If. 12749 Maandag 1.6 September. A®. I90t feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fan- en feestdagen, uitgegeven. ft'ed.-Zuidafrikaansche Verecoiging. Leiden, 16 September. YVONR5E. n> PRIJS DEZER COURANT* maandon I I 'Voor Loidcn por 8 maaudon J 6 5 S j 5 I I F f Ï-W-), "Buiten Leidon, per loopor en waar agonten gevestigd zyn 0 1.80 i Franco per post i i 2 1.65-', PBIJS DEB ADVEBTEETIENTr Van 1-6 rogela 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grooter» lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Af dealing Leiden en Omstreken De opbrengst der Scbaalcollocte ten behoeve der Boerenvrouwen en -kinderen in Zuid-Afrika bedraagt ruim f 2700. Morgen zal het juiste; cyfor bekendgemaakt worden. De commissie, aangenaam verrast door het hooge cyfer der ingekomen geldon, betuigt haar wolgemeenden dank voor do offervaardigheid door alle Inge zetenen van Lelden, van den ryksto tot den minst bedoelde, betoond. Mocht door een onwillekeurig verzuim in de wljkverdeeling een etraat of gracht, of door afwezigheid een bijzonder persoon zyn overgeslagen, dan zullen de Secretaris (Dr. J. W. Muller, Hooglandsche Korkgracht No. 22) en da Penningmeester (Dr. D. C. Hessoling, Zoeterwoudsche Singel 41)' gaarne in de eerstvolgende dagen nakomend© giften voor het doel In ontvangst nemen. Ontvangen by den PenningmeesterZoeter-- woudsche Singel 41: Door bemiddeling van het Leidsch Dagbladu Voor do Boeren en bun vrouwen en kinderen van Anonimusf 4.50 Van R. en G. by afwezigheid toen de collecte kwamf 1. Opgehaald in de groene pot van Oom Plet op tante Suze's verjaardag voor de kogelvrije Boerenf 0.86s Gecollecteerd op de receptie van Dirk en Trtfntjof 0.71 Opbrengst van een doosjo mot Klarinet- rietjes f 0.60 Opgobaald by de familie W. L. voor do Boeren in do concentratiekampen f 0.50 Gecollecteerd door Alida op den verjaardag, van Jaantje omdat Simon zoo mooi van Plet Hein gezongen heeftf 0.40 Bydragon kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester of aan het. Bureel van dit Blad. In voldoening aan art. 80 der wet op het Hooger Onderwys droeg heden in het groot auditorium van het academiegebouw de waar nemende roctor-magnificus dr. C. P. Tiele in het oponbaar het rectoraat over aan don- opvolgenden rector, mr. H. van der Hoeven, na vooraf een overzicht to hebben gegeven van de lotgevallen dor universiteit in het jffgeloopen jaar. Spreker begon met te herinneren, dat hy nu voor de twoede maal geroepen werd de taak van een overleden rector te ver vullen, nu tweo jaren geleden in de plaats van prof. CoByn, die tegen het eind, thans van prof. Van Iterson, die in het midden van zyn rectoraat bezweek. Een droevige taak, ook omdat het afgeloopen academisch jaar wel een rampjaar mocht lieeten. Gelukkig bleof het collego van curatoren ongeschonden. Curator prof. Bosscha hersteiue geheel van de ziekte, die velen bezorgd maakte. En wy wenschon allen, dat niet alleen hy, maar ook al zyn ambtgonooten, wien het belang en de bloei der hoogeschool zoo na ter harte gaan, nog lang gespaard biyven. Daarentegen leed de universiteit zware ver liezen door den dood van mannen als Siegen- beek van Heukelom, van Iterson, Van der Lith en Ten Brink. Met enkele trekken werd nu elk dezor diep betreurde mannen door den spreker ge schetst: Van Heukelom als een zeldzaam geleerde, een man van karakter en