gehuwd: G. F. Granneman jm. 29 j. te
Bergschenhoek en C. A. Kerkvliet jd. 26 j. alhier.
NOORD WIJK. Geboren: Helena Johanna,
D. van A. van Duyn en Neeltje van der Wiel.
Jalias Amondas Alphonsus, Z. van F. M. M.
Hafkenscheidt en C. M. van den Burg.
Ondertrouwd: Dirk Hoek, 31 j., en Hai-
bertje van der Wiel, 29 j. flubertus Petrus
Roerado 31 j. en Petroneila Deters 81 j.
Overleden: Catharina Agatha Eymer 59 j.,
echtgenoote van Willem Alkemade.
RIJNSBURG. Overleden: P. v. Tilburg 19 j.
Ondertrouwd: D. Zwaan jm. 82 j. en D.
den Haan jd. 38 j.
OEGSTGEEST. Ondertrouwd: A. Kamp
88 j. eu J. van Straaten 28 j., beiden te Oegstgeest.
Geboren: Johannes, Z. van J. van Kampen
en M. EL van den Berg. Simon Antonius, Z.
van A. H. Bremmer en M. Byek.
Overleden: Reosje Kraag 63 j., gehuwd
met J. Koog, te Qillegersberg.
LISSE. Ondertrouwd: Siebe Booteman jm.
en Grietje van der Mark jd. Adrianus Maas
jm. on Marytje van der Lans jd.
Geboren: Cornelis, Z. van M. Vergunst en
R. Baartse. Johanna Helena, D. van J. Bergman
en C. van der Voort. Pieter Gerard us, Z. van
M. Myland en P. Kranenburg. Jan, Z. van H.
jen Butter en C. Vooys.
dat ik eens even in je boeken snuffelde. Ik weet,
dat je het niet graag ziet, maar ik ik
verveelde my een beetje en daar...."
„U behoeft zioh toch niet te verontschuldigen,
vader l Al deze boeken behooren u."
August Imberg keek zyn zoon verwonderd
aan en begon dan gedwongen te lachen.
„Natuuriyk I Volgens den stelregel: wat het
myne is, is het jouwe en omgekeerd. Wy
leven immers al sedert lang in de beste ge
meenschap van goederen? Dat is het immers,
wat je bedoelt nietwaar, myn jongen?"
„Neen, vaderl Ik bedoel, dat ik behalve de
kleeren, die ik aan myn lyf draag en die ik
niet best achterlaten kan, niets met my mee
nemen zal, wanneer ik vandaag uw huis
verlaat."
De lombardhoudor hield zich vast aan de
leuning van een stoeL Het was treurig om
aan te zien, hoe zyn oude gezicht vertrok.
„Myn huis verlaten jy? Myneenigezoon?
Myn huis verlaten? En om missohlennimmer
terug te keeren?"
„Ik denk wel, dat het zoo zyn zal. Wees
niet boos op my, vader, en maak het my niet
nog moeiiyker. Het kan niet anders."
„Kan het niet anders? Zoo? En waarom
niet? Misschien omdat ik vandaag voor de
rechtbank de waarheid heb gezegd?"
„Hadfc u de waarheid maar gezegd, vader 1
Maar versta my niet verkeerd ik weet wel,
dat u ten volste overtuigd was, dat u de
waarheid zei. Alleen uw geheugen heeft u in
den steek gelaten, niet uw rechtschapenheid
daaraan heb ik natuuriyk geen oogenblik
getwyfeld."
„Als je dat weet, wat voor reden kan je
dan nog hebben, my to verlaten?"
„Moet ik het u nog zeggen ,Op grond van
uw verklaring is het ongelukkige meisje ver-
Overledon: Cornelia van Waveren 6 m.
NOORDWIJKERHOUT. Ondertrouwd:
Willem Daniöl Sluimers, wed. van C. Scheepmaker»
en Amna Briene.
STOMP WLJK. Bevallen: C. Spruit geb. Van
der Vaart D. M. Nobels geb. Van Winsen Z.
