MENGELWERK. NIEUWKOOP. m m 9 m m m Do wederwaardigheden der Trouw. VEBIIUISDw 't Is toch zonde zoo'n woning to verlaten", zegt een bewoonster van het hofje, kijkend nar.r het leege huisje, waarvoor zij met een paar buurvrouwen staat te praten. ,,Och, je hebt altijd menschen, tiio nooit tevreden bennen", antwoordt een der tocge- 8prokenen. ,,Een winkeltje gaan opzetten, als je je ouden dag hier kunt doorbrengen, hoe haalt het schepsel het in haar hoofd P' ,,U moet donken, ze heeft altijd dat win keltje gehouden, vroeger1', zegt do derde, „misschien verveelde ze der eigen hier." „Je zou zeggen", begint weer de eerste hoofd schuddend, terwijl ze welbehaaglijk kijkt naar den mooien kastanjeboom, het heldere klin kerstraatje, de bloempotten voor al de ven sters, alles overgoten door warmen zonne schijn. ,Nou, maar ze was wonderlijk de laatsto da gen; ik geloof, dat het baar na den dood van haar zoon hier scheelde", en de spreekster tikt met den wijsvinger op het voorhoofd. ,>Mensch, praat me daar niet van. Van dien jongen heeft ze niks dan verdriet beleefd. Het laatst in de Oost, scheen hij beter op to passen, daarvan niet. Maar hier wou hij niet deugen; zijn vrouw heeft er ook van gelust." „Dat zal waar zijn. Ze was blij, toen ze van hem af wa6. Zoo'n heldere, oppassende vrouw het was nog jammer. Ik heb ze goed gekend." ,Ib 't waar? Ja, ik zeg toch maar, zoo'n vent heeft heel wat op zijn geweten." „Zijn moeder moet nog blij zijn, dat hij dood is op den koop toe." „Nou ja, maar je kind is je kind." Met deze wijsgeerige opmerking neemt een der babbe- laarsters den emmer op, dien zo onder het praten heeft neergezet, de andere haar mand je met boodschappen, en de dorde gaat voort haar bloemen tc begieten, nadat ze vooraf een afscheidsgroet mot elkander hebben gewis seld En de oude vrouw? Daar zit ze, alleen in de "donkere kamer ach ter haar winkeltje. Ze denkt aan den groe nen kastanjeboom, hier, waar ze geen blaadje groen kan zien; ze vraagt zich af of haar bloe metjes wel tieren zullen in het nauwe straatje, waar bijna geen zon schijnt. Maar wat maalt zo er om, als er maar klantjes komen en ze zooveel mogelijk geld verdient. Het winkeltje is verloopen sinds ze het vroeger had. Nu spijt het haar, dat ze het maar niet heeft aangehouden. Och, maar ze was indertijd zoo bbj, dat ze rust kreeg en ei in het nette hofje een plaats open kwam. Ze zucht en ze peinst, terwijl ze rondkijkt in de omgeving, die haar vreemd is geworden, en die haar nu toch telkens meer bekend, meer eigen voorkomt Zo heeft er zoovcol jaren ge sleten. Kijk, kijk, daar was zoowaar nog de bree ds kerf in het hout van don deurpost. Jan had die als kind er in gemaakt, omdat bij hout wou hebben om er wat. van tc snijden. Ondeugend ja, dat was het. Hij had op die manier meer vernield in huis. En hetzelfde behang nog, waarmee hij do kamer netjes gemaakt had, toen ze een poos in het ziekenhuis was geweest. Zoo'n goede jongen. Zelf had hij het bedacht en rollen papier gekocht, om haar te verrassen bij haar thuiskomst. Hij was toen op den winkel bij baas Gorsen, wat een tij 1 geleden alOch ja, met dien baas had hij het niet al te best ge troffen, hij leerde er niet veel goeds. Niet wat zijn vak aanbelangt, daarvan zou ze niets zeg gen, maar de grond werd er gelegd voor vloe ken en drinken. En wat een spijt hij had, als ze hem daarover onderhield. Ze zag nog hoe hij met de vuist op de tafel sloeg, en zo hoor de zijn betuiging, dat hij het laten zou, om moeder. Maar och, hij wa-s zoo zwak, zoo mee gaand van natuur. Hij had zoo'n moeite mek djn eigen, om