oor- spronkeiykheid, de hoogste autoriteit in de gerechteiyke geneeskunde, die ook als patho loog-anatoom den goeden naam vanhetBoer- have laboratorium en van onze hoogeschool ophield en in het buitenland verbreidde; Van Iterson als niet minder een man van karakter, dooh wiens studie uitsluitend op de praktyk was gericht, als heelmeester en leermeester steeds moester van zichzelf en daardoor meester in al zyn werk; Van der Lith bewonderenswaardig om zyn werkkracht in weerwil eener zwakke gezondheid, zyn encyclopedische kennis verspreidend in tal van geschriften en altyd gereed by eigen omvangry- ken arbeid met groote welwillendheid nog de taak van anderen op zloh te nemen; Jan ton Brink eindeiyk, ook een onvermoeid werker, uitmuntend docent, van aanlog meer letter kundige dan geschiedvorscher, zich altyd gevende zooals hij was, met al zyn eigen aardigheden en daarom in zyn goede eigen schappen van hoofd en hart oorst recht ge- waardoerd door die hom kenden van naby. Mot Innig meegovoel herdacht spr. daarby do treurende echtgenooton en kindoren. Daarna lichtte hy een woord van wolkom tot de hoogleeraren dis, G. C. van Walsem en J. A. Korte weg, dio de plaatsen van Van Heukelom en Van Iterson reeds hebben Inge nomen, en uitte zyn blydscbap, dat mr. C. van Vollenhoven, die eerst na de vacantio zyn ambt aal aanvaarden, in de plaats y?d V?sr der Lith was benoemd. Nu volgde een harteiyko toespraak tot den hoogleoraar dr. J. M. van Bemmelen, die te geiyk met spreker, zyn vriend van het Leidsch gymnasium af, wegens 70-jacigen leeftyd moest aftreden. Hy sprak zyn vrougde uit, dat Van Bemmelen nog mocht werkzaam biy ven als secretaris van het Universiteitsfonds, waarvan hy de ziel is. Ook noemde hy hot een voorrecht, dat zy elk een hunner uitstoken date leerlingen tot hun opvolgers zagen aangewezen, dr. W. Brede Kristensen, lector in do ge schiedenis der godsdiensten te KrisLiania, en dr. F. A. H. Schrelnemakers, reeds goruimen tyd, laatstoiyk als lector in de pbysische 6ohoikunde, aan de Leidsche hoogeschool werk zaam. Hulde werd gebracht aan curatoren en den afgetreden Minister van Binnenlandscho Zaken, die hebben samengewerkt om do Universiteit met zoo uitnemende krachten te voiryken. Daarna gedacht spr. de benoeming tot loctoren van de observatoren dr. E. F. van do Sande Bakhuyzen en J. H. Wilterdlok, van den conservator dr. L. H. Siertsema on van den privaat-docont dr. J. J. Salvorda do Gravo, die een eervolle benoeming tot hoog leoraar te Bonn had afgeslagen om onder ons werkzaam te biyven. Als nieuwe privaat docenten werden erkend mr. 8. R. Steinmotz voor sociologie, dr. H. Blink voor aardryks- kunde, dr. E. F. Kossmann voor Hoogduitscho taal en letterkunde en de heer E. van Ever- dingen Jr. voor elementaire natuurkunde. Het ondorwys in de Slavische talen van Dr. J. H. Kern, thans professor te Gro ningen, nam prof. Uhlenbeck welwillend op zich. By het vermelden van de wisseling der assistenten, herinnerde spr., dat dr. J. 0. J. Biorens de Haan, na zyn moeiiyk werk van toewyding en mensohlievendheid In Zuid- Afrika volbracht to hebben, gezond op zyn post teruggekeerd en in Leiden feesteiyk inge haald en verwelkomd werd. De hoogleeraren Oort en Lorentx vierden elk een zilveren feest; do eerste herdacht zyn 25-jarig professoraat te Lelden, do tweede was 25 jaren geleden gepromoveerd. Belden ontvingen