E. C. C. Verdouw geb. Reuvekamp Z, A. van
der Horst geb. Qoemaus D.
Overleden: G. Rygersberg M. 91 j., wedr.
van M. Zoetenbroek. M. Oorschot M. 68 j.,
eohtgen, van C. Immerzeel.
VALKENBURG. Geboren: Cornelis Pioter,
Z. van P. Noppen en N. Ouwersloot.
VEUR. Bevallen: M. G. Kouwenhoven geb.
KoelemaD D.
VOORHOUT. Geboren: Cornelis Nicolaaa,
Z. van J. B. van Wouw en C. H. Toonen.
WOU BRUGGE. Geboren: Gerhardus Johannes,
Z. van B. E. Trooster en J. B. Stolk.
ZOETER WOU DE. Geboren: Qairinus, Z. van
L. Onderwater en M. G. Mens. Leonardus
Adrianus, Z. van GL van der Hoeven eu M. v.
Velzen.
De oorlog tuBsohen Engeland en Transvaal.
Lord Milner ls Maandag te Durban aan
gekomen, waar hy een geestdriftige ontvangst
van de er tydeiyk vertoevende Ultlanders en
stedelingen genoot. Het speet hem, dat hy hen
nog niet kon gelukwenschen met den afloop
van den oorlog. In „formeeien zin" kan de
oorlog wel nooit uit zyn, meende hy, maar
hy verteert vanzelf. By het blusschen van
eiken grooten brand kan men de vlammen
voortdurend nu eens hier en dan eens daar
weer zien uitbreken. Soms ïykt dat veront
rustend, maar zy kunnen geen kwaad doen
omdat zy geen voedsel vinden. Zoodra de
straalpyp er op gericht wordt, storven zy uit.
Milner verklaarde ten slotte, dat hoewel
het publiek niet wist wat er gedaan werd,
hy toch dacht, dat er meer gedaan kon worden
in de naastbyzynde toekomst. „Wy behooren
te toonen, dat wy meester zyn in hot huis,
dat wy genomon hebben, door het te her
bouwen en er in te gaan wonen."
Lord Milner denkt eenige dagen te Durban
te biyven, waar hy de vluchtelingenkampen
zal bezoeken en zal nagaan welke beteekenls
die haven kan hebben voor den handel van
Transvaal.
De cynische verklaring van lord Milner, dat
de oorlog in formeeien zin wel nooit uit zou
komen en dat by niet kon beloven, dat moer
vergunningen om terug te keeren aan refugees
zouden worden gegeven, maakte te Londen
een ongunstlgen Indruk.
De Times" bevat een opgewonden brief
van een zeeofficier, waarin deze een beroep
doet op de Engelschen om met Nederland
eens af te rekenen wegens de sympathie der
Nederlanders voor de Boeren.
Deze Engelsche zee-officier stelt namelijk
de vraag: Wordt het gee ntijd voor Engeland
stappen te nemen om Holland op zijn num
mer te zetten"? De Engelschen hebben verge
ten, zegt de in China vertoevende zeeman,
dat de Hollanders reeds dertig jaren probce-
ren de Atjehneezen van hun onafhankelijk
heid te berooven, en dat zij slechte hun tegen
woordige stelling op Sumatra innemen, om
dat Engeland is opgeiiouden met wapenen en
ammunitie van Straits Settlements in te
voeren. Wanneer het nu het voorbeeld van
Holland eens volgde en den Sultan van Atjeh
eens met oen Engelsch oorlogsschip naar huis
bracht, hem hielp den onafhankelijkheids
oorlog van uit Londen voort te zetten en hem
voorzag van wapenen en onze sympathie,
dan zouden de Hollanders binnen zes maan
den eiken man dien zij hebben noodig hebben
zoogoed als hun bondgenooten de Boeren, om
het eiland te behouden. De heer Kruger en
dr. Leyds, die zoo gelukkig zijn geweest, zou
den hen kunnen helpen in hun veldtochts
plan aldus besluit de spitsvondige zee
officier.