zijn woord te houden. En toch altijd weer zag ze, hoe welgemeend zijn be rouw was, als hij zich had laten meesleepeü. En een heelen tijd hielJ hij zich dan weer goed. Hoe ouder hij werd, hoe beter het ging, maar moeder wist ook, hoo ze do hand aan hem houden moest. Ze hoofde soms niks te zeggen en hem alleen maar aan te kijken, dan kon ze alles van hem gedaan krijgen. Had hij maar niet zoo jong verkocring, of i. Nieuwkoops natirarschoon. Kent men Nieuwkoop? Toch dienen alle lieden der kunst hot te kennen, want de Haagscho kunstschilder Weissembruch mocht, nog voor weinig tyds, te Parijs roem on fortuin behalen met zijn .stukken, die Nieuwkoops omgeving voor stelden. Dus heeft Nieuwkoop zulk prachtig natuur schoon? Distinguomon moet onderscheid maken. Iemand, die, by uitstek, het geordende natuurschoon bemint, zooals prachtige lanen, mooie villa's, heuvelen en bosschen om in to ryden of muziek te hooren, neen, hy moet nimmer van Leiden naar Zwammerdam sporen of varen, om na een uur gaans in Nieuwkoop ie komen. Yoor hem kan beter dienen Wasse naar en het Haagsche Bosch, de omstreken 'tan Haarlem of Arnhom, Noordwykerhout, enz. Nu ja, zal men zeggen, maar wat geeft Nieuwkoop dan? Nieuwkoop geoft nog iets anders: het gehool-woeste, het onbegrensde en onbewerkte dor natuur. Het zy aan schryver dezes vergund, hiervan een klein schetsje te geven. Nauwelyks dan komt ge van Zwammerdam In Nieuwkoops nabyheid wel te verstaan by zomerdag of in den vroegen herfst of, uren wyd, strokken zich voor uw oog de zoo- genaamde „kraggon of zuddens1' uit, dat wil zeggenop manshoogte wuiven bosschen van de fraaiste bruine rietpluimen op hun gele stengels tot aan den horizont Ge zaagt wel eens, myn lozer, een korenveld golven onder den adem der luwe zomerwinden. Welnu stol u dit duizendmaal grooter en schooner voor en ge hebt eenlg idee van de hier bedoelde een andere vrouw gekregen. En ze dacht nog al, dat het niet kwaad wae als hij jong trouw de; dat zou hem op het rechte pad honden. Die vrouw kon ze niet luchten of trien. Je mag aan niemand kwaad toewenschen maar anders En zoo op het oog allee lie vigheid; waa xo laatst niet .naar haar toege komen, om te vragen hoe het haar ging? Sinds zij en Jan gescheiden waren, sprak ze haar natuurlijk niet meer. En de menschen vonden het zoo mooi van Jane, dat se toonde niet haatdragend te .zijn. Een mooi ding. Niet haatdragend. Had dj Jan soms niet ongelukkig gemaakt? Ja, se was knap en proper en zuinig en al wat je wilt, zo hield den boel goed bij elkaar. Maar met dit al, se was geen goede vrouw voor J an geweest. Ze had niet genoeg, niet zooveel als hec kon, van hem gehouden. Zou ze an ders niot moer door de vingers hebben gezien, en hem met een zoet lipdje aan huis hebben gebonden, in plaats van op te stuiven en uit te varen als hij eens wat gedronken had Zie, daar had ze nou gisteren in de kerk aan gedacht, toen do dominee sprak van de liefde. Hoe wae het ook weer? Haar geheu gen liet haar tegenwooidig dikwijls in den steek. Ze moest het even opzoeken.- Langzaam en ietwat gebogen loopt ze op het kastje toe, waar haar kerkboek ligt. En dan met den bril op, terwijl de rimpelige ge- Ie vinger de woorden volgt, leest ze halfluid: „De liofdo is lankmoedig zij wordt niet verbitterd ze verdraagt alle dingen Zie je, daar hadt jo ncL Zoo was Jane niet. Neen, als zij hem maar beter gevat had.... lingelingl Het winkelbelletje klinkt. Zo schrikt op, en gaat dan met sloffenden tred den winkel binnen- Het wil niet vlot meer, do klanten te bedienen. Sommigen worden zoo gauw ongeduldig, als ze