talryke biyken van waar deering en dankbaarheid en werden tot ridder ln de orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd. De heer O. H. Kouw, gedurende 25 jaar custos-mechanicua aan het natuurkundig laboratorium, ontving het ridderkruis der Oranje-Nassau-orde. Na een aantal onderscheidingen, aan ver schillende hoogleeraren toegekend, te hebben vermeld, deelde spr. mede, dat het getal voor het eoret ingeschreven studenten ditmaal byzonder groot (200) was, en dat in het geheel werden ingeschreven 822 studenten, waaronder 45 dames. Hot getal 1014, door don laatsten Studenten almanak opgegeven, ofschoon zeker niet juist, komt nader by de werkelykheid. Er hadden 69 promotiën plaats. Vier studenten overleden, dio spr. korteiyk herdacht. De hulde, door roctor en secretaris namens den Senaat, aan H. M. de Koningin by Haar verloving en by Haar huweiyk, en aan Presi dent Krügor gebracht, werd even aangeroerd. Yan de academische gebouwen en inrich tingen was niet veel byzondera te zeggen, alleen dat er plannen zyn tot uitbreiding der Academie. Het bericht van eenige dagbladon, dat het Ethnographiach Museum naar Amster dam zou worden overgebracht, achtte spr, ongeloofiyk en geen Nederlandeche Rogee- ring tot zulk een krenking dor oudste Ryks- univeraitolt in staat. Met bijzondere vreugde kon hy vermelden, dat de geachte directeur van het Museum van Oudheden, dr. FJeyto, voor wiens behoud men vreesde, zoover her steld was, dat hy een deel zynor werkzaam heden weer verrichten kon. Na zyn officleele taak als verslaggever te hebben volbracht, vroeg prof. Tiele nog een oogenblik geduld voor een kort afscheidswoord. Hy heeft vrede met de wet, die de hoogleeraren der universiteiten op 70-jarigen leeftyd ont slaat, al ia zy noodeloos hard, door hen opeens van al hun rechten te berooven. Gelukkig brengt de humaniteit van Regeering, Curatoren en ambtgenooten daarin eenige verzachting aan. Terugziende op den afgelegden weg, zy 'took met weemoed, kan hy dankbaar zyn, want in zyn openbaar leven als hoogleeraar heeft hy haast louter voorspoed gehad en in zyn werk meer medewerking dan tegenkan ting. Een gelukkig man is hy geweest enky brengt zyn dank aan allen, die daartoe hebbeu meegewerkt. Het grootste voorrecht van zyn openbaar leven acht hy, aan de hoogeschool in zyn geliefd Leiden verbonden te zyn ge weest, en hy is zeer verheugd, dat zyn leer stoel, de eerstgestichte in haar soort, niot met zyn heengaan is opgeheven, maar bezet zooals hy het wensehte. Of er dan geen donkere wolken zyn? De Leidsche universiteit was door haar stichters bestemd te zyn oen Praesidium Libertalia, een bolwerk der vry- held. Zoolang zy dat biyft, is er geon vrees, want in vryheid alleen worden mannen ge vormd en bloeit de wetenschap. Ten slotte droog spr. met een korte toe spraak het rectoraat over aan den hoogleeraar mr. H. van der Hoeven. Voor de levering van ongeveer 4000 H.L. eerste soort kachelkolen ten behoeve van de Spaarvereenlging „Onderlinge Hulp" waren 9 inschryving8biljetten Ingekomen, n.l. van de hoeren: A. Anes a f 0.89, K. T. Caron a f 0.92, W. 0. Creyghton a f 0.92', T. J. Huy a f 0,83«, H. J. Oainga a f 0.93, v. d. Most van Spyk a f 0.92, J. Tb. Perquln af 0.88, W. F. K. Versteeg a f 0.90 en Wod. E. J. Wyntjes a f 0.84, allen per H.L. In de talryk bezoohte vergadering werden do briefjes geopend en by