Dat er in Engeland velen zijn, die het deo
Nederlanders nooit zullen vergeven, dat zij
zooveel sympatme toonen voor de Boeren, hun
vijanden* mag veilig worden aangenomen,
ook al zijn de betrokkingen tusschen de re
geeringen van Engeland en Nederland ,,van
don meest rriendschappelijken aard."
En zoo lang onze regeering het tot na t«
door haar ingenomen standpunt blijft inne
men, behoeft er geen vrees te bestaan voor
verwikkelingen met Engeland.
Bovenstaand beroep verdient dan ook de
aandacht, niet als een bedreiging aau het
oordeeld geworden, wat op de bloote ver
klaring van mevrouw Halier by gebrek aan
alle werkeiyke bewyzen van schuld nooit zou
hebben kunnen gebeuren. En uw verklaring
was objectief valseh, daaromtrent is by my
elke twyfel uitgesloten, want myn oogen zyn
jonger en scherper dan de uwe, waarvan lk
de rechters jammer genoeg niet heb kunnen
overtuigen. Als ik nu voor de onschuldig ver
oordeelde optreed, wat ik als myn plicht be
schouw, moet ik noodzakelyk u van een
noodlottige dwaling beschuldigen. In den
stryd, dien ik voeren zal voor de eer van een
hulploos meisje, ben ik uw tegenstander,
vader l Ik moet het zyn, hoe pyniyk de ge
dachte ook voor my is. En het zou eerloos
wezen, wanneer ik hier in stilte uw wel
daden genoot, terwyl ik u openiyk aanklaag."
Het lichaam van den ouden lombardhouder
had zich steeds meer gebogen, als drukte een
onzichtbare last zyn smalle schouders neer.
„Dus aanklagen wil je my openiyk aan
klagen I Ter w*Alo van dat wildvreemde schep
sel, dat met haar mooi, huichelachtig onschuld-
bakkesje jou te pakken heeft gekregen I"
„Noen, ter wille van de rechtvaardigheid,
vader l Wy moeten elkaar wel nooit recht ge-
kond en recht begrepen hebben, als u zulk
een smadelyke verdenking tegen my koesteren
kunt."
August Imberg knikte treurig. „Het schynt
zoo, myn zoon! Ik had er op verdacht moeten
zyn, dat er eens een dag als deze komen zou.
En ik zelf draag de schuld er van, zy het
dan ook op andere wy'ze dan jy het thans
in je eerlykheldshoogmoed meent. Wie van
zyn kinderen zooveel meer wil maken dan
hyzelf is, mag zich niet verwonderen, wanneer
zy zich op een kwaden dag met geringschat
ting van hem afwenden. En misschien is het
adres van Nederland, maar als eea uiting
van de verbittering der Engelechen.
De „Indépendance Beige" schrijft) niette
min uit Berlijn, dat de betrekkingen tusschen
Engeland en Nederland te menachen over
laten.
Het Brusselsche telegram dienaangaande
luidt in zijn geheel als volgt:
Uit volmaakt zekere bron verneem ik, dat
de betrekkingen tusschen Engeland en Ne
derland gedurende verscheidene weken zeer
gespannen zijn. De vijandige geest, die .n
Holland heerscht tegen al wat Engelsch is,
trekt de aandacht der Londensche regeering.
Voor eenigen tijd heeft het Engelsche Kabi
net de regeering in Den Haag verzocht den
HollandsAen consul t» Pretoria (den heer F.
J. Domela Nieuwenhuys) terug te roepen. Dit
verzoek van Engeland was gegrond op ver
schillende klachten, die bij de Britsche auto
riteiten tegen hem waren ingekomen. De re
geering in Den Haag aarzelde den consul
terug te roepen, daar deze terugroeping niet
nalaten zou een zekere agitatie te weeg te
brengen, terwijl zij aan den anderen kant
toch ook weer geen verwikkelingen met En
geland wenschoe. Zij besloot dus ten slotto
den consul te Pretoria een onbepaald verlof
te verleenen. De consul heeft ongetwijfeld
Pretoria reeds verlat-n en moet zich op reis
naar Europa bevinden."