niet dadelijk vindt wat er gevraagd wordt. En dan het geld uitrekenen, het kost hoe langer zoo meer moeite. Och, ze is nog wel zoo oud niet, zes tig pas, maar ze heeft oen boel zorg gehad in haar leven. Afijn, het zal wel weer wennen. Het moet nou eenmaal, en ze wil het doen ook. Maar waarover was ze ook weer aan het prakkezeeren zooeven? Straks was ze ge schrikt van het winkelbcUetje. Hoe kv/aui dat ook? Juist, nou wai zc ci. Ineens had dit geluid haar herinnerd aan een avond, toen ze in ditzelfde kamertje zat. En daar was J an binnengekomen. Ze had hei wel gemerkt, dat hij wat op had, maar zo was nog meer go- schrikt van zijn wilde oogen en van zijn stem, toen hij vertelde, dat Jane de deur had dicht gesloten en gezegd, dat als hij zoo thuis kwam hij maar naar moeder meest gaan. Zoo'n mcnsch, zoo'n wijf 1 denkt zo, nu nog diep verontwaardigd over het gedrag harer schoondochter. En toch had hij toen geen kwaad van haar willen hooren, en moeder den mond gesnoerd met een: „Alla, moeder, zwijg er maar over." Maar toen het weer eens voorkwam, en Ja ne hem met vcrwijtingen overlaadde, werd Jan er balsturig tegen in Moeder had zoo'n tooneel wel eens bijgewoond. Soms had ze ge dacht, dat het nog wel terecht zou komen. Het was een lust om te zien, zooals zc het er een avond aantrof, toen zc bij hen was. De boel was netjes aan kant, het vrouwtje zat aan de glimmende tafel mot het theeblaadje voor zich te breien, Jan mot een tevreden gezicht bezig hout to snijden, zijn liefhebberij als hij thuis was. Zc had er wezenlijk plezier in. En daar opeens krijgt Janc het in haar hoofd, iets te zeggen, een schampscheut of een hatelijkheid, over Jans gedrag dat het zijn gewoonte niet was, roo rustig thuis te zitten, en of hij niet uit moest of zoo iets en daar smijt Jan het hout ojj den grond, loopt de deur uit en komt niet meer terug Wie had er nu Bchuld, dat hec tusschen die twee niet meer terecht kwam? vraagt moeder zich af. Aan twist en standje geen gebrek, J an hoe langer zoo meer aan 't drinken, en daardoor steeds vaker buiten werk. Och, och, het ver driet, dat ze er van had, ioen hij steeds dieper zonk 1 Soms kwam hij hij haar zijn leed nog wel eens uitschreien. En hij gooide niet üe schuld van zich af, hij vroeg telkens om verge ving net als toen hij nog een kind was. En later die ruzie met zijn vrouw, zoodat de buren er bij te pas moesten komen. Ze wordt er nog miserabel van als zo er aan denkt. Ja, Nu zult ge zeggen: dit moet op zichzelf toch zekere eentonigheid geven. Ik antwoord u: dit zoude ook zoo zyn, Indien niet de waterpartyen en de rykdom der moeras flora do rietpluimen afwisselden. Behalve honderd tallen van vischryke slooten, stroomon, vyvers, poelen en watorsloppen, welke in de grilligste lynen tusschen de kraggen henenloopen, vindt ge hier twee malen een meer, den zoogenaam- den Noorderpolder en „de "Woute." O, wanneer uw zeilbootje daar by zomerdag op die uren- wyde watervlakken met zwierenden wimpel onder den blauwen hemel henenschiet, dan schynen de verre oevers in hun tooi van allerlei hoogopschietendo waterplanten, als met zoomen van guirlandes omgeven, terwyi aan de andere zyde, nu eens do schilderaehtig- gelegen korenmolen, dan weer de prachtige Smt-Maartonakork van Noorden, of de oude kasteeltoren van Nieuwkoop het hoofd uit alle die groenbosschen omhoogbeuron. In die meren of polders ontmoet ge daarenbovon eilandjes, welke tot schiethutten der jagors dienon. Zulke eilandjes zyn breed en woest omgrooid met festoenen van wilde augurkonplanton, met ge- heelo heggen van braamstruiken, met hoog