volstrekte meerder heid van stemmon tot leverancier aangewezen de heer v. d. Most van Spyk. In de Oostsrkerk alhier ls men bezig mot de werkzaamheden tot het 6tellen van het orgel. *5? De 2do luitenant-kwartiermeester W. K. Rutgers, van het 2de bataljon 4de regiment infanterie alhier, wordt met Ingang van 1 October a. a. overgeplaatst by het 7de regiment infanterlo, By de heden alhier gehouden openbare verkooping van cokes in party en van 50, 10 on 5 H.L. waren de pryzen f 29.50, f 6 en f 3. Aan het Postkantoor alhier on de daar onder behoorendo hulpkantoren werden ge durende de eerste helft der maand September de volgende brieven en briofkaarten bezorgd, welke wegons onbekendheid van de geadres seerden niet besteld konden worden. Brieven: Mej. v. d. Mey, mej. Halder, Pieter Panier, Do Jong, Johanna de Groot, Hens, mej. v. d. Mey, Amsterdam; mej. G. v. Hoofven, Boakoop; P. 0. v. Bruchen, Etten; mej. B. Pernet, mej. v. d. Eykel, Den Haag; Kerkvliet Sonior, Leiden; 8. v. Ramhorst, NijmegenJ. Bosman, H. Kern, J. Kousbroek, Rotterdam; J. Bevorman, Velzen; Predikant, Waddings veen; mej. Dekrye, niet vermeld. Briefkaarten: Oosthoek, AlfenJ. v. Oldenburgh, Tcuida v. Doorn, mej. O. Peters, mevr. E. Stassen, H. Heurechs geb. Ploeg, W. de Neeff, Dulme Krumpelman, Marie Leurs, Amsterdam; Gebr. de Kort, Besoyon; H. Stam, Delft; D. Klein, A. W. Jansz, wed. Engels, Bresaart, Den Haag; mej. N. v. d. Borg, Haarlem; mej. G. Offaroin,Leiden; E. Zeeman, Noordwyk; Filp v. Oeveren, Oegstgeest; wed. 0. Mattheeusaens, J. A. Platleel Jr., W. F. de Wolf, wod. Bosman, I. Stuivenberg, Rot terdam; mej. A. M. Jansen, Sloterdyk; mevr. v. d. Moy, Valkenberg; 2 stuks zonder adres. Uit hot buitenland terugontvangenBrie ven: Dir Lava Industrie, CoblenzC. v. Diest, Köln; A. Vllelant, Lor wick; A. v. Raalte, Lyon; mra. Hobart, London; Ckr. Hovestadt, HuUinghauson; D. F. Ullmann, Langen Schwalbach; Briefkaarten: Fr. Luley, Bochnm Eelcoo M. Vis, Chamounlx; A. W. Kikkers, Cievo; K. Monchon, Genève; O. Albere, Kevo- laor; H. Gerritsen Laudry, Rudesheim; F. Feonstra Jr., Wiesbaden. Tegen aanmerkoiyk verlaagden toegangs pas en gratis toegang voor scholen van min vermogenden on andere instellingen van publiek nut biyft de Tentoonstelling van Indische Weof- sola enz. te 's-Gravonhago nog eenigen tyd open. Heden werd de gedenksteen, aange boden aan de Koninkiyko Militaire Kapel to 's-Gravenhftge, onthuld door den eerevoorzitter van het comité, mr. J. S. baron Van Harinxma thoe Slooten, burgemeester der residenlio, ter- wyi de voorzitter van het comité, de oud kapitein R. H. Driossen, het woord voerde. Met verlof zyn to 's-Gravonhago aange komen de Nederlandsche gezanten te Kon- stantlnopel en te St.-Petersburg. Do gezant van Zweden en Noorwegen, ln'do residentie aangekomen, heeft zyn intrek gonomen in het „Hotel den Ouden Doelen", H. M. de Koningin-Moeder komt voor de opening dor Kaïnor» niot naar 's-Gr*- venhage. Woensdag IS September, 'a avonds om halftien, zullen de leden van het Nationaal Congres voor Zondagsrust in hot Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Graven hage door de Haagsche afdeeling worden gerecipieerd. Trouwe opkomst wordt zeer gewenscht. Ook te Haarlem zal 19 September een protestmeeting worden gehouden tegen het uitvaardigen der proclamatie van Kitchener, Er heoft zich onder voorzitterschap van prof. P. J. Muller aldaar een commissie tot dit dool gevormd. Als sprekers zullen optredon de heerea prof. Muller, J. J. van der Walt, lid van het Kaapsche Parlement, en P. J. Schutte, lid van den lsten Volksraad der Z.