De „Observer" doelt naar aanleiding van dit
bericht mede, dat or te Londen reeds eenigen
tyd geleden een gerucht liep, dat de Engelsche
regeering de terugroeping van consul Domela
Niouwenhuis uit Pretoria had gevraagd. .Op
grond van onthullingen by het proces-Broeksma
meenden de autoriteiten te Pretoria, „dat de
Nederlandsche consul-genoraal lieden van
Broeksma's allooi min of meer had geholpen".
In gezaghebbende kringen te Londen is
evenwel, verzekert de „Observer", ten aanzien
van het bericht over gespannen betrekkingen
en het werkeiyk vertrek van den consul niets
bekend.
De „Globe" merkt op, In verband met do
houding, die men In Nederland tégenover Engo-
land aanneemt, dat Engeland het verbod om
uit de Straits Settlements wapenen naar Atjeh
In te voeren, wel eens zou kunnen intrekken.
Men doet in Nederland wat men kan om
de Boeren aan te moedigen; Kruger en zyn
handlangers worden er feesteiyk onthaald enz.
Maar do Hollanders zouden wel doen te ont
houden, dat het Britsche geduld niet volkomen
onultputteiyk ia, waarschuwt de „Globe", en
zóó welgevestigd is Nederlands heorschappy
op Sumatra nu ook nietl
Sir Eedvers Buller.
De vergadering van burgemeesters te Exeter
heeft een motie aangenomen, hulde brengende
aan de schitterende verdiensten van generaal
Buller, 42 jaar lang In verschillende wereld-
deelen aan den dag gelegd, en besloten maat
regelen te nemen om in Devon de heugenis
daarvan te vereeuwigen.
De „Daily News" zegt, dat, «oodra het Lager
huis weer byeenkomt, het ontslag des generaals
er ter sprake zal worden gebracht
Lord Roberts' populariteit schynt onder de
verbolgenheid over generaal Buffer's ongenade
te lyden. Zelfs van den kansel zyn niet
onduideiyke hatelykheden tegen hem geuit en
de ZondagB8prekers in het Hydepark hebben
xicb, schynt het, zeer onbewimpeld over „onzen
Bobs" uitgelaten. Sommigen zycer vrienden
opperen het denkbeeld hem naar Afrika terug
te zenden om den oorlog ditmaal heusch „uit"
to maken. Bobs mag ook wel zeggen„Bewaar
my voor myne vrienden."
De „Daily Express" meldt dat het legoiv
bestuur aan Buller verboden heeft, zijn fa
meus heliogram naar Ladysmith waaruit zijn
onschuld kan blijken, openbaar te maken.
Het blad voegt er bij dat het legerbestuur het
oorspronkelijke heliogram zelf niet meer
heeft, omdat het een paar heliogrammen ver
knoeid hoeft, om er eon wapen tegen Buller
uit te smeden, Do „Express" meent dat het
Engelsche volk niet zal rusten alvorens dit
geknoei van het legerbestuur aan de kaak is
gestold, waartoe pa<rla(me>ntsleden stappen
zullen doen, zoodra het parv^ment bijeen is.
De beweging ten gunsto van Buller schijnt
intu8schen toe te nemen. Vruchteloos trach
ten de ministers en enkele ministcrieele cou-
zoo ook het beste. God zy met je, Rudolf, eu
doe wat je je plicht achtl Ik zal je daarin
niet verhinderen."
De doctorandus wilde antwoorden, maar de
oudo man maakte een afwerende beweging
met de hand.
„Laat het zoo zyn, myn jongen l En daar
ik je, zooala je ziet, niet vervloek, hoewel jy
toch van plan bent, my voor de geheele wereld
tot een leugenaar en melneedlge te maken,
daar wy veeleer in vrede en vriendschap van
elkaar gaan, bestaat er voor jou ook geen
reden, myn vaderiyken bystand af te wyzen.