slingerwerk van wit en blauw klimop, met roode bessontakken, en dat alles zoo vol en zwierig, dat geen kunstmatig-aangelegd prlêel het van deze natuar-hermltages winnen kan. En dan voorts, schier overal, waar aan de oevers of in de poolen zich de zilveren wilge bladen en het altoos uitbottend rysgowas tusschen riet of ruigte opkruipt, of waar een lage akker in het water schiet, daar bloeien In die wateren zulke massa's van witte en licirtroode waterleliën en hooggele wegeblads- - bloemen, dat do stengels dier planten uhefc varen, hier en daar, vlakweg belemmeren. "Welnu, is dit alles nu schoon of niet? Zeker, wy herhalen nogmaals, dat al dit natuurschoon in het nay aar afvriest ea weggesneden wordt, wjl Jan had er heel slecht aan gedaan, daarvan niet, de buron hadden gelijk; en ze zeiden, dat Jane niet terugsloeg, zooals een ander zou gedaan hebben. Juistement. Maar Jane kon hem toch 200 treiteren, dat haar zelf soms de vingers jeukten om haar eens door elkaar ce schudden. Het duurde net zoo xang, tot hij haar cffec- tfcief mishandelde, en toen zijn ze gescheiden. En met al die narigheid, die hij haar had aangedaan, was ze toch zooveel van hem blij ven houden. Wat een verdriet, toen' hij zei, dat hij als koloniaal dienst wou nemen voor de Oost. Dien dag zou ze nier- licht vergoten, toen hij wegging. Ze had nogal do brieven, dio hij haar ge schreven had. Veel waren het er niet, maar zie je, een brief schrijven doe je ook maar niet, alsof je oen boterham eet, daar weet ze zelf alles van. En dat hij hot toen tot sergeant gebracht heeft. Heerlijk is het, dat is waar. Och, en over dat kind, dat hij had, daarover kon hij zoo mooi schrijven. Van de moeder wist ze niet veel, zoo'n bruine was het^ of zwart, zoo als ze alcijd vertellen, maar die was ook ge storven, toen het kind kwam. Dat hij altijd aan zijn eigen moeder dacht als hij met dat kind was, schreef hij; ze heette net zooals zij. En nou ze gemeend had dat kind* dat groot moeder tegen haar zeggen zou^ misschien' nooio te zien, daar hadze het zoowaar bij zich gekregen. Want in den brief dien hij schreef in het hospitaa^, daar yiöeg hij in, of moeder voor zijn kloine meid wou zorgen, waar hij zoo dol op waa. Moeder zou ook veel van haar houden, zoo lief en zoo zacht van hu mour was ze. En nou was hij dood. Het is do laatste brief, dien ze van hem gekregeD heeft. Ze moet dien nog eens lezen. En in de bovenste lade van de chiffonnière grabbelt ze om tusschen da jnerk- waardige papieren, daarin bewaard, het schrijven van haar jongen .te zoeken. Daar heeft ze het, en weer, met den bril op, spelt ze één voor één de letters dor woorden, die ze toch van buiten kent. Dan laat ze den brief zinken, en zo mijmert verder. Wat zou ze anders gedaan hebben dan zich suf te denken wat ze met dat schaap zou aan vangen als het kwam? Het in het weeshuis laten gaan als ze wist, wat J an het liefste wou Neen, dan kende men naar niet l En toen op eens was haar het winkeltje tc binnen gescho ten, waar do vrouw, dio er in was, wel weer af wou. En dat was gelukt ook. Ze had er maar niet veel woorden over vuil gemaakt in het hofje. Ze zouden misschien nog .maar zeg gen, dat ze wel gek leek-zich dat kind aan te trekken. En mogelijk zouden ze lachen om een kind, dat bruin was. Ja, dat zouden ze wel laten, het kind van haar jongen 1 Maar zor gen er voor zou ze, al moest ze zich er lam voor werken. Ze hoopt maar, dat Jan tevreden over haar zal zijn. Zou hij misschien niet uit den Hen.ol op haar neerzien?.... Ja, als dat kan, dan zal hij zeker in zijn schik zijn. En er glijdt opeens