-A. R. De Kon. Liedertafol „Zang en Vriendschap-, heeft eveneens haar zeer gewaardeerde mede werking toegezegd. De eorete vergadering van het nieuwe onderwys-arrondissement Haarlemmermeer zal plaats bobben Woensdag 25 September 1901, 's voormiddags to 10 uren, in het café „Bel védère" (De Ruyterkade 60) te Amsterdam. De heer Tj. Sierringa, hoofd der school te Sloten, zal inleiden; „Het ondorwys in de natuurkundo op de lagere schooi". De heer W. Valkenburg, hoofd der oyzondere schooi te Niouw-Venii9p, zal spreken over: „Hot ondorwys in het teekenen". Zondagvoormiddag woonden H. M. Koningin, Prins Hendrik en gevolg de gods dienstoefening by in de Ned.-Herv. kerk te Apeldoorn onder gehoor van ds. Van Rhyo. H. M. ontving Zaterdag op Het Loo op een afternoon tea genoodigden uit Apeldoorn en uit de omstreken. Naar men ons meldt, zal de hoofd inspecteur van administratie b,J de zeemacht P. F. van Wage, met ingang van 16 October a. 8., den dienst met pensioen verlaten. Eenige leden van den gemeenteraad te Kampen zullen zich met een adies wondon tot H. M. de Koningin, met verzoek om de gehouden verkiezing van eon wethouder op 3 Sopt. jl. te vernietigen, daar -deze niet heeft plaats gehad overeenkomstig het voorschrift, volgens art. 51 der gemeentenet. Do kroonprins Wilhelm var. Duitschlsnd kwam gisteren per gewonen trein van do Hollandeche spoorwegmaatschappij te 1.29 in de residentie aan in het strengste incog nito. Slechts enkeion wisten, dat de ryzigo' jongeling, die in gezelsohap van drie hoeren uit den trein stapte, de Duitscho troonopvolger was. Do directie van het Kurhaus had voor een rytulg gezorgd, waarmede „GraafGelderen" en zyn gezelschap de stad inroed. Oeeu enkel' officieel persoon was by de aaukomat aan- wozig. Alleen de hoofd-commlssaria vau politie^ de heer Versteog, bevond zich op het perron.' De rolsgenooten van den prins zyn graaf Donhof, zyn vriend en studiegonoot, benevens overste Prltzelwitz en professor Clemen. Na in het restaurant Van dor Pyi geluncht te hebben werd het Mauritshuia bezlohtlgd en daarna naar het Kurhaus te Schevsningen gereden. Daar werd het wandeihoofd boxocht en ondanks het ongunstige weder een wandeling, langs hot strand gemaakt. Des middags werd in het Kurhaus het middagmaal gebruikt. Het voornomen bestond giatoravond het concert in de kurzaal by te wonen. De kroonprlni denkt eenige dagen te Scheveningon te ver- biy ven. Hy was zenuwachtig, geagiteerd. Raingault had hem nog nooit zoo gezien en maakte 2icli daarover zelfs bezorgd. Zyn ongerustheid nam nog toe, toen hy zag, met welk een vuur, geheel in stryd met zyn bedaard karakter, de kapitein zich in den maalstroom der genoe gens wierp, die do vorwisseling van jaarge- tyde, aan de kusten dor biauwo zee, telken male meebrengt. Lang duurde die uitgelatenhoid echter niet. Den zeeman selieen dit woelige leven niet aan te staan, hy maakte er ton minste spoedig een einde aan en van het oene uiterste in het andere vervallend, word hy even stil, als hy zich te voren levendig en opgewekt had betoond. Armand Raingault bogreop niets van dien onvorwachton ommekeer. Hy was echter nog meer vorrast, toon Guyon hem half Februari aankondigde, dat hy den tocht wilde vervolgen. #En waar denkt u heen te gaan?" vroeg hy. „Dat weet ik nog niet; hier verveel ik my een bepaald plan heb ik niet. Wy zullen maar, op goed geluk, recht doorgaan, 't Komt er niet op aan of wy in Egypte of te Konstan- tinopel aanlanden. Misschien komen wy wol in Indiö terecht." Raingault maakte geen bedenkingen, doch zyn hart kromp ineen. Een reis naar Indiö; daarmedo gingen zes maanden voor hem te loor. 