Je moet toch ergens van leven, en als het
je zoo erg drukt, by my In de schuld te zyn,
kan je my immers later terugbetalen, wat lk
je nu geef."
„Neen, vader, neenl Kwel my niet met een
grootmoedigheid, die ik in dit conflict der
plichten niet kan en mag aannemen. Ik heb
ook geen ondersteuning noodig. Over enkele
weken doe ik myn laatste examen, en dan
vind ik wel gelegenheid, zooveel te verdienen,
als ik voor myn levensonderhoud noodig heb."
„Nu, zooals je wiltl Ik wil je natuuriyk
niet kwellen. Maar als je ooit in nood geraken
mocht, in een toestand, waaruit je je met
eigen kracht niet meer te redden weet en
hot ls niet enkel de atoffelyke nood, waaraan
ik hierby denk herinner je dan, dat je hier
ten allen tyde een vriend en trooster vindt.
Iemand, die niet lang vragen zal: Wat heb
je misdaan? maar alleen: Wat kan ik voor
je doen?"
De jonge man kreeg hot byna te kwaad.
Maar hy moest sterk blyven, als hy zichzelf
trouw blyven wou en hy bleef sterk. Toen
August Imberg zag, dat zyn besluit onher-
roepeiyk was, reikte hy hom de hand.
,lk wil naar myn kantoor," zeide hy schyn-
rantene zooals do „Standard", haar te be
teugelen.
Bij de bewoging hebben zich thans ook reed»
meer invloedrijke personen aangesloten.
De houding van de „Times" lijko merk
waardig. Aan dsn oenen kant noemt zij uit
voerige depeches op van haren correspon
dent te Simla, waarin de oordeelvellingen van
do voornaamste Indische bladen over de zaak
van Buller worden gegeven en het legerbe
stuur scherp wordt gehekeld, en aan den an
deren kant bestrijdt zij Chamberlain's apolo
gie van het legerbestuur te Edinburg. De
„Times" schijnt ook to twijfelen of het ge
heele kabinet medegaat met Chamberlain,
waar hij scherpere maatregelen tegen de nog
vechtende Boeren bepleit.
Naar beweerd wordt, is generaal Buller
voornemens binnenkort een volledige en juiste
geschiedenis der krygsverrichtingen In Natal
In het begin van den oorlog openbaar te
maken. Daaruit zou dan ten duidelykste biyken
hoe erbarmelijk het Engelsche leger destyda
georganiseerd en hoe volkomen ongeschikt
lord Lan8downe als minister van oorlog was.
Men vreest echter, dat Buller, als hy dat
werkeiyk doet, zyn vrienden, die hem nog
getrouw zyn gebleven, van zich zal ver
vreemden.
VolgcnB de „Berl. Lokal Anzeiger" zal do
Duitsohe regeering zich ernstig bij lord Sa
lisbury beklagen over de voor Duitsckland
beleedigendo woorden in Chamberlains rede
voering van verleden week te Edinburg.
De Duitschc Keizerin cn de Boeren.
De „Frankfurter Zeitung" vertelt het vol
gende:
„Wyien dr. Georg v. Siemens, de groote
Duitache handelsman, was verleden jaar eens
de gast van Keizer Wilhelm. De Koning vau
Wurtemberg en diens schoonzoon, de erfprins
von Wied, waron ook tegenwoordig. Men sprak
over den Boerenoorlog. De Keizer morkte op,
dat hy zich niet kon begrypen, waarom er in
geheel Dultschland zulk een geestdrift vo >r
de Boeren beerschte. Siemens antwoordde:
„Dit is gemakkeiyk te bogrypen, want de
vrouwen en de kindoren zyn voor de Boeren.
Het is zoo in myn gezin en het zal overal
wel 't zelfde zyn." De Keizer lachte, sloeg
op zyn knie en zeide: „Ge hebt volkomen
geiyk, Siemens, het ia ln myn gezin net zoo.