een glimlach over haar vervallen gelaat, als ze denkt- aan de blijdschap, die ze dienzelfden morgen ge voeld heeft, toen de kleine meid uit school kwam. Ze bracht een boekje mee als belooning voor vlijt en goed gedrag Dat stond er in go- schreven. JoDgen, jongen, het was toch aar dig. En zooals het kind haar gekust had, met dc armen om haar hals, omdat ze zelf zoo blij was Als grootmoeder aan dit alles denkt is het, alsof ze, in plaats van de lage bruine zolde ring, den groenen kastanjeboom van het hof je vroolijk ziet wuiven, alsof om haar heen al de kleurige bloemen van daarginds bloei en, en of hetzelfde warme zonlicht, dat het klinkerstraatje beseheen, door de donkere binnenkamer stroomt. UITLOTINGEN. Oostonrykache loten van 1864, Trekking 1 Ootober. Betaalbaar 81 Decern1 er. 8e io 1838 No. 5 kr. 6S000 Serie 3850 No. 0kr.4200 2371 43 10600 824 11 2100 463 43 m 4200 1050 21 2100 1041 28 4200 2786 1 2100 2770 m 10 B 4200 2950 4 2100 2797 w B0 4200 m 8202 3 B 2100 Theisdoton 4 pCL. a 11. 100 ran 1880. Trekking 1 Ootober. Betaalbaar 2 Jauoari 1902. 30 eerieêo j 57 777 1404 1923 2222 2964 32-15 3299 8670 4160 69 1133 1619 1984 2310 3008 8272 8890 8728 4239 276 1161 1668 1999 2418 3200 8290 3428 8949 4346 637 1232 1808 2050 2723 3206 riet en ruig zeer kostbaar zyn voor do bloemis ten en dakbedekkers, en alsdan ziet men in Nieuwkoop en Noordon dus niet anders dan nevel, afgeknotte stengels, water en nog eens water zonder sier of zonder heoriykheid. Maar wie in den zomer en thans nog by het schoone herfstlicht, alle Nieuwkoops waterpartyen daar overvuld en overgroeid ziet, uren ver, met een onvergelykelyke weelde van Flora, hou- schelyk, hy zal het Eldorado noemen voor de schilders en dichters. Maar misschien geeft gy, myn lezer, (al is het sohier niot te verwachten) om dat „xooeste groenniemendal. Welnu, dan is or do fauna nog, de dieren wereld. Ook dezo is in Nieuwkoops Oer-streek, vreemdsoortig genoeg. Laat ik u weder een paar voorbeelden mogen aanbieden. Ik stel my voor: ge zyt voor oen poosje, inwoner van het dorp. Aan de voorzyde van uw woning nu reikt uw gebied, met een brug of loopplank over de wetering tot aan de dorpsstraat on daar passeeren de dorpelingen en vreemdelingen. Maar aan de achterzijde van uw huis ligt een tuin. Welnu, die tuin reikt reeds in de groote, "woeste waterwereld, en als gy nu ln de late lente, dien tuin eens doorwandelt eh ten einde gaat, zie, dan nestelen daar zoowaar, tusschen de riet-aan wassen on het ryshoüt der oevers, de schuwe waterhoenders. Ja, het kan op zomeravond gebeuren, dat ge een geheel schooltje van kuikentjes daar ziet plassen en duiken, tot.... eensklaps een vratige muÜ naar een dier beestjes komt happen. Dat was, met uw welmeenen, een vervaariyk-groote snoekEen visehmaaltje toch ia hier voor u wel altoos op te halen. Een andermaal wandelt gfl, dea avonds, na een zonnigen dag, in de lommerryke Kerk straat 0i mogeiyk wel op het boogbegroeide Seri) 8728 No. 98 kr. 160000 Serie 8290 No. 48 kr. 2000 1161 4 2000 S570 47 2000 1984 34 2000 4846 30 2000 Allo overige nu mm ere, in bovenetaande eeriecn verval, mei 240 Lr. KECXAUES, a 40 Cents por regel. r- De rol, die de vrouw in het leven speelt, ie de schoonste en de edelste. Haar werk is by na goddeiyk, daar zy schept. Zy voedt hen, die op hun beurt het ras moeten vereeuwigen. Opdat de nakomelingschap sterk zy, is het noodzakeiyk, dat de vrouw zelve gezond en krachtig zy. Maar helaas I Hot is slechts te zeker, dat de conditiën van het loven, vooral in de groote steden, tot dat doel niet gunstig zyn. Is het