't "Was nu half Februari en men kon dus •iet vóór Augustus weerom zyu. 't Was de eerste keer, dat men zoo lang wegbleef I En dat door een dwaze gril van een ryk mant De doellooze tocht werd intusschen voort gezet en na tallooze uitstapjes, zette het jacht eindeiyk koers naar Indiö. „Vooruit dan maar," dacht Raingault ver drietig, „het lot is geworpen." En, wreed spel van het lot, 't scheen, dat de hemel dien dwazen tocht wilde begunstigen. Sedert het vertrek uit Binlc had men aan houdend goed weer gehad. De elementen schenon samen te spannen om den kapitein tot een nog avontuuriyker tocht te verleiden. Den eersten Maart voer het jacht Cyprus voorby. Nauwolyks had men dit eiland uit het gezicht verloren, of plotseling draaide de wind, die weldra tot storm overging. Geweldig sloegen de onstuimige golven tegen het vaar tuig. Ondanks de kracht der machine, word hot jacht achterwaarts in de richting van het Noorden gedreven. Guyon gaf den stryd niet op. Hy was een flor zeeman en hy wilde niot, dat men van h3m zou kunnen zeggen, dat hy voor den orkaan teruggeschrikt was. Het was een vreeselyke stryd, waarin man- neiyko wilskracht aan de woede der elementen hot hoofd bood. Van hoeveel behendigheid do matrozen van De Meeuw" ook fciyk gavon, toch moesten zy het tegen den storm opgeven, toen Raingault kwam waarschuwen, dat oen der schroeven aan de machine verdraaid was, zoodal de stoonier groot gevaar liep avery te bekomen. „Vooruit dan," zei Guyon, „wy zyn gekort wiekt, laten wy den terugtocht naar het Noorden aanvaarden." En aldus keerde het jacht, voortgezweept door den storm, voor wien het moest wyken. Na menig veertje verloren te hebben, be reikte „De Meeuw" in de eerste dagen van April het eiland Corsica, waar men eenige dagen vertoefde. „En nu gaan we zonder eenig oponthoud regelrecht op Binio aan", zei Guyon, toen men van wal stak; „ik wil Bretagno in lente- dos zien." IV. Te Etaples ging het leven eentonig voorby mevrouw De Kerhouarn had sinds Januari hot kasteel niet verlaten, ofschoon mon thans reeds April schreef. Sinds den dag, waarop zy voor de twoede maal haar dochter over de bedoelingen van den notaris had gesproken, was zy niet meer op dat pyniyk onderwerp teruggekomen. Misschien las ze op Yvonne's enorgieke trekken een onverbiddeiyke weigering en durfde zy daarom dat punt niet meer aanroeren, Zy was nochtans biykbaar niet op haar gemak't scheen, dat zy voortdurend in angst vorkeerde. Zoo freule De Kerhouarn ln den laatsten tyd niet veel te lyden had van hot slecht humeur barer moeder, Marie-Jeanne daaren tegen had des te moor uit te staan. De burchtvrouwo van „Liefdeoord" had niemand dan haar als speelbal voor haar booze luimen. Geon gelegenheid liet zy dan ook ongebruikt, om de weeze te hinderon en haar allerloi ver- wyten naar het hoofd te gooien. Uit genegenheid voor haar pleegzuster en uit eerbied voor don dierbaren overledene, die