Myn vrouw smacht 's ochtends naar de bladen
om te zien of de Boeren weer een ov -
winning bobben behaald."
Tot zoover de „Frtnkf. Ztg.", voor wiens
rekening het verhaal biyft. Als de heer
v. Siemens werkeiyk gezegd h*oft, dat de
geestdrift voor de Boeren zoo gioot is, omdat
de vrouwon en kindoren voor de Boeren z^
dan was hy, zegt de „Hamb. Nachr.", mei
waardig Biecht ingelicht. De geestdrift der
Duitsche mannen staat heelomaal niet in ver-
band met het dwepen der vrouwen en kin
deren. Dat de keizer zich by het antwoord
van den heer v. Siemens op do knie geslagen
heeft, gelooft het blad niet, want het onder
werp was zoo weinig lachwekkend, dat zulk
een gevoelsuitdrukking van den keizer, die la
het bekende telegram aan Kruger na Jameson's
rooftocht een krachtig protest tegen de Engel
sche roovery in Zuld-Afrlka deed hooren,
ondenkbaar is.
Gansoh Dultschland is uit ulgen aandrang
voor de Boeren, met uitzondering alleen vau
bedachtzame staatslieden en zelfzuchtige geld
mannen, die deels uit beweegredenon van
hooge politiek, d«ela uit bezorgdheid voor
hun beurs, bun eymp&thieön bedekken, gesteld,
dat zy nog tn ataat zyn voor iets nobels
syropf-thle te koesteren.
Russische sympnt
Te Moskou heeft oen groote vuiksiusaigte
een betóog'.ng voor de Boeren gehouden. De
gemoederen raakten in vuur togen de Engel
schen. De Engelsche consul, die zich op straat
had gewaagd, werd uitgejouwd en nagezet. In
het consnlsat worden alle ruiten ingeworpen.
De muren werden met modder besmeerd en
groote loven aangeplakt met de woorden:
„Leven de Boeren I Kaar de hel met Cham
berlain en Rhodes. Eeuwige schande dsn
Engelschen verdrukkers 1"
De politie, en dit wil Iets zeggen voor
Rusland, zag lydeiyk toe.
baar kalm, „en het ls misschien maar het
beste, dat we nu dadeiyk afscheid nemen.
Myn beste wenschon vergezellen je. Moge
nooit een bittere ervaring je leeren, dat er
toch noch Iets heiligers op aarde Is dan deze
zoogenaamde rechtvaardigheid, waaraan je
thans de liefde voor Je vader ten offer brengt."
Rudolf had zyn vader zelden of nooit in
zulke met zorg gekozen woorden hooren.
sproken, en elk dezer woorden sneed hem
door de ziel, want hy was zeker noch liefde
loos noch ondankbaar. Maar hy mocht zich
niet laten meesloepen door de ontroering, die
hem had aangegrepen, en by de moeite, welke
hy zich gaf om kalm en standvastig te bly
ven, kreeg zyn vaarwel een veel drogeren en
kouderen klank dan by bedoeld had.
De lombardhouder ging ia zyn kantoor,
maar hy nam het briefje niet van de deur,
en toen het vyf uren had geslagen, deed hy
de deur ook nog niet open. Hy stond aan
zyn ouden, wankelenden lessenaar en staarde
op de tallooze inktvlekken op de klap er van,
totdat ze voor zyn oogen ineenvlooiden tot
allerlei leeiyke beelden, en twee warmo tranoa
op zyn gerimpelde handen rolden.
V.
In de eerste dagen van November had Marga-
reta Willisen terecht gestaan. Nu was het reeda
de vyftiende Mei van het volgende jaar.
In zyn mooi ingerichte studeerkamer zat
Ruclolf Imberg gebogen over een ly vig dossier,
dat hjj zper aandachtig las. Sedert een paar
maanden was hy de compagnon van z\]n tion
jaar ouderen vriend, advocaat Volkmar.
(Wordt vervolgd,)