grootste gedeelte dor vrouwen niet ziekeiyk? Als jong meisje, heeft zy arm bloed gehad; vrouw geworden zynde, is haar gezondheid veranderd. Indien zy in den beginne haar bloed verrijkt had, indien zy zich door een krach tigen hersteller versterkt had, ware dit beter geweeBt Maar ik moet het zeggen, het is nimmer te laat er met kracht tegen in to gaan. Men kent heden ten dage de waarde dor Pink-pülen van Dr. Williams om de geschokte gezondheid der vrouw te herstellen, die door .ziekton, haar geslacht eigen, is aangetast. Men moet niet aarzelen zo te gobruiken. Zy zullen de werkingen herstellen en regelen. Elke ver zwakte, bloedarmoedige, bleekzuchtige zelfs aan rheumatiek ïydende vrouw moet er gebruik van maken, want de Pink-pillen zyn een machtige hersteller van het bloed, versterker der zenuwen. Een treffend schrijven ontvingen wy van den heer Chr. van der Burght, mr. timmerman te Dinteloord, Noordbrabant: omtrent den toe stand van myn vrouw kan ik U niet anders melden als dat de Pink-pillen van dr. Williams uitstekend hebben gewerkt met dat gevolg, dat het, naast God, het behoud ls van haar leven en gezondheid. Aan onzen verslaggever verhaalde de patiënte zelve by zjjn bezoek, dat zy sedert 15 jaren lydende was geweest aan hevige waterzucht, Tan lieverlede was het begonnen met de opzwelling der voeten en beenen. De eetlust was slecht en kon alleen de spysvertering regelen met eenige Bcavuline pillen. Bovendien teisterden haar maagkram pen, steken in de zyde, van tyd tot tyd kort ademig, flauwten, slechte slaap, akelige droo- men, voortdurend koud gevoel in de knieën, ziehier in korte woorden waaraan ik Bedert 16 jaren als een martelares geleden heb, en thans gevoel ik my geiyk myn man geschre ven heeft, wy zyn den uitvinder duizendmaal dankbaar en U kunthet gerust bekendmaken, want ik begon reeds aan de toekomst te wanhopen. Prys ƒ1.75 de doos; ƒ9.— per 0 doozen. Verkrijgbaar by J. H. L Snabileé, Steiger 27, Botterdam, hoofddepothouder voor Nederland, en apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrygbaar voor Leidon en Om streken by Reyst Kbak, Drogeryon, Bees tenmarkt Wyk 5 No. 41, en J. H. Dijkhuis, drogeryon, Hoogstraat No. 5. 8818 64 Gemengd Nieuw^ TJit Weesp wordt aan „De N. 0.° geschreven Er 1b weder eens een bedriegiyk gebruik gemaakt van nagemaakte bankbiljetten (zooge naamde sigarenbons). De gemeonte-ontvanger te Woesp had het driemaandeiyksch salaris van den gemeente geneesheer aan don etadhuisbode ter hand gesteld. Deze legde dat geld eenigen tyd in zyn hulskamer op een tafel en bracht hot later naar zyn bestemming. Toon echter de geneesheer het geld nazag, bleek, dat in plaats van oen bankbiljet van 100, eon slgarenbon voor 100 sigaren zich onder hot geld bevond. Onmiddeliyk werd een onderzoek ingesteld, en weldra bleek, dat een jongmensch, O., uit Amsterdam, die veel by den gemeentebodo komt, het echte voor een nagomaakt biljet verwisseld had. Proces-verbaal is opgemaakt. De schuld ligta an den bevelheb- ber. Dc muiterij, die dezer dagen aan boord van den Duitschen kruiser „Gazelle" uitbrak, is te wijten aan de onverdraaglijke etreng- Meye-pad, en ge keuvelt naar hartelust met de vriendeiyko menschen, die hier tehuisbe- hooren. Maar,wat is dat een vreemd en onderaardsch geluid, hetwelk dof en als drei gend, nren ver schynt voort te gaan? Hier zyn wel verzonkene bosschen gevonden, maar toch nooit vulkanische stoffen Hier loopt wol een weggezonken dyk, van den Korenmolen of onder den Noorderpolder door, maar hier kan toch geen aardbeving.... Och, goede vriend, laat al uwe gissingen