haar weldoenor geweest was en helaas haar niet meer kon verdedigen, nam de dochter van visschor Fleurion zwygend die beloedigin- gen op, ofschoon het haar dikwyis zwaar viel. Hoe vaak was zy niet naar haar kamer gevlucht, om haar hart ln tranen lucht te geven 1 Hoe vaak had zy niet het plan opge vat, om deze woning, waar zy thans niet meer dan een vreemdelinge, een Indringster was, te ontvluchten I Maar wanneer zy dan aan Yvonne dacht, verweet zy zich haar ondankbaarheid en schikte zy zich in haar lot. Wat waren haar vordrie- teiykhoden, vergeleken by hetgeen Yvonne te verduren had van den kant harer moeder I En nochtans klaagde haar pleegzuster nooit; zy leed altyd even geduldig en trachtte door zachtheid het hart der onnatuurlyke moedor te winnen. Marie-Jeanne had slechts óón middel, dat haar verdriet kon verzachten, nameiyk als zy haar hart kon uitstorten tegenover iemand, die haar innig was toegedaan. Zy schreef aan mevrouw Raingault ellenlange brieven, waarin zij haar beklag deed en tevens de oude dame in dringende bewoordingen verzocht, den terug keer van haar zoon te verhaasten, opdat zy eindeiyk door een huweiyk van liet gehate juk van mevrouw De Kerhouarn bevrijd zou worden. Mevrouw Raingault wachtte zich wel, dio klaagliederen aan haar zoon over te brengen. Waartoe zou het ook dienen? Hy zou er maar hinder van hebben. Bovendien, do winter was byna voorby, men ging naar het voorjaar en einde Mei zou „Do Meeuw" terugkeeren. Tot zoolang moest men maar geduld hebben. Zoo dacht zy en schreef zy ook aan haar aanstaande schoondochter, die daarover echter in 't geheel niot gesticht was. Op zekeren middag, toen zy wederom een heftige woordenwisseling had met mevrouw De Kerhouarn, gaf zy oen zóó brutaal antwoord, dat de burchtvrouw, zichzelve vergetend, haar, in [t byzyn der dienstboden, een oorvyg toediende. Woedend begaf Marie Jeanne zich naar baar kamer, pakte haar koffortje en zonder zich te bekommeren over den dag van morgen, ont vluchtte zy liet kasteel, by zichzelve zwerond, er nooit weer een voet te zullen zotten. Z(j liep het park door en sloeg vervolgens deu weg in naar St.-Briene, vast beeloton om den trein naar Parys te nemen en by mevrouw Raingault eon toevlucht te zoeken. De Voorzienigheid liet toe, dat zy do ge dachte kreeg, even langs hot huis der familie- Raingault to Binic te gaan, hoewel zy wist, dat dio woning om dozen tyd van het jaar gesloten was. Mevrouw Raingault verliet Paryj nooit dan einde Juni of begin Juli. Een kreet van verrassing en blydschap ont snapte Marie-Joanne, toon zy de woning naderde. Uit het open raam der eerste ver dieping staarde het goedig gezicht oer oude dame vol verbazing haar aan. Zy spoedde zich naar bonedon en het moisjo te gomoet, dat zich snikkend in haar armen wierp. „Myn Hemelt* riep zy ontsteld uit, %w*t scheelt er aan, kindlief?" En hot moisje ontlastend van haar taschje, leidde zy haar in huis on deed haar plaata nomen. Snikkend, mot afgebroken woorden, vertelde Marie-Jeanno, wat er gebeurd was. „Dus, als ik goed begryp, zyt ge gevlucht f „Ja," luidde het antwoord. „Ik heb er go- noeg van. Ik verdraag hot niet langer." „En hebt gy freu:o Yvoone nog gezien, vóór ge heengingt?"' „Neen," bekende Mario-Jeanne, verlegen voor zich kykend. ,En wat denkt gy nu te doen?" (Wordt **r*olgdA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1