maar rusten en vraag, terwyi het vreemde geluid alweer zoo ruw en angstig klinkt, aan den Nieuwkooper aan uwe zyde, eenvoudig wat er gaande is. De roerdomp rocptt zoo zegt hy ten antwoord. En nu ja, valt het u ln, hoe ge wel eens iets gelezen hebt van de allervreemdste wyze, waarop deze sterke vogel, met den snavel in of op het water geplaatst, zyn wonderlyk brulgeluid, op zeer verren afstand kan doen hooren. Ja, misschien valt u nog wel meer in. Als immers in de heilige bedreigingen van Israöls profeten, de aanstaande ondergang van rpien of steden, namens Jehova werd aangekondigd, dan werd er, om de grooto eenzaamheid en verlatenheid, die op zulke plaatsen komen ging, vol aangrijpende teekening gezegd: „De roerdomp en de nachtuil zullen er op de vensters roepen". Of ge dus ook de vogelen der woeste eenzaamheid in Nieuwkoop ontmoet. Maar nog een anderen keer gaat ge in het voorjaar eieren zoeken in de vogelnesten. En gy vindt ze in menigte. Ge vindt een tiental eieren ln het nest der zoogenaamde koeten of zwarte kleine zwemvogels, die steeds met den kop-knikkende, en altoos in zwermen ver- eenigd, hier nog rietwateren bewonen. Hoe schoon is dat nest, als een op- en neergaand mandje beneden aan de rietstengels vastge- hecht, en bet was voor u in de eindelooze Sofinias ©f Sophooja H. 14, beid van den commandant, kapitein Loo Neitzke. Bij hem was de discipline ontaard in noodclooze plagerijen (n krenkingen, geen', zeldzaamheid trouwens in het Duitsche leger en op de Duitsche vloot. De matrozen van de „Gazelle" worden tot bet uiterste gebracht^ Zij schreven op hutten, sloepen en verschan- singen „Weg met Leo 1" en uitrpen ten laat- sto de sluitstukken der kanc. .nen over boord. Kapitein Neitzke is door den Keizer, die zeer verstoord ia over zijn gedrag, op non- activiteit gesteld. Zijn ontslag uit den dienst zal zeker niet lang uitblijven. Ook een zendeling! Dinsdag zijn to Liverpool zekere Keet, uit Britech-In- dië wedergekeerd zendeling, en zijn huishoud ster tot drie maanden gevangenis veroordeeld wegens het stelen van teddegoed Keet was laatstelijk handwaarzegger cn hoofdknobbel- betaster van ambacht, maar dit bracht, ter, eere der Livcrpoolsche burgerij zij 't gezegd, zoo weinig op, dat de huishoudster zich als dienstbode verhuurde en dekens kaapte, die zij verpandde. De pandbriefjes echter had Keet in bewaring. Over spoorwegongelukken spre kende in een congres van spoorwegbeambten: j Dinsdag te Londen geopend, constateerde het parlementslid Bell, dat er in afgeloopen jaar 631 spoorwegbeambten omgekomen en bijna 16,000 gekwetst waren aanmerkelijk hooger cijfers dan vroeger. Do spreker klaag- de dat evenwel de maatschappijen ten aanzienf van veiligheidsmaatregelen zich onverschillig j toonden. Harerzijds heeft de regeering het lo 1 volhandig met andere zaken. Men zal echter oordeelen dat een bond van 62,000 leden mot bijna 250,000 p. et. in aas, op dit punt zelf een geduchten invloed zou kunnen doen gel den. Go vechtmct .9 troopers. In een woud bij Sagan, Silezië, is een boschwachter 'door negen wilddieven overvallen. Hij lcgdo er drie van neder en wondde twee, de anderen koozen toen het hazenpad. De wakker bosck- wachter kwam er met lichte verwondingen af., Het honorarium vr.n Weber's „Freischiitz". De „Frankf. Zeitung" bcva: een belangrijk artikel vanHerm. Erler over bet honorarium dat Weber voor zijn „Frcischütz" ontving, en een tot heden ongedrukten brief van dc wedu- j we van den componist (Caroline Weber) aan1 Meyerbeer, waarin zij in m om raad vraagt en 2ich sterk beklaagt over de inhaligheid der. uitgevers Schlesinger te Berlijn, die aan We ber yoor zijn opera slechte 40 Friedrichs d'or betaalden en hoewel zij er schatten mede ver dienden, later geen penning meer bij dat be- drag wilden voegen, zelfs niet bij den tweeden druk waarvoor mevr. Weber nog wel het oor- spronkelijk manuscript ter vergelijking 'af-j Btond. Wel beloofde de zoon van Schlesinger toen hij aan het hoofd der firma kwam, verbaasd over het gering honorarium, dat Weber had ontvangen, daaraan tegemoet te komen, doch het bleef bij eene belofte Alleen stelde hij een' jaar later aan mevr. Weber voor het recht van; alle partituren van Weber's opera's met een privilege van 25 jaar voor 1000 thaler te koopen, doch dan moesten de oorspronkelijke manuscripten zijn eigendom worden. Dit weigerde mevr. Weber, hoe noodig zij- dat geld ook had. Maar vraagt zij Meyerbeer nu moet iK nu ook maar afstand doen van mijn recht op het honorarium voor de herdrukken Liever had ik niets meer met de heeren Schlesinger^ die zoo onbetrouwbaar zijn en nooit de waar-\ heid spreken, te maken. Maar mag ik mijnjj zoon en zijn nakomelingen daardoor benadec-t lonl i Daar de oorspronkelijke partitie van „Eury- I anthe" door Weber's zoon Max Maria aan de j keizerlijke bibliotheek te St.-Petersburg is ge- ,j schonken en die van „Der Freischütz" zich in1 de koninkh bibliotheek te Berlijn bevindt, dat a mevr. Weber in haar weigering heeft volhard J en dat het wel bij het schrale eerste honoro- rium van 220 thaler zal zijn gebleven. In een brief van 1812 beklaagde Weber zich! I reeds dat Berlijn nog geen flinken muziekkan- j del bevat en dat hij hoopt da* de phs opge- T richto zaak van Schlesinger die veel goeds beloofde in die leemte zou voorzien. Een pendant van dit honorarium is dat Voor „Lohengrin" door Breitkopf und Har- tel betaald, dat slechts 200 thaler bedroeg. rietzudden hieraan te erkennen, dat eene kleine) party rietstengelsten afdak waren omgetrokken. 1 Meermalen vindt ge op lage, afgeknotte wilgenl de vervaariyk-groote nesten van den blauwen i reiger. Evenzoo kunt ge de kievitseieren of die j der wilde eenden aan de kanten van een lagea; turfakkor bemöesteren. Maar, hoe u verder' over de namen vp.ii al de hier nestelende vogels voor te lichten? Want wat zal toch., de eigenlijke naam wel wezen van den grooteri roofvogel, die hier nevens sperwers, uilen ou» zandduikers voorkomt, en onder de Nieuw-"] koopers een „Wuubbe" wordt geheeton? Watj de naam van het kleine rietzangertje, dat' naast bessendiefjes, gluipertjes en rietvinkjes; den naam draagt van Karrekiekje?Ik^ vorklaar gaarne, u niet verder ten gids tej kunnen strekken. Maar uit lietgoen ik ti! schetsen mocht, zult ge, hoop ik, toch reedaj deze overtuiging hebhon meegenomener ligt' op een paar uur afstands van onze sleutel-'] stad, te Nieuwkoop, nog een woreld vol van' oorspronkeiyke, woeste natuurschoonheid. De) lieden, die ginds in den Eollandschen Leeuuï} en in het Vliegende Paard op keurige wyzej een reiziger weten te ontvangen, kunnen u] verdere inlichtingen gevon. Toch heeft Nieuwkoop nog andere groot heden. Nu ge grootendeels de omstreken van) dat plaatsje kent, wilt ge misschien de goed^S heid hebben, van ook zyn zeer roemrykej interessante historie wel eens kort en boeiendj te lezen. Laten wy dan hierop scheiden, da^ ge Nieuwkoop's historie nog van my te goa' houdt, terwyi lk u dank voor do reeds g< schonkene attentie, en wy te zamen het LeidscM Dagblad onzen dank brengen voor de verleend^ plaatsruimte. P. M. Bots, rector emer. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6